Hebreeuwse en Joodse verklarende woordenlijst A Aartsvaderen – Avraham, Jitschak en Ja’akov Aartsmoeders – Sara, Rebekka, Rachel en Lea Acharoniem – geleerden, die leefden tussen 1500 en nu Agada / Agadisch – levensbeschouwelijk deel van de Talmoed Alef Bet / Alef Bet – het Hebreeuwse alfabet Al Kidoesj Hasjeem – ter heiliging van G’ds naam Alenoe – zie onderdelen van het gebed Alia – stijging; emigratie naar Israël Amora(iem) – geleerden, die inde Talmoed worden vermeld en leefden tussen 200 en 500 Aniem Zemirot – zie onderdelen van het gebed Aron Hakodesj – Heilige Arke Asjkenazi – Hoogduitse jood – afkomstig uit Midden- of Oost-Europa Asjree - zie onderdelen van het gebed Asjkenazisch – Duits of West-Europese Avinoe Malkenoe – liturgisch gedicht voor de tien dagen van inkeer van Rosj Hasjana tot Jom Kippoer Av Bet Dien – voorzitter van het Rabbinale Hof Aveel / Aveliem – rouwende/ rouwende Aveel jaar – rouwjaar Avera – Nalaten van een gebod of overtreden van een gebod
B B.T. – Babylonisch Talmoed Barachoe - zie onderdelen van het gebed Bar (m) of Bat (v) mitswe - kerkelijke meerderjarigheid Beet ha Knesset / Sjoel (J) / Beis haknesses (J) - synagoge / Sjtiebel (J) – officieuze synagoge Bet-Dien – Rabbinale Hof Beet hamidrasj - leerhuis Bet Josef – commentaar van R. Joséf Karo op de Toer van R. Ja’akov Asjierie Ben Lamed – rouwende in de eerste rouwmaand Bensjen – het uitspreken van birkat hamazon na een broodmaaltijd Ben Zajin – rouwende in de eerste rouwweek Bracha / Berachot – lofzegging(en)zedenspreuk(en) Briet Ha Chadasja – het vernieuwde verbond Bikkoer Choliem - ziekenbezoek Birkat Hamazon – dankgebed, dat gezegd wordt na een broodmaaltijd Bisjoel Nochri – voedsel wat door niet-joden bereid is Bracha – zegening uitgesproken voor het doen van een mitswa of voor of na het eten Brachot – meervoud van bracha Brajta – een mondelinge traditie, die niet werd opgenomen in de Misjna van R. Jehoeda Hanassi Chagamiem – geleerden in het algemeen Briet ha Chadasja – het nieuwe verbond (nieuwe testament)
Mattitjahoe – Mattheüs Markos – Markus Loekas – Lukas Jochanan – Johannes Mivalot HaSjilichem – De Handelingen der Apostelen Ha Romie’iem – De brief van Paulus aan de Romeinen Ha Korieti’iem Alef – De eerste brief van Paulus aan de Korintiërs
Ha Korieti’iem Beet – De tweede brief van Paulus aan de Korintiërs Ha Kalati’iem – De brief van Paulus aan de Galaten Ha Efesi’iem – De brief van Paulus aan de Efeziërs Ha Pielipi’iem – De brief van Paulus aan de Filippenzen Ha Kolamiem – De brief van Paulus aan de Kolossenzen Ha Taslonieki’iem Alef – De eerste brief van Paulus aan de Tessalonicenzen Ha Taslonieki’iem Beet – De tweede brief van Paulus aan de Tessalonicenzen Ha Tiemoti’iem Alef – De eerste brief van Paulus aan Timotheüs Ha Tiemoti’iem Beet – De tweede brief van Paulus aan Timotheüs Titos – De brief van Paulus aan Titus Pieleemon – De brief van Paulus aan Filemon Ha Ivriem – De brief aan de Hebreeën Ja’akow – De brief van Jakobus Kefa Alef - De eerste brief van Petrus Kefa Beet - De tweede brief van Petrus Jochanan Alef - De eerste brief van Johannes Jochanan Beet - De tweede brief van Johannes Jochanan Gimel - De derde brief van Johannes Jehoeda – De brief van Judas Chizzojon - De Openbaring van Johannes Brit - verbond Briet mila / Bries (J) - besnijdenis
