Paulus' joodse traditie, wetten en levensstijl door Andries Pasterkamp
Intro: In deze aflevering van de studie omtrent de apostel Paulus belichten we de switch welke Paulus – en de eerste gemeente(n) – maken wat betreft het loslaten van de Joodse traditie, wetten en levensstijl in de overstap naar het z.g. christendom. Paulus was een degelijke joodse wetgeleerde die vanuit zijn jood-zijn niet met heidenen mocht omgaan. En nota bene hij wordt de apostel van de heidenen. Zijn herziene kijk op de 'wet' en zijn houding naar zijn 'ongelovige' volksgenoten geeft heden ten dage nog steeds stof tot nadenken!
Paulus' achtergrond: Paulus was een van de vroege leiders van de christelijke kerk en speelt een centrale rol in de vroege ontwikkeling en verspreiding van het christendom in de landen rond de Middellandse Zee, in het bijzonder in wat nu Turkije en Griekenland is. Paulus heet eigenlijk Saulus, maar gaande zijn reisverslag in Handelingen neemt zijn bijnaam Paulus de overhand. Paulus had vermoedelijk een joodse moeder en een vader met een Romeins burgerschap. Hij werd geboren omstreeks 3 na Chr. in Tarsus (Cilicië) en overleed in Rome, in het jaar 64 of 67. Paulus was een zoon van een Farizeeër en heeft zijn opleiding genoten bij de farizeeër Gamaliël. Paulus was aanvankelijk actief als vervolger van de ontluikende christelijke geloofsgemeenschap die na de kruisiging van Jezus was ontstaan. Op weg naar Damascus - om ook daar Jezus' volgelingen te bestrijden - krijgt hij een verschijning waarin Jezus hem oproept zich te bekeren. Paulus ondernam diverse reizen door KleinAzië en Griekenland om het evangelie te verkondigen, christelijke gemeenten te stichten en eerder ontstane gemeenten te bezoeken. Hij noemt zichzelf een Apostel alhoewel hij niet tot de oorspronkelijke twaalf apostelen van Jezus behoorde. Paulus verdwijnt uit beeld wanneer hij naar Rome gaat om daar berecht te worden door Nero. Volgens de rooms-katholieke traditie is hij daar onthoofd en begraven. Een groot deel van de Bijbelteksten uit het Nieuwe Testament wordt aan Paulus toegeschreven. Van de 400 bladzijde NT vormen 177 bladzijden de vier Evangeliën, 51 het boek Handelingen, 107 de 13 brieven van Paulus, 43 de overige 8 brieven, en vormt Openbaring met 24 het sluitstuk. Hiermee staat Paulus op een gedeelde eerste plaats met Lucas (Lucas + Handelingen = 106 blz.)
Paulus' optreden: Wanneer we de strekking van Paulus optreden in kaart willen brengen kunnen we niet om zijn voorgeschiedenis heen wat betreft zijn bekering en roeping. In eerste instantie was Paulus een tegenstander van het nieuwe geloof en bevocht hij deze hartstochtelijk. (1) Nadat hij door een persoonlijke openbaring van Jezus tot geloof is gekomen (2) wordt zijn radicale ommezwaai (3) al snel opgemerkt en wordt hij in contact gebracht met de discipelen in Jeruzalem. (4) Na wat omzwervingen belandt Paulus in een joodse enclave in Antiochie. Binnen de daar gevormde gemeente wordt hij door de Heilige Geest geroepen tot evangelist onder de heidenen. (5) De werkwijze van Paulus evangelisatie is telkens weer; “eerst de Jood, maar dan ook de Griek” (6,7) Wanneer er door leerlingen uit Judea wordt aangedrongen dat de gelovigen uit de heidenen ook besneden moeten worden verzet Paulus zich daartegen. (8) De strijd loopt hoog op en Paulus wordt
Paulus joodse traditie, wetten en levensstijl door Andries Pasterkamp - 2011
Blz.1
naar Jeruzalem gezonden om de zaak voor te leggen aan de apostelen en de oudsten. Daar krijgt Paulus bijval van Petrus en Jacobus en wordt unaniem besloten de gelovigen uit de heidenen vrij te stellen van alle (joodse) verplichtingen, op enkele uitzonderingen na. (9) (1) Hand.7:59-8:3 Terwijl Stefanus gestenigd werd, ... Saulus keurde de moord op hem goed. ... Saulus probeerde de gemeente te vernietigen door mannen en vrouwen met geweld uit hun huizen te sleuren en hen te laten opsluiten in de gevangenis. (2) Hand.9:3-5 Toen hij onderweg was en Damascus naderde, werd hij plotseling omstraald door een licht uit de hemel. Hij viel op de grond en hoorde een stem tegen hem zeggen: ‘Saul, Saul, waarom vervolg je mij?’ Hij vroeg: ‘Wie bent u, Heer?’ Het antwoord was: ‘Ik ben Jezus, die jij vervolgt.'[32 AD] (3) Hand.9:22 Saulus’ optreden werd echter steeds krachtiger, en hij bracht de in Damascus wonende Joden in verwarring door aan te tonen dat Jezus de messias is. (4) Hand.9:27-28 Barnabas nam hem echter onder zijn hoede en bracht hem naar de apostelen, ...Saulus liep nu openlijk met de apostelen in Jeruzalem rond en verkondigde vrijmoedig de naam van de Heer. [35 AD] (5) Hand.13:1-6 Er waren in de gemeente van Antiochië profeten en leraren, ... Op een dag, toen ze aan het vasten waren en een gebedsdienst hielden voor de Heer, zei de heilige Geest tegen hen: ‘Stel mij Barnabas en Saulus ter beschikking voor de taak die ik hun heb toebedeeld.’ Nadat ze gevast en gebeden hadden, legden ze hun de handen op en lieten hen vertrekken. Zo werden Barnabas en Saulus uitgezonden door de heilige Geest.[45 AD] (6) Hand.13:44-47 De volgende sabbat kwam bijna de hele stad bijeen om naar het woord van de Heer te luisteren. Bij het zien van de mensenmenigte werden de Joodse leiders jaloers en begonnen ze de woorden van Paulus op godslasterlijke wijze verdacht te maken. Maar Paulus en Barnabas zeiden onomwonden: ‘De boodschap van God moest het eerst onder u worden bekendgemaakt, maar aangezien u die afwijst en uzelf het eeuwige leven niet waardig acht, zullen we ons tot de heidenen wenden. Want de Heer heeft ons het volgende opgedragen: “Ik heb je bestemd tot een licht voor alle volken om redding te brengen, tot aan de uiteinden van de aarde.”’ (7) Rom.1:16 Voor dit evangelie schaam ik mij niet, want het is Gods reddende kracht voor allen die geloven, voor Joden in de eerste plaats, maar ook voor andere volken. (8) Hand.15:1-2 Er kwamen enkele leerlingen uit Judea, die betoogden dat de broeders zich moesten laten besnijden, .... Dit leidde tot grote onenigheid met Paulus en Barnabas en mondde uit in een felle woordenstrijd. Besloten werd dat Paulus en Barnabas, samen met enkele andere leerlingen, naar Jeruzalem zouden gaan om deze kwestie voor te leggen aan de apostelen en de oudsten. [49 AD] (9) Hand.13:23-29 Men gaf hun een brief mee met de volgende inhoud: ‘Van de apostelen en de oudsten. Aan hun broeders en zusters in Antiochië, Syrië en Cilicië die uit de heidense volken afkomstig zijn ... In overeenstemming met de heilige Geest hebben wij namelijk besloten u geen andere verplichtingen op te leggen dan wat strikt noodzakelijk is: onthoud u van offervlees dat bij de afgodendienst is gebruikt, van bloed, van vlees waar nog bloed in zit, en van ontucht.
