Pedagogisch werkplan
BSO Zoete lieve Gerritje Bredestraat 19, 5242 CD, Rosmalen
Pedagogisch werkplan 2012 – BSO Zoete lieve Gerritje pagina 1
Inhoudsopgave Inleiding
pag.3
Even voorstellen
pag.4
Hoofdstuk 1 Visie op kinderopvang, (mee)opvoeden en uitgangspunten
pag.5
Hoofdstuk 2 De vier competenties
pag.7
Hoofdstuk 3 De BSO
pag.14
Hoofdstuk 4 Diverse weetjes
pag.18
Hoofdstuk 5 Informatie aan de ouders
pag.20
Hoofdstuk 6 Personeel
pag.20
Hoofdstuk 7 Stagebeleid
pag.21
Hoofdstuk 8 Oudercommissie
pag.23
Hoofdstuk 9 Veiligheid
pag.24
Hoofdstuk 10
pag.25
Klachtenregeling
Pedagogisch werkplan 2012 – BSO Zoete lieve Gerritje pagina 2
Inleiding
Voor u ligt het pedagogisch werkplan van de BSO van Zoete lieve Gerritje. Dit plan geeft aan welke uitgangspunten en werkwijzen worden gehanteerd. Het beschrijft welke visie de BSO heeft op de ontwikkeling en opvoeding van kinderen en hoe we deze visie dagelijks in praktijk brengen. Een pedagogisch plan is bedoeld voor de ouders en groepsleiding. Voor de ouders is het belangrijk dat ze weten welke pedagogische uitgangspunten er binnen de BSO worden gehanteerd. De waarden en normen waar wij voor staan, dienen zoveel mogelijk overeen te komen met de waarden en normen die ouders thuis hanteren. Dit waarborgt de continuïteit van de opvoeding van het kind. Voor de groepsleiding is het pedagogisch plan van belang omdat het mede zorg draagt voor een uniforme werkwijze. Dit pedagogisch werkplan biedt voor alle betrokkenen veel duidelijkheid over de visie van onze BSO ,op kinderen en het opvoeden daarvan. Het bevat de manier van werken, afspraken, en een beschrijving van de dagelijkse gang van zaken binnen de BSO van Zoete lieve Gerritje.
Pedagogisch werkplan 2012 – BSO Zoete lieve Gerritje pagina 3
Even voorstellen, Om een duidelijker beeld van mijzelf en de BSO te krijgen, stel ik mij eventjes voor. Ik ben Martine van Geenen en ben op 19 juni 1974 geboren te Veghel. Toen ik 2 jaar was, zijn wij naar Vught verhuisd en heb Ik daar mijn jeugd verder doorgebracht. 20 jaar oud leerde ik Gerrit kennen. Vier jaar later was ik in blijde verwachting. Op 15 april 1999 werd Gerritje geboren en werd ik voor het eerst moeder. Ik had er voor gekozen om helemaal zelf voor mijn kind te zorgen. Daarnaast ving ik de kinderen van vrienden op. Ik ging zo in het moederschap en de kinderen op, dat bleek dat verzorgen en opvoeden van kinderen een richting was die helemaal bij mij paste. Door mond –op -mondreclame kwamen er nog meer kinderen bij. 5 Jaar later, besloot ik om van de kinderopvang mijn beroep te maken. Na het volgen van een opleiding kon ik in samenwerking met Kate&Harry als zelfstandige een kinderopvang starten. Door de enorme vraag, en vanwege diverse wetswijzigingen had ik besloten om nu geheel zelfstandig mijn missie voort te zetten. Kinderonthaalhuis ‘Zoete lieve Gerritje’ werd Kinderdagverblijf Zoete lieve Gerritje. (Ik kwam op deze naam omdat schoonvader, man en zoon allemaal tot Gerritje gedoopt zijn). ‘Zoete lieve Gerritje’ is tevens een begrip voor de stad ’s-Hertogenbosch en omgeving. Daarom vond ik deze naam uiterst geschikt. Nu al weer twee jaar later, deed de mogelijkheid zich voor om het kinderdagverblijf te verhuizen naar de Hoef, en samen te brengen met Verzorgingstehuis, De Annenborch. Het was mijn laatste droom om jonge kinderen en ouderen bij elkaar te brengen, en dit is gelukt! De locatie de Bredestraat, komt hierdoor leeg te staan, en dat zou zonde zijn. Omdat er ook veel vraag is voor BSO, vond ik daar nog een laatste uitdaging in.
