PEILING Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders Reg.nr. Datum : gemeenteraad : Wethouder B.J. Lubbinge, wethouder C.J.M. van Eijk
: 4511913 : 10 oktober 2013
Titel Organiseren van de beweging in het sociaal domein
Peilpunten 1. Wijkteams de volgende kernfuncties toe te kennen: a. beslissen over de toegang tot „specialistische of specifieke‟ (gemeentelijk gefinancierde) voorzieningen, behalve voor inkomensvoorzieningen en arbeidstoeleiding b. toeleiden (wegwijzen) naar de basis(zorg)infrastructuur c. voeren van regie i.k.v. één huishouden, één plan, één regisseur (aanspreekpunt) d. vraag verhelderen e. versterken eigen kracht f. uitvoeren van ambulante zorg en ondersteuning op het gebied van Jeugdzorg, Wmo en sociale zekerheid g. signaleren 2. Ter ondersteuning en aanvulling van de wijkteams uit te gaan van een stedelijke/regionale infrastructuur waarbij we onderscheiden: a. Digitaal loket b. Toegang tot de inkomensvoorzieningen en arbeidstoeleiding c. Specialistische expertise en diagnostiek ter ondersteuning van het functioneren van de wijkteams d. Backoffice (administraties) e. Inkoop en contractering (waaronder tevens het verlenen van subsidies wordt verstaan) 3. Met betrekking tot onder peilpunt 2 genoemde onderwerpen, de meerwaarde van (boven)regionale samenwerking en de organisatorische consequenties hiervan te onderzoeken. 4. Met betrekking tot sturing: a. Bij de start van de wijkteams uit te gaan van nauwe samenwerking tussen gemeente en instellingen waarbij instellingen medewerkers aan het wijkteam detacheren. (Het kan ook om uitleenafspraken gaan). b. Na evaluatie en op termijn toe te groeien naar een vorm waarbij de wijkteams worden „uitbesteed‟. 5. Met betrekking tot bekostiging: a. Bij de start wijkteams uit te gaan van functiegerichte bekostiging (detachering of uitlenen binnen bestaande contracten) en specialistische zorg zo veel mogelijk te bekostigen op basis van prestatie per cliënt of per product te financieren b. Na evaluatie op termijn voor wijkteams toe te werken naar een vorm van populatiebekostiging.
Aanleiding De komende jaren willen we als gemeente samen met onze burgers en aanbieders van zorg en ondersteuning een forse beweging in het sociale domein maken. Achtergrond hierbij zijn grote maatschappelijke ontwikkelingen met als kern dat de uitvoering van taken in het hele sociale domein minder bureaucratisch moet worden, dichter bij de burger, in vertrouwen en met oog op rechtmatigheid en handhaving worden georganiseerd. Dit biedt mogelijkheden om kwaliteit en kostenvermindering hand in hand te laten gaan. Kern van de visie en uitgangspunten (zoals door uw raad vastgesteld op 9 juli jl. is dat: Inlichtingen bij :
M. van Leur, MO/ZCS, (033) 469 43 28
Gemeente Amersfoort Peiling 4503002 pagina
2
de zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid van onze inwoners meer centraal komt te staan. Dit gaat verder dan alleen het sociale domein en geldt bijvoorbeeld ook voor onderwerpen als veiligheid, de fysieke leefomgeving en wijkbeheer- en ontwikkeling. Centraal staat wat mensen zelf kunnen, alleen of met behulp van naaste familie, vrienden of buren. Wij doen een beroep op de inzet van de eigen mogelijkheden van mensen. Mensen willen dat ook zelf: zoveel mogelijk de regie op de voor hun belangrijke zorg en ondersteuning in eigen hand houden. Wij vinden dat professionals zich moeten inzetten voor die taken waarvoor ze nodig zijn. Dat zijn taken die niet door mensen zelf of hun omgeving kunnen worden opgepakt omdat deze bijvoorbeeld te zwaar of complex zijn. We willen dat het aantal hulpverleners in één huishouden zo beperkt mogelijk is. Daarbij staat niet de instelling waar de professional voor werkt centraal, maar de Amersfoorter die ondersteuning nodig heeft. De beweging in het sociale domein gaat niet alleen over mensen die de weg niet zelf kunnen vinden en ondersteuning nodig hebben, het gaat ons allemaal aan! Er zijn immers volop Amersfoorters die hun buren of familie en vrienden (willen) helpen met sneeuw vegen of grasmaaien, met naar de dokter gaan, de kinderen naar school brengen als de ouders dat even niet zelf kunnen, of ouders ondersteunen bij het opvoeden van hun kinderen. Zulke vrijwilligers zijn voor ons het fundament van de Amersfoortse samenleving. Ook mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt vragen wij om een rol te spelen bij het bieden van ondersteuning aan mensen die dat nodig hebben. Daarbij maken we gebruik van de mogelijkheden die de Participatiewet naar verwachting gaat geven. We willen zoveel mogelijk doen in de wijken, zodat iedereen die wil en kan