Paulus de theoloog: Tijdens zijn zendingsreizen sticht Paulus vele gemeenten, waarmee hij intensief contact blijft houden. Een aantal van zijn brieven, waarin hij vanuit gedegen kennis van de Schrift de gemeenten onderwijst in zake specifieke geestelijke vraagstukken en sociale problemen, zijn bewaard gebleven. Uit het grote aantal bewaard gebleven kopieën en de soms brede adressering van sommige brieven kan worden opgemaakt dat zij een van de belangrijkste bronnen van onderwijs waren van de eerste gemeenten. Mede hierom zijn ze opgenomen in de canon van de Bijbel. Via de onderwerpen die in deze brieven aan de orde komen krijgen we een aardig beeld van wat Paulus wel en niet belangrijk vindt met betrekking tot geloofszaken. Aan de hand van de korte inleidende samenvattingen zoals we die vinden in o.a. de NBV, Willibrord en Het Boek uitgaven
Paulus joodse traditie, wetten en levensstijl door Andries Pasterkamp - 2011
Blz.2
krijgen we een aardig overzicht van deze geestelijke vraagstukken.
Thema's van de brieven van Paulus: 08 09 02 10 12 03 04 01 07 13 06 05 11
1e Tessalonicenzen 2e Tessalonicenzen 1e Korintiërs 1e Timoteüs Titus 2e Korintiërs Galaten Romeinen Kolossenzen Filemon Filippenzen Efeziërs 2e Timoteüs
Oproep tot naastenliefde, kuisheid en volharding. Apocalyptisch onderwijs. Antwoord op vragen met betrekking tot praktische kwesties Waarschuwing tegen mythen en genealogieën Waarschuwing tegen zelfingenomenheid. Verweer tegen ‘schijn-apostelen’ Weerleggingen noodzaak wet en besnijdenis Geen verschil is tussen jood en heiden Waarschuwing tegen (een vroeg stadium van) gnosticisme Persoonlijke brief n.a.v. de weggelopen slaaf Onesimus Oproep tot volharding in het geloof. In Christus is alles onder één hoofd samengebracht Oproept niet van de wijs laten brengen door dwaal-leringen
50 51 55 55 55/57 56/57 57 57/58 59/60 59/60 59/60 63/64 63/64
Toen en nu: Tussen de tijd van het NT, en daarmee de tijd waarin Paulus leefde, en onze tijd ligt een wereld van verschil. Wij hebben het verslag van Gods ingrijpend handelen in boekvorm beschikbaar en zijn in staat om de bladzijden om te staan en onze conclusies te trekken. Daarentegen (be)leefden Paulus en zijn tijdgenoten het aan den lijve zonder een volgende bladzijde te kunnen lezen. Een ander groot verschil is dat wij nu in een (weliswaar post-) christelijke cultuur leven, waarin ook de joodse traditie een zekere plaats heeft gekregen, terwijl Paulus middenin de joodse cultuur stond, de realiteit van de beloofde Messias voor ogen kreeg en het een plaats moest geven. In Handelingen lezen we dat de eerste gelovigen een aparte groep vormden naast de traditionele joden. (1) Naar mate het doordrong dat bepaalde aspecten van het joodse leven niet meer relevant waren (2) omdat ze slechts een voorafschaduwing waren van hetgeen in Jezus Christus was vervuld, ontstond een verwijdering en een zekere verzelfstandiging uit de joodse cultuur. (3) Gedacht kan worden aan bijvoorbeeld het vervallen van de relevantie van het Jom Kipoer of Grote Verzoendag feest, maar ook van andere zaken die in de schaduw staan van de realiteit in Jezus Christus. Wanneer blijkt dat ook de gelovigen uit de heidenen de zelfde Gods-beloften (de Heilige Geest) ten deel valt als de gelovigen uit de joden worden zij opgenomen in de gemeente en vormen ze samen een nieuwe gemeenschap: Christenen. (4) [En ze leefde nog lang en gelukkig?] (1) Hand.5:12b-13 De gelovigen kwamen eensgezind bijeen in de zuilengang van Salomo, en ofschoon niemand zich daar bij hen durfde te voegen, sprak het volk vol lof over hen. (2) Hebr.9:13 Als Hij spreekt van een nieuw (verbond), heeft Hij daarmede het eerste voor verouderd verklaard. En wat veroudert en verjaart, is niet ver van verdwijning. (3) Hand. 6:13-14 Ze lieten valse getuigen komen, die verklaarden: ‘Deze man keert zich steeds weer tegen de tempel en de wet, want we hebben hem horen zeggen dat Jezus uit Nazaret de heilige plaats zal afbreken en de gebruiken die Mozes ons heeft overgeleverd zal veranderen.’ (4) Hand.11:17-18 Als God hun wegens hun geloof in de Heer Jezus Christus hetzelfde geschenk wilde geven als ons, hoe had ik hem daar dan van kunnen weerhouden?’ Toen ze dat gehoord hadden, waren ze gerustgesteld en loofden ze God met de woorden: ‘Dan geeft God dus ook de heidenen de kans om tot inkeer te komen en het nieuwe leven te ontvangen.’
