patiënteninformatie
behandelwijzer knie-operatie
Inhoud Voorwoord............................................................................................... 3 Gegevens OLVG..................................................................................... 4 1 De knie-operatie.................................................................................. 5 1.1 Anatomie van de knie.................................................................. 5 1.2 Het implanteren van een nieuwe knieprothese........................... 7 1.3 Risico’s en mogelijke complicaties.............................................. 8 1.4 Wetenschappelijk onderzoek...................................................... 11 2 Voor de operatie.................................................................................. 12 Stap 1 voorlichting en anesthesie...................................................... 12 Stap 2 plannen opnamedatum met planningsbureau Orthopedie..... 14 Stap 3 algemene aanwijzingen.......................................................... 14 Stap 4 maak uw spieren sterker......................................................... 16 Stap 5 regel aanpassingen in uw woonomgeving............................. 20 Stap 6 regel alvast zaken voor na uw opname in het ziekenhuis...... 24 3 Verblijf in het ziekenhuis...................................................................... 26 3.1 Na de operatie............................................................................. 26 3.2 Ontslag........................................................................................ 28 4 Na ontslag uit het ziekenhuis.............................................................. 29 4.1 Fysiotherapie na ontslag............................................................. 29 4.2 Dagelijkse activiteiten en verder herstel...................................... 29 4.3 Adviezen per activiteit................................................................... 32 4.4 Tips en richtlijnen......................................................................... 34 4.5 Verzorging van uw nieuwe knie op langere termijn..................... 35 Bijlagen voor in de map Diverse folders: ‘Anesthesie en pijnbestrijding bij volwassenen’, ‘Informatie over Orthopedie’, ‘Behandeling huidbacterie orthopedie’, ‘Roken en een orthopedische ingreep’, lijst met adressen voor de uitleen of aankoop van hulpmiddelen. U kunt de OLVG- folders ook vinden via onze website www.olvg.nl.
2
Voorwoord U heeft in overleg met uw arts besloten tot een operatie aan uw knie: het plaatsen van een totale knieprothese. De komende tijd kunt u zich gaan voorbereiden op deze operatie, zowel lichamelijk als praktisch. Om het effect van de operatie zo goed mogelijk te laten zijn, is uw eigen inzet daarbij van groot belang. Daarom is deze voorlichtingsmap gemaakt. De map helpt u de operatie en het revalidatieproces te begrijpen. Ook leest u hoe u het beste met uw nieuwe kniegewricht om kunt gaan. Hoe meer u over uw operatie weet voordat u in het ziekenhuis komt, hoe gemakkelijker en sneller u kunt revalideren. In de map is stap voor stap beschreven hoe het traject voor en na de operatie voor de meeste mensen verloopt. De zorg die hierin beschreven staat kan variëren en is afhankelijk van uw persoonlijke situatie.
3
Gegevens OLVG Belangrijke adressen en telefoonnummers Bezoekadres OLVG Oosterpark 9 1091 AC Amsterdam
www.olvg.nl
[email protected]
Algemene telefoonnummer
020 599 91 11
Bureau opnameplanning Orthopedie (maandag t/m vrijdag 10.00 tot 12.00 uur)
020 599 36 50
Clientservicebureau
020 599 33 90 of via
[email protected]
Polikliniek Orthopedie
020 599 30 52
Verpleegkundig specialist Orthopedie
020 599 30 52 of 020 599 27 56
Verpleegafdeling B7 Orthopedie
020 599 27 03
Verpleegafdeling A7 Orthopedie
020 599 27 02
Bezoekuren De bezoekuren van het ziekenhuis zijn dagelijks van 15.30 tot 20.00 uur op verpleegafdeling A7 en B7. Er mogen maximaal twee bezoekers tegelijk bij elke patiënt. Algemene informatie over OLVG staat op www.olvg.nl/info
4
1 De knie-operatie 1.1 Anatomie van de knie Gewrichten in ons lichaam vormen de beweeglijke verbindingen tussen twee botstukken. Een gewricht bestaat uit twee botdelen die zo zijn gevormd, dat ze precies tegen elkaar aan kunnen liggen of in elkaar passen. De boteinden van beide botdelen (de gewrichtsvlakken) zijn bekleed met een laagje kraakbeen. Hierdoor kunnen ze gemakkelijk over elkaar glijden. Het kraakbeen is glad en veerkrachtig en wordt gevoed door het gewrichtsvocht. De botdelen van een gewricht worden op hun plaats gehouden door een stevig kapsel. Om dit kapsel bevinden zich pezen en spieren. De spieren zorgen ervoor dat u kunt bewegen. De benige gedeelten van een gewricht zorgen voor de stevigheid.
Het kniegewricht Het kniegewricht is een groot en complex gewricht van het menselijk lichaam. Behalve buigen en strekken zijn er in het gewricht ook andere bewegingen mogelijk, zoals draaien en glijden. De natuurlijke knie bestaat uit 3 botstukken: het dijbeen (femur), het scheenbeen (tibia) en de knieschijf (patella). Tussen de twee uiteinden van het dijbeen en het scheenbeen bevindt zich een andere kraakbenige structuur: de meniscus. Deze fungeert als demper. Het kniegewricht wordt afgesloten door een gewrichtskapsel. Dit kapsel bevat een vlies. Het vlies produceert een stroperige vloeistof die ervoor zorgt dat het gewricht zo soepel mogelijk kan bewegen. Samen werken de vloeistof en de meniscus als schokbreker. Ze absorberen de krachten die op het gewricht komen tijdens activiteit. Sterke gewrichtsbanden verbinden het dijbeen met het scheenbeen, bedekken het gewricht en stabiliseren het. Een sterke dijbeenspier en de spieren van het onderbeen sturen de bewegingen van de knie aan en controleren deze. Een gezonde knie laat het been vrij bewegen binnen zijn bewegingsbereik en absorbeert de schokken die ontstaan door activiteiten zoals lopen en rennen.
Waarom een knieprothese? Wanneer een nieuwe knieprothese geïmplanteerd wordt, is er meestal sprake van slijtage (artrose) van het gladde kraakbeen tussen dijbeen en scheen been. Door slijtage wordt de gladde kraakbeenlaag van het gewricht aangetast en kan de kraakbeenlaag uiteindelijk helemaal verdwijnen. 5
een gezond kniegewricht
een versleten kniegewricht
De gewrichtsvlakken kunnen daardoor niet meer zo soepel langs elkaar glijden, met als gevolg dat het bewegen steeds moeilijker en pijnlijker wordt. Er zijn verschillende afwijkingen die slijtage van het kniegewricht kunnen veroorzaken, zoals kraakbeen- en stofwisselingsziekten en kraak beenbeschadigingen door een breuk. Wanneer in het verleden de meniscus is verwijderd, is er een verhoogde kans op slijtage.