C Chacham – Opperrabbijn Chalav - melk Chalav Akoem - melk, door niet-joden gemolken Chala / Challe (J) – gevlochten brood dat met sjabbat gegeten wordt, vaak met sesam of maanzaad bestrooid Chameets – gerezen voedsel Chanoeka – inwijding, her-inwijdingsfeest van de tempel (24/25 Kislev – 2/3 Tevet) Chanoekia - speciale kandelaar voor Chanoeka met plaats voor 8+1 kaarsjes of olie houders Choepa / Choppe ( J) – (huwelijks) baldakijn van een talliet Choets La’arets – alle landen buiten Erets Jisraëel Chok – G’ddelijke wet, waarvan de reden ons niet bekend is Chazan / Chazzen (J) - voorzanger in de synagoge, die de dienst leidt (m) – (nik / ljg ) Chazanniet – voorzanger in de synagoge, die de dienst leidt (v) – (ljg) Chazanoet – geheel van synagogale liederen en melodieën Chesed - liefdewerken in het algemeen Choemasj - Pentateuch C.I.D.I. - Centrum Informatie en Documentatie Israël Codex - wetboek
D Davar / Devariem Sjebikedoesja – lett; zaak/ zaken in heiligheid: onderdelen van het gebed, die alleen met een minjan mogen worden gezegd Dayan / Dajen (J) – Rabbinale rechter Davvenen – bidden in het algemeen Dien/ Diniem – joodse wet, wetsbepaling(en) Drasja / Droosje (J) / Deraas (S)- predicatie Drejdel – draaitolletje waarmee spelletjes worden gespeeld op Chanoeka
E Elloel – Joodse zomermaand Erev Pesach - de dag vóór Pesach Erev Sjabbat – de dag vóór de sjabbat, vrijdag Etrog - een welriekende vrij grote citrusvrucht - zie ook loelav en soekkot Ezrat Jisraëel – tweede hof in de Tempel Ezrat Nasjiem – lett.: vrouwenafdeling :voorhof van de Tempel
G ĝan-eden – paradijs ĝeer tsedek - proseliet Gehinnom - hel Gemara (of Talmoed) - verzameling van verklaringen op de Misjna ĝon / Geoniem – geleerde(n), die leefde(n) vlak na de afsluiting van de Talmoed (600-1000) ĝola - ballingschap galoet - ballingschap Gesjoumerd – onder rabbinaal toezicht bereid Good sjabbes (A) - een algemene groet die tijdens de sjabbat gebruikt wordt
H Haftara – voorlezing uit de Profeten Hagada sjel Pesach – vertelling welke wordt verteld op sederavond van de uittocht uit Mitsrajim Hakadosj Baroech hoe - G’d. lett.: de Heilige geprezen zij Hij Halacha / Halachisch – het geldende recht in joodswettelijke zin Halachot - wetsbepalingen Hanoteen Tesjoe’a – Gebed voor het Koninklijk Huis Hasjeem – G’d (letterlijk: ‘de Naam’) Havdala / Havdole (J) - scheiding maken tussen de sjabbat of feestdag en de volgende werkdag Hechsjer – kasjroet garantie, afgegeven door een daartoe gerechtigde rabbinale autoriteit Hetter – door een rabbinale beslissing verkregen toestemming/dispensatie Hillel – leider van de Farizeeën en gezaghebbende geleerde in de periode van de 2e Tempel (n.C.)
I Iloei Nesjama – stijging van de ziel Issoer - verbond
J Jaartijddag - dag, waarop een familielid is overleden Jad – zilveren aanwijsstok die men gebruikt bij het lezen uit de Tora rol Juda de Makkabeeër – leider van de Makkabeeën opstand (16- N.C.) Jeroesjalajim - Jeruzalem J.T. – Jerzalemse Talmoed Jesjieva - Talmoedschool Jesjoea - Jezus J.H.M. – Joods Historisch Museum Jiddisch – Asjkenazische joden die omstreeks 1000 in de Rijnstreek is ontstaan, zich vandaar over de hele wereld heeft verspreid en voor de 2e WO door ruim tien miljoen joden werd gesproken; gebaseerd op Duitse dialecten, met Romaanse invloeden en veel Hebreeuwse en Aramese elementen; geschreven met Hebreeuwse letters. Veel woorden in het Nederlands komen voort uit het Jiddisch.
