PEDAGOGISCH PLAN Y Camps YMCA Nederland
Inhoudsopgave Inleiding ............................................................................................................................... 2 Algemene doelstelling ........................................................................................................ 3 Y Camps ............................................................................................................................... 4 Ontwikkeling ........................................................................................................................ 5 Ontwikkeling in ‘zingeving’................................................................................................. 6 Participatie ........................................................................................................................... 7 De aanpak ............................................................................................................................ 8 Van pedagogisch naar agogisch .......................................................................................11 Ervaringsleren ....................................................................................................................12 Samenvatting ......................................................................................................................14
1
Inleiding De YMCA in Nederland is opgericht op 23 oktober 1853 en is daarmee de oudste jongerenorganisatie van Nederland. YMCA is in 134 landen te vinden. Ruim 34 miljoen leden zijn actief in zomerkampen, sportverenigingen, jeugdclubs, vluchtelingenkampen, jeugdhotels, straathoekwerk en opvang van drugsverslaafden. YMCA Nederland bestaat onder andere uit YMCA Jeugdwerk en Y Camps. YMCA Jeugdwerk ondersteunt lokale clubs en Y Camps organiseert kampen en vakanties voor kinderen en jongeren. YMCA is de afkorting van Young Men’s Christian Association. Het is een wereldwijde organisatie waarbij iedereen welkom is, ongeacht afkomst, achtergrond of levensovertuiging. YMCA is een christelijke, internationale, oecumenische vrijwilligersorganisatie die staat voor activiteiten, programma’s, kwaliteit, maar vooral voor een eigen aanpak, voor en door jongeren. We bieden kinderen en jongeren tussen de 6 en 25 jaar een uitdagend programma. We dagen ze uit om grenzen te verkennen en te verleggen, om relaties aan te gaan, maar vooral om zelf aan de slag te gaan, om verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen leven en voor hun omgeving. Het pedagogisch plan wat nu voor u ligt zal zich vooral richten op Y Camps. Y Camps zijn zomerkampen, jeugdvakanties en jongerenreizen voor kwetsbare kinderen en jongeren van 6 t/m 19 jaar. Zij verzorgen kampen voor bijvoorbeeld kinderen met suikerziekte, AD(H)D, autisme of kinderen die gevlucht zijn uit een ander land. Bij deze vakanties gaat er 1 begeleider mee per 4/5 deelnemers, zodat er niet alleen tijd is voor gezamenlijke activiteiten, maar krijgt elk kind ook de aandacht wat het verdient en heeft iedereen een topvakantie.
2
Algemene doelstelling ‘’Je bent niet alleen voor jezelf op aarde’’. Dat zou je de grondhouding van Y Camps kunnen noemen. Zoals al eerder is gezegd is Y Camps een christelijke, oecumenische organisatie. Dit betekent dat we als organisatie handelen naar de normen en waarden van het christelijke geloof. Missie Y Camps biedt een plek aan jongeren waar zij zich thuis voelen en zich kunnen ontwikkelen. Door de gedreven inzet van medewerkers en vooral vrijwilligers bezorgen wij elke doelgroep een leuke tijd. Samen lachen, talenten ontdekken en leren samenwerken is de kerngedachte van onze organisatie. Op deze manier wil Y Camps een bijdrage leveren aan een samenwerking waarin ruimte en aandacht is voor iedereen. Iedereen is gelijk en heeft recht op veiligheid, waardering, acceptatie, ontwikkeling en kent zijn verantwoordelijkheid. Heb positieve aandacht voor zingeving, creativiteit en sta open voor feedback van elkaar. Visie Y Camps ziet het als onze taak om kinderen en jongeren bij elkaar te brengen en hen mogelijkheden te geven zich te ontwikkelen in body, mind en spirit. Doelstelling Vanuit de visie komt de rode driehoek (body, mind en spirit) naar voren. Hiermee doelen we op de doelstelling van de organisatie, namelijk het ontwikkelen van het verstand, het lichaam en de geest. Hierbij gaan we ervan uit dat ieder mens andere beweegredenen heeft en dus uniek is. Als je maar in beweging komt, als je maar aanpakt. Identiteit De identiteit van Y Camps komt naar voren in de volgende tien uitgangspunten: Samen zorgen we voor veiligheid, plezier en ontspanning. Samen zorgen we voor een (gelijk)waardige en respectvolle manier van omgaan met elkaar. Iedereen telt mee. Iedereen is gelijk. Er wordt gekeken naar (de inzet van) mogelijkheden. Het werk wordt (vooral) gedaan door de vrijwilligers die worden ondersteund door een beroepskracht. Iedereen krijgt de kans om dingen te leren en zichzelf verder te ontwikkelen. Iedereen heeft een lerende houding en staat open voor feedback. Iedereen is betrokken bij het organiseren van een betere wereld. Iedereen wil eigen verantwoordelijkheid ontdekken, anderen daarbij betrekken en samen deze verantwoordelijkheid oppakken. We staan open voor nieuwe mogelijkheden, samenwerking, grensverleggende en innovatieve ideeën van vrijwilligers of andere betrokkenen. Op een spontane en vrijblijvende wijze gaan aandacht voor zingeving, creativiteit, persoonlijke groei en zorg voor de wereld hand in hand.
