Pedagogisch beleidsplan Pedagogische visie Pedagogisch werkplan Activiteiten agenda
Bezoekadres: Wold 18-30 8225 AN Lelystad Tel: 0320- 243763
Postadres: Postbus 288 8200 AG Lelystad
[email protected]
ING nr: 475853 KvK Lelystad nr: 40059804 www.deroezemoes.nl
I.
PEDAGOGISCH BELEIDSPLAN
Inleiding Het pedagogische beleidsplan is de basis van het werkplan. Het werkplan bepaalt de dagelijkse gang van zaken van waaruit een activiteitenagenda zal worden opgesteld. Doelstelling Peuterspeelzaal ‘De Roezemoes’ stelt zich ten doel om kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar twee of drie dagdelen per week onder deskundige leiding op te vangen, te verzorgen en te begeleiden. Het stimuleren van de ontplooiing van de kinderen in een zo groot mogelijke vrijheid, waarbij de ontwikkeling van eigen initiatief, creativiteit, zelfstandigheid en sociaal gedrag centraal staat. De speelzaal is voor kinderen een plek waar ze spelen en ontmoeten, ze leren en ontwikkelen zich er. Door te spelen in de nabijheid van en samen te zijn met andere kinderen, ontmoeten ze anderen en leren daarvan. De speelzaal is een plek waar kinderen kennismaken met nieuw spel- en speelmateriaal. Ze komen daarnaast in aanraking met een groep leeftijdsgenootjes. Het verblijven in een groep maakt dat kinderen leren van elkaar. In tegenstelling tot andere peuterspeelzalen heeft ‘De Roezemoes’ horizontale groepen met maximaal 16 kinderen. Ochtendgroepen voor kinderen van 2 tot 3 jaar. De jongste peuters krijgen een goede gelegenheid om te wennen aan school en om zich veilig te voelen in een groep, De kringactiviteiten en knutselwerkjes worden aangepast aan de leeftijd. De kinderen hebben alle ruimte om zich te ontwikkelen. Als er een kind 3 jaar is geworden gaat het in overleg met de ouders naar de middaggroep. Middaggroepen voor kinderen van 3 tot 4 jaar. Deze kinderen doen meestal geen middagslaapje meer. De activiteiten zijn wat moeilijker, ze worden gestimuleerd veel meer zelf te doen en ze worden uitgedaagd met de keuze van puzzels, spelletjes, gezelschapspelletjes e.d. Het is een echte voorbereiding voor de basisschool. Bij elke verjaardag is er ook meteen een afscheid want als een kind 4 jaar wordt gaat het direct na de verjaardag naar de basisschool toe. Zo maken alle kinderen het proces mee en groeien naar het moment toe van 4 jaar worden en afscheid nemen. Alle kinderen gaan minimaal 2 dagdelen naar de peuterspeelzaal maar er is ook een mogelijkheid voor een 3e dagdeel en dat is op de woensdagochtend. In deze groep kunnen kinderen, vanuit alle groepen, vanaf 2 jaar geplaatst worden. Hoofddoel is de kinderen te laten spelen, alleen of met anderen, waarbij aandacht wordt besteed aan: 1. motorische ontwikkeling 2. sociale ontwikkeling 3. emotionele ontwikkeling 4. spraak- en taalontwikkeling 5. ontwikkeling van de zelfredzaamheid 6. ontwikkeling van de fantasie, creativiteit en expressie 7. overdracht waarden en normen
1.
Motorische ontwikkeling Wij verstaan onder motorische ontwikkeling het leren omgaan van een kind met zijn of haar lichaam in beweging. Hierbij maken wij onderscheidt de grove en fijne motoriek. Op ‘De Roezemoes’ wordt de grove motoriek gestimuleerd door bewegingspel, fietsen en rennen. Hiervoor is een buitenspeelplaats met fietsen aanwezig. De fijne motoriek krijgt aandacht door kralen rijgen, verven, scheuren, plakken, kleuren, kleien e.d.
2.
