PACTNIEUWS een uitgave van het Vertrouwenspact Werkgelegenheid Limburg
Partners zijn kritisch over hun bijdrage aan VWL
F
elix Petit is Regiodirecteur Inkoop Reïntegratie bij UWV. De positie
Beeldvorming
van UWV is voor Felix Petit aanleiding om hardop na te denken over
Vraag is wat UWV kan bijdragen.“We hebben het imago van een logge, starre organisatie met de focus op de interne organisatie”, erkent Felix Petit.“Via aantoonbare acties, zoals de reïntegratietelefoon die sinds kort landelijk werkt, willen we laten zien dat we daar aan werken en dat we onze klanten steeds meer centraal stellen. Met 24.000 medewerkers uit zes verschillende organisaties die ieder hun eigen structuur, cultuur, processen en systemen hebben, kost een omslag natuurlijk tijd. Ik denk dat het belangrijk is dat we uitleggen wat onze positie is, waar we aan werken en wanneer we welke resultaten willen bereiken. Dat alles mag ons er echter niet van weerhouden om samen met de partners in het VWL resultaten voor deze regio te behalen.”
de wijze waarop zijn organisatie in het Vertrouwenpact Werkgelegenheid Limburg (VWL) staat.
“Eigenlijk is onze positie niet anders dan die van de andere partners in het VWL“, aldus Felix Petit. “Iedere organisatie heeft immers zijn eigen taakstelling en belangen. Dat heeft gevolgen voor de prioriteiten die je stelt.” In juni werd aan de minister de evaluatie van de Regionale Platforms Arbeidsmarktbeleid (RPA’s) aangeboden. Met name UWV wordt kritisch beoordeeld.“Ik weet niet of dat ook gebeurt binnen het VWL. Het is op zich goed dat partners kritisch naar elkaar kijken. Je moet immers aantoonbaar toegevoegde waarde hebben, anders moet je in zo’n overleg niet structureel aanwezig willen zijn. Je kunt er dan beter voor kiezen om mee te doen op momenten dat je daadwerkelijk iets kunt toevoegen.”
Spanningen
De bewegingsruimte binnen het VWL lijkt door de taakstelling vanuit de centrale UWV-organisatie beperkt te worden.“Daardoor kunnen we niet altijd voldoende aansluiten bij de regio en staan onze
Pactnieuws Uitgave september 2003 jaargang 6 nummer 18
lees verder op pagina 2
•
1
PACTN PACT • vervolg:“Partners zijn kritisch…” doelstellingen en de taakstelling soms haaks op die van andere partijen en zelfs op onze eigen maatschappelijke verantwoordelijkheid. Een voorbeeld: UWV heeft voor de regio Brabant en Limburg de taakstelling om, globaal geformuleerd, 40% van de mensen die in 2002 WW kregen, te herplaatsen. Deze taakstelling kunnen we natuurlijk eenvoudiger realiseren als we ons concentreren op de kansrijke werkzoekenden en aan de kansarme weinig of geen aandacht geven. Daardoor zadelen we de gemeenten op termijn op met een enrom probleem.We zijn immers hun poortwachter. Het is duidelijk dat er dan spanningen ontstaan, zeker in het licht van de nieuwe Wet werk en bijstand. Ik ben blij dat dit probleem door verschillende partijen onder de aandacht van zowel de minister als de staatssecretaris wordt gebracht. Zelf bezoek ik geregeld wethouders om te bespreken hoe we, ondanks soms tegengestelde belangen, toch toegevoegde waarde voor elkaar en elkaars doelstellingen kunnen genereren.Vooral als we het over gemeenschappelijke klanten hebben, is het van belang dat de dienstverlening van UWV en gemeente optimaal aansluit, zodat de klanten niets merken van de fricties in de afzonderlijke taak- en doelstellingen.” Landelijk versus regionaal
“Er is echter meer nodig.We zullen bijvoorbeeld in gesprek moeten met werkgevers en werknemers. Landelijk, om hen te informeren over de gevolgen van voortdurende wijzigingen van wet- en regelgeving en de veranderingen van verantwoordelijkheden die daaruit voortvloeien. UWV wordt nog dagelijks aangesproken op onderwerpen waar wij geen zeggenschap meer over hebben. Hier is nog veel werk te doen.Aan de andere kant moeten we simpelweg concrete resultaten boeken in de regio’s: voorkomen dat mensen gebruik moeten maken van hun WW- of WAO-verzekering doordat ze werkloos of arbeidsongeschikt worden, en als dat toch gebeurt, zorgen dat ze zo snel mogelijk duurzaam worden teruggeleid naar de arbeidsmarkt. Samenwerking in de regio kan de mate van succes bepalen. Van dat succes profiteren niet alleen de klanten, om wie het natuurlijk in de eerste plaats gaat. Ook werkgevers, UWV en gemeenten werken zo aan kostenbesparing en een snellere vervulling van vacatures.