Pedagogisch werkplan 2012 – BSO Zoete lieve Gerritje pagina 4
Hoofdstuk 1 Visie op kinderopvang en (mee)opvoeden Het doel van Zoete lieve Gerritje is het realiseren van de hoogste kwaliteit op het gebied van buitenschoolse opvang. Het belangrijkste van goede opvang is, dat er op een bewuste en verantwoorde manier wordt gezorgd en omgegaan met kinderen. Tevens vinden we het heel erg belangrijk dat ieder kind zich “thuis”, veilig en welkom voelt in de BSO. Tevens vinden wij het belangrijk dat een kind zich kan ontplooien en zich kan ontwikkelen in zijn eigen tempo. Omdat Zoete lieve Gerritje buitenschoolse opvang biedt, op een kleinschalige en huiselijke manier, kunnen wij de kinderen een plekje bieden waar het kind niet een van de velen is, maar een individu op zich. We realiseren buiten schoolse opvang voor kinderen vanaf 4 jaar tot 8 jaar, en om een goed zicht te houden op ieders ontwikkeling en welbevinden in de groep, hebben we gekozen voor een kleine stamgroep van tien kinderen. Op deze manier kunnen wij de kinderen optimaal begeleiden en stimuleren in hun persoonlijke ontwikkeling en is er ook ruimte voor extra aandacht na schooltijd! Door voor één kleine groep te kiezen, kunnen wij ieder kind goed observeren, leren kennen en passend in te kunnen springen op momenten wanneer het kind net wat meer aandacht nodig heeft dan anders. Goed overleg met u als ouder is hier ook van essentieel belang. Ook wordt er goed gekeken naar de behoeften van uw kind. Zoete lieve Gerritje biedt opvang aan kinderen, waar in alle voordelen van buitenschoolse dagopvang gecombineerd worden. De opvang geschiedt onder deskundige leiding in een speciaal voor kinderen ingerichte ruimte met l /P
Pedagogisch werkplan 2012 – BSO Zoete lieve Gerritje pagina 5
Uitgangspunten ◊
Kleinschaligheid en huiselijkheid staan centraal. Wij zijn ervan overtuigd dat kinderen die een gehele dag op school zijn geweest, zich fijner voelen en zich beter kunnen ontplooien in een warme, veilige en liefdevolle omgeving waarin zij zich thuis voelen.
◊
Buitenspelen, wandelen, fietsen, naar de speeltuin gaan enz. vinden we heel erg belangrijk. Het is goed voor de gezondheid en het feit dat ze hun energie even kwijt kunnen. Zoete lieve Gerritje beschikt over een bakfiets waar maximaal acht kinderen tegelijk veilig in vervoerd kunnen worden. Hiervan maken wij regelmatig gebruik om leuke uitstapjes te maken zoals naar de speeltuin gaan, naar de kinderboerderij, het bos of gewoon even lekker fietsen.
◊
Er wordt een “vast” dagritme aangehouden, wat de kinderen houvast geeft en waardoor ze zich veilig voelen. Ze weten wat er gaat gebeuren en wanneer.
◊
Door het aanreiken van veel verschillende materialen en activiteiten, zorgen ervoor dat wij aansluiten op de behoeften van elk kind. Hierbij wordt ingegaan op de behoeften en capaciteiten van het individuele kind. Wij noemen dit “kinderparticipatie” wat een absolute plaats in ons concept inneemt. Het lidmaatschap van de Spelotheek geeft ons de mogelijkheid om vaak af te wisselen met spelmateriaal.
◊
Bij de inrichting van de BSO is rekening gehouden met de benodigdheden voor kinderen van vier tot 8jaar en met hun behoeften
Pedagogisch werkplan 2012 – BSO Zoete lieve Gerritje pagina 6
en mogelijkheden, waardoor het spelen bij Zoete lieve Gerritje heel erg leuk is.
Hoofdstuk 2
De vier competenties: 1. Sociaal emotionele veiligheid Binnen ons pedagogisch beleidsplan zijn verschillende pedagogische stromingen opgenomen om de sociale veiligheid van de kinderen te waarborgen. Wij zijn net als Maria Montessori van mening dat je kinderen serieus moet nemen en moet stimuleren dingen te ontdekken. De kinderen niet storen in hun spel, maar meegaan in hun fantasie. Aanreiken van materialen en situaties die een kind nodig heeft om tot ontplooiing te komen, maar dan wel gekeken naar de behoeften en capaciteiten van het individuele kind. De groepsruimte is een voorbereide omgeving waar tal van ontwikkelingsmogelijkheden zijn gecreëerd op verschillende ontwikkelingsgebieden en -niveaus. Er is een uitgebreide kinderkeuken, compleet met vaatwasser, wasmachine, een garage,. Ook kunnen kinderen zelf bewust kiezen voor een spelletje of puzzel, net waar ze op dat moment zin in hebben. Ook bieden wij dagelijks aan om een gezamenlijke activiteit te ondernemen, zoals een gezelschapsspel of het bakken van koekjes enz. Tevens is een Wii en een playstation 2 aanwezig met daarbij horende leeftijdsgerelateerde spellen. Wij vertrouwen erop dat kinderen zelf aan kunnen geven wat goed voor ze is en waar ze op dat moment behoefte aan hebben. De pedagoog Janusz Korczak stelt dit vertrouwen gelijk aan respect voor kinderen. Je moet het kind de ruimte geven te ontdekken en dus te ontwikkelen. Alleen door eigen ervaring kan een kind wegwijs worden en daardoor ook zelfverzekerd. Het heeft het immers zelf opgelost. Ook halen we onze inspiratie wel eens uit de antroposofische hoek. Pedagogisch werkplan 2012 – BSO Zoete lieve Gerritje pagina 7