Emotionele ontwikkeling Kinderen ondergaan hun emoties vaak zonder dat zij deze een plaats kunnen geven of kunnen bevatten wat hen overkomt; zij hebben nog geen woorden bij de emoties die ze ervaren. Het verwoorden van gevoelens leert kinderen om de eigen emoties een plek te geven, om erover te kunnen praten met anderen en om begrepen te worden door anderen. Door positief in te gaan op blijdschap, woede, verdriet en angst wordt het leren kennen van deze gevoelens gestimuleerd. Op de peuterspeelzaal neemt de ontwikkeling van die emoties een belangrijke plaats. In feite is het vaak voor het eerst dat kinderen in contact komen met leeftijdsgenootjes; dit levert een scala aan nieuwe ontdekkingen en leergebieden op. Kinderen leren ruzies op te lossen, te delen of iets af te staan, leren oorzaak en gevolg te onderscheiden. De emotionele ontwikkeling wordt in het algemeen gestimuleerd door het voorlezen van boeken, het praten naar aanleiding van gebeurtenissen en belevingen van de kinderen, het benoemen van emoties en het uitspelen van belevingen.
3.
Sociale ontwikkeling De peuterspeelzaal is een plaats voor ontmoeting met andere kinderen. Een kind dat niet vanuit zichzelf contact legt zal door een ander kind daarvoor vaak worden uitgenodigd. Het kind leert met andere kinderen samen te spelen, wordt weerbaarder gemaakt en leert activiteiten gezamenlijk te doen. Kinderen leren luisteren naar elkaar, te wachten, rekening te houden met een ander, bijvoorbeeld bij een kringgesprek of tijdens het eten en drinken, en ruzies bij te leggen.
4.
Spraak- en taalontwikkeling Kinderen hebben een actieve en passieve woordenschat. De actieve woordenschat bestaat uit die woorden die ze kennen en ook zelf gebruiken. De passieve woordenschat bestaat uit die woorden die ze kennen, maar niet zelf gebruiken. Door te zingen, poppenspel, vingerversjes, boekjes voor te lezen, kinderen zelf te laten vertellen, voorwerpen en handelingen te benoemen, wordt op de peuterspeelzaal de actieve woordenschat uitgebreid.
5.
Ontwikkeling van de zelfredzaamheid De peuterspeelzaal draagt bij aan de ontwikkeling van de zelfredzaamheid en zelfstandigheid. Op de allereerste plaats doordat kinderen (veelal voor het eerst) buiten het gezichtsveld van hun ouders en hun eigen vertrouwde omgeving moeten leren zich staande te houden. Natuurlijk worden ze daarin niet aan hun lot overgelaten en is de juf er om te helpen wanneer dit nodig is. De kinderen worden gestimuleerd om de juf te helpen, zelf hun jas aan te trekken, zelf spullen te pakken en een werkje terug te zetten waar ze het gepakt hebben. Een kind wordt geprikkeld om dat wat het zelf kan ook zelf te doen. Dit wordt mede gestimuleerd door de aanwezigheid van leeftijdgenoten die een bepaalde handeling al wel onder de knie hebben.
6.
Ontwikkeling van de fantasie, creativiteit en expressie De wereld van het kind wordt vergroot door de fantasie te prikkelen en door het kind de ruimte te geven om die fantasie te uiten en daar expressie aan te geven. Het kind verwerkt en leert door fantasie uit te spelen. In ‘De Roezemoes’ zijn allerlei materialen aanwezig om het fantasiespel te stimuleren zoals een poppenhoek, verkleedkleren, bouwmateriaal, enz.
7. Waarden en normen Om goed aan de samenleving te deelnemen is het belangrijk dat kinderen de waarden en normen van de omgeving waarin zij leven leren kennen en zich eigen maken. De groep biedt de kinderen hiertoe de mogelijkheid: zo gaan we met elkaar om, zo gaan wij om met de omgeving en dit zijn onze gewoonten en rituelen. Kinderen verkennen grenzen en willen weten wat van hen verwacht wordt. Iedere leeftijd verkent dit op eigen wijze. Wij bieden kinderen ruimte hierin te leren door ervaren zodat ze ontdekken wat grenzen zijn zodat zij vanuit zichzelf grenzen als eigen gaan ervaren. Dit doen wij door positief gedrag te belonen met complimenten en grenzen aan te geven wanneer kinderen niet wenselijk gedrag vertonen.. Het aangeven van grenzen stemmen wij af op de leeftijd. Zo leiden wij de kinderen soms af, negeren soms gedrag, spreken kinderen soms aan op hun gedrag, leggen oorzaak en gevolg uit, etc. Wanneer een groep kinderen hiertoe in staat is maken wij samen met de groep afspraken over bijvoorbeeld omgangsvormen zodat zij zich verbonden voelen met de afspraken en elkaar kunnen helpen leren. Ons uitgangspunt is altijd een positieve benadering, kinderen krijgen kansen ‘fouten’ te maken en te leren. Wij leren van en met elkaar. Wij zijn ons bewust van de belangrijke rol die wij hebben in het uitdragen en voorleven van waarden en normen. Kinderen leren door zien, ervaren, gedrag nadoen van ons en elkaar.