binnen zijn mogelijkheden in zijn eigen omgeving zijn bijdrage kan leveren. Bij voorkeur zonder een rol van de gemeente, indien nodig gestimuleerd of ondersteund vanuit de basis (zorg) infrastructuur en wijkteams. Deze visie en uitgangspunten voor de beweging zijn op 9 juli door de gemeenteraad vastgesteld. De aangenomen moties en amendementen (M.4.1, A.4.2, 4.4, 4.5) en strekking van het ingetrokken amendement (A.4.6) hebben we verwerkt in deze peilnota. Deze uitgangspunten moeten we vertalen naar een wijze waarop we het sociale domein op hoofdlijnen willen organiseren en de beweging kunnen maken. Vragen die in dit verband bijvoorbeeld aan de orde zijn: „Wat is de concrete rol van de wijkteams, hoe krijgt de burger toegang tot zorg en ondersteuning op maat (niet teveel, niet te weinig), hoe sturen we dit aan en wie is verantwoordelijk voor welke zaken en tot slot: wat voor een bekostigingssysteem hanteren we ten einde de gewenste beweging in het sociaal domein te bevorderen?‟ Een eerste verkenning van deze vragen hebben we in de Ronde van 1 oktober aan u gepresenteerd. Zoals toegezegd peilen wij u nu over de door ons voorgestane richting. Vervolgens worden deze keuzes verder uitgewerkt. Met de in deze peilnota voorgestane richting peilen wij bij u de wijze waarop wij de zorg en ondersteuning willen organiseren. Hiermee faciliteren we de beweging die we samen met de stad, inwoners, organisaties en bestuur, willen maken. Het organisatieontwerp geeft zicht op hoe wij de complexe opgave efficiënt en effectief kunnen uitvoeren. Een ontwerp met oog voor de hulpvrager en financiën, zonder daarbij te vervallen in een bureaucratisch gedrocht. Deze peiling moet meer inzicht bieden in hoe wij vanuit het principe van 1 huishouden 1 plan de hulpvrager de regie geven en daaromheen de zorg en ondersteuning organiseren. We willen de huidige onnodige bureaucratie doorbreken, een effectieve en efficiënte ondersteuning bieden aan inwoners die professionele zorg nodig hebben, Samenwerken is daarbij het trefwoord: tussen hulpvrager en professional, tussen professionals onderling en met aanpalende voorzieningen. Het gaat om zorg en ondersteuning op de juiste maat: niet teveel, niet te weinig en met garanties waar veiligheid in het geding is. Alvorens wij de peilpunten langslopen schetsen we, in uitwerking op de door u vastgestelde uitgangpunten, het totaalplaatje. Op basis hiervan lichten wij de afzonderlijke peilpunten verder toe. De door u vastgestelde uitgangspunten zijn als volgt samen te vatten: 1. De inhoudelijke uitgangspunten
Gemeente Amersfoort Peiling 4503002 pagina
3
- Zelfredzaamheid voorop - De omgeving doet mee - Voorkomen is beter dan genezen - Oplossingen per persoon, soms samen - We laten niemand vallen - Hulp dichtbij huis - Één huishouden, één plan - Snelle interventies als hulp nodig is 2. De organisatorische principes - Wijkgericht werken - De wijkteams een functie toe te kennen als het gaat om de toeleiding (wegwijzen) naar de basis(zorg)infrastructuur (dit principe is geherformuleerd op basis van het ingetrokken amendement 4.6). - Waar mogelijk de toegang tot overige ondersteuning concentreren op één plek in de stad - Regionale samenwerking vanuit het principe: lokaal doen wat kan en (boven-)regionaal doen wat écht niet lokaal kan - Voortbouwen op en/of uitbreiden van de bestaande activiteiten, voorzieningen en bewonersinitiatieven in de wijken - Zorgbehoevenden die langdurige zorg nodig hebben, krijgen keuzevrijheid in het selecteren van zorgaanbieders die bij hen passen 3. De sturingsprincipes - Professionele ondersteuning op regionaal niveau inkopen - Financiële kaders: de door rijk beschikbaar gestelde middelen en middelen binnen gemeentebegroting - Inzet van middelen ontschotten. Onderstaand figuur geeft naar ons idee goed weer hoe de beweging in het sociale domein er uit ziet en wat dit betekent voor de organisatie van de professionele zorg. Een verschuiving van nadruk op de traditionele 1ste en 2de lijn (huisartsen, specialisten, zorgstructuren) naar een krachtige kern van burgerkracht en basis(zorg)infrastructuur die ondersteund wordt door de wijkteams en waarbij een (dunnere) schil van specialistische zorg als vangnet fungeert. Het wijkteam is hierbij voor ons de spil in het systeem. Het geeft toegang tot specialistisch (gemeentelijke gefinancierde) zorg en verwijst en leidt toe (wijst de weg) naar vormen van burgerkracht en de basis(zorg)infrastructuur. Het wijkteam wordt hierbij ondersteund door gemeentelijke (en regionale en bovenregionale) voorzieningen, bijvoorbeeld als het gaat om specifieke specialistische expertise.
