Pensioenreglement Tauw 55+ regeling
ARTIKEL
INHOUDSOPGAVE
1
Begripsomschrijvingen
2
Deelnemerschap
3
Privacybescherming en geheimhouding
4
Pensioenaanspraken
5
Aanvaarding van risico’s
6
Geen of lagere uitkering van partner-, en wezenpensioen
7
Vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid
8
Geen of lager recht op vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid
9
Ingang en einde van de pensioenen
10
Bevoordeling
11
Uitbetaling van de pensioenen
12
Uitruil van partner- in ouderdomspensioen
13
Uitruil van ouderdoms- in partnerpensioen bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst voor de pensioendatum
14
Uitruil van ouderdoms- in partnerpensioen op de pensioendatum
15
Vervroeging van de pensioendatum
16
Uitstel van de pensioendatum
17
Deeltijdpensionering
18
Hoog-laag ouderdomspensioen
19
Beëindiging van de arbeidsovereenkomst voor de pensioendatum
20
Waardeoverdracht
21
Echtscheiding of beëindiging van het geregistreerd partnerschap of van de gezamenlijke huishouding
22
Afkoop van kleine pensioenen
23
Toeslagen
24
Plichten van de deelnemer
25
Bepaling werkgeversdeel pensioenlasten
26
Vervaltermijn
27
Onvoorziene gevallen
28
Overgangsbepalingen
29
Klachten
30
Inwerkingtreding
Bijlage I
Afkoopvoeten kleine pensioenen
Pensioenreglement 55+ Tauw
Artikel 1
BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN In dit reglement wordt verstaan onder: Werkgever: Tauw Group bv of Tauw bv, gevestigd te Deventer; Verzekeraar: Delta Lloyd Levensverzekering NV, gevestigd te Amsterdam; Werknemer: De persoon die een arbeidsovereenkomst met de werkgever heeft, met uitzondering van de vakantiewerker, de stagiair en de groot-aandeelhouder. Groot-aandeelhouder is de werknemer die middellijk of onmiddellijk 10% of meer van het geplaatst kapitaal in de rechtspersoon van de onderneming bezit, of anderszins voor 10% of meer aan zeggenschap in de rechtspersoon bezit; Pensioendatum: De eerste dag van de maand, waarin het ouderdomspensioen volledig ingaat; Richtpensioendatum: De eerste dag van de maand, waarin de (gewezen) deelnemer de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt; Deeltijdpensioendatum: De eerste dag van de maand, waarin het ouderdomspensioen gedeeltelijk ingaat; Flexperiode: De flexperiode gaat in 10 jaar voor de richtpensioendatum en eindigt 5 jaar na de richtpensioendatum; WAO: Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering; zoals deze wet op 1 augustus 1993 luidt, met inachtneming van de daarna aangebrachte wijzigingen; WIA: Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen; zoals deze wet op 29 december 2005 luidt, met inachtneming van de daarna aangebrachte wijzigingen; ZW: Ziektewet; UWV: Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen; Arbeidsongeschiktheidspercentage: Het arbeidsongeschiktheidspercentage dat volgens de WIA of WAO hoort bij de uitkering op grond van die wetten. Bij de vaststelling van dit percentage is in geval van de WAO-uitkering door het UWV rekening gehouden met eventuele neveninkomsten.
Pensioenreglement 55+ Tauw 1-1-2010
1
Pensioenreglement 55+ Tauw
Artikel 2
Artikel 3
Artikel 4
DEELNEMERSCHAP 1
De werknemer geboren vóór 1 januari 1950 en die op 31 december 2005 in dienst van de werkgever is, zal als deelnemer in de pensioenregeling worden opgenomen. Opname in de pensioenregeling vindt plaats per 1 januari 2010.
2
Het deelnemerschap eindigt a door het ingaan van het volledig ouderdomspensioen; b door het overlijden van de deelnemer; c door beëindiging van de arbeidsovereenkomst met de werkgever voor de pensioendatum, anders dan door het overlijden van de deelnemer tenzij (gedeeltelijk) vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid is verleend voorafgaand aan beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Voorzover vrijstelling is verleend blijft het deelnemerschap dan in stand; d indien de deelnemer groot-aandeelhouder wordt.
PRIVACYBESCHERMING EN GEHEIMHOUDING 1
Bij de aanvraag van een verzekering/financiële dienst worden persoonsgegevens gevraagd. Deze worden door de verzekeraar verwerkt: - ten behoeve van het aangaan en het uitvoeren van overeenkomsten; - ten behoeve van het waarborgen van de veiligheid en integriteit van de financiële sector; - voor statistische analyse; - om te kunnen voldoen aan wettelijke verplichtingen.
2
Op de verwerking van persoonsgegevens is de gedragscode ‘Verwerking Persoonsgegevens Financiële Instellingen’ van toepassing. Hierin worden de rechten en plichten van partijen bij de gegevensverwerking weergegeven. De volledige tekst van de gedragscode is opgenomen op de website van het Verbond van Verzekeraars: www.verzekeraars.nl.
PENSIOENAANSPRAKEN Aan de deelnemer worden pensioenaanspraken toegekend onder de voorwaarden in dit reglement omschreven. Deze pensioenaanspraken omvatten: -
ouderdomspensioen voor de deelnemer.;
-
partnerpensioen voor de deelnemer;
-
wezenpensioen voor de deelnemer;
De hierboven genoemde pensioenen worden vastgesteld op basis van de startbrief en het pensioenreglement. Beide documenten zijn een bijlage bij de uitvoeringsovereenkomst.
Pensioenreglement 55+ Tauw 1-1-2010
2
Pensioenreglement 55+ Tauw
Artikel 5
AANVAARDING VAN RISICO’S 1
Een deelnemer heeft eerst aanspraak op partnerpensioen en wezenpensioen en er bestaat een verzekerd recht op vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid of op een verhoging daarvan, indien en voor zover de verzekeraar het risico van de verzekering of de verhoging daarvan heeft aanvaard. Indien en voor zover de verzekeraar het risico van de verzekering of de verhoging daarvan niet heeft aanvaard bestaat geen aanspraak op de bovengenoemde pensioenen of op een verhoging daarvan jegens de werkgever en geen recht op vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid of op een verhoging daarvan.
2
Aanvaarding geschiedt op grond van de hierna volgende leden.
3
Indien het overlijden van de werknemer een gevolg is van of bevorderd is door klachten, aandoeningen, ziektes of gebreken, die reeds bestonden voor of bij aanvang van de verzekering en waardoor de werknemer bij aanvang van de verzekering reeds (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt was, is de aanspraak op het partnerpensioen en wezenpensioen gelijk aan het bedrag, gebaseerd op de afkoopwaarde van de verzekeringen voorafgaand aan de datum van overlijden met een maximum van het verzekerd partnerpensioen en wezenpensioen, tenzij de partner en/of kinderen van de werknemer kunnen aantonen dat het overlijden geen direct of indirect gevolg is van de in dit lid genoemde klachten, aandoeningen, ziektes of gebreken.
4
Ter zake van overlijden tijdens het eerste jaar van het huwelijk, het geregistreerd partnerschap of de gezamenlijke huishouding bestaat geen aanspraak op partnerpensioen en wezenpensioen indien het overlijden, gezien de gezondheidstoestand van de werknemer ten tijde van het sluiten van het huwelijk, het aangaan van het geregistreerd partnerschap of de aanvangsdatum van de gezamenlijke huishouding, redelijkerwijs verwacht kon worden.
5
Indien de werknemer bij aanvang van de verzekering geheel arbeidsongeschikt is, bestaat er geen recht op vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid met betrekking tot ouderdomspensioen, partnerpensioen en wezenpensioen. Indien de werknemer bij aanvang van de verzekering gedeeltelijk arbeidsongeschikt is, bestaat slechts recht op vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid met betrekking tot ouderdomspensioen, partnerpensioen en wezenpensioen en/of arbeidsongeschiktheidspensioen voor het gedeelte waarvoor de werknemer niet arbeidsongeschikt is, tenzij de arbeidsongeschiktheid een gevolg is van of bevorderd is door voor of bij aanvang van de verzekering aanwezige klachten, aandoeningen, ziektes of gebreken waardoor de werknemer bij aanvang van de verzekering reeds arbeidsongeschikt was. Dit geldt niet voor de gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers die op 31 december 2009 al in dienst van de werkgever waren. Voor de gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers die op 31 december 2009 al in dienst van de werkgever waren, bestaat er bij een toename van de arbeidsongeschiktheid met betrekking tot de toename recht op vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid.
6
Het bepaalde in lid 5 is niet van toepassing met ingang van de datum waarop de werknemer gedurende een periode van vier weken aaneengesloten zijn werkzaamheden volledig heeft hervat.
Pensioenreglement 55+ Tauw 1-1-2010
3
Pensioenreglement 55+ Tauw 7
Voor de bepalingen in dit artikel geldt, dat een werknemer geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt is indien de werknemer - volledig (80% of meer) of gedeeltelijk (35%-80%) arbeidsongeschikt is in de zin van de WIA, dan wel - (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt is in de zin van, dan wel recht heeft op een (gedeeltelijke) uitkering krachtens de WAO, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, dan wel - recht heeft op (gedeeltelijke) loondoorbetaling krachtens het Burgerlijk Wetboek of op een (gedeeltelijke) uitkering krachtens de ZW, en dat onder arbeidsongeschiktheid wordt verstaan: ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid, die geacht wordt aanwezig te zijn indien en zolang de werknemer recht heeft op een uitkering krachtens de WIA dan wel de WAO alsmede gedurende de wachttijd voorafgaand aan de uitkering, een en ander als vastgesteld door het UWV.
8
Het pensioengevend salaris bedraagt niet meer dan € 300.000,-
9
Verhogingen van het pensioengevend salaris worden binnen vier maanden na de datum van verhoging gemeld aan de verzekeraar. Verhogingen die ná vier maanden na de verhoging worden gemeld worden door de verzekeraar geweigerd, tenzij de verzekeraar meedeelt de verhoging van het risico te hebben geaccepteerd. Reglementaire, tijdig en correct gemelde verhogingen van verzekeringen voortvloeiende uit salarisverhogingen worden, met inachtneming van de hierna volgende volzin zonder wijziging ten aanzien van de dekking geaccepteerd. Verhogingen van het pensioengevend salaris worden geaccepteerd tot een maximum van 25%. In afwijking op het gestelde in de vorige zin wordt voor de deelnemer die arbeidsongeschikt is het overlijdens- en arbeidsongeschiktheidsrisico slechts geaccepteerd op basis van een maximale salarisverhoging ter grootte van de CAO loonindex particuliere bedrijven (de voor de eerste maal gepubliceerde per ultimo oktober van ieder jaar). Daarbij geldt dat deze verhoging alleen wordt aanvaard voor het gedeelte waarvoor het arbeidsongeschiktheidsrisico niet is ingegaan.
10
De deelnemer met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met de werkgever die terugkomt op een eerder gemaakte keuze ten aanzien van (aspirant-)deelname aan de pensioenregeling of van pensioen, wordt door de werkgever aangemeld met bijgevoegd een door de deelnemer ingevulde gezondheidsverklaring. Er is sprake van terugkomen op een eerder gemaakte keuze indien: Aanmelding van de deelnemer plaatsvindt vier maanden na het tijdstip waarop de deelnemer voldoet aan de voorwaarden om als (aspirant) deelnemer in de pensioenregeling te worden opgenomen Deelname aan de pensioenregeling of indien een pensioenaanspraak ter vrije keuze van de deelnemer is en aanmelding geschiedt vier maanden na het tijdstip waarop de deelnemer voor het eerst de keuze had kunnen maken.
11
Met uitzondering van het bepaalde in het hierna volgende lid worden de risico’s uit hoofde van de gezamenlijke verzekeringen van renten in verband met overlijden en/of arbeidsongeschiktheid tot € 50.000,- op het leven van de betreffende deelnemer door de verzekeraar zonder verder onderzoek naar de levens- en validiteitskansen van deze deelnemer geaccepteerd. Dit bedrag geldt met ingang van 1 januari 2008.
