Inspectierapport Zoete Lieve Gerritje Beheer B.V. (BSO) Bredestraat 19a 5242CD ROSMALEN Registratienummer 186485700
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Hart voor Brabant 's-Hertogenbosch 15-12-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 18-01-2016
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 6 Inspectie-items ................................................................................................................... 7 Gegevens voorziening .......................................................................................................... 9 Gegevens toezicht ............................................................................................................... 9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 10
2 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 15-12-2015 Zoete Lieve Gerritje Beheer B.V. te ROSMALEN
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Algemeen Buitenschoolse opvang Zoete Lieve Gerritje Beheer BV is gehuisvest in een aanbouw naast het huis van de houder. De groepsruimte is huiselijk en sfeervol ingericht. De buitenschoolse opvang beschikt over een buitenspeelruimte met een moestuin en diverse speeltoestellen. Er wordt één BSO groep van maximaal 15 kinderen in de leeftijd van 4-10 jaar opgevangen. Op deze locatie wordt tevens een peuterarrangement aangeboden. Deze twee opvangvormen vinden nooit gelijktijdig plaats. De houder heeft in augustus 2015 een tweede BSO locatie geopend, op korte afstand van de locatie aan de Bredestraat. Inspectiegeschiedenis 11-12-2014 Jaarlijks Onderzoek: Aan alle getoetste voorwaarden wordt voldaan. 14-04-2014 Nader Onderzoek: Overtreding m.b.t. de meldcode is opgelost. 22-10-2013 Jaarlijks Onderzoek: Overtreding m.b.t. oudercommissie en meldcode. 08-10-2012 Nader Onderzoek: Overtreding m.b.t. informatievoorziening is na overleg en overreding opgelost. 14-05-2012 Onderzoek na registratie: Overtreding m.b.t. Informatievoorziening. 08-02-2012 Onderzoek voor registratie Huidige inspectie Op dinsdag 15 december 2015 heeft er een onaangekondigd jaarlijks inspectiebezoek plaatsgevonden bij Buitenschoolse Opvang Zoete Lieve Gerritje. Conclusie Er zijn geen overtredingen uit deze inspectie gekomen. De toelichting op de bevindingen van de inspecteur kunt u teruglezen in het vervolg van dit rapport. Aan het einde van dit rapport treft u een overzicht aan van de inspectie-items die zijn beoordeeld. Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 15-12-2015 Zoete Lieve Gerritje Beheer B.V. te ROSMALEN
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Buitenschoolse Opvang Zoete Lieve Gerritje voldoet aan de onderzochte voorwaarden met betrekking tot het pedagogisch klimaat. In dit domein is beoordeeld of beroepskrachten handelen conform het opgestelde pedagogisch beleidsplan. Daarnaast wordt een oordeel gegeven wat betreft de uitvoering van de pedagogische praktijk op de groep. Het oordeel van de toezichthouder is tot stand gekomen door middel van observatie tijdens een dansactiviteit en het tafelmoment. Ook zijn er gesprekken gevoerd met de beroepskrachten. Bij het beoordelen van de observatie en het pedagogisch beleidsplan is uitgegaan van de 4 pedagogische basisdoelen van M. Riksen-Walraven, die zijn benoemd in de Memorie van Toelichting bij de Wet kinderopvang (2005) te weten: 1. 2. 3. 4.
Het bieden van emotionele veiligheid De mogelijkheid bieden tot ontwikkelen van persoonlijke competenties De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competentie De mogelijkheid geven om normen en waarden eigen te maken.