II.
PEDAGOGISCHE VISIE
Het is van belang dat kinderen uitgroeien tot evenwichtige, sociale, zelfstandige kinderen die een positief gevoel van eigenwaarde hebben. Peuterspeelzaal ‘De Roezemoes’ werkt vanuit die visie en is van mening hieraan een eigen, belangrijke bijdrage te kunnen leveren. Het worden van een evenwichtig mens heeft te maken met het verwerven van zelfstandigheid, sociale omgang en een positief gevoel van eigenwaarde. De bijdrage in de peuterperiode van ‘De Roezemoes’ in het verwerven hiervan bestaat uit het hieronder volgende. De zelfstandigheid wordt bevorderd door: 1. 2. 3. 4.
het geven van opdrachtjes anderen kinderen of de leidster te helpen het kind zelfredzaamheid bij te brengen laten proberen dingen zelf te doen, hen stimuleren zelf oplossingen te vinden en hen te helpen wanneer het niet lukt
Het sociale aspect wordt gestimuleerd door: 1. 2. 3. 4. 5.
het geven van goed voorbeeld en voorbeeldgedrag het positief benaderen van het kind het stimuleren van samen delen en samenspelen het leren van overleggen en compromissen sluiten het leren aan kinderen dat ze een keuze hebben, het leren dat ze ook “nee” mogen zeggen 6. het luisteren naar elkaar in de kring 7. het tonen van respect naar de ander Het gevoel voor eigenwaarde wordt positief beïnvloed door: 1. te complimenteren 2. het kind niet te overvragen 3. niet resultaatgericht te werken maar het plezier in wat het kind doet voorop te laten staan 4. het kind te stimuleren in wat het kan; eruit proberen te halen wat erin zit.
Het kind in de groep In de peuterspeelzaal wordt een omgeving gecreëerd waarin een kind zich veilig, geborgen en vertrouwd voelt. Dan kan een kind positieve ervaringen opdoen om van te leren. ‘De Roezemoes’ probeert die veilige en vertrouwde omgeving te creëren door: • • • • •
het kind niet te verplichten tot alles; het kind krijgt de vrijheid geboden om zijn eigen plekje te zoeken binnen de groep. het hanteren van structuur d.m.v een dagritme de groep en groepsruimte een herkenbare, ordelijke plek te laten zijn de kinderen positief te benaderen; het geven van complimenten en hulp daar waar nodig. te proberen het kind te begrijpen waarbij contact met de ouders van essentieel belang is.
Spelen is ontwikkelen Alle gebieden waarin een kind zich kan ontwikkelen krijgen op ‘De Roezemoes’ direct dan wel indirect aandacht. Het stimuleren van vaardigheden is vaak een vooropgezet doel van aangeboden speel- en spelmateriaal. Daarom is het van belang, er vanuit gaande dat het kind leert door een wisselwerking met zijn omgeving, het kind: • • • • •
kennis te laten maken met een grote verscheidenheid aan materialen en spel de ruimte te geven ontdekkingen te doen nieuwe uitdagingen aan te bieden uit te lokken tot het leren van nieuwe vaardigheden te motiveren, stimuleren en positief te benaderen.
III.