Jirat Sjamajim - G’dvrezendheid Jochanan - Johannes Jod – tiende letter uit het alef bet Jom Kipoer / Joum Kipoer (A) / Jom Kipper (J) - Grote verzoendag, op 10 Tisjrie, dag van vasten en boetedoening Jom Hasjoa – (lett. dag van de sjoa) dag van herdenking van e vervolging en vermoording van de joden in 2 e W.O. op 27 nisan Jom Tov - feestdag
K Kabbala (ontvanger) – mystieke joodse leer, vanaf de 12 eeuw Kasjeren – proces om een voorwerp, dat treife was geworden, in zijn vroegere kosjere status te herstellen Kasjroet – het stelsel van wetten, dat betrekking heeft op voedsel, dat al dan niet gegeten mag worden Keefa - Petrus Kedoesja – heiligheid Kedoesja-de-Sidra - zie onderdelen van het gebed in de Sidoer Kipa / Jarmoelke ( J ) / Keppel (J) / Kalotje – hoofddeksel voor mannen Kidoesj – heiliging, ceremonie ter inwijding van een feestdag of ceremonie Kibboets – collectieve gemeenschap of nederzetting in Israël Kinjan – symbolische bekrachtiging van b.v. verkoop Koheen / Kohaniem – priester(s) Leviet – afstammeling van Levi. Levieten waren de Tora-docenten in de Tempel Kol-Nidree / Kal-Nidree (S) / Kol-Nidrei (A) ( alle geloften) – gebed waar de dienst op Jom Kipper mee begint Koosjer / Kousjer (J) – toestand van voedsel, dranken en gebruiksvoorwerpen, die zijn toegestaan volgens de Tora-wet, zoals neergelegd in de Sjoelchan Aroech en zoals geïnterpreteerd door een orthodoxe rabbijnse autoriteit of het L.J.G.
L Lehavdiel – letterlijk om onderscheid te maken Leviet – afstammeling van de stam Levi. Levieten fungeerden in de Tempel en waren tevens Tora-docenten Liberaal Joodse Gemeente(n) – Kerkgenootschap v-h Nederlands Verbond voor Progressief Jodendom Lag Baomer – 33 ste dag van de omertelling op 18 Iar Latkes – aardappelkoekjes Loeach – joodse kalender ( de joodse agenda) Loelav – bundeling van een palmtak 3 mirtetakjes, 2 wilgentakjes en een etrog – zie ook soekkot Lucas - Lucas
M Maäriev – avondgebed Maäseer – afzondering van 1/10 deel van landbouw producten Maimonides ook bekend als RaMbaM – filosoof, arts en codificator, 1135-1204, Egypte Machzor (iem) – gebedenboek (en) voor de feestdagen Mageen Davied – schild van David, ook wel David ster genoemd Mamzeer – kind uit een verboden relatie Matse(s) – ongezuurd brood, gegeten met Pesach Masechet – traktaat van de Misjna of de Talmoed Masjiach – Messias, Verlosser Marcus - Marcus Mattitjahoe - Matthéüs Mazzeltov – goed geluk, een uitgesproken geluk wens Megilat Ester – boekrol met het Bijbelboek Ester Mezoeza / Mezozzes (J) / Mezoezo (A) – deurpost, tekstkokertje wat traditioneel aan de deurpost wordt bevestigd, o.a.
met teksten uit Deuteronomium, om te herinneren aan de geboden. Miderabbanan – ingesteld door de Rabbijnen Midrasj – uitleg * in het algemeen: het navorsen van de betekenis van alles wat in de Tora voorkomt ( hermeneutiek of exegese ) * specifiek: verzameling(en) van juridische en levensbeschouwelijk uitspraken n.a.v. en als verklaring op het Torawoord. Mikwe- waterbassin, dat geconstrueerd is volgens de wetten, die gelden voor de rituele onderdompeling, zoals vereist wordt voor tahara en voor het onderdompelen van voorwerpen, die voor voedsel worden gebruikt Mikve – ritueel bad Mincha - middaggebed Minhag / Minhagiem – gewoonten(n), joods gebruik, heeft dikwijls het gewicht van een wet; ook wel een speciale manier, waarop een mitswa wordt vervuld Min-HaTora – uit de Tora Minjan – quorum van 10 volwassen joodse mannen Minnich – neutraal voedsel of voorwerpen, die niet vleeskost en niet melk kost zijn Misjna – Mondelinge Leer, zoals die verzameld werd door r. Joehoeda Hanassi omstreeks 200 n.d.g.j. Misjnajot – bepalingen uit de Misjna (mondelinge leer) Misjloach Manot - mitswa op Poerim, om etenswaren aan vrienden te sturen (ook wel: sjlach mones) mondelinge leer Mitsrajim – Egypte Mitswa / Mitswot – gebod(en) uit de Tora of ingesteld door de geleerden Modee Ani – het eerste gebed wat na het ontwaken opzegt, terwijl men nog in bed ligt Moheel – een daartoe bevoegde man die de Brit mila uitvoert Moesaf – toegevoegd gebed Mokum – de plaats, andere naam voor Amsterdam Mosje (Rabenoe) - Mozes (onze leraar) Mizmor - Psalm