Alle elementen van de traditionele 0e, 1e, en 2e lijnszorg ondergaan door de beweging in het sociale domein een verandering: de 2e lijnszorg wordt ten dele in meer generalistische vorm door het wijkteam geboden en
Gemeente Amersfoort Peiling 4503002 pagina
4
het volume wordt waar mogelijk verkleind, onderdelen van de 1e lijn worden ook door het wijkteam verzorgd. Om die reden hebben wij het klassieke begrippenkader vervangen door de nieuwe begrippen: basis (zorg) infrastructuur, wijkteam en een ondersteuningsschil, en tot slot het specialistische aanbod (inclusief specifieke Wmo-voorzieningen). Argumenten bij de peilpunten 1.1. Met de spilfunctie van het wijkteam brengen we de toegang tot ondersteuning zo dicht mogelijk bij mensen waarbij we het best kunnen aansluiten bij eigen kracht en informele netwerken. In ons voorstel leggen wij de toegang tot „specialistische‟ (gemeentelijk gefinancierde) voorzieningen bij de wijkteams. Dit houdt in dat de professional in gesprek met de burger tot afspraken komt over welke zorg en ondersteuning op maat nodig is, welk deel daarvan door het eigen netwerk kan worden verzorgd, welk deel het wijkteam zelf kan bieden en zo nodig voor welk deel toegang wordt verleend tot specialistische zorg of specifieke ondersteuning. De vraag is of de toegang verlenende functie van de wijkteams niet gaat leiden tot eigen toegangsregels per team. Wij vinden dat de regels rond toegang een beleidszaak is die gemeentelijk moet worden bepaald en in het beleidsplan en in verordening(en) moet worden vastgelegd. Bij de toepassing van de regels is een zeker maatwerk wenselijk, dit kan namelijk bijdragen aan oplossingen op maat die ook rekening kunnen houden met verschillen tussen de wijken. Ook willen wij dat in alle gevallen waar dat nodig is snelle interventie zonder bureaucratische rompslomp geboden kan worden. Ook dat vergt een voldoende zelfstandige beoordelingsruimte van de professionals. Maar dit mag niet tot willekeur leiden. Het gemeentelijk kwaliteitsbeheer vervult hier een belangrijke taak. Overigens is de toegang tot de gemeentelijk gefinancierde instellingen (met soms een regionaal of bovenregionaal verzorgingsgebied) een complexe aangelegenheid, waarin meerdere spelers actief zijn ten laste van gemeentelijk gefinancierde zorg en ondersteuning: huisartsen, medisch specialisten en jeugdartsen die kunnen verwijzen naar de jeugd-GGZ, het gedwongen kader voor volwassenen en jeugd met een verwijzende functie naar jeugdbescherming, -reclassering en residentiële voorzieningen, en maatschappelijke opvang, beschermd wonen en vrouwenopvang met een eigen opvangregeling. En om het nog complexer te maken een deel van deze spelers ontvangt ook nog niet gemeentelijke middelen waarmee we combinaties/arrangementen zullen moeten maken. Afstemming met aanpalende toegangverleners, huisartsen op eerste plaats, is dan ook geboden. Het samenspel tussen huisarts, wijkteam en burger/cliënt is van groot belang. Wij komen daar bij nadere uitwerking van de inrichtingsplannen, nog op terug. 1.2 Een wijkteam is de professionele schakel tussen burgerkracht, de lokale basis zorg infrastructuur en specialistische zorg. De beweging in het sociale domein is in onderstaande piramide weergegeven. In deze piramide vormt het wijkteam een schakelfunctie tussen de verschillende lagen: burgerkracht en lokale basis (zorg)infrastructuur enerzijds en specialistische zorg in de top. Nee, het is geen wondermiddel. Ja, het is wel de kern van de beweging. Het wijkteam: 1. Ondersteunt waar mogelijk „de beweging naar beneden‟ (richting eigen kracht en lokale basis (zorg)infrastructuur); toeleiden betekent niet dat alleen via het wijkteam de basiszorg bereikbaar is, burgers kunnen die zorg, bij voorbeeld de huisarts, uiteraard ook op eigen kracht benaderen. Wel betekent het dat daar waar een beroep op het wijkteam of specialistische zorg wordt gedaan ook gekeken wordt of van de basiszorginfrastructuur gebruik kan worden gemaakt. 2. Pakt waar nodig en mogelijk zelf problemen op; 3. Werkt samen met en geeft (indien nodig, snel) toegang tot specialistische vormen van hulp of specifieke wmo-voorzieningen, die het niet in staat is zelf te bieden.