3
Y Camps Y Camps organiseert kampen voor verschillende leeftijden en doelgroepen. De vrijwilligers spelen een grote rol bij YMCA. Vrijwel alle activiteiten voor de jeugd worden door hen bedacht en uitgevoerd. Y Kids Bij Y Kids komen er vooral kinderen die iets meer aandacht nodig hebben. Deze kinderen kunnen een licht verstandelijke of sociale beperking hebben, bijvoorbeeld ADHD of autisme. Ook kunnen de ouders minder te besteden hebben of hebben de kinderen geen leuke thuissituatie. Daarom is het van groot belang dat ze een weekje op vakantie kunnen. Vluchtelingenvakanties Deze kinderen hebben een tijdelijke of permanente verblijfsvergunning en wonen in een asielzoekerscentrum, een gezinsvervangend tehuis of met hun ouders in een gemeente. Het is de bedoeling om hen een fantastische week te bezorgen, zodat zij even niks aan hun hoofd hebben. Deze vakanties zijn er voor kinderen, jongeren en éénoudergezinnen. Éénoudervakanties Hier kunnen gezinnen waarin één ouder aanwezig is, lekker op vakantie gaan zonder de alledaagse zorgen. Een ouder kan met één kind komen, maar ook met meer. SugarKids De SugarKids kampen zijn georganiseerd voor kinderen met diabetes. Deze kampen hebben dezelfde opzet als de normale kampen. Het verschil met de andere kampen is dat bij SugarKids een medisch team aanwezig is met specialistische diabeteskennis. Zo is er meer controle over de fysieke gesteldheid van de kinderen. Y specials Binnen deze doelgroep vinden er pilots plaats en kampen die niet binnen één van de andere doelgroepen valt. Bij de Y Specials worden drie vakanties georganiseerd speciaal voor kinderen en jongeren met een handicap. Hiervoor zijn er drie vakanties: - Visueel beperkten van 20 t/m 35 jaar - Kinderen en jongeren van het speciaal onderwijs van 15 t/m 21 jaar - Meervoudig Complex Gehandicapten (MCG) De kinderen die met ons meegaan wonen nog bij hun ouders en hebben allemaal een vaste begeleider voor die week. De begeleider neemt de verzorging en activiteiten voor zijn/haar rekening. In 2015 is er een pilot voor kinderen gehouden waarvan de ouders in de schuldsanering zitten. Hun vriendjes en vriendinnetjes gaan op vakantie en zij moeten noodgedwongen thuisblijven. Voor deze kinderen wil Y Camps zich ook inzetten.