Rudolf Steiner was de grondlegger van deze stroming. Wij gebruiken zijn ideeën uiterst vlak. Wij doen niets met spirituele filosofie, maar zijn bijvoorbeeld wel overtuigd van biologisch – dynamische landbouw, vandaar onze keuze voor biologische voeding. De opvang bestaat uit één groep van 4 tot 8 jaar. In de groep wordt zoveel mogelijk ruimte gelaten aan en rekening gehouden met ieder kind. Kinderen leren dan ook , rekening te houden met elkaar. Ook is het belangrijk dat een kind de gelegenheid krijgt om een gevoel van veiligheid en vertrouwen op te bouwen met de groepsleiding. Die gelegenheid scheppen wij door zorg te dragen voor stabiliteit en continuïteit in de groep, door een kleine stamgroep met vaste leidsters waardoor er veel gelegenheid is voor individuele aandacht. Wat wij ook heel belangrijk vinden is, dat de kinderen zich thuis voelen en welkom voelen. We geven de kinderen het gevoel dat ze “mogen” komen spelen. Mocht een kind moeite hebben met het wenproces, dan nemen wij daar alle tijd voor en waar nodig overleggen we met de ouders hoe wij het kindje het beste over die “drempel “ kunnen helpen. Doordat de stamgroep klein is, leren we de kinderen goed kennen en zo ook de interesses. 2. De ontwikkeling van kinderen Wat is ontwikkeling? Ontwikkeling betekent letterlijk, veranderingen die zich in een bepaalde richting onomkeerbaar voltrekken. Een kind dat zich ontwikkelt, verandert in positieve zin. De verandering houdt vooruitgang in, want het kind gaat op steeds hoger niveau functioneren. Een pas geboren baby is totaal afhankelijk van anderen, maar binnen vier jaar kan het kind groeien van totale afhankelijkheid tot een grote mate van zelfstandigheid. Er zijn verschillende factoren die van invloed zijn op de ontwikkeling van een kind. De volgende factoren zijn te onderscheiden: ◊ Aanleg (de eigenschappen die je bij de geboorte hebt meegekregen, ook wel nature genoemd)
Pedagogisch werkplan 2012 – BSO Zoete lieve Gerritje pagina 8
◊
Milieu (de omgeving die invloed uitoefent op de ontwikkeling, ook wel nurture genoemd) Een leidster kan de ontwikkeling positief beïnvloeden door te zorgen voor een positieve, geborgen sfeer in de groep zodat het kind zich op zijn gemak voelt. Ieder kind heeft in een positieve geborgen sfeer de behoefte en nieuwsgierigheid om zijn eigen vermogens te gebruiken en te vergroten. Ontwikkelingsgebieden Sociaal-emotionele ontwikkeling De ontwikkeling van het kind is een voortdurende wisselwerking met de omgeving. Het kind gaat om met leeftijdsgenootjes en met jongere en oudere kinderen. Het kind leert op deze manier rekening te houden met wat een ander kind al wel of juist nog niet kan. Kinderen reageren sterk op prikkels die hen bereiken en die hen al dan niet bewust worden aangeboden. Ieder kind is uniek en wordt ook op die manier benaderd. Het zelfvertrouwen stimuleren wij door de kinderen zich bewust te maken van de kwaliteiten die ze hebben en door te kijken naar wat ze kunnen. We werken op een positieve en stimulerende manier, waarbij er veel meer gekeken wordt naar de mogelijkheden en kwaliteiten van het kind, dan naar de onmogelijkheden of de dingen waar ze meer moeite mee hebben. We kijken naar het kind en spelen in op zijn behoeften. 3. Overdracht van waarden en normen Waarden en normen worden vaak in een zin uitgesproken. Wij gebruiken ze vaak synoniem, maar ze hebben wel degelijk een verschillende betekenis. Het doen en laten van mensen wordt ingegeven door waarden. Ouders leven vanuit waarden en ze dragen ze uit naar hun kinderen. Zij hebben ideeën en principes die zij waardevol vinden. Een voorbeeld van het begrip waarde is: respect hebben voor elkaar. Dit wordt uiteraard pas duidelijk in de praktijk. Het is voor kinderen niet altijd duidelijk waarom ze moeten opstaan voor ouderen, of waarom ze iemand moeten aankijken wanneer ze iemand de hand schudden. Zij leren deze regels (normen) wel maar weten of begrijpen
Pedagogisch werkplan 2012 – BSO Zoete lieve Gerritje pagina 9
niet automatisch de waarde ervan. Doordat volwassenen het goede voorbeeld geven en de gedragsregels aan hun kinderen uitleggen gaan kinderen deze regels begrijpen. Kinderen hebben er wel tijd en voorbeelden voor nodig. Het overbrengen van waarden en normen speelt ook bij Zoete lieve Gerritje een grote rol. We vinden het belangrijk om kinderen hierin te betrekken en veel dingen uit te leggen. Waarom mag je geen lelijke woorden gebruiken? Het blijft belangrijk deze dingen te herhalen en uit te leggen. Afspraken, regels en omgangsvormen Voor iedereen is het heel erg belangrijk om te weten wat de grenzen zijn. Een kind leert grenzen kennen, doordat de ouder en de leidster deze duidelijk aangeven. Het is hier wel belangrijk dat we rekening houden met het ontwikkelingsniveau van het kind. Bovendien proberen we bij Zoete lieve Gerritje altijd te achterhalen wat de reden van het gedrag is. Soms vertonen kinderen negatief gedrag uit verveling en het is dan ook van belang om in plaats van te mopperen het kind aan te sporen tot een leuke activiteit. Op deze manier buig je negatief gedrag om in positief gedrag. Vanuit dit perspectief belonen wij of prijzen wij het kind omdat het op dat moment het gewenste gedrag vertoont. Het corrigeren van kinderen kan op diverse manieren. Aansluitend op de ontwikkeling en niveau van het kind , zal gekozen worden voor een bepaalde manier van handelen: • • • • •
Gedrag ombuigen van negatief naar positief Zelf het goede voorbeeld geven en het kind erbij betrekken Het gedrag afkeuren en niet het kind Duidelijkheid creëren, door aan te geven wat wel en niet mag Tijdelijk afzonderen van het groepsgebeuren (omgedraaid stoeltje)
