Pedagogisch werkplan BSO Kleine Prins
Inleiding Voor u ligt het pedagogisch werkplan van BSO Kleine Prins van KMN Kind & Co. Dit pedagogisch werkplan vormt samen met het Algemeen Pedagogisch Beleid één geheel en is bestemd als leidraad voor ons als medewerkers van BSO Kleine Prins. Tevens is dit pedagogisch werkplan bedoeld als informatie voor ouders, zodat zij weten hoe er bij ons op de BSO wordt gewerkt. Zoals u in onze brochure ‘Welkom bij KMN Kind en Co’ kunt lezen, ziet KMN Kind & Co zichzelf als pedagogisch partner. In het Algemeen Pedagogisch Beleid zijn de vier speerpunten uit de Mission Statement nader toegelicht, in dit pedagogisch werkplan werken wij de vier basisdoelen zoals ook vastgelegd in de Wet Kinderopvang & Kwaliteitseisen Peuterspeelzalen verder uit: Het bieden van (emotionele) veiligheid Gelegenheid tot het ontwikkelen van persoonlijke competenties Gelegenheid tot het ontwikkelen van sociale competenties Overdracht van waarden en normen KMN Kind & Co werkt volgens een kwaliteitszorgsysteem dat gebaseerd is op de PDCA cyclus. Dit houdt in dat wij kwaliteit zien als een continu proces. We werken aan de hand van afspraken die vastgelegd zijn in werkwijzen en procedures. Ons beleid en werkwijzen zijn opgenomen in het kwaliteitshandboek en ondersteunen de pedagogisch medewerkers bij het dagelijks handelen. Jaarlijks wordt middels interne audit onderzocht of onze werkwijzen en afspraken in de praktijk doeltreffend zijn, daarbij zijn we tevens alert op mogelijke verbeteringen. Onze locaties worden jaarlijks geïnspecteerd door de GGD. De uitkomsten van een inspectie worden besproken met de pedagogisch medewerkers en de oudercommissie van de locatie. Het inspectierapport is te vinden op onze eigen websitepagina. Het pedagogisch werkplan en wijzigingen in beleid worden jaarlijks besproken met de oudercommissie en minimaal 1 x per 2 jaar bijgesteld en ter advisering voorgelegd aan de oudercommissie. Mocht u toch nog informatie missen, dan kunt u hier altijd naar vragen bij de pedagogisch medewerker, senior of clustermanager. Ook is in de brochure ‘Welkom bij KMN Kind en Co’ veel algemene en aanvullende informatie terug te vinden.
Wij wensen u veel leesplezier. Team BSO Kleine Prins Datum: augustus 2016
Pedagogisch werkplan BSO Kleine Prins – augustus 2016
1
Inhoudsopgave Inleiding ....................................................................................................................................... 1 Inhoudsopgave ............................................................................................................................. 2 1. Algemene informatie .......................................................................................................... 3 1.1 Onze accommodatie, groepsruimten en basisgroepen ........................................................... 3 1.2 Onze buitenruimte .............................................................................................................. 3 1.3 Onze openingstijden ........................................................................................................... 3 1.4 Brengen en ophalen ........................................................................................................... 4 1.5 Het afnemen van een extra dag(deel) .................................................................................. 4 1.6 Onze (mid)dagindeling ........................................................................................................ 4 1.7 Eten en drinken .................................................................................................................. 5 1.8 Persoonlijke hygiëne ........................................................................................................... 6 1.9 Oudercontacten: eerste kennismaking, wennen, overdracht en ouderavonden ....................... 6 1.10 De oudercommissie ............................................................................................................. 6 1.11 Observeren en volgen ........................................................................................................ 7 1.12 Zorgkinderen ...................................................................................................................... 7 1.13 Pedagogische ondersteuning van medewerkers………………………………………………………………….8 1.14 Onze buitenschoolse opvang in de wijk; onze externe samenwerkingspartners. ...................... 8 2. Pedagogische uitgangspunten ............................................................................................. 9 2.1 Het bieden van (emotionele) veiligheid ................................................................................ 9 2.1.1 De pedagogisch medewerkers ............................................................................................. 9 2.1.2 De groepsruimte ............................................................................................................... 10 2.1.3 De buitenruimte ................................................................................................................ 10 2.2 Gelegenheid tot het ontwikkelen van persoonlijke competenties .......................................... 10 2.2.1 Spel & Speelgoed............................................................................................................. 10 2.2.2 Activiteiten ...................................................................................................................... 11 2.2.3 Zelfstandigheid bevorderen & kinderparticipatie .................................................................. 11 2.3 Gelegenheid tot het ontwikkelen van sociale competenties .................................................. 12 2.4 Overdracht van waarden en normen .................................................................................. 12 2.4.1 Gewenst en ongewenst gedrag .......................................................................................... 12 2.4.2 Omgaan met pestgedrag ................................................................................................... 13 2.4.3 Afspraken, regels en omgangsvormen ................................................................................ 13 2.4.4 Rituelen ........................................................................................................................... 13 3. Tot slot ............................................................................................................................. 14
