Secretaris Loes Zwart Woltera van Reesstraat 53 1093 MJ Amsterdam 020 – 612 45 85 06 23 42 53 06
[email protected] Penningmeester Eric Schulte Commelinstraat 175 1093 TP Amsterdam 020 – 665 85 58 06 12 13 77 88
[email protected] Toercommissariaat
[email protected] Ben Koeleman Overhaalsgang 8 1018 ZT Amsterdam 020 620 21 33 Peter van Riemsdijk Stuurmankade 28 1019 KR Amsterdam Marja de Ridder Plantage Muidergracht 77B 1018 TN Amsterdam 020 – 625 23 26 Wedstrijdsecretariaat
[email protected]
Manja de Neef delle Alpihof 2 1098 VX Amsterdam 020 – 618 35 33
06 53943627
[email protected] Jan Gottmer Ambachtstraat 10 2024 EB Haarlem 023 525 53 00 Eric van Steijn Brakenburghstraat 30 rood 2023 DV Haarlem 06 44 61 04 50 Bas Klein Zichtweg 9 2151 WB Nieuw Vennep 06 525 057 74 Evert Fermin Reinier Claeszenstr. 45 hs 1056 WG Amsterdam 020 – 664 25 67 Telefoon clubhuis Spaarnwoude 023 – 537 70 30 (b.g.g. 537 29 51) Redactie
[email protected] Perry van Dijk Dirk Vreekenstraat 23 1019 DP Amsterdam 020 662 08 06 Bart Bijvoet Kijkduinstraat 9 hs 1055 XP Amsterdam 06 546 851 27 Lay out Even nummers: Erik d’Ailly Keizersstraat 1 1011 GD Amsterdam 020 – 421 3279
Oneven nummers: Jan Klein Lage Duin 64 2121 CH Bennebroek 023 5849121
[email protected] Beheer website (www.fctrappist.nl) Rieks van Rooijen
[email protected] Maarten Toneman (webdevelopment) Contributie 201 € 45 voor een individueel lidmaatschap € 55 voor een gezinslidmaatschap NL79INGB 0005209729
Heet van de meet Nieuwe leden Bernard Schaap Petrus Planciusstraat 36 2012 TZ Haarlem tel: 06 51478966
Magritte De staat van gratie
Voorzitter Peter Hormeijer Th. de Leeuwlaan 10 1391 CB Abcoude 06 51 84 37 17
[email protected]
Christiaan Koenders Beekweg 11 3603 AH Maarssen tel: 06 30611548 Robbert ter Hart Veemkade 1142 1019BZ Amsterdam tel: 06 26 7040 92 Opzeggingen David Rebergen Boterdiepstraat 58 hs 1079 TA Amsterdam
Kopij Inleveren kopij Kopij voor nummer 6 graag inleveren vóór 28 augustus, die voor nummer 7 graag vóór 16 oktober.
Verhuizingen e.d. Alle wijzigingen in het lidmaatschap, zoals verhuizingen, opzeggingen en nieuwe aanmeldingen graag zo spoedig mogelijk doorgeven aan de secretaris, bij voorkeur via de mail. Cover Het Zuiderzeepeloton op weg naar het einde Foto Erik d'Ailly
Dit nummer staat in het kader van het Rondje IJsselmeer, dat in maar liefst drie verslagen terugkomt. Is deze tocht een goede voorbereiding voor de komende wedstrijd of is zo’n superlange training juist desastreus voor je kansen om als eerste over de meet te gaan? Dit jaar werd het clubkampioenschap een week na het IJsselmeer verreden, dus het was eenvoudig na te gaan. Leendert passeerde als eerste het verkeerslicht op de Hollandse Burg, maar haalde drie dagen later tijdens de langstedagwedstrijd en een week later tijdens het clubkampioenschap de finish niet. Twee DNFjes achter zijn naam. Ik weet niet of dat dankzij het IJsselmeer was, maar het lijkt er op dat die 260 kilometer, waarvan de laatste 160 als wedstrijd, niet zo’n goede voorbereiding voor hem waren. Mart, die het IJsselmeer gebruikte om kilometers te maken en vlak achter Leendert de Hollandse Brug opreed, heeft juist wel baat gehad bij die kilometers. De langstedagwedstrijd kon hem niet lang genoeg duren en op het clubkampioenschap kwam hij als eerste over de finish, ondanks zijn slijmbeursontsteking en tussentijdse stop voor een bidonwissel. Het is zijn eerste clubkampioenschap in zijn lange Trappistencarrière. Ivo won drie dagen later een zomeravondwedstrijd. Hij schrijft dat hij het IJsselmeer nog steeds in de benen had. Van zowel Leendert (IJsselmeer), Mart (IJsselmeer en CK) als Ivo ontving de redactie een verslag. De Zuiderzee kende dit jaar een record opkomst en voor het eerst sinds enkele jaren geen introducés. Zoals gebruikelijk ook geen wedstrijdrijders. Wil de Lange reed mee omdat hij niet meer zo actief is op het wedstrijdfront, en de schade van
330 km wel kan verteren. Een nieuw lid heb ik kunnen strikken voor het verslag. Het was, dat kon Eric natuurlijk onmogelijk weten, de zwaarste Zuiderzee die ik ooit heb gereden, vooral omdat we vanaf het eind van de Afsluitdijk de wind continu tegen hadden. Heel geniepig draaide hij met ons mee. Het tempo lag dan ook wat lager dan in andere jaren. Ik herinner me dat ik vorig jaar na een biertje in de Groene Olifant om een uur of acht thuis was. Dit jaar ben ik direct naar huis gegaan en plofte ik om kwart voor negen op de bank. De serie Fietsen in de Kunst krijgt dankzij Aad Janssen nog een aantal afleveringen. Aad vond in zijn boekenkast de catalogus ‘De fiets’ van een tentoonstelling in Boymans in 1977. In dit nummer schrijf ik over de expositie, in de komende nummers zal ik dieper ingaan op enkele kunstenaars, voor wie de fiets een inspiratiebron vormde, zoals Dubuffet, Zigaina en Mucchi. Ik had eerlijk gezegd nog nooit van die laatste twee gehoord. Bij de wedstrijdverslagen valt het Omnium op. Nauwelijks deelnemers, maar wel twee verslagen van de winnaars. En, zoals altijd, schitterende wedstrijdfoto’s van Jan Klein.
Perry van Dijk
1985
Zo, nu hebben we met FC Trappist ook de pers gehaald: een stuk in het Parool (voor wie het nog niet heeft gelezen: zie website). Ik vond het af en toe een beetje badinerend, maar toch gaf het leuk de hoedanigheid van onze club weer: sportief, ambitieus en erg gezellig. En wat er natuurlijk niet in staat: dat dit zo is dankzij de inzet van veel clubleden die er veel tijd en energie aan besteden. Veel? Jazeker, maar toch draait het m.i. op te weinig mensen, zeker nu een paar mensen op cruciale plekken na heel veel jaren die plek gaan verlaten of wat gas terug willen nemen. Ik denk aan de vacature van penningmeester, de noodzaak om de wedstrijdjury uit te breiden, en het vinden van een commissie die haar schouders onder het lustrum van volgend jaar wil zetten. Helaas hebben de kandidaten zich nog niet in groten of kleinen getale gemeld. Je kan eigenlijk op zoveel manieren iets voor de club doen: bijv. een sportmassage geven aan de secretaris, zodat die er weer even tegen kan….. Nou ja, ik hoop dat we de club kunnen laten gloriëren met de inzet van een paar nieuwe mensen. Op de bestuurstafel lagen de afgelopen tijd een paar belangrijke kwesties en eigenlijk liggen ze er nog, maar wel in het stadium van bijna afgerond. We hebben ons intensief bezig gehouden met het nadenken over voor en nadelen van het aanschaffen van Mylaps. We hebben tenslotte afgesproken om op de jaarvergadering een afgewogen voorstel voor te zullen leggen. Onze mening is gevormd. De tijd is alleen nog niet rijp om die in dit clubblad te melden. Het hele Mylapsverhaal komt tenslotte uit de koker van het wedstrijdsecretariaat en voordat we onze mening wereldkundig willen maken, vinden we goed overleg met het wedstrijdsecretariaat belangrijk. Dat is gaande, maar bij het schrijven van dit stukje nog niet afgerond. Als je elders in dit blad toch een stukje aantreft “Mylaps en hoe verder”…… dan is het overleg op de valreep toch afgerond. Ook rond de kwestie WA verzekering zijn vorderingen gemaakt: goed overleg met een verzekeringsmaatschappij ( die de clubs aangesloten bij de NTFU verzekert ) en een
duidelijke offerte. Er zijn nog wel een aantal vragen, maar het ziet ernaar uit dat we deze kwestie kunnen afronden met een besluit ons te verzekeren. In aanvulling daarop is het prettig dat we in concept goede veiligheidsprotocollen hebben t.a.v. de wedstrijden en het toeren. Als die teksten definitief zijn, kun je ze zien in het clubblad en op de website De redactie heeft hard gewerkt aan een onderzoek naar het goedkoper maken van het clubblad met behoud van de prachtige kwaliteit in vormgeving en inhoud ervan. Dat is gelukt in het vinden van een goedkopere drukker die ook nog eens het maakproces versimpelt. Aanstaande bestuursvergadering zullen we besluiten over te stappen, per wanneer is nog de vraag. Het nieuwe clubblad zal een ander formaat hebben, maar het ziet er echt prachtig uit. Een aantal mensen zullen verstoken blijven van dit nieuwe clubblad. Dat zijn onze wanbetalers. Wie zijn contributie niet heeft betaald voor 1 juli, krijgt geen clubblad meer. Eric heeft zich een slag in de rondte gewerkt met herinneringen, aanmaningen, mails en telefoontjes, maar nog steeds zijn er leden die niet betaald hebben en dat zijn echt niet alleen de zgn. “slapende leden”. Onze contributie is dan wel verhoogd, maar 45, euro kan toch geen belemmering zijn niet te betalen voor je lidmaatschap van zo’n leuke club!
Loes Zwart
BELANGRIJK: PASPOORT meenemen, want de toertocht Nijmegen gaat een stukje door Duitsland. Frans van Griensven heeft deze nieuwe tocht uitgezet. Hij heeft er drie jaar gestudeerd en heeft de omgeving goed leren kennen. Regenvlagen en 11C. Bij het begin van de IJsselmeer zijn er om half zeven vijf Trappisten in café Van Puffelen. Vier aan de koffie, één aan het bier. Na enige tijd groeit het gezelschap tot 22 Trappisten. Het bestuur heeft Aad Brands (van Brands Cycles in de Javastraat) kunnen strikken om voor eigen rekening vijftig truien te vervaardigen die tegen kostprijs f 55 (€27,50) te koop zijn voor leden. Bron: augustusnummer 1985
2005
1995
De toertocht Deventer – Hengelo gaat niet door, omdat het Nederlands Philharmonisch, het orkest van voorrijder Toon, een extra concert heeft ingelast. Voorrijdster Ilja de Vries van de tocht naar Nijmegen haakt al bij Abcoude af. Drie Trappisten besluiten in Doorn terug te keren.Zeven toerders halen Nijmegen wel.
Hoi, In het Parool las ik het artikel over jullie fietsclub. Leuk! Ik was hier in 1976 lid van en heb ooit meegedaan met de ronde rond het IJsselmeer in 1977 (wellicht de eerste?)! Ik heb hier zelfs nog een vaantje van (20 augustus 1977). Ik was toen totaal niet goed voorbereid en had me had me laten overhalen om hieraan mee te doen door de andere deelnemers. Erg gezellig maar ik was half dood bij aankomst. Ik herinner me niet dat de club bij café Scheltema of van Puffelen was. In mijn herinnering was het het Literair café op de Kloveniersburgwal (ook begin en eindpunt van de tocht?), maar herinneringen kloppen vaak niet met de waarheid. Leuk te horen dat de club nog steeds bestaat!
Met vriendelijke groet, Liesbet van Steenis
Verbetering In het artikel in Het Parool werd Luc Paanakker genoemd als ongelukkige die bij een val zijn sleutelbeen had gebroken. Het overkwam echter Jeroen van Hoek. Beterschap Jeroen!
