Nieuwsbrief • uitgave 2 • 2014
PensioenWijzer
Eerste stappen pensioenakkoord De eerste stappen op weg naar een nieuw pensioenakkoord zijn genomen. Op 27 mei heeft de Eerste Kamer ingestemd met de Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages. De wetswijziging gaat in op 1 januari 2015.
Column
Verandering als constante Door: Gerard Waaijer, secretaris Stichting Pensioenfonds Equens De kerncijfers zijn er weer. We zien een stijgende dekkingsgraad en wat hogere kosten. Naast de kerncijfers van het fonds is er in deze PensioenWijzer vooral veel aandacht voor verandering. Want als er een constante is in de pensioenwereld dan is het verandering. Ook binnen ons fonds is verandering een gegeven. Kleine met weinig consequenties en grote waar we allemaal wat van merken. De politiek komt geregeld met nieuwe ideeën; concrete plannen en proefballonnen.
De belangrijkste aanpassingen zijn een verlaging van het opbouwpercentage van 2,15 naar 1,875% en een maximaal pensioengevend inkomen tot 100.000 euro. Door de verlaging van de premies en het vaststellen van een maximaal bedrag waarover je pensioen opbouwt en premie afdraagt, blijft een hoger inkomen over voor afdracht van belastingen.
opgebouwd die grosso modo overeenkomt met een pensioenopbouw van 1,875% van het gemiddeld verdiende loon. De lijfrenteuitkeringen zijn onbelast. Fiscaalvriendelijk is verder dat over de opgebouwde waarde geen vermogensrendementsheffing hoeft te worden betaald in box 3. Iedereen met inkomen boven de 100.000 euro kan deelnemen.
Voor middelloonregelingen zoals die van ons eigen pensioenfonds is het maximale percentage vastgesteld op 1,875. Daarmee kan een deelnemer met 40 jaar opbouw een pensioen realiseren van 75% van het gemiddelde loon. Bij eindloonregelingen wordt het maximale opbouwpercentage 1,657% per dienstjaar.
Waarborgen Het pensioenakkoord voorziet in diverse waarborgen om ervoor te zorgen dat de maximale fiscale pensioenopbouw leidt tot een daadwerkelijke daling van de premies. Pensioenfondsen worden verplicht om het verantwoordingsorgaan, De Nederlandsche Bank (DNB), en hun deelnemers te informeren over de samen stelling van de feitelijke pensioenpremie en de hoogte van de componenten waaruit deze is opgebouwd. Pensioenfondsen met een onevenwichtige premie kunnen een stevige sanctie verwachten; de maximale sanctie wordt verhoogd van 10.000 naar één miljoen euro.
Compenserende maatregelen voor hogere inkomens Voor mensen met hogere inkomens wordt het mogelijk gemaakt om op vrijwillige basis fiscaalvriendelijk bij te sparen. Zo zal via een netto lijfrente een oudedagsvoorziening kunnen worden
In deze PensioenWijzer gaat Ben Haasdijk in op verschillende plannen die het kabinet in de afgelopen periode heeft voorgesteld. Verder leest u meer over de inmiddels goedgekeurde Wet verlaging maximum opbouw- en premiepercentages. Interne veranderingen zijn er ook bij ons pensioen fonds; de deelnemersvergadering is opgeheven, het partnerpensioen gewijzigd en onze pensioenadministratie loopt sinds begin dit jaar geheel via de Blue Sky Group. De aanloop naar de nieuwe pensioenuit voerder heeft extra kosten mee gebracht in het voorgaande jaar; die zien we terug in de jaarcijfers. En zoals elk nieuw partnerschap vraagt de nieuwe relatie ook om zorgvul dige controle. DNB kwam afgelopen maand met nieuwe richtlijnen ten aanzien van de beheersing van risico’s bij uitbesteding van de pensioenadministratie. In deze PensioenWijzer laten we DNB aan het woord over de nieuwe richtlijnen en hoe zij daarmee anticipeert op nieuwe wetgeving in 2015. Grote veranderingen zijn op komst. We houden u op de hoogte.
PensioenWijzer • uitgave 2 • 2014
Kerncijfers 2013
Het jaarverslag is uit, de kerncijfers bekend. Wat valt op in 2013? En kunnen we op basis van de cijfers al voorspellingen doen over de toekomst? Ben Haasdijk geeft een toelichting.