Pedagogisch werkplan BSO Kleine Prins – augustus 2016
2
1. Algemene informatie Wij vinden het belangrijk dat de kinderen zich kunnen ontplooien in een warme, veilige en stimulerende omgeving. Wij gaan uit van de behoefte van het kind, ingepast in de groep. Daarbij kijken wij vooral naar de mogelijkheden van het kind. Dit betekent dat wij op een positieve en uitnodigende manier met kinderen omgaan. Wij bewaken de kwaliteit van onze opvang en proberen voortdurend deze kwaliteit te verbeteren. Dit doen wij door te werken volgens interne en externe kwaliteitseisen. Wij staan open voor op- en aanmerkingen van ouders. Wij kijken kritisch naar ons zelf en spreken elkaar aan op ons handelen. Onze deskundigheid vergroten wij door het bijwonen van professionaliseringsbijeenkomsten en door collegiale consultatie tijdens onze teambesprekingen. Maar bovenal vergroten wij onze deskundigheid door te blijven kijken naar ieder kind dat aan onze zorg is toevertrouwd. 1.1
Onze accommodatie, groepsruimten en basisgroepen
BSO Kleine Prins bevindt zich in de onderbouw van de Drie Koningen school. De BSO maakt gebruik van 2 kleuterlokalen, een BSO lokaal, een aula en een speelzaal. De ruimtes zijn knus en gezellig en ingericht met kleurrijke meubels. In de lokalen hebben we verschillende hoeken gecreëerd; zo hebben we een poppenhoek met verkleedkleren en een keukentje, een rustige hoek om mooie kapla kunstwerken te maken en een ‘woonkamer’, waar de kinderen kunnen lezen of spelletjes kunnen doen. Daarnaast hebben we tafels om aan te eten, te knutselen en te kleuren. Verder maken we gebruik van de speelzaal van ‘De Drie Koningen’ voor spelactiviteiten. Hier bieden we verschillende activiteiten zoals sporten, bewegingsspellen, dans en toneel. De groep bestaat uit maximaal 70 kinderen, welke ingedeeld zijn in 4 basisgroepen naar leeftijd . Er zijn 2 basisgroepen van 7 –, 1 basisgroep van 6 t/m 8 en 1 basisgroep van 7+. Kinderen kunnen tijdelijk in twee basisgroepen worden geplaatst. Bijvoorbeeld omdat er op een bepaalde dag nog geen plek is in de gewenste groep, of omdat er op bepaalde dagen groepen worden samengevoegd. Indien dit aan de orde is, geven ouders hiervoor toestemming op het toestemmingsformulier. Ook in vakanties kunnen er groepen worden samengevoegd. Ouders worden tijdig geïnformeerd over de samenvoeging van groepen, welke vaste pedagogisch medewerker aanwezig is en waar de kinderen worden opgevangen. 1.2
Onze buitenruimte
Het schoolplein van ‘De Drie Koningen’ bestaat uit één groot plein. Sommige BSO ruimtes sluiten aan op het plein. Er zijn twee klimtoestellen, een duikelrek en een wip op het schoolplein. Door de indeling van de buitenruimte is het schoolplein heel geschikt om leuke spelletjes te doen. Een aantal favorieten van de kinderen zijn verstoppertje, vliegenvanger-stop en buskruit. 1.3
Onze openingstijden
Wij zijn drie dagen per week, aansluitend op school, geopend tot 18.30 uur. Tijdens de algemeen erkende feestdagen zijn wij gesloten; zo ook eens in de vijf jaar op bevrijdingsdag. In de schoolvakanties zijn wij geopend op alle dagen vanaf 7.30 uur. Dan vragen wij de ouders hun kind tussen 7.30 en 9.00 uur te brengen. Vanaf 17.00 uur is er gelegenheid om de kinderen te komen halen.
Pedagogisch werkplan BSO Kleine Prins – augustus 2016
3
1.4
Brengen en ophalen
Mochten ouder(s) hun een kind een keertje later willen brengen (in een schoolvakantie) of eerder willen halen, dan is dat geen probleem. Wel vragen wij dit door te geven aan de pedagogisch medewerkers van desbetreffende groep. Als het kind door iemand anders dan door de ouder(s) wordt opgehaald, dan dienen ouders dat aan ons door te geven, anders geven wij het kind niet mee! Als kinderen zelfstandig naar huis mogen kunnen ouders samen met het kind daarvoor een zelfstandigheidscontract tekenen. 1.5
Het afnemen van een extra dag(deel)
Wanneer ouders incidenteel een extra dag(deel) willen afnemen, dan leggen zij dat voor aan een pedagogisch medewerker en/of clustermanager van de locatie. Deze bepaalt of het kan. Behalve dat zij hierbij rekening houdt met het aantal kinderen en pedagogisch medewerkers op de groep, bekijkt zij ook of het goed is voor het welzijn van het kind/de groep. Een toegekende extra- of ruildag(deel) wordt altijd schriftelijk vastgelegd; ook wanneer dit op een andere groep plaatsvindt. 1.6
Onze (mid)dagindeling