Paulus joodse traditie, wetten en levensstijl door Andries Pasterkamp - 2011
Blz.3
De wet bepaalt: Een rode draad door al Paulus' brieven is het begrip Wet. Omdat het Bijbelse woord Wet zowel een religieus als maatschappelijke betekenis kan hebben, eerst een toelichting op de maatschappelijke betekenis; In de Grondwet van ons land, het Wetboek van Strafrecht en een aantal andere wetten is vastgelegd wat niet mag en wat strafbaar is. Er zijn 2 soorten strafbare feiten: •
Overtredingen - Dit zijn schendingen van regels die onze maatschappij ordenen, schendingen die niet als ernstig worden beschouwd. Bijvoorbeeld door rood licht rijden of wildplassen.
•
Misdrijven - Dit zijn relatief zware strafbare feiten, gedragingen die door iedereen als moreel onaanvaardbaar worden beschouwd. Bijvoorbeeld moord, mishandeling en diefstal.
Wetten of regels zijn bedoeld om problemen te voorkomen. Als een regel bepaald of iets wel of niet mag, hoeven mensen daar geen ruzie over te maken. Regels hebben alles te maken met normen en waarden. Waarden zijn opvattingen, die een groep mensen belangrijk vindt. Bij waarden kun je denken aan termen als 'rekening houden met elkaar' of 'respect hebben voor het eigendom van anderen'. Normen zijn regels die uit waarden voortkomen. Bij de waarde 'respect hebben voor het eigendom van anderen', horen de formele, geschreven wetten, die diefstal of vernieling verbieden. De belangrijkste wet is de Grondwet. Hierin staan de belangrijkste rechten en plichten die voor alle inwoners van een land gelden. De Nederlandse Grondwet is niet 1:1 gebaseerd op de tien geboden uit de Bijbel, maar in de tijd dat de grondwet werd opgesteld leefden wij wel (en nog steeds) in een christelijke cultuur, dus mag je er van uitgaan dat deze cultuur wel van invloed is geweest bij het opstellen van de Grondwet. Een vorm van 'Wetten, Normen en Waarden' vind je in elke cultuur en tijd terug, en daaarmee ook in zo genoemde heidense culturen. Oudere varianten van zulk een lijst van geboden en verboden waren onder meer reeds bekend in het Oude Egypte. Paulus brengt zijn kijk op de Wet met betrekking tot de heidenen als volgt onder woorden: Wanneer toch heidenen, die de wet niet hebben, van nature doen wat de wet gebiedt, dan zijn dezen, ofschoon zonder wet, zichzelf tot wet; (Rom.2:14 ) daarom, dat uit werken der wet geen vlees voor Hem gerechtvaardigd zal worden, want wet doet zonde kennen. (Rom.3:20) Wat zullen wij dan zeggen? Is de wet zonde? Volstrekt niet! Ja, ik zou de zonde niet hebben leren kennen, tenzij door de wet; immers, ook van de begeerlijkheid zou ik niet geweten hebben, indien de wet niet zei: gij zult niet begeren. (Rom.7:7)
Gods wetten: Ondanks een relatie tussen staatkundige wetten en Gods geboden (de Wet of de Torah) is er een wezenlijk verschil tussen deze twee; Daarom zullen we ook moeten weten wat met het Bijbelse begrip Wet bedoeld wordt. In het Oude Testament gaat het natuurlijk vooral om de wetten van Mozes, de Sinaïtische Wet. Maar tegelijk blijkt daar al dat de Wet heel wat meer is dan een lijstje ge- en verboden. De Wet is een openbaring van God Zelf en vormt een vaderlijke onderwijzing aan zijn volk voor het héle leven van de mens. Paulus joodse traditie, wetten en levensstijl door Andries Pasterkamp - 2011
Blz.4
Na Jezus dood en opstanding is er een andere visie op deze wetten ontstaan: Er zijn drie belangrijkste visies: Verbondstheologen leren dat christenen nog steeds onder de Wet van Mozes staan, maar dan alleen onder het morele gedeelte (ideeën over goed en slecht) ervan. Volgens hen heeft het civiele deel (burgerlijk) en het ceremoniële gedeelte van de Wet sinds Christus afgedaan. Bedelingstheologen leren dat christenen niets meer met de Wet van Mozes te maken hebben. Er wordt gesteld dat wij niet meer onder de wet leven, maar onder de genade (1) en daarmee van de Wet zijn vrijgemaakt. (2) Messiaanse theologen stellen dat op z'n minst de Messias belijdende Joden nog steeds onder de hele Wet van Mozes staan. Of en in hoeverre dat ook geldt voor gelovigen uit de volken, daar zijn de meningen over verdeeld. (1) Rom.6:14 De zonde mag niet langer over u heersen, want u staat niet onder de wet, maar leeft onder de genade. (2) Rom.7:6 We waren aan de wet geketend, maar nu zijn we bevrijd; we zijn dood voor de wet, zodat we niet meer de oude orde van de wet dienen, maar de nieuwe orde van de Geest.
