Stichting BASF Pensioenfonds
Pensioenreglement Middelloonregeling
Vastgesteld in de bestuursvergadering van 13 januari 2014
Z. Nijenhuis
Stichting BASF Pensioenfonds Postbus 1019, 6801 MC Arnhem Directie: Mol & Pensioen T 035-642 29 21 M 06-832 33 140
[email protected]
C:\BASF\Fondsdocumenten\2014\PensioenreglementMiddelloon20140113.doc| 9-1-2014
C.M. Becx, voorzitter
BASF Pensioenfonds i Pensioenreglement middelloonregeling
Inhoudsopgave Artikel 2 Deelnemerschap ....................................................................................................................... 2 Artikel 3 Pensioenaanspraken ................................................................................................................. 3 Artikel 4 Pensioengevend salaris ............................................................................................................. 3 Artikel 5 Ouderdomspensioen ................................................................................................................ 4 Artikel 6 Tijdelijk ouderdomspensioen.................................................................................................... 4 Artikel 7 Flexibele pensionering .............................................................................................................. 5 Artikel 8 Partnerpensioen ....................................................................................................................... 6 Artikel 9 Onderlinge uitruil ouderdoms- en partnerpensioen ................................................................ 6 Artikel 10 Beëindiging partnerrelatie ...................................................................................................... 6 Artikel 11 Anw-hiaatpensioen ................................................................................................................. 7 Artikel 12 Wezenpensioen ...................................................................................................................... 8 Artikel 13 Arbeidsongeschiktheidspensioen ........................................................................................... 8 Artikel 14 Voortzetting pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid ..................................................... 9 Artikel 15 Voortzetting pensioenopbouw bij onbetaald verlof ............................................................ 10 Artikel 16 Verplichte bijdragen deelnemers ......................................................................................... 11 Artikel 17 Vrijwillige bijdragen deelnemers .......................................................................................... 11 Artikel 18 Maximale pensioenen........................................................................................................... 12 Artikel 19 Voortijdige beëindiging van het deelnemerschap ................................................................ 13 Artikel 20 Afkoop en waardeoverdracht ............................................................................................... 13 Artikel 22 Uitbetaling en inhoudingen .................................................................................................. 15 Artikel 23 Verplichtingen deelnemers................................................................................................... 15 Artikel 24 Informatievoorschriften........................................................................................................ 15 Artikel 25 Beslag, overdracht, inpandgeving......................................................................................... 16 Artikel 26 Herziening of beëindiging van de regeling ........................................................................... 17 Artikel 27 Overgangsbepalingen ........................................................................................................... 17 Artikel 28 Onvoorziene gevallen ........................................................................................................... 18 Artikel 29 Inwerkingtreding................................................................................................................... 18
Stichting BASF Pensioenfonds Postbus 1019, 6801 MC Arnhem
BASF Pensioenfonds ii Pensioenreglement middelloonregeling
Bijlagen Bijlage 1: Overgangsregelingen ................................................................................................................. Bijlage 2: Vrijwillige bijdragen ................................................................................................................... Bijlage 3: Addendum bij het pensioenreglement d.d. 1 januari 2006 ...................................................... Bijlage 4 - Factoren eerder/later ingaan pensioen.................................................................................... Bijlage 5 - Factoren voor onderlinge uitruil ouderdoms- en partnerpensioen ......................................... Bijlage 6 - Afkoopfactoren klein pensioen ................................................................................................ Bijlage 7 - Tarieven inkoop pensioen uit vrijwillig bijsparen .....................................................................
Stichting BASF Pensioenfonds Postbus 1019, 6801 MC Arnhem
BASF Pensioenfonds 1 Pensioenreglement middelloonregeling
Artikel 1 Begripsomschrijvingen In dit reglement wordt verstaan onder: Aanspraakgerechtigde:
Persoon die begunstigde is voor een nog niet ingegaan pensioen.
Bestuur:
Het Bestuur van het Fonds.
Deelnemer:
De overeenkomstig de bepalingen van dit pensioenreglement als deelnemer aan de Pensioenregeling van de Werkgever toegelaten werknemer.
Dekkingsgraad:
De verhouding tussen enerzijds de contante waarde van de op dat moment geldende reglementaire pensioenaanspraken en anderzijds het aanwezige vermogen. Het aanwezige vermogen is de som van de contante waarde van pensioenaanspraken die op dat moment zijn gefinancierd, en de eventuele algemene en extra reserve.
Directie:
De Directie van BASF Nederland B.V.
Fonds:
De Stichting BASF Pensioenfonds.
Gepensioneerde:
Pensioengerechtigde voor wie het ouderdomspensioen is ingegaan.
Gewezen deelnemer:
De werknemer of gewezen werknemer door wie op grond van een pensioenovereenkomst geen pensioen meer wordt verworven en die bij beëindiging van de deelneming een pensioenaanspraak heeft behouden jegens een pensioenuitvoerder.
Kinderen:
De eigen Kinderen van de Deelnemer, gewezen Deelnemer of gepensioneerde, mits zij zijn geboren voor de beëindiging van het deelnemerschap. Pleegkinderen in de zin van de Algemene kinderbijslagwet worden gelijkgesteld met eigen Kinderen, mits de deelnemer de opvoeding en het onderhoud op zich heeft genomen voor de beëindiging van het deelnemerschap.
Normale werktijd:
Het voor de desbetreffende categorie werknemers vastgestelde gemiddelde aantal uren per week gedurende welke zij normaliter hun werkzaamheden verrichten.
Partner:
De echtgenoot, echtgenote of geregistreerde Partner van de Deelnemer, gewezen Deelnemer of gepensioneerde Deelnemer, of de ongehuwde persoon, niet zijnde een bloed- of aanverwant in de rechte lijn, met wie de ongehuwde Deelnemer, gewezen Deelnemer of gepensioneerde Deelnemer een notarieel verleden samenlevingsovereenkomst is aangegaan. Hierbij wordt onder
Stichting BASF Pensioenfonds Postbus 1019, 6801 MC Arnhem
BASF Pensioenfonds 2 Pensioenreglement middelloonregeling
samenleving verstaan: het met elkaar duurzaam een gezamenlijke huishouding voeren, waarbij is voorzien in huisvesting en elkaars verzorging. Partnerrelatie:
Het huwelijk, geregistreerd partnerschap of een samenleving op basis van een notarieel verleden samenlevingsovereenkomst.
Pensioenaanspraak:
Het recht op een nog niet ingegaan pensioen, uitgezonderd overeengekomen voorwaardelijke toeslagverlening.
Pensioendatum:
De eerste dag van de maand waarin de Deelnemer 62 jaar wordt of, ware hij niet voordien overleden, zou zijn geworden.
Pensioengerechtigde:
Persoon voor wie op grond van een pensioenovereenkomst het pensioen is ingegaan.
Pensioenovereenkomst:
Hetgeen tussen een werkgever en een werknemer is overeengekomen betreffende pensioen.
Pensioenrecht:
Het recht op een ingegaan pensioen, uitgezonderd overeengekomen voorwaardelijke toeslagverlening.
Pensioenregeling:
De Pensioenregeling die deel uitmaakt van de arbeidsvoorwaarden van de Werkgever.
Statuten:
De statuten van het Fonds.
Uitvoeringsovereenkomst:
De overeenkomst tussen een werkgever en de pensioenuitvoerder over de uitvoering van een of meer pensioenovereenkomsten.
Werkgever:
BASF Nederland B.V., alsmede de op voorstel van de Directie door het Bestuur als aangesloten onderneming erkende verwante onderneming(en).
WAO
Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering.
WIA
Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen.
Artikel 2 Deelnemerschap 1. Deelnemer aan de in dit pensioenreglement opgenomen pensioenregeling is de werknemer die met de Werkgever een dienstverband is aangegaan vóór 1 juli 2008, tenzij in de arbeidsovereenkomst een andere pensioenregeling is overeengekomen. 2. Het deelnemerschap eindigt bij beëindiging van het dienstverband danwel indien dat eerder is, op het moment van aanvang van een periode van onbetaald verlof direct voorafgaand aan de Pensioendatum, maar uiterlijk op de 65-jarige leeftijd.
Stichting BASF Pensioenfonds Postbus 1019, 6801 MC Arnhem
BASF Pensioenfonds 3 Pensioenreglement middelloonregeling
3. In afwijking van het bepaalde in lid 2 eindigt het deelnemerschap niet op het moment van aanvang van een periode van onbetaald verlof direct voorafgaand aan de Pensioendatum, indien de Deelnemer de deelname aan de pensioenregeling geheel of gedeeltelijk vrijwillig voortzet. De kosten voor de vrijwillige voortzetting komen volledig voor rekening van de deelnemer. Een overzicht van de kosten van geheel of gedeeltelijke voortzetting kunnen door de Deelnemer worden opgevraagd bij het pensioenfonds. De deelname kan vrijwillig geheel of gedeeltelijk worden voortgezet tot uiterlijk de Pensioendatum. 4. Het Bestuur is bevoegd om op verzoek van de Directie voor individuele Deelnemers of een groep van Deelnemers bij Bestuursbesluit af te wijken van het bepaalde in lid 2. 5. De pensioenregeling is per 31 december 2013 voor alle deelnemers beëindigd; er vindt vanaf die datum geen pensioenopbouw meer plaats. 6. Voor de Deelnemer die in de zin van artikel 14 op 31 december 2013 arbeidsongeschikt is, wordt in afwijking van het in het voorgaande lid bepaalde ook na beëindiging van de pensioenregeling pensioenopbouw geheel of gedeeltelijk voortgezet. De pensioenopbouw wordt voortgezet overeenkomstig de bepalingen van het van tijd tot tijd geldende pensioenreglement.
Artikel 3 Pensioenaanspraken 1. De pensioenregeling heeft het karakter van een uitkeringsovereenkomst, in de zin van artikel 10 van de Pensioenwet. 2. De pensioenaanspraken die voor de werknemer uit de in lid 1 bedoelde overeenkomst voortvloeien, zijn door de Werkgever bij het Fonds ondergebracht door middel van een door de Werkgever met het Fonds gesloten uitvoeringsovereenkomst. De rechten en verplichtingen van de werknemers en de Werkgever uit hoofde van de in lid 1 bedoelde overeenkomst zijn opgenomen in dit pensioenreglement. 3. Het deelnemerschap geeft aanspraak op: -
Ouderdomspensioen ten behoeve van de Deelnemer.
-
Tijdelijk ouderdomspensioen ten behoeve van de Deelnemer. Vanaf 1 januari 2006 wordt geen tijdelijk ouderdomspensioen meer opgebouwd.
-
Partnerpensioen ten behoeve van de Partner van de Deelnemer.
-
Anw-hiaatpensioen ten behoeve van de Partner van de Deelnemer.
-
Wezenpensioen ten behoeve van de Kinderen van de Deelnemer.
-
Arbeidsongeschiktheidspensioen ten behoeve van de Deelnemer.
Artikel 4 Pensioengevend salaris 1. Voor de vaststelling van de pensioenaanspraken geldt de pensioengrondslag als basis. Voor de vaststelling van het arbeidsongeschiktheidspensioen geldt het jaarsalaris als basis.
Stichting BASF Pensioenfonds Postbus 1019, 6801 MC Arnhem
BASF Pensioenfonds 4 Pensioenreglement middelloonregeling
2. De pensioengrondslag is gelijk aan het jaarsalaris verminderd met de franchise. 3. Het jaarsalaris is gelijk aan 14 maal het vaste bruto maandinkomen per 1 januari. Bij toetreding in de loop van een kalenderjaar is het jaarsalaris het op het tijdstip van toetreding vastgestelde jaarsalaris. 4. De franchise bedraagt per 1 januari 2008 € 10.881. Dit bedrag wordt jaarlijks per 1 januari van elk jaar door het Bestuur verhoogd. Uitgangspunt voor deze verhoging is de algemene loonontwikkeling van de salarissen van medewerkers van de werkgever. Indien een Deelnemer voor minder dan de Normale werktijd in dienst is van de Werkgever (of gedurende een kalenderjaar is geweest), wordt de franchise naar evenredigheid lager vastgesteld.