4
Ontwikkeling Naast het brede perspectief van de maatschappij staat het perspectief van de persoonlijke ontwikkeling. Kinderen en jongeren groeien op tot volwassenen en dienen dat te kunnen doen in een veilige omgeving waar zij de ruimte krijgen om te leren en te proberen. ‘’Kinderen ontwikkelen zich op alle fronten tegelijk’’ Kinderen ontwikkelen zich lichamelijk, cognitief en sociaal- emotioneel. Dit gebeurt niet los van elkaar, deze ontwikkelingen geschieden parallel en zijn met elkaar verbonden. ‘’… En dat doen ze grotendeels zelf. Een rode draad in het leren is dat de meeste kinderen nieuwsgierig zijn, graag willen leren, weten en kunnen. De meeste kinderen hebben intrinsieke motivatie om iets nieuws onder de knie te krijgen…’’ Zone van de naaste ontwikkeling Kinderen zijn de motor van hun eigen ontwikkeling. Anders gezegd: kinderen zijn zelf de grootste drijfkracht achter hun ontwikkeling. De taak van de volwassene is het aanmoedigen en bevorderen van dit proces door het stellen van de juiste vragen en het geven van de juiste instructies, zodat het kind een vaardigheid gaat beheersen die het zonder die hulp niet of pas later zou leren. De volwassene brengt het kind naar ‘de zone van de naaste ontwikkeling’ (een begrip geïntroduceerd door Lev Vygotski). Dit betekent het afstemmen van aanmoedigingen en aanwijzingen op wat een kind al kan, zodat hij/zij net iets meer kan doen. Het gaat hierbij om de juiste omgeving scheppen, interessante informatie aanreiken, vragen stellen die aanzetten tot nadenken, voorbeelden geven enz. Een aanbod dat past bij wat het kind aankan en interessant vindt. Het zijn niet altijd volwassenen die dit doen, juist in een groep is die zone van de naaste ontwikkeling vaak binnen handbereik omdat er leeftijdsgenoten zijn die net iets verder zijn op bepaalde terreinen. Mensen iets bijbrengen door hen naar de zone van naaste ontwikkeling te brengen is een onderdeel van ontwikkelingsgericht leren. We laten kinderen doen wat ze leuk vinden en dagen ze uit om net iets meer te leren dan ze nu al kunnen.
5
Ontwikkeling in ‘zingeving’ De identiteit van een persoon of organisatie is een ‘open systeem’ dat altijd in wisselwerking staat met zijn omgeving. De leden van een organisatie construeren een cultuur die, eenmaal tot stand gekomen, een relatief op zichzelf staand karakter krijgt. Nieuwe leden van de organisatie sluiten aan bij die cultuur en geven die soms op nieuwe wijze vorm. Na verloop van tijd kan de cultuur en dus de identiteit langzaam nieuwe accenten krijgen en dus veranderen. Cultuur en identiteit zorgen dus voor continuïteit en voor dynamiek. Dit geldt ook voor de identiteit van Y Camps. Y Camps is groot geworden in de christelijk sociale beweging en deze identiteit dragen wij nog steeds. Wij geloven dat ieder mens er toe doet en zo willen we bijdragen aan een samenleving met aandacht voor iedereen en waarin iedereen zich kan ontwikkelen: body, mind en spirit. Tegenwoordig is het niet meer vanzelfsprekend dat de kinderen en jongeren die als deelnemer of vrijwilliger bij Y Camps komen ook op andere plaatsen een zelfde levensvisie tegenkomen. Aandacht en zorg voor elkaar wordt niet overal als waarde erkend. Een gesprek over wat er echt toe doet wordt door vele mensen als overbodig gezien. Ook hier is dus aandacht vereist om de eigen identiteit levend te houden en deelnemers te laten beïnvloeden. Waardenbewust opgroeien Het waardenbewust opgroeien bestaat in de eerste jaren met name uit het nadoen van het voorbeeld van anderen (imiterend leren). Dit zijn met name ouders en andere volwassenen (docenten, familie, begeleiding, vrienden). Vanaf de pubertijd nemen de kinderen meer afstand van dat wat ze mee hebben gekregen en willen zelf uitproberen, ontdekken en doordenken. In onze activiteiten betekent dit onder andere: - Dat de begeleiding/staf altijd een voorbeeld is in woorden en in daden. De omgang met elkaar als stafleden, de onderlinge sfeer, vormt de basis van het voorbeeld dat aan de kinderen wordt gegeven. - In de opdrachten die we inzetten komen onze waarden geregeld nadrukkelijk terug. Samenwerken, aandacht voor elkaar kan in spellen worden ingezet. Goede omgang met de natuur blijkt uit hoe we omgaan met onze omgeving en wordt soms expliciet gemaakt in spellen/opdrachten. Acties om geld in te zamelen voor de (verre) naaste, laten kinderen het belang van omzien naar anderen inzien. - Goed gedrag wordt benoemd. Kinderen/jongeren worden op speelse wijze geprezen voor goed gedrag (van klein complimentje tot een ‘held van de dag’ t-shirt). - In de samenstelling van de groep laten we zien dat er ruimte is voor iedereen. Begrip voor verschillen wordt zo vanzelfsprekend. - Bij de oudere kinderen en jongeren wordt actief het gesprek op gezocht over de belangrijke vragen. Hoe willen we met elkaar omgaan? Wat maakt ons leven de moeite waard?