Klachten Bij een beschadigde of versleten knie treedt meestal pijn op bij lopen, traplopen en lang staan. Ook pijn bij het beginnen van een beweging komt voor. Fietsen levert doorgaans de minste pijnklachten op. In een vergevorderd stadium treedt verstijving op. Er ontstaat bewegingsbeperking waardoor volledige strekking van de knie onmogelijk wordt. Ook kan zich een X- of O-beenstand ontwikkelen waarbij de knie in toenemende mate moe en instabiel aanvoelt. Er zijn verschillende mogelijkheden om de klachten te verminderen: • pijnstillers: de arts schrijft deze voor. • fysiotherapie: de fysiotherapeut helpt u met oefeningen om te proberen te de pijn te verlichten en uw kniegewricht zo beweeglijk mogelijk te houden. 6
•
operatie: als pijnstillers en fysiotherapie onvoldoende helpen is een operatie vaak de enige oplossing.
1.2 Het implanteren van een nieuwe knieprothese Het doel van het implanteren van een knieprothese is: • verminderen van de pijn • verbeteren van de kwaliteit van leven • corrigeren van vergroeiingen, bijvoorbeeld een X- of O-been • herstellen van functieverlies van uw knie.
De prothese Knieprothesen zijn ontworpen om de anatomie van de knie zo dicht mogelijk te benaderen. Iedere knieprothese bestaat uit meerdere delen: • Femorale (dijbeen) deel: dit vormt het nieuwe oppervlak van het dijbeen. Het is gemaakt van een metaallegering (kobalt-chroom). • Tibiale (scheenbeen) deel: Het metalen vlak wordt aan het bot bevestigd. Het kunststof inzetstuk zorgt voor een glad oppervlak waar het dijbeen overheen schuift. Het tibiale deel is gemaakt van titanium. • Patella (knieschijf) deel: De knieschijf wordt zeer zelden vervangen of voorzien van een nieuw deel. Dit is afhankelijk van de conditie van het kraakbeen op de knieschijf. Het knieschijfdeel is van kunststof.
7
een nieuw kniegewricht
Het plaatsen van de knieprothese Bij de operatie maakt de orthopedisch chirurg de knie open door een snee van ongeveer twintig centimeter over de voorkant van de knie te maken. Tijdens de operatie verwijdert de orthopedisch chirurg de aangetaste gewrichtsvlakken en de beide menisci. Vervolgens wordt met speciale instrumenten het bot , de kruisbanden en de meniscussen aangepast aan de vorm van de prothese. Hierdoor is een goede verankering met botcement in het boven- en onderbeen mogelijk. Een kunststofschijf tussen de metalen delen van de prothese zorgt voor soepel scharnieren. Daarna wordt de knieschijf weer op de plaats gebracht. Het gewrichtskapsel en de spieren worden weer gesloten. De arts hecht de huid met ‘nietjes’. De operatie duurt meestal 1,5 tot 2 uur.
1.3 Risico’s en mogelijke complicaties Het implanteren van een knieprothese is een vaak toegepaste procedure die veilig en heel effectief is gebleken. Uit gegevens van de Landelijke Registratie Orthopedische Implantaten (LROI) zijn in 2014 in Nederland meer dan 26.000 knieprotheses geïmplanteerd. Patiënten hebben minder pijn en ervaren functieverbetering in vergelijking met hun gezondheidstoestand voor de operatie. Net als bij andere operaties gelden ook hier de nodige risico’s en bestaat een kans op complicaties. Deze komen zelden voor. Een aantal mogelijke risico’s en complicaties staan hieronder beschreven.
8
Beschadigingen aan bloedvaten en zenuwen Meerdere bloedvaten en zenuwen lopen in de omgeving van uw kniegewricht. Deze kunnen uitgerekt of beschadigd raken tijdens de operatie. Dit kan gevoelloosheid of slapheid in delen van het geopereerde been tot gevolg hebben. Infectie Na het plaatsen van een knieprothese loopt een zeer klein percentage van de patiënten een infectie op. Dit kan een oppervlakkige infectie zijn, maar ook een diepe infectie rond de delen van de prothese. Diepe infecties kunnen tot ernstige complicaties leiden, waardoor de ziekenhuisopname verlengd wordt. Factoren die het risico op het verkrijgen van een infectie verhogen zijn bijvoorbeeld: roken, suikerziekte (diabetes mellitus) en overgewicht. Zolang u een prothese heeft blijft altijd de kans op infectie bestaan. Een belangrijke verwekker van een postoperatieve wondinfectie is een bacterie, namelijk de staphylococcus aureus Deze bacterie komt voor op de menselijke huid en slijmvliezen. Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat het risico op een infectie kleiner wordt wanneer een patiënt al voor de operatie begint met het bestrijden van deze bacterie. U krijgt van de polikliniek assistente een neusgel, mondspoeling en wasgel (voor een wasbeurt) mee. Deze producten gaat u voor de operatie gebruiken om een infectie te voorkomen. U start hiermee 1 dag voorafgaand aan de operatie. Belangrijk dat u na de behandeling met de producten geen bodylotion of make-up op de huid aanbrengt en schone kleding aantrekt. Hoe u deze middelen dient te gebruiken vind u in de folder: ‘behandeling huidbacterie orthopedie’. Bloeduitstorting/zwelling Het is mogelijk dat na de operatie een bloeduitstorting en een zwelling van het hele been ontstaat. Dit is normaal na een knieoperatie. Ze verdwijnen na enkele weken. Om de zwelling tegen te gaan, helpt het door gedurende de dag regelmatig te lopen zodat uw kuitspieren bewegen. Ook kunt u uw geopereerde been hoger leggen als u zit of ligt. Breuken Breuken van het dijbeen, scheenbeen of de knieschijf komen soms voor tijdens de operatie, vooral als de botten zacht of broos zijn. 9
Trombose van een diepgelegen ader Het ontstaan van bloedstolsels in de aderen van de benen noemen we ook wel een trombosebeen. Bloedstolsels die in een beenader ontstaan kunnen soms losraken, meegevoerd worden in de bloedbaan en in de longen terecht komen. Dit heet een longembolie. Een voorzorgsmaatregel is bijvoorbeeld het toedienen van medicijnen. Deze medicijnen krijgt u in tabletvorm. Zij verdunnen het bloed en verminderen hierdoor de kans op stolsels. Een andere belangrijke maatregel is vroege mobilisatie (zo snel mogelijk uit bed). Doorliggen Doorligplekken, vooral rond de hiel, kunnen al na 24 uur bedrust ontstaan. Neem daarom regelmatig de druk weg van uw hielen en zitvlak. Als u een branderig gevoel of pijn ervaart rond deze lichaamsdelen, breng dan het verplegend personeel hiervan op de hoogte. Losraken prothese Uw knieprothese is een mechanisch werkend geheel en is daarom onderhevig aan wrijving en slijtage. Bijna alle knieprothesen functioneren echter 15 jaar na operatie nog naar volle tevredenheid. Dit geldt bij normaal gebruik. Als de knieprothese overmatig wordt belast zoals uitzonderlijk veel rennen en overgewicht, kan de prothese vroegtijdig losraken of sneller slijten. Als u rekening houdt met de belasting op uw knie heeft uw knieprothese een langere levensduur. Stijfheid van het gewricht Houd er rekening mee dat u na de operatie iets minder goed kunt bewegen. Meestal kunt u uw knie voldoende buigen om de meeste dagelijkse activiteiten uit te voeren. De uiteindelijke functie van de knie is ongeveer 110-125 graden. Het streven is om de knie minstens 90 graden te kunnen buigen. Algemene medische problemen Geen enkele operatie is zonder risico. Zo bestaat ook bij deze operatie een kleine kans op een medische complicatie zoals een hartaandoening, beroerte, longontsteking, ingeklapte long, blaasinfecties of een nieraandoening.