1
Premie Voor het tweede jaar op een rij is de zuivere kostendekkende premie - de premie die het fonds nodig heeft - hoger dan de feitelijke premie, de premie die de werkgever betaalt. Die ontwikkeling is niet gewenst. De marge tussen de twee premies valt nog wel binnen acceptabele grenzen. Met het oog op de gestegen pensioenleeftijd naar 67 jaar zal de zuivere kostendekkende premie in het komende jaar lager zijn. De deelnemers gaan immers later met pensioen. Naar verwachting zal volgend jaar de feitelijke premie dan ook veel dichterbij de zuivere kostendekkende premie komen te liggen.
3
2
Dekkingsgraad De dekkingsgraad is een belangrijke graadmeter voor de financiële positie van
het fonds. Het geeft de verhouding weer tussen de bezittingen van het fonds aan de ene kant en de huidige en toekomstig uit te keren pensioenen aan de andere kant. De dekkingsgraad is gestegen en komt uit op 112%. Het gaat hier om de Ultimate Forward Rate (UFR), de dekkingsgraad die gebaseerd is op de langetermijnrente. Voor bepaling van de indexatie maakt het bestuur gebruik van de dekkingsgraad die uitgaat van de reële marktrente. Deze was in 2013 gemiddeld 108,5%. Daarmee is de ondergrens van de indexatiestaffel in zicht, want gedeeltelijke indexatie kan plaatsvinden als de dekkingsgraad gedurende langere tijd tussen de 110 en 125% ligt.
waarde gedaald dan de verplichtingen. In absolute zin is het rendement dan ook niet slecht. En ter vergelijking: de benchmark voor dit jaar was -4,9%.
4
Beleggingsperformance Het beleggingsresultaat is met -3,8% negatief. Het totaalrendement bestaat uit het rendement op de matchingportefeuille (-5,5%) en de rendementsportefeuille (3,1%). Het negatieve resultaat op de matchingportefeuille heeft alles te maken met de alsmaar dalende rente. Als de rente daalt gaan ook de obligatiewaarden naar beneden en de verplichtingen eveneens. Gelukkig zijn de beleggingen minder in
Kosten Het pensioenfonds streeft ernaar om de kosten van het fonds zo inzichtelijk mogelijk te maken. De kosten worden berekend per deelnemer en uitgesplitst naar pensioenbeheer, vermogensbeheer en transactiekosten. In dit jaar zijn de pensioenbeheerkosten gestegen als gevolg van de overstap naar een nieuwe pensioenuitvoerder; een investering die zich in de toekomst moet terugverdienen. De stijging van de kosten voor vermogens beheer heeft te maken met een reservering voor mogelijke BTW-betaling over vermogensbeheer in de periode 2011-2013. Het fonds heeft tegen deze BTW-betaling bezwaar aangetekend. Naast kostenstijging was er ook een kostendaling; de transactie kosten zijn met meer dan 60% afgenomen. Dit heeft te maken met een kleiner aantal beleggingstransacties dat door de vermogens-beheerders is uitgevoerd.
Kerncijfers
(bedragen in EUR 1.000)
2013 2012
Aantallen 793 799
Actieve deelnemers Gewezen deelnemers (‘slapers’)
1.505 1.502 556 506
Pensioengerechtigden Totaal
2.854 2.807
Premiebaten en pensioenuitkeringen Feitelijke premie 1
11.087
11.317
Kostendekkende premie
12.906
13.101
8.739
8.994
Pensioenuitvoeringskosten
854
719
Pensioenuitvoeringskosten per deelnemer in euro’s
441
382
Gedempte kostendekkende premie
4
Pensioenuitkeringen 7.576
7.473
- Partnerpensioen
942
896
- Wezenpensioen
59
53
- Andere uitkeringen
97
111
- Ouderdomspensioen
Totaal
8.674 8.533
Beleggingsportefeuille Vastgoedbeleggingen
8.458
8.385
Aandelen
31.271
11.738
260.619
283.101
Derivaten
32.038
61.959
Overige beleggingen
121.819
109.720
Vastrentende waarden
Vermogenssituatie en solvabiliteit 460.643
478.800
17.571
18.085
Vereist eigen vermogen
42.774
33.720
Pensioenverplichtingen
411.348
423.554
112,0
113,0
Pensioenvermogen Minimaal vereist eigen vermogen
Aanwezige dekkingsgraad in % Vereiste dekkingsgraad in %
2
Minimum vereiste dekkingsgraad in %
108,0 107,2 104,3 104,3
Beleggingsperformance 3 Beleggingsrendement in %
-3,8
15,4
Benchmarkrendement in %
-4,9
11,5
Vermogensbeheerkosten in %
0,55
0,46
PensioenWijzer • uitgave 2 • 2014
In gesprek met De Nederlandsche Bank
“Uitbesteding van taken, maar nooit van verantwoordelijkheid” Pensioenfondsen besteden doorgaans veel werkzaamheden uit. Ons pensioenfonds doet dat, bijvoorbeeld met de administratie en het vermogensbeheer. Wat betekent dat voor toezichthouder DNB? DNB houdt niet direct toezicht op de uitbestedingspartijen, maar wel of het bestuur van het pensioenfonds de uitbestedingsrelatie in voldoende mate beheerst. Het bestuur draagt altijd de eindverantwoordelijkheid voor de uitbestede werkzaamheden.