Pedagogische praktijk Uitvoering pedagogisch beleidsplan De beroepskrachten bespreken hun handelen op vaste momenten met het team en de leidinggevende. De inhoud van het pedagogisch werkplan is regelmatig onderwerp op een teamoverleg en is opgenomen in de jaarplanning de beroepskrachten geven aan dat zij tevens mede invulling kunnen geven aan het beleidsplan /werkplan. Observatie praktijk Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het ‘Veldinstrument observatie kindercentrum’ (opgesteld door GGD GHOR Nederland, versie december 2014). Onderstaande beschrijvingen, die cursief zijn weergegeven, zijn aan dit instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Ter illustratie van het oordeel worden door de toezichthouder minimaal twee van deze basisdoelen toegelicht met een voorbeeld. Op de dag van de inspectie gaan de kinderen vanuit school samen met een beroepskracht naar de BSO locatie aan de Van Meeuwenstraat voor een gezamelijke dansactiviteit. Na deze activiteit gaan de kinderen samen met de beroepskracht terug naar de BSO aan de Bredestraat. De observatie van de pedagogische praktijk heeft plaatsgevonden bij zowel de locatie aan de Van Meeuwenstraat als bij de locatie aan de Bredestraat. Het bieden van emotionele veiligheid Respectvol contact De beroepskracht heeft gesprekjes met de kinderen waarbij beiden bijdragen aan de voortgang en inhoud van het gesprek (dialoog). Zij sluit meestal op passende wijze aan op de situatie en/of de vraag van een kind. Er is verbaal en non-verbaal contact. Nadat de beroepskracht met de kinderen op de locatie aan de Bredestraat is gaat ze met de kinderen aan tafel zitten voor drinken en een koekje. Aan tafel vinden er gesprekjes plaats tussen de kinderen en de beroepskracht. Er wordt gesproken over de kerstviering op school. De beroepskracht vraagt aan de kinderen:" Jullie mogen toch iets lekkers maken voor op school? Hoe gaat dat dan?" De kinderen beginnen zichtbaar enthousiast te vertellen over wat ze allemaal gaan maken voor de kerstviering op school. 4 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 15-12-2015 Zoete Lieve Gerritje Beheer B.V. te ROSMALEN
Welbevinden Het welbevinden van de kinderen is goed. De meeste kinderen genieten van de dingen die gebeuren en die zijzelf kunnen; ze tonen blijdschap, plezier en trots. Ze zijn met interesse bezig, alleen of met anderen/vriendjes. De mogelijkheid bieden tot ontwikkelen van persoonlijke competenties Wederzijdse interactie De communicatie tussen de beroepskracht en de kinderen is vriendelijk en warm te noemen, men is op de hoogte van de bijzonderheden van de kinderen en vraagt hierop door. Er zijn gesprekken te horen waarbij de kinderen worden uitgenodigd om te vertellen. Responsief De beroepskracht herkend de signalen van individuele kinderen, kan deze correct interpreteren en sluit hier tijdig en op een gepaste manier op aan. Het kind voelt zich gezien en begrepen. Een kind zegt tegen de beroepskracht dat de veters van zijn schoen in de knoop zitten. De beroepskracht reageert:" X, Probeer je eerst zelf even of je de veters uit de knoop kan krijgen, als het niet lukt dan help ik je wel." Het lukt x vervolgens zelf om zijn veters uit te knoop te krijgen en hij strikt daarna zijn schoenen zelf. De mogelijkheid bieden tot ontwikkelen van sociale competenties Positieve sfeer De beroepskracht zet zich in voor een positieve sfeer door zorg voor de inrichting en aankleding van ruimte en activiteiten. Zij maakt grapjes, is behulpzaam en heeft aandacht en zorg voor alle kinderen. Kinderen worden aangesproken op hun medeverantwoordelijkheid voor een positieve sfeer en omgang met elkaar. Aanmoedigen onderling contact De beroepskracht moedigt interactie tussen kinderen aan. De kinderen worden herhaaldelijk bij naam genoemd, zodat de kinderen elkaar bij naam leren kennen. Deel van de groep Successen worden gedeeld: Er vindt een activiteit plaats waarbij de kinderen een dans krijgen