Gemeente Amersfoort Peiling 4503002 pagina
5
1.3. Het wijkteam voert regie i.k.v. één huishouden, één plan, één regisseur Het principe van een wijkteam is dat het integraal (kijkend naar het geheel van hulpvragen in samenhang met elkaar), generalistisch (brede aanpak van vragen door een en dezelfde persoon) en contextgebonden (eigen kracht, omgeving, de wijk etc.) werkt. Dit gebeurt op basis van het principe „één plan, één huishouden‟ waarvoor de regiefunctie ligt bij de professional in het wijkteam. Deze regiefunctie houdt zo nodig ook doorzettingsmacht in. Overigens geldt ook hierbij het uitgangspunt van de hulpvrager als eigen regisseur. Professionals zijn op basis van maatwerk in the lead als dat echt nodig is. Het wijkteam voert „ambulante zorg en ondersteuning‟ uit. Dit houdt een verschuiving van taken in die voorheen werden gezien als specialistische, 2de lijns zorg. Voor wat betreft de functies van sociale zekerheid is in onderzoek in welke mate functies op het gebied van minimacoach, schuldhulpverlening en activering door of vanuit het wijkteam kunnen worden aangeboden. Overigens wordt ook ten aanzien van jeugdzorg en WMO nog onderzocht welke de precieze taken van het wijkteam zullen zijn, bij voorbeeld ten aanzien van dagbesteding. Tot slot, het wijkteam heeft ook een signaleringsfunctie mede in relatie tot de voorzieningen in de basis(zorg)infrastructuur, dit op basis van de ervaringen die het wijkteam bij de toeleiding vanuit en naar de basis(zorg)infrastructuur opdoet. Samenstelling. Dit alles is een veelheid aan kernfuncties, die bovendien op generalistische wijze moeten worden uitgevoerd. De wijkteams worden vooralsnog bemenst vanuit de huidige instellingen in het sociaal domein. Van medewerkers wordt gevraagd het eigen specialisme te verbreden naar een generalistische taakuitvoering. Dit betekent dat zo mogelijk van alle medewerkers een verbreding van expertise wordt gevraagd gericht op een zo breed mogelijke inzetbaarheid ten behoeve van de kernfuncties. Overigens is het de bedoeling dat de wijkteams divers worden samengesteld, afhankelijk van de kenmerken van de populatie in de wijk. Niet alle soorten generalistische zorg en ondersteuning hoeft in elk wijkteam aanwezig te zijn. Er zullen ook generalisten met specialistische kennis aan het wijkteam deelnemen. Een belangrijk vraagstuk betreft de expertise die nodig is bij voorbeeld voor een verantwoord besluit over de toegang tot zeer specialistische zorg en ondersteuning. Wij achten het niet verstandig en ook niet realistisch allerlei zeer specialistische kennis, die wel nodig is voor een verantwoord besluit, in het wijkteam onder te brengen en stellen daarom voor hiertoe een ondersteuningsschil op stedelijk of (boven)regionaal niveau te organiseren. Het organiseren van deze ondersteuningsschil biedt betere
Gemeente Amersfoort Peiling 4503002 pagina
6
garanties voor het beschikbaar zijn van een kwalitatief hoogwaardige expertise voor diagnose en advies. Het besluit tot de toegang blijft in principe een zaak van het wijkteam, dat ook de regie behoudt bij het vervolg.
2.1 Stedelijke voorzieningen en ondersteuning van wijkteams bevordert de kwaliteit van de dienstverlening en de efficiency Zoals we u informeerde in RIB 2013-92 is de schaalgrootte van de wijkteams nog één van de ontwikkelvragen. Vooruitlopend hierop kunnen we al wel concluderen dat alles op wijkteamniveau organiseren, zou leiden tot versnippering van capaciteit en hiermee inefficiëntie. Denk bijvoorbeeld aan de functies op het gebied van kwaliteits- en budgetbewaking, inkoop, het backoffice en dergelijke. Om de wijkteams goed te kunnen laten functioneren, organiseren we daarom een aantal functies op stedelijk (en bovenlokaal) niveau. We zien deze voorzieningen als het ware als een schil om de wijkteams heen, ter ondersteuning en aanvulling van deze. We onderscheiden hierbij de volgende functies: a. Digitaal loket Dit onderdeel is een belangrijk element in de organisatie van het sociaal domein, omdat veel burgers van de gemeente bij het zoeken naar hulp en ondersteuning eerst via internet en de social media hun weg proberen te vinden. Het is de ambitie om antwoorden op hulp en ondersteuning via het digitale loket aan te bieden. Het digitale loket vormt zo een belangrijke stedelijke informatie- en adviesfunctie. Ook bij het vinden van de juiste zorg- of hulpverlener in de specialistische zorg en specifieke ondersteuning kan het digitaal loket een rol spelen. Deze kan weer benut worden om hulpzoekenden toe te leiden naar de efficiënt en doeltreffend werkende instellingen. Wat de toegang tot voorzieningen betreft heeft het digitaal loket alleen een ondersteunende rol. Een burger die zijn of haar weg zoekt via het digitaal loket wordt zodra een persoonlijk advies door een professional nodig is, rechtstreeks in contact gebracht met de juiste professional, die werkzaam is bij een van de wijkteams of bij sociale zaken. Dit bevordert eenduidigheid bij de behandeling van aanvragen en voorkomt versnippering die kan ontstaan bij het inrichten van een stedelijk loket naast dat van de wijkteams. b. Toegang voor inkomensvoorzieningen en arbeidstoeleiding