Artikel 5 Ouderdomspensioen 1. Het jaarlijks ouderdomspensioen bedraagt voor ieder jaar van deelname tot 1 januari 2014 1,75% van de voor het desbetreffende jaar vastgestelde pensioengrondslag, en voor ieder na 1 januari 2014 dat de pensioenopbouw op grond van arbeidsongeschiktheid wordt voortgezet 1,59% van de voor het desbetreffende jaar vastgestelde pensioengrondslag. 2. Met in achtneming van het bepaalde in lid 3 wordt het volgens het voorgaande lid opgebouwde ouderdomspensioen van deelnemers jaarlijks per 1 januari aangepast met maximaal de algemene loonontwikkeling van de salarissen van medewerkers van de werkgever in het voorafgaande kalenderjaar 3.
Het Bestuur beslist evenwel jaarlijks in hoeverre het opgebouwde ouderdomspensioen van deelnemers wordt aangepast. Ter financiering van de voorwaardelijke toeslagverlening als bedoeld in lid 2 is geen bestemmingsreserve gevormd en wordt geen premie betaald. De toeslagverlening wordt uit beleggingsrendement gefinancierd.
4. Het ouderdomspensioen gaat in op de Pensioendatum en wordt uitbetaald tot en met de maand van overlijden van de gepensioneerde Deelnemer.
Artikel 6 Tijdelijk ouderdomspensioen 1. Het jaarlijks tijdelijk ouderdomspensioen bedraagt voor ieder jaar van deelname vanaf de 51-jarige tot de 61-jarige leeftijd 10% van de franchise als bedoeld in artikel 4 lid 4, zoals die geldt op de Pensioendatum van de Deelnemer of eerdere datum van beëindiging van het deelnemerschap. Vanaf 1 januari 2006 wordt geen tijdelijk ouderdomspensioen meer opgebouwd. Het reeds per 31 december 2005 opgebouwde tijdelijk ouderdomspensioen blijft staan. Onverminderd het bepaalde in artikel 21 lid 2 wordt dit tijdelijk ouderdomspensioen tijdens het deelnemerschap jaarlijks per 1 januari verhoogd volgens een index die wordt afgeleid van de algemene salarisverhogingen bij de werkgever. 2. Het tijdelijk ouderdomspensioen gaat in op de Pensioendatum en wordt uitbetaald tot de eerste van de maand waarin de Deelnemer 65 jaar wordt of tot en met de maand van overlijden van de Deelnemer voor die tijd.
Stichting BASF Pensioenfonds Postbus 1019, 6801 MC Arnhem
BASF Pensioenfonds 5 Pensioenreglement middelloonregeling
3. Het tijdelijk ouderdomspensioen wordt verhoogd met een vergoeding voor premies sociale verzekeringen en ziektekostenverzekering. De vergoeding voor premies sociale verzekeringen wordt verstrekt over het ouderdomspensioen en het tijdelijk ouderdomspensioen en wordt afgeleid van het netto verschil in premieheffing sociale verzekeringen voor en na 65 jaar. 4. Indien en zolang de gepensioneerde Deelnemer een uitkering ingevolge de WAO/WIA ontvangt, zal deze in mindering worden gebracht op het (tijdelijk) ouderdomspensioen.
Artikel 7 Flexibele pensionering 1. Op verzoek van de Deelnemer gaan het ouderdomspensioen en het tijdelijk ouderdomspensioen in op een eerder tijdstip dan de Pensioendatum, echter niet voor de eerste van de maand waarin de Deelnemer 55 jaar wordt. Vervroegde pensionering is slechts mogelijk indien het dienstverband met de Werkgever wordt verbroken en, bij pensionering voor de 60-jarige leeftijd, de Deelnemer schriftelijk verklaart na het verbreken van het dienstverband geen dienstverband met een andere Werkgever aan te gaan. 2. Op verzoek van de Deelnemer gaan het ouderdomspensioen en het tijdelijk ouderdomspensioen in op een later tijdstip dan de Pensioendatum, echter niet na de eerste van de maand volgend op de ingangsdatum van de AOW. Uitstel van de ingangsdatum van het ouderdomspensioen en het tijdelijk ouderdomspensioen is slechts mogelijk indien en voor zover het dienstverband met de Werkgever wordt voortgezet. 3. Het Bestuur is bevoegd om op verzoek van de Deelnemer en na goedkeuring van de Werkgever het ouderdomspensioen en het tijdelijk ouderdomspensioen eerst voor een deel te laten ingaan (niet voor de eerste van de maand waarin de Deelnemer 55 jaar wordt) met dien verstande dat het pensioen vanaf de eerste van de maand waarin de rechthebbende 65 jaar wordt volledig tot uitkering komt. Gedeeltelijke ingang is slechts mogelijk voor zover het dienstverband voor dat betreffende deel wordt beëindigd. Indien de Deelnemer kiest voor gedeeltelijke pensionering en tevens met de Werkgever een dienstverband overeenkomt voor minder dan de Normale werktijd, zal de Deelnemer naar evenredigheid recht hebben op verdere pensioenopbouw, overeenkomstig de bepalingen van dit reglement. 4. Indien de Deelnemer ervoor kiest om het ouderdomspensioen en het tijdelijk ouderdomspensioen voor of na de Pensioendatum te laten ingaan, worden deze verlaagd respectievelijk verhoogd. Het partnerpensioen wordt in gelijke mate met het ouderdomspensioen meeverlaagd of -verhoogd. De hoogte van de omgezette pensioenen wordt vastgesteld aan de hand van door het Bestuur, gehoord de actuaris van het Fonds, vastgestelde tarieven. De tarieven en de actuariële grondslagen waarop de tarieven zijn gebaseerd, alsmede de geldigheidsduur daarvan, worden vastgelegd in een bestuursbesluit. Het bestuursbesluit wordt als bijlage 4 bij het pensioenreglement gevoegd. 5. De Deelnemer dient zijn keuze voor een afwijkend tijdstip van ingang van het ouderdoms- en tijdelijk ouderdomspensioen ten minste drie maanden voor de beoogde ingangsdatum schriftelijk aan de administrateur van het Fonds kenbaar te maken.
Stichting BASF Pensioenfonds Postbus 1019, 6801 MC Arnhem
BASF Pensioenfonds 6 Pensioenreglement middelloonregeling
Artikel 8 Partnerpensioen 1. Het jaarlijks partnerpensioen bedraagt 70% van het volgens artikel 5 vastgestelde ouderdomspensioen. 2. Bij overlijden van een Deelnemer wordt het partnerpensioen vastgesteld in de veronderstelling dat de Deelnemer tot aan de Pensioendatum met de laatstelijk voor hem vastgestelde pensioengrondslag in dienst van de Werkgever zou zijn gebleven. 3. Het partnerpensioen gaat in op de eerste van de maand volgend op het overlijden van de Deelnemer en wordt uitbetaald aan de Partner tot en met de maand van overlijden van de Partner. 4. Bij huwelijk of aangaan van een erkend samenlevingsverband na beëindiging van het deelnemerschap door pensionering ontstaat geen nieuw recht op partnerpensioen. 5. Indien ingevolge het bepaalde in artikel 10 voor de gewezen Partner(s) van de Deelnemer een premievrije aanspraak op partnerpensioen bestaat, wordt het volgens de voorgaande leden berekende pensioen verminderd met het bedrag van die aanspraken. 6. De aanspraak op partnerpensioen kan niet bij overeenkomst tussen de Deelnemer en het Fonds of de Werkgever worden verminderd zonder toestemming van de echtgenoot of geregistreerde Partner.
Artikel 9 Onderlinge uitruil ouderdoms- en partnerpensioen 1. De Deelnemer of gewezen Deelnemer heeft de keuze het partnerpensioen geheel of gedeeltelijk om te zetten in extra ouderdomspensioen of het ouderdomspensioen gedeeltelijk om te zetten in extra partnerpensioen. Het ouderdomspensioen zal in dat geval worden verhoogd respectievelijk verlaagd aan de hand van een door het Bestuur vast te stellen uitruilfactor. De factor alsmede de periode gedurende welke deze door het Fonds wordt toegepast is opgenomen in bijlage 5 bij dit pensioenreglement. Een bijzonder partnerpensioen als bedoeld in artikel 10 kan niet worden uitgeruild. 2. De in lid 1 bedoelde omzetting kan slechts eenmalig plaatsvinden en dient ten minste drie maanden voorafgaand aan de Pensioendatum – op een door het Fonds ter beschikking gesteld formulier – aan het Fonds kenbaar gemaakt te worden. Dit formulier dient ondertekend te worden door de Deelnemer en indien op dat tijdstip een Partner aanwezig is, ook door de Partner.
Artikel 10 Beëindiging partnerrelatie 1. Indien de Partnerrelatie van een Deelnemer eindigt door scheiding verkrijgt de gewezen Partner van de Deelnemer een aanspraak op partnerpensioen die de Deelnemer ten behoeve van die gewezen Partner zou hebben behouden indien op het tijdstip van scheiding zijn deelneming zou zijn geëindigd. 2. Indien de Partnerrelatie van een gewezen Deelnemer eindigt door scheiding verkrijgt de gewezen Partner van de gewezen Deelnemer een aanspraak op partnerpensioen die de gewezen Deelnemer ten behoeve van die Partner heeft behouden bij het beëindigen van de deelneming.
Stichting BASF Pensioenfonds Postbus 1019, 6801 MC Arnhem
BASF Pensioenfonds 7 Pensioenreglement middelloonregeling
3. Indien een Partnerrelatie van een gepensioneerde eindigt door scheiding verkrijgt de gewezen Partner van de gepensioneerde een aanspraak op partnerpensioen die de gepensioneerde ten behoeve van zijn Partner heeft behouden bij het ingaan van het ouderdomspensioen. 4. Het eerste, tweede en derde lid vindt geen toepassing indien de Partners bij voorwaarden in verband met de Partnerrelatie of een schriftelijk gesloten overeenkomst met betrekking tot de scheiding anders overeenkomen. Deze voorwaarden zijn of deze overeenkomst is slechts geldig indien het Fonds zich bereid heeft verklaard hiermee in te stemmen en bereid is een uit de afwijking voortvloeiend risico te dekken dan wel het niveau van de uitkering aan te passen. 5. Een gewezen Partner met een recht op bijzonder partnerpensioen als bedoeld in het eerste, tweede of derde lid, heeft het recht om dit te vervreemden aan een eerdere of latere Partner van de overleden Deelnemer, gewezen Deelnemer of gepensioneerde, mits: a. de pensioenuitvoerder bereid is een eventueel uit die overdracht voortvloeiende wijziging van het risico te dekken; b. de vervreemding onherroepelijk is, en; c. dit wordt overeengekomen bij notarieel verleden akte. 6. In geval van echtscheiding, scheiding van tafel en bed of beëindiging van het geregistreerd partnerschap kan de echtgenoot of geregistreerde Partner van de (gewezen) Deelnemer of gepensioneerde recht hebben op uitbetaling door het Fonds van een deel van het ouderdomspensioen op grond van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding (pensioenverevening). Of een zodanig recht bestaat en hoe groot het uit te betalen ouderdomspensioen is, wordt vastgesteld op grond van de bepalingen in genoemde wet. 7. Uitoefening van het in lid 6 bedoelde recht jegens het Fonds, is uitsluitend mogelijk mits één van beide echtgenoten of geregistreerde Partners binnen twee jaar na het tijdstip van scheiding of beëindiging van het geregistreerd partnerschap hiervan op een bij wet voorgeschreven formulier mededeling heeft gedaan aan het Fonds. 8. Het Bestuur is bevoegd om de kosten van de pensioenverevening bij de echtgenoten of geregistreerde Partners in rekening te brengen.