Een middag bij BSO Kleine Prins betekent na een dag intensief bezig te zijn geweest op school heerlijk ontspannen en spelen! Als de kinderen uit school zijn staan de pedagogisch medewerkers buiten op het schoolplein op ze te wachten om ze vervolgens mee te nemen naar de BSO. De kinderen van de bovenbouw komen zelfstandig te voet naar de BSO van Drie Koningen school aan de Boelenslaan. Daar aangekomen beginnen we met een tafelmoment. De kinderen krijgen crackers en limonade. Tijdens dit moment kunnen de kinderen hun verhaal vertellen. Na het eten is er een activiteitenprogramma met de knutsel- en/of spelactiviteiten. De kinderen kiezen zelf of ze hier aan deelnemen. Iedere dag is er binnen een knutselactiviteit, en buiten een spelactiviteit. Daarnaast gaan we zo vaak mogelijk naar de speelzaal om een leuke activiteit te doen. Ook kunnen de kinderen zelf spelletjes pakken, tekenen en bouwen. Veel mag en weinig moet! Om 17:00 uur gaan we aan tafel om fruit te eten. Rond deze tijd komen de eerste ouders hun kinderen halen en spelen de andere kinderen weer lekker verder. Kortom, op BSO Kleine Prins verveel je, je geen moment! Sommige kinderen hebben bij het ophalen tijd nodig voor de ‘overgang’ van BSO naar huis en kunnen wisselend reageren op de komst van de ouders: sommigen zijn heel enthousiast en anderen hebben helemaal geen zin om naar huis te gaan. Het ophalen kan daarom het beste volgens een vast ritueel verlopen en moet niet te lang duren. Wanneer u uw kind ophaalt, vertelt de pedagogisch medewerker het een en ander over de dag. Het kan ook zijn dat de activiteiten van de dag op een mededelingenbord staan beschreven. Een vakantie ziet er net wat anders uit. De kinderen zijn welkom vanaf 7:30 uur en kunnen blijven spelen tot en met 18:30 uur. Wij bieden een dagprogramma aan met verschillende knutsel- en sporten spelactiviteiten. Elke vakantieweek heeft een thema, bijvoorbeeld cowboys en indianen. We bieden in die week verscheidene activiteiten rondom het desbetreffende thema aan. In de vakantie maken we regelmatig uitstapjes naar bijvoorbeeld een bouwspeeltuin of doen wij een speurtocht in de buurt. Als we in de vakantie een uitstapje maken, worden de kinderen uiterlijk om 9:00 uur gebracht en mogen ze vanaf 17:00 uur weer opgehaald worden. Als wij een uitstapje willen maken, geven wij dit van te voren aan, zodat iedereen op de hoogte is van ons uitstapje. De uitstapjes zijn ook terug te vinden op het vakantieprogramma, dat voor de vakantie wordt opgehangen. Tijdens schoolvakanties en op studiedagen zijn aan het begin en einde van de dag minder kinderen aanwezig op de BSO, waardoor op die momenten niet alle pedagogisch medewerkers aanwezig hoeven te zijn. Wij houden hier rekening mee bij het inroosteren van personeel. Mocht er één pedagogisch medewerker aanwezig zijn met minder dan 10 kinderen dan is er een achterwacht voor Pedagogisch werkplan BSO Kleine Prins – augustus 2016
4
noodgevallen geregeld die binnen 15 minuten op de locatie kan zijn. Mocht er één pedagogisch medewerker aanwezig zijn met meer dan 10 kinderen dan is er altijd een andere volwassene in pand aanwezig voor noodgevallen. Deze situatie mag maximaal 3 uur per vakantie- of studiedag voorkomen voor 9.30 en na 16.30 uur en tussen de middag van 12.30 en 15.00 uur wanneer de pedagogische medewerker een half uur lunchpauze neemt. Op een gewone BSO dag is deze situatie toegestaan voor een half uur. 1.7
Eten en drinken
Na schooltijd gaan de kinderen eerst samen wat eten en drinken. Ook is er een dagelijks gevarieerd aanbod aan fruit. Op lange middagen en tijdens vakantie- en studiedagen verzorgt KMN Kind & Co een lunch. Bij de maaltijd wordt melk, karnemelk of thee gedronken. We verwachten van de kinderen dat zij zelf even hun handen wassen voor het eten. In de vakanties staat er soms wat extra’s op het menu, zoals een knakworstje, poffertjes of pannenkoeken. Kortom, een lekkernij. We bieden een standaard voedingspakket; dit pakket wordt periodiek getoetst aan de adviezen van het Voedingscentrum. KMN Kind & Co stelt zich tot doel om een positieve bijdrage te leveren aan een gezonde ontwikkeling én leefstijl van kinderen. Dit komt onder andere tot uiting in ons voedingsbeleid. Meer informatie vindt u op de website en “Mijn KMN Kind & Co”. In ons voedingsbeleid zijn ook richtlijnen voor traktaties opgenomen. Deze richtlijnen worden in overleg met de oudercommissie besproken en verder aangevuld. Vervolgens worden alle ouders over de richtlijnen geïnformeerd via de Nieuwsflits. De eigen verjaardag is voor een kind een belangrijke gebeurtenis waar we graag bij stil staan. Bij een verjaardag hoort vaak ook het uitdelen van een traktatie, dat mag, het hoeft niet. Mocht u een traktatie willen meegeven jullie aan kinderen dan vragen wij jullie om rekening te houden met het volgende beleid. Het traktatiebeleid van BSO Kleine Prins is; 1. Iets kleins, bij voorkeur iets gezonds 2. De gehele groep trakteren niet een deel van de groep 3. Rekening houden met allergieën en leeftijdsverschillen Zakjes chips, hele zakjes snoep of lolly's liever niet Eten en drinken zijn gezamenlijke bezigheden: in groepjes zitten de kinderen aan tafel en voor iedereen is er tijd en ruimte voor zijn verhaal. De kinderen ervaren zo dat samenzijn en samen dingen doen gezellig is. Het ene kind eet wat sneller dan het andere. Wanneer de meeste kinderen klaar zijn, mogen zij wat anders gaan doen; de rest eet rustig door. Soms kan het kind niet alle boterhammen op bij de lunch; dan is er ’s middags bij het drinken ook nog een mogelijkheid een boterham te nemen. Eten moet te allen tijde leuk zijn. Geen enkel kind wordt gedwongen tot eten. Lust een kind iets écht niet, dan zoeken we naar een alternatief. Dieet/allergie We houden zoveel mogelijk rekening met dieetwensen. Indien een kind allergisch is of een dieet volgt, dan vragen wij u de pedagogisch medewerker hiervan op de hoogte te brengen. KMN Kind & Co houdt zich het recht voor over te gaan tot het opstellen van een aanvullende plaatsingsovereenkomst. We overleggen met u of het nodig is dat u dieetproducten voor uw kind meegeeft. Alleen bij verwijzing door huisarts en/of consultatiebureau kunt u de gemaakte kosten voor dieetproducten die gebruikt worden tijdens de buitenschoolse opvang declareren bij de clustermanager (op grond van kassabonnen).