Toegang voor inkomensvoorzieningen willen wij stedelijk blijven organiseren. Deze expertise in generalistische vorm onderbrengen in het wijkteam achten wij vooralsnog niet efficiënt en ook niet doeltreffend. Dat geldt ook voor de hiermee nauw samenhangende arbeidstoeleiding. De toegevoegde waarde van het wijkteam verwachten wij wel op de onderdelen minimacoach, schuldhulpverlening en activering, dit wordt in de proeftuinen onderzocht. c. Ondersteuningsschil Wijkteams vormen een scharnierpunt tussen specialistische zorg enerzijds en de lokale informele en formele preventie en ondersteuning anderzijds. Beiden vormen als het ware een schil om het team heen. Voor het goed laten functioneren van het team is het van belang dat het team toegang heeft tot specialistische consultatie, advies en diagnostiek om te bepalen wanneer specialistische zorg in het kader van één gezin, één plan aan de orde is. Op dit onderdeel worden ook afspraken gemaakt in het kader van het regionaal transitiearrangement jeugdzorg. Wat de organisatie van dit specialisme betreft, zijn wij nog in overleg met instellingen die over de benodigde expertise beschikken. d. Inkoop en backoffice De subsidiëring en contractering (verder kortheidshalve inkoop genoemd) van zorgaanbieders geschiedt niet door de wijkteams. Afhankelijk van de soorten zorg en onder meer de complexiteit en omvang vindt inkoop plaats op landelijk, bovenregionaal, regionaal en lokaal nivo plaats. Voor de decentralisatie jeugdzorg is uw raad een overzicht gegeven welke soorten zorg op welk niveau zullen worden ingekocht. In vervolg op het opstellen van de regionale transitiearrangementen en in overleg met de betrokken gemeenten in regio Eemland en de provincie Utrecht wordt thans een voorstel voor de vormgeving van de inkoop en contractering voorbereid. Wij vinden daarbij onder meer belangrijk dat: goede afstemming plaatsvindt tussen de diverse niveaus waarop wordt ingekocht (vergelijkbare werkwijzen, geen dubbelingen). aangezien met alle zorg en ondersteuning leverende partijen een relatie moet worden onderhouden, professionele inkooporganisaties noodzakelijk zijn
Gemeente Amersfoort Peiling 4503002 pagina
7
dat iedere toegelaten zorgaanbieders een contract heeft met één heldere set verantwoordingscriteria. Zo houdt de gemeente overzicht over de taken die zorgaanbieders voor de gemeente uitvoeren en worden meerdere verantwoordingsregiems voorkomen. dat getoetst en bewaakt wordt of zorgaanbieders voldoen aan de toelatingscriteria en de overige contractuele afspraken om door de gemeente bekostigde zorg te mogen leveren. dat samen met de betrokken beleidsafdelingen van de gemeente het contractmanagement en relatiebeheer uitvoerd wordt en samen met de beleidsafdeling wordt toegezien op de kwalitatieve en kwantitatieve levering en beschikbaarheid van het aanbod. Een belangrijke functie bij de toetsing van de afspraken is de analyse van de productie-, waardering- en kwaliteitsgegevens van en over de zorgaanbieder. Slecht presterende zorgaanbieders (bijvoorbeeld lage waarderingen, lage scores op effectmetingen, veel klachten of relatief dure behandelingen) worden ter verantwoording geroepen.
Naast subsidie en/of contractadministraties dienen ook cliëntenadministraties, financiële administraties en voorraadadministraties te worden gevoerd. Ook deze worden niet gevoerd door de wijkteams. Wij bezien of wij deze backofficetaken geheel of gedeeltelijk in de regio samen met andere gemeenten kunnen uitvoeren, dan wel dat wij deze taken geheel of gedeeltelijk binnen de gemeentelijke organisatie beleggen. Hierbij betrekken wij ook wat de gevolgen zullen zijn voor het SbG. De huidige toegangsfunctie van SbG ten behoeve van de WMO gaat op grond van onze voorstellen met betrekking tot de wijze waarop wij de toeleiding en toegang willen organiseren met de spilrol van de wijkteams, in ieder geval veranderen. 4.1 We willen de professional de ruimte geven, naast de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de kwaliteit, beschikbaarheid en betaalbaarheid van de zorg en ondersteuning. In het organisatieontwerp is een belangrijke vraag wie waarvoor verantwoordelijk is, meer specifiek: hoe verantwoordelijkheden worden afgebakend. Rond de basis(zorg)infrastructuur en de specialistische zorg of specifieke ondersteuning is het antwoord helder: de gemeente is verantwoordelijk voor kwaliteit, beschikbaarheid en betaalbaarheid van de door haar bekostigde zorg, maar de zorgverlening zelf is geen gemeentelijke verantwoordelijkheid. De vraag is of deze afbakening ook voor de wijkteams geldt. Wij denken van niet, althans niet bij de start. De beweging in het sociaal domein betreft niet alleen onze burgers en instellingen, maar ook de gemeentelijke organisatie zelf. Onze kennis en ervaring bij het aansturen van dit soort dienstverlening, die bovendien naar aard en omvang in hevige beweging is, is beperkt en de belangen voor de burgers die zorg en ondersteuning op maat zoeken en voor instellingen die het aanbod verzorgen zijn groot. Ons inziens is nauwe samenwerking in de startfase tussen gemeente en instellingen bij het inrichten en functioneren van de wijkteams geboden, waarbij ieder wel in die samenwerking primair positie kiest vanuit de beoogde afbakening van verantwoordelijkheden. De gemeente blijft in deze opzet overall verantwoordelijk. We verwachten, dat na verloop van tijd en het doorlopen van opstartproblemen alle partijen in de nieuwe taakafbakening thuis geraken en na evaluatie een verdere stap in de organisatieontwikkeling kan worden gezet. 