2
Intern
“Op diverse lijnen hebben we de afgelopen 18 maanden gewerkt aan een grotere resultaatgerichtheid: het voorkomen van uitkeringen en een snelle uitstroom. Dat vraagt een consequente toepassing van de Wet Poortwachter en het snel aanbieden van voorzieningen waardoor mensen hun werk kunnen behouden dan wel hervatten.Verder hebben we een behoorlijke kwaliteitsslag gemaakt dankzij onze aanbestedingsprocedure voor reïntegratiediensten. Veel gemeenten hebben voor hun eigen aanbesteding gebruik gemaakt van het format van het UWV. Via jaarlijks onderzoek gaan we vaststellen of onze verzekerden deze kwaliteitsslagen waarderen en of zij tevreden zijn over de reïntegratietrajecten. Uit ons meest recente onderzoek blijkt overigens dat onze klanten behoefte hebben aan één contactpersoon, een nieuw fenomeen voor UWV. Inmiddels hebben we dit voor de WW-verzekerden al gerealiseerd en op korte termijn zal dit ook voor onze WAO-verzekerden ingeregeld worden.” Ketenpartners
“En dan nog heeft iemand achtereenvolgens contact met de consulent van het CWI, het UWV en de gemeente. Ook binnen deze zogeheten SUWI-keten moeten organisaties beter op elkaar aansluiten en moet informatie sneller worden overgedragen. Daar is ook de nieuwe Wet werk en bijstand op gericht. Het opbouwen van de keten blijft een moeizaam proces, omdat elke partner over de grenzen van zijn eigen taak en doelstelling moet kijken. Het is een kwestie van geven en nemen, waar volgens mij een belangrijke rol kan liggen voor het VWL.” Felix Petit vindt dat het VWL op zijn minst een basis voor contacten betekent. “Je kent de mensen in de regio en weet elkaar snel te vinden. Daarom ook kan een initiatief als ALERT snel van een plan tot een planning en acties komen. Ik denk dat we binnen ALERT ook als UWV onze rol hebben genomen door bijvoorbeeld op rayonaal niveau goede afspraken met gemeenten en CWI te maken. Natuurlijk hangt het uiteindelijke effect van dergelijke acties af van de wil en de mogelijkheden van mensen om samen te werken en zich in te zetten voor oplossingen.Van belang is dan ook dat je elkaar duidelijkheid geeft over de kaders waarbinnen je kunt opereren, maar dat je ook niet schroomt om in belang van klant en doelstellingen grenzen te overschrijden.”
Colofon Pactnieuws geeft vier keer per jaar informatie over oplossingen voor problemen op de Limburgse arbeidsmarkt. De informatie is afkomstig van de partners van het Vertrouwenspact Werkgelegenheid Limburg. Voor meer informatie of suggesties voor projecten die aansluiten bij de doelstellingen van het Vertrouwenspact Werkgelegenheid Limburg kunt u contact opnemen met: Mevr. S. Boltong, Provincie Limburg, Postbus 5700, 6202 MA Maastricht. tel. 043 389 78 56 fax 043 389 71 07 e-mail sgwa.boltong@ prvlimburg.nl www.vertrouwenspact.nl Tekst en coördinatie: karin dormans bureau voor tekst en communicatie, Geleen Oplage: 1.500 Ontwerp: Mediaan Communicatie Projecten bv, Heerlen Fotografie: Bert Janssen, Maastricht Druk: Drukkerij Schrijen-Lippertz/ Huntjens,Voerendaal
NIEUWS Onderwijs gaat het gesprek aan Terwijl je alleen structureel resultaten haalt, als arbeidsbemiddeling hand in hand gaat met aanbodversterking. Dat staat zelfs in een rapport van UWV. Natuurlijk moet je daar genuanceerd naar kijken. Wie werkzoekend wordt in een kansrijke sector, hoeft niet onmiddellijk opgeleid te worden, kwetsbare werkzoekenden wel.” IJskast
S
choling is een veelvuldig gebruikt instrument om de inzetbaarheid van medewerkers te vergroten. Hoewel het voor de hand ligt om werk-
zoekenden en WAO’ers te scholen in het kader van hun reïntegratie, blijkt de vraag naar dat soort scholingsactiviteiten zo sterk terug te lopen dat deze opleidingstrajecten dreigen te verdwijnen. Het onderwijsveld vraagt de partners in het VWL nadrukkelijk om aandacht te besteden aan de gevolgen van deze ontwikkeling.
Marcel Creemers van het AOC Limburg, Paul Peters, namens ROC Arcus en Leeuwenborgh Opleidingen,Toon Berkers van Gilde Opleidingen en Jos Hermans van Hogeschool Zuyd luiden de noodklok.Toon Berkers:“Twee jaar geleden is in het VWL een strategische agenda voor het onderwijs vastgesteld. Daarin stond dat het beroepsonderwijs van groot belang is voor een goed functionerende arbeidsmarkt.Als opleidingsinstellingen willen we een actieve partner zijn. Daarom geven we nu een signaal af.” Sterker
Paul Peters legt uit:“Er zijn blijkbaar zoveel werkzoekenden dat voor de meeste van hen opleiding niet urgent is.” Marcel Creemers valt hem bij: “Door de veranderingen in de sociale wetgeving zijn verantwoordelijkheden verschoven. Je merkt dat bij de inkoop van reïntegratiediensten contracten worden afgesloten op basis van output oftewel aantal plaatsingen en minder op basis van kwaliteit.