PEDAGOGISCH WERKPLAN
A. Dagindeling Ieder dagdeel heeft en aantal vaste, terugkerende momenten, te weten: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Vrijspelen Kring Vrij spelen en een activiteit Opruimen Eten en drinken Toilet bezoek Bewegend bezig zijn Afsluiting
1. Vrijspelen Er wordt altijd gestart met een vrijspelsituatie. De ouders geven meestal de eerste aanzet door met hun kind wat te gaan doen bij binnenkomst bijvoorbeeld een boekje lezen of een puzzeltje maken. Tijdens het vrijspelen zijn de kinderen in principe vrij in hun keuze met uitzondering van spelmateriaal dat in de kast ligt. Het kind moet in principe datgene opruimen waarmee het gespeeld heeft; aan het eind van vrijspelen wordt gezamenlijk opgeruimd. 2. De kring De kring is een moment om goedemorgen/middag tegen elkaar te zeggen, liedjes te zingen, verhaaltjes voor te lezen, werkjes voor te bereiden zodat de kinderen weten wat er die ochtend/middag gaat gebeuren. De kinderen mogen ook zelf iets vertellen. 3. Activiteit Hoofddoel van een activiteit is het kennismaken met materialen. Deze activiteiten worden gezamenlijk of in kleine groepjes gedaan afhankelijk van de soort van activiteit en de groepssamenstelling. We werken met thema’s. Tijdens het thema blijven alle werkjes op de peuterspeelzaal. Als het thema afgelopen is gaan de werkjes mee naar huis. Activiteiten zijn knutselactiviteiten (verven, kleien, tekenen e.d.) die vaak een tastbaar resultaat opleveren. Activiteiten sluiten vaak aan bij een thema, seizoen, feestdag of actualiteit, bijvoorbeeld: pasen, lente, zomer, herfst, winter, Sint Maarten, Sinterklaas, kerst e.d. Bij • • • • •
de uitvoering van activiteiten achten wij het volgende van belang: herhaling rond een thema afwisseling in materiaalgebruik samen iets doen of beleven plezier beleven in de activiteit zelf leren ontdekken
Er wordt ook aandacht besteed aan verjaardagen en afscheid. Deze worden gevierd met feestelijkheden zoals b.v. een neptaart, verjaardagshoed, zingen en trakteren. De traktatie hoeft niet groot te zijn. Vader en/of moeder mogen hierbij aanwezig zijn. De kinderen krijgen als ze 4 jaar worden en naar de basisschool gaan een verjaardagsbutton van de peuterspeelzaal. 4. Opruimen Na het vrijspelen en de activiteiten is het tijd om op te ruimen. De kinderen worden gestimuleerd om te helpen. Zo leren ze welk speelgoed bij elkaar hoort, dat je er zuinig mee om gaat en dat alles weer compleet moet zijn. 5. Eten en drinken Na het opruimen gaan we aan de grote tafel zitten. Even een rustmoment: er wordt een koekje gegeten, gedronken en gezongen. De kinderen krijgen van ‘De Roezemoes’ een koekje en drinken. De kinderen drinken uit een gewone beker, zonder rietje of tuitje. Door de bewegingen van mond en tong ontwikkelen de spieren zich en dit is weer goed voor het duidelijk leren praten. Tijdens het eten en drinken blijven de kinderen op hun stoeltje aan tafel zitten. 6. Toilet bezoek Plassen en verschonen is een dagelijks terugkerend ritueel. Na het eten en drinken wordt aan elk kind (dat zindelijk is) gevraagd of ze naar het toilet willen. Gedurende de speelochtend/middag is er natuurlijk altijd gelegenheid om naar het toilet te gaan. In overleg met de ouders wordt er al dan niet aandacht besteed aan de zindelijkheid maar de verantwoordelijkheid ligt bij de ouders. De leidster zullen de ouders wel stimuleren om met zindelijkheidstraining te beginnen. Ook blijkt dat zien plassen op het toilet een kind stimuleert om het ook te gaan proberen. Reservekleding is, in geval van een ongelukje, aanwezig. Als een kind een vieze luier heeft dan wordt er zo snel mogelijk verschoont. Luiers worden door ‘De Roezemoes’ verzorgd. De ouders betalen hiervoor een eenmalige bijdrage bij het begin van de schoolperiode. 7. Bewegend bezig zijn Om energie kwijt te kunnen raken en de motoriek te stimuleren wordt de peuters letterlijk de ruimte gegeven. Als het weer het toelaat wordt er iedere dag buiten gespeeld. De peuters kunnen dan gebruik maken van rijdend materiaal en een zandbak bij mooi weer Bij slecht weer proberen we toch bewegend bezig te zijn met bewegingsspelletjes in de groepsruimte. 8. Afsluiten Elke ochtend/middag wordt in de kring afgesloten, even een liedje zingen en elkaar gedag zeggen. Het is belangrijk om even de rust te laten terugkeren voordat de kinderen naar huis gaan.