Nadat Mart Dominicus in 1994 vier wedstrijden op rij won bij de B, is hij in 1995 overgestapt naar de A. Als hij in de zomer een tussenbalans opmaakt, komt hij niet verder dan een troostprijs voor de strijdlustigste renner die hij – als wedstrijdsecretaris – aan zichzelf heeft gegeven. Bron: augustusnummer 1995
Julian Orton, die het drukwerk van het clubblad verzorgt, wordt wegbezuinigd bij de VU. Hij doet het werk al 35 jaar en reageert laconiek. Hij werd namelijk al 28 jaar met ontslag bedreigd. Hans Neutel’s eerste winst bij de A is de overwinning op Zandvoort. Het NK voor (para)medici een dag later op Spaarnwoude laat hij na deze overwinning schieten. Rinus Cerfontain wint de GPGH voor Gerard Agema en Willard Gerritsen. De Flevotocht bleek 25% langer dan vooraf ingeschat. Lag het aan de curvimeter of aan de onmogelijke schaal 1:69.000 van de topografische inventarisatieatlas voor Flora en Fauna? Voorrijder Jens weet het niet. Bron: julinummer 2005
Alleen maar positieve geluiden. De nieuwe route over de Maasvlakte en het voormalige eiland Voorne een onbekend gebied ten westen van Rotterdam valt bij de 18 deelnemers aan de tocht in goede aarde. ‘Ik vond het heel leuk om hier eens rond te kijken, normaal kom je hier nooit’. ‘Ik vond de afwisseling heel bijzonder, eerst die industrie en havens en dan een mooi eiland’. ‘Die oude plaatsen als Brielle en Hellevoetsluis, en dat kleine plaatsje Heenvliet, met die oude dorpskern, prachtig in één woord’. Waarschijnlijk heeft ook de mooie zonnige dag meegewerkt, zonder lekke banden, materiaalpech of valpartijen. Het kleine station in Maassluis is gemakkelijk te bereiken, één maal overstappen voor de treinreiziger uit Amsterdam, voor de automobilisten eenvoudig parkeren voor het station. Fastferry Fietsen langs de Waterweg richting Hoek van Holland is een belevenis omdat je met een beetje geluk naast enorme schepen, zoals containerboten, kunt fietsen. Ook deze keer is er veel te zien. De Maerlant waterkering is van dichtbij enorm groot. Bij storm en ontij sluiten deze enorme armen automatisch de rivier af, wat overigens nog maar één keer is voorgekomen. Naast de grote zeeponten die naar Harwich varen, ligt onze ‘fastferry’ van de RET, een nieuwe pontverbinding met de Maasvlakte. Binnen 20 minuten ben je aan de overkant. Onderweg spotten we zeehonden die lui in de zon liggen. Na de pont hebben we meteen wind recht op kop en wordt het stil achterin: iedereen trapt zich een deuk in een pakje boter. Als we tegen de duinen aanfietsen wordt de wind minder en zien we een grote krachtcentrale met havencomplexen opdoemen. Het landschap is van zo’n surrealistische schoonheid, dat een deelnemer spontaan roept: ‘Wat is dit prachtig!’ We nemen een kijkje achter de duinen om het strand te zien, waar zo wordt gezegd de zee echt blauw is. De slufter rijden we voorbij, waar 60 miljoen m3 giftig havenslib voor de eeuwigheid wordt opgeslagen, op weg naar het oude land van Voorne. We rijden over een betonnen weg die uit de laatste oorlog stamt, gaan onderdoor langs Oostvoorne en rijden via het brede duingebied in de richting van Rockanje, ooit de badplaats voor de sjiekere Rotterdammers. Watergeuzen Het brede open Haringvliet komt in zicht, we voelen de wind stevig in de rug. Daar doemt Hellevoetsluis op, waar Michiel de Ruyter ooit zijn galjoenen oorlogsklaar maakte voor de gevechten met de Engelsen. De vesting wordt zichtbaar, oude kanonnen staan op de kade. Hier eten we bij de wat zenuwachtige dames van zeepaviljoen Aquarius met prachtig uitzicht over het water. De inloop, afrekening, en het uitserveren van maaltijden gaat via één en hetzelfde gangetje in het restaurant, dat is vragen om moeilijkheden. Trappisten en serveersters houden daar niet van, dus gaan ze op elkaar vitten, maar het kan gelukkig bijtijds in de kiem worden gesmoord. We koersen aan op het dorp Abbenbroek, over de voormalige zeedijk. Pas nu zie je de grote polders met vruchtbare zeeklei,
waar granen, suikerbieten en aardappels de boventoon voeren. Veel van onze voorgebakken patat, komt hier vandaan. Heenvliet is een heel oud plaatje met een prachtige dorpskern, waar omheen we een ererondje maken voor zoveel stedeschoon. De Wiel, Woud en Dorpsdijk passeren onder onze wielen, dijken die tegen het wassende water van de Brielse Maas ooit bescherming boden en daar… daar doemt de Brielse Dom al van verre op. We rijden op het historisch bekende stadje Brielle aan, bekend van de Spaanse Hertog van Alva, die hier zijn bril verloor. De opstandige Nederlanders konden zich van het Spaanse juk bevrijdden met behulp van de bekende Watergeuzen. Nu Hollandse helden, toen geteisem van de richel. Waar zien we dat vaker? Schedels jatten Voor één van de voorrijders die hier zijn middelbare schooljaren sleet, start een feest van herkenning. Langs het oude schoolgebouw, dat binnenkort gesloopt wordt, de Voorstraat rijden we in, links af langs het Stadsmuseum rijden we het Wellerondom over en opeens staan we onder de Sint Catharijnekerk met haar 60 meter hoge toren. Hier heeft de voorrijder ooit nog schedels gejat die stiekem uit een muur van botten konden worden gebikt bij de ruiming van het kerkhof. We verlaten Brielle via de Westpoort waar het rammen van de poort door de Geuzen jaarlijks op 1 april wordt nagespeeld en rijden richting de Brielse Maas. Een tochtje naar de Kogel oven, waar de kogels roodgloeiend werden gestookt om de vijandelijke schepen in brand te schieten en dan terug naar Brielle, langs de Maasoever over de Calandbrug, die Voorne met het eiland Rozenburg verbindt. Hier zitten we dan weer midden tussen bruggen, havens en spoorwegen. In de late avondzon zijn we op weg naar de pont van Rozenburg, waar we oversteken naar Maassluis, het begin en eindtocht van de toertocht. Een goed initiatief, een fijne besteding van de zondag!
Trappisten in de Fastferry
Jos van der Valk Alex Leenders
Naschrift redactie: Door een misverstand bij de redacteur van dienst van het vorige nummer leest u het verslag van de tocht naar de Maasvlakte een uitgave later dan gepland. Excuses aan Alex en een ieder die vergeefs zocht naar het verslag. Deelnemers: zie nummer 4.
Pauze in zeepaviljoen Aquarius
FOTO'S FRANS KOPPELAAR
Om 11 uur bij het station in Zwolle worden de laatste wolken door een frisse wind verdreven en is de temperatuur weer terug op het niveau van vóór vrijdag, die hete dag die uitgeluid werd met flinke donderslagen. Aad wist bij aankomst te melden, dat hij met een stevige wind in de rug vanuit Bussum lekker was opgeschoten. Kortom het is heerlijk fietsweer! Bram heeft de GPS gemonteerd en samen met het spiekbriefje van Ben moet dat naar mijn mening garant staan voor een vlekkeloos voorgereden rit en dat werd het eigenlijk ook. De tocht leidt ons over fietspaden, kronkelende bospaden en mooie landweggetjes. De gevoelstemperatuur vloog van fris naar lekker warm door de afwisseling van open landschap en dichte loofbossen. Ommen en Dedemsvaart zijn nog wel bekend, maar wat te denken van de gehuchten Junne en de pauzeplek in Rheeze vlak bij Hardenberg. Een prachtig esdorp, dus met een groene brink voor het vee, waar de boerderijen rondom aan een ringweggetje liggen. Vanaf het terras van de Rheezerkamer zijn we getuige van het lossen van een kudde schapen, die de brink eens stevig gingen maaien. De plattelandsfeer wordt nog eens aangezet door een aantal potsierlijke kruiwagens, die dienst doen als zitjes op ons biologische terras. De meisjes van de uitspanning zijn blij verrast met zoveel bezoek en doen hun uiterste best om ons van allerlei lekkers te voorzien; dat neemt veel tijd in beslag, maar die hebben we vandaag ook.
Schotterwegen De weg terug is al even afwisselend en onderscheidt zich alleen van de heenweg door een paar lekkere “schotterwegen” zoals ze die in Duitsland noemen. Onverhard dus, stenen in combinatie met rul zand. Daar wordt in ons groepje zeer verschillend mee omgegaan, maar Bram lost dat als een heer op, door de achterblijvers keurig op te gaan halen. Dat levert één lek bandje op van de meest voorzichtige onder ons, Ben. Toeval? Het geeft ons vooraan tijd om na te denken over een vreemde ervaring van Arent, die in het wachtende gezelschap vertelt dat zijn banden gevuld met een CO2 patroon langzaam afliepen, terwijl dat met lucht niet het geval is. We kwamen er ter plaatse niet uit om hier een verklaring voor te bedenken. Wie het weet mag het zeggen. De terugweg gaat verder in een rustig tempo, waardoor ik eens rustig de fietsstijl van mijn companen kan bestuderen. Ik kom tot de conclusie dat de meesten van ons toch wel stijlvol d.w.z. met een stil lijf en de benen in één vlak bewegend op de fiets zitten. Wim en Martha zou ik een 9 willen geven; Bram moet nog wat schaven aan zijn stijl, maar compenseert dat met een krachtige ontspannen tred. Hij wint daarmee zelfs de sprint bij het bordje Zwolle. Helaas gaat de dagprijs aan hem voorbij, want de oplettende voorzitter en Alex hebben al bij een eerder bordje Zwolle de degens gekruist, maar daar heb ik de uitslag niet van waar kunnen nemen. Dus toch maar de zege naar Bram ? Boeren Een andere onderwerp van verdienste komt mij in het laatst van de rit ter ore en dat is het lidmaatschap van de CPN, jawel ! Of eigenlijk moet ik zeggen het opgeven van het lidmaatschap van deze roemruchte partij, want daar is moed voor nodig vind je ook niet Nic van der Riet….. ? Op de valreep schampt een als een gek om de bocht komende auto, ons pelotonnetje zó nabij, dat Loes licht aan haar elleboog wordt geraakt door een buitenspiegel, maar het geluk lacht ons toe vandaag en we komen met de schrik vrij. Peter van R. komt tot de conclusie dat het toch boeren blijven hier in Overijssel!!
Peter Godijn Deelnemers Overijssel
Eric Apon, Bram Bimmerman, Peter Godijn, Frans van Griensven, Wim de Haan, Martha Hiddink, Peter Hormeijer, Aad Janssen, Ben Koeleman, Alex Leenders, Edward Loos, Peter van Riemsdijk, Nic van der Riet, Arent Wilde en Loes Zwart.
Koninginnetocht Eric Apon, Frans Blom (Haarlem), Annemarie van den Bogaard, Leon Canisius, Rinus Cerfontain, Mike Cooper, Koen Denecker (tot pauze), Peter Godijn, Martha Hiddink (tot pauze), Ivo van Hilvoorde, Peter Hormeijer, Ben Koeleman, Niels Kooij, Frans Koppelaar, Alex Leenders, Niek Mulder, Peter van Riemsdijk, Frank Wesseling en Loes Zwart.
FOTO MARTIN VAN OOSTROM
Beste Perry, Ik had inderdaad beloofd om een stukje over het IJsselmeer te schrijven, dat is je ‘plicht’ als je als eerste de Hollandse Brug opstuift. Maar schrijven is tegelijkertijd het laatste waar je aan denkt als je die brug opstuift. Op dat moment zijn je gedachten sowieso niet meer zo helder. Het is alsof je dronken bent en denkt dat je alles kan, maar dat valt dan weer tegen. Opeens is er die knal voor je kop of liever, die knal voor je lichaam. Waarom je het dan doet? Geen idee, het is alsof je al dronken bent en toch door blijft drinken. Waarom? Geen idee, maar zo af en toe is het heerlijk. In dit geval wist ik tijdens de sprint op de Hollandse Brug zeker dat Bert er aan kwam, dus ik moest doorzetten. En dat terwijl de dag zo rustig begon. Zonder wind waren we vertrokken uit Amsterdam, met een redelijke groep. Bijna geen zon en niet al te koud, wat wil je nog meer. Ruim twintig keer heb ik het IJsselmeer gereden, misschien wel vaker. Soms totaal uit conditie, soms in topvorm. Deze keer voelde ik me goed en had er zin in. Elk jaar zijn er toerfietsers die klagen dat de wedstrijdrijders niet op kop willen. Maar als de wedstrijdrijders op kop gaan rijden, nemen de toerrijders het snel over omdat het niet snel genoeg gaat. Ook nu was dat bij mij weer zo. Ik ga 28 rijden en binnen de kortste keren rijdt degene naast me een stuk voor me. Tja, dat hoort er kennelijk bij, alhoewel ik het niet snap. Alleen doorrijden Vanaf Bolsward hebben we een licht windje mee, heerlijk. We rijden met zes man lekker kop over kop. Voor de afslag in Sneek ga ik op kop rijden, omdat alleen Bert en ik de weg kennen. Na het inhalen van een stapvoets rijdende bus, rij ik even alleen. In een onoverzichtelijke omleiding door een nieuwbouwwijk twijfel ik, de fietstunnel of de brug? Fietsers voor mij nemen de brug, boven zie ik dat de tunnel op
dezelfde plek uitkomt. Jan roept nog naar me dat ik verkeerd rijd. De groep draait om een neemt de tunnel. Ik rij verder, alleen, Sneek uit. Veel gekker moet het niet worden, zou Mart zeggen. Ik geniet van het idee dat Mart in de groep er niet gerust op is dat ik ben verdwenen. Alhoewel ik weet dat Bert dat dit wel een erg rare actie van mij vindt: Leendert en alleen weg zijn? Daar hoef je je geen zorgen over te maken. Ik rijd door, zonder me kapot te rijden. Het knipperlicht van een ophaalbrug begint te knipperen. Ik zet een sprint in en in volle vaart storm ik op de brug af. Vlak voor me gaan de bomen dicht. Ik overweeg nog even er onderdoor te kruipen, maar dat lijkt me niet verstandig. Even later komt de groep. Braaf In de plaatsen en bij afslagen rijden Bert of ik op kop om de weg te wijzen. Daarna geven we weer gas. Voor ons doen rijden Bert en ik heel braaf, het liefst crossen we door dorpen en steden, steken schuin over en maken een haakse hoek. Het lijkt erop dat Trappisten daar niet meer van kunnen genieten. Ik herinner me nog een van mijn eerste Ijsselmeers. Opeens gaat Lucas er op het fietspad aan de linkerkant in volle vaart vandoor. Wij moeten de drukke weg nog oversteken. Tot Lelystad gebeurt er niet veel. Jan rijdt lek is en weg. PieterJan heeft wat malheur en ik wacht hem even op, later verdwijnen zijn krachten en haakt hij af. Het windje is mee en het gaat heerlijk. In Lelystad is het opletten, daar is de plek waar Bert zal demarreren om bij het rare fietspad/weg voor de Oostvaardersplassen voordeel te hebben van zijn stuurkunst. Strak in zijn wiel blijf ik en zijn verwachte demarrage valt stil. Na de Oostvaardersplassen gaan Mart, Ivo en Bert er om beurten vandoor. Zelden heb ik zulke snelheden gereden op die dijk, na zoveel kilometers. Ik word er helemaal gek van. De bekende truc om meteen op kop te gaan rijden en het tempo vast te houden om de demarrages te voorkomen, helpt niet.
niet. Steeds weer zit ik op een gat. Telkens bedenk ik dat dit het laatste gat is dat ik dicht rijd. Het verdikt is duidelijk, ik moet eraf gereden worden. Dat geeft me weer wat moed. Dan rust, de Zuidersluis is open. Wat een geluk. Ik kijk naar de anderen en zie afgetrokken koppen. Oude mannen, die even denken dat ze jonge goden zijn. Mijn max op de teller is boven de 50km per uur (en dat was niet brug af…). Gek zijn we. Op volle snelheid De rust doet goed en in een strak tempo rijden we op de finish op de Hollandse Brug af. Vlak daarvoor is het fietspad afgesloten en worden we door Almere in aanbouw geleid. Als Bert er nu maar niet vandoor gaat, deze bouwheuvel op. Gelukkig demarreert Bert de bouwheuvel af, naar het parkeerterrein aan de voet van de brug, weer bekend terrein. Ivo knalt naar hem toe, gaat over hem heen en neemt de afslag rechts, volgens de omleidingsbordjes, terwijl de voet van de brug duidelijk links ligt, nog een paar honderd meter. Ik roep nog, maar hij is afgeslagen. Mart, Bert en ik schieten het talud op, rechts uit mijn ooghoek zie ik Bert door het gras het talud weer afrijden, ik volg hem meteen. ‘Is dit de brug?’ hoor ik tot mijn verbazing Mart roepen. ‘Ja Mart, die ligt daar al een tijdje’. Ik blijf strak in Bert’s wiel. De finish is bij het stoplicht, nog een stuk omhoog. Hoe kom ik in vredesnaam die brug op? Ik kijk achterom en zie Mart op een gaatje, maar hij komt er hard aan. Als hij op snelheid voorbij schiet wint hij, als ik nu aanzet is het te vroeg en wint Bert of Mart. In een impuls schakel ik zwaarder en zet aan. Veel te vroeg. De eerste
meters voelen geweldig, toch een jonge god, op volle snelheid. Om dan heel snel tot een zielige oude man te verworden en verder omhoog te kruipen. Ik val stil, alles doet pijn, Bert komt eraan. Ik zet nog een keer aan, de snelheid zakt niet en ik ben er. Even niets, Bert schiet voorbij, het lijkt wel of ik geen adem heb gehaald. Ik rochel en kots, longen spatten uiteen. Wat een inspanning voor een wedstrijdje met zes oude mannen. Heerlijk. Nou Perry, dank voor je aanmaningen, anders had ik er nooit over geschreven. Fijne groet uit de Pyreneeën
Leendert
Deelnemers IJsselmeer
Bram Bimmerman, Annemarie van den Bogaard, Frank Bonfrer, Liduine Bremer, Mart Dominicus, Evert Fermin, Wim de Haan, Martha Hiddink, Ivo van Hilvoorde, Aad Janssen, PieterJan Jongen, Ben Koeleman, Frans Koppelaar, Martin van Oostrom, Leendert Pot, Jan Repko, Jos van der Valk, Maaike Vertregt en Bert Zwaving.