Een andere benadering: Tegenover de drie genoemde visies staat de constatering dat er maar één eeuwige Torah is, waaronder Gods volk in alle fasen van de heilsgeschiedenis gesteld is, maar die in elke fase haar eigen gestalte heeft. Volgens Paulus staan wij (gelovigen) niet meer onder de Wet van Mozes, maar onder de 'wet van Christus' (1,2). De eis van de wet wordt in ons vervuld in liefde door de kracht van de Heilige Geest. (3,4) Zo we blijven bij deze volmaakte wet zullen we door die zelfde wet (niet) geoordeeld worden (5,6). De reformatorische visie ziet terecht in dat wij altijd onder Gods geboden staan. Alleen is zij geneigd ons volledig onder het 'morele gedeelte' van de Wet van Mozes te plaatsen. (ideeën over goed en slecht) Daardoor komt zij ook in de knoop met het vierde gebod 'Gedenkt de sabbatdag' , dat vervolgens op de zondag wordt toegepast, terwijl in de Bijbel de sabbat nooit naar de zondag is overgeheveld. Toch, als Paulus over het christelijke leven schrijft, verwijst hij meermalen naar de Tien Geboden! (7,8,9) Hoe kan dat? Heel eenvoudig: ook volgens de Wet van Christus mogen wij niet liegen, stelen, moorden! Op de vraag hoe zich de Wet van Mozes en de Wet van Christus zich verhouden is het antwoord simpel; Ze overlappen elkaar, maar ze zijn niet identiek! Daarom kan er geen sprake van zijn dat de Torah is afgeschaft. Dat had Jezus trouwens Zelf al gezegd: 'Meent niet, dat ik gekomen ben om de wet of de profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen om te ontbinden, maar om te vervullen' (10). Waar wij van bevrijd zijn is niet de Torah als zodanig, integendeel, in elke bedeling leeft de ware gelovige volgens Gods geboden. Maar we zijn verlost van het wetticisme ervan; het haast eindeloze aantal leefregels die ons van buiten af in het gareel moeten houden. (1) 1Kor.9:21 hun, die zonder wet zijn, ben ik geworden als zonder wet – hoewel niet zonder de wet van God, want ik sta onder de wet van Christus – om hen, die zonder wet zijn, te winnen. (2) Gal.6:2 Verdraagt elkanders moeilijkheden; zó zult gij de wet van Christus vervullen. (3) Rom.8:4 opdat de eis der wet vervuld zou worden in ons, die niet naar het vlees wandelen, doch naar de Geest. (4) Rom.13:10 De liefde doet de naaste geen kwaad; daarom is de liefde de vervulling der wet. (5) Jak.1:25 Maar wie zich verdiept in de volmaakte wet, die der vrijheid, en daarbij blijft, niet als een
Paulus joodse traditie, wetten en levensstijl door Andries Pasterkamp - 2011
Blz.5
vergeetachtige hoorder, doch als een werkelijk dader, die zal zalig zijn in zijn doen. (6) Jak.2:12 Spreekt zó en handelt zó als (mensen past), die door de wet der vrijheid zullen geoordeeld worden. (7) Rom.7:7 Moeten we nu vaststellen dat de wet hetzelfde is als de zonde? Absoluut niet. Ik ben me echter pas door de wet bewust geworden van de zonde. Ik zou immers niet weten wat begeerte was als de wet niet zei: ‘Zet uw zinnen niet op wat van een ander is.’ (8) Rom.13:9 Want: ‘Pleeg geen overspel, pleeg geen moord, steel niet, zet uw zinnen niet op wat van een ander is’ – deze en alle andere geboden worden samengevat in deze ene uitspraak: ‘Heb uw naaste lief als uzelf.’ (9) Efe.6:2 ‘Toon eerbied voor uw vader en moeder,’ dat is het eerste gebod waaraan een belofte verbonden is: (10) Matt.5:17 Meent niet, dat Ik gekomen ben om de wet of de profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen om te ontbinden, maar om te vervullen.
De wet in het OT en NT: Tijdens Paulus' tweede ontmoeting met de discipelen in Jeruzalem wordt wederzijds verslag gedaan over de uitwerking van de evangelie: Vanuit de discipelen klinkt de vreugdevolle opmerking: “en allen leven vol overtuiging volgens de wet.” (1) Voor de functie van de wet in het jodendom moeten we terug naar de tijd van Israël voor de christelijke jaartelling; toen was er maar één volk dat geloofde in één God (JHWH). Men was dan ook onder de wetmatigheid hiervan of men was heiden. Wie de wet minachtte, minachtte daarmee ook die ene God. Het is daarom onmogelijk de Halacha (de joodse leefwijze) binnen Israël te zien als de reden tot zaligheid. De Halacha is het juk dat men op zich neemt om daarmee te belijden dat men in de God van de wet (Israëls God) gelooft. Dit juk is niet onmogelijk zwaar want gehoorzaamheid leidt tot een gezegend leven wanneer daar met hart en ziel naar wordt geleefd. Een vergelijkbare reactie (het van harte aanvaarden van Gods wetten) vinden we ook in het OT wanneer daar momenten van opwekking zijn; Bijvoorbeeld tijdens de volksvergadering in Sichem onder Jozua, waarbij een vernieuwing van het Verbond plaatsvindt, (2,3,4) of na de tempel reiniging onder koning Josia, waarbij de wetsrollen herontdekt en voorgelezen worden. (5,6,7) Tegenover de zegen ten gevolge van het houden van de wet staat niet een verloren gaan door te weinig goede werken, maar een verloren gaan door ongeloof en minachting van de wet; door te leven als de volken. (1) Hand 21:19-20 Nadat Paulus hen begroet had, vertelde hij tot in bijzonderheden wat God door zijn verkondiging werk onder de heidenen tot stand had gebracht. Toen ze dat hoorden, prezen en eerden ze God en zeiden: ‘Je hebt kunnen zien, broeder, dat ook vele duizenden Joden het geloof hebben aanvaard, en allen leven vol overtuiging volgens de wet. (2) Joz.24:1-2 Jozua riep alle stammen van Israël bijeen in Sichem. Nadat hij de oudsten, stamhoofden, rechters en griffiers zich ten overstaan van God had laten opstellen, sprak hij tot het volk: ‘Dit zegt de HEER, de God van Israël: Jullie voorouders woonden lang geleden
(3) Joz.24:14-15 Nu dan,’ vervolgde Jozua, ‘eerbiedig de HEER, dien hem met onvoorwaardelijke trouw en doe de goden weg die uw voorouders ten oosten van de Eufraat en in Egypte hebben gediend. Dien alleen de HEER. Wanneer u daar niet toe bereid bent, kies dan nu wie u wel wilt dienen: de goden van uw voorouders ten oosten van de Eufraat of de goden van de Amorieten, van wie u nu het land bewoont. In ieder geval zullen ik en mijn familie de HEER dienen.’
Paulus joodse traditie, wetten en levensstijl door Andries Pasterkamp - 2011
Blz.6
(4) Joz.24:24 En het volk beloofde: ‘We zullen de HEER, onze God, dienen en gehoorzamen.’ (5) 2Kon.1-2 De koning ontbood de oudsten van Juda en Jeruzalem. Met alle inwoners van Juda en Jeruzalem, de priesters en de profeten, kortom, de hele bevolking, van hoog tot laag, begaf hij zich naar de tempel van de HEER. Daar las hij hun de hele tekst voor van het verbondsboek dat in de tempel was gevonden. (6) 2Kon.23:21-23 Terug in Jeruzalem beval de koning het volk: ‘Vier Pesach ter ere van de HEER, uw God, zoals het hier in het boek van het verbond beschreven staat.’ Sinds de tijd dat de rechters Israël bestuurden was Pesach namelijk niet meer op die manier gevierd, ook niet in de tijd van de koningen van Israël en Juda. Pas in het achttiende regeringsjaar van koning Josia werd in Jeruzalem weer op de juiste wijze Pesach gevierd ter ere van de HEER. (7) 2Cr.30:20-21 En de HEER verhoorde Jechizkia en vergaf het volk. Vol vreugde vierden de in Jeruzalem bijeengekomen Israëlieten zeven dagen lang het feest van het ongezuurde brood.