Artikel 11 Anw-hiaatpensioen 1. De Partner van een overleden Deelnemer heeft recht op het Anw-hiaatpensioen indien de Partner recht heeft op uitkering van een partnerpensioen volgens dit reglement en de Partner geen uitkering voor een nabestaande ontvangt volgens de Algemene nabestaandenwet (Anw). Als de Partner een gedeeltelijke Anw-uitkering ontvangt, wordt deze door het Fonds aangevuld tot het niveau als bedoeld in lid 2. 2. Het jaarlijkse Anw-hiaatpensioen is gelijk aan de uitkering voor een nabestaande zonder kinderen volgens de Anw. Indien de Deelnemer voor minder dan de Normale werktijd in dienst is van de Werkgever, wordt het Anw-hiaatpensioen gereduceerd naar de verhouding parttime werktijd tot de Normale werktijd.
Stichting BASF Pensioenfonds Postbus 1019, 6801 MC Arnhem
BASF Pensioenfonds 8 Pensioenreglement middelloonregeling
3. Het Anw-hiaatpensioen gaat in op de eerste dag van de maand volgend op die van overlijden van de Deelnemer of zoveel later als aan de in lid 1 bedoelde voorwaarden wordt voldaan. Het wordt uitbetaald aan de Partner tot en met de maand van overlijden van de Partner, maar uiterlijk tot de eerste van de maand waarin de Partner 65 jaar wordt.
Artikel 12 Wezenpensioen 1. Het wezenpensioen bedraagt voor ieder kind 20% van het volgens artikel 8 leden 1 en 2 vastgestelde partnerpensioen. 2. Het wezenpensioen wordt verdubbeld indien er geen Partner- of bijzonder partnerpensioen (meer) wordt uitgekeerd aan de langstlevende ouder van het kind. 3. Het totaal uit te keren wezenpensioen is maximaal gelijk aan het partnerpensioen. Indien en zolang meer dan vijf wezen aanspraken hebben op wezenpensioen wordt het totaalbedrag aan wezenpensioen voor vijf wezen naar evenredigheid verdeeld over alle wezen. 4. Het wezenpensioen gaat in op de eerste van de maand volgend op het overlijden van de Deelnemer en wordt uitbetaald tot de 18-jarige leeftijd van het kind of tot en met de maand van overlijden van het kind voor die tijd. De uitkeringsduur wordt verlengd tot uiterlijk de 27-jarige leeftijd, als en zolang aan één van de volgende voorwaarden wordt voldaan: -
het kind is studerend in de zin van de Wet Studiefinanciering 2000;
-
het kind is voor ten minste 45% arbeidsongeschikt in de zin van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (WAJONG).
5. Indien een kind recht heeft op een uitkering ingevolge een wettelijke regeling ter zake van arbeidsongeschiktheid, wordt bedoelde uitkering in mindering gebracht op het bedrag van het wezenpensioen.
Artikel 13 Arbeidsongeschiktheidspensioen 1.
Geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt is de Deelnemer die recht heeft op een uitkering ingevolge de WAO of de WIA.
2.
Indien en zolang een Deelnemer arbeidsongeschikt is, heeft hij recht op uitkering van een arbeidsongeschiktheidspensioen, in zoverre de arbeidsongeschiktheid is ontstaan tijdens het dienstverband met de Werkgever.
3.
Het arbeidsongeschiktheidspensioen is bij volledige arbeidsongeschiktheid gelijk aan 70% van het deel van het jaarsalaris dat geldt op 1 januari voorafgaande aan de aanvang van de loondoorbetalingsverplichting van de Werkgever op basis van het Burgerlijk Wetboek, jaarlijks aangepast aan de algemene salariswijzigingen bij de werkgever en dat uitgaat boven het maximum uitkeringsloon ingevolge de WAO/WIA.
4.
Bij partiële arbeidsongeschiktheid wordt het pensioen aangepast overeenkomstig de verhouding tussen het feitelijke uitkeringspercentage en het maximale uitkeringspercentage van 70% ingevolge
Stichting BASF Pensioenfonds Postbus 1019, 6801 MC Arnhem
BASF Pensioenfonds 9 Pensioenreglement middelloonregeling
de WAO/WIA. De Deelnemer die ingevolge de WIA 35% of minder arbeidsongeschikt is, heeft geen recht op arbeidsongeschiktheidspensioen. De Deelnemer die ingevolge de WAO 15% of minder arbeidsongeschikt is, heeft geen recht op arbeidsongeschiktheidspensioen. Indien en voor zolang door het Uitvoeringsorgaan Werknemersverzekeringen (UWV) geen arbeidsongeschiktheidspercentage wordt vastgesteld, zal de mate van arbeidsongeschiktheid worden vastgesteld volgens de volgende formule: maatmansalaris -/- salaris dat volgens het UWV nog verdiend kan worden maatmansalaris Als maatmansalaris wordt aangemerkt het salaris dat als zodanig door het UWV wordt opgegeven. 5.
Het arbeidsongeschiktheidspensioen wordt uitgekeerd vanaf het tijdstip waarop de Deelnemer geen aanvulling op de uitkering meer ontvangt van de Werkgever en loopt door tot het einde van de arbeidsongeschiktheid, maar uiterlijk tot de 65-jarige leeftijd. Voor de Deelnemer die op en vanaf 1 januari 2004 ziek wordt, wordt het arbeidsongeschiktheidspensioen uitgekeerd vanaf het tijdstip dat de Deelnemer recht heeft op een uitkering ingevolge de WIA en loopt door tot het einde van de arbeidsongeschiktheid, maar uiterlijk tot de 65-jarige leeftijd.
6.
De Deelnemer die een arbeidsongeschiktheidspensioen ontvangt, heeft voor het deel dat hij arbeidsongeschikt is geen recht op uitstel van de ingangsdatum van het ouderdomspensioen en het tijdelijk ouderdomspensioen na de Pensioendatum.
7.
Op het ouderdomspensioen en het tijdelijk ouderdomspensioen dat een (gewezen) Deelnemer ontvangt vanaf de Pensioendatum, maar vóór zijn 65-jarige leeftijd, worden in mindering gebracht alle wettelijke en inkomensvervangende uitkeringen die voortvloeien uit het dienstverband en/of direct volgen op het einde van het dienstverband met de Werkgever. Indien deze uitkering(en) hoger zijn dan het levenslange en tijdelijke ouderdomspensioen tezamen ontvangt de (gewezen) Deelnemer alleen die uitkering(en).
Artikel 14 Voortzetting pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid 1.
Geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt is de Deelnemer die recht heeft op een uitkering ingevolge de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) of de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA).
2.
Indien en zolang een Deelnemer arbeidsongeschikt is, zal ook na beëindiging van het dienstverband het deelnemerschap worden voortgezet en zal de opbouw van de pensioenen geheel of gedeeltelijk worden voortgezet overeenkomstig de bepalingen van het van tijd tot tijd geldende reglement, in zoverre de arbeidsongeschiktheid is ontstaan tijdens het dienstverband met de Werkgever.
3.
Zodra de Deelnemer op de WAO-uitkering/WIA-uitkering geen aanvulling meer ontvangt van de Werkgever, zal de pensioengrondslag jaarlijks per 1 januari worden aangepast conform de ingegane pensioenen op grond van artikel 21. Onder pensioengrondslag wordt in dit geval verstaan de pensioengrondslag zoals deze gold op 1 januari voorafgaande aan de aanvang van de loondoorbetalingsverplichting van de Werkgever op
Stichting BASF Pensioenfonds Postbus 1019, 6801 MC Arnhem
BASF Pensioenfonds 10 Pensioenreglement middelloonregeling
basis van het Burgerlijk Wetboek, jaarlijks aangepast aan de algemene salariswijzigingen bij de werkgever, en op basis van de arbeidsduur zoals die op dat moment gold. 4.
De voortzetting van de pensioenopbouw geschiedt in de verhouding tussen het feitelijke uitkeringspercentage en het maximale uitkeringspercentage van 75 ingevolge de WAO/WIA. De Deelnemer die ingevolge de WIA 35% of minder arbeidsongeschikt is, heeft geen recht op arbeidsongeschiktheidspensioen. De Deelnemer die ingevolge de WAO 15% of minder arbeidsongeschikt is, heeft geen recht op arbeidsongeschiktheidspensioen. Indien en voor zolang door het Uitvoeringsorgaan Werknemersverzekeringen (UWV) geen arbeidsongeschiktheidspercentage wordt vastgesteld, zal de mate van arbeidsongeschiktheid worden vastgesteld volgens de volgende formule: maatmansalaris -/- salaris dat volgens het UWV nog verdiend kan worden maatmansalaris Als maatmansalaris wordt aangemerkt het salaris dat als zodanig door het UWV wordt opgegeven.
5.
De Deelnemer is zolang hij arbeidsongeschikt is en op de WAO-uitkering geen aanvulling ontvangt, vrijgesteld van verplichte bijdragen aan de Pensioenregeling voor het deel dat overeenkomt met de voortgezette pensioenopbouw conform het voorgaande lid. De Deelnemer die op en vanaf 1 januari 2004 ziek wordt, is zolang hij arbeidsongeschikt is en een uitkering ingevolge de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA) ontvangt, vrijgesteld van verplichte bijdragen aan de Pensioenregeling voor dat deel dat overeenkomt met de voortgezette pensioenopbouw conform het voorgaande lid.
6. Bij beëindiging van het dienstverband met de Werkgever zal voor het gedeelte van de pensioenopbouw waarvoor geen vrijstelling van bijdragen is verleend, worden gehandeld overeenkomstig artikel 19. 7. Een verhoging van het feitelijke uitkeringspercentage ingevolge de WAO/WIA na beëindiging van het dienstverband wordt voor de voortzetting van de pensioenopbouw buiten beschouwing gelaten. 8. De Deelnemer die recht heeft op voortzetting van pensioenopbouw, heeft voor het deel dat hij arbeidsongeschikt is geen recht op uitstel van de ingangsdatum van het ouderdomspensioen en het tijdelijk ouderdomspensioen na de Pensioendatum.
Artikel 15 Voortzetting pensioenopbouw bij onbetaald verlof 1. Er vindt geen voortzetting van pensioenopbouw plaats ten behoeve van de Deelnemer gedurende de periode dat de Deelnemer daar krachtens een wettelijke regeling of arbeidsvoorwaarden van de werkgever geen recht op heeft. Tijdens een periode van onbetaald verlof direct voorafgaand aan de Pensioendatum kan de pensioenopbouw geheel of gedeeltelijk vrijwillig worden voortgezet door de werknemer. De kosten voor de vrijwillige voortzetting komen volledig voor rekening van de Deelnemer. Een overzicht van de kosten van geheel of gedeeltelijke voortzetting kunnen door de Deelnemer worden opgevraagd bij het Pensioenfonds.
2. Het opnemen van onbetaald verlof tot een maximum van 18 maanden door de Deelnemer tijdens de deelneming is niet van invloed op de dekking uit hoofde van het partnerpensioen. Stichting BASF Pensioenfonds Postbus 1019, 6801 MC Arnhem
BASF Pensioenfonds 11 Pensioenreglement middelloonregeling
Artikel 16 Verplichte bijdragen deelnemers 1.