Alles zal berusten op herhaling. Door steeds te herhalen leert een kind wat wel en niet gewenst gedrag is. Groepsleiding en hun handelen
Pedagogisch werkplan 2012 – BSO Zoete lieve Gerritje pagina 10
De groepsleiding van Zoete lieve Gerritje heeft een belangrijke rol in de ontwikkeling van de kinderen. Wanneer er een goed contact is tussen de groepsleiding en het kind, dan voelt het kind zich op zijn gemak en kan het op ontdekkingstocht gaan. Vertrouwen is de basis voor ontwikkeling. Door de ondersteuning die het kind hier krijgt, ontstaat hechting en dat is van essentieel belang voor de ontwikkeling van kennis en vaardigheden die het later nodig heeft. Een kind heeft anderen nodig die ingaan op zijn initiatief tot contact, die hem begrijpen en die belangstelling hebben voor wat hij beleeft. Je geeft ze geborgenheid. Door betrokkenheid te tonen bij elk kind en door positief te blijven reageren, kun je het kind zelfvertrouwen geven. Aanmoediging is daarbij heel belangrijk en te laten merken er vertrouwen in te hebben. Het kind zal stukje bij beetje steeds meer gaan ondernemen. Veiligheid blijft dan een voorwaarde, maar het wordt steeds belangrijker dat de groepsleiding het kind ruimte geeft voor ontdekkingsdrang. Het is hier wel van belang dat er gekeken wordt naar het ontwikkelingstadium van het kind. 4. Kwaliteitsinstrumenten Risico inventarisatie VEILIGHEID Kinderdagverblijf Zoete lieve Gerritje gebruikt hiervoor de methode van Stichting Consument en Veiligheid. Deze Methode is door hen ontwikkeld in samenwerking met GGD Nederland en het ministerie van SZW. Met deze methode kan de veiligheid van de opvangruimte in kaart worden gebracht en kunnen er maatregelen worden genomen wanneer er risicovolle situaties zijn. Bij deze methode zijn niet de normen het uitgangspunt, maar het gedrag van de kinderen, leidsters en ouders en de “ongevallen” zoals die regelmatig in de praktijk voorkomen. De methode biedt een gestructureerde aanpak om invulling te geven aan het veiligheidsbeleid. De methode bestaat uit 6 stappen: ◊ 1. De inventarisatie Welke ongevallen zouden met de kinderen kunnen gebeuren? KANS Pedagogisch werkplan 2012 – BSO Zoete lieve Gerritje pagina 11
Hoe groot is daarbij de kans op ernstig letsel voor het kind? ERNST De combinatie KANS en ERNST is de maat voor de urgentie. De urgentie geeft aan hoe snel er een maatregel moet worden getroffen om een risico te verminderen of uit te sluiten.
◊ 2. Registratie Deze stap bestaat uit het registreren van ongevallen en het beschrijven van gevaarlijke situaties. Het registreren van ongevallen kan oorzaken van ongevallen duidelijk maken. Hierdoor kan men van een ongeval leren en de nodige maatregelen nemen om het een volgende keer te voorkomen. ◊ 3. Huisregels In deze stap staan afspraken centraal over het doen en laten in het kinderdagverblijf. Het gaat voornamelijk om gedragsregels die de kinderen, de groepsleidsters en de ouders aangaan. Het gaat erom dat de veiligheid van deze gebruikers zoveel mogelijk wordt gewaarborgd. ◊ 4. Actieplan In het actieplan wordt vermeld in welke volgorde de maatregelen zullen plaatsvinden en wie ze zal uitvoeren. ◊ 5. Ontruimen en EHBO Om in een noodsituatie snel en tijdig te kunnen ontruimen, heeft kinderopvang Zoete lieve Gerritje een goed doordacht plan over de manier waarop dit wordt uitgevoerd. De ontruiming wordt 1x per jaar in de praktijk geoefend. Tevens beschikken de leidsters over een kinder- EHBO certificaat en een BHV certificaat. ◊ 6. Veiligheidsverslag Het veiligheidsverslag is een overzicht van de veiligheidsaspecten. Hierin wordt aangegeven wat er is gebeurd de afgelopen periode op het gebied van veiligheid en wat er nog moet gebeuren. Het veiligheidsverslag wordt tevens gebruikt om belanghebbenden te informeren. Pedagogisch werkplan 2012 – BSO Zoete lieve Gerritje pagina 12
Risico inventarisatie GEZONDHEID De methode gezondheidsmanagement is door het LCHV ontwikkeld in opdracht van de GGD Nederland en het ministerie van SZW. Medewerking is verleend door het Landelijk Centrum Milieuhygiëne en hygiënisten van diverse GGD- organisaties. De methode heeft een tweeledig doel: - Gezondheidsrisico’s terug brengen naar een aanvaardbaar niveau. - Bewustwording van de risico’s De methode bestaat uit vier stappen: ◊ 1. De inventarisatie Welke gezondheidsrisico’s lopen de kinderen? KANS Is er, gezien de risico’s een actieplan gewenst? ACTIE ◊ 2. Actieplan Bij deze stap gaat het om het maken van en uitvoeren van een actieplan. In dit actieplan worden risico’s benoemd en wordt er aangegeven voor welke oplossing er gekozen is. Tevens wordt vermeld wie verantwoordelijk is voor de actie en binnen welk termijn de maatregel uitgevoerd moet zijn. ◊ 3. Gezondheidsverslag In het gezondheidsverslag wordt uitgewerkt wat er wordt gedaan, welke risico’s in de groep waargenomen zijn en welke acties daar uit voortgekomen zijn. Tevens wordt het gezondheidsverslag gebruikt om andere belangstellenden te informeren. Jaarlijks voert de GGD een controle uit. Hiervan verschijnt een rapport, wat op het kinderdagverblijf ter inzage ligt. Tevens wordt het gepubliceerd op de website van de GGD Hart voor Brabant, en de website van de Gemeente ’s-Hertogenbosch.
