PEDAGOGISCH WERKPLAN BSO TANTE TIL Inleiding Voor u ligt het pedagogische werkplan van BSO Tante Til. Het werkplan vloeit voort uit het pedagogisch beleidsplan van Smallsteps. In dit werkplan wordt beschreven hoe ons centrum inhoud geeft aan de pedagogische basisdoelen die omschreven staan in de Wet Kinderopvang en het centrale pedagogisch beleid. Kindercentrum Tante Til biedt opvang voor kinderen van 0-13 jaar. Tante Til is een klein centrum , met een huiselijke en knusse sfeer, en een vast team , zodat er een veilig, plezierig en positieve omgeving geboden wordt .
Beschrijving van de vestiging en randvoorwaarden Bij Kindercentrum Tante Til worden de kinderen opgevangen in basisgroepen met vaste pedagogisch medewerkers. De groepen: Gele zonnetjes: 0-4 jaar. Maximaal 16 kinderen Oranje pluto: 0-4 jaar. Maximaal 1 4 kinderen Rode lieveheersbeestjes 4-7 jaar. Maximaal 19 kinderen Groene krekeltjes 4-7 jaar. Maximaal 10 kinderen Blauwe libellen 7+ groep. Maximaal 10 kinderen In bepaalde situaties kan er afgeweken worden van deze groepen, waarbij de emotionele- en fysieke veiligheid enerzijds en uitdaging anderzijds worden gewaarborgd. Dit is bijvoorbeeld het geval bij:
Ontdekken op andere plekken (OOAP) Op bepaalde momenten en op sommige dagen bieden wij de kinderen de gelegenheid om in andere groepsruimtes of in de hal, met kinderen uit andere groepen aan activiteiten deel te nemen. Een voordeel van deze manier van werken is o.a. dat de kinderen vertrouwd raken met alle kinderen, pedagogisch medewerkers en ruimtes. Daarbij hebben kinderen die ouder worden, naast veiligheid en geborgenheid behoefte aan een grotere leefomgeving
Samenvoegen van groepen Aan het eind van de dag, op rustige dagen en tijdens vakantieperiodes zijn er regelmatig minder kinderen aanwezig. In deze periode bestaat de mogelijkheid dat de groepen worden samengevoegd. Dankzij het werken met OOAP kennen de kinderen alle pedagogisch medewerkers en andersom, waardoor o.a. de emotionele veiligheid gewaarborgd wordt. Ook is het goed voor de sociale competenties van de kinderen om samen te voegen tijdens zulke momenten, omdat ze anders met bijvoorbeeld drie kinderen op de eigen groep zitten met één pedagogisch medewerker, en na samenvoegen met meerdere kinderen en twee pedagogisch medewerkers. Het vier-ogen principe wordt hierdoor ook toegepast. Ouders worden op de hoogte gebracht van samenvoeging middels de nieuwsbrief of via het bord.
Achterwacht De kans is nihil dat er een pedagogisch medewerker alleen in het pand is, toch heeft Tante Til uit voorzorg een achterwacht geregeld. Deze staat aangegeven op het basisrooster. De toewijzing van aantallen pedagogisch medewerkers aan de stamgroepen,(PKR) Deze vindt plaats volgens de verhoudingen zoals die voortkomen uit de Regeling Kwaliteit Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en zoals die beschreven staan in het pedagogisch beleid.