Pedagogisch werkplan BSO Kleine Prins – augustus 2016
5
1.8
Persoonlijke hygiëne
Wij leren de kinderen persoonlijke hygiëne, door hen na wc-gebruik en voor het aan tafel gaan, de handen met zeep te laten wassen. Wij geven hierin natuurlijk het juiste voorbeeld. 1.9
Oudercontacten: eerste kennismaking, wennen, overdracht en ouderavonden
Als een kind voor het eerst bij ons komt, nemen wij de tijd voor een kennismakingsgesprek met de ouders en het kind, zodat wij van hen zoveel mogelijk informatie krijgen. Bovendien kunnen wij dan ook vertellen hoe wij op onze BSO werken en informatie met elkaar uitwisselen waardoor een goede onderlinge afstemming ten behoeve van het kind mogelijk is. Vaak hebben de ouders en het kind dan al een rondleiding gehad door het gebouw, zodat zij zich al een voorstelling hebben kunnen maken van de BSO en hoe er gewerkt wordt. Daarna is er de gelegenheid om het kind te laten wennen. Het wennen vindt in de regel plaats als de plaatsingsovereenkomst is ingegaan. De wenafspraken worden tijdens het kennismakingsgesprek genoteerd op het formulier ‘Checklist kennismakingsgesprek’. In de praktijk wordt hier nagenoeg geen gebruik van gemaakt. Wij vinden een goede en regelmatige overdracht essentieel en nemen hiervoor de tijd. Ouders worden te woord gestaan bij het ophalen van de kind(eren). Vier maal per jaar verschijnt er een digitale nieuwsbrief voor de ouders/verzorgers met locatie specifieke informatie zoals het vakantieprogramma. Bij bijzonderheden krijgen de ouders een nieuwsflits. Mijn KMN Kind & co Als ouder bent u via Mijn KMN Kind & Co ‘live’ betrokken bij de belevenissen van uw kind op de BSO. Mijn KMN Kind & Co is een online afgesloten omgeving, waar o.a. nieuwsbrieven, facturen en jaaropgaven terug te vinden zijn. Maar er is meer. Pedagogisch medewerkers kunnen via Mijn KMN Kind & Co registraties bijhouden rondom activiteiten. Daarnaast kunnen er regelmatig foto’s geplaatst worden van uw kind. Van deze foto’s kunt u op ieder gewenst moment een fotoboekje uitprinten als herinnering voor later. Met Mijn KMN Kind & Co vindt u alles op één plek, dat is wel zo overzichtelijk! 1.10
De oudercommissie
De mening van de ouders is voor ons een vanzelfsprekende zaak. Wij willen graag hun mening en visie horen. Daartoe hebben wij een oudercommissie opgericht. Deze heeft ten minste drie keer per jaar overleg met de clustermanager. De oudercommissie heeft een adviserende functie met betrekking tot onderwerpen zoals voedingsaangelegenheden, het pedagogisch werkplan en de risico inventarisatie veiligheid en gezondheid. De taken en verantwoordelijkheden van de oudercommissie staan beschreven in het Reglement OC Kindercentrum KMN Kind & Co, dat u kunt vinden op onze website. Tevens organiseert de oudercommissie met eventuele ondersteuning van de clustermanager en of pedagogisch medewerkers elk jaar een avond voor de ouders en medewerkers waarin een thema behandeld wordt. De oudercommissie kan daarvoor een deskundige uitnodigen. Thema’s die de aan de orde kunnen komen: Kinder-EHBO Opvoedkundige zaken Activiteitenprogramma op de opvang Naast de oudercommissie van BSO Kleine Prins (
[email protected]) is er nog een overkoepelende centrale oudercommissie (COC). Deze vertegenwoordigt alle oudercommissies binnen KMN Kind & Co, die de COC hebben gemandateerd. Deze centrale oudercommissie adviseert over beleidsmatige onderwerpen en (gevraagd en ongevraagd) over voor ouders belangrijke onderwerpen (
[email protected]). 1.11 Observeren en volgen
Pedagogisch werkplan BSO Kleine Prins – augustus 2016
6
Kijken naar kinderen en de groep geeft iedere dag stof tot praten met collega’s en ouders. Om “het praten en kijken naar” gerichter te doen, maken wij gebruik van de observatiemethode ‘Werken aan Welbevinden’. Deze jaarlijkse observatie richt zich zowel op de individuele kinderen, als op de groep. Met behulp van observatielijsten beschrijft de pedagogisch medewerker het kind in zijn omgeving, het kind in relatie tot de volwassene en het kind in relatie tot andere kinderen. Zo kan het welzijn en de ontwikkeling van het individuele kind en de kinderen in de groep goed worden gevolgd. Kinderen vanaf 8 jaar vullen hun eigen lijst in. Ook ouders worden uitgenodigd om een beeld te schetsen van hun kind en zijn/haar ervaringen in de groep. De observatieverslagen worden bewaard in het kinddossier op de locatie. Aan de hand van de observaties, vinden één keer per jaar 10-minutengesprekken plaats met de ouders. Tijdens het 10-minuten gesprek kunnen ouders samen met de pedagogisch medewerker het welbevinden van het kind op de BSO bespreken. Hier worden de uitkomsten van de observaties van de pedagogisch medewerker en het formulier van de ouders besproken. Zij kunnen kijken of er overeenkomsten of juist verschillen zijn in hun bevindingen over het welbevinden van het kind. Hierdoor kunnen zowel de ouders als de pedagogisch medewerkers een beter beeld krijgen over het welbevinden van de kinderen op de BSO en zo nodig op inspelen. Indien er naar aanleiding van het jaarlijkse 10-minutengesprek bijzonderheden zijn of afspraken met ouders worden gemaakt, wordt dit genoteerd en toegevoegd aan het kinddossier. De uitkomsten van de kindobservaties worden onder leiding van de senior pedagogisch medewerker besproken in de kindbesprekingen. Deze kindbesprekingen vinden gemiddeld 1 maal per 6 weken plaats. 1.12
