Behandelwijzer Colonherstel programma B Uitgebreide informatie over uw herstelprogramma. U heeft een afspraak in Tergooi voor een behandeling. Onze artsen en medewerkers doen er alles aan om u met de beste zorg te omringen en uw bezoek aan of uw verblijf in het ziekenhuis zo aangenaam mogelijk te maken. Ter voorbereiding op uw behandeling en herstel, informeren we u met deze folder over de gang van zaken rondom de operatie aan uw dikke darm (colon). Daarnaast zetten we een aantal praktische zaken en nuttige informatie voor u op een rij. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Achterin vindt u de contactgegevens van de betreffende afdeling. De medewerkers van de afdeling of uw behandelaar beantwoorden uw vragen graag.
slokdarm
lever
maag galblaas 12 vingerige darm
neergaande deel dikke darm
opstijgende deel dikke darm (coecum) sigmoïd blinde darm
anus
1 Algemeen
• De ligging van de spijsverteringsorganen
Deze informatie heeft u nodig voor uw herstel na de operatie aan uw dikke darm (colon). Verderop in deze folder is ruimte om uw vragen te noteren. Zo voorkomt u dat u ze vergeet te stellen. Het is prettig als uw partner of familie deze informatie ook leest. Zij hebben dan ook een duidelijk beeld van de herstelperiode.
2
1 Patiënteninformatie
dwarslopende deel dikke darm
Operatie aan de dikke darm
Er zijn verschillende soorten operaties mogelijk aan de dikke darm. De chirurg bespreekt met u welke operatie hij/zij waarschijnlijk bij u uitvoert. Het soort operatie is afhankelijk van de oorzaak van de afwijking en de plaats van de afwijking in de dikke darm. Hoe lang zo’n operatie duurt, hangt af van de soort operatie. Nadat het aangedane darmdeel is verwijderd, probeert de chirurg altijd de resterende darmdelen weer met elkaar te verbinden. Een dergelijke verbinding noemen we een anastomose of naad. In bepaalde situaties echter is het aanleggen van een tijdelijk of blijvend stoma nodig.
Een reden om een tijdelijk stoma aan te leggen kan zijn dat de chirurg wil voorkomen dat er ontlasting langs de (nieuwe) kwetsbare darm naad komt. Zit de afwijking heel laag in de endeldarm, nabij de anus, dan kan het zijn dat er geen darmnaad (anastomose) meer kan worden gemaakt, omdat ook de anus moet worden weggenomen. De chirurg legt dan een blijvend stoma aan. Als de chirurg verwacht dat hij/zij een stoma moet aanleggen, dan krijgt u via de coloncareverpleegkundige, die ook stomaverpleegkundige is, uitgebreide informatie. Daarnaast geeft hij/zij u voorlichting over de operatie, de voorbereiding, herstelpe riode en uw rol in dit proces. 2.1 Mogelijke complicaties Geen enkele operatie is zonder risico’s. Zo is ook bij een operatie aan de dikke darm de kans op algemene en specifieke complicaties aanwezig. Complicaties kunnen levensbedreigend zijn en overlijden tot gevolg hebben. Algemene complicaties zijn bijvoorbeeld trombose, longontste king, cardiale (hart)problemen, urineweginfecties, nabloeding en wond infectie. Specifieke complicaties bij een darmoperatie zijn bijvoorbeeld dat de darmen na de operatie niet goed op gang willen komen (= ileus). Verder kan zich ook een complicatie voordoen waarbij de darmnaad (anastomose) niet goed vastgroeit en gaat lekken. In zo’n geval moet meestal een nieuwe operatie volgen, waarbij de chirurg de darmnaad ontkoppelt en hij/zij meestal een tijdelijk stoma aanlegt. Bij endeldarm operaties is het soms niet te vermijden dat de zenuwen naar de geslachts delen en blaas worden beschadigd. Bij mannen die een uitgebreide endeldarmoperatie hebben ondergaan, treedt soms impotentie op. Ook kan als gevolg van enige zenuwschade een blaasontledigings stoornis optreden. De endeldarmstoornissen zijn meestal van tijdelijke aard. Mocht u complicaties krijgen, dan geeft uw behandelend arts hier meer uitleg over. Complicaties kunnen het verblijf in het ziekenhuis verlengen. Bij tien procent van de geopereerde patiënten kan na de operatie een littekenbreuk ontstaan. Heeft u een kinderwens, dan adviseren we dit ook met de chirurg te bespreken. 2 Patiënteninformatie
In dit deel van de folder staat informatie over de operatie aan de dikke darm. Het is goed u te realiseren dat uw persoonlijke situatie anders kan zijn dan in deze folder is omschreven. Stel daarom uw specifieke vragen aan de chirurg. Als u nog vragen heeft na het lezen van de informatie stel ze dan gerust aan de coloncareverpleegkundige.