Ruilen en incidenteel en structureel afnemen van extra dagen. Als de PKR van de stamgroep het toelaat kan er geruild, of extra afgenomen worden. Deze dagen kunnen aangevraagd worden bij de pedagogisch medewerker van de groep, of bij de locatiemanager. Betreft het een extra dag, ondertekend de ouder een formulier extra opvang en deze wordt achteraf gefactureerd. Wenbeleid en afscheid van een kind. Wennen nieuw kind Als er een nieuw kind geplaatst is, wordt een maand van te voren gebeld naar de ouder(s) door de pedagogisch medewerker van de groep waar het kind geplaatst is. Er wordt een afspraak gemaakt voor een intakegesprek met kind/ouder en pedagogisch medewerker. Zo kunnen deze aan elkaar “wennen”. De intake neemt ongeveer een ½ uur in beslag. Indien gewenst gaat de ouder l voor een uurtje weg, zodat het kind kan wennen. N.a.v. deze 1e afspraak worden er vervolg wenafspraken gemaakt. Er wordt hierbij rekening gehouden met het kind, de ouder en de PKR. Afscheid van een kind dat de BSO verlaat. Kinderen die de BSO verlaten krijgen een afscheidsfeestje. Ze krijgen een tasje met spulletjes mee. (knutselwerkjes, observaties, presentje ) Wennen Als een kind, van een andere basisgroep of voor het eerst op de BSO in een nieuwe basisgroep komt zal er extra tijd en aandacht besteed worden om hem/haar zich “thuis” te laten voelen. Wij stellen ons aan elkaar voor, nemen de regels en afspraken gezamenlijk nog eens door en maken tijd voor vragen en ideeën. Voor de kinderen die extra tijd nodig hebben om te wennen of intensiever begeleid moeten worden tijdens het wennen maken wij afspraken met de ouders. Ophalen door derden. Kinderen worden niet door derden meegegeven zonder toestemming van de ouders. Als er een derde aanwezig is in het centrum om een kind op te halen zonder medeweten van de pedagogisch medewerker, worden de ouders altijd gebeld om te kijken of het klopt. Als ouders niet bereikbaar zijn, wordt het kind niet meegegeven. Afmelden van kinderen. Als kinderen niet komen, wil de groep hiervan op de hoogte gesteld worden. Er kan telefonisch afgemeld worden op de dag zelf, of mondeling zodra bekend is dat een kind niet komt.
Pedagogisch handelen Emotionele veiligheid BSO Tante Til biedt opvang van 4-13 jaar. Op de basisgroep staan vaste pedagogisch medewerkers, want we willen dat de kinderen zich prettig en vertrouwd voelen met de leiding. De basisgroep heeft structuur op een dag, zodat er herkenbare momenten terugkomen voor de kinderen, en ze weten waar ze aan toe zijn. Voorbeelden hiervan zijn de vaste rituelen rondom het ophalen van de kinderen en de eetmomenten. Elk kind is een individu, en daarom wordt er ingespeeld op de behoeftes en juiste benadering voor ieder kind afzonderlijk. We communiceren met de kinderen. We gaan respectvol met de kinderen om, door de kinderen in hun waarde te laten. We zeggen wat we doen, en benoemen wat we zien. We communiceren met de kinderen.( ) De ruimte is verdeeld in plekken voor druk en rustig spel. Zo is er o.a. een plek om te bouwen, een ruimte waar geknutseld kan worden, een hoekje waar je lekker kunt lezen en een eigen buitenruimte. De binnenruimte is omringd door twee lage muren, zodat de kinderen een eigen, veilig plekje kunnen vinden om te spelen/relaxen. Persoonlijke competenties, vaardigheden en zelfvertrouwen Spelen is ontwikkelen, plezier beleven. Dit spel wordt gestimuleerd door variatie te bieden en de nieuwsgierigheid van de kinderen te prikkelen. De variatie bieden we aan door bijvoorbeeld te wisselen van het speelgoedaanbod, het werken met thema’s en het gebruikmaken van de hal om te bewegen. Buiten spelen vinden we erg belangrijk, en als het weer het toelaat zijn we dan ook buiten. Het is belangrijk dat de kinderen beweging en frisse lucht krijgen. De kinderen kunnen hier vrij spelen. We maken veel gebruik van het schoolplein van de Wilgen. Kinderparticipatie vinden we ook belangrijk. Zo gaan we met de kinderen in gesprek over welk speelgoed ze leuk vinden, en welke dingen ze nog missen. ( )De wensen van de kinderen nemen we waar mogelijk mee, zodat ze zich gehoord voelen en wij zo goed mogelijk aan kunnen sluiten bij hun behoeftes. Een voorbeeld hiervan is de aanschaf van twee playmobilhuizen. Het team laat de kinderen zoveel mogelijk zelf doen, om de zelfredzaamheid, zelfstandigheid en zelfvertrouwen te stimuleren.(Zelf spullen uit school meenemen, helpen met opruimen en elkaar helpen.)( ) De kinderen van 7 jaar en ouder mogen met een klein groepje alleen in een lokaal een rustige activiteit doen. De pedagogisch medewerkers zijn dan wel aanwezig in het gebouw en komen om het kwartier kijken hoe het gaat. We doen dit om de zelfstandigheid van de oudere kinderen te vergroten en hen op deze manier leeftijdsgerichte (spel)activiteiten aan te bieden.