Pedagogisch werkplan 2012 – BSO Zoete lieve Gerritje pagina 13
Hoofdstuk 3
De Opvang groepsindeling Bij de BSO van Zoete lieve Gerritje wordt gewerkt in een groep, bestaande uit maximaal 10 kinderen. De leeftijd van de kinderen in deze groep is gemengd. Het is de meest natuurlijke nabootsing van een gezin, en heeft de volgende voordelen: - Oudere kinderen leren rekening houden met de jongere kinderen. - Jongere kinderen leren spelenderwijs van de oudere kinderen. Bijvoorbeeld spelontwikkeling en sociale ontwikkeling. - Kinderen zitten langere tijd bij elkaar in de groep waardoor er minder verloop is, en kinderen langere tijd met elkaar opgroeien. - Van de stamgroep kunnen wel twee horizontale groepen worden gemaakt zodat de oudere kinderen bijv. een leuke buitenactiviteit kunnen ondernemen passend bij hun behoeften en ontwikkeling en jongere kinderen in alle rust aandacht kunnen ontvangen op hun ontwikkelingsniveau. - De kinderen leren een eigen plekje in de groep te krijgen en elkaar te respecteren in elkaars mogelijkheden.
Dagindeling Pedagogisch werkplan 2012 – BSO Zoete lieve Gerritje pagina 14
Een voorbeeld van het dagritme na school: 15.00u De kinderen van de Jeroenbosch school worden met de bakfiets opgehaald. We fietsen richting de Bredestraat in Rosmalen. Daar aangekomen, zetten we een lekker pot thee en maken we voor degenen die iets anders willen drinken iets anders klaar. Ook is er een kleine versnapering zoals crackers, ontbijtkoek of een koekje. 15.30u De kinderen van de Toubadour worden opgehaald en zij zullen aanschuiven Bij de anderen. Er wordt besproken en naar de ander geluisterd, wat er op school is gebeurd of andere bijzonderheden die kinderen graag even kwijt willen. 16.00u-16.15u Er wordt besproken wat iedereen graag wil gaan doen. Er wordt een gezamenlijke activiteit aangeboden, maar er ook ruimte voor diegene die iets individueels wil gaan doen! 17.30u/17.45u We gaan opruimen. We zetten alle spullen weer op zijn plek, maar bouwwerken mogen blijven staan. Kinderen mogen blijven spelen met waar ze mee bezig zijn, maar met minder materialen. Een voorbeeld van een dagritme op (woensdag opaanvraag) en vrijdag tijdens schoolweken: 12.30u De kinderen worden opgehaald en gaan heerlijk lunchen. We bieden evt. als afwisseling een biologisch bruine tosti aan of een lekker kopje soep. 13.30u - 15.30u Vrij spel of een gezamenlijke activiteit. 15.30u-16.00u Lekker thee of wat anders drinken met een koekje of ontbijtkoek erbij. 17.45u Pedagogisch werkplan 2012 – BSO Zoete lieve Gerritje pagina 15
We gaan opruimen. We zetten alle spullen weer op zijn plek, maar bouwwerken mogen blijven staan. Kinderen mogen blijven spelen met waar ze mee bezig zijn, maar met minder materialen.
Een voorbeeld van het dagritme in vakantieweken: 7.30u-9.00u De kinderen worden welkom geheten en eventuele bijzonderheden worden besproken met de leiding. De kinderen mogen tot 10.00u lekker vrij spelen. 10.00u We gaan fruit eten en wat drinken. 10.30u -13.00u Er wordt een gezamenlijke activiteit aangeboden. 13.00u Lunchen 14.00u-16.00u We bespreken wat we buiten gaan doen en gaan er lekker op uit! 16.00u Lekker thee of wat anders drinken met een koekje of ontbijtkoek erbij. 17.45u We gaan opruimen. We zetten alle spullen weer op zijn plek, maar bouwwerken mogen blijven staan. Kinderen mogen blijven spelen met waar ze mee bezig zijn, maar met minder materialen. Maximale omvang van de groep. Zoete lieve Gerritje hanteert normen met betrekking tot de verhouding van de pedagogisch medewerkers tot het aantal kinderen dat er maximaal in een groep geplaatst mag worden. Maar aangezien dat er bij zoete lieve Gerritje ook rekening gehouden wordt met de grootte van de ruimte kiezen we niet voor een maximale Pedagogisch werkplan 2012 – BSO Zoete lieve Gerritje pagina 16
bezetting maar voor meer ruimte. De maximale bezetting zal daarom 10 kinderen bedragen, in de leeftijd van 4 tot en met 8 jaar. Er wordt rekening gehouden met het feit dat de leidster- kindratio niet wordt overschreden.