FOTO'S FRANS KOPPELAAR
Spaarnwoude (naar CK) Deelnemers Eric Apon, Helma Bouw (introducee), Ben Koeleman, Frans Koppelaar, Quirijn Kuchlein, Marja de Ridder, Jos van der Valk en Loes Zwart.
Twee weken na de tocht bij het schrijven van dit verslag kan ik me niet echt veel herinneren van de route. Mijn gedachten dwaalden tijdens het fietsen nl. heel vaak af vanwege het overlijden van mijn moeder anderhalve week eerder. Het grootste gedeelte van de tocht ging bovendien over voor mij bekend terrein. Dan verslapt toch vaak de aandacht voor de exacte route. Of heb ik nog teveel het Rondje Zuiderzee van afgelopen zaterdag in gedachte? Die lag me letterlijk zwaar op de maag. Te veel gegeten, te weinig gegeten, teveel gedronken, te weinig gedronken? Mijn maag was in ieder geval goed van streek en ik kwam bijna geen meter meer vooruit. Een cola op het pontje bij Eemdijk bracht echter redding. Na een km of vijf trad het herstel in en ging het weer prima. Oh, we zouden het over de Zuid Hollandse Plassen hebben. Die was in ieder geval een stuk korter en makkelijker. Triatlon De Toercommissie had blijkbaar geen rekening gehouden met de triatlon die in de omgeving van Ouderkerk werd gehouden. De weg langs de Amstel was afgezet en we werden daarom omgeleid. Niet echt naar de zin van een aantal Trappisten die meenden toch maar te gaan rijden op een weg afgesloten voor de triatlon. Niet erg respectvol tegenover de triatleten die met hoge snelheid aan de andere kant voorbij raasden. Zouden Trappisten die aan een wedstrijd deelnemen gelukkig zijn met “verkeer” uit de tegenovergestelde richting? Via een aantal omwegen kwamen we uiteindelijk weer op de juiste route. Ergens in de buurt van Uithoorn was Erik de eerste van de veertien deelnemers die vanwege werkzaamheden moest afhaken. We reden bij een lekkere temperatuur richting Nieuwkoop waar hele pelotons fietsers in het LottoJumbo geel ons tegemoet kwamen. In het kader van de Tour de France was er een tocht over een gedeelte van het Tourparcours georganiseerd. Ik zag op het plaatje van een van de deelnemers het nummer 11.295. s’Avonds hoorde ik op de TV een aantal van 14.000. Het zag die dag echt geel in het groene hart van Holland. Gratis maaltijd In Aarlanderveen was net als de 2 voorgaande jaren de bevoorrading. De molens bij dat dorp zijn trouwens prachtig. De bediening ging vlot maar het broodje paling van Bram zorgde voor wat vertraging. Volgens Bram werd het niet op de juiste manier geserveerd en dat leverde hem na een officieel protest een gratis maaltijd op. Tijdens de pauze verlieten Peter (verjaardag klein kind) en Alex (bezoek aan Rotterdam) ons. Dus nog maar elf van de veertien over. De volgende afvaller was Eduard die bij Bilderdam plotseling verdwenen was. Onder leiding van Ben redden we langs mooie plassen en met weidse uitzichten terug richting Amsterdam. Piet van Oosten had het Club Kampioenschap en een midweekse wedstrijd nog in de benen en kon het razende tempo bij Uithoorn niet meer volgen. De laatste afvaller was Maaike die bij Ouderkerk richting huis (Amstelveen) ging. Met z’n achten bleven we over en in rap tempo met windje in de rug zoefden we langs de Amstel. Dat wordt een vroeg biertje dacht ik. Maar helaas kreeg Martin een lekke band. Die verwisselt een band nog langzamer dan ik. Nou dan weet je het wel!
FOTO ERIK D'AILLY Piet van Oosten staat te wachten voor een van de vele hekken die de weg versperden om het parkoers voor een triathlon vrij te houden.
Vijf overblijvers Op aandringen van Annemarie besloten we een biertje te drinken bij de vroegere Oostergasfabriek. Trouwens niet eenvoudig om daar een veilige plaats voor het parkeren van de fietsen te vinden. Wel een mooi uitzicht op de Amstel. Bram, Martin en Edward hadden andere plannen en we bleven dientengevolge maar met z’n vijven van de oorspronkelijke veertien deelnemers over voor een drankje. Het verhaal in het Parool van vrijdag 26 juni dat FC Trappist een rijdend café zou zijn, werd hier dus ernstig geweld aan gedaan. Voor zover ik begreep berustte de inhoud van het artikel ook op andere punten niet helemaal op de waarheid. Maar goed een beetje publiciteit kan in het kader van de ledenwerving nooit kwaad.
Jos van der Valk Deelnemers Zuidhollandse plassen
Eric Apon, Eduard Baddee, Bram Bimmerman, Annemarie van den Bogaard, Ben Koeleman, Alex Leenders (tot pauze), Edward Loos, Piet van Oosten, Peter van Riemsdijk (tot pauze), Jos van der Valk, Maaike Vertregt, Frank Wesseling en Loes Zwart.
Drie goede redenen om mee te gaan met de vijfprovinciëntocht: het is de rijkst geschakeerde tocht van de Trappist, het is een mooie afstand als voorbereiding op de Zuiderzee en het weer. Twee goede redenen om niet mee te gaan: de Tour kwam door mijn geboortedorp Haastrecht en wederom het weer. Het werd de Trappist! En zo gingen we welgemoed op stap met als motto, we zullen wel zien. Na een half uur reden we al wel een tijdje met nat wegdek, maar verder geen vuiltje aan de lucht. Terwijl ik het eerste stuk langs Amstel, Kromme Mijdrecht en zo verder tot Breukelen wekelijks minstens ’n keer rij, is het op zo’n dag toch weer anders. Wat het is? Wellicht de verwachting van wat nog komt? Het verre verschiet? Wederom probeerde ik op de ‘omslagpunten’ nu eindelijk eens de precieze route in mijn hoofd te krijgen, maar nee hoor, bij Tienhoven was ik al snel de draad weer kwijt en na Maartensdijk, waar we het Groene Hart verlieten,was het opnieuw verrassend hoe we plots Baarn binnen reden. Zonovergoten Eem Ondertussen werd het weer via de moderne media goed in de gaten gehouden. Ach, hoe lang was het al niet geleden dat ik verklaarde dat ik bellers tijdens een tocht van de fiets zou slaan? De grand caféachtige uitspanningen langs riviertjes en plassen zijn meestal niet het klantvriendelijkst voor groepen fietsers, maar Eemlust vormt al jaren een uitzondering. Voorkomendheid en vriendelijkheid strijden om de voorrang bij de bediening en het prachtige uitzicht op een zonovergoten Eem en polder (en een stukje A1) doen de rest .Maar ja, de buienradar… Het leek inmiddels wel duidelijk dat het rond drie uur zou gaan spoken boven de lijn HilversumAmsterdam met onweder en wat al niet. Bert hakte de knoop door en besloot niet via de Nijkerkersluis, maar via de Stichtse brug de Flevopolder in te gaan. Zo’n 35 Kilometer en één provincie
minder dan bedoeld. Iedereen was het er mee eens, want in de lange leegte van de Flevo wil je nog niet met je fiets gevonden worden….. Bijkomend voordeel was dat Bert al liet doorschemeren dat hij dan waarschijnlijk volgend jaar de tocht alsnog een keer zal voorrijden. Bidden En ja hoor, langs het Gooimeer begonnen aan de overkant onheilszwangere luchten zich samen te pakken, de wind nam toe en vrijwel alle boten hadden al een veilige haven opgezocht. Ik bad (ja, in tijden van nood heb je soms een terugval) dat we in ieder geval het oude land droog en bliksemloos zouden bereiken. En zie, niet alleen geen regen, maar ook gerommel bleef uit. Pas toen ik afslaand in de A.J. Ernsztstraat bij lampenzaak ‘De Verlichting’ dacht het geheel droog te hebben houden begon het de laatste 200 meter toch nog even te plenzen… De verkorting had ook nog als voordeel dat we de Touretappe voor een groot deel konden zien. Ook daar hielden ze het heel lang droog, behalve dan bij de Neeltje Jans waar het gedurende drie uur hard tekeer ging op en rond de eretribune. De Belgische commentator merkte nog ‘droogjes’ op dat het niet altijd even leuk was VIP te zijn! Al met al was het een fijne dag – Bert bedankt en volgend jaar (nog) beter!
Wim de Lange FOTO'S ERIK D'AILLY
Deelnemers vijfprovinciëntocht
Eduard Baddee, Annemarie van den Bogaard, Liduine Bremer, Evert Fermin, Martha Hiddink, Aad Janssen, Ben Koeleman, Wim de Lange, Edward Loos, Peter van Riemsdijk, Jos van der Valk, Maaike Vertregt, Loes Zwart (tot Baarn) en Bert Zwaving.
Ger heeft mij dus niet alleen een uitstekend huismerk fiets aangesmeerd, maar ook nog eens een fietsclub. Sinds medio mei ben ik alweer lid van de FC Trappist, maar het viel nog lang niet mee om ook daadwerkelijk aan een clubactiviteit deel te nemen. Eerste poging: Jaarfeest, 31 mei. Dat leek mij nou een uitstekende binnenkomer. Wekker om 7:45, regel #9 weer. Helaas blijk ik schijtziek. Tweede poging: Rondje IJsselmeer, 14 juni, wekker om 6:00, wakker om 5:00. Na nog geen vier uur slaap ben ik zo beroerd dat ik het wel erbij laat zitten. Derde poging: Rondje Zuiderzee, 11 juli, wekker om 5:00. Stiekem ben ik helemaal niet bang van de afstand, maar wel van de enorm onchristelijke tijd. Zeker met mijn bioritme, want normaliter kruip ik voor half negen het bed niet uit. Deze keer doe ik het echter goed: twee Belgische biertjes, 35 cc buitenlands gedistilleerd en twee uur authentiek Nederlandse commerciële televisie hebben het gewenste effect alle ongewenste hersenactiviteiten voor middernacht op stop te zetten zonder gevolgschade in de ochtend. Het gaat na het opstaan zelfs allemaal zo voorspoedig dat ik begin te treuzelen en uiteindelijk te laat de deur uit ga. Wildvreemde autochtonen Het verzamelpunt bij de CS pont is niet te missen. Hier begint dan ook meteen de tweede grote uitdaging van deze mooie dag: socializen met een meute wildvreemde autochtonen.
Want laten wij eerlijk zijn, dat is mijn tak van sport niet. En al helemaal niet op de fiets. Aan de andere kant van het IJ is er de eerste lekke band, nog op de pont, voordat er nog een meter gefietst is. Dat lijkt mij een record. Aad blijkt zo maar
Plaspauze
Veluwe een reserve buitenband te hebben, dus is er nog geen Trappist over boord. Eenmaal onderweg ben ik alweer de helft van de namen vergeten, en van de andere helft weet ik er geen gezicht meer bij te plaatsen. Maar tot plusminus de Afsluitdijk lukt het nog een redelijk correcte boekhouding van wie ik wat over mij verteld heb bij te houden. Mij valt trouwens mee dat Trappisten zich bij een plaspauze met enig gevoel voor privacy over een traject van ruim een kilometer verdelen. Ik ben zelf namelijk ook niet zo van het wiel aan wiel de broek omlaag trekken. Ook ontdek ik een beetje de vreugde van de vroege vogels, er is haast niemand op straat, dat fietst lekker ontspannen weg. En op het weer valt niets aan te merken, ik zou haast zeggen 't is hier fantasties! Afsluitdijk
Genemuiden
Hele dag Zen In Makkum is de eerste pauze. De gastheer van het terras waar wij neerstrijken schiet enorm in de stress: nee, de keuken is nog niet open, nee, er zijn dus ook nog geen broodjes, ja, er is wel appeltaart. Dat is dan vijftien keer appeltaart. Dat gaat even duren, want hij staat er helemaal alleen voor, en wordt er ook niet moe van dat te blijven zeggen. Volgens mij had daar anders niemand last van, maar goed. De tweede etappe door Friesland is belachelijk mooi. Mijn kletsboekhouding is op dit punt al in een uiterst desolate staat. Gelukkig voor mij valt het af en toe ook even helemaal stil, en hoor je alleen nog de wind en de wielen. Dat is nou Zen. Dit zou ik de hele dag wel willen doen. O, wacht. Nou ja, elke dag, dan. Tot de volgende pauze herinner ik mij verder bijna niets, in mijn geval een feilloos
teken dat ik dolgelukkig was. Inmiddels is het vrij warm en ruim tien kilometer voor de volgende pauze laten wij door bouwvakkers op straat met de tuinslang bidons bij vullen. Een kort maar krachtig moment van onvervalste wielerromantiek dat alweer voorbij is als Erik klaar is om een foto te maken. Niet voor het eerst vandaag. Sociale cohesie In Kampen is de keuken wel open, en verschijnen er in rap tempo uitsmijters op tafel. Niet voor mij, trouwens, want zo'n vette hap valt nooit goed als ik nog een stukje te gaan heb. Ik kauw stiekem op mijn energiereep. Een van mijn doelen van deze dag is de proviand waar ik mee vertrokken ben niet mee naar huis te nemen. In de derde etappe gaat de stemming hier en deer lichtjes achteruit. Het begint al met een valse start na de pauze
Evert Fermin, Liduine Bremer, Eric Bednarz en Jeroen Zonneveld hebben de mouwtjes!!