B. Leiding Naast de gediplomeerde leidster die verantwoordelijk is voor de groepen, is er een vaste vrijwilligster op de groep. Het bestuur heeft hiervoor gekozen omdat er voor de kinderen dan continuïteit qua leiding is. De kinderen kunnen een juf/kind relatie aangaan met degene die op de groep werken. De kinderen weten precies op welke dag wie komt en dat geeft vertrouwen. Als een leidster ziek is komt er een gediplomeerde invalster die de leiding van de groep op zich neemt. De vrijwilligster is dan de vertrouwde factor voor de kinderen. Zij kent de kinderen en weet precies hoe de groepen draaien. De vrijwilligster kan de invalster hiermee goed ondersteunen. De leidsters zijn gediplomeerd naar de eisen van de Wet voor de Kinderopvang, b.v. SPW niveau 3 of 4 volgens de CAO Welzijn. C. Wennen Alle kinderen moeten wennen aan het verblijven binnen een peuterspeelzaalgroep. Ieder kind laat dat op zijn eigen manier blijken. Een nieuw kind heeft specifieke aandacht nodig want ook een kind dat zich vrij lijkt te bewegen heeft extra aandacht nodig. Een nieuwe peuter wordt de eerste ochtend verwacht om 8.30 uur. De gewenningsperiode is per kind verschillend van duur. De meeste kinderen komen na een korte wenperiode graag op de peuterspeelzaal. Sommige kinderen hebben langer dan een paar keer nodig om te wennen. Er moet echter na een paar weken vooruitgang zitten in de manier waarop een kind afscheid neemt en zich gedraagt in de groep. De eerste keren heeft een kind veel nieuws te zien en te ontdekken. Daardoor kan een kind in het begin erg moe zijn aan het eind van de ochtend. Afscheid nemen is, zeker de eerste keren, vaak een moeilijk moment voor zowel de ouder als het kind. Het is van belang dat het afscheid nemen duidelijk gebeurd en niet te lang duurt. Een kind dat moet huilen bij het afscheid is niet minder verdrietig als een ouder stiekem wegloopt. Vaak komt het verdriet dan pas wanneer het kind beseft dat de ouder weg is en het vertrouwen in de ouder is geschaad. Het uitzwaaien van mama of papa is één van de rituelen die horen bij het verblijf op de peuterzaal. Ieder huilend kind vraagt een eigen benadering; op schoot, troosten, afleiden of soms een tijdje met rust laten. Vaak is het snel weer over. Het komt een enkele keer voor dat het kind ontroostbaar is. In dat geval zal de leidster dat met de ouder bespreken of ze opbellen.
D. Verzorging In ‘De Roezemoes’ worden de kinderen opgevangen en verzorgd in een voor hen gezonde en veilige omgeving. Elk jaar wordt er een risico inventarisatie betreffen ‘hygiëne’ gemaakt, dit is een onderdeel voor het behouden van onze vergunning. De GGD heeft hierin een adviserende taak naar de Gemeente toe. Roken In de peuterspeelzaal en op de speelplaats mag niet worden gerookt. Luchten en schoonhouden Regelmatig wordt het lokaal gelucht en éénmaal per week door een schoonmaakster schoongemaakt. Na elk dagdeel wordt door de vrijwilligster ook het een en ander schoongemaakt. Speelgoed en de kasten worden regelmatig volgens een schoonmaakrooster schoongemaakt. Theedoeken en schoonmaakdoekjes worden elk dagdeel verschoond. Voor elke schoonmaakactiviteit wordt een speciaal doekje gebruikt. Persoonlijke hygiëne Kinderen wordt geleerd om, nadat ze naar het toilet zijn geweest, de handen te wassen. Een vieze luier wordt direct verschoond. Het commodekleed wordt na iedere verschoning gereinigd met alcohol. Degene die een luier heeft verschoond wast haar handen en desinfecteert de handen met alcohol. E. • • • • •
Veiligheid bij aankoop van nieuw speelgoed wordt er gelet op de veiligheid van het speelgoed creatief materiaal is gifvrij schoonmaakmiddelen staan in een kast met slot een ontruimingsplan is in het lokaal aanwezig minimaal tweemaal per jaar wordt er, in samenwerking met de ‘Horizon’ een ontruimingsoefening gehouden meerdere keren wordt er met de kinderen hiervoor geoefend • er is een brandblusapparaat aanwezig • een EHBO trommel is aanwezig • brandblusdeken Elk jaar wordt er een risico-inventarisatie betreffende ‘veiligheid’ gemaakt. Dit is een onderdeel voor het behouden van onze vergunning, de GGD en Brandweer hebben hierin een adviserende taak naar de Gemeente toe.