5.1 We moeten kunnen sturen op kosten Bekostigingspincipes zijn een essentieel onderdeel van de beweging in het sociale domein. Via de bekostiging willen wij prikkels aanbrengen voor zorg en ondersteuning op maat. De hoofdgedachte daarbij is dat wij het wenselijk vinden dat ook via de bekostiging prikkels ontstaan om de kernfuncties van het wijkteam volledig tot hun recht te laten komen. Dat betreft enerzijds de bekostiging van het wijkteam zelf, anderzijds willen wij bevorderen dat bij de toegang tot specialistische inzet van capaciteit meer maatwerk wordt geboden, in plaats van standaardtrajecten zoals nu nog vaak het geval is. Wijkteams. Alleen bij een kwalitatief hoogwaardige invulling van de functies van de wijkteams is het beoogde effect van meer eigen kracht, toeleiding naar basiszorg en het beperken van specialistische inzet haalbaar. Om die reden willen wij in de bekostiging tot uitdrukking brengen dat niet het volume bepalend is (het aantal cliënten), noch de prestatie per cliënt, maar de kwaliteit om te komen tot een hoogwaardige regievoering en zorgverlening op de juiste maat. Dit houdt in dat wij voorstellen in de eerste fase de wijkteams functiegericht te bekostigen. De omvang en samenstelling van de wijkteams wordt mede bepaald op grond van kenmerken van de populatie in de wijk en in die zin is hier al sprake van een voorloper van populatiebekostiging, maar de wijkteams worden niet afgerekend op het te meten resultaat voor de gehele populatie in de wijk.
Gemeente Amersfoort Peiling 4503002 pagina
8
Specialistische zorg en specifieke ondersteuning Voor specialistische zorg en specifieke voorzieningen streven wij het juiste maatwerk na. Bekostiging die volumeopdrijvend werkt of die standaardproducten bevordert dragen niet aan deze doelstelling bij. De professionals en instellingen die zorg leveren in het „specialistische‟ aanbod zullen in het eindbeeld overwegend worden bekostigd op de werkelijk door hen gerealiseerde uren en het door de gemeente bepaalde tarief. Het gaat hier dus om een prestatiebekostiging. Alle tijd die een zorgprofessional aan de cliënt besteedt, wordt vergoed. Het maximaal te besteden aantal uur per cliënt is bepaald in het toegangsbesluit. In die zin kan ook gesproken worden van een cliëntvolgende bekostiging. De regiefunctie van het wijkteam is hier essentieel om de prikkels tot overproductie te voorkomen. Voor een ander deel zal specialistische zorg worden bekostigd op basis van beschikbaarheid, of een combinatie van beschikbaarheid en prestatiebekostiging. Wijkbudget en wijkteambudget Het wijkteambudget is in ons voorstel een optelsom van het budget voor het wijkteam en de bekostiging van alle (gemeentelijk gefinancierde) „specialistische en specifieke‟ voorzieningen, waarheen door het wijkteam wordt verwezen. Het totaal van het wijkbudget en de verdeling van de gemeentelijk beschikbare middelen over de wijken zou in ons toekomstbeeld op basis van Populatiebekostiging tot stand moeten komen. Het budget dat op deze wijze ontstaat, noemen wij Wijkbudget. Het voordeel is helder: er ontstaat een beoordelingsinstrument om de kwaliteit en budgetten langs de meetlat van wat het allemaal voor de populatie betekent te leggen en de prestaties van de wijkteams onderling te vergelijken. Dit veronderstelt wel dat betrouwbare verdeelcriteria op grond van de populatie in de wijken te ontwikkelen zijn. Zeker in de eerste jaren is het de vraag in hoeverre dat realistisch is. Voor de startfase is ons voorstel anders. Gemeentelijk kwaliteits- en budgetbeheer vanaf de startfase. Budgetten worden al vanaf de startfase geoormerkt per wijk(team), maar blijven (vooralsnog) in beheer bij de gemeente. Dit noemen wij het wijkteambudget. Binnen de gemeente worden budget- en kwaliteitsbeheerders aangewezen. Deze is onder meer verantwoordelijk voor de planning en control van deze budgetten en kan waar nodig tijdens het jaar voorstellen doen om budgetten over de wijken her te verdelen, dit op basis van signalen van dreigende budgetover- en onderschrijding. Op termijn is onze ambitie om de wijkteambudgetten wel te baseren op populatiebekostiging. Dat wil zeggen dat de bekostiging plaatsvindt op basis van kenmerken van de populatie in een wijk en dat afgerekend wordt op het behalen van prestaties voor de populatie als geheel. Dit noemen wij wijkbudgetten. Of in een latere fase ook aanbestedingen op basis van wijkbudgetten kan gaan plaatsvinden is nu nog niet te overzien. Ook op termijn blijven de professionals en instellingen die zorg leveren in het „specialistische‟ aanbod voor een belangrijk deel bekostigd worden op de werkelijk door hen gerealiseerde uren en het door de gemeente bepaalde tarief. Ons streven is de bekostiging op basis van beschikbaarheid zo veel mogelijk te verminderen.