Paulus' onderwijs: Ten tijden van Paulus leefde men in een - zelfs naar onze maatstaven - geciviliseerde wereld; Er was een rechtssysteem, een uitgebreid wegennet, scholen, huizen met centrale verwarming, sanitair, badhuizen, etc. Dat alles wil nog niet zeggen dat de normen en waarden in die tijd ook goed waren, want welvaart breng vaak onreinheid en losbandigheid met zich mee. (1) Ondanks dat legt Paulus in zijn pastorale brieven geen algehele leefregels neer, maar gaat hij in op specifieke vragen en misstanden die speelden in de gemeenten; zoals discussies over je joodse (stam) afkomst (2), het houden van bepaalde feestdagen (3a) , vormen van zelfvernedering, maar ook verwerpelijke vereringen van personen of ideeën. (3b) Daarnaast komen we in Paulus' brieven ook volop levensbeschouwelijke onderwerpen tegen welke een richtlijn vormen voor een evenwichtig en God welgevallig leven. Tegelijkertijd geeft dat ons ook informatie over de cultuur van die tijd, waarvan Paulus terecht opmerkt; “Gij geheel anders!” (4) (1) Efe.4:17-32 Zij hebben zich immers in hun verdoving overgegeven aan de losbandigheid om gretig winst te slaan uit allerlei onreinheid. ... (2) 1Tim.1:1-4 Van Paulus, ... Aan Timoteüs, ... Toen ik naar Macedonië vertrok, heb ik je gevraagd in Efeze te blijven. Je moet voorkomen dat bepaalde mensen daar een afwijkende leer onderwijzen en zich verdiepen in verzinsels en eindeloze geslacht-registers. Die leiden meer tot speculaties dan tot de vervulling van de taak die God met het geloof gegeven heeft. (3) Col.2:16-20 Laat niemand u iets voorschrijven op het gebied van eten en drinken of het vieren van feestdagen, nieuwe maan en sabbat. Dit alles is slechts een schaduw van wat komt – de werkelijkheid is Christus. Laat u niet veroordelen door mensen die opgaan in zelfvernedering en engelen verering, zich verdiepen in visioenen of zich laten voorstaan op eigen bedenksels. Zulke mensen richten zich niet naar het hoofd, van waaruit God het hele lichaam, door gewrichtsbanden en pezen ondersteund en bijeengehouden, doet groeien. Als u met Christus dood bent voor de machten van de wereld, waarom laat u zich dan geboden opleggen alsof u nog in de wereld leeft? (4) Efe.4:20 Maar gij geheel anders: gij hebt Christus leren kennen.
De nieuwe levenswandel: In zijn pastorale brieven geeft Paulus onder meer richtlijnen voor het aanstellen van leidinggevenden (oudsten en diakenen) in de gemeente. (1,2) Door de voorbeeldfunctie ervan gelden deze voorwaarden net zo goed voor alle gemeenteleden. Wij kunnen ons - om als christenen te kunnen leven - niet buiten de wereld plaatsen, maar wel als voorbeeld leven te midden van de wereld om ons heen.
Paulus joodse traditie, wetten en levensstijl door Andries Pasterkamp - 2011
Blz.7
Opvallend in dit licht is het getuigenis van de apostelen met betrekking tot de gelovig geworden joden; ze zijn ijveraars van de wet geworden! (4) Dat wat de wet voorheen oplegde, ging men nu als vanzelfsprekend doen, door de inwoning van Gods Geest. (1) 1Tim.3:2 Een opziener moet onberispelijk zijn. Hij kan slechts de man van één vrouw zijn en hij moet sober, bezonnen, gematigd, gastvrij en een goede leraar zijn. (2) 1Tim.3:12 Een diaken mag maar één vrouw hebben en moet goed leiding geven aan zijn kinderen en zijn huisgenoten. (3) Tit.1:6 dat gij niet langer moogt wandelen zoals ook de heidenen wandelen, in de ijdelheid van hun denken, verduisterd in hun verstand, vervreemd van het leven Gods om de onwetendheid, die in hen heerst, om de verharding van hun hart. Zij hebben zich immers in hun verdoving overgegeven aan de losbandigheid om gretig winst te slaan uit allerlei onreinheid. (4) Hand.21:20 En zij loofden God, toen zij dit hoorden, en zeiden tot hem: Gij ziet, broeder, hoevele duizenden er onder de Joden gelovig zijn geworden en allen zijn zij ijveraars voor de wet;
Wet van Christus: Eén ding mag duidelijk zijn: Paulus en de andere apostelen hebben hun leven lang niet alleen de Messiaanse Torah, maar ook de Mozaïsche Torah onderhouden, zolang deze niet met de Messiaanse Torah in conflict kwam. Zij bleven in zekere zin jood. De Messiaanse Torah staat niet tegenover de Mozaïsche Torah, maar is juist de vergeestelijking, de verdieping en de verrijking ervan, want:
'Gij zult niet doden' betekent in de Wet van Christus: 'Wat liefde is, hebben we geleerd van Hem die zijn leven voor ons gegeven heeft. Daarom horen ook wij ons leven te geven voor onze broeders en zusters. ' (1Joh. 3:16).
'Gij zult niet stelen' betekent in de Wet van Christus: 'Laat wie steelt niet meer stelen, maar eerlijk de kost verdienen door zelf hard te werken om iets weg te kunnen geven aan wie het nodig heeft.' (Efe.4:28).
'Gij zult niet echtbreken' betekent in de Wet van Christus: 'Mannen, heb uw vrouw lief, zoals Christus de kerk heeft liefgehad en zich voor haar heeft prijsgegeven' (Efe.5:25).