Paul Peters:“We hebben een goede onderwijsinfrastructuur opgebouwd, met de specifieke educatieve deskundigheid die voor de kwetsbare groepen belangrijk is. Helaas is er nu voor sommige opleidingen geen exploitatiegrond meer. Daardoor moesten we gaan snoeien en ging het LCB (Limburgs Centrum Bedrijfsopleidingen) failliet, dat Gilde vorig jaar heeft overgenomen.” Marcel Cremers:“Op zich is het logisch dat je opleidingen sluit, als er geen vraag is. De keerzijde is echter dat opleidingsinstellingen dan ook geen antwoord meer hebben, wanneer er over enkele jaren opnieuw vraag ontstaat. De expertise is dan verloren gegaan. Die kun je niet in de ijskast zetten. Het gevolg is ad hoc beleid, dat meedeint op de golven van de werkloosheid. Hoewel we op het punt van flexibiliteit nog stappen kunnen zetten, kan niemand van het onderwijs verwachten dat wij structureel investeren als er geen minimaal gegarandeerd aantal cursisten is.” Agenda
De scholen leggen de kwestie voor aan de partners in het VWL.Toon Berkers:“Als onderwijsinstellingen kunnen we niets anders doen dan het onderwerp op de agenda zetten. In het VWL kunnen de partners gezamenlijk nadenken over oplossingen. Zo zouden UWV en de gemeenten in hun contract met reïntegratiebedrijven kunnen vastleggen dat een bepaald aantal mensen wordt (om)geschoold. Of je besluit om werkzoekenden onder dertig jaar met een afgebroken opleiding automatisch scholing te bieden gedurende de tijd dat ze werkloos zijn, zoals in Parkstad Limburg.” De noodkreet van het onderwijs is in de VWL bestuursvergadering van september aan de orde geweest. Gemeenten, UWV en onderwijsinstellingen hebben een vervolgafspraak gepland.
3
PACTN PACT Mobiliteit kan nieuwe wegen “I
n oktober 2002 kreeg ik een telefoontje dat de directie had besloten om het
bedrijf te sluiten”, Jack Pijls werkte toen als ovenist in continudienst bij Sphinx Technical Ceramics in Maastricht. Bijna een jaar later vertelt hij hoe het hem sindsdien verging.
“Er werd ons gevraagd om gemotiveerd door te werken. Dat lukt natuurlijk niet, al doe je je best. Er waren geruchten over een doorstart en over het feit dat sluiting niet nodig was geweest. Uiteindelijk ging de zaak toch dicht en hebben de bonden nog hard moeten onderhandelen over de premie die we meekregen. In februari hebben we zelfs een week gestaakt. Het resultaat was dat we zelf niet hoefden mee te betalen aan het reïntegratietraject, zoals eerst de bedoeling was.” Sinds 1 april zat Jack Pijls thuis, al moest hij zich wekelijks melden bij het mobiliteitscentrum. Visie
Het mobiliteitscentrum is een joint venture van Smart en Yonder. Hoewel de visie van de beide bureaus is om herplaatsing preventief in te zetten, was dat bij Sphinx Technical Ceramics nauwelijks aan de orde. Marcel Jöris, Business Unit Manager Yonder:“Eigenlijk wil je met de medewerkers aan de slag vanaf het moment dat een bedrijf nadenkt over sluiting. Dan kun je mensen immers van werk naar werk brengen, zonder dat ze werkloos worden.” Zelfbewustzijn
4
In dit geval startte de begeleiding pas begin dit jaar. “Het was niet gemakkelijk”, vertelt Sylvia Groot van Yonder. Zij is één van de vier mobiliteitsadviseurs die tot het eind van het jaar in afnemende intensiteit op locatie bij Sphinx actief zijn.“De mensen waren vaak al lang bij dit bedrijf. Ze zijn daarom eenzijdig gericht en niet altijd volledig geschoold. Bovendien was de sluiting een harde klap. De mensen waren loyaal aan ‘de Sphinx’, het ziekteverzuim was relatief laag.” Marjan van der Ham van Smart Mobiliteit legt uit:“Het is de kunst om de kwaliteiten, zoals bijvoorbeeld die loyaliteit, het arbeidsethos en de werkervaring, te vertalen naar andere bedrijven. Daar hebben we via individuele begeleiding en algemene trainingen aan gewerkt: aan het bewust maken en benoemen van de kwaliteiten en daarna het zoeken van een baan waar die kwaliteiten tot hun recht kwamen.” Hoewel het uitgangspunt is dat de mensen zelf actief moeten zijn, gebruikten de
Jack Pijls
mobiliteitsadviseurs ook hun eigen netwerk om vacatures te vinden. Hard
Jack Pijls heeft gemerkt hoe dat werkte:“We moesten een cv opstellen en sollicitatiebrieven schrijven. Vervolgens heb ik me op allerlei plekken ingeschreven: CWI, uitzendbureaus en ben ik gaan zoeken in de kranten en via internet.We oefenden ook de sollicitatiegesprekken, want dat is toch waar het om draait. Het ging in werkelijkheid heel wat gemoedelijker dan ze ons hadden voorgesteld. Jammer dat we soms wel wat hard werden aangepakt! Ik vraag me af of dat werkt.” Nieuw perspectief
Uitgangspunt van de mobiliteitsadviseurs is dat mensen ander werk vinden, al betekent dat misschien dat zij starten met een lager salaris. Jack Pijls is het met die visie niet eens, maar ging wel zeer actief op zoek, gesteund door zijn vrouw. Hij
NIEUWS openen
wist al gauw dat hij in een andere richting wilde. “Toen kreeg ik een telefoontje van het uitzendbureau dat ik me moest melden bij Tredegar in Kerkrade, een multinational waar ze filmfolies maken voor landbouwplastic en als toplaag voor bijvoorbeeld pleisters en inlegkruisjes. Ze vroegen minimaal MTS, maar mijn werkervaring telde ook. De gesprekken en de introductiedag maakten op mij en het bedrijf een positieve indruk. Ik kon beginnen bij één van de vijf ploegen. Ik volg nu de opleidingsmodules voor
lijnoperator en als ik die haal, gaat mijn loon omhoog.” Jack Pijls is behoorlijk enthousiast over zijn nieuwe baan.“Bij Sphinx was het eentonig, ik kon er niet meer vooruit. Geen leuk vooruitzicht voor de komende 15 jaar! Bij Tredegar is alles uitstekend geregeld, de fabriek is modern, veilig en schoon. Ik kan weer vooruit, het werk bevalt me en de sfeer is goed.”