Amsterdam Zaltbommel
omdat wij even een deel van de groep kwijt zijn, er is lichte tegenwind en er ontstaat met regelmaat gemopper over het tempo. Ik kom definitief tot de conclusie dat een compact voor mij geen goede keuze was, althans niet voor het Noord Hollands landschap. Tot voor kort had ik een triple, en met het 39 kettingblad was het makkelijk op een lekker rustig tempo te rijden. Met 34/50 heb ik een vervelend zwart gat tussen 26 en 30 km per uur waar of de ketting beslist te schuin staat of mijn cadans onder 85 of boven de 100 ligt. Soms blijft nu ook iemand achter door misselijkheid en krampen, gelukkig is er ondanks de een of ander scheldkanonnade wel voldoende sociale cohesie om de groep bij elkaar te houden. Waarvoor hulde! FC Weizen Ergens rond Bussum nemen wij afscheid van Aad en maakt Ben gebruik van de korte pauze om voor straks alvast een bestelling blauwe mouwtjes te plaatsen. Speaking of which: Aad en Ben, bedankt voor deze geweldige dag! Uiteindelijk arriveren wij dan echt weer in Amsterdam, met een warm ontvangst in de Groene Olifant. Mijn dag kan niet meer stuk. Maar goed, de dag is inmiddels ook bijna voorbij. Het valt trouwens op dat er niet veel trappistenbier gedronken wordt na zo'n tocht. Het lijkt wel de FC Weizen! Na de wekker en de kletspartijen rest mij dan nog de derde grote uitdaging: als debutant een verslag moeten schrijven in het Nederlands. En dan maar hopen dat iemand het echt gaat proeflezen en de ergste taalvoudten eruit haalt. Kette rechts!
Eric Bednarz
Wanneer Hoe laat Waarvandaan Hoe lang Terug Voorrijder
Deelnemers Zuiderzee
Erik d' Ailly, Eric Bednarz, Annemarie van den Bogaard, Liduine Bremer, Perry van Dijk, Simon van Ede, Evert Fermin, John Griët, Wim de Haan, Aad Janssen, Ben Koeleman, Diek Kubbe, Wim de Lange, Peter van Riemsdijk, Jos van der Valk en Jeroen Zonneveld.
Zondag 23 augustus 10:00 uur Berlagebrug (hoek Weesperzijde/Mr. Treublaan) 100 km Met de trein – wie wil kan natuurlijk ook fietsen Jens Roep
We gaan naar Bommel. Daar zijn verschillende goede redenen voor: De tocht erheen is er één van, door gras en rivierenlandschappen. Twee pontjes onderweg maar liefst, bij Ameide en Brakel, zij zorgen voor een natuurlijk rustpunt. De machtige, stompe toren van de Maartenskerk die de Bommeler skyline domineert. De toren is te beklimmen overigens, om 14.30 en 15.30 uur, voor groepen van maximaal 20 personen. De nieuwe brug, die we nu ook eens vanaf een andere kant kunnen zien, liggend in ´t gras bijvoorbeeld, ons hoofd vol van het landschap wijd en zijd. Het is een aanleiding om De moeder de vrouw nog eens erbij te pakken. Van Nijhoff, van de nieuwe brug.
Zere benen misschien, van Beverwijk de dag ervoor, die het verdienen om zich lekker los te laten rijden. En er stopt een trein, die je – met één overstap – in een goed uur terugbrengt naar de brug van Berlage.
Jens Roep
Arnhem – Epe Arnhem Wanneer Hoe laat Waarvandaan Hoe lang: Voorrijder
zondag 30 augustus 11:00 uur NS Arnhem Sonsbeekzijde (niet de stationshal) 120 km Perry van Dijk
De Veluwetocht gaan we dit jaar anders doen: een rondje vanuit Arnhem. De treinreizigers beginnen in het Rijndal, dus dat wordt meteen enkele kilometer klimmen, de Waterberg op. Bijna boven komen we de automobilisten tegen. Samen beginnen we aan een kruipdoorsluipdoor route over een bochtig, maar goed geasfalteerd fietspad. Later rijden we langs Hoge Veluwe (links) en Deelerwoud (rechts) naar Hoenderloo. Vlak voor Hoog Buurlo maken we een extra rondje, niet alleen om een stuk onverhard te vermijden, maar ook om de Kathedraal van dicht bij te bekijken. Na Apeldoorn wordt de omgeving vochtiger. Er zijn beekjes te zien en de zandverstuivingen maken plaats voor beukenbos. We komen zelfs een heuse watermolen tegen. De pauze bij Joost is traditioneel de leukste pauze van het jaar. Terug volgen we grotendeels de route van vorig jaar. Eerst rijden we over de oude spoorlijn ZwolleApeldoorn, daarna komt een stuk langs het kanaal. De waterval vergeten we dit jaar, omdat ik een nog opmerkelijker fenomeen heb ontdekt: een nieuw oerbos in ontwikkeling. Het staat er echt, op een groot bord van Natuurmonumenten: nieuw oerbos in ontwikkeling. Desgewenst kunnen we er even stoppen, zodat iedereen de nieuwe Nederlandse jungle met eigen ogen kan zien. Via Loenen gaan we binnendoor richting Posbank. We rijden aan de achterkant omhoog, heel lang vals plat. Vanaf de Posbank duiken we Veluwestuwwal af om er via de Zijpenberg weer op te klimmen. Als toetje is er de Emmapiramide en dan dalen we terug naar Arnhem.
De trein naar Arnhem vertrekt om 09:53 vanaf Amsterdam CS, spoor 5. Aankomst 10:59. Vanaf AmsterdamZuid vertrekt de trein om 09:54, overstappen in Utrecht CS, spoor 14. Automobilisten kunnen parkeren bij begraafplaats Moscowa, dat ligt achter het openluchtmuseum. Volg de borden daar naartoe. Graag op de anderen wachten aan de Waterbergseweg.
Perry van Dijk
Rondom Jisp Wanneer Hoe laat Waarvandaan Hoe lang: Voorrijder
zondag 6 september 10:00 uur Station Zaandam 120 km John Griët
We komen door een waterrijk gebied van de Beemster, Schermer en Purmer inmiddels ingepolderd onder aanvoering van molenmaker Jan Adriaansz (Leeghwater) uit De Rijp. We fietsen eerst door Zaandam langs de Zaan. In de 17e en 18e eeuw was de plaats nauw verbonden met de walvisvaart, nog
Bannetocht Wanneer Hoe laat Waarvandaan Hoe lang Voorrijder
zondag 13 september 10:00 uur pont achter het CS 85 km Marja de Ridder
Zoals we de Fortentocht hebben omgeruild voor de tocht naar het Clubkampioenschap, zo maakt de damestocht plaats voor een tocht waarbij ook de heren welkom zijn. Hoewel het de afgelopen jaren altijd heel gezellig was, bleek het animo toch wel gering en kon ik zelf de meerwaarde van alleen dames niet meer inzien. Ook hielden we de tocht meestal tijdens de zomervakantie, om een reguliere tocht niet in de weg te zitten, wat de opkomst ook niet bevorderde.
te zien in het wapen van Zaanstad, dat als schilddrager twee walvissen heeft. In de buurtschap Spijkerboor rijden we richting Driehuizen nabij natuurgebied de Eilandspolder. In Schermerhorn keren we naar De Rijp waar we waarschijnlijk gaan pauzeren. Ooit stonden in de buurt van De Rijp meer dan 20 molens en had een van de grootste haringvisserij naast de walvisvangst. Van daar fietsen we over de Zuiddijk langs Zuidoost Beemster naar Neck, Jisperdijk via Dorpsstraat, Engewormer, Zaanse Schans terug naar Station Zaandam.
John Griët
Nu dan dus een tocht die ongeveer de route zal volgen die wij als dames meestal namen. De polders ten noorden van Amsterdam. Een precieze route heb ik nog niet, de aangename theetuin voor de koffiestop in Driehuizen zit wel in het plan. Overlap met andere Trappistentochten is niet te vermijden, maar misschien vind ik nog wat onbekende fietspaadjes. Ook hoop ik evengoed op een flink aantal dames zodat de ontstaansgeschiedenis van deze tocht zichtbaar zal zijn. O ja, de naam. Die koos ik omdat dit gebied me altijd doet denken aan de vele schaatstochten hier, waaronder de Bannetocht.
Marja de Ridder
Toertocht Kennemerland (zuid) Wanneer Hoe laat Waarvandaan Hoe lang: Voorrijder
zondag 20 september 9:00 uur Haarlemmerpoort 100 km Frans Blom (Haarlem)
Al jaren rijd ik met veel plezier mijn trainingsrondjes over de wegen van Kennemerland. Daarom liet ik me eens ontvallen, dat ik een toertocht Kennemerland wil voorrijden. De toercommissie haakte daarop in en ik hing! Ik besefte, dat in dit gebied ook de tochten Bloemendaal Lisse en de Sluisjes van IJmuiden worden verreden en dat “mijn” tocht dus over andere paden moest gaan. Dat was dus nog een hele puzzel, maar ik geloof, dat ik een mooie,
Sluisjes van IJmuiden Wanneer Hoe laat Waarvandaan Hoe lang: Voorrijder
zondag 27 september 10:00 uur Haarlemmerpoort 120 km Perry van Dijk
In grote lijnen blijft deze tocht hetzelfde als de voorgaande jaren. Heen rijden we aan de zuidkant van het Noordzeekanaal,over de Brettenzone richting Haarlem, bij Santpoort de duinen in en pauze in de haven van IJmuiden. We kruisen het kanaal via de sluizen en de volledige terugweg ligt aan de noordkant van het kanaal. Eerst rijden
afwisselende en zich onderscheidende tocht heb gecomponeerd. We gaan over dijk en duin, heel sjiek, over lanen en dreven en passeren enkele landgoederen. Ik hoopte, dat het nieuwe fietspad tussen de nieuwe wildbrug over de Zanvoorterweg en de Vogelenzangseweg klaar zou zijn, maar helaas; voor volgend jaar? Mogelijk drinken we koffie aan een meer met een Italiaanse naam. We starten bij de Haarlemmerpoort om 9.00 uur om op tijd aan te komen bij het wielerparcours in Sloten, waar de GP Ger verreden gaat worden, in ieder geval vóór 14.00 uur, wanneer de start van de koers zal zijn. Als je nog zin en power over hebt kan je meedoen of genieten van een drankje en een spannende wedstrijd.
Frans Blom (Haarlem) we tot aan Castricum langs de duinrand en dan via Uitgeest en het Uitgeestermeer naar Wormer. Langs de Zaanse Schans, door de Purmer naar het Noordhollandsch Kanaal. Kortom, een afwisselende route, met weilanden, duinen, meren, industrie en (met een beetje mazzel) bollenvelden. Ik ben er nog niet helemaal uit, maar ik overweeg om enkele flessenhalzen uit de route te halen. Op de nominatie om te verdwijnen staan Het Kopje, het fietspad langs het Uitgeestermeer en de Zaanse Schans. Het was leuk voor een paar jaar, maar kan ook behoorlijk ophouden.
Perry van Dijk
voorstudies. Gelukkig had Boymans wel de fietser van Gontcharova (zie clubblad 3, pag 8) te pakken gekregen. Gek genoeg ontbreken de meeste andere futuristen. Geen Metzinger, om maar eens een grote naam te noemen, geen Feyninger, geen Sironi. Nu kan het gebeuren dat werken niet worden uitgeleend, maar zelfs hun namen wordt nergens genoemd. Dat geldt ook voor Deineka en Ramon Casas. De tweede mijlpaal die de conservator noemt is Fernand Léger ((zie clubblad nr 4, jaargang 2014). Rotterdam had enkele fietswerken uit het MOMA en het Centre Pompidou kunnen lenen. Vervolgens worden affiches expliciet genoemd. Affiches die voor de fiets reclame maken of die met de fiets reclame te maken voor een ander product. Dat is nieuw voor mij.
Dit clubblad is natuurlijk niet de eerste die onderzoekt in hoeverre de fiets een inspiratiebron vormt voor (beeldend) kunstenaars. Jaren geleden, in 1977 om exact te zijn, organiseerde museum Boymansvan Beuningen al een tentoonstelling met 118 werken die waren geïnspireerd door de fiets. De serie ‘Fietsen in de kunst’ blikt terug. In de catalogus wordt in het hoofdstuk ‘De fiets in de beeldende kunst’ geconstateerd dat de fiets een inspiratiebron is geweest in zo’n beetje alle tijdperken en voor all kunststromingen behalve het impressionisme, fauvisme, popart en natuurlijk de abstracte kunst. Voor impressionisten was het rijwiel zelfs een storend element en geen enkele impressionist heeft aan de fiets ook maar één penseelstreek gewijd, aldus de kunsthistoricus. In werkelijkheid ligt dat iets genuanceerder, want de expositie opent met een schilderij van Claude Monet, die in 1872 zijn vijfjarige zoon Jean schildert op een driewieler in de vorm van een paard. Ik weet net beter dan dat Monet tot het impressionisme wordt gerekend. Ook impressionist Jean Béraud heeft de fiets vereeuwigd in een loom zondagmiddagtafereel in het Bois de Boulogne, blijkbaar een geliefde pauzeplek voor fietsende Parisiennes. In het midden van het schilderij stapt een vrouw in witte pofbroek op een fiets, voor haar rijdt een andere vrouw in donkergrijze pofbroek, rechts buigen mensen zich over een rijwiel, en links drinken de mensen een glas op het terras, met – hoe kan het ook anders – twee vrouwen in pofbroek op de voorste rij. Naar verluid had Béraud een wat spottende kijk op zijn tijdgenoten en gezien dit schilderij had hij zo zijn gedachten over vrouwen in pofbroek. Het schilderij hing overigens niet in Boymans, maar was wel afgedrukt in de catalogus. Omissies Het is wat vreemd om het hoofdstuk over de fiets in de beeldende kunst te lezen en door de foto’s te bladeren. Vanzelfsprekend kom ik bekende schilderijen tegen en bekende kunstenaars waarvan ik niet wist dat ze ooit waren geïnspireerd door de fiets, maar ik zie ook rare omissie en
Henri de ToulouseLautrec, La Chaîne Simpson
Claude Monet, Jean Monet sur son cheval mécanique
Moslima Een ander werk van hem in Boymans zou een voorstudie zijn voor een nooit gemaakt affiche, Artistide Bruant op de fiets. ToulouseLautrec, die verschillende affiches voor Bruant heeft gemaakt, heeft de cabaretier met
Jean Béraud, le chalet du cycle au Bois de Boulogne
onbekende namen. Geheel volgens verwachting refereert de hoofdconservator in een korte inleiding aan het futurisme, de stroming waarin kunstenaars de lyriek van de snelheid tot uitdrukking wilden brengen in hun
werk. Boccioni wordt als voornaamste futurist genoemd, maar helaas kon Boumans zijn ‘Dynamiek van een fietser’ (zie clubblad nr 3, jaargang 2014, pagina 7) niet lenen voor de tentoonstelling. Wel hingen er enkele
Affiches Het loont de moeite om wat beter naar die affiches te kijken, ook al omdat Henri de ToulouseLautrec en Alfons Mucha enkele fietsaffiches hebben gemaakt. ToulouseLautrec, een vriend van Vincent van Gogh, is vooral bekend omdat hij het Parijse uitgaansleven in tekeningen en schilderijen heeft vastgelegd, maar hij heeft ook veel affiches gemaakt, waarvan het affiche voor de Moulin Rouge een van de bekendere is. Op ‘La Chaîne Simpson’ sprint Constant Huret, de kampioen van dat moment, in volle vaart naar een tandem toe. Op de achtergrond zijn nog twee tandems in de baan, met vier of vijf wielrenners erop. Op het middenterrein twee toeschouwers en een orkestje. ToulouseLautrec heeft alle wielrenners als zwarte vlakken getekend, zodat het beeld nauwelijks afleidt van de naam van de adverteerders. Alles klopt, en het is geen verrassing dat Toulouse Lautrec het affiche datzelfde jaar nog heeft ingezonden naar een internationale wedstrijd..