Jeroen Crommelin
DNB komt in haar nieuwsbrief pensioenfondsen van juni met richtlijnen die pensioenfondsen helpen bij de beheersing van risico’s bij de uitbesteding van de pensioenadministratie. PensioenWijzer sprak erover met Jeroen Crommelin, toezichthouder op de afdeling Middelgrote- en kleine pensioenfondsen van DNB, die toezicht houdt op ruim 300 fondsen. Wat is de rol van de toezichthouder ten aanzien van pensioenfondsen in het algemeen? DNB ziet erop toe dat het bestuur van het pensioenfonds handelt in het belang van alle deelnemers en goed zorgt voor het geld van de deelnemers. Om dit te bereiken toetst DNB bijvoor beeld of kandidaat-bestuurders van pensioenfondsen geschikt zijn, door te kijken of ze voldoende kennis en de juiste vaardigheden hebben om goed over het geld van de deelnemers te waken. Een ander voorbeeld is dat DNB kijkt of het bestuur de administratie en het vermogensbeheer goed – ‘beheerst en integer’ – zoals dat wordt genoemd, heeft uitbesteed aan een andere partij.
Op welke zaken moeten pensioenfondsen letten bij uitbesteding? Een pensioenfonds gaat doorgaans met meerdere partijen uitbestedingsrelaties aan. Een pensioenfonds is immers maar een kleine organisatie die doorgaans niet alles zelf kan doen. Veel pensioenfondsen besteden hun administratie en vermogens beheer uit. Dat neemt niet weg dat het pensioenfondsbestuur altijd eindver antwoordelijk blijft. Dit vormt ook het uitgangspunt bij het vaststellen van uitbestedingsbeleid en bij de monitoring van de uitbestedingsrelatie. Wat behelzen de nieuwe richtlijnen van DNB voor de beheersing van risico’s bij de uitbesteding van de pensioenadministratie? In de nieuwsbrief pensioenen van begin juni geven we handvatten die als normenkader kunnen worden gehanteerd door pensioenfondsen en waar wordt ingegaan op een aantal relevante onder werpen bij het aangaan en de beheersing van een uitbestedingsrelatie. Denk hierbij aan het vaststellen van beleid, hoe een fonds de keuze voor een uitvoeringsorga nisatie kan bepalen, welke governance
aspecten hierbij komen kijken en tot slot de monitoring en evaluatie van de uitbestedingsrelatie. Al deze aspecten vormen een constante cyclus die het bestuur kan ondersteunen bij de verant woording van zijn beleid. Waarom is de beheersing van die risico’s juist van groot belang met het oog op nieuwe wetgeving in 2015? Een overgang naar nieuwe pensioenwetgeving gaat doorgaans samen met wijzigingen in de administratie. Simpele voorbeelden zijn bijvoorbeeld de verhoging van de pensioenleeftijd en de aanpassing van het opbouwpercentage in de pensioen regeling, maar er zijn ook complexere voorbeelden te verzinnen als gevolg van de overgang naar nieuwe wetgeving in 2015. Het vraagt daarom ook flexibiliteit van een uitvoerder die zorg moet dragen dat het systeem deze wijzigingen kan administreren. Het is van belang dat het pensioenfondsbestuur hier bovenop zit. Deelnemers van pensioenfondsen moeten erop kunnen vertrouwen dat het pensioen waar ze recht op hebben op een juiste wijze is vastgesteld.
Wijziging partnerpensioen In het nieuwe pensioenreglement zijn kleine aanpassingen gedaan aan het partnerpensioen. Zo moet het partnerschap voor de pensioeningangsdatum zijn aangegaan. Voorheen was dat de pensioenrichtdatum van 65 jaar, nu is dat de daadwerkelijke pensioeningangsdatum.