ALERT: Komende maanden zijn doorslaggevend A
LERT is het offensief tegen de oplopende werkloosheid in Limburg. In elk rayon wordt gewerkt aan telkens twee of drie actiepunten die
passen binnen de drie lijnen van het programma: 1. Het voorkomen van uitstroom naar werkloosheidsuitkeringen 2. Het versnellen van de opvang van werklozen 3. Het bevorderen van de instroom naar kansrijke sectoren
Startfase
In juli werd de eerste fase van het programma afgerond. Han Hoogma, voorzitter van de stuurgroep/ ondersteuningsgroep, vindt dat er veel is bereikt:“In het voorjaar zijn in heel Limburg extra activiteiten ontstaan die partners op de arbeidsmarkt gezamenlijk ontplooien. Het was een goede keuze om hen uit te nodigen om specifieke oplossingen te bedenken voor een snelle bestrijding van nieuw ontstane werkloosheid, behoud van vakmanschap, een betere opvang of zelfs voorkomen van bedrijfssluitingen en om extra aandacht te besteden aan de groeisectoren. De aanpak werkt; iedereen in regio of werkgebied doet eraan wat hij wil en kan. Er is ondersteuning en verbinding. Natuurlijk is er soms een gevoel dat het meer en beter kan, maar we moeten ook respect hebben voor de mogelijkheden en onmogelijkheden in bepaalde rayons.” Ondersteuning
“Een belangrijke les is dat we relatief gemakkelijk kunnen formuleren wat we zouden moeten doen, maar dat de daadwerkelijke aanpak veel werk, menskracht en organisatie vraagt. Die zijn niet altijd onmiddellijk beschikbaar, niet kwantitatief en niet kwalitatief. Het programmamanagement, dat steeds meer projectondersteunend werkt, heeft veel opgevangen.We beschouwen het daarom als taak van de stuurgroep/ondersteuningsgroep om te zorgen dat de partners in het Vertrouwenspact Werkgelegenheid Limburg (VWL) voldoende menskracht leveren.Als
je je committeert, moet je ook zorgen dat aan de randvoorwaarden wordt voldaan! Het is belangrijk om in ons Regionale Platform Arbeidsmarktbeleid te blijven werken aan de ketenvorming!” Inspanning
“In de tweede helft van het jaar moet datgene wat nu in de steigers staat, zijn uitwerking gaan krijgen. Dat zal nog heel wat moeite kosten. Ik heb bijvoorbeeld gezien hoeveel werk er in korte tijd is verzet om in Maastricht het Servicecentrum voor de Detailhandel te kunnen openen. Desondanks duurde het nog een half jaar voordat het operationeel was. Ik ben ervan overtuigd dat we nieuwe initiatieven kunnen laten werken door ons gezamenlijk te blijven inspannen en elkaar aan te spreken met name in het Vertrouwenpact Werkgelegenheid Limburg.” Het Alert programma is één van de regionale pilots binnen het vacatureoffensief van de Raad voor Werk en Inkomen. Voor meer informatie: Nieuwsbrief ALERT, aan te vragen bij het secretariaat Vertrouwenspact.
5
PACTN PACT O
p 1 januari 2004 gaat de nieuwe Wet werk en bijstand in. De financiële
Nieuwe Wet werk en
gevolgen van die wetgeving zullen aanzienlijk zijn.VNG, Divosa en StimulanSZ besteden daarom veel aandacht aan ondersteuning bij de implementatie.Tof Thissen van Divosa sprak met het VWL-bestuur over de nieuwe wet.