F. Contact ouders Een regelmatig contact met de ouder/verzorger over het kind acht de leiding noodzakelijk. Tijdens breng- en haalmomenten is er tijd om met de leidster de bijzonderheden en het verloop van de ochtend of middag door te nemen. In overleg met de ouder/verzorger vindt er op initiatief van de leidster –indien gewenst een individueel kindgesprek plaats. Naar behoefte kan er buiten het normale contact met de leidster altijd een individueel gesprek aangevraagd worden Op de website staat een jaarplanning en alle ouders dienen zelf hierop te kijken voor eventuele activiteiten van hun kind. Via losse briefjes, het informatiebord worden ouders op de hoogte gehouden over allerlei zaken die niet op de jaarplanning staan. Bij het huisbezoek, dat vooraf gaat aan de plaatsing van een kind, krijgen de ouders een informatieboekje, hierin staat alles waarvan de ouders op de hoogte dienen te zijn. Het pedagogisch beleidsplan, het huishoudelijk reglement en de statuten van de stichting liggen ter inzage op de peuterspeelzaal en staan op de website. G. Signaleren Op de peuterspeelzaal hanteren wij een overdrachtsdocument. Gedurende de gehele schoolperiode kijken we naar de kinderen en signaleren wij of er dingen zijn die meer aandacht nodig hebben. Zijn er dingen en/of gedrag van het kind die opvallen dan bespreekt de leidster dit direct met de ouders. Wellicht is er een verklaring voor te geven. Als er veranderingen thuis zijn heeft dat zeker z’n weerslag op het kind. Er zijn 2 momenten tijdens de schoolperiode waarop we schriftelijk signaleren: wanneer het kind 3 jaar is en met 3 jaar en 10 maanden. Het overdrachtsdocument wordt met de ouders besproken en indien nodig wordt er door de ouder actie ondernomen b.v. huisarts, kinderfysiotherapie, logopedie e.d. Het overdrachtsdocument wordt door de ouders ondertekend en door de peuterspeelzaal verstuurd naar de basisschool waar het kind naar toe gaat. Indien nodig wordt er een verzoek aan de basisschool gedaan om met de leidster contact op te nemen. De ouders krijgen een kopie van het overdrachtsdocument. Meer informatie over het signaleren staat op de website. Icare komt 2x per jaar op de peuterspeelzaal en ondersteunt de leiding met advies over eventuele doorverwijzing van kinderen. Door het raadplegen van vakliteratuur en internet houden de leidsters hun vakkennis bij.
H. Meedraaien Voor ouders is het mogelijk af en toe gedurende een ochtend of een middag in de groep van hun kind mee te draaien: • de ouder kan zelf zien hoe het eigen kind functioneert in de groep en welke liedjes er worden gezongen • voor het kind is het gezellig Voor de organisatie van de groepen is het wenslijk als ouders 14 dagen van te voren aangeven wanneer zij willen meehelpen. Met een verjaardag of afscheid kunnen ouders in overleg met de leidster een dag bepalen en dit op het rooster invullen. De hulpouder helpt mee de ochtend/middag goed en gezellig te laten verlopen. Speelt ook met andere kinderen en helpt mee als er werkjes gedaan worden met b.v. handen wassen of tafels schoonmaken e.d. De leidster is verantwoordelijk voor de invulling van de ochtend/middag en zal wanneer nodig de vrijwilligster/stagiaire vragen om hun hulp.
IV. ACTIVITEITEN AGENDA Elk jaar wordt tijdens een studiemiddag op de woensdag door de leidsters een planning gemaakt van de thema’s en activiteiten. Activiteiten sluiten vaak aan bij een thema, seizoen, feestdag of actualiteit. Bijvoorbeeld: pasen, lente, zomer, herfst, winter, Sint Maarten, Sinterklaas, kerst, het lichaam, voertuigen, alles in het water, alles in de lucht, familie e.d. We zijn ongeveer 1 maand met een thema bezig. Andere activiteiten gedurende het schooljaar zijn: Schoolfotograaf Paaslunch (oudste peuters) Opa/omadag Moederdag Vaderdag Schoolreisje ‘de Huif’ Sinterklaasfeest Kerstdiner (oudste peuters) Schoenmaatjes (1x per 2 jaar inzamelactie voor kinderen van 2-4jaar in 3e wereldlanden)
Pedagogische Beleidsplan Stichting Peuterspeelzaal De Roezemoes Wold 18-30 8225 AN Lelystad
november 2014 A.A. van der Ree