Sociale competenties, omgaan met anderen De gehele dag spelen zich groepsprocessen af. Het team hecht grote waarde aan de sociale contacten/ interactie tussen de kinderen onderling. Dit stimuleren we door de kinderen elkaar te laten helpen, maar ook door conflicten zelf op te laten lossen, en door activiteiten en speelgoed aan te bieden waar meerdere kinderen tegelijk aan deelnemen. Voorbeelden hiervan zijn samen een spelletje te laten doen, of samen te laten spelen met bijvoorbeeld de lego, of het prinsessenhuis. ( ) De kinderen hoeven niet altijd samen te spelen, apart spelen mag uiteraard ook. Door de (mid)dagindeling maken alle kinderen deel uit van het groepsgebeuren. Zo wordt er bijvoorbeeld tijdens het eetmoment aan de vaste tafel gezeten en wordt er door de kinderen uitgewisseld hoe de dag was. Normen en waarden Kinderen met verschillende gewoontes en/of cultuur zijn welkom bij BSO Tante Til. We leren de kinderen dat er verschillen zijn. Elk kind is uniek! Op Tante Til is de voertaal Nederlands. Er zijn groepsregels die de pedagogisch medewerkers uitdragen in de groep, aangepast aan de leeftijd van de kinderen. Bijvoorbeeld het naar elkaar luisteren, elkaar uit laten praten, binnen gaan we lopen en buiten gaan we rennen. De groepsregels zijn benoemd in de huisregels. ( )Ook wordt dit besproken op de groep.( ) Als kinderen ruzie hebben met elkaar, willen wij dat ze dit zelf oplossen. Pas als de kinderen er zelf niet uitkomen, zal een pedagogisch medewerker ingrijpen en de kinderen helpen met het oplossen. Zoals hierboven toegelicht, beschikken de vaste pedagogisch medewerkers over zes pedagogische interactievaardigheden in de omgang met kinderen:
Samen met ouders Kindercentrum Tante Til hecht veel waarde aan de contacten met ouders. Tijdens deze contacten staat het kind centraal. We vinden het belangrijk dat zowel de ouders als de pedagogisch medewerkers goed op de hoogte zijn van het kind. Het is belangrijk dat de ouder-pedagogisch medewerker band goed is, om de opvang van het kind zo fijn mogelijk te laten verlopen. Dit doen we door van beide kanten respectvol met elkaar om te gaan. En bij vragen/opmerkingen de gelegenheid te bieden om samen te komen om te overleggen. Er vindt tijdens de haalmomenten mondelinge overdracht plaats tussen de ouders en de pedagogisch medewerkers. Er vinden één keer per jaar 10 minuten-gesprekken plaats, en een aantal keer per jaar komt er een nieuwsbrief uit. BSO Tante Til vindt ouderbetrokkenheid en inspraak belangrijk. Er is een oudercommissie (OC Tante Til) die een aantal keer per jaar samenkomt en o.a. advies uitbrengt over verschillende zaken omtrent de organisatie en de BSO. Zo worden ook de verschillende protocollen voorgelegd, als deze aangepast gaan worden. De protocollen zijn inzichtelijk voor alle ouders op het kindercentrum.
Middelen (Mid)dagindeling Tante Til werkt met een vaste (mid)dagindeling.
14.30-15.30 15.30-16.00 16.00-18.30
(Mid)dagindeling Kinderen worden lopend uit school gehaald door de pedagogisch medewerkers Gezamenlijk aan tafel wordt fruit o.i.d. gegeten en sap gedronken Vrij spel, binnen/buiten spelen, gezamenlijke spelactiviteit, OOAP en de kinderen worden opgehaald.