3
Het gesprek met de coloncareverpleegkundige
Na het bezoek aan de chirurg heeft u een afspraak bij de coloncareverpleegkundige ter voorbereiding op de operatie en het herstelprogramma. 3.1 Wat kunt u verwachten van de coloncareverpleegkundige? • Hij/zij licht u nogmaals voor over de operatie, de voorbereiding en de herstelperiode. Bovendien licht hij/zij u voor over de belangrijke rol die u zelf speelt bij het herstel. Hij/zij spreekt met u de stappen van het herstelprogramma door. • Hij/zij reikt u informatiefolders uit. • Hij/zij stelt u vragen over uw gezondheid die van belang zijn voor een succesvolle behandeling en een goed herstel. • Hij/zij bespreekt met u of u na de operatie thuis hulp nodig heeft, zodat u daarover tijdig afspraken kunt maken met uw partner of familie. Als het nodig is schakelt hij/zij een transferverpleegkundige in om professionele thuiszorg te regelen. • Bepaalde factoren uit uw ziektegeschiedenis of uw leefgewoontes kunnen het herstel na de operatie beïnvloeden, bijvoorbeeld een afgenomen gewicht, roken of longaandoeningen. Hij/zij maakt, als dat nodig is, voor u een afspraak met andere zorgverleners, zoals een diëtist of fysiotherapeut. Dit geldt dus niet voor alle patiënten. Een goede voorbereiding voor de operatie kan het herstel na de operatie bevorderen en de kans op complicaties verminderen. • Wanneer er bij u een stoma moet worden aangelegd of de kans daarop aanwezig is, dan maakt de chirurg een extra poliklinische afspraak voor u bij de coloncare/stomaverpleegkundige. Vóór uw opname informeert de coloncare/stomaverpleegkundige u uitgebreid over het stoma, hoe u daarmee leert omgaan en welke begeleiding u mag verwachten van de afdeling- en coloncare/stomaverpleegkundigen.
3.2 Wat verwachten we van u? U heeft zelf een zeer belangrijke rol in het herstelprogramma. Door uw inzet is het herstel sneller en heeft u minder kans op complicaties. Uw opname duurt in principe vijf dagen. Het herstel van de operatie vraagt veel inzet van u. • Het is belangrijk dat u al snel na de operatie weer in beweging komt onder begeleiding van verpleegkundigen van de afdeling en de fysiotherapeut. Op de dag van de operatie kunt u al weer minimaal een kwartier in de stoel zitten. Als u naar huis gaat, loopt u alweer regelmatig over de gang en bent u het grootste deel van de dag uit bed. • Doordat u na de operatie weer snel goed drinkt en eet, herstelt u eerder en kunt u sneller in uw normale leefritme van vóór de operatie komen. • Advies: als u rookt, is het verstandig om vanaf tenminste twee dagen vóór de operatie niet te roken. We proberen uw partner/familie ook goed op de hoogte te stellen, zodat zij u bij de voorbereiding op uw operatie en uw herstelperiode na de operatie goed kunnen ondersteunen. We vinden het fijn als u uw partner/familie meeneemt als u de coloncareverpleegkundige bezoekt. Dankzij de gezamenlijke inzet van u als patiënt, de verpleegkundigen, de chirurg en zo nodig de fysiotherapeut, coloncare-/stomaverpleeg kundige en / of diëtist, bent u vier dagen na de operatie al weer zover dat u naar huis kunt.