Het kernpunt hierin is de vaak gespannen verhouding tussen Gods genade enerzijds en onze eigen verantwoordelijkheid anderzijds. Er is in dit opzicht geen tegenstelling tussen de twee verbonden, want het Nieuwe Verbond is niets anders dan de vernieuwing van het Oude Verbond. Het grootste verschil tussen het Oude en het Nieuwe Verbond is Jezus, wiens persoon en werk de basis vormen voor de vervulling van de beloften die God al onder het Oude Verbond aan de mens had gedaan; We krijgen een nieuwe hart, (1) door de Heilige Geest. Vandaar ook Paulus' uitspraak: 'u bent een brief van Christus, door ons opgesteld, niet met inkt geschreven maar met de Geest van de levende God, niet in stenen platen gegrift maar in het hart van mensen.' (2) Waarom de Messiaanse Torah de Mozaïsche Torah (nog) niet vervangen heeft moge duidelijk zijn uit Jezus' woorden; Toen vroegen ze hem: ‘Waarom heeft Mozes dan voorgeschreven ... Hij antwoordde: ‘Omdat u harteloos en koppig bent, daarom heeft Mozes ... Maar dat is niet vanaf het begin zo geweest. (3) (1) Eze 36:26 een nieuw hart zal Ik u geven en een nieuwe geest in uw binnenste; het hart van steen zal Ik
Paulus joodse traditie, wetten en levensstijl door Andries Pasterkamp - 2011
Blz.8
uit uw lichaam verwijderen en Ik zal u een hart van vlees geven. (2) 2Kor.3:3 u bent een brief van Christus, door ons opgesteld, niet met inkt geschreven maar met de Geest van de levende God, niet in stenen platen gegrift maar in het hart van mensen. (3) Mat.19:7-8 Toen vroegen ze hem: ‘Waarom heeft Mozes dan voorgeschreven ... Hij antwoordde: ‘Omdat u harteloos en koppig bent, daarom heeft Mozes ... Maar dat is niet vanaf het begin zo geweest.
Vooroordelen: Wanneer we geen onderscheid aanbrengen tussen het morele (ideeën over goed en slecht), het civiele (burgerlijk) en het ceremoniële gedeelte van de Wet, lijkt het wel dat de Bijbel zich op diverse plaatsen tegenspreekt; Zo laat Jezus na een genezing wel de voorgeschreven offers brengen (1), maar houdt zich vervolgens zelf niet aan de sabbatrust. (2) In deze lijn liggen ook de getuigenissen die tegen Jezus (3) en later ook over zijn volgelingen (4) worden afgelegd; “dat Jezus uit Nazaret de heilige plaats zal afbreken en de gebruiken die Mozes ons heeft overgeleverd zal veranderen.” Want in de ogen van de tegenstander valt er altijd wat aan te merken! (5) (1) Math.8:4 Jezus zei tegen hem: ‘Denk erom dat u er met niemand over praat, maar ga u aan de priester laten zien en breng als getuigenis voor de mensen het offer dat Mozes heeft voorgeschreven.’ (2) Math.12:1 In die tijd liep Jezus op een sabbat door de korenvelden. Zijn leerlingen hadden honger en begonnen aren te plukken en ervan te eten. (3) Math.26:59-61 De hogepriesters en het hele Sanhedrin probeerden een valse getuigenverklaring tegen Jezus te laten afleggen op grond waarvan ze hem ter dood zouden kunnen veroordelen, maar ze vonden er geen, hoewel zich vele valse getuigen meldden. Ten slotte meldden er zich twee die zeiden: ‘Die man heeft gezegd: “Ik kan de tempel van God afbreken en in drie dagen weer opbouwen.”’ (4) Hand.6:12-14 Ten slotte namen ze Stefanus gevangen en brachten hem voor het Sanhedrin. Ze lieten valse getuigen komen, die verklaarden: ‘Deze man keert zich steeds weer tegen de tempel en de wet, want we hebben hem horen zeggen dat Jezus uit Nazaret de heilige plaats zal afbreken en de gebruiken die Mozes ons heeft overgeleverd zal veranderen.’ (5) Luc.7:33-34 Want Johannes de Doper is gekomen, hij eet geen brood en drinkt geen wijn, en jullie zeggen: “Hij is door een demon bezeten.” De Mensenzoon is gekomen, hij eet en drinkt wel, en jullie zeggen: “Kijk, wat een veelvraat, wat een dronkaard, die vriend van tollenaars en zondaars.”
Paulus een anti-jood? De apostel Paulus was geen solist; hij stond met zijn evangelie binnen de kring van alle apostelen en op het fundament van Jezus Christus. Zijn taak voor de heiden-christenen bracht mee dat hij vanuit hun optiek enkele brieven heeft geschreven over de betekenis van de joodse wet en van het volk Israël. Daarbij lag het accent op de vrijheid van die wet voor de onbesneden christenen. Betekende dit nu dat Paulus daarmee een anti-jood was geworden? Nee; Met dankbaarheid noteert Paulus vaak dat zijn medewerkers volksgenoten zijn. (1,2) In zijn brieven blijft Paulus spreken over de voorrechten van het joodse volk en draagt hij hen een warm hart toe. (3) Nergens zegt of schrijft Paulus dat de wet zou zijn afgeschaft voor het joodse volk of dat deze slecht is geweest. In dat licht moeten we ook een passage lezen waarin Paulus een vergelijking maakt met wat de gelovigen in Tessalonica overkomt en het leed dat de joodse christenen ervaren van hun landgenoten; “De maat van hun zonden raakt nu vol ... omdat ze ons beletten andere volken bekend te maken hoe ze kunnen worden gered.” (4) Paulus conclusie lijkt in schril contrast te staan met zijn intense gevoelens voor zijn volksgenoten zoals hij deze beschrijft in zijn brief aan de Romeinen; “ik ben diepbedroefd en
Paulus joodse traditie, wetten en levensstijl door Andries Pasterkamp - 2011
Blz.9