Pensioenreglement 55+ Tauw 1-1-2010
4
Pensioenreglement 55+ Tauw 12
Indien a ten aanzien van een deelnemer - op grond van de gezondheidsverklaring naar het oordeel van de medisch adviseur niet tot acceptatie van het risico kan worden overgegaan, dan wel - de medisch adviseur aan de hand van deze gezondheidsverklaring niet zijn oordeel kan geven, of b het bedrag als vermeld in het vorige lid wordt overschreden, zal een nader onderzoek naar de levens- en validiteitskansen van de deelnemer noodzakelijk zijn. Dit onderzoek vindt plaats aan de hand van een geneeskundig rapport; een en ander wordt geregeld door de verzekeraar en geschiedt op diens kosten.
13
Reglementaire verhogingen van verzekeringen van pensioen voortvloeiende uit salarisverhogingen voor de deelnemer met een arbeidsovereenkomst met de werkgever nadat die zijn teruggekomen op een eerder gemaakte keuze ten aanzien van pensioen, worden aanvaard volgens de leden 3 tot en met 12. De aanvaarding geschiedt tegen de voorwaarden, waarop de verzekering voor de eerste maal is geaccepteerd, dan wel - indien daarna reeds een verhoging heeft plaatsgevonden - op de voorwaarden, waarop de laatste verhoging is geaccepteerd. Indien niet aan bovenstaande wordt voldaan, zal de aanvaarding van de verhoging afhankelijk worden gesteld van een door de deelnemer in te vullen gezondheidsverklaring.
14
In alle gevallen, waarin de verzekeraar een gezondheidsverklaring en/of een geneeskundig onderzoek verlangt, draagt hij geen risico, voordat van de aanvaarding van het risico van de betrokken verzekering respectievelijk verhoging van de verzekering mededeling is gedaan. Zodra evenwel de aanmelding voor een verzekering respectievelijk verhoging van een verzekering als in de eerste volzin bedoeld, in het bezit van de verzekeraar is, zal het risico van overlijden en/of het arbeidsongeschiktheidsrisico tengevolge van een ongeval van de desbetreffende werknemer voor een beperkte duur volgens de bij de verzekeraar daarvoor geldende gebruiken zijn gedekt. Deze dekking zal gelden tot het moment, waarop de verzekeraar zich definitief over de aanvaarding heeft uitgesproken.
15 Dient op grond van de gezondheidsverklaring dan wel van het geneeskundig rapport van een deelnemer naar het oordeel van de medisch adviseur van de verzekeraar voor het overlijdensrisico een kostenverhoging te worden toegepast, dan zal dit risico door de verzekeraar toch tegen de normale kosten worden geaccepteerd, indien de geadviseerde kostenverhoging overeenkomt met een leeftijdsverhoging van ten hoogste vijf jaar. 16 Indien en voor zover verzekeringen en verhogingen daarvan worden gesloten als uitvloeisel van de dispensatie, die aan de werkgever is verleend voor deelneming aan het voor zijn bedrijf of instelling wettelijk verplicht gestelde pensioenfonds, zal de acceptatie van die verzekeringen en verhogingen geschieden op de wijze als in het pensioenreglement van dat fonds is vermeld.
Artikel 6
GEEN OF LAGERE UITKERING VAN PARTNER-, EN WEZENPENSIOEN 1
Onverminderd het artikel ‘Aanvaarding van risico’s’ geldt dat, indien de verzekeraar het overlijdensrisico niet heeft geaccepteerd, er geen uitkering van partnerpensioen en wezenpensioen plaatsvindt.
Pensioenreglement 55+ Tauw 1-1-2010
5
Pensioenreglement 55+ Tauw
2
Indien zich een van de hierna genoemde gevallen van overlijden voordoet worden restituties, kapitalen en pensioenen, uit te keren bij of na overlijden van de deelnemer zodanig gereduceerd, dat zij gefinancierd kunnen worden uit de gezamenlijke voorziening verzekeringsverplichtingen, tot dan toe opgebouwd ter zake van de verzekeringen, gesloten op het leven van die deelnemer. Deze regeling zal in de volgende gevallen gelden: a de deelnemer overlijdt ten gevolge van het deelnemen aan een vliegtocht als invlieger of proefvlieger, dan wel als militair die de vliegtocht niet als passagier meemaakt. b de deelnemer, die in krijgs- of gewapende dienst is van een andere mogendheid dan het Koninkrijk der Nederlanden, overlijdt als gevolg van oorlogshandelingen. c indien lid 1 van dit artikel van toepassing is, met uitzondering van de situatie dat het overlijden plaatsvindt in het eerste jaar van het huwelijk, geregistreerd partnerschap of gezamenlijke huishouding en dit overlijden redelijkerwijs te verwachten was.
3
Van het tijdstip af, waarop in de toekomst in Nederland een actieve oorlogstoestand intreedt, zullen ten aanzien van partner- of wezenpensioen, die op enig tijdstip gedurende die actieve oorlogstoestand voor de verzekeraar overlijdensrisico bieden, telkens de navolgende bepalingen gelden, ongeacht of de (gewezen) deelnemer wiens partner- ,of wezenpensioen het betreft, al dan niet in krijgsdienst is. a De pensioenbedragen zullen - onder handhaving van de premies, stortingen en koopsommen, berekend voor de ongekorte bedragen - met 10% zijn gekort; b De eventuele premievrije waarden zullen zijn gekort met 10% van de verzekerde bedragen; c De eventuele afkoopwaarde zal in dezelfde verhouding als de premievrije waarde zijn verminderd.
4
Het in het vorige lid bepaalde wordt geacht niet in werking te zijn getreden, indien binnen zes maanden na beëindiging van de actieve oorlogstoestand, doch uiterlijk bij het opvorderbaar worden van een verzekerd bedrag, respectievelijk bij premievrijmaking of afkoop ten genoegen van de verzekeraar wordt aangetoond, dat degene, op wiens leven de verzekeraar overlijdensrisico loopt, op het tijdstip van intreden en verder tijdens de gehele duur van de actieve oorlogstoestand verblijf hield op het grondgebied van een of meer staten, welke gedurende die tijd niet feitelijk aan een oorlog hebben deelgenomen en waar gedurende die tijd evenmin oorlogshandelingen hebben plaatsgevonden.
5
De verzekeraar zal uiterlijk negen maanden na het einde van het boekjaar, waarin de oorlogstoestand is beëindigd, op de groep verzekeringen, die tengevolge van die oorlogstoestand krachtens deze of in hoofdlijnen hiermede overeenstemmende oorlogsrisicobepalingen zijn gekort, de reeds ingehouden kortingen alsnog geheel of gedeeltelijk uitbetalen en de voor de toekomst opgelegde kortingen alsnog geheel of gedeeltelijk laten vervallen, een en ander voor zover de aan het einde van bedoeld boekjaar berekende waarde van de gezamenlijke kortingen de totale waarde op dat tijdstip van de op rekening van de oorlog te stellen extra-sterfteverliezen van genoemde groep overschrijdt.
6
De aanwezigheid en de tijdstippen van intreden en beëindiging van een actieve oorlogstoestand, als in dit artikel bedoeld, zullen bindend worden vastgesteld door De Nederlandsche Bank.
Pensioenreglement 55+ Tauw 1-1-2010
6
Pensioenreglement 55+ Tauw
7
Voor de toepassing van het bepaalde in dit artikel wordt verstaan onder: a Terrorisme: Gewelddadige handelingen en/of gedragingen, in de vorm van een aanslag of een reeks van in tijd en oogmerk met elkaar samenhangende aanslagen, alsmede het (doen) verspreiden van ziektekiemen en/of stoffen als gevolg waarvan letsel en/of aantasting van de gezondheid, al dan niet de dood tengevolge hebbend, bij mensen of dieren en/of schade aan zaken ontstaat, dan wel anderszins economische belangen worden aangetast, waarbij aannemelijk is dat deze aanslag of reeks van aanslagen, respectievelijk het verspreiden van ziektekiemen en/of stoffen – al dan niet in enig organisatorisch verband – is beraamd en/of uitgevoerd met het oogmerk om bepaalde politieke en/of religieuze en/of ideologische doelen te verwezenlijken; b Preventieve maatregelen: Van overheidswege en/of door werkgever, deelnemer en/of derde(n) getroffen maatregelen om het onmiddellijk dreigend gevaar van terrorisme af te wenden of - indien dit gevaar zich heeft verwezenlijkt – de gevolgen daarvan te beperken; c Terrorismeschade: overlijden en/of arbeidsongeschiktheid die (direct of indirect) verband houdt met: terrorisme of preventieve maatregelen; handelingen of gedragingen ter voorbereiding van terrorisme of preventieve maatregelen. d NHT: De Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschade NV, gevestigd te Amsterdam. De verzekeraar heeft zich voor het terrorismerisico bij NHT herverzekerd; e Uitkeringsprotocol: Het ‘Protocol afwikkeling claims’ van de NHT. Een afschrift van de volledige tekst van het protocol is verkrijgbaar bij de verzekeraar.
8
Het uitkeringsprotocol is van toepassing op de verzekeringen.
9
De dekking van het risico van terrorismeschade is voor al de bij de verzekeraar gesloten verzekeringen gezamenlijk beperkt tot het bedrag van de uitkering die de verzekeraar ontvangt van de NHT. Op grond van het van de NHT ontvangen bedrag bepaalt de verzekeraar de hoogte van het uit te keren bedrag voor iedere verzekering uit hoofde waarvan een uitkering wordt gevorderd.
10 a b
Artikel 7
De NHT beslist of er sprake is van terrorismeschade. Op uitkeringen kan niet eerder aanspraak worden gemaakt dan na deze beslissing en de bekendmaking van het bedrag van de uitkering die de verzekeraar voor alle verzekeringen gezamenlijk ontvangt van de NHT.
VRIJSTELLING VAN PREMIEBETALING BIJ ARBEIDSONGESCHIKTHEID 1
Indien de deelnemer gedurende een periode van 104 weken aaneengesloten arbeidsongeschikt is dan wel na het later gelegen moment waarop de (verlengde) loondoorbetalingsverplichting op grond van het Burgerlijk Wetboek eindigt, wordt met inachtneming van het hierna volgende vrijstelling van premiebetaling verleend. In geval van herleving of herziening van de uitkering kan een kortere periode dan 104 weken gelden. Pensioenreglement 55+ Tauw 1-1-2010
7
Pensioenreglement 55+ Tauw
De vrijstelling van premiebetaling wordt verleend, mits aan de deelnemer op het moment van het verstrijken van bovenbedoelde periode een uitkering op grond van de WIA dan wel de WAO is toegekend. De vrijstelling van premiebetaling wordt slechts verleend voor de aanspraken die zijn verleend voorafgaand aan het verstrijken van de hiervoor bedoelde periode. De vrijstelling van premiebetaling wordt verleend zolang de in de vorige volzin bedoelde arbeidsongeschiktheid voortduurt en de aanspraken bestaan en niet premievrij worden gemaakt. De vrijstelling gaat in op de dag als bedoeld in dit lid doch: - niet eerder dan een jaar voor de dag, waarop de verzekeraar een verzoek van de werkgever tot verlening van de vrijstelling heeft ontvangen. Dit verzoek dient vergezeld te gaan van de beslissing van het UWV, waaruit de ingangsdatum van de uitkering en de mate van arbeidsongeschiktheid blijken alsmede een bewijs van de werkgever van de eerste dag van arbeidsongeschiktheid; en - uitsluitend indien de arbeidsovereenkomst tussen de deelnemer en de werkgever gedurende die periode in stand is gebleven. 2
De vrijstelling wordt - naar gelang van de grootte van het arbeidsongeschiktheidspercentage, waarnaar de arbeidsongeschiktheidsuitkering krachtens de WIA dan wel de WAO is berekend - verleend tot de hieronder volgende percentages: Bij een arbeidsongeschiktheidpercentage van: 80 - 100 65 80 55 65 45 55 35 45 035
bedraagt de vrijstelling
100% 72,5% 60% 50% 40% 0%
van de verschuldigde premies van de verschuldigde premies van de verschuldigde premies van de verschuldigde premies van de verschuldigde premies van de verschuldigde premies
Onder verschuldigde premies wordt verstaan: de premies die verschuldigd zouden zijn bij regelmatige voortzetting van de verzekering - na het tijdstip waarop de deelnemer 104 weken aaneensluitend arbeidsongeschikt is in de zin van de WIA dan wel de WAO, of - na het later gelegen moment waarop de loondoorbetalingsverplichting op grond van het Burgerlijk Wetboek eindigt van de op dat tijdstip bestaande verzekering van het onmiddellijk voorafgaand aan dat tijdstip verzekerde bedrag. 3
Zolang de bij aanvang van de vrijstelling bestaande verzekeringen ter dekking van pensioenaanspraken in stand blijven, althans niet premievrij worden gemaakt, expireren, tot uitkering komen of anderszins worden beëindigd, worden in deze verzekeringen - gedurende volledige vrijstelling geen wijzigingen aangebracht, - gedurende gedeeltelijke vrijstelling slechts wijzigingen aangebracht voor het gedeelte van de verzekeringen dat verband houdt met het gedeelte waarvoor de deelnemer niet arbeidsongeschikt is.