N Nabracha - zegening, uitgesproken na eten of drinken Nassi – voorzitter Sanhedrin of jesjiewa N.C. – na het begin van de christelijke jaartelling Nesjomme – de joodse ziel Niesan – Joodse lentemaand N.D.G.J. – Na De Gangbare Jaartelling N.I.K. – Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap Noesach - gebedsritus
O Oewa Letsion ĝo ‘eel - zie onderdelen van het gebed in de Siddoer Oneen – rouwende in de periode voor de begrafenis
P Parve - neutraal voedsel of voorwerpen, die geen vleeskost nog melk kost bevat Pasoek – vers (deel) uit de Tenach Peies – haarlokken vóór de oren van een joodse man Pesach – joods Paasfeest op de 14e Nisan - (Pesach duurt van 15 – 22 Nisan)
Pesoekee Dezimra - zie onderdelen van het gebed in de Sidoer Pirké Avot - Spreuken der Vaderen Poerim – Lotenfeest op de 14e Adar Poseek – halachische decisie (besluit), vaak genomen door een rabbijn
R Rabban – eretitel van de voorzitter van het Sanhedrien na Hillel Rabbenoe – onze Rabbijn Rabbi / Rav / R - Rabbijn Rebbe – geestelijk leider van een groep Chassidiem Rasja / Resjaïem – slechtaard(s) Rasjie – Tora- en Talmoedverklaarder, 1040-1105, Troyes Risjoniem – geleerden, die leefden tussen 1000 en 1500 Rosj Chodesj – eerste dag van een joodse maand Rosj Hasjana (begin van het jaar) – joods nieuw jaar op 1 en 2 Tisjrie
S Seder (ordening) – joodse paasviering ter herdenking van de uittocht uit Egypte Seider – joodse paasviering met maaltijd ter herdenking aan de uittocht uit Egypte Sefardisch / Sefard – jood uit Portugal, Spanje, Noord-Afrika of het Midden-Oosten Semitisch – taalfamilie waartoe het Arabisch en het Hebreeuws toe behoren Seoedat Mitswa – een verplichte maaltijd Sidoer gebedenboek (tefila) Sifre – verzameling halachische en agadische Midrasjiem (exegese) op de boeken Numeri en Deuteronomium, waarschijnlijk geredigeerd tegen het einde van de 4e eeuw n.d.g.j. Sjaätneez – wol en linnen, samen in een kledingstuk verwerkt Sjabbat / Sjabbes (J) / Sjabbos (A) – zevende dag, rustdag Sjabbat sjalom - een algemene groet die bij het begin van de sjabbat gebruikt wordt Sjachariet – ochtendgebed Sjalet (J) – warm eten voor sjabbat, dat tevoren wordt bereidt en vervolgens warm wordt gehouden Sjalom - vrede Sjalom alechem - vrede moge over u komen, deze groet wordt beantwoord met: aleechem sjalom Sjaoel - Paulus Sjamai – één van de leiders van de farizeeën en Torageleerden (ca. 50 v.C – ca. 30 n.C.) Sjamasj (dienaar) – koster van een joodse gemeente, extra licht op de chanoekia Sjavoe’ot – Wekenfeest op 6 en 7 Sivan Sjechina – G’ddelijke Aanwezigheid Sjechita – de door de Tora voorgeschreven manier van slachten van vee en gevogelte Sjeitel – pruik gedragen door gehuwde orthodoxe vrouwen Sjeile / Sjeëla – vraag, betreffende een bepaalde dien, die gesteld wordt aan een rav, om hierover een beslissing te nemen. Het onderwerp, dat aanleiding geeft tot een dergelijke vraag Sjema – het centrale gebed in het ochtend- middag - en avondgebed Sjeminie chag ha’atseret – slotfeest van Soekkot ( 22- 23 Tisjrie) Sjemita – het zevende jaar ( of sabbatjaar) waarin de landerijen in Israël braak moeten liggen Sjemonee Esree – het achttien gebed Sjioer – 1- les. 2 – bepaalde hoeveelheid van een substantie, of bepaalde tijdsduur, die noodzakelijk is voor een bepaalde dien Sjoa – vernietiging, Holocaust tijdens de 2e wereldoorlog Sjofar – een hoorn veelal gemaakt van een ram, wordt gebruikt in de sjoel, ook als opdracht in de Bijbel Sjoem – beëindiging van een traktaat Sitra Achra – het slechte Sjivve - rouwweek