Tijdens de vakanties zijn de kinderen welkom van 7.30uur t/m 18.30 uur. De BSO verzorgt in de ochtend een cracker o.i.d. met sap en tussen de middag een broodmaaltijd en melk. Net als tijdens schoolweken is er in de middag fruit en sap.
De dagindeling is afhankelijk van de activiteitenplanning. Deze wordt door de locatiemanager van te voren naar de ouders gemaild.
Eten en drinken Bij het eten en drinken dat we aanbieden op onze locatie hanteren we de ‘richtlijn Voeding en beweging’ als uitgangspunt. Wij willen kinderen gezonde, gevarieerde en verantwoorde voeding en de mogelijkheid tot het krijgen van voldoende beweging bieden. Onze adviezen met betrekking tot voeding zijn gebaseerd op de richtlijnen van het Voedingscentrum. Belangrijke punten hierbij zijn: Wij hanteren vaste eet- en drinkmomenten in het dagritme. Een herkenbaar ritme levert de kinderen rust op. We eten samen aan tafel, nemen de tijd en zorgen voor een fijne sfeer, maar we tafelen niet te lang. Onze pedagogisch medewerkers geven het goede voorbeeld aan tafel. Zij eten samen met de kinderen en begeleiden ze bij de maaltijd. Onze pedagogisch medewerkers bepalen wanneer het kind eet, het kind bepaalt uit een gezond voedingsaanbod wat het eet en hoeveel (binnen de maximale aanbevolen hoeveelheden van het Voedingscentrum) het daarvan eet. Wij dringen geen eten op. Tijdens het eten en drinken stimuleren wij zelfstandigheid, het maken van keuzes (uit 2 tot 3 opties) en het ontdekken van smaken en substanties. Wij dwingen kinderen nergens toe, wij dagen uit en enthousiasmeren. Een aantal voorbeelden hoe we dit tijdens eeten drinkmomenten toepassen: o het zelf vasthouden van lepel of vork (stimuleert o.a. de fijne motoriek) o het drinken uit een tuitbeker en zo vroeg mogelijk uit een gewone beker (stimuleert o.a. de mondmotoriek) o het zelf smeren, snijden van brood en inschenken van drinken (stimuleert o.a. de fijne motoriek) o het aangeven en elkaar helpen (stimuleert o.a. de sociaal-emotionele ontwikkeling) o het dekken en afruimen van de tafel (‘zelf doen’ geeft kinderen zelfvertrouwen) Wij bieden zo min mogelijk zoete dranken zoals limonadesiroop of diksap aan. Deze bevatten veel calorieën en suikers en dit vergroot de kans op overgewicht en tandbederf. Wij geven de kinderen water (met bijvoorbeeld een schijfje sinaasappel). Daarnaast bieden we lauwe (vruchten)thee zonder suiker aan en krijgen de kinderen halfvolle melk bij hun boterham Wij bieden geen (smeer)leverworst aan. In (smeer)leverworst zit namelijk veel vitamine A. Het kan schadelijk zijn als een kind structureel teveel vitamine A binnenkrijgt. Aangezien het kind thuis al (smeer)leverworst zou kunnen krijgen, bieden wij uit voorzorg geen (smeer)leverworst aan. Als alternatief kan vegetarische smeerworst gegeven worden. Wij vinden het belangrijk dat de eetbare traktaties zo gezond mogelijk zijn. We vragen ouders dan ook om traktaties zo klein mogelijk te houden en niet te calorierijk te maken (zie ook onze Smallsteps-richtlijn traktaties). Ouders kunnen daarnaast de richtlijnen trakteren van het Voedingscentrum raadplegen. Voor traktatie-ideeën adviseren wij het boek ‘Feest! 46 traktaties voor school of thuis’ van het Voedingscentrum en de website www.gezondtrakteren.nl.