4
Het bestaan van arbeidsongeschiktheid en de mate daarvan worden vastgesteld aan de hand van en overeenkomstig een overlegde beslissing van het UWV. Bij de vaststelling hiervan is in geval van een WAO-uitkering door het UWV rekening gehouden met eventuele neveninkomsten.
Pensioenreglement 55+ Tauw 1-1-2010
8
Pensioenreglement 55+ Tauw
Artikel 8
5
Indien na de ingang van de vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid het arbeidsongeschiktheidspercentage wijzigt, zal het pensioen met inachtneming van het in lid 2 bepaalde worden herzien per de datum waarop blijkens de beschikking van het UWV het arbeidsongeschiktheidspercentage wijzigt.
6
Beëindiging van de gehele of gedeeltelijke vrijstelling als gevolg van revalidatie leidt tot de gevolgen omschreven in artikel 'Beëindiging van de arbeidsovereenkomst voor de pensioendatum', tenzij de arbeidsovereenkomst met de werkgever wordt hersteld of in stand blijft.
GEEN OF LAGER RECHT OP VRIJSTELLING VAN PREMIEBETALING BIJ ARBEIDSONGESCHIKTHEID 1
Onverminderd het artikel ‘Aanvaarding van risico’s’ bestaat er geen recht op vrijstelling indien de verzekeraar het arbeidsongeschiktheidsrisico niet heeft geaccepteerd. Indien de verzekeraar het arbeidsongeschiktheidsrisico niet volledig heeft geaccepteerd, bestaat er recht op gedeeltelijke vrijstelling.
2
Onverminderd het artikel ‘Aanvaarding van risico’s’ bestaat er geen recht op (gedeeltelijke) vrijstelling indien het tijdstip, waarop de (gedeeltelijke) vrijstelling zou moeten ingaan, is gelegen -
hetzij na de pensioendatum, hetzij na de dag volgend op de datum waarop de arbeidsovereenkomst tussen de deelnemer en de werkgever is beëindigd.
3
Er bestaat geen recht op (gedeeltelijke) vrijstelling indien de arbeidsongeschiktheid een direct of indirect gevolg is van - hetzij een gewapend conflict, burgeroorlog of opstand; als definitie van deze vormen van molest gelden de definities die voorkomen in de lijst van vormen van molest, die door het Verbond van Verzekeraars in Nederland op 2 november 1981 ter griffie van de rechtbank te ‘s-Gravenhage is gedeponeerd, - hetzij atoomkernreacties, tenzij veroorzaakt door radioactieve nucleïden die zich buiten een kerninstallatie bevinden en gebruikt worden of bestemd zijn om gebruikt te worden voor industriële, commerciële, landbouwkundige, medische, wetenschappelijke of onderwijskundige doeleinden dan wel niet militaire beveiligingsdoeleinden, mits er een door enige overheid afgegeven vergunning (voor zover vereist) van kracht is voor vervaardiging, gebruik, opslag en het zich ontdoen van radioactieve stoffen. Onder ‘kerninstallatie’ wordt verstaan een kerninstallatie in de zin van de Wet aansprakelijkheid kernongevallen, alsmede een kerninstallatie aan boord van een vaartuig, - hetzij opzet of grove schuld van de deelnemer of een bij de verzekering belanghebbende, dan wel van een poging tot zelfmoord van de deelnemer;
4
Er bestaat geen recht op (gedeeltelijke) vrijstelling indien de deelnemer, dan wel de werkgever nalaat inlichtingen of bescheiden te verstrekken, welke de verzekeraar behoeft voor de verlening of handhaving van de vrijstelling, waaronder mede begrepen is een door de werkgever en/of de deelnemer ondertekende verklaring, waaruit blijkt, dat de arbeidsongeschiktheid niet een direct of indirect gevolg is van een in lid 3 genoemde oorzaak;
Pensioenreglement 55+ Tauw 1-1-2010
9
Pensioenreglement 55+ Tauw
Artikel 9
Artikel 10
Artikel 11
5
Er bestaat geen recht op (gedeeltelijke) vrijstelling indien het pensioen premievrij is gemaakt, is geëxpireerd, tot uitkering is gekomen, dan wel anderszins is beëindigd.
6
De leden 7 tot en met 10 van het artikel 6 ‘Geen of lagere uitkering van partner-, en wezenpensioen’ zijn van overeenkomstige toepassing.
INGANG EN EINDE VAN DE PENSIOENEN 1
Het ouderdomspensioen gaat in op de richtpensioendatum van de deelnemer of gewezen deelnemer en wordt aan de deelnemer of gewezen deelnemer uitgekeerd tot de eerste dag van de maand volgend op diens overlijden.
2
Het partnerpensioen gaat in op de eerste dag van de maand waarin de deelnemer of de gewezen deelnemer overlijdt en wordt aan de partner uitgekeerd tot de eerste dag van de maand volgend op diens overlijden.
3
Het wezenpensioen gaat in op de eerste dag van de maand waarin de deelnemer of de gewezen deelnemer overlijdt en wordt aan elk van de kinderen van de deelnemer of de gewezen deelnemer uitgekeerd tot de eerste dag van de maand volgend op de 21ste verjaardag van het kind, dan wel tot de eerste dag van de maand volgend op de overlijdensdatum van het kind, zo deze dag eerder valt. Het wezenpensioen zal voorts worden uitgekeerd met ingang van de eerste dag van de maand, waarin een kind invalide of studerend is in de zin van de Algemene Kinderbijslagwet, doch niet eerder dan met ingang van de eerste dag van de maand, waarin de deelnemer of de gewezen deelnemer overlijdt noch ook eerder dan met ingang van de eerste dag van de maand volgend op de 21ste verjaardag van het kind. De uitkering wordt voortgezet tot de eerste dag van de maand volgend op de 27ste verjaardag van het kind, dan wel tot de eerste dag van de maand volgend op de datum, waarop het kind voordien overlijdt of ophoudt invalide te zijn of te studeren.
BEVOORDELING 1
Voor het ouderdomspensioen is de deelnemer de bevoordeelde.
2
Voor het partnerpensioen is de partner de bevoordeelde.
3
Voor het wezenpensioen is (zijn) het (de) pensioengerechtigde kind(eren) de bevoordeelde(n).
UITBETALING VAN DE PENSIOENEN 1
De verzekerde pensioenen zullen door de verzekeraar in maandelijkse termijnen bij nabetaling worden uitgekeerd.
2
Aangezien de verzekeringen verband houden met een pensioenregeling in de zin van de Wet op de loonbelasting 1964, zal de verzekeraar op alle bedragen, die krachtens deze verzekeringen worden uitgekeerd aan een ander dan de werkgever, de wettelijk voorgeschreven inhoudingen verrichten.
Pensioenreglement 55+ Tauw 1-1-2010
10
Pensioenreglement 55+ Tauw
Artikel 12
3
De verzekeraar heeft het recht, uitbetaling krachtens de verzekeringen afhankelijk te stellen van de overlegging van een naar zijn oordeel voldoend leeftijdsbewijs van de verzekerde personen. Blijkt, dat de leeftijdsopgave voor het sluiten of wijzigen van een verzekering onjuist is geweest, dan wordt het verzekerde bedrag herrekend op basis van de voorziening verzekeringsverplichtingen, opgebouwd uit de betaalde premies, stortingen of koopsommen. Is geen voorziening verzekeringsverplichtingen opgebouwd, dan wordt het verzekerde bedrag herrekend op het bedrag, dat voor de betaalde premies, stortingen of koopsommen naar de juiste leeftijd verzekerd had kunnen worden.
4
De verzekeraar zal elk door hem krachtens de verzekeringen verschuldigd bedrag op zijn hoofdkantoor tegen behoorlijke kwijting betalen aan degene, die uit de over te leggen stukken ten genoegen van de verzekeraar blijkt de rechthebbende te zijn. Deze stukken mogen door de verzekeraar worden behouden. De betaling van verschuldigde bedragen geschiedt in Euro’s.
5
Belastingen op premies, stortingen en koopsommen of op uit te betalen of uitbetaalde bedragen dan wel anderszins ter zake van de verzekeringen geheven of te heffen, komen niet voor rekening van de verzekeraar.
UITRUIL VAN PARTNER- IN OUDERDOMSPENSIOEN 1
De (gewezen) deelnemer kan (een deel van) zijn aanspraak op partnerpensioen voor zover opgebouwd vanaf 1 januari 2002 op de pensioendatum uitruilen voor een aanspraak op hoger ouderdomspensioen. De (gewezen) deelnemer heeft hierbij de keuze om 100%, 75%, 50%, 25% of 0% van de bovengenoemde aanspraak op partnerpensioen uit te ruilen.
2
Indien de (gewezen) deelnemer besluit (een deel van) zijn aanspraak op partnerpensioen uit te ruilen, vervalt (dit deel van) zijn aanspraak op partnerpensioen op de pensioendatum.
3
Uitruil van (een deel van) de aanspraak op partnerpensioen heeft geen invloed op de hoogte van het wezenpensioen.
4
a
b
Op de verhogingen van de aanspraak op partnerpensioen als gevolg van salarisverhogingen na 1 januari 2002 is het uitruilrecht eveneens van toepassing. Op verhogingen van de premievrije aanspraak op partnerpensioen is het uitruilrecht slechts van toepassing voor zover op de premievrije aanspraak op partnerpensioen het uitruilrecht reeds van toepassing is.
5
De (gewezen) deelnemer die (een deel van) zijn aanspraak op partnerpensioen wenst uit te ruilen voor een aanspraak op hoger ouderdomspensioen dient ervoor te zorgen dat het verzoek hiertoe vanaf zes maanden vóór, doch uiterlijk op de pensioendatum door de verzekeraar is ontvangen.
6
De keuze voor uitruil is onherroepelijk en kan slechts éénmalig gedaan worden.
7
De partner van de (gewezen) deelnemer dient het verzoek tot uitruil van de (gewezen) deelnemer mede te ondertekenen.
Pensioenreglement 55+ Tauw 1-1-2010
11
Pensioenreglement 55+ Tauw 8
(Een deel van) de aanspraak op partnerpensioen kan op de pensioendatum aan de hand van de hierna volgende tabel worden omgezet in een verhoging van de aanspraak op ouderdomspensioen.