Financiën In de vastgestelde visie op de beweging in het sociaal domein is opgenomen dat ondersteuning moet plaatsvinden binnen de door het Rijk beschikbaar gestelde budgetten en de al in de gemeentebegroting aanwezige middelen voor deze domeinen (bijv. Jeugd en algemeen maatschappelijk werk). Kortingen op de rijksbudgetten compenseren we niet vanuit de gemeentelijke begroting. Gezien het coalitieakkoord wordt zo nodig een uitzondering gemaakt voor de Participatiewet. Ter zake is in het Coalitieakkoord opgenomen: “de coalitie is bereid geld uit de algemene middelen in te zetten om de gevolgen van de participatiewet voor de betreffende mensen te verzachten”. Indien uit het nieuwe wetsvoorstel Participatiewet blijkt dat vanaf 1 januari 2015 aanvullende maatregelen nodig zijn zal het college ter zake een voorstel aan de raad voorleggen. Hierbij wordt primair bezien of de maatregelen zijn te financieren door herschikking binnen het ontschotte budget voor het sociaal domein.
Gemeente Amersfoort Peiling 4503002 pagina
9
Stand van zaken budgetten Duidelijkheid over de per decentralisatie in 2015 beschikbare middelen ontbreekt nog. Voor jeugdzorg is het landelijke decentralisatiebudget nog niet definitief vastgesteld. Via de meicirculaire 2013 is recent door het Rijk een eerste raming bekend gemaakt, waarin nog veel onzekerheden zitten. Er blijkt ook landelijk een verschil te zitten van circa 15% tussen het in de meicirculaire opgenomen budget en gegevens bij de zorgaanbieders. Dit verschil wordt thans geanalyseerd en leidt naar verwachting tot ophoging van de toegekende budgetten. Voor de gemeente Amersfoort is in de meicirculaire een bedrag geraamd van € 29,7 miljoen. Dit bedrag is gebaseerd op een verdeelmodel dat uitgaat van een historisch gebruik van jeugdzorg op gemeentelijk niveau. Vanaf 2015 worden de functies begeleiding, persoonlijke verzorging en kortdurend verblijf van de AWBZ naar de gemeenten overgeheveld. Ook worden een aantal zorgzwaartepakketten binnen de AWBZ afgeschaft waardoor mensen langer thuis blijven wonen en langer of extra beroep op de gemeenten zullen doen. In de septembercirculaire 2013 is in tegenstelling tot de toezegging geen eerste inzicht gegeven in de verdeling van het macrobudget nieuwe WMO voor 2015 op basis van historische budgetten. Het gaat om een macrobudget van € 9,2 miljard voor de nieuwe WMO. De macrobudgetten van het Rijk worden voor begeleiding, persoonlijke verzorging en kortdurend verblijf met € 1,6 miljard gekort. Het bedrag voor Amersfoort voor deze functies zou o.b.v. een grove eerste inschatting circa 40 miljoen bedragen. Voor 2014 is er door het Rijk een macrobudget Wsw geraamd van € 2.6 miljard en een Participatiebudget van € 685 miljoen (budgetten zijn vergelijkbaar met 2013). Op 1-1-2015 treedt de Participatiewet in werking. Het kabinet beoogt met deze wet één regime voor iedereen met arbeidsvermogen die voorheen een beroep zou doen op WSW, Wajong of WWB. De invoering van de Participatiewet gaat gepaard met bezuinigingen. De maatregelen in het Sociaal akkoord leiden tot een structurele bezuiniging van € 1,62 miljard (1,25 miljard Participatiewet en 370 miljoen baangarantie. In deze bezuiniging zijn de extra middelen uit het Sociaal Akkoord van € 550 miljoen structureel voor de nieuwe Participatiewet (inclusief baangarantie) verwerkt. De implicaties van de Participatiewet zijn nog onderwerp van gesprek tussen de VNG, ministerie van SZW, de sociale partners en andere betrokkenen en worden de komende maanden uitgewerkt in de recent opgerichte Werkkamer. Bekostiging Uit de door het Rijk beschikbaar te stellen budgetten en de al in de gemeentebegroting aanwezige middelen voor deze domeinen dienen de kosten voor zorg (incl. wijkteams), maar ook de kosten van uitvoering en backoffice te worden bekostigd. Met bovenstaande is het organisatieontwerp op hoofdlijnen ingevuld. Parallel aan de uitwerking van het organisatieontwerp wordt een begroting opgesteld voor het totaal en de onderdelen (vb. specialistische zorg, wijkteams, backoffice). Gegeven het uitgangspunt dat het beschikbare budget kaderstellend is, kan op grond hiervan nodig blijken op onderdelen de uitwerking aan te passen.
