Particuliere en reguliere verpleeghuizen Een vergelijking om van te leren
Utrecht, 26 maart 2015 Wine te Meerman Eveline Castelijns Simon Heesbeen Floor Vreeswijk 1
Inhoud 1. Aanleiding voor het onderzoek 2. Aanpak onderzoek 3. Vergelijking kostenstructuur en inkomsten particuliere en reguliere huizen 4. Belangrijkste geleerde lessen vergelijking particuliere en reguliere huizen 5. Tot slot
2
1. Aanleiding voor het onderzoek
3
Aanleiding voor het onderzoek: de reguliere intramurale capaciteit in de ouderenzorg daalt
Getoond is de ontwikkeling van de op basis van de Wet toelating zorginstellingen (WTZi) erkende intramurale capaciteit (aantal bedden) in de periode 1980 tot 2010*. De cijfers zijn verdeeld in capaciteit verzorgingshuis, verpleeghuis en totaal. Ook het aantal capaciteitsplaatsen per honderdduizend inwoners van tachtig jaar en ouder is getoond *Bron: Ministerie van VWS, Technische Briefing Scheiden Wonen en Zorg (SWZ), maart 2013
4
Aanleiding voor het onderzoek: het aantal particuliere huizen stijgt
Getoond is de ontwikkeling van het aantal particuliere huizen in de periode 2008 tot en met 2015 op basis van een websearch. Het aantal huizen in 2015 is gebaseerd op cijfers in de maanden januari en februari voor zover bekend, inclusief huizen waarvan opening in 2015 is aangekondigd. Het werkelijke aantal ligt naar verwachting hoger aangezien niet alle huizen even vindbaar zijn op internet 5
2. Aanpak onderzoek
6
Aanpak onderzoek • Een selectie van tien aanbieders van particuliere verpleeghuiszorg met in totaal dertig locaties heeft deelgenomen aan dit onderzoek • De aanbieders van particuliere verpleeghuiszorg hebben op basis van de jaarrekening 2013 de vragenlijst van de benchmark Care van Berenschot ingevuld. In deze vragenlijst wordt de kostenstructuur van de organisatie uitgevraagd aan de hand van het NZI-rekenschema • De ingevulde vragenlijsten zijn gevalideerd tijdens interviews met de particuliere aanbieders. • Berenschot heeft uit haar database van de benchmark care* een selectie gemaakt van aanbieders van reguliere verpleeghuiszorg • De selectie van particuliere aanbieders is door Berenschot vergeleken met de selectie van reguliere aanbieders • Wanneer een vergelijking is gemaakt tussen particuliere en reguliere huizen op basis van openbare bronnen, is zoveel mogelijk uitgegaan van de doelgroep zzp5 inclusief dagbesteding en exclusief behandeling, aangezien dit de meest voorkomende doelgroep is in de particuliere huizen • De resultaten van het onderzoek zijn geanonimiseerd weergegeven in voorliggende rapportage *De database benchmark Care 2010 – 2014 bevat in totaal ruim honderd aanbieders van langdurige zorg waarvan veertig VVT-aanbieders
7
3. Vergelijking kostenstructuur en inkomsten particuliere en reguliere huizen
8
Kostenstructuur particuliere huizen
Getoond is de kostenstructuur van een particulier huis op basis van de benchmark Particuliere huizen van Berenschot. Het betreft een procentuele verdeling van de kosten. Het diagram laat zich als volgt lezen: ‘Van iedere euro gaat X (pro)cent naar …’ Bron: benchmark Particuliere huizen 2015
9
Kostenstructuur reguliere huizen
Getoond is de gemiddelde kostenstructuur van een reguliere intramurale ouderenzorgaanbieder op basis van de benchmark Care van Berenschot. Het betreft een procentuele verdeling van de kosten. Het diagram laat zich als volgt lezen: ‘Van iedere euro gaat X (pro)cent naar …’ Bron: Database benchmark Care 2010 -2014
10
Particuliere huizen besteden vooral meer aan huisvesting en voeding dan reguliere huizen en minder aan behandeling en overige kosten Vergelijking van de kostenstructuur van particuliere en reguliere huizen door Berenschot leert dat gemiddeld: 1. particuliere huizen 18% van de totale organisatiekosten aan huisvesting (exclusief energiekosten) besteden en reguliere huizen 15% 2. particuliere huizen over het algemeen zorg zonder behandeling leveren en reguliere huizen 6% van de organisatiekosten aan behandeling besteden 3. particuliere huizen en reguliere huizen ongeveer 16% van de totale organisatiekosten aan overhead* besteden 4. particuliere huizen 8% van de totale organisatiekosten aan voeding besteden en reguliere huizen 6% 5. particuliere huizen 2% van de totale organisatiekosten aan overige kosten (onder meer verzekeringen) besteden en reguliere huizen 4% 6. particuliere huizen 7% van de organisatiekosten aan servicekosten (hotelmatige kosten exclusief voeding) besteden en reguliere huizen 8% 7. zowel particuliere als reguliere huizen 2% van de organisatiekosten aan energie besteden * Definitie Berenschot: ‘Overhead is het geheel van functies gericht op de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces’
11
Particuliere huizen hebben 23% meer inkomsten per bewoner dan reguliere huizen.