Henri de ToulouseLautrec, Artistide Bruant op de fiets
een aantal simpele lijnen neergezet. Van de fiets is niet meer dan het stuur en een deel van het voorwiel getekend. Gek genoeg straalt de tekening rust uit, terwijl Bruant toch op een fiets rijdt. Een kleine twintig jaar later deden de futuristen dat heel anders. Alfons Mucha gebruikt in Cycles Perfecta een geheel andere stijl. Een weelderige vrouw met een enorme bos haar leunt op haar fietsstuur en kijkt ons aan. Haar lange haar en haar blouse en rok krullen alle kanten uit. De fiets in ondergeschikt. Kleurcontrasten ontbreken. Dit affiche, een schoolvoorbeeld van Jugendstil, moet het vooral hebben van de wilde vormen. Opmerkelijk is ook het affiche voor Victor Cycles. In het huidige tijdsgewricht zie je onwillekeurig een gehoofddoekte moslima achter een tralienetwerk die je dreigend aanstaart. Toen zag men niet meer dan een vrouw waarvan alleen het gezicht zichtbaar was. Het tralienetwerk was niet meer dan gevlochten fietswielen, een teken dat dit affiche een klap van de Jugendstilmolen heeft gekregen. Oudberoepswielrenner Na de affiches en de futuristen gaat het met de fiets in de kunst alle kanten uit, maar dat is logisch als ‘de fiets’ de rode draad is. In de geselecteerde werken is dus geen lijn te ontdekken, en dat geldt ook voor de begeleidende tekst. Hoewel begeleidend... Tekst en beeld lijken volledig los van elkaar te staan. Sommige beschreven kunstenaars ontbreken in het overzicht van de geëxposeerde werken, en omgekeerd wordt aan sommige schilderijen geen woord vuil gemaakt. Duidelijk is wel dat bij geen enkele kunstenaar de fiets echt een grote rol speelt, hoewel er wel veel kunstenaars een fiets hebben geschilderd: George Hendrik Breitner, Max Ernst, René Magritte, Salvador Dali, Karel Appel, Lucebert, Francis Bacon om maar enkele namen te noemen. Ik wil Magritte er even uithalen, vooral vanwege de titel. Margritte heeft een fiets op een hele grote sigaar geschilderd, of een sigaar onder een hele kleine fiets, daarover valt eindeloos te twisten. De staat van gratie, heet het, zo genoemd omdat Magritte pas na veel proberen – fiets op een banaan, fiets op een koffer, dat soort werk – ineens de juiste combinatie vond en zo een staat van gratie veroorzaakte. Een beetje als een wielrenner die eindelijk winnend over de
Alfons Mucha, Cycles Perfecta
meet komt. (afbeelding bij Redactioneel) Grappig is dan wel weer dat de ex beroepswielrenner Maurice de Vlaminck in de begeleidende tekst expliciet wordt genoemd omdat hij een toonaangevende fauvist is en de fauvisten herkenbaar aan de felle, ongemengde kleuren de fiets altijd hebben genegeerd. De schilderijen waren overigens slechts een deel van de expositie. Er waren ook originele fietsmodellen (waaronder twee fietspaardjes zoals Monet die heeft geschilderd) en een fotoexpositie. De Rotterdamse Kunststichting besteedde
tegelijkertijd aandacht aan vliegende fietsen. De Boymanstentoonstelling was een uitgebreide reprise van de eerdere expositie ‘Véloscopie’ in Le Creusot, een Franse industriestad. Gelukkig kwam Aad Janssen de catalogus tegen in zijn boekenkast en heeft hem aan mij uitgeleend, waarvoor mijn dank. Ik ben een paar namen tegengekomen, Zigaina, Mucchi, Raveel en Dubuffet, die stof geven voor nog enkele afleveringen van Fietsen in de kunst.
Perry van Dijk
Victor Cycles
Bij nader inzien is er nog een derde scenario om een puntenkoers te winnen; eerst wat sprintjes winnen en daarna ontsnappen. Dit scenario leverde me de tweede overwinning van de dag op. Na drie jaar waarin het omnium in ploegenverband werd gereden, was het tijd om weer eens individueel te rijden. Drie jaar terug werd gekozen voor een wat andere opzet. Door met teams te rijden werd gepoogd het wat trieste aantal deelnemers van 2011 (13 B's en 5 (!) A's) wat op te krikken. Ondanks wisselende recensies over de ploegenkoers, was het resultaat van de aanpassing qua deelnemersaantal eigenlijk best oké. Er deden achtereenvolgens 21, 23 en 23 renners mee aan de wedstrijd. Eens zien wat de herintroductie van het individueel omnium te weeg zou brengen. Op een prachtige zondagmiddag bleef het verdraaid lang rustig bij het juryhok. Renners druppelden binnen. Om 13:00 werd de stand opgemaakt en bleef de teller steken op 11 B's en 5 A's. Gelukkig was het prachtig weer en bleef de sfeer erin, maar een tikkie sneu was het toch wel. Kennelijk zijn de meeste Trappisten maar slecht te porren voor een zondagmiddag hard fietsen. Waarom niet, is niet duidelijk. Duurt de middag te lang? Is het te vermoeiend? Te moeilijk? Moe van Zandvoort? Geen idee. Voor de wedstrijdcommissie stof ter bezinning. Weinig renners of niet, voor een goede uitslag moest er alsnog hard gefietst worden. Verstoppen is er dan niet bij. Zeker niet in de tijdrit, maar dat is natuurlijk wel vaker zo... Ik stond aan de start met de ambitie om mijn pr van vorig jaar te verbreken of op z'n minst te benaderen. Ik vertrok onstuimig en agressief, met als gevolg dat m'n adem direct hoog zat. En daar kom je dus in zo'n korte tijdrit niet meer vanaf. Lekker dan. De beoogde snelheid wist ik niet te bereiken en m'n tijd was er dan ook naar; 5 seconden trager dan vorig jaar. Desondanks genoeg voor winst op dit onderdeel. Overigens niet in de laatste plaats omdat TTchamp Mike pas laat ter plaatse was en geen tijd had voor een fatsoenlijke warming up. Ivo had wel een goede warming up gereden, hetgeen resulteerde in een 2e plek en een mooi pr. Eric reed een verdienstelijke tijd, in de buurt van zijn pr. Bert was nog niet helemaal warm en gaf aan zelfs de benen even stil te moeten houden omdat hij even tè diep ging. Ontsnappen Tijd voor de puntenkoers. Om de puntenkoers te winnen zijn er twee scenario's; veel sprints winnen of ontsnappen. Wim de Lange had in de Bkoers voorafgaande aan de onze nog een goed voorbeeld van de laatste variant gegeven. De eerste sprints werden in netjes verdeel over Ivo, Mike en mijzelf. Op papier ook de snelste sprinters. Ongeveer halfkoers demarreerde Bert na één van de sprints. Er viel een gaatje en het duurde even voordat er werd gereageerd. De reactie was maar half en viel weer stil. Ik besloot om de sprong naar Bert te wagen. De jump lukte en we hadden een gaatje op de drie. Bij de achtervolgers ging het Mike niet hard genoeg, want hij zette de solo de achtervolging in. Bert en ik werkten goed samen en gaven Mike geen kans om aan te sluiten. We reden door in een strak tempo, iets vertragend toen het gat groot genoeg was. Er kwam immers nog een wedstrijd. Toen bij de laatste finishpassage achterom keek zag ik Mike alweer de bocht uitkomen. Dan had hij in z'n eentje toch wel hard doorgereden!
Halfbakken ontsnappingen Bij het criterium werd er, ondanks een enkel licht protest, gezamenlijk gestart. De eerste 3 kwartier van de wedstrijd waren niet heel boeiend. Halfbakken ontsnappingen en kortstondige versnellingen. De scherpe kantjes waren er bij iedereen na de puntenkoers wel vanaf. De A's in het gemengde peloton hielden elkaar goed in de gaten. Het was dan ook geen toeval dat een treintje A's naar de kop van het peloton schoof en versnelde. Het tempo werd pittig opgevoerd en achter de A's viel een gat. We trokken nog wat langer door en één Brenner maakte de oversteek; Wim sloot aan. Eric waren we intussen kwijtgeraakt en dus gingen we met 5 man verder. Na pakweg een uur koers kon Wim z'n handen in de lucht steken en mochten wij nog 3 ronden. Op twee ronden voor de meet werd het tijd om een beetje te gaan klooien; niet meer altijd overnemen, gaatjes laten vallen, maar er reed niemand weg. Tot een serieuze poging van Mike in de laatste ronde. Met veel moeite werd Mike weer ingerekend. Het werd een beetje hollen en stilstaan. In de laatste bocht achterop het circuit viel het weer even stil. Tijd om het zelf maar eens te proberen. Ik zette vol aan en sloeg een gaatje. Het gaatje werd langzaam iets groter, tot de weerstand gebroken was. Op de streep konden m'n handen in de lucht. Ik voelde me een beetje schuldig naar de andere mannen, omdat ik ook deze eerste plek had meegepikt. Maar ja, 5 kwartier fietsen en dan niet proberen om te winnen is ook niks. Ivo wist van Mike te winnen in de sprint en verzekerde zich daarmee van de tweede plek in de einduitslag. Mike werd derde voor Bert en Eric. Ter afsluiting van een mooie fietsmiddag kreeg ik van Manja een mooi boeket. Onderweg terug vroeg ik mij af of dit het laatste omnium is geweest. Heeft deze wedstrijd nog bestaansrecht of is het mooi geweest? We gaan het beleven.
Bas Klein Uitslag Omnium A Omnium 1. Bas Klein 2. Ivo van Hilvoorde 3. Mike Cooper 4. Bert Zwaving 5. Eric van den Heuvel Tijdrit 1. Bas Klein 4:22:84 2. Ivo van Hilvoorde 4:29:78 3. Mike Cooper 4:32:68 4. Eric van den Heuvel 4:43:24 5. Bert Zwaving 4:55:55
Puntenkoers 1. Bas Klein 2. Bert Zwaving 3. Mike Cooper 4. Ivo van Hilvoorde 5. Eric van den Heuvel Criterium 1. Bas Klein 2. Ivo van Hilvoorde 3. Mike Cooper 4. Bert Zwaving 5. Eric van den Heuvel
Uitslag omnium B
Eindelijk weer een normaal, individueel omnium! Na de grote opkomst in Zandvoort vier dagen eerder verwacht je dan toch ook een flink aantal renners. Helaas, slechts 16 man in totaal, A en B Als ik eerlijk ben moet ik zeggen dat ik ook niet veel zin had, maar ja, ik was een van de grote tegenstanders van het in ploegen rijden en… …vooraf werd FC Trappist geïnterviewd door het Parool. Met name Rob Steinweg, man van het eerste uur, wist smakelijk te vertellen over de beginjaren. Maar ja, wat moesten de journaliste en de fotograaf wel niet denken als er dan 40 jaar later in een desolate omgeving een tamelijk wezenloos ritueel wordt opgevoerd dat een volwaardig wielergebeuren moet verbeelden? Maar goed, ik had er blijkbaar zin in gekregen na alle verhalen van vroeger, want de tijdrit ging al boven verwachting goed. Met 4.51 slechts zo’n 7% langzamer dan m’n tijden van pakweg 25 jaar geleden. Tweede achter Rick. De puntenkoers dan. Na een paar rondjes bleek wel dat ik hooguit met wegrijden een beetje voorin zou kunnen eindigen. Dat ging zowaar moeiteloos, kreeg Arjan en even later Frans Blom mee en we hielden de voorsprong probleemloos vast. Eindelijk, na ik weet niet hoeveel jaren, weer eens een overwinninkje. Met twee punten voorsprong op Rick en drie op Frans leek het een riante uitgangspositie voor de rit in lijn. Maar ja, ik mocht niemand tussen Rick en mij hebben op de finish (bij gelijke punten telde de tijdrituitslag). Met met de A Ook al leek het in mijn voordeel, toch vond ik het niet kloppen dat de A en B tegelijk zouden starten. Met name voor de B zou de wedstrijd een heel ander karakter krijgen. Tactiek was verder niet nodig – opletten en zorgen mee te zijn als de Atjes versnelden. In mijn voordeel was ook dat Rick m.i. niet al te doordacht reed. Hij reed steeds de gaatjes dicht als er B’s demarreerden. Ik hoefde slechts te volgen. Maar…, toch even niet opgelet en ineens waren er 4 A’s weg. Gat 150 meter. Tot mijn eigen verbazing reed ik dat (het gat) in een ruk dicht en draaide ook gelijk goed mee. Wél zorgde ik ervoor af en toe te verzaken om de A’s niet te bruuskeren… In mijn laatste ronde heb ik iedereen hartelijk bedankt, waarna ze mij vlak voor de finish ook nog voor hun wilden laten finishen, alsof ik de sprint won, als het ware… Dat vond ik toch te gortig. En zo won ik na 21 jaar weer eens het omnium, destijds in de A in een enerverend gevecht met Frans van Griensven, die óók nu weer meereed. Kortom , een middag vol nostalgie, innig tevreden huiswaarts fietsend samen met Frans, de bloemen vrolijk uit de rugzak stekend, en moeiteloos de gedachten verdringend aan de al te geringe opkomst!