6
Participatie Y Camps zet zich in voor een samenleving waarin ruimte en aandacht is voor iedereen. En waar iedereen het leven als zinvol kan ervaren. Oftewel: Bij ons levert iedereen een bijdrage en participeert. Politici en beleidsmakers hebben participatie in de loop der jaren op verschillende manieren inhoud gegeven. Sinds het begin van de 21e eeuw wordt participatie ook gebruikt voor deelname aan de samenleving in brede zin. Van inwoners van ons land wordt actief burgerschap verlangt, wat zich vertaalt in participatie. Jongerenparticipatie heeft bij Y Camps, als jeugdwerkorganisatie, speciale aandacht. Het gaat er hierbij om dat jongeren inspraak hebben, ruimte krijgen, initiatief nemen en meedoen. Dit principe is sinds jaar en dag verweven met de structuur van de organisatie. Al vanaf een betrekkelijke jonge leeftijd worden kinderen ingeschakeld en word er verantwoordelijkheid gegeven. Eerst voor een goede sfeer en leuk met elkaar omgaan, maar op een iets oudere leeftijd ook voor het mede vormgeven van een programma. Vanaf 18 jaar kunnen jongeren als staflid medeverantwoordelijkheid nemen voor het organiseren en leiden van kampen voor kinderen. Meer ervaren vrijwilligers ontwerpen en geven trainingen aan nieuwe vrijwilligers. Onze activiteiten zijn dus voor, met en door jongeren. Alle vormen van participatie zijn van belang. Alle vormen zorgen er namelijk voor dat mensen tot hun recht komen en meetellen in de samenleving. Daarbij sluit de maatschappelijke participatie het meest aan bij de YMCA (Y Camps) als vereniging. Hierbij gaat het om deelname aan maatschappelijke verbanden zoals verenigingen, belangenorganisaties en andere sociale netwerken. Y Camps is zelf zo’n organisatie en netwerk, toch is het voornaamste doel niet dat alle deelnemers blijven participeren bij Y Camps. We willen ze het belang doen inzien van meedoen en oog hebben voor elkaar. We zijn volledig geslaagd in onze missie als mensen na verloop van tijd verantwoordelijkheid nemen en binnen of buiten Y Camps zich in zetten voor anderen.
7
De aanpak Y Camps wil jongeren bij elkaar brengen en de ruimte geven zich te ontwikkelen tot verantwoordelijke personen door voor hen de juiste omgeving te scheppen. Om dit goed te blijven doen zoeken we constant naar goede methodes. Soms nemen we ze over van anderen, soms ontwikkelen we ze zelf. In dit deel van het pedagogisch plan worden enkele centrale inzichten en methodes besproken die bij Y Camps ingezet worden om jongeren te helpen zich te ontwikkelen. Het gaat hierbij met name om het begeleiden van personen en groepen (hoe zorg je dat ze willen groeien?). En over omgaan met risico’s en ervaringsleer (hoe en wat leren ze?). Dit pedagogisch plan wil geen hand- of cursusboek zijn en bespreekt de theorieën dus beknopt. Via andere publicaties en cursussen kunnen de vrijwilligers ze leren hanteren. Leven in een groep: overleven of samenwerken? Wie met jongeren werkt, ontdekt al snel dat dit met de ene groep eenvoudiger gaat dan met de andere groep. De ene groep werkt samen, moedigt aan en wil vooruit. In een andere groep ontstaat spanning. Er lijkt niets te werken en er ontstaat een strijd in en met de groep. Binnen YMCA is het Overleven- Ontlopen- Samenwerken- model (OOS- model) ontwikkeld waar Y Camps gebruik van maakt. Dit is ontwikkeld om inzicht te krijgen en om te gaan met deze verschillen. Het OOS- model is gekoppeld aan de theorie van de behoeftehiërarchie van Maslow. Deze wordt vaak als piramide weergegeven en staat hiernaast. Onderaan de piramide zien we de eerste behoeftes van iemand die helemaal niets heeft. Het zijn behoeftes uit een tekort. Wie geen eten heeft, zal op zoek gaan naar eten. Wie wel eten en drinken heeft voor het moment, maar geen veiligheid ervaart zal zijn best doen om voor veiligheid te zorgen. Wie niet geaccepteerd wordt door de mensen om zich heen zal streven naar die acceptatie. Dit geldt ook voor het ervaren van respect en waardering. Ondanks dat streven krijgen mensen die acceptatie of waardering soms niet. Het kan iemand door een