De Deelnemer draagt bij in de kosten van de Pensioenregeling. De jaarlijkse deelnemersbijdrage bedraagt 4% van de pensioengrondslag.
2.
De deelnemersbijdrage wordt in twaalf gelijke termijnen bij elke loonbetaling door de Werkgever op het loon ingehouden.
3.
De kosten van de Pensioenregeling die niet worden gedekt uit de in voorgaande leden genoemde deelnemersbijdragen worden door de Werkgever gedragen. De Werkgeversbijdrage wordt jaarlijks op grond van een door de actuaris uit te brengen rapport vastgesteld. Hierbij wordt ervoor gezorgd dat de opgebouwde aanspraken over verstreken diensttijd volledig worden afgefinancierd.
Artikel 17 Vrijwillige bijdragen deelnemers 1.
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 18 kan de Deelnemer op vrijwillige basis extra eenmalige of maandelijkse bijdragen in de Pensioenregeling storten. Een eenmalige bijdrage kan alleen worden gedaan en aanpassing van een maandelijkse bijdrage kan alleen ingaan per 1 januari, 1 mei, 1 juni, 1 juli en 1 december van het desbetreffende jaar.
2.
De Deelnemer dient een eventuele vrijwillige bijdrage ten minste één maand voor de beoogde (eerste) stortingsmaand schriftelijk aan de administrateur van het Fonds kenbaar te maken. Een verzoek tot aanpassing van een maandelijkse bijdrage dient een maand van te voren schriftelijk te worden ingediend.
3.
De maandelijkse deelnemersbijdragen worden bij de maandelijkse loonbetaling door de Werkgever op het loon ingehouden.
4. De vrijwillige bijdragen worden aangewend voor de inkoop van ouderdomspensioen en partnerpensioen. 5. De hoogte van de in te kopen pensioenen als bedoeld in lid 4 worden vastgesteld aan de hand van de in het bestuursbesluit "Tarieven pensioeninkoop" opgenomen tarieven (zie bijlage 7). 6. Jaarlijks per 1 januari, voor het eerst een jaar na inkoop worden de pensioenen als bedoeld in lid 4, verhoogd. -
voor Deelnemers conform artikel 5 lid 2 en 3;
-
voor gewezen en gepensioneerde Deelnemers conform artikel 21.
7.
Het bepaalde over de beëindiging van de Partnerrelatie in artikel 10 is van overeenkomstige toepassing op de pensioenaanspraken uit vrijwillige bijdragen.
8.
Het Bestuur is bevoegd om minimumnormen vast te stellen voor vrijwillige deelnemersbijdragen.
9.
Een vrijwillige deelnemersbijdrage mag niet hoger zijn dan fiscaal acceptabel. De Deelnemer ontvangt jaarlijks een opgave van de maximaal toegestane bijdrage met betrekking tot dat jaar. De fiscaal maximaal toegestane bijdrage voor de inkoop van pensioen wordt vastgesteld aan de hand van het percentage uit de tabel die is opgenomen in bijlage 2 bij dit reglement. Daarnaast kan het
Stichting BASF Pensioenfonds Postbus 1019, 6801 MC Arnhem
BASF Pensioenfonds 12 Pensioenreglement middelloonregeling
Fonds op verzoek een opgave aan de Deelnemer verstrekken met het maximum bedrag dat kan worden bijgedragen om pensioen in te kopen over de fiscale ruimte over verleden deelnemersjaren tot 1 januari 2006.
Artikel 18 Maximale pensioenen 1.
Het jaarlijkse ouderdomspensioen met inbegrip van een bedrag van de voor dat jaar geldende uitkeringen voor een gehuwde persoon als bedoeld in artikel 9, lid 1 letter b juncto lid 5 letter b van de Algemene Ouderdomswet, vermeerderd met de vakantie-uitkering, gaat op het tijdstip van ingang niet uit boven 100% van het pensioengevend salaris, waarbij het pensioengevend salaris ingeval van deeltijd wordt gerelateerd aan het voltijdsalaris.
2.
Het partnerpensioen met inbegrip van een evenredig gedeelte (70%) van de voor dat jaar geldende uitkeringen als bedoeld in artikel 9, lid 1 letter b juncto lid 5 letter b van de Algemene Ouderdomswet, vermeerderd met de vakantie-uitkering, gaat op het tijdstip van ingang niet uit boven 70 procent van het pensioengevend salaris of bereikbaar pensioengevend salaris, waarbij het pensioengevend salaris ingeval van deeltijd wordt gerelateerd aan het voltijdsalaris.
3.
Het wezenpensioen met inbegrip van een evenredig gedeelte (14%, dan wel -voor volle wezen28%) van een bedrag van de voor dat jaar geldende uitkeringen als bedoeld in artikel 9, lid 1 letter b juncto lid 5 letter b van de Algemene Ouderdomswet, vermeerderd met de vakantie-uitkering, gaat op het tijdstip van ingang niet uit boven 14 procent, dan wel (voor volle wezen) 28% van het pensioengevend loon of bereikbaar pensioengevend salaris, waarbij het pensioengevend salaris ingeval van deeltijd wordt gerelateerd aan het voltijdsalaris.
4.
Het tijdelijk ouderdomspensioen gaat op het tijdstip van ingang niet uit boven het gezamenlijke bedrag van de voor dat jaar geldende uitkeringen als bedoeld in artikel 9, lid 1 letter b van de Algemene Ouderdomswet en het verschil in verschuldigde premie voor de volksverzekeringen over het ouderdomspensioen voor en na de 65-jarige leeftijd.
5.
In afwijking van het bepaalde in de leden 1, 2 en 3 van dit artikel, kunnen het ouderdomspensioen, het partnerpensioen en het wezenpensioen meer bedragen dan de aldaar opgenomen maxima voor zover dit het gevolg is van:
6.
a.
aanpassing van het pensioen aan loon- of prijsontwikkeling;
b.
variatie in de hoogte van de uitkeringen waarbij de laagste uitkering niet minder bedraagt dan 75% van de hoogste uitkering en de mate van variatie ten laatste op de ingangsdatum wordt vastgesteld;
c.
waardeoverdracht van pensioenaanspraken;
d.
gehele of gedeeltelijke onderlinge ruil van partnerpensioen, wezenpensioen en ouderdomspensioen, mits de ruil uiterlijk op de ingangsdatum van het pensioen plaatsvindt op basis van algemeen gangbare actuariële grondslagen.
Toepassing van lid 5 onderdeel d van dit artikel geschiedt met inachtneming van de volgende regels:
Stichting BASF Pensioenfonds Postbus 1019, 6801 MC Arnhem
BASF Pensioenfonds 13 Pensioenreglement middelloonregeling
a. Indien ouderdomspensioen wordt omgeruild in partner- dan wel wezenpensioen of omgekeerd, mag een ontstaan verlies aan pensioen niet worden gecompenseerd; en b. 7.
Het partner- dan wel wezenpensioen mag als gevolg van de omzetting niet méér bedragen dan 70% respectievelijk 14% / 28% van het pensioengevende loon;
Indien het ouderdomspensioen in het in lid 1 genoemde maximum bereikt voor de Pensioendatum zal geen verdere pensioenopbouw plaatsvinden en zal het ouderdomspensioen op de Pensioendatum doch uiterlijk op de 65-jarige leeftijd tot uitkering komen. Indien het ouderdomspensioen het in lid 1 genoemde maximum bereikt ná de Pensioendatum zal geen verdere pensioenopbouw plaatsvinden en zal het ouderdomspensioen uiterlijk op de 65-jarige leeftijd ingaan.
Artikel 19 Voortijdige beëindiging van het deelnemerschap 1. Bij beëindiging van het deelnemerschap voor pensionering anders dan wegens overlijden, verkrijgt de gewezen Deelnemer aanspraken op ouderdoms-, tijdelijk ouderdoms- en partnerpensioen op basis van de doorgebrachte deelnemerstijd conform de bepalingen van dit reglement. Aan de gewezen Deelnemer wordt een bewijs van de bij beëindiging van het deelnemerschap toegekende aanspraken verstrekt. 2. Op verzoek van de Directie is het Bestuur bevoegd voor individuele Deelnemers of een groep van Deelnemers bij Bestuursbesluit af te wijken van het bepaalde in artikel 2 lid 2. 3. In zoverre het Fonds met het oog op de voortzetting van de pensioenopbouw tijdens werkloosheid middelen ontvangt van Stichting Financiering Voortzetting Pensioenopbouw (Stichting FVP) verkrijgt heeft de Deelnemer bedoeld in dit artikel aanvullende aanspraken tegenover het Fonds, berekend op de wettelijk voorgeschreven wijze.
Artikel 20 Afkoop en waardeoverdracht 1.
Het Fonds heeft het recht om op zijn vroegst twee jaar na de datum van beëindiging van het deelnemerschap als bedoeld in artikel 19, de aanspraak op ouderdomspensioen af te kopen, indien de uitkering van het ouderdomspensioen op jaarbasis minder bedraagt dan het bedrag als bedoeld in artikel 66 van de Pensioenwet (per 1 januari 2008 € 406,44). Ligt de reguliere ingangsdatum van het ouderdomspensioen binnen de genoemde termijn van twee jaar, dan heeft het Fonds het recht het ouderdomspensioen bij ingang af te kopen. Een bijbehorende aanspraak op partner- en wezenpensioen wordt eveneens afgekocht.
2.
Indien het Fonds gebruik wenst te maken van het in lid 1 bedoelde recht, informeert het Fonds de gewezen Deelnemer over zijn besluit hieromtrent binnen zes maanden na afloop van de periode van twee jaar na de datum van beëindiging van het deelnemerschap en gaat over tot de uitbetaling van de afkoopwaarde binnen die termijn van zes maanden. Na het verstrijken van deze twee jaar en zes maanden termijn is het Fonds uitsluitend bevoegd tot afkoop als bedoeld in lid 1 indien de gewezen Deelnemer of de gepensioneerde daarmee instemt.
Stichting BASF Pensioenfonds Postbus 1019, 6801 MC Arnhem
BASF Pensioenfonds 14 Pensioenreglement middelloonregeling
3.
Het Fonds heeft het recht het partner- en wezenpensioen dat niet conform het bepaalde in lid 1 is afgekocht, op de ingangsdatum af te kopen, mits dat pensioen op die datum minder bedraagt dan het bedrag als bedoeld in artikel 66 van de Pensioenwet. Het in dit lid bepaalde is van overeenkomstige toepassing op het bijzonder partnerpensioen.
4.
Indien het Fonds gebruik wenst te maken van het in lid 3 bedoelde recht, informeert het Fonds de pensioengerechtigde over zijn besluit hieromtrent binnen zes maanden na de ingangsdatum en gaat over tot de uitbetaling van de afkoopwaarde binnen die termijn van zes maanden.
5.
Het in de leden 1 en 2 bepaalde is niet van toepassing indien de gewezen Deelnemer het Fonds binnen twee jaar na de datum van beëindiging van het deelnemerschap schriftelijk heeft meegedeeld dat de gewezen Deelnemer een procedure tot waardeoverdracht is gestart.
6.
De hoogte van de afkoopwaarde wordt door het Fonds vastgesteld op basis van de afkoopvoet die evenals de geldigheidsduur is opgenomen in bijlage 6 bij dit pensioenreglement.
7.
Op verzoek van de gewezen Deelnemer die verbonden wordt aan een nieuwe Werkgever zal het Fonds, met inachtneming van het ter zake bepaalde in de Pensioenwet, de in artikel 19 bedoelde aanspraken vervangen door een overdrachtswaarde, indien en voor zover dit bedrag wordt besteed voor inkoop van pensioenaanspraken bij een in artikel 1 van de Pensioenwet genoemde pensioenuitvoerder of verzekeraar. Door zodanige overdracht vervallen de pensioenaanspraken jegens het Fonds.