Voor samenwonenden is het partnerpensioen eenvoudiger gemaakt. De voorwaarde dat de partner als begunstigde wordt aangewezen in het samenlevingscontract, vervalt. Het partnerpensioen blijft verder ongewijzigd een pensioen op basis van opbouw.
PensioenWijzer • uitgave 2 • 2014
Kabinetsvoorstellen: over proefballonnen en concrete plannen Wat vindt onze voorzitter ervan? Ben Haasdijk
De staatssecretaris van Sociale Zaken, Jetta Klijnsma, is geregeld in het nieuws met haar uitspraken over pensioenen. Soms leidt dat tot grote commotie, zoals laatst toen zij voorstelde om de AOW te verlagen voor ouderen die bij hun kinderen inwonen. Maar ook op andere terreinen schrikken Klijnsma en het kabinet niet terug voor onorthodoxe maatregelen. We vroegen bestuursvoorzitter Ben Haasdijk een aantal voorstellen en plannen van het kabinet onder de loep te nemen; zowel de proefballonnen als de concrete plannen. Voorstel 1: Pensioenopbouw van zzp’ers Pensioenfondsen zouden zorg moeten dragen voor de opbouw van pensioenen van medewerkers die na een dienstverband als zzp’er aan de slag gaan. Wat voor mogelijkheden ziet Stichting Pensioenfonds Equens? “Voor kleine en middel grote pensioenfondsen is dit niet haalbaar. Er zitten veel haken en ogen aan. Hoe doe je dat met de premie voor deelnemers die wisselende inkomsten hebben, soms misschien zelfs helemaal geen inkomsten? Dat vraagt om een heel nieuwe manier van administreren. Het zou een maatschap pelijke verspilling zijn als alle pensioen fondsen hier aanpassingen voor moeten gaan doen. Ik denk dat de oplossing ligt in het oprichten van een pensioenfonds voor zzp’ers dat zich geheel kan richten op deze problematiek.” Voorstel 2: Investeren in Nederlandse economie Laat Nederlandse pensioenfondsen in de Nederlandse economie investeren. Op die manier kunnen de pensioenfondsen bijdragen aan het herstel van de Nederlandse economie. Een zekere mate van dwang is daarbij geoorloofd. Vindt het bestuur dat ook? “Ik word getriggerd door ‘een zekere mate van dwang’. Besturen van pensioen fondsen zijn onafhankelijk en hebben als taak datgene te doen wat het beste is voor hun deelnemers en gepensioneerden. Dat is niet perse het investeren in de Nederlandse economie. Als het kabinet
verder wil met een ‘zekere dwang’ dan zal daar een garantie tegenover moeten staan die ervoor zorgt dat pensioenfondsen niet de dupe worden van deze investeringen, maar bij negatieve resultaten gecompen seerd worden. En anders is dwang geen geoorloofd middel.” Voorstel 3: Vaststaande premie Klijnsma pleit voor een pensioen met een vaststaande premie waarbij de hoogte van het pensioen afhankelijk is van de beleggingsresultaten. Hoe zit dat bij SPE? “Daar zijn we voor en daarom hebben we het al. Equens heeft een CDC-systeem [red; collective defined contribution], een pensioenfonds dat onafhankelijk opereert. Voorwaarde voor het hebben van een CDC is dat de premie voor vijf jaar wordt vastgelegd en de werkgever geen geld bijstort of opneemt uit de kas van het pensioenfonds. De opbouw van de pensioenen financieren we uit de premies. En met de beleggingsopbrengsten financieren we het langlevenrisico en de indexatie.” Voorstel 4: Introductie Financieel Toetsingskader. Het Financieel Toetsingskader (FTK) zou per 1 januari 2015 moeten worden ingevoerd, maar tot op heden ligt er nog geen concreet voorstel. Wat betekent dit voor het bestuur? “Zoals het er nu naar uitziet gaat het Financieel Toetsingskader er komen, maar ik denk dat we voor september
geen uitgewerkt en goedgekeurd wetsvoorstel hoeven te verwachten. Het Financieel Toetsingskader vraagt om een forse verandering die voor ons als pensioenfonds wel haalbaar is, maar niet per 1 januari 2015. Het doorvoeren van grote veranderingen in een kort tijdsbestek kan leiden tot onnodige risico’s, zeker als het bestuur nog keuzes moet maken die uit de wetgeving voort vloeien. Als bestuur vinden we dat we die risico’s moeten beperken. Daar ligt onze prioriteit en die prevaleert boven de tijdige invoering van het FTK.”