9
De bij de diverse pensioenleeftijden behorende ruilvoeten zijn: Leeftijd 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70
Ruilvoet 17% 17% 18% 19% 20% 21% 21% 22% 23% 24% 25% 26% 27% 28% 30% 31%
Een ruilvoet van 21% wil zeggen dat voor iedere € 1.000,- partnerpensioen € 210,ouderdomspensioen kan worden verkregen. Komt de leeftijd op de pensioendatum niet overeen met een in de tabel vermelde leeftijd, dan wordt herrekend naar de bij die leeftijd behorende factor. 10
De tabel geldt voor de gehele duur van de per 1 januari 2010 tussen de werkgever en de verzekeraar gesloten uitvoeringsovereenkomst. De tabel is van toepassing op de deelnemers die gedurende deze overeenkomst met pensioen gaan dan wel uit dienst treden en vervolgens binnen de looptijd van deze overeenkomst met pensioen gaan.
11
Na beëindiging van de uitvoeringsovereenkomst geldt voor de (gewezen) deelnemers die daarna met pensioen gaan en wensen uit te ruilen de door de verzekeraar vast te stellen tabel.
12
De verzekeraar heeft het recht de in lid 9 genoemde tabel gedurende de duur van de overeenkomst te wijzigen indien: de herziening geschiedt op grond van een aanwijzing daartoe in wettelijke regelingen of bepalingen; de herziening verband houdt met het van kracht worden of het van kracht zijn van een wettelijke regeling of een wijziging van een wettelijke regeling.
13
Uitruil van partner- in ouderdomspensioen op de pensioendatum vindt plaats nadat een eventuele omzetting van de aanspraken naar een andere pensioendatum dan de richtpensioendatum heeft plaatsgevonden.
Pensioenreglement 55+ Tauw 1-1-2010
12
Pensioenreglement 55+ Tauw
Artikel 13
UITRUIL VAN OUDERDOMS- IN PARTNERPENSIOEN BIJ BEEINDIGING VAN DE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE PENSIOENDATUM 1
Op het tijdstip van beëindiging van de arbeidsovereenkomst voor de pensioendatum, anders dan door diens overlijden terwijl er geen (gedeeltelijke) vrijstelling van premiebetaling is verleend, kan de (gewezen) deelnemer een deel van zijn aanspraak op ouderdomspensioen uitruilen voor een aanspraak op (hoger) partnerpensioen.
2
Indien de deelnemer besluit (een deel van) zijn aanspraak op ouderdomspensioen uit te ruilen, vervalt (dit deel van) zijn aanspraak op ouderdomspensioen.
3
Deze keuze voor uitruil is onherroepelijk en kan slechts éénmalig gedaan worden.
4
Een deel van de aanspraak op ouderdomspensioen kan op het tijdstip van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst voor de pensioendatum aan de hand van de hierna volgende tabel worden omgezet in een aanspraak op partnerpensioen.
5
De bij de diverse leeftijden waarop uitgeruild wordt behorende ruilvoeten zijn:
Ruilvoeten bij richtpensioenleeftijd 65 en rekenrente 3% Leeftijd 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42
Ruilvoet 116% 117% 117% 117% 118% 118% 118% 119% 119% 119% 120% 120% 121% 121% 122% 122% 123% 123% 124% 124% 125% 126%
Leeftijd 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65
Ruilvoet 127% 128% 128% 129% 130% 132% 133% 134% 136% 138% 140% 143% 146% 149% 153% 157% 161% 167% 173% 179% 187% 194% 203%
Een ruilvoet van 116% wil zeggen dat voor iedere € 1.000,- ouderdomspensioen € 1.160,- partnerpensioen kan worden verkregen. 6
Na uitruil van ouderdomspensioen in partnerpensioen zal het partnerpensioen niet meer bedragen dan 70% van het ouderdomspensioen dat resteert na de uitruil van een deel daarvan. Indien een gewezen partner conform het artikel ‘Echtscheiding of beëindiging van het geregistreerd partnerschap of de gezamenlijke huishouding’ een aanspraak op partnerpensioen heeft, bedraagt het partnerpensioen ná uitruil
Pensioenreglement 55+ Tauw 1-1-2010
13
Pensioenreglement 55+ Tauw samen met het partnerpensioen voor de gewezen partner ten hoogste 70% van het ouderdomspensioen dat resteert na de uitruil van een deel daarvan.
Artikel 14
7
De tabel geldt voor de gehele duur van de per 1 januari 2010 tussen de werkgever en de verzekeraar gesloten uitvoeringsovereenkomst. Deze tabel is van toepassing op de deelnemer die gedurende deze periode uit dienst treedt. Na deze periode kan de tabel worden herzien en opnieuw worden vastgesteld voor een bepaalde periode.
8
Verzekeraar heeft het recht de in lid 5 genoemde tabel gedurende de duur van de overeenkomst te wijzigen indien: - de herziening geschiedt op grond van een aanwijzing daartoe in wettelijke regelingen of bepalingen; - de herziening verband houdt met het van kracht worden of het van kracht zijn van een wettelijke regeling of een wijziging van een wettelijke regeling.
UITRUIL VAN OUDERDOMS- IN PARTNERPENSIOEN OP DE PENSIOENDATUM 1
De (gewezen) deelnemer kan een deel van zijn aanspraak op ouderdomspensioen op de pensioendatum uitruilen voor een aanspraak op (hoger) partnerpensioen.
2
Indien de (gewezen) deelnemer besluit een deel van zijn aanspraak op ouderdomspensioen uit te ruilen, vervalt dit deel van zijn aanspraak op ouderdomspensioen.
3
Indien de gewezen deelnemer het ouderdomspensioen eerder laat ingaan dan de richtpensioendatum dan geldt het volgende. Overlijdt de (gewezen) deelnemer vóór de richtpensioendatum, dan gaat het partnerpensioen bij overlijden vóór de richtpensioendatum in op de eerste dag van de maand waarin gewezen deelnemer overlijdt. Overlijdt de (gewezen) deelnemer op of ná de richtpensioendatum, dan gaat het levenslang partnerpensioen in op de eerste dag van de maand waarin de gewezen deelnemer overlijdt. Het partnerpensioen bij overlijden vóór de richtpensioendatum of het levenslang partnerpensioen wordt aan de partner uitgekeerd tot de eerste dag van de maand volgend op diens overlijden.
4
De (gewezen) deelnemer die een deel van zijn aanspraak op ouderdomspensioen wenst uit te ruilen voor een aanspraak op (hoger) partnerpensioen dient ervoor te zorgen dat het schriftelijk verzoek hiertoe uiterlijk zes maanden vóór de pensioendatum door de verzekeraar is ontvangen.
5
Deze keuze voor uitruil is onherroepelijk en kan slechts éénmalig gedaan worden.
6
Een deel van de aanspraak op ouderdomspensioen kan op de pensioendatum aan de hand van de hierna volgende tabel worden omgezet in een aanspraak op partnerpensioen.
7
De bij de diverse pensioenleeftijden horende ruilvoeten zijn: Leeftijd 55 56 57 58 59 60
Ruilvoet 306% 293% 281% 270% 259% 248%
Pensioenreglement 55+ Tauw 1-1-2010
14
Pensioenreglement 55+ Tauw
Leeftijd 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70
Ruilvoet 238% 228% 219% 211% 203% 185% 168% 152% 137% 123%
Een ruilvoet van 203% wil zeggen dat voor iedere € 1.000,- ouderdomspensioen € 2.030,- partnerpensioen kan worden verkregen. Komt de leeftijd op de pensioendatum niet overeen met een in de tabel vermelde leeftijd, dan wordt herrekend naar de bij die leeftijd horende factor.
Artikel 15
8
Na uitruil van ouderdomspensioen in partnerpensioen zal het partnerpensioen 70%, 52,5%, 35% of 17,5% van het ouderdomspensioen bedragen dat resteert na de uitruil van een deel daarvan.
9
De tabel geldt voor de gehele duur van de per 1 januari 2010 tussen werkgever en de verzekeraar gesloten overeenkomst. De tabel is van toepassing op de deelnemers die gedurende deze overeenkomst met pensioen gaan dan wel uit dienst treden en vervolgens binnen de looptijd van deze overeenkomst met pensioen gaan.
10
Na beëindiging van deze overeenkomst geldt voor de (gewezen) deelnemers die daarna met pensioen gaan en wensen uit te ruilen de door de verzekeraar vast te stellen tabel.
11
De verzekeraar heeft het recht de in lid 7 genoemde tabel gedurende de duur van de overeenkomst te wijzigen indien: de herziening geschiedt op grond van een aanwijzing daartoe in wettelijke regelingen of bepalingen; de herziening verband houdt met het van kracht worden of het van kracht zijn van een wettelijke regeling of een wijziging van een wettelijke regeling.
12
Uitruil van ouderdoms- in partnerpensioen op de pensioendatum vindt plaats nadat een eventuele omzetting van de aanspraken naar een andere pensioendatum dan de richtpensioendatum heeft plaatsgevonden.
VERVROEGING VAN DE PENSIOENDATUM 1
De (gewezen) deelnemer kan het ouderdomspensioen binnen de flexperiode op een vroeger tijdstip dan de richtpensioendatum laten ingaan.
2
Gebruikmaking van de mogelijkheid van vervroeging is onherroepelijk en kan slechts éénmalig gedaan worden.
3
Voor de deelnemer wordt per de vervroegde pensioendatum conform het artikel 'Beëindiging van de arbeidsovereenkomst voor de pensioendatum' van dit pensioenreglement een tijdsevenredig ouderdomspensioen en partnerpensioen vastgesteld. Het tijdsevenredig partnerpensioen wordt door de vervroeging niet aangepast. Pensioenreglement 55+ Tauw 1-1-2010
15
Pensioenreglement 55+ Tauw
4
Voor de (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte deelnemer aan wie conform het artikel ‘Vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid’ door de verzekeraar in verband met arbeidsongeschiktheid vrijstelling van premiebetaling is verleend en die het ouderdomspensioen wenst te vervroegen, wordt conform het artikel 'Beëindiging van de arbeidsovereenkomst voor de pensioendatum' van dit pensioenreglement per de vervroegde pensioendatum een premievrij ouderdomspensioen vastgesteld. In het in het onderhavige artikel genoemde geval dient in de leden 3 en 5 in plaats van het woord ‘tijdsevenredig’ gelezen te worden ‘premievrij’. De aanspraken op ouderdomspensioen welke na de vervroegde pensioendatum uit hoofde van de verleende vrijstelling van premiebetaling worden opgebouwd gaan in op de richtpensioendatum.
5
Indien van de mogelijkheid van vervroeging van de pensioendatum gebruik gemaakt wordt, wordt het bereikte tijdsevenredige ouderdomspensioen aan de hand van de in de hierna volgende tabel vermelde factoren voor ouderdomspensioen herrekend naar een direct op de vervroegde pensioendatum ingaand ouderdomspensioen. De periode van vervroeging dient in volle maanden te worden vastgesteld en bedraagt ten minste zes maanden. Leeftijd vervroegde pensioendatum 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65
Vervroegingsfactor
0,455 0,487 0,523 0,562 0,606 0,654 0,707 0,767 0,835 0,908 --
Een vervroegingsfactor van 0,654 wil zeggen dat voor iedere € 1.000,ouderdomspensioen op de richtpensioendatum € 654,- ouderdomspensioen op de pensioendatum verkregen kan worden. Komt de vervroegde pensioendatum niet overeen met een in de tabel vermelde leeftijd, dan wordt herrekend naar de bij die leeftijd behorende factor. 6
De deelnemer die van de in lid 1 genoemde mogelijkheid van vervroeging gebruik wil maken, dient ten behoeve daarvan vanaf een jaar voorafgaande aan de gewenste pensioendatum met de werkgever schriftelijk beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst overeen te komen, dan wel de arbeidsovereenkomst schriftelijk op te zeggen en dit schriftelijk, uiterlijk zes maanden voor de gewenste pensioendatum bij de verzekeraar te melden. Tevens dient de (gewezen) deelnemer die van de in lid 1 genoemde mogelijkheid van vervroeging gebruik wil maken, uiterlijk zes maanden voor de gewenste pensioendatum, schriftelijk aan de verzekeraar te verklaren dat hij vanaf de gewenste pensioendatum geen arbeidsovereenkomst heeft en geen nieuwe arbeidsovereenkomst meer aan zal gaan.