Omnium 1. Wim de Lange 2. Frans Blom (Haarlem) 3. Rick van Nunen 4. Joost Hartog 5. Piet van Oosten 6. Eric van Steijn 7. Arjen van Ketel 8. Luc Paanakker 9. Frans van Griensven 10. Leon Canisius Tijdrit 1. Rick van Nunen 2. Wim de Lange 3. Jeroen van Hoek 4. Frans Blom (Haarlem) 5. Luc Paanakker 6. Frans van Griensven 7. Piet van Oosten 8. Leon Canisius 9. Joost Hartog 10. Arjen van Ketel1 11. Eric van Steijn5:13:30
4:46:18 4:51:84 4:56:21 4:57:34 4:59:46 5:02:43 5:03:27 5:05:52 5:08:21 5:09:30
Puntenkoers 1. Wim de Lange 2. Frans Blom (Haarlem) 3. Arjen van Ketel 4. Rick van Nunen 5. Joost Hartog 6. Eric van Steijn 7. Piet van Oosten 8. Luc Paanakker 9. Frans van Griensven 10. Leon Canisius en verder: Jeroen van Hoek (gevallen, dnf) Criterium 1. Wim de Lange 2. Joost Hartog 3. Eric van Steijn 4. Piet van Oosten 5. Leon Canisius 6. Frans Blom (Haarlem) 7. Arjen van Ketel 8. Frans van Griensven 9. Rick van Nunen 10, Luc Paanakker
Wim de Lange Foto's tijdrit Omnium Jan Klein
Uitslag koninginnewedstrijd “He Eddy Planckaert, hier komt Tom Boonen!”, roept mijn zoon terwijl hij mij op de grond probeert te gooien. Onze is zoon is net vijf. Hij is gek op wielrennen. Ik zou natuurlijk trots kunnen zijn op de verwijzing naar een groot Belgisch kampioen, die hij kent uit een fotoboek over de Ronde van Vlaanderen. “Je oogst wat je zaait”, zegt mijn vrouw met de tevreden gezichtsuitdrukking van een Oosterse wijsgeer. Onze zoon is vooral fan van Tom Boonen omdat hij in dezelfde ploeg rijdt als Niki Terpstra, zijn ware held. Ik denk dat we samen een keer of veertig de overwinning van Terpstra in ParijsRoubaix op de ipad hebben gekeken. Telkens wint Niki (zoals Terpstra bij ons in huis heet), gelukkig. Ik ben nog niet zo lang geleden begonnen met wielrennen en heb in 2013 een zwaar ongeluk gehad. Ik ben dankbaar dat ik weer kan fietsen. Voor mijn zoon tellen alleen resultaten. “Hoeveelste ben je geworden?”, vraagt hij de volgende dag steevast. “Eerste? Tweede?” En zo gaat hij door tot plek vijf. Eigenlijk is alles lager dan de eerste plek volkomen oninteressant. Ik zou dolgelukkig zijn met plek vijf. Aansluiting vinden Vandaag de “langste dag koers” op Spaarnwoude. Ik baal nog een beetje van “Zandvoort”. Ik heb daar de slag gemist. Dat gaat mij vandaag niet gebeuren. De koers is een half uur langer dan normaal. Ik besluit mij het eerste uur rustig te houden en dan scherp te zijn op de cruciale ontsnapping. Ook in het eerste uur wordt actief gekoerst. Het lukt niemand om echt weg te komen. Na een uur lijkt het of bij een aantal de vermoeidheid een rol begint te spelen. Hij spel voorin het peloton wordt gespeeld door een man of 8. Jan Maarten (wat een geweldige documentaire over WVA en Olympia!) en Mart zijn vertrokken. Het peloton laat ze gaan en aarzelt vervolgens. Bas niet. Bas springt er naar toe. Kijk! Dit kon hem wel eens zijn. Rinus zet aan om naar de kopgroep te springen. Ik pak zijn wiel en neem na een tijdje over. Wanneer ik aangeef dat hij weer op kop moet, blijft het stil. Ik kijk achterom. Hij is weg. Dan maar alleen door. Ik kruip dichterbij. Dit kost kracht. Veel kracht. Als ze nu maar niet nog een keer aanzetten in de kopgroep. Wanneer ik de kopgroep bijna ben genaderd dendert Cicso voorbij. In een milliseconde besluit ik zijn wiel niet te pakken en op eigen tempo de aansluiting te zoeken. Dat lukt. Minimaal vijfde In de kopgroep heersen de solidariteit en broederschap die het wielrennen zo kenmerken (gedurende de periode dat dit aansluit bij ieders individuele belang). Het gaat hard. Wij rijden kop over kop. De teller schiet regelmatig naar 44 km/u. Het begint hard te regenen. Heerlijk. Het is koers. Jan Maarten spoort iedereen aan. De rest is stil. Ik kijk in het bleke gezicht van Cisco. Ook Mart laat af en toe een gaatje vallen. Jan Maarten oogt vermoeid. Bas is redelijk onverstoorbaar. Ik zit aan mijn limiet. Zij ook? Of is het allemaal toneel? Ik rijd door omdat wanneer deze ontsnapping slaagt, ik zeker vijfde wordt. Daar kan ik mee thuis komen, bedenk ik, terwijl mijn benen pijn doen. We halen het, na een ontsnapping van bijna 20 minuten. Op het lange laatste rechte stuk is het spel op de wagen. Ik vrees dat Cisco gaat winnen. Wie kan hem nu nog nog stoppen?
Mart demarreert. De kopgroep aarzelt. Dat is mij wat al te makkelijk. Ik zet aan. Bas pakt mijn wiel. “Doorrijden”, roept hij. Ik ervaar dat als een duidelijke instructie het tegenoverstelde te doen. Bas en Cisco gaan achter Mart aan. Ik pak het laatste wiel en word vijfde. Cisco wint. Thuisgekomen na door de stromende regen naar huis te zijn gefietst ben ik tevreden. Toch knaagt er ook iets. Zat er niet meer in? Het geeft mij in ieder geval goede hoop voor de rest van het seizoen. Mijn zoon reageert de volgende morgen verrassend op mijn vijfde plek. “Alweer?!”, zegt hij. “Laatst was je ook al vijfde”. Ik realiseer mij dat ik ook vijfde was bij de koppeltijdrit op Sloten. Hij loopt niet over van adoratie, maar kan hier mee leven. Althans, dat maak ik op het feit dat hij weer rustig verder speelt met zijn auto's. Met Tom Boonen bedoelt mijn zoon iemand in de kracht van zijn wielerleven (inclusief sterke bovenarmen). De verwijzing naar Eddy Planckaert ervaar ik als een verwijzing naar een man van vroeger en niet als een verwijzing naar een groot kampioen. Ik ben geen Eddy Planckaert. Mijn beste wielerdagen liggen nog voor mij, vertel ik mijzelf. De beste wielerdagen van mijn zoon moeten zeker nog komen. Hij kan niet wachten zijn debuut te maken.
Sander Baars Uitslag 1e zomerwedstrijd (Langste Dag Wedstrijd)
A 1. Cisco Pels 2. Bas Klein 3. Mart Dominicus 4. Jan Maarten Deurvorst (str.) 5. Sander Baars 6. Ivo van Hilvoorde 7. Mike Cooper 8. Djoen Liem 9. Rinus Cerfontain 10. Marlin Burkunk en verder: Ricardo Alvarez, Jan Gottmer, Eric van den Heuvel, Henk Steenhuis, Bert Zwaving, Arjen van Ketel (afgestapt) en Leendert Pot (afgestapt). B 1. Bernard Schaap (introducé) 2. Toni Klok 3. Joost Hartog 4. Felix Regelink 5. Christiaan Koenders 6. Niek Mulder 7. Niels Kooij 8. Jack van Honschoten (str.) 9. Gerard Murre (introducé) 10. Jacques Kalisvaart en verder: Jan Willem Blok (introducé), Paul Cottaar, Natascha Darlang, Klaas Fopma, Ton Lemmers, Luc Paanakker, Carl Schagen, Ron Schouw (introducé, Eric van Steijn, Rien van der Vaart, Roel Beutick (afgestapt) en Joep van Schalkwijk (afgestapt).
Koninginnewedstrijd A 1. Rinus Cerfontain 2. Ivo van Hilvoorde 3. Mike Cooper
Koninginnewedstrijd B 1. Niels Kooij 2. Niek Mulder 3. Peter Hormeijer 4. Frans Blom (Haarlem) 5. Leon Canisius
Uitslag koppeltijdrit 1. Mike Cooper (A) en Bas Klein (A) 2. Mart Dominicus (A) en Bert Zwaving (A) 3. Jan Maarten Deurvorst (A) en Djoen Liem (A) 4. Ivo van Hilvoorde (A) en Jan Repko (A) 5. Sander Baars (A) en Bart Bijvoet (A) 6. Marlin Burkunk en Klaas Fopma (B) 7. Evert Fermin (B) en Frans Blom (Haarlem) (B) 8. Liduine Bremer (B) en Eric van Steijn (B) 9. Bert Lam (B) en Eline Lam (B) . Rob Groenen (B) en Schaap (B) (introducé) (buiten mededinging)
33:56:16 35:00:35 35:50:08 36:08:58 36:13:01 37:51:51 38:44:51 39:55:45 41:16:00 37:46:27
Uitslag 3e zomerwedstrijd
A 1. Rinus Cerfontain 2. Tim Boudrie 3. Ivo van Hilvoorde 4. Bas Klein 5. Joop Vangangel 6. Mike Cooper 7. Theo Termaat 8. Bert Zwaving 9. Jan Maarten Deurvorst (str.) 10. Jan Repko en verder: Jan Mart Elenbaas, Lukas Ijsseling, Jitze Koops, Jan Gottmer (afgestapt) en Rieks van Rooijen (afgestapt)
1. Carl Schagen 2. Jacques Kalisvaart 3. Bernard Schaap 4. Joost Hartog 5. Piet van Oosten 6. Christiaan Koenders 7. Rob Groenen 8. Jeroen van Wijngaarden 9. Evert Fermin 10. Jack van Honschoten en verder: Frans Blom (Haarlem) (str.), Carmella Bogman, Leon Canisius, Klaas Fopma, John Griët, Aad Janssen, Ruben Koeckhoven
Uitslag 4e zomerwedstrijd Geen uitslag in verband met valpartij.
Deelnemers A: Tim Boudrie, Marlin Burkunk, Rinus Cerfontain, Mart Dominicus, Jan Gottmer, Eric van den Heuvel, Ivo van Hilvoorde, Bas Klein, Djoen Liem, Leendert Pot, Jan Repko, Rieks van Rooijen, Joop Vangangel, Teun Veken en Bert Zwaving. Deelnemers B: Roel Beutick, Leon Canisius, Natascha Darlang, Evert Fermin, Klaas Fopma, Peter Hormeijer, Jacques Kalisvaart, Toni Klok, Ruben Koeckhoven, Wim de Lange, Ton Lemmers, Rob Mantje, Niek Mulder, Theo van der Neut, Piet van Oosten, Bart Rademaker, en René van der Wateren
Zo, het is gelukt. Na talloze bijdragen aan clubblad/website ben ik eindelijk een tekst met deze fabuleuze openingszin kunnen beginnen. Jaren op gehoopt, maar het kwam er maar niet van. Ja, natuurlijk kun je ‘m plompverloren neerzetten, maar als vervolgens blijkt dat het helemaal niet het weekje wel was, slaat dat nergens op. Nu dan, na al die tijd, is het moment daar. Simpelweg omdat het me wel een weekje was. Het begon met de IJsselmeertocht. Na drie weinig geslaagde deelnames (inmiddels in een ver verleden), had ik ‘IJsselmeer’ jarenlang links laten liggen. Respectievelijk een tsunami aan lekke banden, een botsing met een onoplettend meisje en een finish waarbij ik meer dood dan levend in Amsterdam arriveerde, hadden mijn honger definitief gestild. Maar zie, niets wispelturiger dan de (fietsende) mens: op zondag 14 juni sta ik keurig om 7.00 uur startklaar om 260 dwaze kilometers weg te trappen. Heb me namelijk ingebeeld dat dit wel eens de ideale voorbereiding zou kunnen naar op het CK een week later. Daar wil ik nog één maal een gooi doen naar de felbegeerde titel bij de A’s. Mocht het wederom niet lukken, dan gooi ik mijn Ger van de Schellingwouderbrug en ga ik dammen. Gezellig bijpraten We zijn met een man/vrouw of twintig, waaronder deelnemers die ik – toch al een eeuwigheid lid – nog nooit had gezien. Een toertocht op z’n tijd blijkt je blik enorm te verruimen. Omdat het tempo tot Bolsward op toerniveau ligt, heb je tijd om gezellig (bij) te praten met dezen en genen. Nu lul ik normaal gesproken je de oren van de kop, maar op de fiets ben ik niet zo’n prater. Dan fiets ik. Ik ben dan ook vooral achteraan te vinden en laat de small talk aan me voorbij gaan. Heerlijk; zo’n 120 km stom trappen en verder niks. Werd er bijna zen van. Die gelukzalige toestand werd na Bolsward bruusk verstoord. Nu werden de mannen van de jongens en meisjes gescheiden. Er bleken 6 echte kerels op te staan: Bert, Leendert, Jan, Ivo, PieterJan en natuurlijk Martje zelf. (Zeg ‘Martje’ en je denkt direct aan één bonk onverzettelijkheid.) De ‘jongens’ zouden in hetzelfde tempo de resterende 140 km afwerken, de ‘mannen’ zouden het inspanningspedaal diep indrukken om als eerste aan te komen. Waar die aankomst precies zou liggen werd ter plekke beslist: bij het stoplicht op de Hollandse brug. Een stoplicht zei me wel wat, maar de Hollandse brug daarentegen helemaal niets. Geen punt, tegen die tijd zou ik er allang zijn afgewaaid en ergens gebroken in de berm liggen. Meedogenloos Het tempo wordt langzaam opgevoerd en net als ik gewend raak aan deze nieuwe cadans stuitert mijn bidon uit de houder. Ik rem, draai om, rijd een stukje terug, pak het ding, kijk op en zie dat de rest stoïcijns is doorgereden. Krijg nou wat! Is dat de code van deze ‘toertocht’? Ineens wist ik het weer uit vroegere tijden: ‘IJsselmeer’ is een wolf in schaapskleren, een gehaktdag in de vorm van gezellig toeren, een triomftocht van meedogenloosheid. Ik zie het groepje nog net een bocht om zeilen en ga er gezwind achteraan. Heb niet veel keuze, want als ik ze nu al uit het oog verlies is de kans groot dat ik met mijn gebrekkige parcourskennis niet voor het
donker in Amsterdam geraak. Gelukkig rijden zij verkeerd en kan ik vrij eenvoudig weer aansluiten. Ik zoek naar een teken van (mede)leven. Maar de heren vertrekken geen spier. Een paar kilometer verder heeft mijn bidon opnieuw de kuren en floept hij vrolijk van mijn fiets. Ik moet mijn fietsvrienden wederom laten gaan. Ditmaal zijn de gevolgen serieuzer. Het tempo ligt hoog en ik moet een paar kilometer boven de 40 rijden om me weer bij hen te kunnen voegen. Gelukkig laat mijn bidon het hierbij, want nog zo’n oprisping zou me wel eens definitief de kop kunnen kosten. Leendert kraakt Ik draai mee alsof er niets gebeurd is. Frappant hoe snel je went aan de mores van ‘IJsselmeer’. Zie dat Jan een afloper heeft en denk direct: die zien we niet meer terug. Aldus geschiedde. Jan moet ons laten gaan. Ik kijk nog een keer om en zie hem steeds kleiner worden. Adieu Jan, het ga je goed. Je zou er bijna weemoedig van worden. Tegelijkertijd dacht ik: mijn kansen nemen toe, nog maar met vijf. PieterJan is het volgende slachtoffer. Het tempo ligt hem na verloop van tijd te hoog. Hij past. ‘Tabé PéJé, als je dinsdag nog niet thuis bent, gaan we naar je zoeken.’ Nog maar vier, dat gaat de goede kant op. Zou graag ook Leendert en Ivo kwijtraken. Met Bert heb ik al menig duel op een brug uitgevochten en blijk ik niet kansloos. Maar dit zijn twee krachtpatsers, die leggen me er vast en zeker op. Daarbij is Leendert ook nog zo sluw als een vos. Die zal als het er om gaat spannen geen trap teveel doen. Ik heb een nieuwe missie: Leendert moet eraf. Heerlijk, zo’n heldere taak in het leven. De uitvoering blijkt complexer. Hoewel niet alleen ik, maar ook Bert en Ivo om de haverklap versnellen, geeft Leendert geen krimp. Die verdomde Pot is natuurlijk zo taai als te lang gebakken biefstuk. Bovendien profiteert hij handig van onze eerzucht. We rijden namelijk niet alleen tegen Leendert, maar ook tegen elkaar. Bert rijdt gaatjes dicht naar Ivo en mij en Ivo en ik doen op onze beurt hetzelfde. Leendert begint te kraken, maar wordt op deze manier steeds weer gered. Als we beurtelings hem steeds het gat hadden laten dichtrijden, was hij er op een gegeven moment gegarandeerd vanaf gevlogen, maar ieder van ons wil zelf winnen. Plichtsverzuim Als we Almere naderen lijkt Leendert inmiddels 93, compleet versleten, maar hij hangt er nog wel aan. Een omleiding later is hij zelfs de te kloppen man. Ivo volgt namelijk keurig de aangegeven bordjes, maar Bert en Leendert weten een kortere variant. Omdat ik achteraan rijd, kan ik nog net op tijd reageren en schiet achter hen aan. Ivo heeft de actie niet direct door en is op slag kansloos. Want ik voel aan de toegenomen onrust dat de finish nabij moet zijn. Een scherpe bocht later, doemt plots een brug op. Dit moet hem zijn. Maar waar is dat stoplicht? Het zou mijn vermoeidheid kunnen zijn, maar ik kan geen stoplicht ontwaren. Leendert versnelt, Bert tracht hem te volgen. Ik haak aan maar heb geen idee hoe lang het nog is. Leendert slaat een gaatje, maar blijft wat hangen. Wat heet: hij krabbelt omhoog als een bergbeklimmer in ademnood. Een ideale prooi. Alleen nog maar even naar toe rijden. Ik probeer te versnellen, maar