8.
De Deelnemer die uit hoofde van een vorige dienstbetrekking aanspraken heeft verworven, verkrijgt met inachtneming van het ter zake bepaalde in de Pensioenwet extra pensioenaanspraken als bedoeld in artikel 3, indien de waarde van zijn verworven aanspraken wordt overgedragen aan het Fonds. De waarde van het over te dragen pensioen wordt verdeeld in de verhouding 100:70 over het ouderdomspensioen respectievelijk het partnerpensioen.
9. De onder lid 7 en 8 bedoelde overdrachtswaarde zal worden vastgesteld en worden overgedragen danwel worden aangewend voor de toekenning van extra pensioenaanspraken conform de richtlijnen van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling.
Artikel 21 Pensioenaanpassingen 1.
Onverminderd het bepaalde in lid 2 wordt op de pensioenrechten en de pensioenaanspraken van gewezen Deelnemers jaarlijks per 1 januari toeslag verleend van maximaal de stijging van het door het Centraal Bureau voor de Statistiek gepubliceerde afgeleide consumentenprijsindexcijfer voor alle huishoudens, met als referte periode oktober-oktober, het eerst gepubliceerde cijfer voorafgaand aan de desbetreffende 1 januari.
2.
Het Bestuur beslist evenwel jaarlijks in hoeverre de ingegane pensioenen en de pensioenaanspraken van gewezen Deelnemers worden aangepast. Voor de voorwaardelijke toeslagverlening als bedoeld in lid 1 is geen bestemmingsreserve gevormd en wordt geen premie betaald. De toeslagverlening wordt uit beleggingsrendement gefinancierd.
Stichting BASF Pensioenfonds Postbus 1019, 6801 MC Arnhem
BASF Pensioenfonds 15 Pensioenreglement middelloonregeling
Artikel 22 Uitbetaling en inhoudingen 1.
De uitbetaling van pensioenen geschiedt aan de pensioengerechtigde.
2.
Uitbetaling van pensioenen geschiedt tegen regelmatige overlegging van een behoorlijk bewijs van in leven zijn van de pensioengerechtigde.
3.
Ten onrechte ontvangen uitkeringen dienen te worden terugbetaald.
4.
De uitkering van de pensioenen gebeurt in Nederlands betaalmiddel op een Nederlandse rekening, bij achterafbetaling in twaalf gelijke maandelijkse termijnen. In geval van aanwijzing door de pensioengerechtigde van een niet in Nederland gevestigde bankrekening, is het Fonds bevoegd de kosten van de uitkeringen bij de pensioengerechtigde in rekening te brengen. Dit kan geschieden door middel van het in mindering brengen van de kosten op de uit te keren pensioenen.
5.
Op uitkeringen ingevolge dit reglement zullen de belastingen en sociale verzekeringspremies worden ingehouden, tot afdracht waarvan het Fonds verplicht is.
Artikel 23 Verplichtingen deelnemers 1.
Ieder die op grond van de bepalingen van dit reglement recht op uitkering van enig pensioen heeft, dan wel te eniger tijd voor zodanige uitkering in aanmerking kan komen, is verplicht aan de goede uitvoering van het in dit reglement bepaalde mee te werken en alle zodanig gegevens, inlichtingen en bewijsstukken over te leggen, als door het Bestuur in het belang van een juiste toepassing van de Statuten en van dit reglement noodzakelijk wordt geoordeeld.
2.
Geen uitkering vindt plaats zolang naar het oordeel van het Bestuur niet aan het in de voorgaande leden gestelde is voldaan.
Artikel 24 Informatievoorschriften 1.
Het Bestuur zorgt voor informatieverstrekking aan de Deelnemers, gewezen Deelnemers en pensioengerechtigden conform de eisen van de Pensioenwet.
2.
Het Bestuur zorgt ervoor dat de Deelnemers binnen 3 maanden na aanvang van het deelnemerschap de startbrief ontvangen met daarin informatie over de Pensioenregeling, welke voldoet aan artikel 21 lid 1 van de Pensioenwet. De Deelnemers worden binnen 3 maanden na een wijziging in de pensioenovereenkomst schriftelijk van de wijzigingen daarin door het Fonds op de hoogte gesteld.
3.
Jaarlijks verstrekt het Bestuur aan de Deelnemer een opgave van de hoogte van het opgebouwde en te bereiken pensioen en een opgave van de aan het desbetreffende of voorafgaande kalenderjaar toe te rekenen waardeaangroei van pensioenaanspraken overeenkomstig artikel 3.127 van de Wet inkomstenbelasting 2001 en de daarop berustende bepalingen. De Deelnemer ontvangt ook informatie over de aanpassing van de pensioenen ingevolge artikel 5 leden 2 en 3 en 21 leden 1 en 2.
Stichting BASF Pensioenfonds Postbus 1019, 6801 MC Arnhem
BASF Pensioenfonds 16 Pensioenreglement middelloonregeling
4.
Op verzoek van de (gewezen) Deelnemer verstrekt het Bestuur binnen drie maanden een opgave van de hoogte van de opgebouwde pensioenaanspraken. Het Bestuur kan een vergoeding vragen van de aan de opgave verbonden kosten.
5.
Op verzoek van de (vertegenwoordigers van de) Deelnemer, gewezen Deelnemer, pensioengerechtigde of de gewezen partner verstrekt het Bestuur: a. het geldende pensioenreglement; b. de geldende Statuten; c. het jaarverslag en de jaarrekening van het Fonds; d. de uitvoeringsovereenkomst; e. de verklaring inzake beleggingsbeginselen; f. het kortetermijnherstelplan; g. het langetermijnherstelplan; h. informatie over de hoogte van de dekkingsgraad; i. informatie over het van toepassing zijn van een aanwijziging; j. informatie over de aanstelling van een bewindvoerder. Het Bestuur kan een vergoeding vragen voor het verstrekken van de onder c. tot en met j. genoemde documenten.
6.
Op verzoek van de (gewezen) Deelnemer en de gewezen partner kan het Bestuur informatie verstrekken die specifiek voor hem van belang is.
7.
Indien het Fonds niet over het juiste adres van de (gewezen) Deelnemer danwel pensioengerechtigde blijkt te beschikken, zal zij de kosten van het achterhalen van het juiste adres bij de betrokkene in rekening brengen. Het Bestuur kan ten gunste van de Deelnemer van deze bepaling afwijken.
Artikel 25 Beslag, overdracht, inpandgeving 1.
Beslag op pensioen is slechts mogelijk indien en voor zover het pensioen de in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering geregelde beslagvrije voet overtreft.
2.
Volmacht tot invordering van het pensioen, in welke vorm en onder welke benaming ook verleend, is steeds herroepelijk.
3.
De aanspraken ingevolge deze regeling kunnen niet worden afgekocht, vervreemd of prijsgegeven, dan wel formeel of feitelijk voorwerp van zekerheid worden, anders dan in de gevallen voorzien bij of krachtens dit reglement. Verpanding is uitsluitend mogelijk indien dit plaatsvindt voor het verlenen van zekerheid voor het verkrijgen van uitstel van betaling als bedoeld in artikel 25 lid 5 van de Invorderingswet 1990.
4.
Elk beding strijdig met het bepaalde in een der voorgaande leden is nietig.
Stichting BASF Pensioenfonds Postbus 1019, 6801 MC Arnhem
BASF Pensioenfonds 17 Pensioenreglement middelloonregeling
Artikel 26 Herziening of beëindiging van de regeling 1.
2.
Het Bestuur behoudt zich het recht voor, in overleg met de Werkgever, de Pensioenregeling te herzien of te beëindigen conform het bepaalde in de pensioenovereenkomst en de uitvoeringsovereenkomst, indien: -
sociale wetten of publiekrechtelijk of privaatrechtelijk verplicht gestelde regelingen met betrekking tot pensioenvoorzieningen worden ingevoerd of gewijzigd;
-
de financiële positie van de Werkgever blijkens een accountantsverklaring de uitgaven ter zake van de Pensioenregeling niet meer toelaat.
Door de wijzigingen als in lid 1 bedoeld, mogen de pensioenaanspraken die betrekking hebben op de achterliggende pensioenjaren niet minder worden dan die volgens dit reglement en bedoelde wetten of regelingen golden onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van bedoelde wijzigingen, met inachtneming van het bepaalde in lid 5.
3. Indien het Bestuur van het recht als bedoeld in het eerste lid gebruik maakt, zal het de Deelnemers onverwijld in kennis stellen van de herziening of beëindiging van de Pensioenregeling en van de mogelijkheid om het herziene pensioenreglement op te vragen bij het Fonds. 4. Indien de fiscus bij haar toetsing overeenkomstig artikel 19c Wet op de Loonbelasting 1964 (hierna: Wet LB) tot de conclusie komt dat dit reglement niet voldoet aan de fiscale normen zullen de betreffende bepalingen met terugwerkende kracht tot 1 januari 2006 zodanig worden aangepast, dat de regeling alsnog geacht wordt een regeling te zijn als bedoeld in de artikelen 18 tot en met 18h Wet LB. Bij wijziging van de bepalingen zal zoveel mogelijk worden aangesloten bij hetgeen de bij het reglement betrokken partijen oorspronkelijk beoogd hebben. 5. Het Fonds zal verworven pensioenaanspraken en pensioenrechten uitsluitend verminderen indien: a. de technische voorzieningen en het minimaal vereist eigen vermogen niet meer volledig door waarden zijn gedekt; b. het Fonds niet in staat is binnen een redelijke termijn de technische voorzieningen en het minimaal vereist eigen vermogen door waarden te dekken zonder dat de belangen van deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden of andere aanspraakgerechtigden onevenredig worden geschaad; en c. alle overige beschikbare sturingsmiddelen, met uitzondering van het beleggingsbeleid, zijn ingezet zoals uitgewerkt in het kortetermijnherstelplan als bedoeld in artikel 140 Pensioenwet.
Artikel 27 Overgangsbepalingen Voor de Deelnemers die op 31 december 1997 in dienst waren van de Werkgever zijn de overgangsbepalingen als bedoeld in bijlage 1 van kracht.
Stichting BASF Pensioenfonds Postbus 1019, 6801 MC Arnhem
BASF Pensioenfonds 18 Pensioenreglement middelloonregeling
Artikel 28 Onvoorziene gevallen 1.
In gevallen waarin dit reglement niet voorziet of nadere interpretatie behoeft, beslist het Bestuur in overleg met de actuaris van het Fonds.
2.
In overleg met de Werkgever kan het Bestuur onder van geval tot geval te stellen voorwaarden ten gunste van een Deelnemer afwijken van de bepalingen van dit reglement. De afwijkende voorwaarden mogen niet in strijd zijn met de Statuten en/of van toepassing zijnde wet- en regelgeving.
Artikel 29 Inwerkingtreding 1.
Dit reglement is in werking getreden op 1 januari 1998 en is laatstelijk gewijzigd per 1 februari 2013 en vervangt voor Deelnemers het voordien geldende reglement, waaraan zij geen rechten meer kunnen ontlenen.
2.
Het tot 1 januari 1998 geldende reglement blijft van kracht : -
voor gepensioneerde en gewezen Deelnemers, mits het Deelnemerschap voor 1 januari 1998 is beëindigd;
-
voor Deelnemers van wie het dienstverband met de Werkgever voor 1 januari 1998 is beëindigd, maar het deelnemerschap conform het toen geldende reglement is voortgezet.
3.
Het tot 1 januari 1998 geldende reglement blijft van kracht voor Deelnemers die voor 1 april 1999 nog in aanmerking komen voor deelname aan de VUT-regeling zoals die is vastgelegd in de collectieve arbeidsovereenkomst voor de werknemers van de locatie Rozenburg.