persoon, groep of omstandigheden onthouden worden. Al deze zaken hebben we echter wel nodig. Is het er niet, dan ervaren we een tekort. Bij de bovenste lagen is er geen sprake van een tekort. Het zijn verlangens naar meer, oftewel de behoefte om te zijn. Deze verlangens komen in beeld als we geen grote tekorten meer ervaren en dus kunnen gaan verlangen naar meer, naar ontwikkeling. Als mensen gefocust zijn op de behoeften uit de onderste lagen dan zijn ze eigenlijk aan het ‘overleven’. Ze zijn op zoek naar iets wat ze nodig hebben om staande te blijven. Dit gaat al snel gepaard met strijd. Men wil niet op fouten gewezen worden en er worden soms mensen 8
buitengesloten. Als mensen daarentegen bezig zijn met de behoeften uit de bovenste lagen dan zijn ze bezig te ‘leren’ of ‘samen te werken’. Er is een streven naar meer. In dit streven is het oké dat er soms een fout gemaakt wordt en kan feedback ontvangen worden, want daar leer je van. In deze situatie is er een doel waar (samen) naar gestreefd wordt. Tussen deze blokken zit een stukje ‘wit’. Er is geen automatische overgang. Sommige mensen ervaren geen tekorten, maar zijn ook niet nieuwsgierig naar meer. Ze blijven doen wat ze doen. We noemen dit wel ‘ontlopen’. Er is geen strijd, maar ook geen groei. Het OOS- model We zien dat jongeren en groepen zich anders gedragen als ze een tekort ervaren dan wanneer ze een verlangen hebben. Als er een tekort is wordt alles in het werk gesteld om het tekort op te heffen. Dit tekort kan een tekort aan eten of aan respect zijn, maar ook tekort aan voldoening, omdat een geteld doel onhaalbaar blijkt. Het opheffen van het tekort wordt als noodzakelijk gezien om te overleven (in de groep). We noemen dit daarom een ‘Overleefsituatie’ en het getoonde gedrag ‘Overleefgedrag’. Als er voorzien is in de basisbehoeften, maar er nog geen opgaande lijn is als het gaat om de samenwerking noemen wij dit Ontlopen. Bij Ontlopen wordt nergens om gestreden, maar wordt ook nergens naar gestreefd. Een groep die aan het samenwerken is, handelt vanuit een verlangen (ze wil graag leren en ontwikkelen of een ander doel behalen). Gemaakte keuzes zijn vaak afgewogen en in overeenstemming met de omgeving. Het gedrag van groepen die zich in de bovenste lagen van Maslow bevinden noemen we ‘Samenwerken’. Veiligheid, Waardering, Nieuwsgierigheid Het OOS- model maakt duidelijk dat het niet automatisch is dat mensen kunnen groeien als persoon in een groep. De echte flow hierin komt alleen als het lukt om de groep een samenwerkende groep te laten zijn. De begeleiding kan er veel aan doen om dit mogelijk te maken. Dit is in de afbeelding schematisch weergegeven. 1. Zorgen voor veiligheid. Een onveilige omgeving zorgt voor overleefgedrag. Zorg dus voor veiligheid. Er moet voldoende eten, drinken, frisse lucht, warmte etc. zijn. Daarnaast biedt ook een heldere structuur en goede regels veiligheid. Het gaat hier niet om een precieze lijst met regels en een strak programma waar niet vanaf geweken wordt, maar het idee is dat deelnemers weten waar ze aan toe zijn en dat ongewenst gedrag gecorrigeerd wordt. 2. Beginnen met waardering Om tot bloei te komen hebben mensen het nodig dat ze zich deel voelen van de groep en dat ze erkenning krijgen voor wie ze zijn en wat ze doen. Hier zit een duidelijke opdracht voor de begeleiding. Door de juiste activiteiten te kiezen en deze juist te begeleiden (zie volgende onderdeel groepsdynamica) zorgt de begeleiding ervoor dat de groep de kans krijgt zich goed te vormen. De taak voor de begeleiding is vanaf het begin alle deelnemers te zien en te benoemen wat ze goed kunnen. Zo krijgen ze de erkenning die ze nodig hebben en kunnen ze groeien. 9