10
1.4 Wetenschappelijk onderzoek Als topklinisch ziekenhuis hecht OLVG veel waarde aan wetenschappelijk onderzoek. Zo komen we bijvoorbeeld dankzij onderzoek te weten welke behandeling of medicijn het meest effectief zijn. Soms vragen we uw medewerking. Uw deelname is geheel vrijwillig. U kunt zich zonder opgave van reden tijdens het onderzoek terugtrekken. Als u niet wilt meewerken aan een onderzoek heeft dat uiteraard geen gevolgen voor uw behandeling. Uw medewerking helpt ons om onze behandeling te verbeteren. Lichaamsmateriaal, zoals weefsel en bloed dat na onderzoek overblijft, kan ook voor kwaliteitsdoeleinden, zoals het uittesten of ijken van apparatuur of voor wetenschappelijk onderzoek gebruikt worden. Dit gebeurt anoniem: niemand kan nagaan van wie het materiaal is. Daarom kunnen we u niet informeren over de uitkomst. Als u bezwaar heeft tegen gebruik van dit lichaamsmateriaal, meld dit dan wanneer het materiaal wordt afgenomen. Het lichaamsmateriaal zal niet gebruikt worden voor commerciële doeleinden.
Patient-Related-Outcome Measures (PROMS) OLVG wil graag weten of u tevreden bent met de behandeling en het resultaat hiervan. Kunt u bijvoorbeeld beter functioneren dan vóór de behandeling, en heeft u nu minder pijn? Daarom nodigen we u uit mee te doen aan een ‘zorgevaluatie’: een periodieke vragenlijst over uw behandeling die u thuis kunt invullen. U ontvangt deze per e-mail. Met uw antwoorden helpt u ons onze zorg te evalueren en waar nodig te verbeteren. Daarnaast kunt u aangeven of uw resultaten mogen worden gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek. Deze gegevens worden altijd anoniem verwerkt. Dit betekent dat de gegevens nooit naar u persoonlijk herleidbaar zijn. Ook kunt u aangeven of uw gegevens mogen worden gekoppeld aan de Landelijke Registratie Orthopedische Implantaten (LROI). Hierbij zijn uw patiëntnummer en geboortedatum gekoppeld.
11
2 Voor de operatie Een goede voorbereiding is het halve werk…
Stap voor stap voorbereiden In dit hoofdstuk beschrijven wij stap voor stap welke voorbereidingen u moet treffen voor de operatie. Hoe beter u bent voorbereid, hoe gemakkelijker u het gehele proces zal doorlopen. Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Stap 6
voorlichting en anesthesie plannen opnamedatum met planningsbureau Orthopedie algemene aanwijzingen maak uw spieren sterker regel aanpassingen in uw woonomgeving regel alvast zaken voor na uw opname in het ziekenhuis
Stap 1 voorlichting en anesthesie Als u samen met de orthopedisch chirurg heeft besloten tot een knie-operatie, plaatsen we u op de wachtlijst. De polikliniekassistent heeft voor u een afspraak gemaakt voor de voorlichtingsbijeenkomst, een bezoek aan de verpleegkundig specialist en bij de Polikliniek Pre-operatief Onderzoek (PPO). Deze twee laatste bezoeken vinden aansluitend plaats. U heeft de folder ‘Anesthesie en pijnbestrijding’ en de bijbehorende vragenlijst ontvangen. Het is belangrijk dat u de folder leest de vragenlijst invult en bloed laat afnemen, voordat u naar de afspraak op de PPO gaat.
Voorlichtingsbijeenkomst U krijgt voorlichting over de operatie, de revalidatie en de fysiotherapie. De voorlichting wordt gegeven door de verpleegkundig specialist en de fysiotherapeut. U kunt vanzelfsprekend ook uw vragen stellen. Deze bijeenkomst duurt ongeveer een uur.
12
Verpleegkundig specialist De verpleegkundig specialist is een verpleegkundige die speciaal is opgeleid om bepaalde medische handelingen binnen een specialisme uit te kunnen voeren. De verpleegkundig specialist neemt bepaalde taken over van de arts. Voor de operatie bespreekt hij uw vragen en bespreekt met u de operatiedatum. Tijdens uw opname op de verpleegafdeling in het ziekenhuis loopt de verpleegkundig specialist ook de dagelijkse visite en na uw ontslag verzorgt hij ook de nacontroles.
Polikliniek Preoperatief Onderzoek (PPO) Op de Polikliniek Preoperatief Onderzoek heeft u een afspraak bij de anesthesioloog. Hij bespreekt de anesthesie met u. Ook krijgt u van een verpleegkundige praktische instructies. De anesthesioloog bepaalt in overleg met u de soort anesthesie. Plaatselijke anesthesie door middel van een ruggenprik, eventueel met een roesje, heeft de voorkeur. U heeft hier na de operatie weinig last van. Ook krijgt u bij een knieoperatie Lokale Infiltratie Anesthesie (LIA). Tijdens de operatie krijgt u dan een verdoving in uw kniegewricht Als het nodig is maken we een electrocardiogram (ECG) van uw hart of een röntgenfoto van de longen.
13
Stap 2 plannen opnamedatum met planningsbureau Orthopedie Tijdens uw afspraak met de verpleegkundig specialist plant het planningsbureau Orthopedie de opnamedatum. Zij doen dit in overleg met u en de verpleegkundig specialist. U ontvangt een brief met de bevestiging van de datum van uw operatie. Houd er rekening mee dat het altijd mogelijk is dat een operatie uitgesteld wordt door onvoorziene omstandigheden. Denk bijvoorbeeld aan een patiënt die spoedeisende hulp nodig heeft. Hij krijgt om medische redenen altijd voorrang. Uiteraard stellen wij dan alles in het werk om u zo snel mogelijk te opereren. Als u vragen heeft over de opnamedatum of veranderingen wilt doorgeven, neem dan contact op met het planningsbureau Orthopedie Opnamepoli Op het moment dat uw operatiedatum bekend is, krijgt u een laatste poliafspraak met de zaalarts en de verpleegkundige. Deze afspraak is ongeveer een tot twee weken voor de operatie. Wij controleren dan op wondjes of ontstekingen. Ook bespreken we dan uw eventueel medicijngebruik. We bellen u een dag voor de operatie op. U hoort dan het tijdstip van de operatie.