“Ik ben erg enthousiast over de ideeën achter de wet, die past in de ontwikkelingslijn die in 1964 startte met de Bijstandswet. Mensen die niet in hun eigen levensonderhoud konden voorzien, werden voortaan verzorgd door de staat en waren niet meer afhankelijk van caritas. In 1996 werd de wet gerevitaliseerd en werd uitstroom uit de Bijstand als doelstelling toegevoegd. Met ingang van 2004 wordt de Bijstandswet vervangen door de Wet werk en bijstand. Het uitgangspunt is nu dat eenieder in zijn eigen levensonderhoud moet voorzien.Als dat niet lukt, kan men een beroep doen op de overheid voor faciliteiten om aan de slag te komen. Pas als dat ook niet lukt, komt men in aanmerking voor een uitkering. Dat is echt ‘werk vóór inkomen’, activering vóór een uitkering. Een einde aan het ‘gepamper’, dat mensen gevangen hield in de sociale zekerheid zodat ze niet meer geloofden in hun eigen kansen op werk. Het is zeker binnen links Nederland een omslag in het denken, die mij toch zeer aanspreekt. Elk mens kan iets, alleen moeten de cliënt en de professional van de sociale dienst dat op het spoor zien te komen.” Beide kanten
Tof Thissen is zeer te spreken over de visie achter de wet, die wat hem betreft explicieter in de inlei-
6
ding had gemogen. Hij signaleert echter twee fundamentele tekortkomingen:“Een wet die mensen wil activeren, verplicht ook tot iets. De overheid kan zich niet beperken tot de aanbodzijde van de arbeidsmarkt, zij moet ook zorgen dat werkgevers een uitnodigend gebaar maken naar kwetsbare mensen en de werkgevers daarvoor een instrumentarium bieden. Het is tegenstrijdig dat juist nu subsidies op arbeid worden afgeschaft.” Veel te weinig geld
“Het tweede kritiekpunt is gericht op de armslag van de gemeenten, die de wet moeten uitvoeren. Ik maak me ernstig zorgen over het ontbreken van een toolkit bij deze wet. De gemeenten kunnen hun eigen arbeidsmarktbeleid uitzetten, afgestemd op de lokale situatie. Op basis daarvan maken ze zelf afspraken met sociale diensten en UWV. Ze hoeven minder verantwoording af te leggen aan de overheid en hebben meer vrijheid om gelden uit het Fonds Werk en Inkomen en uit de reïntegratiebudgetten in te zetten. Daar zitten echter haken en ogen aan: gemeenten hebben weinig mogelijkheden om de totale economische omstandigheden te beïnvloeden én er is enorm bezuinigd op de budgetten.” Financieel
“Lokaal beleid om de economie te stimuleren, kan een dalende conjunctuur niet ombuigen. Er zal dan ook altijd een mogelijkheid moeten zijn dat het Rijk de risico’s van de gemeente afdekt. Dat is macro
NIEUWS bijstand: goed idee, schamele toolkit gezien geregeld, maar we vragen ons af of dat per gemeente ook goed uitpakt. Heerlen zal er bijvoorbeeld sterk op achteruit gaan, terwijl Amsterdam voordeel heeft bij de wet. En dan is er nog iets onbegrijpelijks: de reïntegratiebudgetten bewegen niet mee met de conjuncturele schommelingen.Als het slecht gaat, zoals nu, heb je toch veel meer geld nodig om mensen aan de slag te helpen? Dat is echter niet zo geregeld en gemeenten mogen ook maar beperkt reserveren voor slechte tijden.” Positief
Aan de andere kant krijgen de gemeenten mogelijkheden om anders om te gaan met gesubsidieerde arbeid. Gelden voor bijstandsuitkeringen mogen namelijk ingezet worden in het kader van reïntegratie. Tof Thissen:“Je kunt mensen dus een budget meegeven, waardoor zij hun stappen kunnen zetten om maximaal actief te worden in het arbeidsproces. Daarmee profiteert allereerst de werkzoekende van de gelden en blijft hij of zij minder gebonden aan instellingen die banen vervuld willen hebben.” Kansen maken
“Er komen grote risico’s en kansen op de gemeenten af. De zeven centrumgemeenten in Limburg zullen met elkaar moeten afspreken hoe ze daarmee omgaan. Dat betekent voor de gemeenteraden: scherpe prestatieafspraken maken met reïntegratiebedrijven, de sociale dienst en het CWI; afspraken maken met de scholingsinstituten om het niveau te
versterken; goed kijken of de scholingsplannen in de pas lopen met de trends, zoals die door RAIL (Regionaal Arbeidsmarkt Informatiesysteem Limburg) in kaart worden gebracht. De gemeenteraden kunnen echter niet in hun eentje de kansen op werk vergroten. Sociale partners doen evenzeer mee.Werkgevers mogen gemeentepolitici aanspreken als ze problemen hebben om mensen te vinden, de gemeente mag de werkgevers anderzijds ook vragen om wat verder te kijken dan de korte termijn. Anders komt arbeidsmarktbeleid niet van de grond. Er moet in mensen geïnvesteerd worden, zodat die klaar staan op het moment dat ze nodig zijn. Ook kunnen er gezamenlijk creatieve plannen bedacht worden om werkgelegenheid uit te dagen. Daar is het VWL een uitstekende omgeving voor: een fuzzy network, een denktank van enthousiaste mensen. De noodzaak van zo’n omgeving is juist nu heel groot!” Pleidooi
“De partners in het VWL zien zichzelf zeker in staat om gezamenlijk, lokaal vorm te geven aan het arbeidsmarktbeleid. Het VWL kan juist onder deze omstandigheden zijn meerwaarde bewijzen. Ik vind het dan ook onhandig dat de stimuleringssubsidie voor de RPA’s is afgeschaft, juist nu we nog moeten ingroeien in SUWI en de economische situatie slechter is.Als gemeenten voor tonnen minder aan reïntegratiegelden krijgen, is een extra bijdrage voor een RPA natuurlijk moeilijk te verkopen.”