3. Uitnodigen naar nieuwsgierigheid Je kunt een groep niet dwingen tot samenwerken. Een veilige groep waarin de leden voldoende waardering ontvangen kan ook gaan ontlopen. De derde stap is dus uitnodigen naar nieuwsgierigheid. Dit raakt aan de zone van naaste ontwikkeling: je laat de kinderen en jongeren zien dat er meer is wat ze zouden kunnen weten, ontdekken, uitvoeren etc. Daarbij moedig je ze aan het te gaan proberen. Het effect voor de deelnemers kan ook anders in beeld worden gebracht: allereerst bied je ze veiligheid. Door een leuk en goed programma waarin ze tot hun recht komen kunnen ze met plezier deelnemen in de groep. Als dat in orde is kunnen ze nieuwsgierig worden en meer verantwoordelijkheid krijgen. Zo ontstaat groei. Fysieke veiligheid De fysieke en seksuele veiligheid verdient aparte aandacht. Mensen zijn sociale wezens. Spontaan fysiek contact en spel is gewenst zolang er op geen enkele wijze dwang of druk van de deelnemer(s) of begeleider(s) bij plaatsvindt. Lichamelijkheid, stoeien, tegen elkaar aanzitten, onder een zeiltje slapen, als haringen in een zeilboot of op een vlot zitten, het hoort allemaal bij een geslaagd kamp of jongerenreis. Belangrijk voor de begeleiding is om het spel af te stemmen op de leeftijd en de groepsfase waarin de groep en individuen in de groep zich bevinden. Hierbij staat ‘een geweldige tijd voor deelnemers en begeleiders’ centraal. Van daaruit bekijken we wat helpt en wat niet. Voor de begeleiding is het goed om terughoudend te zijn in fysiek contact met deelnemers. Altijd moet duidelijk zijn dat het ongedwongen, ondersteunend en vriendschappelijk is. Begeleiders hebben de verantwoordelijkheid om seksueel getinte taal, spel en liedjes, racistisch en pestend gedrag te stoppen. Onze activiteiten zijn groepsactiviteiten waarin dit gedrag storend werkt. Zo blijft de veiligheid gewaarborgd waarin iedereen plezier kan hebben en kan groeien.
10
Van pedagogisch naar agogisch We willen dat kinderen en jongeren opgroeien tot gezonde volwassenen. Maar wat maakt nu dat een jongere een volwassene kan worden genoemd? Een mooie definitie is: ‘’bereid en in staat verantwoordelijkheid te nemen voor zichzelf, anderen en de wereld’’. Dat is dan ook wat centraal staat in het pedagogisch/agogische concept van Y Camps. Jonge mensen verantwoordelijkheid geven, terwijl jongvolwassen vrijwilligers hen uitdagen en stimuleren de grenzen te verkennen terwijl zij ondertussen ook de grenzen bewaken. Beide partijen leren hiervan. Voor ons is het aanbieden van een risicoloos programma daarom saai en niet nuttig. Er ontstaat dan een soort van onrust waarin jongeren hun uitdaging vinden in het rebelleren tegen de begeleiders. Zo snel als de groep het aan kan verschuift daarom ons begeleidingsconcept van pedagogisch naar agogisch. De leeftijd waarop dat mogelijk is verschilt per groep. Door de (tientallen) jaren heen zien we dat die leeftijd steeds lager wordt en globaal gezien kun je zeggen dat bij groepen vanaf een jaar of 14 elementen van de agogische aanpak onontbeerlijk zijn. In een agogisch concept organiseren begeleiders activiteiten waarin zelfstandigheid, verantwoordelijkheid delen en de vrijheid van keuze centraal staan. Het gaat om leren samenleven op een hoger plan. Niet de begeleiding beslist wat van uur tot uur ‘het beste is’ voor de groep, maar zij overlegt en stelt voor. De aanpak van Y Camps sluit hierop aan bij de Rogeriaanse visie: Een positieve ontwikkeling wordt niet bevorderd met straffen of disciplineren, maar met het scheppen van een klimaat waarin de jeugdige zich voelt uitgedaagd om zijn positieve mogelijkheden aan te spreken. Hierbij staan de volgende elementen centraal: - vertrouwen ontvangen en geven - accepteren van jezelf en anderen - openstaan voor (nieuwe) ervaringen en gebeurtenissen - vertrouwen krijgen in jezelf - leren nadenken over je eigen oordelen en beslissingen - leren je over te geven aan een eigen ontwikkeling Deze Rogeriaanse visie vullen we aan met elementen uit de sociale gedragsleer. Het gaat hierbij om de verandering van het actuele gedrag en het bevorderen van sociale vaardigheden. Dit doen we door: - het geven van positieve feedback op adequaat gedrag - het optreden als rolmodel - het benoemen van problemen - het samen opstellen van regels en het maken van afspraken - het aandragen van alternatieven - het scheppen van mogelijkheden om nieuw verworven gedrag te oefenen.