Stap 3 algemene aanwijzingen 1. Besteed extra aandacht aan goede voeding
Voeding is een belangrijk element in tijden van stress, zoals voor een operatie. Hoe beter de conditie van uw lichaam voor de operatie, hoe beter het herstel zal zijn. Zorg dat u zoveel mogelijk voedingsmiddelen eet die rijk zijn aan ijzer. Bijvoorbeeld: rood vlees, lever, bonen, noten en gedroogde vruchten.
2. Voorkom overgewicht
14
Overgewicht betekent extra belasting van de toch al beschadigde gewrichten. Daarom is afvallen een van de beste manieren om de toestand van uw knie te verbeteren en de resultaten van de operatie te optimaliseren.
3. Rookt u?
Dan is dit een goed moment om te stoppen met roken! Dit vermindert de kans op complicaties tijdens en uw opname. Rokers hebben twee keer zoveel kans op een ontsteking na de operatie als niet-rokers. Wij raden u aan om minstens vier weken voor de operatie helemaal te stoppen met roken. Heeft u hulp nodig? Vraag dan uw huisarts om informatie. Zie ook de folder ‘Roken en een orthopedische ingreep’.
4. Zorg dat alle infecties voor de operatie genezen zijn
Bestaande infecties kunnen zich tijdens en na de operatie via de bloedbaan door uw lichaam verspreiden en zo uw nieuwe gewricht besmetten. Denkt u hierbij bijvoorbeeld aan tandabcessen en blaasinfecties. Ook is het belangrijk dat uw huid voor de operatie intact is.
5. Besteed aandacht aan bestaande medische aandoeningen
Om te voorkomen dat uw operatie wordt uitgesteld is het belangrijk dat bestaande aandoeningen, zoals suikerziekte (diabetes mellitus) in de gaten worden gehouden en dat eventuele problemen zo snel mogelijk worden behandeld. Een van de meest voorkomende problemen die voor de operatie om behandeling vragen is een hoge bloeddruk (hypertensie).
6. Schakel mensen in om u te helpen
Het is wenselijk dat u iemand in uw omgeving hebt, partner, familielid, vriend(in), kennis, die de weken na de operatie ondersteuning kan bieden bij huishoudelijk werk en persoonlijke verzorging. Dit kunnen overigens ook meerdere personen zijn die afwisselend begeleiding bieden.
15
Stap 4 maak uw spieren sterker Sterke spieren en een goede lichamelijke conditie kunnen de revalidatie na de operatie makkelijker maken. Wij raden u aan om thuis al oefeningen te doen om de spieren rond het kniegewricht te versterken en het kniegewricht zelf zo beweeglijk mogelijk te houden. Ook het lopen met elleboogkrukken kunt u voor de operatie oefenen. Wanneer de operatiedatum bekend is, raden wij u aan om een fysiotherapeut bij u in de omgeving te benaderen voor de revalidatie in uw eigen woonomgeving. U kunt alvast een afspraak maken voor na uw ziekenhuisopname. Oefeningen maken uw spieren sterker en houden u soepel. Wanneer een bepaalde oefening pijn doet, sla deze dan over.
Oefening 1 Uitgangshouding • Ga in langzit zitten. • Leun naar achteren en steun op de ellebogen of handen. • Leg de benen gestrekt op de ondergrond. Uitvoering Trek de voet naar u toe en duw de knie in de onderlaag (span de bovenbeenspieren aan). Hou 5 tellen vast en ontspan. Doe dezelfde oefening maar hef het gestrekte been ongeveer 10-15 centimeter boven de grond en laat weer langzaam zakken.
16
Oefening 2 Uitgangshouding Ga rechtop zitten op een stoel of op de rand van het bed. Uitvoering Strek het been vanuit gebogen stand zo ver mogelijk. Hou 5 tellen vast en daarna weer langzaam terug.
Oefening 3
Uitgangshouding Ga rechtop zitten op de rand van de stoel of op de rand van het bed. Uitvoering Schuif uw voet zover mogelijk naar achteren voor de buiging van uw knie. Gebruik eventueel uw andere been om verder te buigen.
17
Oefening 4 Uitgangshouding • Ga in langzit zitten. • Leg een opgerolde handdoek onder uw knie. Uitvoering Druk de achterkant van uw knie in de handdoek zodat uw voet los komt van de vloer en de knie gestrekt wordt. Laat uw voet langzaam weer op de vloer zakken.
Oefening 5 Uitgangshouding • Ga in langzit zitten. • Plaats een rol onder de enkel. • Leg de benen gestrekt neer. Uitvoering Ontspan het been en laat de knie doorzakken om de strekking te bevorderen. Hou deze stand ongeveer 5 x 1 minuut aan, tussendoor even ontspannen.
18
Oefening 6 Uitgangshouding Ga rechtop staan, houdt u ergens aan vast voor de nodige steun. Uitvoering Ga langzaam op de tenen staan. Leun hierbij niet naar voren en houdt benen gestrekt.
Oefening 7 Uitgangshouding Ga rechtop staan, houdt u ergens aan vast voor de nodige steun. Uitvoering Hef het been waarbij de knie gebogen wordt. Leun hierbij niet naar achteren.
Oefening 8 Uitgangshouding Ga rechtop staan, houdt u ergens aan vast voor de nodige steun. Uitvoering Buig uw knie door uw hiel richting uw zitvlak te buigen. Leun hierbij niet naar voren.
19
Stap 5 regel aanpassingen in uw woonomgeving Aangezien u met twee krukken zal lopen, kunt u voor de operatie in uw woning al een aantal dingen doen die uw thuiskomst na de operatie makkelijker en veiliger maken. Hieronder volgt een aantal adviezen.
Looppaden • Verwijder losse kleden om struikelen te voorkomen. Als u de kleden niet kunt verwijderen breng er dan een antisliplaag onder aan. Denk ook aan losliggende bedrading. • Zorg dat de overgang tussen verschillende soorten vloerbedekking zo gelijkmatig en veilig mogelijk verloopt om struikelen te voorkomen. Trappen • Zorg dat de leuningen goed zijn verankerd aan een of beide zijden van de trap. • Zorg dat eventuele trapbekleding veilig en vlak is. Meubels • Zet meubels zo neer dat looppaden niet worden versperd en dat er voldoende ruimte is voor een looprekje, krukken of rollator. • Verplaats veel gebruikte voorwerpen naar een gemakkelijke bereikbare plaats tussen uw schouders en heup. Hulpmiddelen Na de operatie kunt u moeite hebben met het opstaan uit lage zitmeubelen. Daarom adviseren wij u om een aantal hulpmiddelen te regelen voordat u geopereerd wordt. Het is raadzaam om met de hulpmiddelen voor de operatie te oefenen. Neem de kleine hulpmiddelen ook mee naar het ziekenhuis zodat u ze daar kunt gebruiken. De hulpmiddelen zijn nodig voor een periode van maximaal 3 maanden na de operatie. Een overzicht van deze hulpmiddelen vindt u op de volgende pagina.