Pensioenreglement 55+ Tauw 1-1-2010
16
Pensioenreglement 55+ Tauw
Artikel 16
7
De in dit artikel genoemde tabel geldt voor de gehele duur van de per 1 januari 2010 tussen de werkgever en de verzekeraar gesloten uitvoeringsovereenkomst. De tabel is van toepassing op de deelnemers die gedurende deze overeenkomst met pensioen gaan dan wel uit dienst treden en vervolgens binnen de looptijd van deze overeenkomst met pensioen gaan.
8
Na beëindiging van de uitvoeringsovereenkomst geldt voor de (gewezen) deelnemers die daarna met pensioen gaan en van de in lid 1 genoemde mogelijkheid van vervroeging gebruik willen maken de door de verzekeraar vast te stellen tabel.
9
De verzekeraar heeft het recht de in lid 5 genoemde tabel gedurende de duur van de uitvoeringsovereenkomst te wijzigen indien: - de herziening geschiedt op grond van een aanwijzing daartoe in wettelijke regelingen of bepalingen; - de herziening verband houdt met het van kracht worden of het van kracht zijn van een wettelijke regeling of een wijziging van een wettelijke regeling.
UITSTEL VAN DE PENSIOENDATUM 1
De deelnemer kan het ouderdomspensioen binnen de flexperiode op een later tijdstip dan de richtpensioendatum laten ingaan, mits tot dat tijdstip de arbeidsovereenkomst met de werkgever in stand blijft.
2
Gebruikmaking van de mogelijkheid van uitstel is onherroepelijk en kan slechts éénmalig gedaan worden.
3
Indien van de mogelijkheid van uitstel van de pensioendatum gebruik gemaakt wordt, zal dit uitsluitend leiden tot herrekening van de tot op de richtpensioendatum opgebouwde aanspraken op ouderdomspensioen. De aanspraken op het partnerpensioen worden niet aangepast. Over de diensttijd na de richtpensioendatum vindt geen verdere pensioenopbouw plaats.
4
Het op de richtpensioendatum conform artikel 'Beëindiging van de arbeidsovereenkomst voor de pensioendatum' vastgestelde ouderdomspensioen wordt aan de hand van de hierna volgende tabel herrekend naar een op de uitgestelde pensioendatum ingaand ouderdomspensioen. De periode van uitstel dient in volle maanden te worden vastgesteld en bedraagt tenminste zes maanden. Leeftijd uitgestelde pensioendatum 65 66 67 68 69 70
Uitstelfactor
-1,082 1,187 1,307 1,444 1,603
Een uitstelfactor van 1,082 wil zeggen dat voor iedere € 1.000,ouderdomspensioen op de richtpensioendatum € 1.082,- ouderdomspensioen op de pensioendatum verkregen kan worden.
Pensioenreglement 55+ Tauw 1-1-2010
17
Pensioenreglement 55+ Tauw
Komt de uitgestelde pensioendatum niet overeen met een in de tabel vermelde leeftijd, dan wordt herrekend naar de bij die leeftijd horende factor.
Artikel 17
5
Indien het ouderdomspensioen vermeerderd met de uitkering uit hoofde van de Algemene ouderdomswet bij uitstel na de 65-jarige leeftijd van de deelnemer 100% van het pensioengevend salaris bedraagt, dient de uitkering direct in te gaan.
6
Indien de arbeidsovereenkomst met de werkgever na de richtpensioendatum maar vóór het bereiken van de pensioendatum wordt beëindigd, wordt het ouderdomspensioen herrekend naar een op de datum van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst direct ingaand ouderdomspensioen.
7
De deelnemer die van de in lid 1 genoemde mogelijkheid van uitstel gebruik wil maken, dient vanaf een jaar voorafgaande aan de richtpensioendatum voortzetting van de arbeidsovereenkomst tot de pensioendatum schriftelijk met de werkgever overeen te komen en dit schriftelijk, uiterlijk zes maanden voor de richtpensioendatum bij de verzekeraar te melden, onder vermelding van de overeengekomen pensioendatum.
8
De in dit artikel genoemde tabel geldt voor de gehele duur van de per 1 januari 2010 tussen de werkgever en de verzekeraar gesloten overeenkomst. De tabel is van toepassing op de deelnemers die gedurende deze overeenkomst met pensioen gaan.
9
Na beëindiging van de uitvoeringsovereenkomst geldt voor de deelnemers die daarna met pensioen gaan en van de in lid 1 genoemde mogelijkheid van uitstel gebruik willen maken de door de verzekeraar vast te stellen tabel.
10
De verzekeraar heeft het recht de in lid 4 genoemde tabel gedurende de duur van de uitvoeringsovereenkomst te wijzigen indien: - de herziening geschiedt op grond van een aanwijzing daartoe in wettelijke regelingen of bepalingen; - de herziening verband houdt met het van kracht worden of het van kracht zijn van een wettelijke regeling of een wijziging van een wettelijke regeling.
DEELTIJDPENSIONERING 1
De deelnemer kan zijn ouderdomspensioen gedeeltelijk tot uitkering laten komen indien dit samenhangt met een vermindering van de arbeidsduur. De deelnemer heeft hierbij de keuze of hij zijn ouderdomspensioen a vanaf de deeltijdpensioendatum tot de richtpensioendatum, dan wel b vanaf de richtpensioendatum tot de pensioendatum gedeeltelijk tot uitkering laat komen.
2
Gebruikmaking van de mogelijkheid van deeltijdpensionering is onherroepelijk en kan slechts éénmalig geschieden.
3
De deelnemer dient minimaal zes maanden voorafgaande aan - de deeltijdpensioendatum indien de deelnemer heeft gekozen voor de mogelijkheid zoals genoemd in lid 1 sub a, dan wel - de richtpensioendatum indien de deelnemer heeft gekozen voor de mogelijkheid zoals genoemd in lid 1 sub b schriftelijk met de werkgever gedeeltelijke voortzetting van zijn arbeidsovereenkomst te zijn overeengekomen. Pensioenreglement 55+ Tauw 1-1-2010
18
Pensioenreglement 55+ Tauw
Daarbij dient de deelnemer aan te geven - wat de gewenste deeltijdpensioendatum dan wel de gewenste pensioendatum is en - of hij voor 20%, 40%, 60% of 80% van het normale aantal arbeidsuren per week met deeltijdpensioen wil gaan. De deelnemer dient dit tevens schriftelijk, uiterlijk zes maanden voor de deeltijdpensioendatum respectievelijk de richtpensioendatum bij de verzekeraar te melden. De periode van deeltijdpensionering dient in volle maanden te worden vastgesteld, bedraagt minimaal zes maanden en eindigt op - de richtpensioendatum indien de deelnemer heeft gekozen voor de mogelijkheid zoals genoemd in lid 1 sub a, dan wel - de pensioendatum indien de deelnemer heeft gekozen voor de mogelijkheid zoals genoemd in lid 1 sub b. 4
Indien de deelnemer heeft gekozen voor de mogelijkheid zoals genoemd in lid 1 sub a wordt op de deeltijdpensioendatum conform het bepaalde in het artikel ‘Beëindiging van de arbeidsovereenkomst voor de pensioendatum’ het tijdsevenredige ouderdomspensioen, partnerpensioen en wezenpensioen vastgesteld en voor het gedeelte van het ouderdomspensioen dat voor de richtpensioendatum ingaat wordt de herrekening naar een direct op de deeltijdpensioendatum ingaand ouderdomspensioen bepaald conform het artikel ‘Vervroeging van de pensioendatum.’ Indien de deelnemer heeft gekozen voor de mogelijkheid zoals genoemd in lid 1 sub b wordt op de richtpensioendatum conform het bepaalde in het artikel ‘Beëindiging van de arbeidsovereenkomst voor de pensioendatum’ het tijdsevenredige ouderdomspensioen, partnerpensioen en wezenpensioen vastgesteld en voor het gedeelte van het ouderdomspensioen dat niet op de richtpensioendatum ingaat wordt de herrekening naar een op de uitgestelde pensioendatum ingaand ouderdomspensioen bepaald conform het artikel ‘Uitstel van de pensioendatum.’
Artikel 18
5
Na gebruikmaking van de mogelijkheid zoals genoemd in lid 1 sub a gaat het ouderdomspensioen volledig in op de richtpensioendatum. Na gebruikmaking van de mogelijkheid zoals genoemd in lid 1 sub b gaat het ouderdomspensioen volledig in op de pensioendatum.
6
De deelnemer voor wie het bepaalde in het artikel ‘Vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid’ van toepassing is, kan voor het gedeelte van de aanspraken waarvoor vrijstelling van premiebetaling is verleend, geen gebruik maken van de mogelijkheid van lid 1.
HOOG-LAAG OUDERDOMSPENSIOEN 1
De (gewezen) deelnemer kan het ouderdomspensioen vanaf de (deeltijd) pensioendatum in twee tijdvakken in hoogte laten variëren.
Pensioenreglement 55+ Tauw 1-1-2010
19
Pensioenreglement 55+ Tauw
2
De (gewezen) deelnemer dient uiterlijk zes maanden direct voorafgaand aan de (deeltijd)pensioendatum de verzekeraar schriftelijk mede te delen of hij van de in lid 1 genoemde mogelijkheid gebruik wenst te maken. De (gewezen) deelnemer dient daarbij aan te geven welke verhouding dient te bestaan tussen de uitkering van het ouderdomspensioen in het eerste en in het tweede tijdvak, zonder rekening te houden met de aanpassingen. De aanspraken op het partnerpensioen worden niet aangepast.
3
De laagste uitkering van het ouderdomspensioen bedraagt 75%, 80%, 85%, 90% of 95% van de hoogste uitkering van ouderdomspensioen.
4
Het eerste tijdvak dient in hele maanden te worden vastgesteld en bedraagt 5 of 10 jaar.