Leidster- kindratio Bij de leeftijdsgroep van 4 tot 8 jaar betekent dit dat er 10 kinderen welkom zijn en dat deze begeleidt worden door 1 pedagogisch medewerker in samenwerking met 1 stagiaire. Activiteiten buiten de poorten van Zoete lieve Gerritje Per leeftijdsgroep wordt gekeken naar de individuele behoeften van de kinderen en naar de groep als geheel. Er wordt door de groepsleiding dagelijks een planning gemaakt voor die dag. De planning kan zijn, dat de oudste kinderen uit de groep bijvoorbeeld een buitenactiviteit gaan ondernemen en dat de anderen iets individueels willen doen. Er worden op deze manier meerdere mogelijkheden gecreëerd voor de kinderen om ervaringen op te doen en om van omgeving af te wisselen. Dit is vooral van toepassing op de schoolvakanties. De kinderen verlaten de groep onder begeleiding van een leidster en dit houdt onmiddellijk in dat er in deze situaties een extra begeleidster wordt ingezet. Ouders hebben een schriftelijke verklaring ondertekend waarin zij toestemming geven om deze activiteiten te mogen ondernemen met hun kind.
Pedagogisch werkplan 2012 – BSO Zoete lieve Gerritje pagina 17
Hoofdstuk 4
Diverse weetjes Achterwacht regeling De BSO is naast het woonhuis van de houder gelegen. Daar is in geval van nood altijd iemand aanwezig tijdens de opvangtijden, om personeel wanneer nodig, ondersteuning te bieden. De aanwezige leidsters zijn hiervan op de hoogte. Tevens kan er in geval van nood, ook een beroep worden gedaan op de leiding van kinderdagverblijf Zoete lieve Gerritje. Deze is op 1 km afstand gelegen van de BSO. Maaltijden Tijdens het samen eten wordt veel aandacht besteed aan gebruikelijke tafelmanieren. Alle maaltijden en dranken zijn inclusief behalve eventuele dieetvoeding. Wennen Bijna alle ouders moeten wennen aan het feit dat ze de verzorging van hun kind tijdelijk uit handen geven. “Zal alles wel goed gaan, is er voldoende aandacht voor mijn kind, weten ze wat ze moeten doen als mijn kind verdrietig is, enz. Ook het kind moet natuurlijk wennen aan de nieuwe omgeving, het ophalen met de bakfiets, een nieuwe volwassene en nieuwe kinderen om hen heen. In de “begin -fase”zal vooral heel goed naar ieder individueel kind gekeken worden. Wij bespreken onze bevindingen en observaties met de ouders en passen zo nodig onze plan van aanpak aan om het kind zo snel mogelijk een veilige plek in onze BSO te geven. Trakteren Omdat deze aangelegenheden altijd op school gebeuren, feliciteren hem of haar uiteraard, maar vinden we het niet nodig dat het kind in de BSO trakteert. We kunnen het wel koppelen aan een feestelijk activiteit of aan de gewenste activiteit van de jarige.
Pedagogisch werkplan 2012 – BSO Zoete lieve Gerritje pagina 18
Vriendje of vriendinnetje meenemen naar de BSO Bij Zoete lieve Gerritje is het mogelijk om met je vriendje of vriendinnetje af te spreken, tijdens de opvanguren. Ook in vakanties is dit mogelijk. Hier zijn geen extra kosten aan verbonden, maar dit kan alleen als de maximale bezetting niet overschreden wordt. De verantwoordelijkheid voor de vriendjes en vriendinnetjes blijft ten alle tijden voor de ouders van die kinderen. Brengen en halen Buiten de schoolvakanties zijn de ophaaltijden: 17.30u – 18.30u In de schoolvakanties kunnen de kinderen gebracht worden tussen: 7.30u – 9.00u De kinderen kunnen zoals altijd opgehaald worden tussen: 17.30u en 18.30u Mocht het nodig zijn dat u uw kind later brengt of eerder ophaalt dan kan dit in overleg met de leiding. Ziekte Wanneer het kind ziek wordt of koorts krijgt op de BSO zullen de ouders te allen tijde direct worden ingelicht. We kunnen ook “gewoon”even bellen omdat het kind ander gedrag vertoont dan dat we van dat kind gewent zijn. Dit om beter op het kind te kunnen inspelen. Medicatie wordt alleen met schriftelijke toestemming van de ouders toegediend. Wanneer er een besmettelijke ziekte heerst, worden de ouders daarvan op de hoogte gesteld. Wanneer uw kind een besmettelijke ziekte heeft, mag u kind ondanks dat het geen koorts heeft, tijdelijk niet naar de BSO komen. (de tijd is afhankelijk van de besmettelijke ziekte) Wanneer er een besmettelijke ziekte heerst die gevolgen kan hebben voor mensen uit risicogroepen, zoals zwangere vrouwen, dan worden deze direct ingelicht. We zijn van mening dat een kind dat ziek is of zich niet goed voelt, het beste bij zijn vader of moeder kan zijn. Zij zijn de eerste vertrouwenspersonen van het kind.