20
Kleine hulpmiddelen • De kleine hulpmiddelen zijn met name voor het wassen en aankleden. • Met een nieuwe knie kunt u in het begin niet goed hurken. Dit heeft consequenties voor het wassen en aankleden. • De ‘helping hand’ is handig bij het oprapen of pakken van spullen. • Deze hulpmiddelen moet u zelf kopen. Het huren van hulpmiddelen Voor het huren van hulpmiddelen kunt u terecht bij diverse instanties. Meestal leveren zij de hulpmiddelen de volgende dag gratis thuis. Over het tijdstip van bezorging kunt u op de dag van bezorging telefonisch navraag doen. Kniepatiënten lenen vaak de volgende artikelen: elleboogkrukken, toiletverhoger (met of zonder armsteunen), douchestoel, bedverhogers, stoelverhogers. Een hoog-laag bed wordt niet geleverd, alleen in uitzonderlijke situaties.
21
Hulpmiddel Hoge stoel met armleggers
Wat Bijvoorbeeld een verstelbare stoel met armleggers. De stoel dient een goede zithoogte te hebben.
Losse toiletverhoger
Een seniorentoilet voldoet aan de juiste hoogte.
Beugels diagonaal naast het toilet
Juiste plaats voor de beugels is als u zit en met licht gebogen armen De beugels stevig kunt vastpakken. Deze plaatst u over het toilet voor de juiste zithoogte en biedt tevens steun bij het gaan staan door de handgrepen die eraan zitten.
Toiletverhoger met rekje
Po-stoel
Bedklossen/ verhogers
Douchestoel/ tuinstoel
Antislipmat
22
Waarom Een hoge zitting is minder belastend voor het gaan staan. Met de armleggers kunt u zich afzetten bij het omhoog komen Een hoge zitting is minder belastend voor het gaan staan en u kunt makkelijker overeind komen. Om tijdens het omhoog komen vanaf het toilet de knie te ontlasten. Om tijdens het omhoog komen vanaf het toilet de knie te ontlasten.
Handig als u ’s nachts naar het toilet moet en er geen toilet op de slaapetage is. De hoogte van het bed moet De juiste zithoogte bij minimaal 50 cm zijn. Een het in- en uit bed seniorenbed is hoog stappen is belangrijk genoeg. om te voorkomen dat u te laag komt te zitten. Voor in de douche. De eerste periode na de operatie is het veiliger om zittend te douchen. Voor in de douche. Om uitglijden te voorkomen.
Beugels
Badplank
Elleboogkrukken
Bij eventuele drempels in de badkamer bijvoorbeeld bij het instappen van de douchebak. Indien de douche boven het bad hangt.
Handgreep biedt stevige steun voor het veilig instappen van de douchebak. Zittend op de badplank douche, dus niet staand in verband met uw veiligheid. Niet in bad gaan zitten!
U heeft zeker de eerste 6 weken na de operatie krukken nodig. U dient hier zelf voor te zorgen. U neemt ze mee naar het ziekenhuis.
Handige kleine hulpmiddelen Lange schoenlepel
helpt bij het aandoen van de schoenen
Elastische veters
zorgen ervoor dat u niet hoeft te bukken om de veters te strikken of de schoenen uit te doen
Tenenwasser/badborstel
met deze borstel kunt u uw tenen of rug wassen
Sokaantrekker
helpt bij het aandoen van sokken
Helping hand
met deze grijper kunt u spullen oprapen zonder te bukken
23
Stap 6 regel alvast zaken voor na uw opname in het ziekenhuis De tweede dag na de operatie gaat u weer naar huis. Het is belangrijk om hier voor uw operatie al over na te denken en stappen in te ondernemen.
Ontslag naar huis De operatiewond met de nietjes wordt afgedekt met een pleister. De pleister kunt u eventueel vervangen als deze losraakt of nat wordt. Er is geen aanvullende verzorging nodig. Na de operatie mag u gewoon douchen. Hierover krijgt u adviezen van het verpleegkundig personeel. Huishoudelijk werk mag u de eerste 6 tot 12 weken na de operatie niet doen. U loopt dan nog met krukken en het werk is te zwaar voor uw knie. Licht huishoudelijk zoals afwassen is wel mogelijk. Zodra u weer zonder krukken loopt kunt u weer meer huishoudelijk werk doen. Thuiszorg Als thuiszorg noodzakelijk is, regelt de verpleegkundige een gesprek met u en een medewerker van het cliëntservicebureau. U maakt dan afspraken over de thuiszorg.De thuiszorg kan helpen als niemand in uw omgeving in u kan helpen, bijvoorbeeld met het aantrekken van de steunkousen. Wanneer u enkel huishoudelijke hulp nodig heeft kunt u dit voor de operatie zelf aanvragen bij uw WMO kantoor in uw gemeente. WMO kantoor in uw gemeente: Als u een gezonde meerderjarige partner of huisgenoot heeft, komt u niet in aanmerking voor huishoudelijke hulp via de gemeente.
Revalidatie elders Als u niet naar huis kunt na de opname, gaat u mogelijk revalideren in een verpleeghuis. De verpleegkundig specialist bespreekt dit met u. De meeste patiënten herstellen thuis.
24
Hersteloord/zorghotel Na uw opname in OLVG, kunt u ook kiezen voor een hersteloord of zorghotel. Er werken verpleegkundigen, artsen en fysiotherapeuten voor uw noodzakelijke zorg. U blijft hier enkele dagen tot weken tot u voldoende hersteld bent om weer zelfstandig naar huis te kunnen wonen. In tegenstelling tot een verpleeghuis heeft een hersteloord of zorghotel ook een hotelfunctie waardoor u meer luxe kunt verwachten zoals roomservice en een eenpersoonskamer. Informeer bij uw zorgverzekering naar de voorwaarden voor een vergoeding. Neem voor de actuele voorwaarden contact op met het hersteloord of zorghotel van uw keuze en informeer naar de kosten voor verblijf. Als u gebruik wilt maken van een hersteloord of zorghotel, moet u dit zelf van te voren regelen!
25
3 Verblijf in het ziekenhuis 3.1 Na de operatie Direct na de operatie brengen we u naar de uitslaapkamer. Een verpleegkundige controleert daar uw lichaamsfuncties. Wanneer uw bloeddruk en hartslag stabiel zijn gaat u terug naar de verpleegafdeling. U heeft dan: • een infuus in uw arm, om vocht en antibiotica (24 uur) toe te dienen • een drukverband om uw been, om bloeduitstortingen zoveel mogelijk te voorkomen U mag direct beginnen met het drinken van water. Uitbreiden van drinken en eten is afhankelijk van eventuele klachten van misselijkheid. Bij aankomst op de verpleegafdeling wordt u geholpen met het aantrekken van uw eigen makkelijk zittende kleding. Direct na aankomst op de verpleegafdeling is het goed te starten met oefening 1,2 en 3 van pagina 17 en 18. Vier tot zes uur na de operatie zult u onder leiding van een fysiotherapeut uit bed geholpen worden om de eerste wandelpassen te maken met uw nieuwe knie. De dag na de operatie nemen we bloed af om te controleren of u tijdens de operatie niet te veel bloed heeft verloren. Er wordt een röntgenfoto gemaakt. De eerste dag na de operatie heeft u bij uw lichamelijke verzorging nog hulp nodig van een verpleegkundige. Het is de bedoeling dat u zich zo snel mogelijk weer zelfstandig verzorgt. Uw versleten knie is immers vervangen en verder bent u niet ziek.