Als kinderen een bepaald dieet volgen, houden wij ons hier uiteraard aan. Als het dieet erg afwijkend is van ons voedingspatroon en het daardoor niet door ons aangeschaft kan worden, vragen wij de ouder(s)/verzorger(s) de dieetvoeding zelf mee te geven. Beweging We vinden het belangrijk dat de kinderen op onze locatie voldoende bewegen. We gaan hierbij uit van onze richtlijn Voeding en beweging. Binnen zorgen we voor voldoende beweging door: -
Activiteiten als Twister Sportieve activiteiten/ actieve spelletjes in de hal in de vakanties
Daarnaast gaan we indien het weer het toelaat, minimaal een keer per dag naar buiten. We bieden de kinderen hier verschillende bewegingsactiviteiten aan zoals; -
Iedere dinsdag bieden we sport Regelmatig bieden wij een sportieve activiteit aan In de vakanties hebben wij een sportief programma
Huisregels Op de groepen: We luisteren naar elkaar. We laten elkaar uitpraten. We benoemen de omgangsvormen, zoals “dankjewel.” Tijdens het eten zitten we aan tafel. Binnen lopen we, en buiten rennen we. We respecteren elkaar. Als we ruzie hebben, proberen we dit zelf op te lossen. Voor de ouders: Om te voorkomen dat kinderen( van met name het KDV) zonder toezicht naar buiten lopen, is het belangrijk dat u de deuren altijd goed sluit. Als er in de thuissituatie veranderingen optreden die van invloed kunnen zijn op uw kind(eren) is het prettig dat de groepsleiding hiervan op de hoogte is, dit kunt u melden tijdens de mondelinge overdracht, of telefonisch. Als uw telefoonnummer en/of gegevens veranderen, wilt u dit dan doorgeven aan de groepsleiding tijdens de mondelinge overdracht of in het schriftje. Wilt u uw kind geen snoep meegeven. Wilt u geen eigen speelgoed meegeven. Speelgoed is vaak niet geschikt en/ of gevaarlijk voor de kinderen. Wilt u bijzonderheden betreffende de kinderen, zoals bijvoorbeeld ziekte, verwonding en allergie altijd direct melden bij de groepsleiding. Als u kind niet komt horen wij dit graag via een telefoontje. Medicijnen, worden alleen toegediend als het meegenomen is in de originele verpakking, thuis al een keer gegeven is en de houdsbaarheidsdatum goed is. Ook dient u het medicijnformulier van het kindercentrum volledig in te vullen en te ondertekenen. Wilt u er bij het halen op letten dat uw tas niet onbeheerd op kinderhoogte staat. Kinderen (van met name het KDV)kunnen hier dingen uit halen die gevaarlijk zijn. Binnen het centrum en op de speelterreinen mag niet worden gerookt. Het kan zijn dat een kind door een derde wordt opgehaald. U moet dit van te voren doorgeven. Als u dit vergeet geven wij het kind/de kinderen niet mee totdat we telefonisch contact hebben gehad. Bederfelijke voedingsmiddelen mogen wij alleen geven als ze niet langer dan 30 minuten buiten de koelkast geweest zijn. Houdt hier rekening mee. Inrichting binnen en buiten De pedagogisch medewerkers besteden graag aandacht aan de inrichting van de groepsruimtes en de buitenruimtes. Ze creëren een huiselijke sfeer waar de kinderen zich veilig voelen. Door middel van hoeken gebeurt dit. Afwisseling en uitdaging in deze hoeken staat centraal. Denk hierbij aan een poppenhoek, waar o.a.de fantasie van de kinderen tot leven komt, of een legohoek waar de fijne motoriek van de kinderen gestimuleerd wordt. De buitenplaats is ook in hoeken verdeeld. Zo heeft elke groep een eigen buitenruimte, afgestemd op leeftijd. De hal wordt in vlakken verdeeld door tafels met stoelen. Hier kunnen verschillende activiteiten op worden aangeboden. Tijdens de breng-haalmomenten worden de vlakken verdeeld als rustpunt voor de kinderen. Er is dan bijvoorbeeld een puzzeltafel, een tekentafel en een spelletjestafel. Tijdens de OOAP momenten kan er juist een parcours neergezet worden voor gym. Materialen aanbod Per groep is er verschillend materiaal aanbod. Zoals knutselspullen, en speelgoed. Per groep kunnen deze materialen uitgewisseld worden. Observatiemethode BSO Tante Til werkt met de methode Ontwikkeling en Welbevinden van het Kind. Deze bestaat uit formulieren voor ouders én pedagogisch medewerkers. Jaarlijks worden deze formulieren ingevuld en besproken tijdens de 10-minutengesprekken.