Risico‟s Eerder hebben wij de raad geïnformeerd over de tien grootste risico‟s die in het kader van de decentralisatie jeugdzorg zijn geïnventariseerd. Het betreft: 1. Heftige reactie op incidenten na 1 januari 2015. 2. Gemeente is niet in staat om de inkoop en aanbesteding van zorg tijdig te realiseren. 3. Er is onvoldoende budget om het benodigde zorgaanbod te realiseren. 4. De informatie van Rijk en provincies komt te laat om de beleidsontwikkeling tijdig af te ronden voor de begroting 2015. 5. Benodigde samenwerkingsverbanden op regionaal en bovenregionaal niveau komen niet of niet tijdig tot stand. 6. Er ontstaat discontinuïteit tussen het huidige en het gewenste zorgaanbod door de overdracht van de taken naar de gemeente. 7. Er is een groter zorgvraag dan waar rekening mee is gehouden.
Gemeente Amersfoort Peiling 4503002 pagina
10
8. De kosten voor lopende zorgtrajecten van voor 2015 lopen door na 2015. 9. Cliëntgegevens komen bij onbevoegde personen terecht. 10. De ICT-infrastructuur is niet tijdig gereed om o.a. de kosten te beheersen. Sinds 9 juli zijn de risico‟s niet substantieel gewijzigd. Zij vormen mede de aanleiding waarom wij in de voorstellen rond toegang, sturing en bekostiging een voorzichtig begin met een startfase hebben voorgesteld, waarin de gemeentelijke betrokkenheid maximaal tot zijn recht kan komen. Ook is ons voorstel van een krachtige budgetbewaking hierop geënt, aangevuld met de afspraak de gemeenteraad bij budgetoverschrijding te informeren, vergezeld van voorstellen voor passende maatregelen. Thans wordt gewerkt aan risicoanalyses voor de decentralisaties AWBZ en Participatiewet. Een aantal, dat specifiek op de peilpunten betrekking hebben wil wij nog onder de aandacht brengen: a. Wijkteams gaan tijdelijk opereren als “onderdeel van de gemeente”. De gemeente is echter geen zorgverlener. Er moet kennis opgebouwd worden. Bijvoorbeeld niet alle protocollen zullen bij de aanvang aanwezig, dan wel verinnerlijkt zijn. Lerend werken, kennis van huidige organisaties/andere gemeenten benutten en detachering zijn o.a. maatregelen om risico‟s – met name op kwaliteit zorg - te beheersen. b. Wijkteams zijn het instrument om kosten te beperken, maar kosten zelf ook geld. Het risico is dat de kosten van de wijkteams en de bezuiniging niet worden goedgemaakt door lagere zorgkosten. c. Vanuit het Rijk zijn beperkte budgetten voor implementatie beschikbaar gesteld. Bij de inrichting van de wijkteams zijn de ontwikkelaanpak en detachering instrumenten om frictiekosten te beperken. d. Het risico op frictiekosten ligt voor de nieuwe taken ten principale niet bij de gemeente, maar we spannen ons in om onnodige frictiekosten te beperken. Met betrekking tot SBG wordt bij het voorstel voor de inrichting van een backoffice dit element expliciet betrokken. e. Er is weinig tijd voor inrichting backoffice, ICT en budget en kwaliteitsbewaking. We willen mede daarom gebruik maken van kennis en hulpmiddelen van organisaties die thans de uitvoering verzorgen. f. Door te kiezen voor detachering in de aanvangfase is het risico aanwezig dat “overheadkosten” blijven „hangen”bij huidige zorgaanbieders.
Vervolg In november zullen wij u voorstellen voorleggen met betrekking tot de verdere inrichting van het sociaal domein, tenzij ontwikkelingen in het wetgevingsproces een pas op de plaats wenselijk maken. Daarover zullen wij u dan wel nader informeren.
Betrokken partijen In vervolg op onze voorstellen over de organisatie van de beweging in het sociale domein zullen wij met advies- en cliëntraden overleg voeren. Van groot belang is uiteraard ook de betrokkenheid van de aanbieders van zorg en ondersteuning, in het bijzonder van die instellingen die bij de vorming van de wijkteams zijn betrokken. Burgemeester en wethouders van Amersfoort,
de secretaris,
de burgemeester,
Gemeente Amersfoort Peiling 4503002 pagina
Bijlagen
-
11