5
Vaststelling van het in hoogte variërend ouderdomspensioen geschiedt door omrekening per de (deeltijd) pensioendatum van het ouderdomspensioen aan de hand van de hierna volgende tabellen. Tabel voor de eerste periode hoog en de tweede periode laag ouderdomspensioen In de verhouding
Pensioenleeftijd
Factor bij een eerste tijdvak van 5 jaar
10 jaar
55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70
1,189 1,186 1,184 1,182 1,179 1,176 1,173 1,170 1,167 1,163 1,159 1,155 1,151 1,147 1,142 1,137
1,121 1,118 1,115 1,111 1,108 1,104 1,100 1,096 1,092 1,087 1,083 1,078 1.073 1,068 1,063 1,059
55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70
1,140 1,138 1,137 1,135 1,133 1,131 1,129 1,126 1,124 1,121 1,118 1,115 1,112 1,109 1,105 1,102
1,092 1,090 1,087 1,085 1,082 1,079 1,076 1,073 1,070 1,066 1,063 1,059 1,055 1,052 1,048 1,044
100: 75
100: 80
Pensioenreglement 55+ Tauw 1-1-2010
20
Pensioenreglement 55+ Tauw
Tabel voor de eerste periode hoog en de tweede periode laag ouderdomspensioen In de verhouding
Pensioenleeftijd
Factor bij een eerste tijdvak van 5 jaar
10 jaar
55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70
1,095 1,094 1,093 1,092 1,090 1,089 1,087 1,086 1,084 1,082 1,080 1,078 1,076 1,074 1,071 1,069
1,065 1,063 1,061 1,059 1,057 1,055 1,053 1,051 1,049 1,046 1,044 1,041 1,038 1,036 1,033 1,030
55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70
1,054 1,053 1,053 1,052 1,051 1,050 1,049 1,048 1,047 1,046 1,045 1,043 1,042 1,040 1,039 1,037
1,039 1,038 1,036 1,035 1,034 1,033 1,031 1,030 1,028 1,027 1,025 1,023 1,022 1,020 1,018 1,016
100: 85
100: 90
Tabel voor de eerste periode hoog en de tweede periode laag ouderdomspensioen In de verhouding
Pensioenleeftijd
Factor bij een eerste tijdvak van 5 jaar
10 jaar
1,016 1,015 1,015 1,015 1,014 1,014 1,013 1,013 1,012 1,012 1,011 1,011 1,010
1,014 1,013 1,013 1,012 1,012 1,011 1,010 1,010 1,009 1,008 1,007 1,006 1,006
100: 95 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67
Pensioenreglement 55+ Tauw 1-1-2010
21
Pensioenreglement 55+ Tauw 68 69 70
1,009 1,009 1,008
1,005 1,004 1,003
Indien gekozen wordt voor de verhouding 100:75 betekent een factor van 1,170 dat in het eerste tijdvak 117,0% van het oorspronkelijk verzekerd ouderdomspensioen wordt uitgekeerd en in het tweede tijdvak 75% van het ouderdomspensioen in het eerste tijdvak. (€ 1.000,- ouderdomspensioen wordt na aanpassing in het eerst tijdvak € 1.170,- ouderdomspensioen en in het tweede tijdvak € 878,ouderdomspensioen). Komt de leeftijd op de pensioendatum niet overeen met een in de tabel vermelde leeftijd, dan wordt herrekend naar de bij die leeftijd horende factor. Tabel voor de eerste periode laag en de tweede periode hoog ouderdomspensioen In de verhouding
Pensioenleeftijd
Factor bij een eerste tijdvak van 5 jaar
10 jaar
55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70
0,802 0,803 0,804 0,805 0,806 0,807 0,808 0,809 0,811 0,812 0,814 0,815 0,818 0,820 0,821 0,824
0,849 0,851 0,853 0,855 0,857 0,859 0,861 0,864 0,866 0,869 0,872 0,875 0,879 0,833 0,887 0,890
55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70
0,844 0,844 0,845 0,846 0,847 0,848 0,849 0,850 0,851 0,852 0,854 0,855 0,857 0,858 0,860 0,862
0,882 0,884 0,886 0,887 0,889 0,890 0,892 0,894 0,896 0,898 0,901 0,903 0,906 0,909 0,912 0,915
75: 100
80: 100
Pensioenreglement 55+ Tauw 1-1-2010
22
Pensioenreglement 55+ Tauw
Tabel voor de eerste periode laag en de tweede periode hoog ouderdomspensioen In de verhouding
Pensioenleeftijd
Factor bij een eerste tijdvak van 5 jaar
10 jaar
55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70
0,884 0,885 0,886 0,886 0,887 0,887 0,888 0,889 0,890 0,891 0,892 0,893 0,894 0,896 0,897 0,898
0,914 0,915 0,916 0,917 0,919 0,920 0,921 0,923 0,925 0,927 0,928 0,930 0,932 0,934 0,937 0,939
55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70
0,924 0,924 0,924 0,925 0,925 0,926 0,927 0,927 0,928 0,929 0,929 0,930 0,931 0,932 0,932 0,933
0,944 0,945 0,946 0,947 0,947 0,948 0,949 0,950 0,951 0,952 0,953 0,955 0,956 0,958 0,959 0,960
85: 100
90: 100
Tabel voor de eerste periode hoog en de tweede periode laag ouderdomspensioen In de verhouding
Pensioenleeftijd
Factor bij een eerste tijdvak van 5 jaar
10 jaar
0,962 0,962 0,963 0,963 0,963 0,963 0,964 0,964 0,964 0,965 0,965
0,973 0,973 0,974 0,974 0,975 0,975 0,976 0,976 0,977 0,977 0,978
95: 100 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65
Pensioenreglement 55+ Tauw 1-1-2010
23
Pensioenreglement 55+ Tauw 66 67 68 69 70
0,965 0,966 0,966 0,967 0,967
0,978 0,979 0,979 0,980 0,981
Indien gekozen wordt voor de verhouding 75:100 betekent een factor van 0,809 dat in het eerste tijdvak 80,9% van het oorspronkelijk verzekerd ouderdomspensioen wordt uitgekeerd en in het tweede tijdvak 100/75 van het ouderdomspensioen in het eerste tijdvak. (€ 1.000,- ouderdomspensioen wordt na aanpassing in het eerst tijdvak € 809,- ouderdomspensioen en in het tweede tijdvak € 1.079,- ouderdomspensioen). Komt de leeftijd en/of duur van het eerste tijdvak op de pensioendatum niet overeen met een in de tabel vermelde leeftijd en/of duur, dan wordt herrekend naar de bij die leeftijd en/of duur horende factor. 6
Indien het ouderdomspensioen ingaat voordat de (gewezen) deelnemer de leeftijd van 65 jaar bereikt, mag de (gewezen) deelnemer de uitkering voor en na 65 jaar buiten de verhouding 100:75 laten variëren. Het bepaalde in lid 4 is dan niet van toepassing. De verhoging mag ten hoogste gelijk zijn aan tweemaal de AOW-uitkering voor een gehuwde, inclusief vakantietoeslag. Bij de bepaling van de AOW-uitkering wordt rekening gehouden met het aantal jaren dat de (gewezen) deelnemer tot de 65jarige leeftijd verzekerd is op grond van de AOW. Deze verhoging eindigt op de eerste van de maand waarin de (gewezen) deelnemer de 65-jarige leeftijd bereikt. Voor de omzetting wordt de factor uit de volgende tabel gehanteerd die hoort bij de ingangsdatum in maanden nauwkeurig van het ouderdomspensioen. Leeftijd vervroegde pensioendatum 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64
factor 1,863 1,980 2,129 2,321 2,579 2,943 3,492 4,411 6,255 11,803
Een factor van 2,943 wil zeggen dat voor iedere € 1.000,- ouderdomspensioen op de pensioendatum een ouderdomspensioen van € 2.943,- tot 65 jaar kan worden verkregen. Komt de vervroegde pensioendatum niet overeen met een in de tabel vermelde leeftijd, dan wordt herrekend naar de bij die leeftijd horende factor. 7
De keuze om het ouderdomspensioen vanaf de (deeltijd) pensioendatum in hoogte te laten variëren is onherroepelijk en kan slechts éénmalig gedaan worden.
8
Omzetting van het ouderdomspensioen vanaf de (deeltijd)pensioendatum in hoogte variërend ouderdomspensioen vindt plaats nadat: - een eventuele omzetting van de aanspraken naar een andere pensioendatum dan de richtpensioendatum - een eventuele omzetting van partnerpensioen in ouderdomspensioen - een eventuele omzetting van ouderdomspensioen in partnerpensioen heeft plaatsgevonden. Pensioenreglement 55+ Tauw 1-1-2010
24
Pensioenreglement 55+ Tauw
Artikel 19
Artikel 20
9
De in dit artikel genoemde tabellen gelden voor de gehele duur van de per 1 januari 2010 tussen de werkgever en de verzekeraar gesloten uitvoeringsovereenkomst. De tabellen zijn van toepassing op de deelnemers die gedurende deze overeenkomst met pensioen gaan dan wel uit dienst treden en vervolgens binnen de looptijd van deze overeenkomst met pensioen gaan.
10
Na beëindiging van de uitvoeringsovereenkomst geldt voor de (gewezen) deelnemers die daarna met pensioen gaan en van het in lid 1 genoemde recht gebruik willen maken de door de verzekeraar vast te stellen tabellen.
11
De verzekeraar heeft het recht de tabellen gedurende de duur van de uitvoeringsovereenkomst te wijzigen indien: - de herziening geschiedt op grond van een aanwijzing daartoe in wettelijke regelingen of bepalingen; - de herziening verband houdt met het van kracht worden of het van kracht zijn van een wettelijke regeling of een wijziging van een wettelijke regeling.
BEËINDIGING VAN DE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE PENSIOENDATUM 1
Indien de arbeidsovereenkomst tussen de werkgever en een deelnemer voor de pensioendatum wordt beëindigd anders dan door overlijden van de deelnemer, en voor zover geen (gedeeltelijke) vrijstelling van premiebetaling is verleend voor de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, geldt het in dit artikel bepaalde.
2
Voor de gewezen deelnemer wordt een premievrij ouderdoms-, partneren wezenpensioen vastgesteld, op voet van de tot dan voor (en door) de deelnemer betaalde bijdragen.
3
De verzekeraar stelt vervolgens de hoogte vast van een tijdsevenredig ouderdoms-, partner- en wezenpensioen. Daaronder wordt verstaan het verschil tussen: a het pensioen verzekerd op het tijdstip van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst en b het pensioen, dat verkregen zou worden indien de deelnemer op het tijdstip van beëindiging van de arbeidsovereenkomst in de pensioenregeling zou worden opgenomen, een en ander berekend op basis van de gegevens per de datum van beëindiging van de arbeidsovereenkomst.
4
Indien het tijdsevenredig pensioen minder bedraagt dan het premievrije pensioen verkrijgt de gewezen deelnemer aanspraak op het tijdsevenredig pensioen.
5
Indien het tijdsevenredig pensioen meer bedraagt dan het premievrije pensioen zal de werkgever het verschil financieren door middel van een éénmalige koopsom. De gewezen deelnemer verkrijgt dan aanspraak op het tijdsevenredig pensioen.
WAARDEOVERDRACHT 1
De deelnemer heeft het recht pensioenaanspraken uit een vorige arbeidsovereenkomst in te brengen in de pensioenregeling van de werkgever door middel van waardeoverdracht indien de vorige deelname aan een pensioenregeling op of na 8 juli 1994 is beëindigd. De deelnemer heeft het recht de waarde van pensioenaanspraken uit een beroepspensioenfonds in te brengen in de pensioenregeling van de werkgever door middel van waardeoverdracht indien de vorige deelname aan het beroepspensioenfonds op of na 1 januari 2006 is beëindigd. Pensioenreglement 55+ Tauw 1-1-2010
25
Pensioenreglement 55+ Tauw
De deelnemer heeft het recht de waarde van pensioenaanspraken van een pensioeninstelling uit een andere lidstaat of een verzekeraar met zetel buiten Nederland in te brengen in de pensioenregeling van de werkgever door middel van waardeoverdracht indien de vorige deelname aan pensioenregeling in een lidstaat op of na 1 januari 2007 is beëindigd, mits: de partner die begunstigde is voor de aanspraak op partnerpensioen instemt met de overdracht van de waarde van die aanspraak; geen voorwaarden in verband met de waardeoverdracht worden gesteld die in strijd zijn met Nederlandse wetten. Onder lidstaat wordt hier verstaan: een lidstaat van de Europese Unie alsmede een staat, niet zijnde een lidstaat van de Europese Unie, die partij is bij de Overeenkomst betreffende Europese Economische Ruimte. De deelnemer dient zich daartoe binnen zes maanden na opname in de pensioenregeling bij de verzekeraar te melden. Indien de deelnemer van zijn recht gebruik maakt, zal de waardeoverdracht geschieden per de datum van aanvang van het deelnemerschap. Op de waardeoverdracht zijn de wettelijke bepalingen omtrent waardeoverdracht van toepassing.
Artikel 21
2
De overdrachtswaarde van de in te brengen pensioenaanspraken zal worden aangewend voor extra pensioenaanspraken conform de onderhavige pensioenregeling met inachtneming van de reken- en procedureregels zoals opgenomen in het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Regeling Pensioenwet.
3
Indien de arbeidsovereenkomst van de deelnemer voor de pensioendatum wordt beëindigd anders dan door overlijden van de deelnemer heeft de gewezen deelnemer het recht de premievrije pensioenaanspraken die hij jegens de verzekeraar heeft behouden, om te laten zetten in pensioenaanspraken jegens de pensioenuitvoerder (pensioenfonds of verzekeraar) van een nieuwe werkgever of de nieuwe beroepspensioenregeling waarin de gewezen deelnemer gaat deelnemen. Bij omzetting van partnerpensioen dient de echtgenoot of partner toestemming te verlenen. De gewezen deelnemer die overweegt van dit recht gebruik te maken, dient zich binnen zes maanden na opname in de pensioenregeling van de nieuwe werkgever, bij de pensioenuitvoerder van de nieuwe werkgever te melden. Indien de gewezen deelnemer gebruik maakt van zijn recht op waardeoverdracht, zal de waardeoverdracht plaats vinden volgens de wettelijke bepalingen omtrent waardeoverdracht.