11
Ervaringsleren We willen dat de activiteiten van Y Camps een plaats van groei zijn. Een plaats waar kinderen en jongeren leren om verantwoordelijkheid te nemen. Het is niet alleen een proces waarbij we bewust kennis verzamelen, maar ook onbewust gebeuren waarbij we pas achteraf vaststellen dat we dingen hebben opgepakt. Dit onbewuste leren gebeurt met name als we leren door te doen. Ineens komen we erachter dat we iets kunnen, of iets op een andere manier kunnen aanpakken. Veel groei vindt plaats bij deelnemers die ‘alleen maar’ deelnemen aan leuke activiteiten. Ze ‘leren voor het leven’. Manieren van leren Bij de activiteiten van Y Camps leren we dus niet zozeer door te studeren, maar door te ervaren. Leren door ervaring gebeurt op verschillende manieren: - We kunnen leren door directe ervaring. Dit is leren door het uitvoeren van taken onder begeleiding. Het gaat om meemaken en zelf doen, zodat je het uiteindelijk helemaal zelfstandig kunt. - We leren ook door sociale interactie. Dit is van elkaar leren via gesprekken en discussie en door onderlinge samenwerking. Het gaat hier om formele gesprekken (een vergadering/discussie over hoe je samen iets aangaat pakken) maar ook door informele gesprekken (iemand vertelt enthousiast over een ervaring en je denkt ‘dat ga ik volgende keer ook proberen’). - We leren door theorie. Theorieën helpen bij ervaringsleren. Theorieën geven inzicht in wat er gebeurt en in hoe daar op in te spelen valt, de theorie dient wel altijd aan de praktijk gekoppeld te worden. Een voorbeeld hiervan is het eerder genoemde OOS- model. Het model helpt om gedrag van jezelf en anderen te begrijpen. - We leren door reflectie. Het effect van de ervaringen beklijft beter als je er van tijd tot tijd bij stilstaat wat je doet. Wat ging er goed en wat ging er fout? Ook kan dit formeel door middel van een officiële evaluatie, maar het kan ook informeel ‘hé jongens, die vorige opdracht ging heel goed, wat moeten we bij de volgende opdracht weer zo doen?’ Bij vrijwel alle ervaringen wordt geleerd door directe ervaring en sociale interactie. Theorie en reflectie kun je toevoegen om de activiteit extra leerzaam te maken. Daarbij moet er een evenwicht zijn in doen en praten. Reflectie is behulpzaam, maar moet niet overdreven worden. Activiteiten Het samen dingen doen kan in zichzelf al een positief effect sorteren. Dit kan op verschillende manieren: - Het succesvol afronden van een moeilijke taak geeft een gevoel van eigenwaarde. - Ook niet slagen kan waardevol zijn, het leert volharden en omgaan met frustratie. - Men leert zelf keuzes maken. - Nieuwe ervaringen duwen oude (negatieve) ervaringen naar de achtergrond. Allerhande activiteiten kunnen dus ingezet worden om te leren. En ook andersom: bij allerlei activiteiten leren we door te doen. Wel zijn er bepaalde kenmerken die activiteiten extra leerzaam maken. Je kunt hierbij denken aan: - ze hebben te maken met (fysieke of mentale) inspanning. - de zorg voor de eigen spullen is van belang. - samenwerking is nodig om tot een oplossing te komen. - men is verantwoordelijk voor de eigen veiligheid en het inschatten van de risico’s. Reflectie Reflectie kan de leerervaring vergroten en kan plaatsvinden op verschillende manieren: - bezinning vooraf (over doelstellingen en aanpak). 12