4
Dagprogramma gedurende uw opname in het ziekenhuis
Het team van de verpleegafdeling heet u van harte welkom! De komende vijf dagen zetten chirurgen, afdelingsartsen, verpleegkundigen, zo nodig fysiotherapeuten, coloncare-/stomaverpleegkundigen en diëtisten zich in om uw operatie en de herstelperiode zo goed mogelijk te laten verlopen. Hieronder vindt u de voorbereidingen benoemd die nodig zijn voor de operatie. In overleg met de coloncareverpleegkundigen kunnen de voorbereidingen thuis of in het ziekenhuis plaatsvinden.
3 Patiënteninformatie
4.1 Voorbereiding voor uw operatie aan de dikke darm, de dag vóór de operatie Thuis Zodra u weet op welke dag we u gaan opereren, maakt u een afspraak bij de coloncareverpleegkundige voor de dag vóór de operatie. Opereren we u op maandag, dan weet de afdeling automatisch dat u zondagmiddag rond 15:00 uur komt om het laxeertasje op te halen. In het laxeertasje zit een schema waarop staat vermeld wanneer u bloed moet laten prikken, de twee klysma’s moet toedienen, wanneer u nuchter moet zijn en wanneer u de Pre-Op drank moet innemen. Deze dag krijgt u ook al preventief de fraxiparine-injectie door de verpleegkundige toegediend. • U meldt zich op de operatiedag nuchter op de afdeling. NB: U mag tot zes uur vóór de operatie normaal eten en drinken. • U klysmeert zichzelf voor de derde keer op de afdeling; twee uur vóór de operatie. Ziekenhuis Van de afdeling Opname krijgt u bericht op welk tijdstip ze u daar verwachten. • U kunt zich melden bij de secretaresse van de afdeling. Zij zorgt ervoor dat een verpleegkundige van de afdeling u ontvangt. Deze brengt u op de hoogte van de gang van zaken op de afdeling en neemt met u door of alle noodzakelijke voorbereidingen zijn getroffen. • Als u voor opname op de poli bij de diëtist bent geweest, dan bezoekt deze u ook op de afdeling. • Als dit vooraf met u is afgesproken, komt de stomaverpleegkundige langs om samen met u een voorkeursplaats voor het stoma op uw buik te bepalen. • Vanmiddag en vanavond krijgt u een klysma om het laatste deel van de dikke darm schoon te maken. • Vanaf de opnamedag krijgt u dagelijks een injectie om de kans op trombose sterk te verminderen. • Tot zes uur vóór de operatie mag u normaal eten en drinken.
4.2 Voorbereiding voor uw operatie aan de dikke darm, de dag van de operatie • U moet tot vier uur vóór de operatie nog twee pakjes Pre-Op drinken (met uitzondering van diabetespatiënten). Deze drank zorgt ervoor dat u zich na de operatie beter voelt. • De verpleegkundige geeft u twee uur vóór OK nog een klysma om de darm schoon te maken. • Gebruikt u medicijnen? De arts vertelt u welke medicijnen u gewoon mag innemen en welke u eventueel (tijdelijk) niet mag innemen. 4.3 Voorbereiding voor uw operatie aan de endeldarm met eventuele aanleg van een ileostoma, de dag vóór de operatie Thuis Zodra u weet op welke dag we u gaan opereren, maakt u een afspraak bij de coloncareverpleegkundige voor één tot drie dagen vóór de operatie. U krijgt dan het laxeertasje met alle middelen voor de voorbereiding op de operatie met een schema waarop staat vermeld wanneer u bloed moet laten prikken, de Movi-Prep moet innemen, wanneer u nuchter moet zijn en wanneer u de Pre-Op drank moet innemen. Als we u op maandag opereren, dan weet de afdeling automatisch dat u zondag ochtend rond 10:00 uur komt om de fraxiparine-injectie te halen. De coloncareverpleegkundige tekent de plaats van de stoma af. Ziekenhuis • U mag thuis ’s morgens een licht ontbijt nemen. • Vanaf de opnamedag krijgt u dagelijks een injectie om de kans op trombose sterk te verminderen. • Op de afdeling krijgt u vanaf 11:00 uur twee liter Movi-Prep te drinken om uw darmen te laxeren. • Vanaf 11:00 uur mag u alleen heldere dranken drinken. • De coloncareverpleegkundige tekent de plaats van het stoma af. • Het is van belang dat u vóór de operatie voldoende heeft gedronken. Daarom krijgt u vanavond koolhydraatrijke voorbereidingsdrank te drinken. Zie hiervoor de folder Pre-Op die u aantreft achter in deze informatiemap.