4.
Het tot 1 januari 1998 geldende reglement blijft van kracht voor Deelnemers die voor 1 januari 2000 nog in aanmerking komen voor deelname aan de wachtgeldregeling die is vastgelegd in de collectieve arbeidsovereenkomst voor de werknemers van de locaties Apeldoorn en Kleefse Waard.
5. Het tot 1 januari 1998 geldende reglement blijft van kracht voor werknemers van de locatie Kadestraat met wie voor 1 januari 1999 een VUT- of wachtgeldregeling is overeengekomen.
Stichting BASF Pensioenfonds Postbus 1019, 6801 MC Arnhem
BASF Pensioenfonds Bijl 1-1 Pensioenreglement middelloonregeling
Bijlage 1: Overgangsregelingen 1.
Opgebouwde aanspraken t/m 31 december 1997 De op 31 december 1997 opgebouwde pensioenaanspraken uit hoofde van het tot 1 januari 1998 geldende pensioenreglement worden omgezet naar pensioenaanspraken volgens dit pensioenreglement. De omzetting wordt geëffectueerd door toepassing van de methodiek als bedoeld in artikel 20 lid 3 van dit pensioenreglement.
2.
Aanvullende aanspraak 46-plussers
1.
De deelnemer die op 31 december 1997 46 jaar of ouder is en deelnemer was aan het tot 1 januari 1998 geldende pensioenreglement verkrijgt een aanvullende aanspraak op ouderdoms- en partnerpensioen boven de krachtens dit pensioenreglement voor hem vastgestelde pensioenen, indien het bereikbaar ouderdomspensioen op leeftijd 65 jaar uit hoofde van het tot 1 januari 1998 geldende pensioenreglement hoger is dan het bereikbaar ouderdomspensioen op de pensioendatum uit hoofde van dit pensioenreglement. Bij de berekening volgens beide pensioenreglementen wordt voor de deelnemer die op 31 december 1997 deelnemer was aan de pensioenregeling van de Stichting CIAGO Pensioenfonds de ploegentoeslag buiten beschouwing gelaten.
2.
De aanvullende aanspraak op pensioen wordt eenmalig vastgesteld per 31 december 1997. Ter financiering van de aanvullende aanspraak stort de werkgever voor de desbetreffende deelnemer eenmalig een bijdrage in de pensioenregeling. De eenmalige bijdrage wordt vastgesteld naar door het bestuur - gehoord de actuaris - vastgestelde grondslagen.
3.
De aanvullende aanspraak op ouderdomspensioen wordt vastgesteld op een gedeelte van het verschil tussen het ouderdomspensioen dat de deelnemer op leeftijd 65 jaar zou bereiken als hij tot die datum deelnemer aan de tot 1 januari 1998 geldende pensioenregeling zou zijn gebleven en het ouderdomspensioen dat de deelnemer op de pensioendatum kan bereiken als hij tot die datum deelnemer zou blijven aan de vanaf 1 januari 1998 geldende pensioenregeling.
4.
Het gedeelte van het verschil in pensioen is afhankelijk van de bereikte leeftijd per 31 december 1997 en bedraagt voor de deelnemer van 46 jaar:
20%
47 jaar:
40%
48 jaar:
60%
49 jaar:
80%
50 jaar en ouder:
100%
Stichting BASF Pensioenfonds Postbus 1019, 6801 MC Arnhem
BASF Pensioenfonds Bijl 1-2 Pensioenreglement middelloonregeling
5.
De aanvullende aanspraak op partnerpensioen bedraagt 70% van de aanvullende aanspraak op ouderdomspensioen.
6.
De deelnemer ontvangt een opgave van de extra pensioenen.
3.
Ploegentoeslagpensioen
1.
De deelnemer die op 31 december 1997 deelnemer was aan de pensioenregeling van de Stichting CIAGO Pensioenfonds en op dat moment in ploegendienst werkte verkrijgt een aanvullende aanspraak op ouderdoms- en partnerpensioen boven de krachtens dit pensioenreglement voor hem vastgestelde pensioenen, indien het bereikbaar ouderdomspensioen op leeftijd 65 jaar uit hoofde van het tot 1 januari 1998 geldende pensioenreglement als gevolg van de ploegentoeslag hoger zou zijn dan het bereikbaar ouderdomspensioen over de ploegentoeslag op de pensioendatum uit hoofde van dit pensioenreglement.
2.
De aanvullende aanspraak op pensioen wordt eenmalig vastgesteld per 31 december 1997. De eenmalige bijdrage ter financiering van de aanvullende aanspraak komt ten laste van het vermogen van de Stichting CIAGO Pensioenfonds. De eenmalige bijdrage wordt vastgesteld naar door het bestuur - gehoord de actuaris – vastgestelde grondslagen.
3.
De aanvullende aanspraak op ouderdomspensioen wordt vastgesteld op het verschil tussen het ouderdomspensioen over de ploegentoeslag, dat de deelnemer op leeftijd 65 jaar zou bereiken als zou hij tot die datum deelnemer aan de tot 1 januari 1998 geldende pensioenregeling zijn gebleven en in ploegendienst werken, en het ouderdomspensioen over de ploegentoeslag, dat de deelnemer op de pensioendatum kan bereiken als hij tot die datum deelnemer zou blijven aan de vanaf 1 januari 1998 geldende pensioenregeling en in ploegendienst werken.
4.
De aanvullende aanspraak op partnerpensioen bedraagt 70% van de aanvullende aanspraak op ouderdomspensioen.
5.
De deelnemer ontvangt een opgave van de extra pensioenen.
4.
Overgangsregeling prepensioen 61
1.
De deelnemer die op 31 december 1997 in dienst was bij de werkgever op de locatie Apeldoorn, Kadestraat of Kleefse Waard en die in de toekomst in aanmerking zou komen voor een uitkering uit hoofde van de op 31 december 1997 geldende VUT-regeling verkrijgt een aanvullende aanspraak op prepensioen.
2.
Het jaarlijks prepensioen bedraagt voor ieder jaar van deelname vanaf de 51-jarige leeftijd tot de 61-jarige leeftijd 10% van de hoogte van het ouderdomspensioen en tijdelijk ouderdomspensioen tezamen conform de artikelen 5 en 6 van dit pensioenreglement, zoals deze gelden op de pensioendatum van de deelnemer. Vanaf 1 januari 2006 zal geen prepensioen meer worden opgebouwd. Het reeds per 31 december 2005 opgebouwde prepensioen blijft staan. Onverminderd het bepaalde in artikel 21 lid 2 wordt dit prepensioen tijdens het deelnemerschap jaarlijks per 1 januari verhoogd volgens een index die wordt afgeleid van de algemene salarisverhogingen bij de werkgever. Stichting BASF Pensioenfonds Postbus 1019, 6801 MC Arnhem
BASF Pensioenfonds Bijl 1-3 Pensioenreglement middelloonregeling
3.
Het prepensioen gaat in op de 61-jarige leeftijd en wordt uitbetaald tot de eerste van de maand waarin de deelnemer 62 jaar wordt of tot en met de maand van overlijden van de deelnemer voor die tijd.
4.
Indien en zolang de gepensioneerde deelnemer een uitkering ingevolge de WAO/WIA ontvangt, zal de uitkering van het prepensioen dusdanig worden verlaagd dat de totale inkomsten niet meer bedragen dan 100% van het laatste salaris.
5.
Het prepensioen zal bij een afwijkende ingangsdatum worden aangepast conform artikel 7 van dit pensioenreglement. Voor een afwijkende ingangsdatum gelegen na de 61-jarige leeftijd is de goedkeuring van de werkgever benodigd.
6.
Indien het prepensioen boven het fiscale maximum van 85% van het laatstverdiende salaris uitkomt, zal het deel dat boven dit maximum uitkomt worden aangewend ter verhoging van het ouderdomspensioen en partnerpensioen ingevolge dit reglement, een en ander met inachtneming van de fiscale maxima als omschreven in artikel 18.
5.
Overgangsregeling prepensioen 61½
1.
De deelnemer die op 31 december 1997 in dienst was bij de werkgever op de locatie Rozenburg en die in de toekomst in aanmerking zou komen voor een uitkering uit hoofde van de op 31 december 1997 geldende VUT-regeling verkrijgt een aanvullende aanspraak op prepensioen.
2.
Het jaarlijks prepensioen bedraagt voor ieder jaar van deelname vanaf de 51-jarige leeftijd tot de 61-jarige leeftijd 10% van de hoogte van het ouderdomspensioen en tijdelijk ouderdomspensioen tezamen conform de artikelen 5 en 6 van dit pensioenreglement, zoals deze gelden op de pensioendatum van de deelnemer. Vanaf 1 januari 2006 zal geen prepensioen meer worden opgebouwd. Het reeds per 31 december 2005 opgebouwde prepensioen blijft staan. Onverminderd het bepaalde in artikel 21 lid 2 wordt dit prepensioen tijdens het deelnemerschap jaarlijks per 1 januari verhoogd volgens een index die wordt afgeleid van de algemene salarisverhogingen bij de werkgever.
3.
Het prepensioen gaat in op de 61½-jarige leeftijd en wordt uitbetaald tot de eerste van de maand waarin de deelnemer 62 jaar wordt of tot en met de maand van overlijden van de deelnemer voor die tijd.
4.
Indien en zolang de gepensioneerde deelnemer een uitkering ingevolge de WAO/WIA ontvangt, zal de uitkering van het prepensioen dusdanig worden verlaagd dat de totale inkomsten niet meer bedragen dan 100% van het laatste salaris.
5.
Het prepensioen zal bij een afwijkende ingangsdatum worden aangepast conform artikel 7 van dit pensioenreglement. Voor een afwijkende ingangsdatum gelegen na de 61½-jarige leeftijd is de goedkeuring van de werkgever benodigd.
Stichting BASF Pensioenfonds Postbus 1019, 6801 MC Arnhem
BASF Pensioenfonds Bijl 1-4 Pensioenreglement middelloonregeling
6.
Indien het prepensioen boven het fiscale maximum van 85% van het laatstverdiende salaris uitkomt, zal het deel dat boven dit maximum uitkomt worden aangewend ter verhoging van het ouderdomspensioen en partnerpensioen ingevolge dit reglement, een en ander met inachtneming van de fiscale maxima als omschreven in artikel 18.
7.
Extra deelnemersbijdrage
1.
De deelnemer die op 31 december 1997 in dienst was bij de werkgever op de locatie Apeldoorn, Kadestraat, Kleefse Waard of Rozenburg en die in de toekomst in aanmerking zou komen voor een uitkering uit hoofde van de op 31 december 1997 geldende VUT-regeling draagt bovenop de volgens artikel 16 lid 1 van dit pensioenreglement bepaalde deelnemersbijdrage extra bij in de kosten van de pensioenregeling.
2.
De jaarlijkse extra bijdrage bedraagt 2% van de pensioengrondslag
Stichting BASF Pensioenfonds Postbus 1019, 6801 MC Arnhem
BASF Pensioenfonds Bijl 2-1 Pensioenreglement middelloonregeling
Bijlage 2: Vrijwillige bijdragen Bijsparen voor een extra ouderdomspensioen en een daarbij behorend nabestaandenpensioen kan op grond van de volgende staffel. Het fiscaal maximaal bij te sparen bedrag over inkomenscomponenten die in enig jaar aan de deelnemer worden uitgekeerd en waarover nog geen pensioenopbouw plaatsvindt volgens het pensioenreglement, wordt vastgesteld aan de hand van onderstaande tabel. Het bij te sparen bedrag wordt in kolom 2 van de tabel uitgedrukt in een percentage van deze inkomenscomponenten in enig jaar.