7
PACTN PACT
Regionale Platforms Arbeidsmarktbe Ander vertrekpunt
E
ind mei ontving de Tweede Kamer van het ministerie van Sociale Zaken en Werk-
gelegenheid een evaluatierapport over de Regionale Platforms Arbeidsmarktbeleid (RPA’s). De strekking: eind 2002 functioneren de RPA’s nog niet optimaal. Inmiddels heeft de mimister besloten om de tijdelijke driejarige stimuleringsmaatregel voor de RPA’s per 1 januari 2004 niet te verlengen. Onlangs verscheen ook een rapport van het Landelijk Overleg Regionale Platforms Arbeidsmarktbeleid (LORPA) over de kwaliteit en de toekomst van de RPA’s. Daaruit blijkt dat veel RPA’s voor zichzelf wel degelijk een rol zien
Natuurlijk valt er bij de RPA’s wel wat te verbeteren. Piet Boekhoudt:“De rol van de sectoren en branches moet verder worden uitgebouwd: werkgevers en werknemers moeten een concretere rol krijgen, omdat met hen de afspraken gemaakt worden over de sectoren en de sectormiddelen.” “Een kenmerk van de RPA’s is dat de dominante partijen –gemeenten en werkgevers- zo’n uiteenlopende insteek hebben ten aanzien van regionaal arbeidsmarktbeleid. Gemeenten en de provincie richten zich op het verbeteren van de structuur, het regionaal bedrijfsleven meldt zich vooral als er snel een concreet probleem opgelost moet worden”, concludeert Ton Jansen.
weggelegd. Thema’s
Een aantal platforms gaat ervan uit dat zij door het wegvallen van de financiering niet kunnen voortbestaan. Piet Boekhoudt, voorzitter van het LORPA, heeft weinig begrip voor het besluit van de minister: “Je moet beginnen bij de inhoudelijke vragen: is regionaal arbeidsmarktbeleid belangrijk en kan het platform vraag en aanbod bij elkaar brengen? Als die vragen met ‘ja’ beantwoord kunnen worden, vind je ook altijd een basis voor financiering. Natuurlijk hebben we nu te maken met een botte bezuinigingsmaatregel, die volledig in tegenspraak is met andere geluiden vanuit het ministerie over het belang van regionaal beleid.” Verontwaardigd
8
De LORPA-nota kwam tot stand op basis van interviews met RPA-secretarissen, -projectleiders en –bestuurders. Met name de ondersteuningsorganisaties blijken ruimschoots ambitie te hebben om door te gaan, al blijft de financiering een harde voorwaarde.Ton Jansen, secretaris LORPA, schreef de nota:“Gemiddeld functioneren de platforms 23 maanden. Ze voelen zich nu behoorlijk in de steek gelaten, temeer omdat ze vaak niet eens de kans hebben gehad om goed en wel op te starten en de goede partijen bij elkaar te vinden.” Piet Boekhoudt:“In Groningen en Limburg bestaat onder invloed van de investeringspremies voor deze regio’s al een traditie van samenwerking. Ook bij de vijf pilots, die een jaar langer hebben gefunctioneerd, waren al concrete resultaten te melden. Het is dus te kort door de bocht om de platforms meteen maar op te heffen.”
“Het is helaas nog geen bon ton in het bedrijfsleven om verder dan een jaar vooruit te kijken”, vindt Piet Boekhoudt.“En toch zie je op steeds meer plekken dat partners op de arbeidsmarkt elkaar vinden op thema’s als vergrijzing, jeugdwerkloosheid en de kwalitatieve match. Door in gezamenlijke verantwoordelijkheid oplossingen te zoeken kan het RPA zijn meerwaarde bewijzen. Als het je bovendien lukt om dat regionaal-economisch te vertalen, komen overheid en bedrijfsleven ook nog bij elkaar uit!” Ton Jansen geeft aan dat het selectief omgaan met thema’s en zelfs met partners die bij een thema betrokken worden, een les is die het Vertrouwenspact Werkgelegenheid Limburg(VWL) als een van de eerste RPA’s heeft geleerd. Platformpartners mogen op dit punt wel wat kritischer zijn ten aanzien van ieders inbreng. In essentie: banen
Hij vervolgt:“Regionale samenwerking is een manier van denken die je je eigen maakt, de notie dat alle beleid op enig moment uitgevoerd moet worden. De essentie van arbeidsmarktbeleid is dus dat er in de regionale arbeidsmarkt vacatures komen die ingevuld moeten worden. Daar draait het RPA om. Voorwaarde daarvoor is voldoende organiserend vermogen, zodat partijen bij elkaar komen, een eerste uitwerking van ideeën mogelijk is, of een eerste onderzoekje.Als LORPA hebben wij het standpunt dat het laten ontstaan van de samenwerking een publieke taak is. In Limburg is de inzet van de provincie wat dat betreft voorbeeldig, het is zelfs gelukt om een financiële bijdrage van de partners te verwerven.Alleen in de zeven rayons heb je
NIEUWS
eleid: even doorbijten
Piet Boekhoudt, voorzitter LORPA
vervolgens een sterk versplinterde situatie door de relatief geringe inzet van FTE’s.” Samen bouwen
Als het zo is dat de provincie van nature de structuur zou moeten financieren, is het logisch dat de andere partners in het platform eveneens een rol hebben die past bij hun cultuur: werkgevers zorgen voor financiering van projecten en de gemeente voor reïntegratie. Het laat zich aanzien dat op dit punt op den duur een werkbaar model zal ontstaan.Wat in de nabije toekomst aan de orde is, is de nieuwe Wet werk en bijstand:“De gemeenten krijgen te maken met forse financiële risico’s. Het RPA kan als enige organisatie waar alle partners bij elkaar aan tafel zitten, een rol spelen om de problematiek in beeld te krijgen en in gezamenlijke verantwoordelijkheid oplossingen te vinden. Concreet betekent dat: afspraken maken over de regionale arbeidsmarkt, gesubsidieerd werk, het inzetten van reïntegratiemiddelen, kansrijke sectoren, het verbinden van de regionale economie met het onderwijs”, aldus Ton Jansen.“Het zal een zware klus zijn, maar door
werken in themagroepen, het ontwikkelen van deskundigheid, het uitwisselen van best practices en een beroep doen op Europese middelen kunnen de kansen benut worden.Als LORPA proberen we om met de minimale middelen die we hebben, een brugfunctie te vervullen voor de RPA’s.” Regionaal
Piet Boekhoudt besluit:“Het platform kan een grote meerwaarde hebben om regionaal beleid te ontwikkelen. Zo wordt tegemoet gekomen aan de regionale verschillen die er zijn tussen bijvoorbeeld Limburg, Groningen en de Randstad.Andersom moeten regionale signalen het landelijke beleid beïnvloeden. Ook dat is de functie van de RPA’s! Van een koploper als het Vertrouwenspact Werkgelegenheid Limburg komt een grote inbreng wat betreft oplossingsrichtingen, zoals een initiatief als ALERT. Het is nu even een kwestie van volhouden, in de lucht blijven, totdat ook de Haagse politiek het belang van de RPA’s als exponent van de regio’s erkent.”