Verwardheid (delier) Een delier is een verwardheid die plotseling kan optreden. De meeste patiënten hebben hier geen last van. Als u naar huis gaat, is de verwardheid meestal verdwenen. Duizeligheid en misselijkheid Duizeligheid en misselijkheid komt regelmatig voor na een operatie. Dit kan tot een aantal weken na de operatie duren. Tijdens uw verblijf op de verpleegafdeling kunt u medicijnen krijgen tegen de misselijkheid.
26
Gebrek aan eetlust Gebrek aan eetlust komt veel voor en kan tot een aantal weken na de operatie duren. Toch is het belangrijk dat u gezond eet en voldoende vloeistof binnen krijgt om uw herstel te bevorderen. Moeilijke stoelgang (obstipatie) Een ander veelvoorkomend verschijnsel na een operatie is een moeilijke stoelgang, ook wel obstipatie genoemd. Dit wordt meestal veroorzaakt door verandering in leefritme, de geneesmiddelen en andere voeding. Obstipatie kan snel worden opgelost als het vroeg wordt ontdekt. Dus als u merkt dat uw stoelgang slecht gaat of als u gevoelig bent voor obstipatie, meld dit dan meteen aan de verpleegkundige. Liggen en slapen Wij adviseren u om de eerste nachten op uw rug te slapen. Het is belangrijk dat uw knie zoveel mogelijk gestrekt ligt. Daarom mag er geen kussen onder de geopereerde knie liggen. Pijn Het is normaal dat u na een operatie enige pijn en ongemak ervaart. U krijgt medicijnen tegen de pijn. Een andere manier om de pijn te verlichten is het gebruik van een ijspakking en beenoefeningen. Breng altijd de verpleeg kundige op de hoogte als u pijn heeft. Antistolling Om een complicatie als trombose te voorkomen krijgt u medicijnen. Deze medicijnen dient u tot 10 dagen na de operatie te gebruiken. Wondzorg Uw wond moet schoon en droog gehouden worden tot deze helemaal is genezen. U kunt dit zelf doen of uw partner kan de wond verzorgen.
27
Fysiotherapie Na de operatie komt de fysiotherapeut direct nadat u geopereerd bent om u oefeningen op bed te laten doen. Lang stil liggen in bed veroorzaakt schade aan uw gezondheid. Daarom gaat u meteen lopen na de operatie. De daaropvolgende momenten krijgt u steeds meer oefeningen en de fysiotherapeut besteedt veel aandacht aan het weer goed kunnen lopen. Een van de eerste dingen die de fysiotherapeut u leert, is hoe u veilig uit bed kunt stappen, hoe u moet zitten en staan. Meestal loopt u met elleboogkrukken. Soms is het ook mogelijk om met een ander loophulpmiddel te lopen, bijvoorbeeld met een rollator. Als het lopen beter gaat en u meer vertrouwen krijgt, kunt u steeds beter zelfstandig lopen met behulp van het loophulpmiddel. De fysiotherapeut in het OLVG leert u om trappen op en af te lopen.
3.2 Ontslag Wanneer u geen medische zorg meer nodig heeft, gaat u met ontslag. De verpleegkundig specialist bespreekt dit met u. In de dagen voor het ontslag krijgt u adviezen voor thuis. De verpleegkundig specialist, en de fysiotherapeut geven deze adviezen. U krijgt controleafspraken en een brief voor de fysio therapie met oefeningen mee.
De dag van ontslag Meestal kunt u tussen 10.00 en 11.00 uur het ziekenhuis verlaten. Medicijnen Na ontslag uit het ziekenhuis levert uw eigen apotheek weer uw medicijnen. Het Apotheek Service Punt van het OLVG faxt het ontslagrecept naar uw apotheek. Op de dag van ontslag staan de medicijnen voor u klaar of worden bij u thuis bezorgd. Vervoer na ontslag Meestal kunt u met een auto worden vervoerd. De fysiotherapeut en/of verpleegkundig specialist kan u instructies geven over het in- en uitstappen van de auto.
28
4 Na ontslag uit het ziekenhuis Bij thuiskomst heeft u de eerste paar weken hulp nodig. Schakel daarom iemand in die boodschappen doet en u met huishoudelijke taken helpt. U blijft de oefeningen doen zoals zijn aangegeven. U kunt verwachten dat u uw kniegewricht weer helemaal kunt gebruiken. Dit vraagt wel tijd, inspanning, inzet en motivatie van u. Het duurt een paar maanden om uw knie goed te laten functioneren. Hieronder staan adviezen om de overgang van ziekenhuis naar thuis veiliger en gemakkelijker te maken.
4.1 Fysiotherapie na ontslag Wij adviseren u om na ontslag nog minimaal 6 weken door te gaan met oefenen, thuis en bij een fysiotherapeut. U kunt het beste een fysiotherapeut bij u in de buurt kiezen, het liefst met oefenmogelijkheden zoals een hometrainer of loopband. Uw huisarts heeft het overzicht van de fysiotherapeuten bij u in de buurt. Wanneer u met ontslag mag krijgt u een brief voor uw eigen fysiotherapeut mee om verder te revalideren. Actief blijven en doorgaan met oefenen is de snelste manier om helemaal te herstellen. Begeleiding van een fysiotherapeut is heel belangrijk bij het werken aan een goed looppatroon en het afbouwen van het gebruik van de krukken. Ongeveer 3 maanden heeft u gemiddeld twee keer per week fysiotherapie nodig. In het begin komt de fysiotherapeut bij u in huis. U spreekt zelf met de fysiotherapeut af wanneer u naar de praktkijk zal komen.
4.2 Dagelijkse activiteiten en verder herstel Pijn Tijdens de operatie wordt de oorzaak van uw pijn weggenomen. Houd er echter wel rekening mee dat uw nieuwe gewricht en de wond tot 3 maanden na de operatie behoorlijk pijnlijk kunnen zijn. De pijn na het plaatsen van een knieprothese wordt geleidelijk aan minder, beginnend ongeveer een maand na de operatie. Drie tot vier maanden na de operatie treedt een aanzienlijke verbetering op. Soms voelt men een doffe pijn na lange wandelingen. Dit gevoel kan optreden tot ongeveer twaalf maanden na de operatie. ‘Startpijn’ 29
(pijn bij de eerste stappen na het opstaan) kan nog een poosje aanhouden. Dit pijnlijke gevoel verbetert zonder behandeling. Het betekent niet dat de prothese niet goed functioneert of los zit! De knie en enkel kunnen dik worden, dit is normaal. Het dik worden vermindert door dagelijks de benen hoog te leggen, één uur ‘s morgens en één uur ‘s avonds. De zwelling is over het algemeen ‘s avonds het grootst en neemt af wanneer u de oefeningen goed blijft doen.