PERCENTAGES TEN BEHOEVE VAN VRIJWILLIG BIJSPAREN Leeftijd (per 1 januari van enig jaar)
Stichting BASF Pensioenfonds Postbus 1019, 6801 MC Arnhem
Percentage over overige inkomenscomponenten waarover nog geen pensioen wordt opgebouwd volgens het pensioenreglement
15 tot en met 19
6,02
20 tot en met 24
6,86
25 tot en met 29
8,28
30 tot en met 34
10,04
35 tot en met 39
12,04
40 tot en met 44
14,64
45 tot en met 49
17,65
50 tot en met 54
21,41
55 tot en met 59
25,93
60 tot en met 61
31,70
BASF Pensioenfonds Bijl 3-1 Pensioenreglement middelloonregeling
Bijlage 3: Addendum bij het pensioenreglement d.d. 1 januari 2006 Voor de deelnemers aan de pensioenregeling van Stichting Pensioenfonds BASF die geboren zijn voor 1 januari 1950 en per 31 december 2005 reeds deelnemer waren en die ook per 1 januari 2006 deelnemer zijn aan de pensioenregeling gelden in afwijking van het pensioenreglement de volgende bepalingen. Voor de deelnemers aan de pensioenregeling van Stichting Pensioenfonds BASF die geboren zijn voor 1 januari 1950 en per 31 december 2005 reeds deelnemer waren aan de pensioenregeling gelden in afwijking van het pensioenreglement de in dit addendum vermelde bepalingen. Het vermelde artikel in dit addendum dient in de plaats van het artikel in het pensioenreglement gelezen te worden.
Artikel 3 Pensioenaanspraken Het deelnemerschap geeft aanspraak op: -
Ouderdomspensioen ten behoeve van de deelnemer
-
Tijdelijk ouderdomspensioen ten behoeve van de deelnemer
-
Partnerpensioen ten behoeve van de partner van de deelnemer
-
Anw-hiaatpensioen ten behoeve van de partner van de deelnemer
-
Wezenpensioen ten behoeve van de kinderen van de deelnemer
-
Arbeidsongeschiktheidspensioen ten behoeve van de deelnemer
Artikel 6, lid 1 Tijdelijk ouderdomspensioen Het jaarlijks tijdelijk ouderdomspensioen bedraagt voor ieder jaar van deelname vanaf de 51-jarige tot de 61-jarige leeftijd 10% van de franchise als bedoeld in artikel 4 lid 4, zoals die geldt op de pensioendatum van de deelnemer of eerdere datum van beëindiging van het deelnemerschap.
Artikel 7 Flexibele pensionering Lid 3a Het bestuur is bevoegd om op verzoek van de deelnemer het ouderdomspensioen en meeverzekerde partnerpensioen gedeeltelijk om te zetten in tijdelijk ouderdomspensioen. In dat geval bedraagt het verhoogde tijdelijk ouderdomspensioen ten hoogste het bedrag dat rechthebbende en zijn partner tezamen aan uitkering krachtens de Algemene Ouderdomswet (AOW) zouden ontvangen als ware zij beiden 65 jaar of ouder.Bij de vaststelling van dit verhoogde tijdelijk ouderdomspensioen mag tevens rekening worden gehouden met een bedrag voor het verschil in premieheffing sociale verzekeringen voor en na 65 jaar.
Stichting BASF Pensioenfonds Postbus 1019, 6801 MC Arnhem
BASF Pensioenfonds Bijl 3-2 Pensioenreglement middelloonregeling
Lid 4 Indien de deelnemer ervoor kiest om het ouderdomspensioen en het tijdelijk ouderdomspensioen voor of na de pensioendatum te laten ingaan, worden deze verlaagd respectievelijk verhoogd. De hoogte van de omgezette pensioenen wordt vastgesteld aan de hand van door het bestuur, gehoord de actuaris van het fonds, vastgestelde tarieven. De tarieven en de actuariële grondslagen waarop de tarieven zijn gebaseerd, worden vastgelegd in een bestuursbesluit. Lid 5 De deelnemer dient zijn keuze voor een afwijkend tijdstip van ingang van het ouderdoms- en tijdelijk ouderdomspensioen ten minste drie maanden voor de beoogde ingangsdatum schriftelijk aan de administrateur van het fonds kenbaar maken.
Artikel 9 Omzetting partnerpensioen Lid 1 Op verzoek van de deelnemer en zijn eventuele partner wordt bij pensionering het partnerpensioen geheel of gedeeltelijk omgezet in extra ouderdomspensioen of tijdelijk ouderdomspensioen.
BIJLAGE 1 BIJ BIJLAGE 3: OVERGANGSREGELINGEN 4. OVERGANGSREGELING PREPENSIOEN 61 LID 2 LID 2 Het jaarlijks prepensioen bedraagt voor ieder jaar van deelname vanaf de 51 jarige leeftijd tot de 61-jarige leeftijd 10% van de hoogte van het ouderdomspensioen en tijdelijk ouderdomspensioen tezamen conform de artikelen 5 en 6 van dit pensioenreglement, zoals deze gelden op de pensioendatum van de deelnemer. 5. OVERGANGSREGELING PREPENSIOEN 61½ LID 2 LID 2 Het jaarlijks prepensioen bedraagt voor ieder jaar van deelname vanaf de 51-jarige leeftijd tot de 61jarige leeftijd 10% van de hoogte van het ouderdomspensioen en tijdelijk ouderdomspensioen tezamen conform de artikelen 5 en 6 van dit pensioenreglement, zoals deze gelden op de pensioendatum van de deelnemer.
6. EENMALIGE TOEKENNING EXTRA OPBOUW TIJDELIJK OUDERDOMSPENSIOEN De deelnemer die op 31 december 1997 in dienst was bij de werkgever en op dat moment ouder was dan 51 jaar, heeft recht op het totale tijdelijk ouderdomspensioen ter grootte van de franchise als Stichting BASF Pensioenfonds Postbus 1019, 6801 MC Arnhem
BASF Pensioenfonds Bijl 3-3 Pensioenreglement middelloonregeling
bedoeld in artikel 6 lid 1 van dit pensioenreglement. Het tijdelijk ouderdomspensioen dat volgens dit reglement zou zijn opgebouwd vanaf de 51-jarige leeftijd tot de leeftijd van de deelnemer op 1 januari 1998 wordt op 1 januari 1998 ineens toegekend. Indien de deelnemer nog geen tien jaar in dienst zal zijn op de pensioendatum, wordt het tijdelijk ouderdomspensioen naar evenredigheid verlaagd.
7. EENMALIGE TOEKENNING EXTRA OPBOUW PREPENSIOEN De deelnemer die ingevolge overgangsregeling 4 of 5 in aanmerking komt voor een prepensioen en op 31 december 1997 ouder was dan 51 jaar, heeft recht op het totale prepensioen ter grootte van het ouderdomspensioen en tijdelijk ouderdomspensioen tezamen. Het prepensioen dat volgens de overgangsregeling zou zijn opgebouwd vanaf de 51-jarige leeftijd tot de leeftijd waarop de deelnemer op 1 januari 1998 wordt op 1 januari 1998 ineens toegekend. Indien de deelnemer nog geen 10 jaar in dienst zal zijn op de pensioendatum, wordt het prepensioen naar evenredigheid verlaagd.
8. EXTRA DEELNEMERSBIJDRAGE LID 1 De deelnemer die op 31 december 1997 in dienst was bij de werkgever op de locatie Apeldoorn, Kadestraat, Kleefse Waard of Rozenburg en die in de toekomst in aanmerking zou komen voor een uitkering uit hoofde van de op 31 december 1997 geldende VUT-regeling draagt bovenop de volgens artikel 16 lid 1 van dit pensioenreglement bepaalde deelnemersbijdrage extra bij in de kosten van de pensioenregeling.
LID 2 De jaarlijkse extra bijdrage bedraagt 2% van de pensioengrondslag.
BIJLAGE 2 BIJ BIJLAGE 3: VRIJWILLIGE BIJDRAGEN Bijsparen voor een extra ouderdomspensioen en een daarbij behorend nabestaandenpensioen kan op grond van de volgende staffel. Daarbij geldt het volgende: 1.
Het ouderdomspensioen en daarbij behorende nabestaandenpensioen kan verhoogd worden op basis van de in kolom 2 van de tabel aangegeven percentages van de pensioengrondslag.
2.
Het bijspaarbedrag moet echter wel gecorrigeerd worden met het bedrag dat berekend wordt op basis van de derde kolom, zoals vermeld onder het kopje “percentage van fiscale franchise minus BASF-franchise”.
3.
Voorts kan extra pensioen opgebouwd worden over inkomenscomponenten die in enig jaar door de deelnemer worden ontvangen en die volgens het pensioenreglement niet pensioengevend zijn, maar waarover in fiscale zin wel pensioen mag worden opgebouwd. Dit bijspaarbedrag wordt in kolom 4 uitgedrukt in een percentage van deze inkomenscomponenten in enig jaar.
Stichting BASF Pensioenfonds Postbus 1019, 6801 MC Arnhem
BASF Pensioenfonds Bijl 3-4 Pensioenreglement middelloonregeling
PERCENTAGES TEN BEHOEVE VAN VRIJWILLIG BIJSPAREN
Leeftijd
Percentage van de pensioengrondslag
Percentage van fiscale franchise minus BASFfranchise
Percentage over overige inkomenscomponenten waarover nog geen pensioen wordt opgebouwd volgens het pensioenreglement
15 tot en met 19
1,56
-/- 7,03
7,03
20 tot en met 24
1,78
-/- 8,03
8,03
25 tot en met 29
2,14
-/- 9,62
9,62
30 tot en met 34
2,58
-/- 11,63
11,63
35 tot en met 39
3,12
-/- 14,05
14,05
40 tot en met 44
3,77
-/- 16,98
16,98
45 tot en met 49
4,55
-/- 20,49
20,49
50 tot en met 54
5,52
-/- 24,84
24,84
55 tot en met 59
6,73
-/- 30,28
30,28
60 tot en met 61
7,73
-/- 34,79
34,79
Stichting BASF Pensioenfonds Postbus 1019, 6801 MC Arnhem
BASF Pensioenfonds Bijl 4-1 Pensioenreglement middelloonregeling
Bijlage 4 - Factoren eerder/later ingaan pensioen Tarieven flexibele pensionering (artikel 7 lid 4) Uitgaande van pensionering op 62-jarige leeftijd. Het partnerpensioen bedraagt 70% van het ouderdomspensioen. Vervroeging of uitstel van het ouderdomspensioen of tijdelijk ouderdomspensioen. Toelichting: Vermelde percentages betreffen het (tijdelijk) ouderdomspensioen na vervroeging of uitstel als percentage van het (tijdelijk) ouderdomspensioen voor vervroeging of uitstel. Bij een gebroken leeftijd dient lineair geïnterpoleerd te worden.