er gebeurt niets. Het is net alsof mijn benen het signaal uit mijn hersenen niet ontvangen. Of aan hun laars lappen. Wat is dit? Een algehele staking waar een beetje vakbondsman zijn vingers bij af zou likken. Maar plichtsverzuim op het beslissende moment, daar is het laatste woord nog niet over gesproken. Bij Bert is de situatie niet veel beter. Hij kraakt en piept, maar slingert nog wel dichter naar Leendert toe. Net als ik denk dat het nog spannend wordt, slaakt Leendert een vreugdekreet. Hij blijkt de streep te zijn gepasseerd. Even denk ik: lekker winnen zo, met een meet naar eigen keuze, maar dan zie ik warempel een heus stoplicht. Rendement Leendert zegeviert en ik krijg het bijna mijn strot niet uit ditmaal dik verdiend. Ivo denkt daar aanvankelijk anders over. Die voelt zich begrijpelijk flink in het pak genaaid. Er ontstaat ter plekke een levendige discussie over hoe scherp er in het heetst van de strijd gestreden mag worden. Mogen alle verkeersregels
overboord worden gekieperd en hoe zit het met het solidariteitsbeginsel na bijna 250 km koers? Nu werd Ivo met één (feitelijk niet toegestane) manoeuvre buitenspel gezet. Hadden we niet even op hem moeten wachten, om ook hem na al dat geploeter een eerlijke kans te geven? We komen er niet uit en het blijft ook de dagen erna op internet onrustig. Ivo had zeker een punt, maar zal uiteindelijk ook moeten toegeven dat Leendert de zege niet cadeau had gekregen. Zelden iemand zo diep zien gaan. Omdat ik van nature het koersverloop nogal gelaten onderga, houd ik me ook ditmaal redelijk gedeisd. Mijn voornaamste opdracht – kilometers maken – was volbracht. Ik merkte het rendement al een paar dagen erna, tijdens de Langste Dagwedstrijd. We reden een half uur langer dan normaal, maar ik had probleemloos tot de volgende ochtend door kunnen rijden. De overwinning ging net aan mijn neus voorbij, maar ik weet: de benen zijn goed. Ben klaar voor het CK. Knotsknie Dit optimisme wordt twee dagen later hardhandig de mond gesnoerd. Ik word vrijdagochtend wakker met een opgezwollen en geïrriteerde knie. Gaat wel over, is mijn eerste reactie en ik strompel de dag door. De nacht van vrijdag op zaterdag kan ik echter amper slapen van de pijn. Dit zit niet goed. Ik meld me bij de huisartsenpost en de dienstdoende arts is er zo uit: slijmbeursontsteking. Ik krijg ontstekingsremmers mee en het dringende advies het even rustig aan te doen. ‘Dus morgen niet fietsen?’ vraag ik hem. ‘Wat denk je zelf?” is zijn niet mis te verstane antwoord. Hij heeft gelijk. Ik kan amper lopen, hoe zou ik in Godsnaam twee en half uur moeten strijden? Ik ben de rest van de dag niet te genieten. Weer een CK dat aan mijn neus voorbij gaat, nu zelfs zonder te fietsen. Diezelfde God moet van mijn intense verdriet hebben vernomen, want de volgende ochtend – wedstrijddag – is mijn knie nog behoorlijk opgezwollen, maar de pijn verdwenen. Zou het toch nog kunnen, vraag ik me af. Maar ditmaal staat de verpleegkundige in mijn liefje op. ‘Geen sprake van, ben je gek geworden!’ Ik mompel iets over unieke kans en eeuwige roem, maar voel aan mijn water dat ik deze slag niet ga winnen. Vraag me niet hoe, maar ik weet met fietsspullen en al aan haar vernietigende blik te ontsnappen en als een dief in de nacht op Spaarnwoude aan te koersen. Bij aankomst is hoongelach mijn deel. Ik had de dag ervoor rondgemaild dat ik zou moeten passen en nu meldde ik me alsnog. ‘Dominicus, praatjesmaker, oplichter!’ Ik wijs op mijn knotsknie, maar voel dat ik kansloos ben. Niemand neemt me nog serieus. Bidonwissel Dan de koers zelf. Zo’n CK is natuurlijk de meest saaie wedstrijd van het jaar. Het is wachten, wachten en nog eens wachten. Doorgaans niet mijn favoriete instelling, maar nu heb ik een reden. Ik moet mijn knie sparen, zorgen dat die niet voortijdig ontspoort. Na twee uur strontvervelend rondjes rijden ben ik er nog steeds bij. Sterker: ik voel me nog kiplekker. Mijn knie is volgzaam als een trouwe hond. Ik heb echter een ander probleem. Door mijn overhaaste vertrek ben ik vergeten een tweede bidonhouder te monteren. De extra bidon die ik wel bij me heb, staat strategisch opgesteld bij het juryhok, maar hoe kom je daar aan als aanreiken verboden is? Er zit niets anders op dan proberen iets vooruit te rijden en te stoppen. Na een paar rondjes lukt me dat. Het gat dat desondanks weer dichtgereden moet worden, liegt er niet om.
Bovendien gaan op vrijwel hetzelfde moment er drie renners vandoor: Bert, Bas en Marlin. Als ik met hangen en wurgen weer aansluiting vind, zijn de vogels gevlogen. Animo om de kloof te dichten is amper te bespeuren. Nondeju, die bidonwissel gaat me toch niet de das om doen. Ik moet even op adem komen, maar probeer dan het tempo wat op te krikken. Ik merk dat bij menigeen het beste er vanaf is. Als we zo doorgaan, is het over en uit. Gelukkig dringt dit besef ook tot een paar anderen door. Er wordt serieus versneld en plots zijn we nog maar met vijf: Cisco, Rinus, Mike, Ivo en ik. Now we are talking. Wat een paar minuten geleden nog onhaalbaar leek, is nu een onomkeerbaar feit: er wordt hard doorreden en voorbeeldig samengewerkt. We krijgen de drie vluchters weer in zicht. Die gaan er nog aan, zoveel is zeker. Even later is het zover. Met nog anderhalve ronde voor de boeg, is de koers weer open. Leendert zijn we inmiddels kwijt. Afgelopen woensdag moest hij al passen en nu bleek kramp de boosdoener. Met terugwerkende kracht heeft ons sloopwerk een week geleden toch effect gehad. We hebben hem toen doorgezaagd, maar hij valt nu pas uiteen. Dromen Mike trekt intussen zo hard door dat de rest kraakt. Hij zal toch wel weten dat we nog een rondje moeten, vraag ik me af. Mike heeft zich inderdaad vergist en is door zijn troeven heen. Hij heeft wel voor een piepklein breukje gezorgd. Alleen Ivo en ik zitten echt in zijn wiel. Ik besef direct: het is nu of nooit. Als ik een paar lengtes heb, gaan ze hopelijk naar elkaar kijken. Ik demarreer en kijk even later om. Het valt stil! Ik heb nog net genoeg energie in me om 40/41 te blijven rijden. Harder zit er echt niet in. Het gat wordt groter. Ik begin weg te dromen. Ik zie Teun in een Rotterdams appartement druk doende met een 1000stukjes puzzel van een Alpenlandschap, Auke met het hele gezin in de achtbaan van pretpark Walibi en Peter volledig omzwachteld in een ziekenhuisbed. Door het verband heen roept hij iets wat ik slechts met moeite versta: ‘Hup Mart,
Er zijn van die dagen, dat je liever in bed blijft liggen. Afgelopen zondagochtend, toen rond een uur of negen, de regen tegen het slaapkamerraam spatten, was zo’n moment. Ik heb me nog eens lekker omgedraaid in de hoop, dat het flink zou blijven doorregenen. De gezondheid is de laatste tijd niet wat het moet zijn en om dan een kampioenschap in de regen te moeten rijden, dat zag ik niet zitten. Om elf uur rolde ik eindelijk uit bed. Op mijn mobiel verscheen de tekst “Auto om 12:00?”. Naar buiten kijkend, nat wegdek en een dicht wolkendek ziend, werd ik nog niet echt vrolijk. Toch maar een bakje havermout naar binnen gewerkt en de tas ingepakt. Ik zou wel zien wat het werd. Stipt twaalf uur stond Natascha voor de deur, fiets inladen en op naar Spaarnwoude. Ik verkeerde in de veronderstelling dat het hele gebeuren slecht 5 kwartier en 3 ronden zou duren. Een misrekening van mijn kant. Anderhalf en 6 ronden was het antwoord van Manja. Ook dat nog. Ik was slecht voorzien van een bidon en een reep. Gelukkig viel er een tweede bidon te scoren in het juryhok. Een eenzame achterblijver, die mij, gevuld met water, een goede dienst ging bewijzen. De opkomst was niet bijster groot, maar voldoende om in een
zet ‘m op. Je verdient het.’ Daar heeft hij een punt. In mijn 23jarig bestaan als Trappist heb ik vele malen om de titel van clubkampioen gestreden. Ben door de jaren heen op zowat alle plaatsen geëindigd, maar nog nooit op plek 1. En dat terwijl ik een paar keer echt de beste man in koers was. Maar meestal deden mijn overmoed, mijn hopeloze sprint of mijn gevoeligheid voor kramp mijn kansen keren. Maar nu niets van dit alles. Ik heb als een cool cat gereden, in je eentje vooruit valt niets te sprinten en kramp is ver te zoeken. Ik kijk weer om. Geen renner, zelfs geen kip te bekennen. Dit kan niet meer mis gaan. Ik draai de laatste bocht door. Stijlvol, als een groot kampioen. De mensen langs de kant worden gek, maar dat kan ik me ook verbeelden. Maakt allemaal niet uit. Ik ben de nieuwe Clubkampioen bij de A’s. Ik kan mijn geluk niet op. Binnenkort staat op de website, pal onder het plaatje van de buienradar, niet langer de naam Teun maar de wonderschone lettercombinatie MART. Bij thuiskomst overhandig ik het winnaarsboeket aan mijn liefje. Ze zegt niets, maar ik bespeur bewondering in haar ogen. Ik ben de vrouw van een held, zie ik haar denken. Ik ben de laatste om dat te gaan weerleggen. ’s Avonds zoek ik in het grote Trappistenstatutenboek op hoeveel een CK oplevert als het behaald wordt met een slijmbeursontsteking. En wat blijkt: een dergelijke, hoogst zelden vertoonde combi telt voor maar liefst 6 titels. Waardoor het all time CK klassement een ingrijpende wijziging ondergaat. Op één staat nu M. Dominicus, met tussen haakjes ‘slijmbeurs’ en op een verdienstelijke tweede plek L. Pot, met tussen haakjes ‘5’. Ik val boven deze gloednieuwe rangorde in slaap en word nooit meer wakker.
Mart Dominicus
gescheiden A en B groep te vertrekken. Het wegdek was nog nat, maar de zon deed toch een poging de boel wat op te vrolijken. 500 meter sprint Normaal gesproken heb ik een strijdplan, maar vandaag was een dag waarop het allemaal niet ging zoals het zou moeten gaan. Je kunt je daar maar het beste bij neerleggen en zien wat er van komt. De gebruikelijke schermutselingen vonden plaats. Het gemiddelde tempo lag wel lager. Er werd duidelijk op reserve gereden. Na een uur koers is de leenbidon leeg en kan overboord. Tijd voor de helft van de reep. Spaarzaam omgaan met de energie was het devies. Niels verzette weer bergen werk en riep menig kopgroepje tot de orde. Natascha en ik probeerden het een keer, maar met twee was het een kansloze onderneming. Diverse renners begonnen na anderhalf uur koers aan de benen te schudden en rek en strekoefeningen op de fiets te doen. Gaatjes werden niet direct meer dichtgereden. Hier en daar een vloek en een tier tot gevolg. Zes ronden voor het einde bedacht ik, dat in het licht van de
ontwikkelingen, ik hier de winst voor het grijpen had. Het peloton was te klein om de hele weg te blokkeren in de laatste ronde als het zou stilvallen. Ruimte genoeg dus om van achteruit de sprint op 500 meter in te zetten. Bij de bel voor de laatste ronde nam ik de laatste slok uit de bidon en schakelde op de 13. Het enige wat nog kon gebeuren was een late uitvalpoging, maar daar het niemand meer de benen voor. De voorlaatste bocht draaide ik als laatste door. Men werd al behoorlijk onrustig. Niels had bijna de gehele ronde op kop gereden, maar koos nu een betere positie. Niels en Bernard, besloot ik, werden de triggers. Als die aangingen was het moment om te gaan of anders 500 meter voor de streep. Beide momenten vielen samen en op 500 meter begon ik van achteruit aan mijn sprint.
voorbereiding hebben en uiteindelijk met de bloemen naar huis gaan, gaf een onwerkelijk gevoel. Had ik me daar gewonnen in het lelijke tenue van HSV De Kampioen. Gelukkig waren er geen foto’s van! Om de dag nog bijzonderder te maken, won Mart bij de A’s. U leest het goed, Mart, de man die in het heetst van de wedstrijd afstapte om een nieuwe volle bidon te pakken. Petje af en gefeliciteerd Mart! Natascha prolongeerde, als enige vrouwelijke deelnemer, haar titel. Dus reden er in de stromende regen met de auto, twee kampioenen met een big smile naar huis.