Pedagogisch werkplan 2012 – BSO Zoete lieve Gerritje pagina 19
Hoofdstuk 5
Informatie aan de ouders Ouder avonden Minimaal tweemaal per jaar is er een ouderavond. Deze wordt georganiseerd door de oudercommissie en het team. Het te behandelen onderwerp zal worden bepaald middels de vraag en de interesse van de ouders en de groepsleiding. De zogeheten 10 minuten gesprekken Bij Zoete lieve Gerritje worden wekelijks deze gesprekken gevoerd, er is dagelijks veel tijd voor de overdracht. Tevens worden er minimaal 1 keer per jaar de zogeheten 10 min. gesprekken ingepland. Wanneer er zaken besproken dienen te worden die meer tijd vergen, wordt er persoonlijk met u een afspraak gepland om dit gesprek voort te zetten. Hoofdstuk 6
Personeel Medewerksters De BSO van Zoete lieve Gerritje stelt hoge eisen aan haar werknemers. Zij zijn gediplomeerd zoals benoemd in de CAO kinderopvang. Voordat er een medewerkster in dienst treedt moet een verklaring omtrent het gedrag worden afgegeven (VOG). Kopieën van de VOG en het diploma zijn in de vestiging aanwezig. Naast opleiding en ervaring worden er ook hoge eisen gesteld aan persoonlijke vaardigheden. Rust, vertrouwen, sociale vaardigheden, creativiteit, enthousiasme een grote motivatie, eigen initiatief en een zeer positieve instelling zijn hierbij selectiecriteria. Er wordt tevens een groot beroep gedaan op verantwoordelijkheidsgevoel, mentaliteit en flexibiliteit. De groepsleidster is de medepartner in de opvoeding van andermans kinderen. Omgang met ziekte en vakantiepersoneel Vakantie en ziekte wordt meestal opgevangen door eigen personeel en Stagiaires. Dit kan door een goede teamsamenstelling waarbij de medewerksters flexibel inzetbaar zijn.
Pedagogisch werkplan 2012 – BSO Zoete lieve Gerritje pagina 20
Hoofdstuk 7
Stagebeleid Opleidingsvisie Zoete lieve Gerritje is altijd in ontwikkeling. We hechten er veel belang aan dat medewerksters en leerlingen zoveel mogelijk met deze ontwikkelingen meegaan. Bij het opleiden van de leerling, vormen eigen verantwoordelijkheid en zelfwerkzaamheid, een respectvolle benadering van de leerling, en het vertrouwen in zijn/haar mogelijkheden, de basis. Het opleiden van een leerling wordt als een belangrijk element in de organisatie beschouwd. De volgende organisatiedoelen worden nagestreefd: - Het opleiden van nieuwe toekomstige beroepsbeoefenaren kan zorgen voor toekomstige werknemers. - Het stimuleren van medewerksters om bewust te worden van alle zaken die het beroep met zich meebrengt, de persoonlijke invulling en het kritisch kijken naar het eigen functioneren. - Het bevorderen van kennis en deskundigheid. Opleidingen Pedagogisch werker kinderopvang (niveau 3)
Beroepsprofiel
De pedagogisch werker 3 houdt zich bezig met hulp en dienstverlening binnen de primaire woon- en leefsituatie. Het werk bestaat uit verzorging en begeleiding van cliënten en alle daaruit voorkomende werkzaamheden.
Taken Het zelfstandig uitvoeren van werkzaamheden op begeleidend, verzorgend- en huishoudelijk gebied. Het coördineren en organiseren van werkzaamheden. Zorg dragen voor professionele, en organisatorische taken.
Pedagogisch werkplan 2012 – BSO Zoete lieve Gerritje pagina 21
PW 3 1ste leerjaar( BOL) Beroepsoriënterende stage. Eerste oriëntatie met de doelgroep en het werken in teamverband. Omvang: twee dagen per week.
PW3 2de jaar(BOL) Beroepsoriënterende en beroepsvoorbereidende stage gericht op niveau 3. Het accent ligt op de concreet uitvoerende pedagogische activiteiten. Omvang: twee dagen per week.
PW3 3de leerjaar (BOL)
Het accent ligt op het zelfstandig kunnen uitvoeren van werkzaamheden binnen de organisatie. Omvang: drie dagen per week. Inzetbaarheid stagiaires BOL -leerlingen 1ste jaars stagiaires van de BOL -opleiding worden altijd boventallig ingezet. 2de jaars stagiaires van de BOL -opleiding worden altijd boventallig ingezet. 3de jaars stagiaires van de BOL -opleiding worden altijd boventallig ingezet, behalve bij calamiteiten ( denk aan ziekte van de andere persoon of vakanties en vrije dagen) BBL –leerlingen Een BBL –leerling wordt minimaal 20 uur per week op de groep ingepland. BBL – leerlingen staan niet boventallig maar werken wel naast een gediplomeerde groepsleidster. De BBL leerlingen zijn werkzaam volgens de BBL –regeling zoals die is opgenomen in de CAO –kinderopvang.