- praten over de ervaring tijdens de activiteit - bezinning achteraf - integratie van ervaringen (hoe past de ervaring in het gewone leven) De keuze voor de intensiteit van de reflectie is afhankelijk van het type groep en het doel van de groep. Globaal kun je drie niveaus onderscheiden: - Recreatief niveau Hierbij gaat het primair om plezier beleven aan leuke, uitdagende activiteiten. Vaardigheden worden geleerd die direct nodig zijn voor de activiteit. Daarnaast is er een korte reflectie vooraf, achteraf of ondertussen. De leiding stuurt tijdens de activiteit en de evaluatie, maar geeft ook veel verantwoordelijkheid aan de groep. - Vormingsniveau Reflectie op vormingsniveau is iets intensiever. Doelgericht wordt er gewerkt aan bepaalde onderwerpen zoals leren communiceren en samenwerken, of jezelf en anderen vertrouwen. Activiteiten worden daar op afgestemd. De begeleiding is daarom ook intensiveren (eventueel vooraf besproken) doelstellingen worden geëvalueerd. - Orthopedagogisch en therapeutisch niveau Bij dit niveau is een nog intensievere evaluatie. Deze bestaat vaak uit professionele begeleiding op basis van theorieën en therapieën. De activiteiten en evaluatie van Y Camps horen bij het recreatief niveau (bij veel activiteiten en kampen) of soms bij vormingsniveau (veelal bij trainingen). Bij dit type activiteiten past het reflectie-in-actiemodel goed. Niet na afloop lang stil staan bij hoe het ging. Maar tijdens de opdracht blijven reflecteren, door kleine complimenten en tips, door even stil te staan bij wat goed gaat en wat beter kan. Er zijn veel (speelse) werkvormen die je in kunt zetten om te reflecteren. Denk bijvoorbeeld aan: - stellingen - een lied of gedichtje schrijven over de afgelopen dagen - plak iedereen een briefje op zijn rug. Op elkaars rug schrijft iedereen een compliment over de net afgelopen activiteit. Op kamp begeleidt de hoofdstaf aan het eind van de dag de reflectie/evaluatie. Voor het evalueren op kamp is een format opgezet. Het format is bedoeld als richtlijn voor het staffen. Hier staan een aantal onderwerpen op die je elke dag kunt gebruiken voor de evaluatie. Y Camps wil dat er wordt geëvalueerd op kamp en heeft daarom dit format opgezet. De hoofdstaf hoeft niet altijd gebruik te maken van het format, maar moet dan een ander reflectie/evaluatiemodel in zetten.
13
Samenvatting Y Camps is groot geworden in de christelijk sociale beweging en deze identiteit dragen wij nog steeds. Vanuit het evangelie geloven we dat ieder mens er toe doet en willen we bijdragen aan een samenleving met aandacht voor iedereen en waarin iedereen zich kan ontwikkelen: body, mind en spirit. Y Camps wil jongeren bij elkaar brengen en de ruimte geven zich te ontwikkelen tot verantwoordelijke personen door voor hen de juiste omgeving te scheppen. Kinderen zijn de motor van hun eigen ontwikkeling. Anders gezegd: kinderen zijn zelf de grootste drijfkracht achter hun ontwikkeling. We willen dat de activiteiten van Y Camps een plaats van groei zijn. Een plaats waar kinderen en jongeren leren om verantwoordelijkheid te nemen. Het is niet alleen een proces waarbij we bewust kennis verzamelen, maar ook onbewust gebeuren waarbij we pas achteraf vaststellen dat we dingen hebben opgepakt. Bij de activiteiten van Y Camps leren we dus niet zozeer door te studeren, maar door te ervaren. De activiteiten en evaluatie van Y Camps horen bij het recreatief niveau (bij veel activiteiten en kampen) of soms bij vormingsniveau (veelal bij trainingen). Bij dit type activiteiten past het reflectie-in-actiemodel goed. Niet na afloop lang stil staan bij hoe het ging. Maar tijdens de opdracht blijven reflecteren, door kleine complimenten en tips, door even stil te staan bij wat goed gaat en wat beter kan. Y Camps wil dat er na elke dag op kamp wordt geëvalueerd. Voor de hoofdstaf bestaat er een format om te evalueren.
14