aangeleerd. Als de activiteit ten einde is, zegt de beroepskracht: "applaus voor jezelf!" Alle kinderen klappen mee. De overdracht van normen en waarden Voorbeeldfunctie De beroepskracht geeft zelf het goede voorbeeld van sociale vaardigheden in de omgang met de kinderen. Ze praat op vriendelijke toon, zegt 'alsjeblieft' en 'dank je wel', helpt de kinderen indien nodig. Sociale oefenplaats De beroepskracht spreekt kinderen aan op hun omgang met elkaar en de beroepskracht, bij het aangaan en uitvoeren van activiteiten. Kinderen worden aangezet tot sociaal gedrag (bv elkaar helpen, op je beurt wachten, anderen laten uitpraten). Gebruikte bronnen: Interview anderen (Beroepskrachten) Observaties Pedagogisch werkplan
5 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 15-12-2015 Zoete Lieve Gerritje Beheer B.V. te ROSMALEN
Personeel en groepen Binnen dit domein zijn de medewerkers gecontroleerd op een geldige verklaring omtrent het gedrag en een passende beroepskwalificatie voor het werken in de kinderopvang. De beroepskracht-kindratio zijn gecontroleerd door middel van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt. Verklaring omtrent het gedrag Alle tijdens de inspectie aanwezige beroepskrachten beschikken over een recente VOG en zijn opgenomen in de continue screening. Passende beroepskwalificatie Alle tijdens de inspectie aanwezige beroepskrachten beschikken over een passend diploma conform cao kinderopvang. Opvang in groepen Er is één basisgroep met maximaal 15 kindplaatsen voor kinderen van 4-12 jaar oud. Beroepskracht-kindratio Tijdens de inspectie is er 1 beroepskracht aanwezig met 5 kinderen. De beroepskracht haalt de kinderen uit school en gaat met de kinderen naar de BSO locatie aan de van Meeuwenstraat om hier samen met de kinderen van deze locatie een dansactiviteit te doen. Na deze activiteit gaat de beroepskracht met de kinderen terug naar de BSO aan de Bredestraat. Uit het personeelsrooster en de presentielijsten van de weken 50 en 51 blijkt dat er voldoende beroepskrachten worden ingezet voor de op te vangen kinderen. Opgemerkt hierbij wordt dat dat er tijdens de inspectie een kind aanwezig is dat niet op de presentielijst staat. Het is van belang dat alle aanwezige kinderen in kaart gebracht zijn middels de presentielijst (bv. i.v.m. calamiteiten). Gebruikte bronnen: Interview anderen (Beroepskrachten) Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Plaatsingslijsten (week 50 en 51) Presentielijsten (week 50 en 51) Personeelsrooster (week 50 en 51) Pedagogisch werkplan
6 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 15-12-2015 Zoete Lieve Gerritje Beheer B.V. te ROSMALEN
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
7 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 15-12-2015 Zoete Lieve Gerritje Beheer B.V. te ROSMALEN
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
8 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 15-12-2015 Zoete Lieve Gerritje Beheer B.V. te ROSMALEN
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen
: Zoete Lieve Gerritje Beheer B.V. : http://www.zoetlievegerritje.net : 10
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer Aansluiting geschillencommissie
: : : : :
Zoete Lieve Gerritje Beheer B.V. Bredestraat 19 5242CD ROSMALEN 53904818 Nee
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Hart voor Brabant Postbus 3024 5003DA Tilburg 088-3686845 M. de Kort
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: 's-Hertogenbosch : Postbus 12345 : 5200GZ S HERTOGENBOSCH
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : :
15-12-2015 07-01-2016 Niet van toepassing 18-01-2016 18-01-2016 18-01-2016
: 08-02-2016
9 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 15-12-2015 Zoete Lieve Gerritje Beheer B.V. te ROSMALEN
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
10 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 15-12-2015 Zoete Lieve Gerritje Beheer B.V. te ROSMALEN