Zorgkinderen
Als wij ons zorgen maken over een kind, zullen wij dat zo snel mogelijk met de ouders bespreken en overleggen hoe hier (met elkaar) mee om te gaan. Als de zorg blijft voortbestaan of als pedagogisch medewerkers behoefte hebben aan pedagogische ondersteuning, kan een intern deskundige ingeschakeld worden. In overleg met de intern deskundige wordt de zorgvraag geconcretiseerd en de aanpak besproken met het team en de ouders. In geval er behoefte is aan een extra observatie van een kind, wordt hiervoor altijd eerst toestemming aan ouders gevraagd. Daarnaast kan de senior pedagogisch medewerker/clustermanager een van de medewerkers kwaliteit (pedagoog) raadplegen om gezamenlijk te overleggen wat mogelijke vervolgstappen zijn. Ook kunnen de medewerkers kwaliteit het team ondersteunen bij het concretiseren van de zorgvraag en bij het doorverwijzen naar de juiste externe instanties. Deze stappen, inclusief de communicatie met ouders hierover en de evaluatiemomenten, zijn vastgelegd in de procedure ‘Signaleren in de opvang’. Soms vraagt een kind meer specialistische begeleiding dan wij als organisatie kunnen bieden. In dat geval wordt er contact gelegd met (of verwijzen we ouders door naar) keten- en/of zorgpartners zoals het consultatiebureau, de huisarts, het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) of het buurt-/zorgteam. In geval van ernstige zorg over een kind, die niet door ouders erkend of herkend wordt, kunnen er na intern overleg, vervolgstappen worden gezet. Dit wordt terug gekoppeld aan de ouders. De zorg kan ook gemeld worden in de Verwijs Index Risicojongeren (VIR). Indien nodig, maakt KMN Kind & Co gebruik van de landelijke Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling.
Pedagogisch werkplan BSO Kleine Prins – augustus 2016
7
1.13
Pedagogische ondersteuning
Om de ontwikkeling van kinderen goed te kunnen volgen en zorg bijtijds te kunnen signaleren worden de pedagogisch medewerkers hierbij ondersteund middels: • Reguliere werkoverleg of extra overleg: - Kindbespreking: 1 x per 6 weken onder begeleiding van de senior pedagogisch medewerker. Het onderwerp zorgkinderen is een vast onderdeel van de kindbespreking. - Pedagogische ondersteuning door senior pedagogisch medewerker/clustermanager/intern deskundige met behulp van extra observaties en/of pedagogische aanbevelingen in een ingelast overleg. • Werkafspraken en procedures zoals: - Observaties tijdens de opvang - Signaleren in de opvang - Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling incl. signalenlijsten, sociale kaart en Verwijsindex • Het digitaal Kwaliteitshandboek: hierin zijn alle voor pedagogisch medewerkers belangrijke werkafspraken te raadplegen. • Deskundigheidsbevordering: - Werken aan Welbevinden - BSO in de plus 1.14
Onze buitenschoolse opvang in de wijk; onze externe samenwerkingspartners.
BSO Kleine Prins is gelegen in hetzelfde gebouw als de onderbouw van de Drie Koningen school, onze samenwerkingspartner. Met name tijdens vakanties bezoeken wij parken en speeltuinen in de wijk die op loopafstand zijn.
Pedagogisch werkplan BSO Kleine Prins – augustus 2016
8
2. Pedagogische uitgangspunten Binnen KMN Kind & Co werken wij vanuit de vier pedagogische basisdoelen zoals ook vastgelegd in de Wet Kinderopvang & Kwaliteitseisen Peuterspeelzalen: Het bieden van (emotionele) veiligheid Gelegenheid tot het ontwikkelen van persoonlijke competenties Gelegenheid tot het ontwikkelen van sociale competenties Overdracht van waarden en normen In de volgende paragrafen hebben wij uitgewerkt hoe wij in de praktijk vorm geven aan deze pedagogische basisdoelen. 2.1
Het bieden van (emotionele) veiligheid
Wij willen de kinderen in de gelegenheid stellen om zich bij ons te ontwikkelen en te ontspannen in een veilige omgeving. Daarom hechten wij veel belang aan het scheppen van een zowel fysiek als emotioneel veilige omgeving voor het kind. Wij sluiten aan bij datgene waar het kind mee bezig is, begeleiden het daarin en prikkelen het kind door het in nieuwe situaties te brengen. 2.1.1
De pedagogisch medewerkers