Leeftijd
Ouderdoms- en partnerpensioen
Tijdelijk ouderdomspensioen
55,0
67,4%
25,4%
56,0
71,1%
28,9%
57,0
75,0%
33,3%
58,0
79,2%
38,9%
59,0
83,8%
46,5%
60,0
88,8%
57,2%
61,0
94,1%
73,2%
62,0
100,0%
100,0%
63,0
106,0%
146,6%
64,0
112,4%
286,5%
65,0
119,3%
Stichting BASF Pensioenfonds Postbus 1019, 6801 MC Arnhem
BASF Pensioenfonds Bijl 4-2 Pensioenreglement middelloonregeling
Tarieven omzetting prepensioen in tijdelijk ouderdomspensioen tot 65 jaar (Bijlage 1: overgangsregelingen artikel 4 lid 5 en artikel 5 lid 5) Toelichting: Vermelde percentages betreffen het tijdelijk ouderdomspensioen na omzetting als percentage van het prepensioen voor omzetting. Bij een gebroken leeftijd dient lineair geïnterpoleerd te worden. Prepensioen 61 tot 62
Prepensioen 61,5 tot 62
(PrePen = TOP)
(PrePen = TOP)
55,0
9,3%
4,6%
56,0
10,6%
5,3%
57,0
12,2%
6,1%
58,0
14,2%
7,1%
59,0
17,0%
8,5%
60,0
20,9%
10,5%
61,0
26,8%
13,4%
Leeftijd
61,5
15,2%
62,0
36,6%
17,9%
63,0
56,3%
27,5%
64,0
115,3%
56,3%
Stichting BASF Pensioenfonds Postbus 1019, 6801 MC Arnhem
BASF Pensioenfonds Bijl 4-3 Pensioenreglement middelloonregeling
Tarieven omzetting ouderdomspensioen in tijdelijk ouderdomspensioen of prepensioen (artikel 7 lid 4) Uitgaande van pensionering op 62-jarige leeftijd. Partnerpensioen bedraagt standaard 70% van het ouderdomspensioen. Toelichting: Vermelde percentages betreffen het tijdelijk ouderdomspensioen of prepensioen na omzetting als percentage van het omgezette ouderdomspensioen. De omzetting kan op de volgende drie manieren plaatsvinden:
1. Omzetting van het ouderdoms- en partnerpensioen in tijdelijk ouderdomspensioen. 2. Omzetting van het ouderdoms- en partnerpensioen in prepensioen tot leeftijd 61. 3. Omzetting van het ouderdoms- en partnerpensioen in prepensioen tot leeftijd 61,5. Bij een gebroken leeftijd dient lineair geïnterpoleerd te worden.
Gewijzigde Pensioenleeftijd
TOP tot 65 (OP:PP = TOP)
Prepens. tot 61 (OP:PP = PrePen)
Prepens. tot 61,5 (OP:PP = PrePen)
55,0
154,5%
236,6%
220,9%
56,0
174,9%
288,9%
265,7%
57,0
200,4%
367,3%
330,5%
58,0
233,2%
498,1%
432,3%
59,0
277,0%
759,7%
616,0%
60,0
338,4%
1544,6%
1045,5%
61,0
430,6%
61,5 62,0 63,0 64,0 65,0
Stichting BASF Pensioenfonds Postbus 1019, 6801 MC Arnhem
584,4%
3213,6%
BASF Pensioenfonds Bijl 5-1 Pensioenreglement middelloonregeling
Bijlage 5 - Factoren voor onderlinge uitruil ouderdoms- en partnerpensioen Het partnerpensioen bedraagt standaard 70% van het ouderdomspensioen. Toelichting: De vermelde percentages betreffen het ouderdomspensioen na omzetting als percentage van het ouderdomspensioen voor omzetting. De volgende vier mogelijkheden zijn van toepassing: 1. Na omzetting bedraagt het partnerpensioen 0% van het ouderdomspensioen. 2. Na omzetting bedraagt het partnerpensioen 50% van het ouderdomspensioen. 3. Na omzetting bedraagt het partnerpensioen 70% van het ouderdomspensioen. 4. Na omzetting bedraagt het partnerpensioen 100% van het ouderdomspensioen. Bij een gebroken leeftijd dient lineair geïnterpoleerd te worden. OUDERDOMS- EN PARTNERPENSIOEN Leeftijd
(OP:PP = 100:0)
(OP:PP = 100:50)
(OP:PP = 100:70)
(OP:PP = 100:100)
55,0
111,9%
103,1%
100,0%
95,6%
56,0
112,5%
103,3%
100,0%
95,4%
57,0
113,1%
103,4%
100,0%
95,3%
58,0
113,8%
103,6%
100,0%
95,1%
59,0
114,4%
103,7%
100,0%
94,9%
60,0
115,1%
103,9%
100,0%
94,7%
61,0
115,8%
104,1%
100,0%
94,5%
62,0
116,6%
104,2%
100,0%
94,3%
63,0
117,4%
104,4%
100,0%
94,0%
64,0
118,4%
104,6%
100,0%
93,8%
65,0
119,3%
104,8%
100,0%
93,5%
Stichting BASF Pensioenfonds Postbus 1019, 6801 MC Arnhem
BASF Pensioenfonds Bijl 6-1 Pensioenreglement middelloonregeling
Bijlage 6 - Afkoopfactoren klein pensioen Tarieven pensioenafkoop (artikel 21 lid 6) Uitgaande van € 1.000 pensioen en pensioenleeftijd 62. Toelichting: De hoogte van het af te kopen pensioen wordt vastgesteld aan de hand van onderstaande tarieven. Bij een gebroken leeftijd dient lineair geïnterpoleerd te worden.
Leeftijd
Ouderdomspensioen
Partnerpensioen
Tijdelijk ouderdomspensioen
15
2.318
649
426
16
2.409
676
443
17
2.505
702
460
18
2.603
729
478
19
2.706
757
497
20
2.813
784
517
21
2.924
811
537
22
3.039
838
559
23
3.159
867
581
24
3.282
896
604
25
3.411
928
628
26
3.544
961
652
27
3.682
997
678
28
3.825
1.034
705
29
3.973
1.073
733
30
4.127
1.114
762
31
4.286
1.156
792
32
4.450
1.201
823
33
4.621
1.247
855
34
4.797
1.296
889
Stichting BASF Pensioenfonds Postbus 1019, 6801 MC Arnhem
BASF Pensioenfonds Bijl 6-2 Pensioenreglement middelloonregeling
Leeftijd
Ouderdomspensioen
Partnerpensioen
Tijdelijk ouderdomspensioen
35
4.980
1.346
924
36
5.170
1.399
961
37
5.366
1.455
999
38
5.569
1.512
1.039
39
5.780
1.571
1.080
40
5.999
1.632
1.123
41
6.225
1.695
1.168
42
6.461
1.760
1.214
43
6.705
1.826
1.263
44
6.959
1.892
1.314
45
7.223
1.960
1.367
46
7.499
2.029
1.422
47
7.785
2.098
1.480
48
8.084
2.167
1.540
49
8.396
2.237
1.604
50
8.722
2.307
1.670
51
9.062
2.377
1.739
52
9.419
2.446
1.812
53
9.791
2.516
1.889
54
10.181
2.585
1.970
55
10.590
2.655
2.054
56
11.019
2.725
2.143
57
11.469
2.793
2.237
58
11.944
2.859
2.336
59
12.445
2.924
2.441
Stichting BASF Pensioenfonds Postbus 1019, 6801 MC Arnhem
BASF Pensioenfonds Bijl 6-3 Pensioenreglement middelloonregeling
Leeftijd
Ouderdomspensioen
Partnerpensioen
Tijdelijk ouderdomspensioen
60
12.974
2.986
2.552
61
13.535
3.044
2.670
62
14.131
3.099
2.796
Stichting BASF Pensioenfonds Postbus 1019, 6801 MC Arnhem
BASF Pensioenfonds Bijl 7-1 Pensioenreglement middelloonregeling
Bijlage 7 - Tarieven inkoop pensioen uit vrijwillig bijsparen Tarieven pensioeninkoop tijdelijk ouderdomspensioen (artikel 18 lid 5) Uitgaande van storting € 1.000 en pensionering op 62-jarige leeftijd. Toelichting: De vrijwillige bijdragen van de werknemer worden aangewend voor extra pensioeninkoop van het tijdelijk ouderdomspensioen. De hoogte van het in te kopen tijdelijk ouderdomspensioen wordt vastgesteld aan de hand van onderstaande tarieven. Bij een gebroken leeftijd dient lineair geïnterpoleerd te worden. DEELNEMER Leeftijd
Tijdelijk ouderdomspensioen 62-65
15
2.279,05
16
2.192,40
17
2.109,10
18
2.029,00
19
1.951,96
20
1.877,87
21
1.806,56
22
1.737,91
23
1.671,84
24
1.608,30
25
1.547,17
26
1.488,42
27
1.431,91
28
1.377,54
29
1.325,24
30
1.274,91
31
1.226,47
Stichting BASF Pensioenfonds Postbus 1019, 6801 MC Arnhem
BASF Pensioenfonds Bijl 7-2 Pensioenreglement middelloonregeling
DEELNEMER Leeftijd
Tijdelijk ouderdomspensioen 62-65
32
1.179,88
33
1.135,03
34
1.091,86
35
1.050,30
36
1.010,32
37
971,83
38
934,77
39
899,07
40
864,69
41
831,56
42
799,63
43
768,83
44
739,12
45
710,47
46
682,82
47
656,12
48
630,33
49
605,43
50
581,38
51
558,14
52
535,66
53
513,95
54
492,95
Stichting BASF Pensioenfonds Postbus 1019, 6801 MC Arnhem
BASF Pensioenfonds Bijl 7-3 Pensioenreglement middelloonregeling
DEELNEMER Leeftijd
Tijdelijk ouderdomspensioen 62-65
55
472,67
56
453,04
57
434,03
58
415,62
59
397,77
60
380,43
61
363,59
62
347,21
Stichting BASF Pensioenfonds Postbus 1019, 6801 MC Arnhem
BASF Pensioenfonds Bijl 7-4 Pensioenreglement middelloonregeling
Tarieven pensioeninkoop ouderdomspensioen (artikel 18 lid 5) Uitgaande van storting € 1.000 en pensionering op 62-jarige leeftijd. Partnerpensioen bedraagt 70% van het ouderdomspensioen. Toelichting: De vrijwillige bijdragen van de werknemer worden aangewend voor extra pensioeninkoop. De hoogte van het in te kopen ouderdoms- en partnerpensioenen wordt vastgesteld aan de hand van onderstaande tarieven. Bij een gebroken leeftijd dient lineair geïnterpoleerd te worden. DEELNEMER Pensioenleeftijd 62 Leeftijd
Ouderdomspensioen
Pensioenleeftijd 65 Leeftijd
Ouderdomspensioen
15
350,20
62
71,89
16
336,84
63
69,10
17
324,03
64
66,36
18
311,77
65
63,69
19
300,05
20
288,82
21
278,08
22
267,77
62
67,36
23
257,86
63
64,75
24
248,31
64
62,21
25
239,10
26
230,23
27
221,67
28
213,44
62
63,32
29
205,51
63
60,84
30
197,89
Pensioenleeftijd 64 Leeftijd
Pensioenleeftijd 63 Leeftijd
Stichting BASF Pensioenfonds Postbus 1019, 6801 MC Arnhem
Ouderdomspensioen
Ouderdomspensioen
BASF Pensioenfonds Bijl 7-5 Pensioenreglement middelloonregeling
DEELNEMER Pensioenleeftijd 62 Leeftijd
Ouderdomspensioen
31
190,56
32
183,50
33
176,72
34
170,19
35
163,92
36
157,88
37
152,07
38
146,48
39
141,11
40
135,95
41
130,98
42
126,21
43
121,62
44
117,20
45
112,95
46
108,86
47
104,92
48
101,12
49
97,46
50
93,92
51
90,51
52
87,22
Stichting BASF Pensioenfonds Postbus 1019, 6801 MC Arnhem
BASF Pensioenfonds Bijl 7-6 Pensioenreglement middelloonregeling
DEELNEMER Pensioenleeftijd 62 Leeftijd
Ouderdomspensioen
53
84,04
54
80,97
55
77,99
56
75,11
57
72,32
58
69,62
59
67,00
60
64,45
61
61,97
62
59,56
Stichting BASF Pensioenfonds Postbus 1019, 6801 MC Arnhem