9
PACTN PACT Nieuwe koers in het ouderenbeleid N
ederland heeft het moeilijk met zijn ouderenbeleid.Theorie en praktijk blij-
ken steeds weer te botsen. Het gepropageerde beleid is om de participatie van ouderen op de arbeidsmarkt te vergroten. Er worden maatregelen voorbereid om de druk op werkloze ouderen op te voeren.Tegelijkertijd is minister Remkes van Binnenlandse Zaken van plan om oudere ambtenaren bij voorrang te laten afvloeien nu het ambtenarenkorps moet inkrimpen.Vraag is of het niet beter zou zijn om werkgevers te stimuleren oudere werknemers in dienst te houden. In elk geval zijn een goede timing en een evenwichtige lange termijn visie wenselijk.
Het ouderenbeleid kreeg het afgelopen decennium een enorme push, toen duidelijk werd dat de arbeidsparticipatie van ouderen internationaal gezien erg laag was, terwijl er krapte was op de arbeidsmarkt. Inmiddels is de participatie van ouderen enorm toegenomen (zie kader). Nu de werkloosheid toeneemt, keert het tij. De afgelopen anderhalf jaar zijn maatregelen vooruitgeschoven, maar nu neemt het kabinet forse maatregelen met name aan de aanbodzijde van de arbeidsmarkt. Ouderen prikkelen
10
Zo is het kabinet Balkenende II van plan de actieve sollicitatieplicht voor ouderen in te voeren.Werkzoekenden die ouder zijn dan 57,5 jaar hadden tot nu toe een passieve sollicitatieplicht: passend werk mochten zij niet weigeren. Zij moeten nu actief op zoek naar een baan.Verder heeft het kabinet in augustus besloten met directe ingang de vervolguitkering WW af te schaffen. Daarbij werd de uitzonderingspositie voor ouderen opgeheven, die recht gaf op een vervolguitkering van maximaal 3,5 jaar, terwijl die voor anderen 2 jaar bedraagt. Ouderen komen daardoor versneld terecht in de Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte Werknemers (IOAW), hetgeen impliceert dan het inkomen van de partner in mindering wordt gebracht op de uitkering.Voor werknemers boven de 57,5 jaar kan dit tot dertigduizend euro per jaar schelen.Volgens minister De Geus van Sociale Zaken is de regeling vooral bedoeld als ‘sterke prikkel’ om weer te gaan werken.Volgens hem gaan WW’ers harder op zoek naar werk, als de vervolguitkering
ten einde loopt en een bijstandsuitkering of IOAW in zicht komt. Op die manier wil het kabinet de oudere werklozen zo snel mogelijk weer aan het werk zien te krijgen. Prikkels aan de vraagzijde
Het kabinet lijkt minder fiducie te hebben in het prikkelen van de vraagzijde van de arbeidsmarkt. Toch is bekend dat maatregelen om ouderen te behouden op de arbeidsmarkt –door employabilitybeleid of het voorkomen van ontslag- effectiever zijn dan de reïntegratie van werkloze ouderen. Een voorbeeld: al in 2001 is een wetsvoorstel opgesteld waardoor werkgevers een deel van de werkloosheidslasten gaan betalen (WW-uitkering) als zij een werknemer van 57,5 jaar of ouder ontslaan.Aan de wet ging een gedegen studie vooraf. In het voorstel wordt uitgegaan van een werkgeversbijdrage die afhankelijk is van de bedrijfsgrootte. Een werkgever betaalt nooit meer dan drie procent van de totale loonsom aan alle werknemers. Het wetsvoorstel is medio 2003 nog steeds niet aangemeld voor plenaire behandeling in de Tweede Kamer.