Bewegen van het kniegewricht Meestal kan het kniegewricht na de operatie iets minder bewegen. Toch wordt de beweeglijkheid van de knie voor de meeste dagelijkse activiteiten hersteld. De gemiddelde buiging is 110 graden. Er is echter niets mis met de knie als dit niet wordt gehaald. U moet wel 90 graden kunnen halen. De maximale buiging bedraagt ongeveer 125 graden. De meeste mensen zijn bij ontslag uit het ziekenhuis in staat tot de volgende activiteiten: • lopen met een loophulpmiddel, zonder hulp van iemand anders. • zelfstandig in en uit bed stappen, op een stoel gaan zitten en er weer uit opstaan. • zelfstandig naar het toilet gaan • uzelf wassen en aankleden. Na de operatie is het belangrijk om 3 keer per dag 30 minuten te oefenen. Vooral het strekken en buigen van de knie is belangrijk. Voer de oefeningen serieus uit, maar overdrijf het niet! U kunt de oefeningen terugvinden in deze map. Uw knie kan nog 6 tot 12 maanden na de operatie warm aanvoelen. In de eerste weken kan dit gevoel er in rust zijn, maar later is dit gevoel er alleen na (overmatige) activiteit. Soms maakt de knie een ‘klikkend’ geluid. Dit is normaal en niet verontrustend. Ongeveer 70 procent van de patiënten ervaren of horen een soort klikgeluid wanneer ze de knie buigen.
30
Wondverzorging De wond moet schoon en droog blijven. De huid rondom het hechtmateriaal kan er wat rood en geïrriteerd uitzien. Wanneer het hechtmateriaal na ongeveer 14 dagen verwijderd is, zal deze roodheid langzamerhand afnemen. De eerste maanden is het beter om de wond met uw handen te wassen en niet met een washand. Let er ook op dat u rond het wondgebied geen crème of lotion gebruikt. Wordt het wondgebied gezwollen of rood, of komt er vocht uit? Overleg dan met de verpleegkundig specialist.
Slapen U mag op uw zij slapen met een kussen tussen de benen, zodat u prettig ligt. Plaats nooit een kussen onder de knie. Fietsen Als u voor de operatie ook al regelmatig fietste, mag u ongeveer 6 weken na de operatie weer gaan fietsen. U moet wel weer voldoende controle over uw been hebben. Gebruik een damesfiets vanwege de lage instap. Het is aan te raden van tevoren te oefenen op een hometrainer, u kunt hier eerder mee starten. Over het algemeen wordt hiermee gestart als de hechtingen zijn verwijderd en de wond dicht is. Autorijden Uw persoonlijke veiligheid staat voorop. Om gas te kunnen geven, te schakelen en te remmen heeft u een goede controle over uw been nodig. Meestal mag u zes weken na de operatie weer autorijden afhankelijk van het gebruik van krukken. Het is niet verstandig om te rijden wanneer u nog pijnmedicatie slikt. Raadpleeg uw verpleegkundig specialist en ook de polis voorwaarden van uw verzekeringsmaatschappij. Weer aan het werk Dit kan twee tot zes weken na de operatie zijn en is afhankelijk van het soort werk dat u doet. Iedereen herstelt in zijn eigen tempo.
31
Reizen U mag zoveel als u wilt buitenshuis zijn. Vergeet niet uw hulpstukken mee te nemen. U mag vanaf zes weken na de operatie weer vliegen. Houdt u er wel rekening mee dat wanneer de vlucht langer dan 2 uur duurt, u wel tussendoor even de benen strekt. Houd er ook rekening mee dat bij de douane de metaaldetectoren af kunnen gaan door uw metalen kunstknie. Meld dit bij de douane. Voeding U mag alles eten en drinken. Om goed en zo snel mogelijk aan te sterken is het belangrijk dat u veel groente en fruit eet, en mager vlees voor proteïne en ijzer. Seksuele activiteiten U kunt weer seksueel actief zijn zodra u daar behoefte aan heeft. Laat uw partner een actieve rol spelen. Waarschijnlijk zijn bepaalde houdingen prettiger dan andere. Uw fysiotherapeut, arts of verpleegkundig specialist kan vragen beantwoorden.
4.3 Adviezen per activiteit Slapen • Zorg dat u aan uw geopereerde kant in en uit bed gaat. • Leg niets onder uw knie. • De hoogte van het bed is belangrijk. Uit een hoger bed kunt u makkelijker opstaan. U belast uw knie dan ook minder. U kunt het bed ophogen door er een extra matras op te leggen of door bedklossen te gebruiken. Gaan zitten en opstaan van een stoel • Als u opstaat of gaat zitten, plaats dan de voet van het geopereerde been iets naar voren, omdat de knie niet meer dan 125 graden mag buigen. • Maak gebruik van de armleuningen bij het opstaan en ook bij het gaan zitten, zodat uw knie ontlast wordt. • Ook de hoogte van uw stoel is hierbij belangrijk. Uw stoel moet minimaal zo hoog zijn dat wanneer u voor uw stoel staat de zitting minimaal de hoogte heeft van uw onderbeen. • Gebruik een voetenbankje wanneer u niet goed met de voeten op de grond komt. 32
Gaan zitten en opstaan van het toilet • De meeste toiletten zijn laag. Wij adviseren u om een losse toiletverhoger bij de thuiszorg te lenen. Een seniorentoilet heeft wel de juiste hoogte. • Twee beugels aan beide kanten van het toilet geven u extra steun bij het opstaan van het toilet. Deze zijn verkrijgbaar bij een doe-het-zelf-zaak. Spullen van de grond oprapen • Na de operatie kunt u niet meer volledig hurken, omdat de nieuwe knie niet verder dan 125 graden mag buigen. • U kunt wel bukken. Plaats het geopereerde been naar achter of opzij en steun met een hand op een tafel of stoel. • U kunt ook staand of zittend spullen van de grond oprapen met uw helping hand. Baden en douchen • Wij raden u aan de eerste tijd zittend te douchen. Plaats daarvoor een stabiele tuinstoel met armleuningen in de douchebak. • Een antislipmat in de douchebak voorkomt uitglijden en geeft stabiliteit. • Heeft u een douche boven de badkuip, douche dan met behulp van een badplank die dwars over het bad ligt. U kunt dan zittend douchen. U kunt deze badplank lenen bij de thuiszorg. • Als de douche een hoge instap heeft, bevestig dan aan de muur een handgreep. U kunt dan steun vinden bij het overbruggen van het hoogteverschil. • Wij raden u af om de eerste paar weken na de operatie te baden. Bij het in en uit bad stappen wordt de knie dan teveel belast. Na ongeveer zes weken is dit geen probleem meer. Aan- en uitkleden • Kleedt u gedurende de eerste weken zoveel mogelijk zittend aan. • Gebruik bij het aan- en uittrekken van (onder)broek, sokken en schoenen hulpmiddelen zoals de helping hand, kousen-aantrekhulp, lange schoenlepel. Deze zijn verkrijgbaar in de thuiszorgwinkel. • Denk eraan dat u bij alle handelingen uw knie niet verder dan 125 graden buigt.