4 Patiënteninformatie
• Gebruikt u medicijnen? De arts vertelt u welke medicijnen u gewoon mag innemen en welke u eventueel (tijdelijk) niet mag innemen. • Vanaf 24:00 uur moet u nuchter blijven. 4.4 Voorbereiding voor uw operatie aan de endeldarm met eventuele aanleg van een ileostoma, de dag van de operatie • U moet tot vier uur vóór de operatie nog twee pakjes Pre-Op drinken (met uitzondering van diabetespatiënten). Deze drank zorgt ervoor dat u zich na de operatie beter voelt. • Op de operatiekamer of in de voorbereidingsruimte krijgt u een ruggenprik (epiduraal katheter) of een PCA-pomp via het infuus, zodat na de operatie de pijnstilling voor u zo optimaal mogelijk kan worden geregeld. • Voor vochttoediening en toediening van medicijnen, brengen we een infuus in (een dun slangetje in een bloedvat). • Als de voorbereidingen klaar zijn, brengen we u onder narcose en opereren we u. Na de operatie verblijft u enige tijd op de uitslaapkamer. • Zodra de operatie klaar is, neemt de arts telefonisch contact op met uw partner/familie (contactpersoon). 4.5 Na de darmoperatie • Vóór de operatie is de pijnstilling al gestart via een epiduraal katheter of een PCA-pomp. Daarnaast krijgt u op vaste tijden van de verpleegkundigen medicatie in de vorm van tablet of zetpil. De verpleegkundige vraagt u elke dienst om aan te geven hoeveel pijn u heeft middels het geven van een cijfer. Uw pijnstilling passen we zo nodig in overleg met de arts aan (zie voor informatie de folder ‘Pijnbestrijding na de operatie’ achter in deze informatiemap). • Het is van groot belang dat uw pijnklachten uw functioneren niet belemmeren. We adviseren u bij pijn of gevoeligheid het wondgebied te ondersteunen met uw hand (bijvoorbeeld bij hoesten). • U heeft een infuus om u vocht en eventueel medicijnen toe te dienen. • Het kan zijn dat u een drain (een slangetje in het operatiegebied) heeft voor afvoer van eventueel bloed en inwendig wondvocht. • Het kan zijn dat u een slangetje in de neus heeft voor extra zuurstof. • Een slang in uw blaas zorgt voor de afloop van urine.
• Deze slangen zijn alleen maar nodig om de normale functies van uw lichaam te ondersteunen. Om complicaties te voorkomen, streven we ernaar deze functies zo snel mogelijk te laten herstellen, zodat we de hulpmiddelen zo snel mogelijk kunnen verwijderen. U speelt hierbij zelf een heel belangrijke rol!
• Als u een stoma heeft gekregen, geeft de stomaverpleegkundige u hierover uitleg. Probeer zo snel mogelijk mee te kijken en zelf onder begeleiding te oefenen! NB: Mocht u een ileus (= gaan stilliggen van de darmen) ontwikkelen, dan gaat op dat moment het protocol van de arts in en is dit herstelprogramma niet meer van toepassing bij u.
Wat verwachten we vandaag van u?