RAIL is een samenwerkingsverband van CWI, Limburgse gemeenten, Limburgs bedrijfsleven, Limburgs beroepsonderwijs, provincie Limburg. www.railsite.nl
NIEUWS Vooroordelen bestrijden
Intussen tracht de Taskforce Ouderen en Arbeid vooroordelen jegens ouderen te bestrijden. Ouderen zouden ‘het tempo niet meer kunnen volgen’ en ‘minder productief zijn’, terwijl uit onderzoek juist blijkt dat het ziekteverzuim onder ouderen beneden het gemiddelde ligt en dat zij niet minder productief zijn dan andere werknemers. In de tussenrapportage van de Taskforce ‘Liever honing dan azijn’ staat dat dwangmaatregelen niet helpen. Er wordt gepleit voor leeftijdsbewust personeelsbeleid. Voorzitter Ed Nijpels, comissaris van de Koningin in Friesland erkent echter dat in het huidige slechte economische klimaat ‘werkgevers in een reflex vervallen en bij afslankingen eerst kijken naar het oudere personeel’.
ervaren personeel. Deze behoefte zal vanzelf ontstaan door demografische ontwikkelingen als vergrijzing en ontgroening, gecombineerd met een lichte werkgelegenheidsgroei. Restpost
De ouderen lijken langzamerhand de restpost in het arbeidsmarktbeleid. Bij grote aanbodoverschotten in de tachtiger jaren konden zij vrijelijk uitstromen naar WAO of VUT.Toen de arbeidsmarkt krapper werd, ontstond het inzicht dat ouderen langer moesten doorwerken.Als uitvloeisel daarvan worden nu maatregelen genomen om ouderen te prikkelen werk te zoeken, terwijl de vraag naar personeel alweer afneemt. Een goede timing en een evenwichtige lange termijn visie zou wenselijk zijn voor het ouderenbeleid in Nederland.
Op langere termijn
Op korte termijn is deze reflex begrijpelijk, op langere termijn niet.Wanneer Nederland en Limburg de economische dip te boven zijn, zal er immers weer behoefte zijn aan geschoold en
Bijdrage van: CWI Afdeling Arbeidsmarktkennis & advies, M. van Smoorenburg
Bruto participatiegraad naar leeftijd in Nederland
50-54 jarigen 55-59 jarigen 60-64 jarigen
1992 58% 39% 12%
2002 72% 55% 17%
Bron: CBS Statline Na een sterke daling in voorgaande decennia stijgt vanaf het begin van de jaren negentig de arbeidsparticipatie van ouderen. Aanvankelijk was dit vooral zo bij de 50-54 jarigen. De stijging onder 60-64 jarigen is pas sinds kort op gang. Er is in tien jaar veel veranderd.
Werkloze beroepsbevolking (CBS) naar leeftijd in Nederland
15 t/m 24 jaar 25 t/m 44 jaar 45 t/m 64 jaar Totaal
dec.‘99/feb. 2000 5,9% 3,5% 3,2% 3,7%
mei-juli 2003 11,9% 5,0% 3,8% 5,5%
Bron: CBS Statline Slechts een klein deel van de ouderen in Nederland is werkloos. Ondanks de recessie is de stijging van de werkloosheid onder ouderen beperkt gebleven.Wanneer zij eenmaal werkloos zijn, is het voor ouderen echter niet gemakkelijk om een nieuwe baan te vinden.Werkhervattingskansen nemen met het stijgen van de leeftijd sterk af.
11
PACTNIEUWS PACT Limburgse Arbeidsmarktdag 2003 Kom op 6 november naar de geheel vernieuwde LAD! Alles is anders geworden: de locatie: De Bonbonnière in Maastricht de aanpak: Compact en uitdagend het thema: Proeven aan de toekomst
het tijdstip: van 13.00 tot 17.00 uur de gasten: Chris De Wulf (LIOF), Jo Ritzen (UM), e.a.
Meld u aan! Via
[email protected] of via het aanmeldingsformulier dat u bij de uitnodiging vindt.
(U kunt de uitnoding medio oktober verwachten)
Vertrouwenspact Werkgelegenheid Limburg Werkgelegenheids- en arbeidsmarktproblemen kunnen volgens de Europese Commissie het meest effectief op regionaal niveau aangepakt worden. Dat was de aanleiding voor de oprichting van het Vertrouwenspact Werkgelegenheid Limburg (VWL) in 1997. De partners onderschreven in een convenant in 1999 de doelstellingen en het samenwerkingsverband. Sinds 2002 houden de partners het VWL zelf in stand en richten zij zich op verzoek van de Europese Commissie ook op internationale samenwerking met andere pacten. De partners hanteren de volgende programmalijnen als basis voor rayonaal en sectoraal beleid: inschakelen stille reserves; optimaliseren inzet werkenden (employability); versterken van het onderwijs; verbeteren bedrijfsvoering; optimaliseren beleidsafstemming, middelencoördinatie.
• • • • •
In het Vertrouwenspact Werkgelegenheid Limburg zijn vertegenwoordigd:
Centrum voor Werk en Inkomen Limburgse gemeenten: Maastricht, Roermond,Weert,Venray,Venlo, Heerlen, Sittard Onderwijs:Agrarisch Opleidings Centrum Limburg, Gilde Opleidingen, ROC Arcus Heerlen, Leeuwenborgh Opleidingen, Hogeschool Zuyd Provincie Limburg Sociale partners: Limburgse Werkgevers Vereniging, Limburgse Organisatie van Zelfstandige Ondernemers, FNV Regiowerk, de Limburgse Land- en Tuinbouw Bond, CNV Sittard, De Unie Uitvoeringsorgaan Werknemersverzekeringen
12
Op www.vertrouwenspact.nl vindt u meer informatie over het VWL én de eerdere uitgaven van Pactnieuws.