Om te bereiken dat een kind zich bij ons emotioneel zo veilig mogelijk voelt, vinden wij het belangrijk dat vertrouwde personen het kind begeleiden. Daarom werken wij zoveel mogelijk met vaste pedagogisch medewerkers en vaste invalkrachten. Al onze pedagogisch medewerkers, stagiaires en vrijwilligers zijn in het bezit van een geldige Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG). Wij hechten groot belang aan professioneel, deskundig opgeleid personeel. Om goede zorg te waarborgen krijgen de pedagogisch medewerkers regelmatig trainingen. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van zowel interne als externe deskundigen. Verder zijn wij elkaars coach. Regelmatig zijn er teambijeenkomsten. Ook wordt er 1x per jaar met iedere pedagogisch medewerker een functioneringsgesprek gehouden, waardoor wij onze kwaliteit en de deskundigheid bevorderen en vergroten. KMN Kind & Co is een erkend leerbedrijf. Daarom werken er bij ons soms leerling-pedagogisch medewerkers, de zogeheten BBL-ers. Zij worden begeleid door een praktijkbegeleider van KMN Kind & Co. Afhankelijk van het leerjaar en leerproces is het mogelijk dat een BBL-er binnen de formatie op de groep werkt. Wij hebben ook regelmatig een stagiaire op de groep. Deze werkt boventallig, tenzij hij/zij incidenteel binnen de formatie mag worden ingezet, conform de CAO-bepaling. De pedagogisch medewerkers spreken de kinderen aan vanuit een positieve houding. Bij ongewenst gedrag wordt het gedrag afgekeurd (en uitgelegd waarom) maar niet het kind. Van onze pedagogisch medewerkers verwachten wij dat zij: - open staan voor de kinderen en op de juiste manier ingaan op hun signalen en ontwikkeling; - persoonlijke betrokkenheid tonen en gericht positieve gevoelens naar de kinderen uiten - de kinderen de ruimte geven zich te ontwikkelen in een veilige context - respect hebben voor de kinderen en hun sociale en culturele achtergrond - de kinderen kunnen en zullen motiveren, stimuleren en instrueren - in staat zijn tot een open communicatie met ouders en collega’s
Pedagogisch werkplan BSO Kleine Prins – augustus 2016
9
2.1.2
De groepsruimte
Wij zorgen ervoor dat alles goed beveiligd is. Jaarlijks voeren wij een risico-inventarisatie uit. Ook registreren wij (kleine) ongevallen om tijdig te anticiperen op eventuele onveilige situaties. Wij houden minimaal 1x per jaar een ontruimingsoefening met als doel dat wij precies weten wat te doen wanneer er een calamiteit plaatsvindt. Wij zorgen voor veilige groepsruimtes, maar sluiten sommige risico’s bewust niet uit. Wij vinden het namelijk belangrijk om kinderen kennis te laten maken met voor hen ‘gevaarlijke’ situaties, zoals klimmen. Dit stimuleert hun gevoel van zelfredzaamheid en zelfvertrouwen en is goed voor hun ontwikkeling. 2.1.3
De buitenruimte
BSO Kleine Prins maakt gebruik van het schoolplein van de Drie Koningen school, dat aangrenzend aan het gebouw ligt. Om het schoolplein heen staat een hoog hek.Als er buiten gespeeld wordt kan het zijn dat er een deel van de groep binnen blijft. Bij het naar buiten gaan wordt er rekening gehouden met het leidster-kind-ratio voor zowel de groep die naar buiten gaan als voor de groep die binnen blijft. De kinderen met een afspraken zelfstandigheidsformulier, een zelfstandigheidscontract mogen in overleg met de pedagogisch medewerkers zelfstandig buiten spelen. De pedagogisch medewerkers checken dan geregeld hoe het buiten gaat. 2.2
Gelegenheid tot het ontwikkelen van persoonlijke competenties
Als wij spreken over persoonlijke competenties, bedoelen wij dat het kind zich ontwikkelt tot een persoon die in staat is om allerlei soorten problemen op te lossen en die zich goed kan aanpassen aan veranderende omstandigheden. Dit bereikt het door persoonlijkheidskenmerken als zelfvertrouwen, veerkracht, flexibiliteit, zelfstandigheid, creativiteit en weerbaarheid op te bouwen. Onze pedagogisch medewerkers begeleiden de kinderen hierin door ruimte te bieden aan de ontwikkeling van ieder kind, waarbij zij rekening houden met de eigenheid van ieder kind. Alle ontwikkelingsgebieden worden hierbij gestimuleerd zoals taal, grove en fijne motoriek, cognitie, creativiteit. 2.2.1
Spel & Speelgoed
Spelen is bij uitstek een manier om de wereld en jezelf te ontdekken. Het is een veel omvattend middel om verschillende aspecten van de persoonlijkheidskenmerken te stimuleren en te ontwikkelen. Denk aan het ontdekken van verschillende materialen, leren hoe speelgoed gebruikt moet worden, hoe je kunt delen, hoe je rekening met elkaar kunt houden, leren op elkaar te wachten. Kortom, spelen stelt het kind in staat te leren hoe materialen en speelgoed, de mensen en de wereld in elkaar steken. Maar niet te vergeten betekent spelen ook plezier maken, samen of alleen! Wij zorgen ervoor dat er afwisselend speelgoed op de groepen is. In het kader van de kinderparticipatie mogen kinderen mede bepalen welk speelgoed wordt aangeschaft. Wij hebben zoveel mogelijk open kasten en laten het kind zelf bepalen waarmee het wil spelen. Natuurlijk stimuleren wij een kind dat altijd hetzelfde kiest, om ook eens iets anders te gaan doen, maar wij dwingen niet. Ook stimuleren wij de kinderen om in iedere geval even buiten te gaan spelen. We maken geen onderscheid tussen jongens- of meisjesspeelgoed. Zo voetballen de meisjes ook en spelen de jongens met poppen. Wij zorgen voor uitdagend speelgoed. Dit betekent dat wij daarom op de ‘jongste’ groep ander speelgoed hebben dan op de ‘oudste’ groep. Het moet aansluiten bij de ontwikkelingsfase van het kind en op zijn behoefte om te onderzoeken, te ontspannen en te ontdekken. Spelen is leuk en daarom moet het niet te moeilijk zijn, maar ook niet te makkelijk. De kinderen krijgen bij ons de gelegenheid om zowel individueel als in groepsverband te spelen.