Wat is het Financieel Toetsingskader? Met het nieuwe Financieel Toetsingskader wil het kabinet de voordelen van zowel het ‘nominale’ pensioen, zonder indexatie, als het ‘reële’ pensioen, met indexatie, met elkaar verbinden. Het nieuwe model moet ervoor zorgen dat het stelsel minder gevoelig is voor grote schokken in de financiële wereld en een eerlijke verdeling regelen van risico’s en rendementen over de generaties. Meer informatie vindt u in de eerste PensioenWijzer van dit jaar (www.pensioenfondsequens.nl).
Lees verder op de achterzijde >
PensioenWijzer • uitgave 2 • 2014
Voorstel 5: Aflossing eigenwoningschuld Het kabinet gaat verkennen of het mogelijk is om het werknemersdeel van de pensioenpremie in te zetten voor aflossing van de eigenwoningschuld (een voorstel van de Reformatorisch Maatschappelijke Unie). Is dat een verstandig voorstel? “Dit is een heel lastig voorstel om op te reageren. Zoals ik het begrijp ruil je pensioenopbouw uit tegen aflossing van een deel van een
hypotheek. Het klinkt natuurlijk sympathiek, maar het betekent dus dat je over dat deel dan geen pensioen kunt opbouwen want het pensioenfonds kan het geld niet investeren. De vraag is hoe risicovol het is om te investeren in de eigen woning – want dat doe je dan – bijvoorbeeld omdat de huizenprijzen nog verder dalen. Ik heb geen idee hoe het kabinet dit verder wil uitwerken.”
Inspraak blijft
Deelnemersvergadering opgeheven Sako Zeverijn
Op 24 maart vond de laatste deelnemersvergadering plaats. Het orgaan is opgeheven en daarmee ook zijn rol bij de verkiezing van nieuwe bestuursleden. De deelnemersvergadering maakt plaats voor een nieuwe manier van inspraak. Gerard Waaijer, secretaris van het pensioenfonds, aan het woord over deze verandering. Wat is de reden van opheffing van de deelnemersvergadering? “We liepen wat achter op de feiten. Van oudsher was de deelnemersverga dering het orgaan waaraan het bestuur verantwoording aflegde, maar sinds 2007 is die taak verlegd naar het Verantwoordingsorgaan. Daar komt bij dat ondanks herhaalde oproepen de opkomst erg laag was. Je kunt je afvragen hoe democratisch de beslis singen zijn die dan nog wel genomen worden, zoals het kiezen van nieuwe bestuursleden.”
Op welke wijze garandeert SPE de inspraak van deelnemers en gepensioneerden in de toekomst? “Wij willen blijvend met onze achterban in gesprek en gaan pensioenbijeenkom sten organiseren die dat mogelijk maken. De eerste willen we al plannen in september van dit jaar. Daarnaast hebben we de keuze gemaakt voor het organiseren van algemene verkiezingen waaraan dus iedereen kan deelnemen voor de benoeming van nieuwe bestuursleden. Het werkt dan net zoals nu bij de OR-verkiezingen.”
Stichting Pensioenfonds Equens Wil je reageren op de inhoud van deze nieuwsbrief PensioenWijzer? Stuur dan een mail naar:
[email protected]
Eendrachtlaan 315, 3526 LB Utrecht Postbus 30505, 3503 AH Utrecht www.pensioenfondsequens.nl
Nieuw lid visitatiecommissie De visitatiecommissie is uitgebreid met Sako Zeverijn. Hij is gepokt en gemazeld in de pensioenwereld en werkt daar onder meer als pensioen fondsbestuurder, intern toezichthou der en adviseur van werkgevers op het gebied van pensioenregelingen. Op dit moment is hij bestuurslid van Stichting Pensioenfonds Tandartsen, Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot en onafhankelijk voorzitter van Stichting Pensioenfonds Xerox. Daarvoor was hij directeur van Stichting Pensioenfonds Siemens en werkzaam bij Stichting Pensioenfonds ING. Visitaties deed hij onder meer bij Stichting Pensioenfonds Arcadis, Stichting Pensioenfonds Elsevier Ondernemingen en Stichting Pensioenfonds Robeco. En nu dus ook voor Stichting Pensioenfonds Equens.
Postadres Pensioenuitvoerder: Blue Sky Group Postbus 1231180, AC Amstelveen Bezoekadres: Prof. E.M. Meijerslaan 11183, AV Amstelveen