word voortdurend door verdriet gekweld. Omwille van mijn volksgenoten” (5) In de betreffende passage aan de Tessalonicenzen verwenst hij ze niet, maar legt hij de situatie onder Gods oordeel. In zijn retorische opbouw van de Romeinen-brief stelt hij zichzelf, als geboren jood, juist als voorbeeld en doet hij een hartstochtelijk beroep op Gods beloften met betrekking tot het behoud van zijn eigen vlees en bloed. (1) Rom.16:7 Groet Andronikus en Junia, mijn volksgenoten die met mij in de gevangenis hebben gezeten, die als apostelen veel aanzien genieten en die eerder dan ik één met Christus zijn geworden. (2) Kol.4:10-11 Aristarchus, mijn medegevangene, Barnabas’ neef Marcus (over wie u al instructies hebt gekregen: ontvang hem gastvrij wanneer hij bij u komt) en Jezus Justus groeten u; zij zijn de enige Joden die met mij meewerken voor Gods koninkrijk, en ze zijn dan ook een grote troost voor me geweest. (3) Hand.24:14-17 Maar wel wil ik hier verklaren dat ik overeenkomstig de Weg, die zij een sekte noemen, de God van onze voorouders dien en dat ik geloof in alles wat in de Wet en de Profeten geschreven staat; en evenals mijn aanklagers hoop en verwacht ik dat God zowel de rechtvaardigen als de onrechtvaardigen uit de dood zal doen opstaan. Daarom tracht ook ik steeds mijn geweten zuiver te houden tegenover God en de mensen. Na verscheidene jaren ben ik naar Jeruzalem gekomen om giften te brengen voor mijn volk en offers op te dragen. (4) 1Tes.2:14-16 Het is u vergaan, broeders en zusters, als Gods gemeenten in Judea die Christus Jezus toebehoren. U hebt even zwaar onder uw stadsgenoten geleden als zij onder de Joden. Die hebben de Heer Jezus en de profeten gedood en ons tot het uiterste vervolgd. Ze mishagen God en zijn alle mensen vijandig gezind, omdat ze ons beletten andere volken bekend te maken hoe ze kunnen worden gered. De maat van hun zonden raakt nu vol, en Gods veroordeling is ten volle over hen gekomen. (5) Rom.9:1-5 Omdat ik één ben met Christus spreek ik de waarheid, en mijn geweten, geleid door de heilige Geest, is mijn getuige dat ik niet lieg: ik ben diepbedroefd en word voortdurend door verdriet gekweld. Omwille van mijn volksgenoten, de broeders en zusters met wie ik mijn afkomst deel, zou ik bijna bidden zelf vervloekt te worden en van Christus gescheiden te zijn; omwille van hen, de Israëlieten, die God als zijn kinderen heeft aangenomen en aan wie hij zijn nabijheid, de verbonden, de wet, de tempeldienst en de beloften heeft geschonken; omwille van het volk dat van de aartsvaders afstamt en waaruit Christus is voortgekomen. God, die boven alles verheven is, zij geprezen tot in eeuwigheid. Amen. (6) Rom.11:1-2 Ik vraag dan: God heeft zijn volk toch niet verstoten? Volstrekt niet! Ik ben immers zelf een Israëliet, uit het nageslacht van Abraham, van de stam Benjamin. God heeft zijn volk niet verstoten, dat Hij tevoren gekend heeft. (7) Rom.11:13-14 Juist omdat ik apostel der heidenen ben, acht ik dit de heerlijkheid van mijn bediening, dat ik zo mogelijk de na-ijver van mijn vlees (en bloed) mocht opwekken, en enigen uit hen behouden.
Paulus inconsequent ? Tot op de dag van vandaag worden er vraagtekens gezet rond de principiële uitgangspunten van Paulus (1,2) ; Hoe kon hij enerzijds de vervulling van de Wet verkondigen (3) en aan de andere kant, zonder bezwaren, een wettelijke verplichting op zich nemen? (4,5) Zonder achtergrondinformatie zou je Paulus als inconsequent bestempelen. Blijkbaar had het voor Paulus zelf een functie en handelde hij niet wetmatig! Hij koos er soms bewust voor als jood te handelen om daarmee toegang te krijgen tot zijn volksgenoten.(6) Toch laat Paulus' pragmatische afweging over bijvoorbeeld het eten van offervlees (7) zien dat zelfs achter een functie een wetmatigheid schuil gaat; (8,9,10) Je kunt zelf ergens vrij in zijn, maar moeten nalaten om een ander. (1) Gal.5:2 Luister naar wat ik, Paulus, tegen u zeg: als u zich laat besnijden, zal Christus u niets baten (2) 1Kor.7:18 Iemand die besneden was toen God hem riep, moet het niet ongedaan laten maken. Iemand
Paulus joodse traditie, wetten en levensstijl door Andries Pasterkamp - 2011
Blz.10
die onbesneden was toen God hem riep, moet zich niet laten besnijden. (3) Gal.2:3-5 Maar zelfs Titus, die mij vergezelde, werd niet gedwongen zich te laten besnijden, hoewel hij toch een Griek is. Dat wilden alleen een paar schijn broeders, ... Maar we zijn geen moment voor hen gezwicht, want de waarheid van het evangelie moest in uw belang behouden blijven. (4) Hand.16:1-5 Hij kwam ook in Derbe en Lystra. In Lystra ontmoette hij een leerling die Timoteüs heette, de zoon van een gelovig geworden Joodse vrouw en een niet-Joodse vader. Timoteüs stond goed aangeschreven bij de gelovigen in Lystra en Ikonium, en Paulus wilde hem met zich meenemen op reis. Hij liet hem eerst besnijden ter wille van de Joden in Lystra en Ikonium, die immers allen wisten dat Timoteüs een niet-Joodse vader had. (5) Hand.21:21-24 Nu is hun verteld dat jij (Paulus) de Joden die onder de heidenen wonen aanspoort tot ontrouw aan Mozes; je zou beweren dat ze hun kinderen niet hoeven te besnijden en dat ze zich niet aan de voorschriften hoeven te houden. Hoe weerleggen we dit? Ze zullen ongetwijfeld horen van je komst. Doe daarom wat wij je zeggen. Er zijn bij ons vier mannen die een gelofte hebben afgelegd. Neem hen met je mee, laat je samen met hen reinigen en betaal voor hen de kosten van de offers, waarna ze hun haar kunnen laten afscheren. Dan zal iedereen inzien dat de verhalen die over jou worden verteld onwaar zijn, en dat ook jij doet wat de wet voorschrijft. (6) 1Kor.9:20 Voor de Joden ben ik als een Jood geworden om hen te winnen. Ikzelf sta niet onder de Joodse wet, maar toch heb ik me eraan onderworpen om hen die er wel onder staan te winnen. (7) Hand.15:29 onthoud u van offervlees dat bij de afgodendienst is gebruikt, van bloed, van vlees waar nog bloed in zit, en van ontucht. Als u zich hier aan houdt, doet u wat juist is. Het ga u goed.’ (8) 1Kor.8:4 Wat nu het eten van offervlees betreft: wij weten dat er in de hele wereld niet één afgod echt bestaat en dat er maar één God is. (9) 1Kor.8:7 Maar niet iedereen bezit deze kennis. Sommigen van u zijn zo aan hun afgod gewend dat ze het offervlees nog altijd als een offer aan die afgod zien. Hierdoor wordt hun geweten, dat zwak is, bezwaard. (10) 1Kor.8:10 Wanneer namelijk iemand met een zwak geweten ziet dat u, met uw kennis, in een afgodentempel deelneemt aan een maaltijd, wordt hij er dan niet toe verleid dat offervlees te eten?