Sjocheet / Sjouchet (J) – persoon, die gekwalificeerd is tot het uitvoeren van een sjechita Sjoelchan Aroech – vierdelige meest gezaghebbende halachische codex ( joods wetboek) Sjoet – responsa Sjoumer (J) – 1, bewaker, 2, controleur van de kasjroet. (ook wel: masj-ĝiach) Smicha – autorisatie om rabbijnse beslissingen te nemen Snoge of esnoga – Synagoge van de Portugese Israëlitische Gemeente te Amsterdam of elders Soefgania / Soefganiot – soort oliebol, gegeten tijdens het chanoekafeest Soeka – loofhut Soekkot – Loofhuttenfeest (15 – 21 Tisjrie) Sjtreimel (J)– traditioneel hoofddeksel gemaakt van bont gedragen door chassidische joden Spodik – traditioneel hoofddeksel gemaakt van bont gedragen door Gerrer–chassisdim uit Polen
T Tahara – toestand van rituele reinheid, die verkregen wordt door onderdompeling in een mikwe Tahor - puur Talliet / Talles (J) gadol – gebedskleed voor in sjoel of tijdens het ochtendgebed Talliet katan – kleine talliet weke door mannen onder de kleding gedragen wordt Talmied –Chagam - geleerde Talmied(iem) – leerling(en) Talmoed – zie Gemara Talmoed Tora – Tora studie Tamee – (ritueel) onrein Tana / Tanaïem – geleerde(n), die in de Misjna voorkomen, die leefden tot 200 n.d.g.j. Tefila / Tefilot – gebed(en) Tefilien – gebedsriemen Tehiliem – Psalmen Tenach – acrostichon van Tora, Neviiem (profeten), Chetowiem (hagiografen). Tenach bevat 24 boeken
Beresjiet - Genesis, 1e boek van Mozes Sjemot – Exodus, 2e boek Mozes Wajikra – Leviticus, 3e boek Mozes Bemidbar – Numeri, 4e boek van Mozes Devariem – Deuteronomium 5e boek van Mozes Jehosjoea - Jozua Sjoftiem - Rechters Sjmoeël alef – 1 Samuel Sjmoeël beet – 2 Samuel Melachiem alef – 1Koningen Melachiem beet – 2Koningen Jesjaja - Jesaja Jirmeja - Jeremia Jechezkeel – Ezechiël Hosjea - Hosea Joëel - Joel Amos - Amos Ovadja - Obadja Yonah - Jona Mikhah – Micha Nachoem – Nahum Chavakoek – Habakuk Tsefanja – Sefanja Chagai – Haggai Zecharja – Zacharia
Malachi – Maleachi Tehilliem – Psalmen Misjlee – Spreuken Ijov – Job Sjier Hasjiriem – Hooglied Roet – Ruth Eecha – Klaagliederen Kohelet – Prediker Ester – Esther Danieel – Daniël Ezra – Ezra Nechemja – Nehemia Divrei-HaYmim Alef – 1 Kronieken Divrei-HaYmim Beet – 2 Kronieken Teveet – Joodse wintermaand Teviela – onderdompeling in een mikwe Tisjri – Joodse herfstmaand Tora – 5 boeken van Mozes – Pentateuch, meer algemeen: G’ddelijke wetgeving Tosafot – verzameling van verklaringen op de Talmoed van geleerden, die leefden tussen 1105 en 1250 Tosefta – verzameling van verklaringen en aanvullingen op de Misjna Touwelen (J) – onderdompelen van voorwerpen in een mikwe, zodat deze weer rein (Tahor) worden Tov (H/J) - goed Tradent(en) – overbrenger(s) van de Mondelinge traditie Treife (J) – toestand van voedsel of eetgerei, dat niet gegeten respectievelijk gebruikt mag worden Troema – gedeelte van landbouwproductie uit Erets Jisraëel, dat moet worden afgezonderd omdat het voor de koheen bestemd was Tsadiek – een bijzonder rechtvaardig en heilig mens Tsedaka – religieuze belasting op inkomsten en vermogen ten behoeve van de armenzorg Tsidoek Hadien – rechtvaardiging van het Hemelse besluit Tsietsiet – schouwdraden, aan de vierhoeken van het gebedskleed Tsion – berg in Jeruzalem, Jeruzalem, het joodse volk
V V.C. – voor het begin van de christelijke jaarteling V.D.G.J.- Voor De Gangbare Jaartelling
W W.I.Z.O. – Women’s International Zionist Organization
Z Zenoet – ontucht Zoez – muntstuk uit de tijd van de Talmoed Zohar – (schittering) boek dat de grondslag vormt van de kabbalistische literatuur Zionistisch – van of volgens het zionisme (terugkeer naar Zion) Z.L. – haar / zijn / hun nagedachtenis zij tot zegen