Eric van Steijn
Flipperende benen Het zou een sprint in drie fase moeten worden. Eerst op snelheid langs het peloton op weg naar het begin van de laatste bocht. Deze zo hard mogelijk nemen en met voldoende snelheid het rechte eind opdraaien en zien wie er nog in de buurt zou komen. Bij het uitkomen van de bocht ging ik opnieuw op de pedalen staan. De bovenbenen flipperden alle kanten uit, maar uit ervaring weet ik dat het van korte duur is. Een relaxmoment was voldoende om ze in het gareel te krijgen. De eindstreep naderde met rasse schreden en ik zag niemand naderen. Alhoewel, op rechts zag ik het voorwiel van Jacques verschijnen, maar dat bleef op zijn plek. No worries. Links echter verscheen het voorwiel van Bernard en dat kroop langzaam naar voren. Nog 50 meter en Bernard zat aan de bracket, nog 25 meter en Bernard was mijn bracket voorbij. Bernard had als introducé woensdag zijn overwinning behaald en daar moest het voorlopig maar bij blijven. Nieuw lid zijn en direct Clubkampioen worden, no way! Ik plaatste nog een laatste versnelling en won met slechts banddikte verschil mijn eerste Clubkampioenschap. Dat het na de finish verschrikkelijk zeer deed in de benen en dat ik geen kracht meer had om eens fijn te juichen, dat mocht de binnenpret niet drukken. Opstaan met het gevoel dat het vandaag niet veel soeps ging zijn, een slechte
Uitslag Clubkampioenschap A 1. Mart Dominicus 2. Cisco Pels 3. Rinus Cerfontain 4. Ivo van Hilvoorde 5. Mike Cooper 6. Bas Klein 7. Marlin Burkunk
8. Bert Zwaving 9. Willard Gerritsen 10. Theo Termaat en verder: Jan Gottmer, Arjen van Ketel (afgestapt) en Leendert Pot (afgestapt).
Voor me, zo’n 150 meter, rijdt een renner, onmiskenbaar een Trappist, diep gebogen over het stuur. De cadans verraadt ambitie, zelfvertrouwen en vorm. Of zou het gewoon haast zijn? Ik probeer er heen te rijden. Dat valt niet mee. Het weer is goed, de benen prima, maar de renner lijkt direct te reageren op mijn versnelling. Ik kom er niet bij. Toch zegt een rare stem in me dat ik vandaag ga winnen. Ik luister er niet te lang naar; het is een irrationele stem.
B 1. Eric van Steijn 2. Bernard Schaap 3. Jacques Kalisvaart 4. Michiel van Asbeck 5. Niels Kooij 6. Christiaan Koenders 7. Joost Hartog
8. Piet van Oosten 9. Carl Schagen 10. Leon Canisius en verder: Natascha Darlang (Kampioene bij de dames) en Jeroen van Wijngaarden.
Ik snijd de bochten scherp aan. Ik nader. De renner ziet me komen, en lijkt weer te versnellen. Het laatste rechte eind voordat we er zijn. Ik geef alles. Ik nader, ik kom erbij! Ik groet de renner. Het is Martje, bonk onverzettelijkheid en de kersverse clubkampioen. Ook hij is op weg naar Spaarnwoude voor zomerwedstrijd 2. Die stem over winnen moet ik nu maar snel het zwijgen opleggen; zelfs op weg naar het parcours heb ik moeite een haastige renner in te halen.
Wattages optellen Rondje IJsselmeer (waarover dadelijk meer) zit nog in mijn benen, en in mijn gemoed. Zou die stem iets met wraak te maken hebben? Ach nee, daar zijn die Trappisten veel te beschaafd voor, en ze gaan al zo lang mee. Gewoon weer rijden. We zijn zo goed als onze laatste wedstrijd. Nieuwe kansen. Er is een kleine groep renners, zoals vaker dit jaar. Dat is niet zo saai als het lijkt. Met 12 man kan er zomaar een groepje wegrijden. Niet alleen domme kracht, voortdurend waakzaam zijn. Het rekenen tijdens de koers wordt onderschat. Je moet voortdurend wattages bij elkaar optellen als er renners wegrijden. En aftrekken van wat er achterblijft. Er wordt veel en moedig gedemarreerd. Omdat ik me toch wel goed voel (weer die stem!) doe ik lekker mee. Bas en Mike zijn actief als altijd: Mike gaat overduidelijk, en met succes, voor de fles wijn. Ook Leendert is actief, ‘winnaar’ van IJ’meer (waarover dadelijk meer); hij gooit met zijn krachten. Wat bezield hem? Wil hij af van het imago dat hij spaart, spaart en wacht tot de laatste meters, desnoods via een kortere weg? (dadelijk meer). Ik weet waarover ik praat. Dat is het lot van renners die zich sprinter wanen. Waarom wegrijden, als dat je kracht niet is? Je zult mij niet het predicaat ‘laf’ of zoiets horen gebruiken. Het is geen keuze. Je vindt jezelf niet uit als renner. Je komt er achter dat je sommige dingen kan, en andere beter kunt laten. Bij de Trappisten A althans. De laatste ronden naderen. De meeste krachten om weg te kunnen blijven zijn weggevloeid, verdwenen in eerdere kansloze ronden. Maar dat garandeert bij deze club geen eindsprint. Er zijn geen ploegen of combines, voor zover ik weet. Dat betekent dat renners ook naar elkaar gaan kijken, als er weer iemand wegrijdt. Zoals bij het CK. Toen, na een mooie inhaalrace, viel het even stil, en wist iedereen: als je kunt, is dit het moment om weg te rijden. En dat deed Mart. Kwestie van mentaliteit, zei hij nog, op weg hierheen. Inderdaad. Want wat weerhield me er van om mee te springen? Iets meer pijn had toch nog wel gekund? Soms ga je op de fiets denken, het is wel best zo, prima winnaar. Dat is een dodelijk moment. Er zijn tijden geweest dat ik wist, die gaat vandaag niet winnen. Dat werkte vaak goed. Woede is een goede motor, en efficiënte pijnstiller op de juiste momenten. Nu betrap ik mezelf op de gedachte: dat is een mooie, terechte winnaar. Zodra je renners iets gaat gunnen, kun je inpakken. IJsselmeer Hoe zat dat nu met IJsselmeer? De aanduiding ‘rondje’ is overigens wel amusant in deze context. Het is een dag werk, 260 km, die thuis, met banen en kleine kinderen bevochten moet worden als zinvolle activiteit. Als ik daar thuis dan nog aan toevoeg: het is ook hééééél sociaal (wedstrijd en toerrijders ontmoeten elkaar in een heel prettige, ontspannen sfeer met appelgebak … ach, weet zij veel), dan mag ik weg. Over het (a)sociale karakter van ‘rondje IJsselmeer’ zijn al vermakelijke mails gewisseld. Toch nog even heel kort, voor de thuisblijvers, die een bijzondere apotheose hebben gemist: na Bolsward is het volstrekt normaal (dat noemen ze dan ‘traditie’) om te demarreren door rode stroplichten heen, routes te nemen die niemand kent of af te snijden vlak voor
de finish en dan na 259,5 km gezamenlijke koers, ineens heel enthousiast te gaan juichen terwijl de helft niet weet waar de streep ligt. Tja, leg mij maar uit wat dat met een wedstrijd te maken heeft. Qua ‘sport’ heb je het dan over een ‘heel lokale traditie’, beetje categorie carbidschieten. Dat je even aanzet na het verliezen van een bidon (of twee), zeker als het iemand betreft die potsierlijk tijdens het CK even stopt om een nieuwe bidon te pakken (en dan ook nog wint), ja, dat is natuurlijk logisch (de volgende keer geef je dan echt alles), maar ineens juichen bij een streep die niemand kent, na een bocht die niet bestaat… Kuitenlezer Het laatste rechte eind voordat we er zijn. Een treintje op snelheid. Ik zit goed. Ik overweeg voor de bocht te versnellen. Een risico, want Bas, vaak sneller, zit achter me. Voordat ik ga, kiest iemand anders de versnelling, buiten om, richting de laatste bocht. Eigenlijk nog beter, ik kan direct mee in het wiel. Wie verleent me deze dienst?
Nee, toch, het is Leendert! Hij slingert, en geeft zijn laatste krachten om als eerste de bocht uit te komen. Het is duidelijk dat ik snel uit dat wiel moet komen, want hij valt snel stil. Hij geeft me de snelheid die nodig is, en zonder te kijken rijd ik door, en ja hoor, daar is die stem weer, je gaat winnen. Iedere statisticus zou me uitlachen. Wacht maar even, dan komt zo meteen Bas of Rinus voorbij. Of weet iemand nog een kortere weg, schiet er door me heen (ok, ik hou er over op). Ik rijd blind door en win. Na de streep hoor ik alleen maar: zie je wel.
Na afloop zei veelwinnaar Bas tegen me dat hij na een kwartier koers wist dat ik ging winnen. Wat? Hoorde hij dezelfde stem? Een kuitenlezer met voorspellende gaven? De overwinning is mooi, maar heeft niets met genoegdoening te maken. Gewoon een terechte winnaar.
Ivo van Hilvoorde
Uitslag 2e zomerwedstrijd A 1. Ivo van Hilvoorde 2. Bas Klein 3. Rinus Cerfontain 4. Mike Cooper (str) 5. Eric van den Heuvel
6. Jan Gottmer 7. Theo Termaat 8. Mart Dominicus 9. Bert Zwaving 10. Leendert Pot en verder: Rieks van Rooijen en Joop Vangangel.
Klimkoers Beverwijk
Dit is een koers voor de klimmers onder de Trappisten op het deels vernieuwde parkoers in Beverwijk. Wat: Klimkoers Beverwijk Waar: Wielercircuit Beverwijk Wanneer: zaterdag 22 augustus Hoe laat: 12u30 starttijd voor de B, de A’s starten om 14u15 Afstand: De B’s rijden 4 kwartier en 6 ronden (ca 34 ronden) en de A’s rijden 6 kwartier en 6 ronden (ca 47 ronden). Neem ruim de tijd voor het halen van het rugnummer. Inschrijfgeld: 3 euro voor leden, niet toegankelijk voor niet leden, dus geen intoducées en gratis voor abonnementhouders. Wedstrijdpunten: A en B apart. nummer 1 (1e over de finish) krijgt 10 punten, nummer 2 krijgt 9 punten, enz. Voor het Super Prestige Klassement worden de wedstrijdpunten plus 5 deelnamepunten bijgeschreven. Voor de Wereldbeker krijgen A en B apart punten. De nummer 1 krijgt 10 punten, nummer 2 krijgt 9 punten enz. Er is een apart bergklassement: per ronde krijgt de eerste renner 1 punt. Eerste doorkomst en laatste doorkomst (finish) geen bergpunten. De renner met de meeste punten is de bergkoning.
Individuele tijdrit Wat: Individuele tijdrit Waar: Driemond langs AmsterdamRijnkanaal onder het viaduct Wanneer: Woensdag 2 september 2015 Hoe laat: 19:00 uur, eerst de B dan de A. Afstand: 22,4 km (tweemaal 11,2 km) Inschrijfgeld: 3 euro voor leden, niet voor niet leden, dus geen intoducées. Gratis voor abonnementhouders. Wedstrijdpunten: A en B apart. nummer 1 (1e over de finish) krijgt 10 punten, nummer 2 krijgt 9 punten, enz. Voor het Super Prestige Klassement worden de wedstrijdpunten plus 5 deelnamepunten bijgeschreven. Voor de Wereldbeker krijgen A en B apart punten. De nummer 1 krijgt 10 punten, nummer 2 krijgt 9 punten enz.
B 1. Christiaan Koenders 2. Piet van Oosten 3. Joost Hartog (str) 4. Rob Groenen 5. Rien van der Vaart
6. Leon Canisius 7. Rick van Nunen 8. Natascha Darlang 9. Carmella Bogman 10. Arjen van Ketel
Grote Prijs Ger Hermans Wat: Grote Prijs Ger Hermans ofwel GPGH Waar: Circuit Sloten, WV Amsterdam Wanneer: zondag 20 september Hoe laat 14:00 uur Afstand 5 kwartier en 6 ronden A+B tegelijk. Inschrijfgeld 3 euro voor leden, niet voor niet leden, dus geen intoducées. Gratis voor abonnementhouders. Wedstrijdpunten: A en B samen. Nummer 1 over de finish krijgt 20 punten, nummer 2 krijgt 19 punten, nummer 3 krijgt 18 punten enz. Voor het Super Prestige Klassement worden de wedstrijdpunten plus 5 deelnamepunten bijgeschreven. De GPGH telt ook mee voor het Wereldbekerklassement Verder: naast de traditionele bos bloemen voor de winnaar zijn er ook prijzen van Ger Hermans. De eerste 10 aankomende A;s en de eerste 10 bij de B mogen in volgorde van aankomst een keuze maken van de rijk gevulde prijzentafel.
Blokwedstrijden Wat: het nazomerblok, 3e en 4e criterium Waar: Wielercircuit Spaarnwoude Wanneer: woensdag 26 augustus en woensdag 9 september Hoe laat: 19:00 uur start bij de A’s, de B’s starten 2 minuten later. Op 9 september is de start 18:30. Afstand: Voor de A’s een uur en drie ronden, voor de B’s drie kwartier en drie ronden Inschrijfgeld 3 euro voor leden, 5 euro voor niet leden. Gratis voor abonnementhouders. Wedstrijdpunten: 10 voor de nummer 1, 9 voor de nummer 2 enz. Blokklassement na 4 criteriums: wedstrijdpunten + 10 deelnamepunten. Na ieder blok wordt de worst (of de snijkoek) uitgereikt aan de renner die in dat blok de meeste punten bij elkaar gefietst heeft. Voor de Super Prestige: de wedstrijdpunten plus 5 deelnamepunten.
KALENDER
Sticker adres abonnee