Pedagogisch werkplan 2012 – BSO Zoete lieve Gerritje pagina 22
Hoofdstuk 8
Oudercommissie, oudervereniging Alle ouders die gebruik maken van onze BSO kunnen lid worden van de oudercommissie. Er is een “reglement oudercommissie”waaraan de oudercommissie zich dient te houden. Via de oudercommissie hebben de ouders medezeggenschap in het kinderdagverblijf. Een voltallige oudercommissie bestaat uit 2 tot 5 leden, afhankelijk van de grootte van de vestiging. De BSO van Zoete lieve Gerritje stelt de oudercommissie in de gelegenheid advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de uitvoering van het kwaliteitsbeleid betreffende: -Aantal kinderen per leidster. -Groepsgrootte. -Opleidingseisen beroepskrachten. -Inzetbaarheid beroepskrachten in opleiding. -Pedagogisch beleidsplan. -Voedingsaangelegenheden. -RI gezondheid en veiligheid. -Openingstijden. -Vaststelling of wijziging van de klachtenregeling. -Wijziging van de uurprijs van de kinderopvang. De oudercommissie is tevens bevoegd ongevraagd te adviseren over bovenstaande onderwerpen. De oudercommissie: Fungeert als aanspreekpunt. Krijgt na ieder GGD –bezoek het inspectierapport. Levert op verzoek een inbreng op ouderavonden en themabijeenkomsten. Zorgt voor een goede en heldere informatieverstrekking aan de ouders over de activiteiten van de oudercommissie. De informatie die naar de ouders wordt
Pedagogisch werkplan 2012 – BSO Zoete lieve Gerritje pagina 23
verstuurd, wordt een week voor verspreiding ter info en goedkeuring naar de groepsleiding verstuurd. De oudercommissie is aangesloten bij de KLACHTENKAMER Oudercommissie Kinderopvang van de SKK. Hoofdstuk 9
Veiligheid De groepsruimte is zo veilig als mogelijk ingericht. Zoals eerder besproken is de ruimte geïnventariseerd op eventuele risico’s met betrekking tot veiligheid en gezondheid. Er is bijv. blusapparatuur aanwezig dat elk jaar gecontroleerd wordt. Jaarlijks wordt er een ontruimingsoefening gehouden. Er is een ontruimingsplan waarin net genoemde aspecten en het vluchtplan beschreven worden. Ook heb ik als een van de vaste leidsters een BHV -diploma. Om direct te kunnen handelen bij evt. ongelukken beschik ik ook over een geldig EHBO- diploma, gericht op kleine kinderen. Ieder incident of ongeluk wordt geregistreerd, op een speciaal hiervoor bestemd formulier. Er wordt een korte omschrijving gegeven van het incident of ongeluk en de eventuele gevolgen. Gevaarlijke stoffen zoals schoonmaakmiddelen, hete vloeistoffen e.d. worden te allen tijde van de kinderen weggehouden. Wanneer we in de zomer activiteiten organiseren met water en bijvoorbeeld een zwembadje buiten zetten, is er altijd een leidster bij voor het toezicht. Er is een uitgebreide jaarlijks gekeurde EHBO – trommel aanwezig. Ook zijn er zelfzorgmiddelen aanwezig zoals: prikweg, vallen en stoten gel en Weleda verzorgingsproducten. Ontruimingoefeningen Omdat er bij een calamiteit altijd paniek heerst wordt er jaarlijks een praktijkoefening georganiseerd voor het personeel, de kinderen Dit kan in de volgende drie fasen: 1. Datum en tijdstip ruim van te voren aangekondigd. 2. Wel de datum maar niet het tijdstip aangekondigd. 3. Oefening geheel onaangekondigd. Mensen kunnen in een panieksituatie heel anders reageren dan vooraf wordt ingeschat. Daarom wordt elke oefening geëvalueerd met behulp van het Pedagogisch werkplan 2012 – BSO Zoete lieve Gerritje pagina 24
evaluatieformulier. (LOG boek ontruimingsplan en oefening) Soms wordt de procedure zo nodig aangepast.
Hoofdstuk 10
Klachtenregeling Waar meerdere mensen samenkomen, kunnen ook klachten of conflicten ontstaan. Ouders staan bij ons hoog in het vaandel en worden altijd serieus genomen. Het is zaak dat bij klachten of conflicten de groepsleiding samen met de ouder er proberen uit te komen. Lukt dit om welke reden dan ook niet, dan kan het probleem doorgespeeld worden naar de manager (Martine). Wanneer de betrokken partijen samen niet tot overeenstemming komen, dan kunnen zij zich wenden tot Stichting Klachtencommissie Kinderopvang ( SKK). Ouders kunnen eventueel ook rechtstreeks contact opnemen met de klachtencommissie. (omdat Zoete lieve Gerritje een kleine organisatie betreft gaat daar in eerste instantie niet onze voorkeur naar uit, omdat wij altijd heel oplossingsgericht denken en handelen.)de BSO van Zoete lieve Gerritje is aangesloten bij deze onafhankelijke en deskundige klachtencommissie die speciaal in het leven is geroepen om klachten te behandelen over kinderopvang organisaties. SKK is in tegenstelling tot de meeste klachtencommissies, een landelijke klachtencommissie. U kunt een folder of klachtenreglement bij de vestiging meenemen. Meer informatie over deze klachtencommissie kunt u ook vinden op : WWW.KLACHTKINDEROPVANG.NL
Pedagogisch werkplan 2012 – BSO Zoete lieve Gerritje pagina 25
Pedagogisch werkplan 2012 – BSO Zoete lieve Gerritje pagina 26