ECHTSCHEIDING OF BEEINDIGING VAN HET GEREGISTREERD PARTNERSCHAP OF VAN DE GEZAMENLIJKE HUISHOUDING 1
Ontbinding van een voor de pensioendatum gesloten huwelijk van een (gewezen) deelnemer door echtscheiding of na scheiding van tafel en bed of beëindiging van het geregistreerd partnerschap leidt, behoudens het hieronder sub C bepaalde, per de datum, waarop de desbetreffende beschikking respectievelijk de datum waarop een door beide partners ondertekende verklaring of rechterlijke uitspraak wordt ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand, ten aanzien van de pensioenen van de (gewezen) deelnemer tot de hieronder omschreven gevolgen: A. Indien de beschikking, dan wel een door beide partners ondertekende verklaring of rechterlijke uitspraak wordt ingeschreven tijdens de arbeidsovereenkomst tussen de verzekeringnemer en de deelnemer, heeft de gewezen echtgenoot of
Pensioenreglement 55+ Tauw 1-1-2010
26
Pensioenreglement 55+ Tauw
partner aanspraak op het deel van het partnerpensioen, waar die gewezen echtgenoot of partner aanspraak op zou hebben, als op de datum van inschrijving van de beschikking, respectievelijk de datum waarop een door beide partners ondertekende verklaring of rechterlijke uitspraak wordt ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand de arbeidsovereenkomst tussen de werkgever en de deelnemer zou zijn beëindigd anders dan door het bereiken van de pensioendatum of het overlijden van de deelnemer. Hierop wordt in mindering gebracht het deel van het partnerpensioen, waarop ingevolge deze bepaling een eventueel eerder van de deelnemer gescheiden echtgenoot of gewezen partner aanspraak heeft. Wanneer de ontbinding van het huwelijk, dan wel de beëindiging van het geregistreerd partnerschap aan de verzekeraar is medegedeeld, verstrekt deze de gewezen echtgenoot of partner een schriftelijke opgave ter zake van het gedeelte van het partnerpensioen waarop de gewezen echtgenoot of partner aanspraak heeft. B. Indien de beschikking, dan wel een door beide partners ondertekende verklaring of rechterlijke uitspraak wordt ingeschreven na beëindiging van de arbeidsovereenkomst tussen de verzekeringnemer en de deelnemer, krijgt de gewezen echtgenoot of partner medeverzekerde aanspraak op het partnerpensioen dat op de datum van inschrijving aanwezig is. Hierop wordt in mindering gebracht het deel van het partnerpensioen, waarop ingevolge de eerste alinea van het hierboven sub A bepaalde een eventueel eerder van de gewezen deelnemer gescheiden echtgenoot of partner aanspraak heeft. Wanneer de ontbinding van het huwelijk, dan wel de beëindiging van het geregistreerd partnerschap aan de verzekeraar is medegedeeld, verstrekt deze de gewezen echtgenoot of partner een schriftelijke opgave ter zake van het partnerpensioen waarop de gewezen echtgenoot of partner aanspraak heeft gegeven. Het op deze opgave vermelde bedrag van het partnerpensioen is vastgesteld met inachtneming van de laatste alinea van het hierboven sub A bepaalde. C. De in het bovenstaande omschreven gevolgen treden niet in, indien de (gewezen) deelnemer en diens echtgenoot bij huwelijkse voorwaarden of bij echtscheidingsconvenant anders overeenkomen, dan wel indien de (gewezen) deelnemer en diens partner bij voorwaarden van partnerschap of bij een overeenkomst met het oog op beëindiging van het partnerschap anders overeenkomen. Aan de overeenkomst moet een verklaring van de verzekeraar zijn gehecht, waarin deze verklaart dat hij bereid is een uit de afwijking voortvloeiend pensioenrisico te dekken. 2
Indien de gezamenlijke huishouding anders dan door overlijden van de (gewezen) deelnemer wordt beëindigd, is de hierboven beschreven regeling betreffende echtscheiding en beëindiging van het geregistreerd partnerschap van overeenkomstige toepassing.
3
Als einddatum van de gezamenlijke huishouding geldt de in een aan de werkgever gerichte schriftelijke verklaring van de (gewezen) deelnemer en diens partner opgenomen datum van beëindiging van de gezamenlijke huishouding.
Pensioenreglement 55+ Tauw 1-1-2010
27
Pensioenreglement 55+ Tauw
Artikel 22
AFKOOP VAN KLEINE PENSIOENEN 1
a
De verzekeraar heeft vanaf twee jaar na beëindiging van het deelnemerschap het recht om zonder instemming van de gewezen deelnemer de aanspraak op ouderdomspensioen, partnerpensioen en wezenpensioen binnen zes maanden af te kopen. De verzekeraar heeft dit recht indien twee jaar na beëindiging van het deelnemerschap het ouderdomspensioen per jaar minder bedraagt dan het bedrag dat de Pensioenwet noemt voor de afkoop van kleine pensioenen.
b
De verzekeraar heeft vanaf de datum van - echtscheiding, of - beëindiging van het huwelijk na scheiding van tafel en bed, of - beëindiging van het geregistreerd partnerschap anders dan door omzetting in een huwelijk met dezelfde partner, of - beëindiging van de gezamenlijke huishouding het recht om zonder instemming van de gewezen partner het bijzonder partnerpensioen binnen zes maanden af te kopen. De verzekeraar heeft dit recht indien het bijzonder partnerpensioen dat is opgebouwd op de datum van echtscheiding of beëindiging van het huwelijk na scheiding van tafel en bed of het geregistreerd partnerschap, anders dan door omzetting in een huwelijk met dezelfde partner of de gezamenlijke huishouding per jaar minder bedraagt dan het bedrag dat de Pensioenwet noemt voor de afkoop van kleine pensioenen.
c
De verzekeraar heeft vanaf het overlijden van de (gewezen) deelnemer het recht om zonder instemming van de gewezen partner of kinderen het partnerpensioen en wezenpensioen binnen zes maanden af te kopen. De verzekeraar heeft dit recht indien het partnerpensioen en wezenpensioen dat ingaat per jaar minder bedraagt dan het bedrag dat de Pensioenwet noemt voor de afkoop van kleine pensioenen.
2
Vaststelling van het afkoopbedrag geschiedt per de afkoopdatum. Bij afkoop van het ouderdomspensioen, (bijzonder) partnerpensioen en wezenpensioen wordt het afkoopbedrag vastgesteld op basis van een afkoopvoet zoals vermeld in de tabellen in bijlage 1 ‘Afkoopvoeten kleine pensioenen’ bij dit pensioenreglement.
3
De in de bijlage vermelde afkoopvoeten gelden indien de afkoop plaatsvindt in de periode van 1 januari 2008 tot 1 januari 2012. Na deze periode kunnen de afkoopvoeten worden herzien en opnieuw worden vastgesteld voor een bepaalde periode.
4
De verzekeraar heeft het recht de genoemde tabellen gedurende de duur van de overeenkomst te wijzigen indien: -
de herziening geschiedt op grond van een aanwijzing daartoe in wettelijke regelingen of bepalingen de herziening verband houdt met het van kracht worden of het van kracht zijn van een wettelijke regeling of een wijziging van een wettelijke regeling.
Pensioenreglement 55+ Tauw 1-1-2010
28
Pensioenreglement 55+ Tauw
Artikel 23
TOESLAGEN Deelnemer Op de opgebouwde pensioenaanspraken wordt jaarlijks toeslag verleend van maximaal de trendmatige loonontwikkeling bij de werkgever. De werkgever beslist evenwel jaarlijks in hoeverre de opgebouwde pensioenaanspraken worden aangepast. Voor deze voorwaardelijke toeslagverlening heeft de werkgever een voorziening gevormd. Deze voorziening (voorzover aanwezig na voldoening van de premies, (risico) stortingen en koopsommen van de pensioenregelingen, kosten van de verzekeraar en resultaten bij inkomende en uitgaande waardeoverdrachten) kan alleen voor toekomstige toeslagverlening worden aangewend. De hoogte van de toeslagverlening is mede afhankelijk van de winstdeling die de werkgever van de verzekeraar ontvangt. Gewezen deelnemer Op de premievrije en ingegane pensioenrechten en pensioenaanspraken worden in beginsel jaarlijks toeslagen verleend. De werkgever beslist evenwel jaarlijks in hoeverre de premievrije en ingegane pensioenrechten en pensioenaanspraken worden aangepast. Voor deze voorwaardelijke toeslagverlening heeft de werkgever een depot gevormd. De jaarlijkse dotatie aan het depot wordt door de werkgever bepaald. Aan het depot wordt jaarlijks een deel van de winstdeling bij de verzekeraar toegevoegd, eventueel vermeerderd met eigen middelen van de werkgever. De hoogte van de toeslagverlening zal nooit meer bedragen dan 2% per jaar en kan slechts plaatsvinden voorzover er middelen resteren nadat de opgebouwde pensioenen van de deelnemers zijn verhoogd. Bij de toeslagverlening wordt ook rekening gehouden met de wens van de werkgever tot het vormen van een buffer voor eventuele (indexatie) verplichtingen ten behoeve van de deelnemers.
Artikel 24
PLICHTEN VAN DE DEELNEMER 1
De (gewezen) deelnemer is verplicht de verzekeraar alle gegevens te verschaffen, dan wel te doen verschaffen, die verzekeraar nodig acht voor het sluiten en verhogen van de verzekeringen, dan wel voor het doen van uitkeringen van pensioen.
2
Het niet (doen) verschaffen van gegevens kan leiden tot: - afwijzen van acceptatie van het risico van verzekeringen of verhogingen daarvan, - opschorting of het niet verrichten van uitkeringen en/of - opschorting of het niet verlenen van vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid.
3
Indien de pensioenaanspraken van een deelnemer of gewezen deelnemer niet of onvolledig verzekerd zijn doordat de deelnemer niet aan diens verplichtingen heeft voldaan, zullen de aanspraken de voor de deelnemer verzekerde bedragen niet overtreffen.
Pensioenreglement 55+ Tauw 1-1-2010
29
Pensioenreglement 55+ Tauw
Artikel 25
Artikel 26
BEPALING WERKGEVERSDEEL PENSIOENLASTEN 1
Het jaarlijks Pensioenbudget dat wordt ingebracht bestaat uit de som van: - een bedrag van 11 % van de som van de in het betreffende jaar door de werkgever betaalde bruto salarissen, vakantiegelden en eindejaarsuitkeringen. - het totaal van de deelnemersbijdragen (inclusief de deelnemersbijdrage voor het prepensioen). De deelnemersbijdrage bedraagt 7% van de in het betreffende jaar geldende pensioengrondslag rekeninghoudend met de deeltijdfactor.
2
Als in een jaar de premie niet voldoende is om in dat jaar de pensioenopbouw te betalen, kan de werkgever, na instemming van de ondernemingsraad, de werknemersbijdrage verhogen, of de toeslagverlening verlagen. Daarnaast kan de pensioenopbouw in het betreffende jaar verlaagd worden zo dat de premie daarvoor wel voldoende is. Delta Lloyd vermindert het opgebouwde pensioen niet.
VERVALTERMIJN Alle vorderingen op de verzekeraar uit hoofde van verzekeringen vervallen door verloop van vijf jaren, tenzij de bevoordeelde in leven is.
Artikel 27
ONVOORZIENE GEVALLEN In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de werkgever.
Artikel 28
OVERGANGSBEPALINGEN 1
Met ingang van 1 januari 2010 heeft Delta Lloyd de pensioenverzekeringen overgenomen van Nationale Nederlanden.