33
Huishoudelijk activiteiten • Gebruik in de keuken zoveel mogelijk een hoge kruk zodat u zoveel mogelijk zittend activiteiten kunt uitvoeren. • Zorg dat de spullen die u vaak nodig heeft tussen heup- en schouderhoogte in de keukenkastjes staan. • Voor zwaardere werkzaamheden zoals stofzuigen, bed verschonen en ramen zemen heeft u voorlopig hulp nodig. Vervoer per auto • Zet de autostoel zoveel mogelijk naar achteren, zodat u makkelijk kunt instappen. • Leg een stevig kussen op de zitting om hem een beetje op te hogen. • Een plastic vuilniszak op de zitting maakt de draaibeweging om in en uit de auto te stappen gemakkelijker. • Met zelf autorijden moet u wachten tot zes weken na de operatie. Dan heeft u uw eerste controle gehad op de polikliniek en hoort u of u weer mag autorijden. Dit is onder andere afhankelijke van de kracht die u in uw geopereerde been heeft.
4.4 Tips en richtlijnen Na de operatie kunt u uw nieuwe knie niet meteen helemaal buigen omdat de knie nog stijf is. Het heeft tijd nodig om te herstellen. Er is een beperking waar u rekening mee moet houden: de geopereerde knie kan niet verder dan 125 graden buigen. U kunt niet meer gehurkt zitten. Dit heeft gevolgen voor de uitvoering van uw dagelijkse activiteiten. In deze paragraaf staan diverse tips en richtlijnen om u hierbij te helpen. Deze gelden met name voor de eerste zes weken, Hierna kunt u geleidelijk aan de belastbaarheid van de knie gaan opvoeren. Dit kunt u doen in overleg met uw fysiotherapeut.
Algemene tips en richtlijnen Onderstaande adviezen kunt u gebruiken bij het uitvoeren van allerlei dagelijkse handelingen. Deze adviezen zorgen ervoor dat u uw nieuwe knie niet teveel belast. • Gebruik zoveel mogelijk een hoge kruk of stoel bij het uitvoeren van activiteiten die u voor de operatie staande uitvoerde. Denk hierbij aan afwassen, strijken, koken, brood smeren. 34
•
•
• •
•
Probeer tijdens alle activiteiten het staan en lopen met zitten af te wisselen. Hierdoor kunnen de spieren weer geleidelijk wennen aan het belasten. Ook voorkomt dit dat de nieuwe knie niet langdurig wordt belast. Zorg ervoor dat u niet te ver hoeft te reiken. De kans om uw evenwicht te verliezen is dan groter. Doe liever een stapje erbij, zodat u steeds zoveel mogelijk in het midden voor u werkt. Plan uw activiteiten per dag. Stel prioriteiten en wissel zware en lichte taken af. Laat voldoende ruimte voor pauzes. Richt uw woon- en werkomgeving zo praktisch mogelijk in. Zorg dat de spullen die u regelmatig nodig heeft tussen heup- en schouderhoogte opgeborgen zijn. Bereid uw werkplek voor voordat u ergens aan begint. Verzamel alles wat u nodig heeft van te voren.
4.5 Verzorging van uw nieuwe knie op langere termijn Onder ideale omstandigheden functioneert een knieprothese goed en gaat de rest van uw leven mee. Sommige gewrichten slijten echter al voor die tijd en worden losser. Meestal blijft een knieprothese langer dan vijftien jaar naar alle tevredenheid functioneren. Hoe lang uw knieprothese goed blijft is afhankelijk van allerlei factoren zoals: • uw lichamelijke conditie • uw gewicht • de mate waarin u actief bent. De onderdelen van de prothese kunnen slijten omdat ze bij het bewegen tegen elkaar schuiven en rollen. Hoe erg uw kniedelen slijten hangt voor een deel af van hoe ze gebruikt worden. Activiteiten die veel druk uitoefenen op het implantaat kunnen de levensduur van uw prothese verkorten. Dit komt veel voor bij zwaardere en actievere patiënten. Door losraken en slijtage van de implantaten kan een revisie-operatie nodig zijn: een operatie om uw prothese te vervangen. U kunt uw knie beschermen door een aantal eenvoudige maatregelen nemen:
Voorkom infectie en let op de symptomen ervan Uw nieuwe knie is gevoelig voor infecties. Voorkom daarom besmetting. Als u ergens in uw lichaam een infectie krijgt, bijvoorbeeld een infectie aan de huid, blaas, longen of gebit, dan kan deze infectie in de bloedbaan terechtkomen en zich verspreiden naar uw knie. 35
Informeer uw huisarts wanneer u vermoedt dat u ergens een infectie heeft. Als het nodig is behandelt hij u of verwijst u door.
Informeer de chirurg bij iedere chirurgische ingreep Als u in de toekomst nog een keer wordt geopereerd, dient u de chirurg te vertellen dat u een knieprothese heeft. Ook al is het een kleine operatie zoals het verwijderen van een moedervlek, ingegroeide teennagel of tandheelkundige ingrepen. Laat uw knie controleren Bij ontslag krijgt u een schema voor controles op de polikliniek. Wij verwachten u: • 2 weken na de operatie op de polikliniek Orthopedie na de operatie bij de verpleegkundig specialist op de polikliniek Orthopedie.De nietjes worden dan verwijderd. • 6 weken na de operatie voor functiecontrole op de polikliniek Orthopedie bij de verpleegkundig specialist • 1 jaar na de operatie bij de verpleegkundig specialist op de polikliniek orthopedie. Voorafgaand aan deze afspraak wordt een röntgenfoto van de knie gemaakt. Voorkom overgewicht Het juiste lichaamsgewicht zorgt ervoor dat de druk en de kracht op de nieuwe knie niet te hoog is. Blijf in beweging! Sport en activiteiten Uw nieuwe knieprothese is ontworpen voor activiteiten in het dagelijks leven, maar niet voor sporten met een hoge belasting. Lopen, zwemmen en fietsen raden wij aan. Intensieve sporten zoals langdurig hardlopen en contactsporten kunnen het functioneren en langdurig succes van uw gewricht belemmeren of in gevaar brengen. Vermijd daarom deze sporten. Tot slot Wij wensen u succes met de aankomende operatie. Bij vragen over de inhoud van deze voorlichtingsmap kunt u terecht bij de verpleegkundig specialist Orthopedie. 36
37
38
39
onze lieve vrouwe gasthuis postbus 95500 1090 hm amsterdam ' (020) 599 91 11 * www.olvg.nl algemene voorwaarden, kijk op www.olvg.nl/algemene_voorwaarden klacht of opmerking, ga naar www.olvg.nl/klacht
Redactie en uitgave Marketing en Communicatie februari 2016/orthopedie/301-119/2007951