• Om de darmbewegingen weer op gang te krijgen, is het belangrijk om, zodra dat mogelijk is, weer te gaan drinken. Probeer twee flesjes Nutridrink (dieetvoeding) te drinken. Wanneer u geen klachten heeft, mag u proberen iets vloeibaars te eten. Als u ’s avonds zin heeft in een beschuitje, dan mag dit gerust. U kunt misselijk zijn. De verpleegkundigen weten precies wat ze u hier tegen mogen geven; vraag er gerust om! • Om vele redenen is bedrust eigenlijk slecht. Het verhoogt bijvoorbeeld de kans op trombose, belemmert de darmperistaltiek en vermindert het vermogen om goed door te ademen en op te hoesten. Na de operatie moet u dus weer snel uit bed komen. We streven ernaar dat u minstens een kwartier naast het bed in een stoel zit. De verpleegkundige ondersteunt u hierbij. 4.6 Het herstelprogramma, de eerste dag na de operatie Bij de lichamelijke verzorging heeft u vandaag nog hulp nodig van de verpleegkundige. Een deel van de dag brengt u door in een stoel naast het bed. De verpleegkundige ondersteunt u hierbij. Wat verwachten we vandaag van u?
• Als u, ondanks de pijnstilling pijn heeft, aarzel dan niet dit te bespreken met de verpleegkundige. We kijken dan samen met de arts (pijnteam) naar een oplossing. • Als u een PCA-pomp heeft, dan verwijderen we vandaag de urinekatheter. • Probeer één tot twee liter vloeibaar te drinken, waarvan drie flesjes nutridrink. • Daarnaast mag u vandaag een boterham eten en dieet naar wens starten. • U moet vandaag minimaal drie keer twee uur uit bed komen. De verpleegkundigen ondersteunen u hierbij. 5 Patiënteninformatie
4.7 Het herstelprogramma, de tweede dag na de operatie We verwijderen het wondverband en we laten dit er, zo mogelijk, ook af. De verpleegkundige helpt u vandaag met douchen. Wanneer u het prettig vindt, kunt u uw gewone kleding weer aan. Wat verwachten we vandaag van u?
• De pijnstilling via de epiduraalkatheter of PCA-pomp proberen we af te bouwen en te stoppen. Vanaf vandaag krijgt u, in principe, alleen nog op bepaalde, vaste tijden pijnstilling in tabletvorm. Als u pijn heeft, geef dit dan vandaag ook weer goed aan. • Zodra we de epiduraalkatheter hebben verwijderd, verwijderen we ook de urinekatheter. • Probeer minimaal anderhalve liter te drinken. Bij voldoende drinken, verwijderen we het infuus. Als het normale dieet goed gaat, kunt u stoppen met de flesjes nutridrink. • U komt minimaal acht uur uit bed. Dit kunt u het beste verdelen over een aantal keren per dag. De verpleegkundige ondersteunt u hierbij. Het is prettig als u een boek of iets anders binnen handbereik heeft, zodat u zich op een plezierige manier kunt ontspannen. • U loopt door de kamer onder begeleiding van een verpleegkundige. • Als u een stoma heeft gekregen, leert de stomaverpleegkundige u hoe u het beste het stoma kunt verzorgen. Hij/zij vraagt u om dit vanaf vandaag zoveel mogelijk zelf te doen, uiteraard onder begeleiding van de verpleegkundigen. Bespreek al uw vragen en mogelijke twijfels, betrek ook uw partner/familie hierin. Zo raakt u langzaam gewend aan het stoma en leert u het verzorgen. De stomaverpleeg kundige zal u vragen een afspraak met uw partner/familie te maken om mee te kijken en te oefenen in de stomazorg.
4.8 Het herstelprogramma, de derde dag na de operatie Vandaag geen bijzondere verpleegkundige zorg.
Morgen is het zover… dan kunt u naar huis! Vergeet niet eventuele vragen vandaag nog te stellen aan de verpleegkundigen of de arts.
Wat verwachten we vandaag van u?
4.11 Het herstelprogramma, de vierde dag na de operatie Vandaag bent u, mede dankzij uw eigen inzet, in principe voldoende hersteld om al weer naar huis te gaan.