Pedagogisch werkplan BSO Kleine Prins – augustus 2016
10
Op deze locatie is er voor de kinderen een TV met dvd-speler en een spelcomputer etc. aanwezig. Hoe we hiermee omgaan, wordt besproken met kinderen en de oudercommissie. Omdat er genoeg materiaal aanwezig is, adviseren wij om geen speelgoed en dergelijke mee te geven. Spullen kunnen stukgaan of kwijtraken. KMN Kind & Co is niet aansprakelijk voor het zoekraken of kapot gaan van eigendommen van kinderen of ouders op de locatie. 2.2.2
Activiteiten
Iedere dag zijn er verschillende activiteiten te doen voor de kinderen; ze kunnen buiten een spel doen, binnen knutselen of een spel in de speelzaal doen. In het activiteitenaanbod wordt gezorgd dat er voor zowel de jongste als de oudste kinderen iets te doen is. Er is een open deuren beleid, dit houdt in dat de kinderen vrij zijn om te kiezen in welke ruimte ze spelen. Op het moment dat ze naar de speelzaal gaan wordt dit op een lijst genoteerd zodat voor iedereen inzichtelijk is waar de kinderen zijn. In het gevarieerde aanbod van activiteiten sluiten we zoveel mogelijk aan bij de behoefte van de kinderen. In de centrale ruimte hangt een groot vel papier waarop de kinderen kunnen aangeven wat ze graag willen doen, daarnaast is het vaak een onderwerp van gesprek. Anderzijds vinden we het ook belangrijk om de kinderen ideeën aan te bieden, en zorgen we altijd dat er een activiteit is voorbereid. Op het whiteboard hangen we aan het begin van de week een schema waarop staat welke activiteiten we die week doen. Ook voor de vakantie inventariseren we de wensen van de kinderen; wat voor activiteiten ze willen doen, waar ze met het uitstapje naar toe willen en wat ze graag willen eten. We sluiten ons programma hier zoveel mogelijk op aan, en twee weken van te voren hangen we het vakantieprogramma op, zodat het voor kinderen en ouders inzichtelijk is wat we in de vakantie gaan doen. Groepsactiviteiten zullen op locatie uitgevoerd worden met maximaal 20 kinderen per activiteit, zodat 2 pedagogisch medewerkers het overzicht kunnen behouden. Wanneer wij met meer dan 30 kinderen buiten de locatie een activiteit gaan doen, zullen wij ervoor zorgen dat de kinderen steeds in hun basisgroep terug komen tijdens verzamelmomenten en eet- en drinkmomenten. Activiteiten buiten de locatie zullen altijd vooraf worden aangekondigd, zodat ouders en kinderen goed op de hoogte zijn van wat er gaat gebeuren en wat er van de kinderen wordt verwacht. 2.2.3
Zelfstandigheid bevorderen & kinderparticipatie
Wij vinden het belangrijk om de zelfstandigheid van de kinderen te stimuleren, omdat kinderen hierdoor meer dingen zelf kunnen en daardoor meer zelfvertrouwen ontwikkelen. Op het moment dat een kind hulp nodig heeft, vragen we ze eerst om dit aan een ouder kind te vragen. Op die manier leren de kleintjes hulp vragen, en de groteren hulp geven. Ook merken we dat hierdoor het contact beter wordt tussen de verschillende leeftijdscategorieën. Op het moment dat er bijvoorbeeld conflicten zijn, bieden we eerst mogelijkheden voor het kind om te proberen het zelf op te lossen. Op deze wijze leert het kind om, passend bij leeftijd en capaciteiten, zelf met lastige situaties om te gaan. De kinderen van 7 jaar en ouder krijgen, als zowel ouders als pedagogisch medewerkers dit geschikt achten, een zelfstandigheidcontract. Dit houdt in dat ze zelfstandig, zonder juf, op het schoolplein mogen spelen. Hierbij gelden een aantal duidelijke regels, om de veiligheid van de kinderen te kunnen blijven waarborgen. De kinderen van de buitenschoolse opvang zijn al erg zelfstandig en praten mee over het aan te schaffen speelgoed en het programma.