Integratie: De twee brieven aan Timoteüs en de brief aan Titus worden de Pastorale Brieven genoemd, omdat deze instructies bevatten voor de leiders van de gemeenten en betrekking hebben op hun pastoraal beleid. Uit de brieven kan worden opgemaakt dat er van een heftige discussie met Joodse medegelovigen binnen de gemeente geen sprake meer is; De gemeente heeft haarn houding bepaald ten opzichte van hun culturele omgeving. (1) De scheiding is niet langer waar je vandaan komt, maar te midden van wie je woont. (1) Efe.2:13-20 Maar thans in Christus Jezus zijt gij, die eertijds veraf waart, dichtbij gekomen door het bloed van Christus. Want Hij is onze vrede, die de twee één heeft gemaakt ...Zo zijt gij dan geen vreemdelingen en bijwoners meer, maar medeburgers der heiligen en huisgenoten Gods, gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, terwijl Christus Jezus zelf de hoeksteen is.
Slot: Paulus heeft ons een geweldig rijk nalatenschap gelaten; Zijn onderwijs vanuit een degelijke kennis van de Schrift en de joodse traditie. Tot slot deze oneliner van Paulus: “Onderzoek alles, behoud het goede” (1Tess.5:21)
Paulus joodse traditie, wetten en levensstijl door Andries Pasterkamp - 2011
Blz.11
De praktijk: Begin zeventiger jaren heb ik een live uitvoering van een 'Come Together' mogen meemaken. Bij dit evenement, waarvan de LP-uitvoering met Pat Boone in de gastrol destijds een bestseller was, gaf de spreker een beschrijving hoe Gemeenteleden met elkaar en met anderen behoren om te gaan. Dit deed hij aan de hand een aantal Bijbelgedeelte, ontleend aan Col.3, Rom.12 en Gal.6, welke voor dit doel waren samengevoegd tot één geheel. Hieronder een vrije vertaling; Wanneer we de aanmoedigingen en richtlijnen van apostel Paulus ter harte nemen, zullen ook wij 'mensen van de Weg' genoemd worden, want: "Jullie zijn het volk van God. Hij houdt van jullie, en koos jullie voor zich. Wees vriendelijk voor elkaar, vergeef elkaar, zoals de Heer ook jou vergeven heeft. Houdt van elkaar met een puur hart; voortdurend. Laat je hart vol zijn van Jezus' woorden. Leer ze aan elkaar, wijs elkaar terecht en zing erover in psalmen, lofgezangen en geestelijke liederen en dank God in alles. Weest zachtmoedig en geduldig met elkaar. Heb medeleven met elkaar. Verheug je met de blijden en ween met de treurenden. Deel je bezittingen met je medemens. Open je huis voor vreemdelingen. Draag elkaars lasten en vervul zo de wet in Jezus Christus. Zo zullen jullie één grote, gelukkige familie zijn. Elkaar liefhebbend met een zacht en nederig hart. Eer elkaar, denk niet alleen aan jezelf. Toon respect voor iedereen, ongeacht kleur of ras. Probeer het een ander naar de zin te maken, niet om de eer van mensen, maar met een voortdurende bereidwillige houding en met ontzag voor God. Bouw elkaar op in je allerheiligst geloof. Veroordeel elkaar niet en leef zo dat een medebroeder niet door jou houding zal struikelen en tot zonde komt. En zo iemand tot zonde komt, leidt hem zachtmoedig terug op de weg, het zou jou ook eens kunnen overkomen. Beken je fouten aan elkaar, bidt voor elkaar opdat je genezing zult ontvangen. Inderdaad, zo zijn jullie het volk van God. Hij houdt van jullie en Hij heeft jullie voor zich verkozen. Wees het eens met elkaar en leef tezamen in perfecte vrede en harmonie en laat er geen verdeeldheid onder jullie zijn. Wees één van gedachte en geest. Steun elkaar, vooral nu jullie zien dat de komst van de Heer aanstaande is. Herinner elkaar aan deze dingen terwijl het nog dag is, zodat niemand van jullie terug zal vallen door de verleiding van de zonde. Vertroost elkaar met deze woorden: De Heer zal spoedig weerkomen! Is het niet opwindend dat de profetische woorden over de wederkomst van Jezus in vervulling gaan, vlak voor onze ogen? De Bijbel zegt: Hij die deze hoop in zich heeft, reinigt zichzelf. Wees niet wereldsgezind, maar wordt veranderd in je denken. Jezus zei dat voor Zijn terugkomst de duisternis zou toenemen en liefde onder de mensen zou verkillen. Hij wil niet dat we zijn zoals de rest van de wereld. Zet je wortels diep in Gods woord, zet je zinnen op geestelijke zaken. Jezus droeg ons op Zijn getuigen te zijn. Wanneer de discipelen dat niet gedaan hadden, waren wij nu allemaal dood door onze zonden. Discipelschap is geen keuzevak zoals op school; maar God wil dat we Hem dienen met een brandend hart. Dat we stand houden bij tegenstand en verachting. Dat we het kruis opnemen en het evangelie aan een ieder verkondigen. Vele heiligen zijn ons voorgegaan en hebben hun leven afgelegd voor het evangelie. Het is het meest belangrijke in de wereld, want het is de kracht Gods voor een ieder die gelooft! Jezus komt terug, en dit keer niet als een lam, geslacht voor onze zonden, maar zoals de apostel Johannes het zag in zijn openbaring: Als Koning der koningen en Heer der heren! “ Bron: www.columns4you.nl item 'De Praktijk'
Paulus joodse traditie, wetten en levensstijl door Andries Pasterkamp - 2011
Blz.12