Kwaliteitszorg De werving, selectie en aanname van onze pedagogisch medewerkers voldoen aan de wettelijk gestelde eisen. Om de veiligheid van kinderen maar ook de kwaliteit van opvang te garanderen is het van belang dat pedagogisch medewerkers zo min mogelijk voorspelbaar lang met een kind alleen zijn. Om dit te voorkomen heeft de commissie Gunning de term vier-
ogenprincipe geïntroduceerd. Bij beschrijving van de vestiging en randvoorwaarden wordt hier al over gesproken onder het kopje samenvoegen. Onze locatie is transparant, en voegen samen bij openen en sluiten of dal-dagen. Er kan overal naar binnen worden gekeken, doordat er lage ramen in de deuren zitten. En er is altijd onverwachts aanloop van ouders en pedagogisch medewerkers. Er zijn ook stagiaires aanwezig die de pedagogisch medewerkers ondersteunen in hun dagelijkse werkzaamheden. Binnen Tante Til werken we met de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. Elke pedagogisch medewerker handelt volgens deze meldcode. De pedagogisch medewerkers zijn middels een (team)vergadering getraind om te werken met dit protocol. Tijdens de (team)vergadering wordt er aandacht besteedt aan de borging van dit protocol. De locatiemanager is aangesteld als aandachtsfunctionaris. De meldcode is terug te vinden in de protocollenmap. Zorgkinderen Sommige kinderen hebben extra zorg nodig. Het kan zijn dat bij de aanmelding of bij het intakegesprek met ouders naar voren komt dat er extra zorg voor het kind nodig is. Er wordt voor de plaatsing zorgvuldig gekeken naar de mogelijkheden op de locatie. We gaan met de ouders en eventuele andere (externe) betrokkenen in overleg om te kijken of de opvang op de locatie haalbaar is binnen onze mogelijkheden en aansluit bij wat het kind nodig heeft. We streven er naar om voor elk kind het juiste opvangklimaat te creëren en alle mogelijkheden te bieden om zich te kunnen ontwikkelen. Om ervoor te zorgen dat we continue aansluiten bij de behoefte van het kind stellen we een plan van aanpak op, waar we de opvang evalueren zodat we tijdig afspraken kunnen bijstellen. Wij werken samen met lokale opvoedinstanties en/of zorginstanties die we in samenspraak met ouders kunnen inschakelen om met ons mee te kijken. Tijdens de opvangperiode kunnen er zorgen ontstaan over het gedrag of de ontwikkeling van een kind. Deze zorgen worden door de pedagogisch medewerkers met ouders besproken zodat er samen gekeken kan worden wat nodig is voor het kind. Daarnaast bespreekt de pedagogisch medewerker de zorg rondom een kind altijd met de locatiemanager. Dit kan bijvoorbeeld tijdens een groepsoverleg of een individueel overleg. De locatiemanagers kunnen de business partner compliance raadplegen voor vragen en eventuele observaties. De pedagogisch medewerkers kunnen een kind met behulp van een observatieformulier observeren. Dit gaat altijd in samenspraak met ouders. Er zijn in de verschillende gemeenten diverse initiatieven die onder verschillende namen bekend staan zoals; Alert4you, Cardea, Yorneo, Okido, etc. Zij werken samen met de kinderopvang om te ondersteunen in de opvang van (zorg) kinderen. Zij kunnen de pedagogisch medewerkers ondersteunen in de omgang met het kind of ondersteunen in de begeleiding van een individueel kind. Daarbij is het ook van belang om de zorg van de ouders en de opvang met elkaar af te stemmen. Zo ontstaat voor het kind de juiste balans en kan hij gebruik (blijven) maken van de reguliere opvang. In de sociale kaart van de locatie staan alle externe instanties met wie wij kunnen samenwerken als wij vragen hebben over kinderen. Ook kunnen we ouders naar deze instanties verwijzen zodat zij daar hun vragen kunnen stellen en via deze instanties de nodige zorg kunnen ontvangen. We hebben een protocol zorgkinderen dat de pedagogisch medewerker helpt bij het proces rondom de zorg voor een kind. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van een pedagogische coach die ondersteuning biedt.