2
Alle bij de werkgever opgebouwde pensioenaanspraken en kapitalen tot 1 januari 2010 worden ingebracht in de regeling bij Delta Lloyd, tenzij de werknemer daartegen schriftelijk bezwaar bij de werkgever heeft ingediend.
3
De toeslagregeling zoals bepaald in artikel 23 van dit pensioenreglement, geldt ook voor deze ingebrachte aanspraken.
4
Dit pensioenreglement vervangt het voorgaande reglement. De deelnemers aan de pensioenregeling volgens dit pensioenreglement kunnen, met uitzondering van de bepalingen in lid 5, geen rechten meer ontlenen aan het voorgaande pensioenreglement.
5
Voor degenen die al deelnemer waren in de vorige pensioenregeling gelden de volgende bijzondere bepalingen: a. de deelneming aan de pensioenregeling volgens een of meer voorafgaande pensioenreglementen wordt als één geheel beschouwd met de deelneming aan de regeling volgens het nieuwe reglement; b. in afwijking van artikel 2 lid 2 sub c eindigt het deelnemerschap niet als het ontslag samenhangt met de ingang van het prepensioen krachtens de prepensioenregeling van de werkgever zoals beschreven in het prepensioenreglement dat in werking is getreden op 1 januari 2010. Het deelnemerschap en de opbouw van de pensioenen wordt voor maximaal 3 jaar voortgezet, maar uiterlijk tot de (vervroegde) pensioendatum;
Pensioenreglement 55+ Tauw 1-1-2010
30
Pensioenreglement 55+ Tauw c. In afwijking van Hoofdstuk 1 onderdeel d deel ‘Wat kost uw pensioen u?’ van de pensioenstartbrief zijn deelnemers, waarvan het prepensioen is ingegaan en de pensioenopbouw conform lid 5 sub b nog voortduurt, verplicht aan de werkgever hun maandelijkse eigen bijdrage te voldoen door afgifte van een incassomachtiging. 6
Artikel 29
Deelnemers van wie het dienstverband met de werkgever is geëindigd vóór de ingangsdatum van dit pensioenreglement en die aan de vorige regeling alleen nog deelnamen vanwege voortgezette pensioenopbouw tijdens arbeidsongeschiktheid, worden geen deelnemer in deze pensioenregeling. Zij blijven deelnemer in de regeling volgens het vorige pensioenreglement.
KLACHTEN In het hoofdstuk 'Wilt u meer weten?' van de pensioenstartbrief wordt informatie gegeven over de wijze waarop klachten over de pensioenuitvoerder kunnen worden ingediend.
Artikel 30
INWERKINGTREDING Dit reglement is in werking getreden met ingang van 1 januari 2010 en vervangt per die datum het hiervóór geldende reglement.
Pensioenreglement 55+ Tauw 1-1-2010
31
Pensioenreglement 55+ Tauw
Bijlage I
Afkoopvoeten kleine pensioenen
Tabel a Afkoopvoeten ouderdomspensioen op pensioeningangsdatum Indien het ouderdomspensioen ingaat binnen twee jaar na einde van het deelnemerschap, geldt bij afkoop op leeftijd
voor het bij het ouderdomspensioen horende partnerpensioen een afkoopvoet van
60
ouderdomspensioen dat ingaat een afkoopvoet van 14,672
61
14,293
3,501
62
13,909
3,556
63
13,519
3,606
64
13,124
3,652
65
12,725
3,693
3,442
Een afkoopvoet van 12,725 wil zeggen dat voor iedere € 1.000,- ouderdomspensioen de afkoopsom € 12.725,- bedraagt. Komt de leeftijd op de pensioendatum niet overeen met een in de tabel vermelde leeftijd, dan wordt herrekend naar de bij die leeftijd horende afkoopvoet.
Pensioenreglement 55+ Tauw 1-1-2010
32
Pensioenreglement 55+ Tauw Tabel b Afkoopvoeten ingegaan (bijzonder) partnerpensioen Voor het partnerpensioen of bijzonder partnerpensioen dat ingaat geldt bij afkoop op leeftijd 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45
Een een afkoopvoet Bij afkoop van op leeftijd afkoopvoet van 24,141 46 19,211 24,035 47 18,938 23,924 48 18,657 23,810 49 18,369 23,692 50 18,072 23,570 51 17,769 23,444 52 17,457 23,313 53 17,136 23,177 54 16,807 23,037 55 16,470 22,890 56 16,124 22,739 57 15,771 22,582 58 15,410 22,420 59 15,044 22,251 60 14,672 22,078 61 14,293 21,898 62 13,909 21,711 63 13,519 21,520 64 13,124 21,321 65 12,725 21,115 66 12,323 20,903 67 11,918 20,683 68 11,512 20,457 69 11,100 20,222 70 10,686 19,981 71 10,269 19,732 72 9,853 19,475 73 9,436
bij afkoop op leeftijd 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100
Een afkoopvoet van 9,023 8,614 8,211 7,817 7,434 7,060 6,695 6,339 5,996 5,666 5,346 5,037 4,740 4,455 4,184 3,930 3,694 3,472 3,253 3,052 2,868 2,693 2,544 2,398 2,264 2,141 2,030
Een afkoopvoet van 12,725 wil zeggen dat voor iedere € 1.000,- partnerpensioen de afkoopsom € 12.725,- bedraagt. Komt de leeftijd op de pensioendatum niet overeen met een in de tabel vermelde leeftijd, dan wordt herrekend naar de bij die leeftijd horende afkoopvoet.
Pensioenreglement 55+ Tauw 1-1-2010
33
Pensioenreglement 55+ Tauw Tabel c Afkoopvoeten ouderdomspensioen bij einde deelnemerschap na 2 jaar Bij einde deelnemerschap geldt na 2 jaar bij afkoop op leeftijd 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65
Pd 65 2,080 2,158 2,238 2,321 2,407 2,498 2,591 2,687 2,788 2,892 3,000 3,112 3,228 3,350 3,475 3,606 3,741 3,882 4,028 4,180 4,338 4,503 4,673 4,851 5,035 5,228 5,428 5,636 5,854 6,079 6,316 6,561 6,819 7,088 7,369 7,663 7,971 8,294 8,633 8,989 9,365 9,762 10,183 10,629 11,103 11,607 12,147 12,725
voor de aanspraak Pd 64 2,246 2,330 2,416 2,507 2,600 2,697 2,798 2,902 3,010 3,122 3,239 3,360 3,487 3,618 3,753 3,894 4,041 4,193 4,351 4,515 4,686 4,863 5,048 5,239 5,439 5,647 5,863 6,088 6,323 6,568 6,822 7,088 7,366 7,656 7,960 8,278 8,611 8,960 9,326 9,711 10,117 10,547 11,001 11,483 11,995 12,541 13,124
op ouderdomspensioen een afkoopvoet van Pd 63 Pd 62 Pd 61 2,421 2,602 2,791 2,510 2,699 2,895 2,604 2,799 3,003 2,701 2,903 3,115 2,801 3,012 3,231 2,906 3,124 3,352 3,014 3,241 3,477 3,127 3,362 3,607 3,243 3,487 3,742 3,364 3,617 3,882 3,490 3,754 4,027 3,621 3,894 4,178 3,757 4,040 4,335 3,898 4,191 4,497 4,044 4,348 4,667 4,196 4,512 4,842 4,354 4,682 5,024 4,518 4,858 5,213 4,688 5,042 5,410 4,866 5,232 5,615 5,049 5,430 5,828 5,241 5,635 6,048 5,440 5,850 6,278 5,646 6,072 6,517 5,861 6,304 6,765 6,086 6,544 7,024 6,318 6,795 7,293 6,561 7,057 7,574 6,815 7,329 7,866 7,078 7,612 8,171 7,353 7,907 8,488 7,639 8,216 8,819 7,939 8,538 9,165 8,252 8,875 9,527 8,580 9,228 9,905 8,923 9,596 10,301 9,281 9,983 10,716 9,658 10,388 11,150 10,053 10,813 11,606 10,468 11,259 12,086 10,906 11,730 12,592 11,368 12,228 13,126 11,859 12,755 13,693 12,379 13,315 14,293 12,930 13,909 13,519
Pensioenreglement 55+ Tauw 1-1-2010
Pd 60 2,990 3,101 3,216 3,336 3,460 3,590 3,724 3,863 4,008 4,158 4,314 4,475 4,643 4,817 4,999 5,186 5,381 5,585 5,796 6,015 6,243 6,479 6,725 6,981 7,247 7,525 7,813 8,114 8,427 8,753 9,093 9,448 9,819 10,207 10,612 11,037 11,481 11,947 12,435 12,950 13,491 14,065 14,672
34
Pensioenreglement 55+ Tauw Tabel d Afkoopvoeten gering partnerpensioen na 2 jaar na einde deelnemerschap, en bijzonder nabestaandenpensioen bij echtscheiding of beëindiging deelnemerschap. Dit betreft de afkoopvoeten ingeval van uitruilbaar partnerpensioen. Bij echtscheiding, einde geregistreerd partnerschap, einde gezamenlijke huishouding geldt en na 2 jaar na einde van de deelneming bij afkoop op leeftijd 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65
voor het bij het af te kopen ouderdomspensioen horende partnerpensioeneen afkoopvoet van Pd 65 Pd 64 Pd 63 Pd 62 Pd 61 Pd 60 1,039 1,034 1,029 1,025 1,020 1,016 1,077 1,071 1,067 1,062 1,058 1,053 1,116 1,111 1,106 1,101 1,097 1,092 1,157 1,152 1,146 1,141 1,136 1,131 1,199 1,193 1,187 1,183 1,177 1,173 1,242 1,236 1,230 1,225 1,219 1,215 1,286 1,279 1,274 1,268 1,262 1,258 1,331 1,325 1,319 1,313 1,307 1,302 1,378 1,372 1,365 1,359 1,353 1,348 1,426 1,420 1,413 1,406 1,401 1,395 1,476 1,469 1,462 1,455 1,449 1,443 1,526 1,519 1,512 1,505 1,498 1,492 1,578 1,570 1,563 1,556 1,549 1,543 1,632 1,624 1,616 1,609 1,602 1,595 1,687 1,679 1,670 1,663 1,656 1,649 1,744 1,735 1,727 1,719 1,711 1,704 1,802 1,792 1,784 1,776 1,768 1,760 1,862 1,852 1,843 1,834 1,827 1,819 1,923 1,913 1,903 1,895 1,886 1,878 1,986 1,976 1,966 1,957 1,948 1,940 2,050 2,039 2,029 2,020 2,011 2,002 2,116 2,105 2,094 2,084 2,075 2,066 2,183 2,171 2,160 2,150 2,141 2,131 2,252 2,240 2,228 2,218 2,208 2,198 2,322 2,309 2,297 2,286 2,275 2,266 2,392 2,379 2,367 2,356 2,345 2,334 2,465 2,451 2,439 2,427 2,415 2,405 2,538 2,524 2,511 2,499 2,487 2,476 2,612 2,597 2,583 2,571 2,559 2,547 2,686 2,671 2,656 2,644 2,631 2,619 2,760 2,744 2,730 2,716 2,702 2,690 2,834 2,817 2,802 2,788 2,774 2,761 2,908 2,891 2,875 2,860 2,846 2,832 2,982 2,964 2,948 2,932 2,917 2,904 3,056 3,037 3,020 3,004 2,988 2,974 3,128 3,108 3,091 3,075 3,058 3,043 3,200 3,180 3,161 3,144 3,126 3,111 3,269 3,248 3,228 3,210 3,193 3,177 3,335 3,313 3,293 3,274 3,255 3,238 3,396 3,373 3,352 3,333 3,314 3,295 3,454 3,430 3,408 3,388 3,367 3,349 3,508 3,483 3,460 3,439 3,418 3,399 3,556 3,531 3,507 3,485 3,463 3,442 3,600 3,572 3,547 3,524 3,501 3,635 3,607 3,580 3,556 3,664 3,634 3,606 3,682 3,652 3,693
Pensioenreglement 55+ Tauw 1-1-2010
35