Pedagogisch werkplan BSO Kleine Prins – augustus 2016
11
2.3
Gelegenheid tot het ontwikkelen van sociale competenties
De mens is een sociaal wezen. In de praktijk betekent dit dat een kind al vanaf de geboorte samen met anderen dingen doet, immers zonder de ander (lees: ouder/verzorger) zou het kind niet (kunnen) overleven. Bij het ontwikkelen van de sociale competenties gaat het om samenzijn en samen dingen doen. Kinderen leren veel van wat ze zien, zowel van andere kinderen als van ons. Wij hebben hierin een voorbeeldfunctie en ons sleutelwoord hierbij is ‘wederzijds respect’. Voorop staat bij ons dat het kind zich kan ontplooien. Wij stimuleren dan ook dat het initiatieven neemt waardoor het zelfvertrouwen kan groeien. Wij zorgen er hierbij voor dat het kind zichzelf en/of een ander geen schade berokkent. Naarmate een kind ouder wordt leert het steeds beter om rekening te houden met de ander. Dat betekent dat hij zich meer zal kunnen inleven in de ander. Anderen hebben ook gevoelens. Dus leren wij het kind om te wachten op elkaar, om geen speelgoed af te pakken, om te delen en samen te spelen. Soms leren wij het kind om juist wat meer voor zichzelf op te komen. Bij conflicten stimuleren wij dat de kinderen die zelf oplossen. Lukt dat niet of moeilijk, dan ondersteunen wij hen. De rol van de pedagogisch medewerkers verandert met het stijgen van de kinderleeftijd van zorgen voor, naar steeds meer begeleiden van de kinderen. 2.4
Overdracht van waarden en normen
Op de buitenschoolse opvang maken kinderen deel uit van een groep. Deze is vaak breder en meer divers dan een doorsnee gezin. Dit betekent dat het kind al vroeg kennis maakt met de verscheidene aspecten van de verschillende culturen in de Nederlandse samenleving. Wij vinden het belangrijk om op respectvolle wijze met elkaar om te gaan en dragen er zorg voor dat de kinderen elkaar (leren) respecteren. Wij zijn hun voorbeeld hierin. Dit uit zich onder andere in hoe wij dagelijks met elkaar en met de kinderen omgaan Zo zijn wij in de omgang met elkaar beleefd en noemen elkaar bij de naam. Wij leren het kind om op zijn beurt te wachten, andere kinderen niet te onderbreken, groepsregels na te leven. Maar ook in wat wij doen zijn wij hun voorbeeld, zoals niet op meubulair gaan staan, voorzichtig met de spullen en het speelgoed omgaan, etc. Kortom, wij leren het kind regels, zodat het kan functioneren in een groep en later in de maatschappij. Wij houden rekening met de eigenheid van ieder kind en met de eigenheid van de cultuur waarin het kind opgroeit. Dat betekent dat wij het kind benaderen als individu, maar ook vragen rekening te houden met de afspraken en regels binnen de buitenschoolse opvang. 2.4.1
Gewenst en ongewenst gedrag
Wij gaan ervan uit dat gedrag over het algemeen aangeleerd is en dat het dus ook weer afgeleerd kan worden. Wij proberen gewenst gedrag te bereiken door het te stimuleren, door daaraan aandacht te schenken en/of te prijzen. Vinden wij gedrag storend (ongewenst), dan wordt dit benoemd en proberen wij dit te voorkomen of om te buigen door grenzen te stellen, te corrigeren of te negeren. Het belonen en stimuleren van gewenst gedrag heeft meer effect dan het corrigeren van ongewenst gedrag en is daarom een belangrijk uitgangspunt in ons pedagogisch handelen. Soms ontkomen wij er echter niet om in te grijpen. Wij wijzen dan niet het kind af, maar wel het (ongewenste) gedrag. Wij corrigeren het kind dan door het uit de situatie te halen of door het even apart te nemen. Na enkele ogenblikken maken wij het weer goed en kan het kind weer verder spelen.
Pedagogisch werkplan BSO Kleine Prins – augustus 2016
12
2.4.2
Omgang met pestgedrag
Elk kind moet zich veilig voelen op de opvang. Daarom hebben wij afspraken over hoe wij met elkaar omgaan op de BSO (de huisregels) en wat we doen als we pestgedrag signaleren. Deze afspraken richten zich zowel op het bestrijden van een acuut pestprobleem als op het voorkómen van pesten. In geval van een acuut pestprobleem gaan we in gesprek met het gepeste kind en de pester(s) volgens een stappenplan. Ook gaan we in gesprek met de betrokken ouders en eventueel de school natuurlijk in samenspraak met ouders om samen tot een oplossing te komen. Daar zijn we met zijn allen verantwoordelijk voor. Meer informatie vindt u op onze website. 2.4.3
Afspraken, regels en omgangsvormen
In elke groep zijn regels nodig om het leefbaar te maken en te houden. Daarom hebben ook wij, samen met de kinderen regels opgesteld, zodat de kinderen op een goede, respectvolle manier met elkaar om (leren) gaan. Onze eigen huisregels kunt u vinden in de Risico Inventarsatie Veligheid en Gezondheid map op de BSO. De algemene voorwaarden van KMN Kind & Co, die natuurlijk ook voor onze buitenschoolse opvang gelden, staan beschreven in het boekje ‘Welkom bij KMN Kind en Co’. 2.4.4
Rituelen
Het meest terugkerende ritueel zijn de verjaardagen van de kinderen. Het is volkomen vrijblijvend of kinderen hun verjaardag willen vieren en trakteren op de BSO. Als een kind jarig is, zingen we met z’n allen 3 liedjes. Het kind mag bepalen of hij/zij die liedjes bedenkt, of een ander die mag noemen. Een steevaste afsluiter is het liedje ‘een-hondje-en-een-katje’ waarbij de kinderen het liedje heel zachtjes, heel hoog, heel langzaam en tot slot op hun aller hardst zingen voor de jarige. Jaarlijkse feesten als Sinterklaas, Kerst en Pasen vieren we op wat kleinere schaal. Vaak vieren de kinderen deze feesten uitbundig met familie en op school. We merken dat het prettig is voor de kinderen dat er wél aandacht aan wordt besteed, maar deze feesten niet op nóg een plek groots worden vormgegeven.
Pedagogisch werkplan BSO Kleine Prins – augustus 2016
13
3
Tot slot
Wij hopen dat u dit pedagogisch werkplan met plezier heeft gelezen en dat voor u duidelijk is hoe wij binnen BSO Kleine Prins werken. Mocht u toch nog vragen hebben, dan zullen onze pedagogisch medewerkers, de senior of de clustermanager hier graag antwoord op geven. Ook tips en adviezen horen wij graag. Dit pedagogisch werkplan zal regelmatig worden besproken binnen het team en minimaal eens in de twee jaar worden bijgesteld. Met vriendelijke groeten, Team BSO Kleine Prins
Pedagogisch werkplan BSO Kleine Prins – augustus 2016
14