• U eet normale maaltijden. Uw darmen functioneren het beste wanneer er weer voedsel in komt. Probeer steeds meer uit wat u kunt verdragen. • Het is de bedoeling dat u in korte tijd weer eet wat u gewend was. • U komt vandaag ook minimaal acht uur uit bed. Het in- en uit bed gaan, zal waarschijnlijk al wat makkelijker gaan. Als het nog niet lukt, ondersteunt de verpleegkundige u. • U loopt twee keer over de gang onder begeleiding van de verpleeg kundige en / of fysiotherapeut. • Als u een stoma heeft, oefent u samen met de stomaverpleegkundige en uw partner of familie om het stoma te verzorgen. 4.9 De balans opmaken We kijken terug op uw herstel en bespreken of u naar huis kunt. Alleen als u onvoldoende herstelt en echte ziekenhuiszorg noodzakelijk is, blijft u langer opgenomen. Doordat u kort in ons ziekenhuis verblijft, voorkomt u complicaties zoals ziekenhuisinfecties, herstelt uw conditie sneller en bent u sneller in staat uw normale leefgewoontes weer op te pakken. We treffen vandaag de voorbereidingen voor uw ontslag. Bijvoorbeeld: recepten schrijven, controleafspraken maken. 4.10 Klaar voor ontslag? Voordat u naar huis gaat: • is de pijn onder controle met de pijnmedicatie; • moet u geen misselijkheidklachten hebben en normaal kunnen eten; • moet u zelfstandig kunnen lopen; • zijn alle slangen verwijderd; • moet uw lichaamstemperatuur beneden de 38°C zijn; • als u een stoma heeft, moet u dit in principe zelf of met behulp van wijkverpleegkundige kunnen verzorgen; • vanmorgen bepalen we, als dat nodig is, nog bepaalde bloedwaarden. Als de afdelingsarts deze uitslagen ook goed vindt, kan morgen uw vertrek naar huis doorgaan.
6 Patiënteninformatie
U krijgt een afspraak mee voor de poliklinische controle bij: • de chirurg; • als u een stoma heeft gekregen, ook bij de coloncare-/ stomaverpleegkundige.
5
Na ontslag
Als u eenmaal thuis bent, is het voor uw herstel van belang dat u actief blijft. Voor u is het belangrijk om te weten welke activiteiten u wel of niet mag doen. Dit is afhankelijk van de hinder die u ondervindt van het operatiegebied. Over het algemeen geldt: dat wat u kunt doen, u ook mag doen. Het is dus belangrijk dat u luistert naar uw lichaam. Wanneer u weer helemaal van de operatie zal zijn hersteld, is moeilijk aan te geven in een folder. Dat zal afhangen van de soort operatie, de aard van de aandoening en hoe u zich op dat moment voelt. De coloncareverpleegkundige neemt twee tot drie dagen na ontslag telefonisch contact met u op. Als er thuis vragen bij u opkomen of er doen zich problemen voor, aarzel dan niet om zelf contact op te nemen met de coloncareverpleegkundige. Locatie Hilversum: • op werkdagen tussen 08:00 – 16.30 uur, T 088 753 32 23; • buiten deze uren kunt u contact opnemen met de afdeling Spoedeisende hulp, T 088 753 15 60.
5.1 Wanneer moet u contact opnemen met de coloncareverpleegkundige? U moet contact opnemen als u de volgende problemen heeft: • koorts (boven 38,5°C); • overgeven; • hevige buikpijn; • wondproblemen; • stomaproblemen; • wanneer u zich ergens onzeker over voelt of vragen over heeft. 5.2 Uitslag De uitslag van het microscopisch onderzoek van het verwijderde darmweefsel is na ongeveer een week bekend. Dan bespreekt de chirurg dit met u op de polikliniek. Naar aanleiding van deze bevindingen kan hij/zij een aanvullende behandeling adviseren. Hoelang we u poliklinisch moeten controleren, hangt samen met de aard van uw ziekte. Dit bespreekt de arts met u.
6
Tot slot
Bij vragen over of onduidelijkheden in deze informatie, kunt u tijdens kantooruren, contact opnemen met de coloncareverpleegkundigen locatie Hilversum, T 088 753 32 23. We wensen u een spoedig herstel toe!
Locatie Blaricum Rijksstraatweg 1 1261 AN Blaricum 7 Patiënteninformatie
Locatie Hilversum Van Riebeeckweg 212 1213 XZ Hilversum
Locatie Weesp C.J. van Houtenlaan 1b 1381 CN Weesp
© Tergooi 000699772 26102015
T 088 753 17 53 www.tergooi.nl