Particulier: € 231,- per bewoner per dag
Regulier: € 188,- per bewoner per dag
€ 31 € 94
€ 137
Zorgpremie
Zorgpremie Eigen betaling
€ 157
NHC
Getoond zijn de inkomsten per bewoner per dag voor de particuliere huizen (totale inkomsten € 231,- per bewoner per dag/€ 84.315,- per jaar) en de reguliere huizen (totale inkomsten € 188,- per bewoner per dag/€ 68.620,- per jaar). Particuliere huizen hebben 23% meer inkomsten dan reguliere huizen. Reguliere inkomsten op basis van zzp5 inclusief dagbesteding en exclusief behandeling*, exclusief eigen bijdragen Wlz en eigen betalingen * Bron: beleidsregel CA-300-579 peiljaar 2013
12
4. Belangrijkste geleerde lessen vergelijking particuliere en reguliere huizen
13
Belangrijkste geleerde lessen vergelijking particuliere en reguliere huizen
1. Particuliere huizen hebben 80% minder bewoners per locatie dan reguliere huizen 2. Particuliere huizen leveren 40% meer uren zorg per bewoner dan reguliere huizen 3. Particuliere huizen besteden van iedere zeven betaalde uren zorg bijna één uur meer aan de bewoners dan reguliere huizen 4. Particuliere huizen besteden per dag per bewoner ruim € 7,- meer aan voeding dan reguliere huizen 5. Particuliere huizen gebruiken van elke 6 m2 brutovloeroppervlak er één meer voor de bewoners dan reguliere huizen 6. Particuliere huizen hebben minder gemeenschappelijke ruimte, maar bijna twee keer zoveel eigen woonruimte per bewoner als reguliere huizen 7. Particuliere huizen hebben, ondanks schaalnadelen, net als reguliere huizen 16% overheadkosten 8. Particuliere huizen zetten hoger opgeleid zorgpersoneel in dan reguliere huizen
14
1. Particuliere huizen hebben 80% minder bewoners per locatie dan reguliere huizen
Getoond is het gemiddeld aantal capaciteitsplaatsen (bedden) per locatie. Voor particuliere huizen ligt het gemiddeld aantal bewoners per locatie rond de zestien. Voor de reguliere huizen ligt het gemiddeld aantal bewoners per locatie rond de tachtig. Ook in reguliere huizen wordt steeds meer kleinschaligheid ingevoerd, bijvoorbeeld door afdelingen te splitsen (voor zover de huisvesting dit toelaat) Bronnen: Ministerie van VWS, Technische Briefing Scheiden Wonen en Zorg (SWZ), maart 2013. Zorgkaart Nederland en benchmark Particuliere huizen Berenschot 2015
15
2. Particuliere huizen leveren 40% meer uren zorg per bewoner dan reguliere huizen
Getoond is het gemiddeld aantal netto uur zorg per bewoner per week in particuliere en reguliere huizen. Berekening op basis van inkomsten, salarislasten VOV-personeel per uur en productiviteit (zie volgende pagina). 24,2 uur ten opzichte van 17,2 uur is 40% meer *Bron: benchmark care en benchmark particuliere huizen Berenschot. Inkomsten reguliere huizen op basis van zzp 5 inclusief dagbesteding en exclusief behandeling. Bij de reguliere huizen zijn percentages inkomsten voor behandeling en zorg opgeteld.
16
3. Particuliere huizen besteden van iedere zeven betaalde uren zorg bijna één uur meer aan de bewoners dan reguliere huizen
Getoond is de productiviteit (percentage direct en indirect cliëntgebonden tijd) van het zorgpersoneel van particuliere huizen (85% of zes van de zeven uur) en de productiviteit van het zorgpersoneel van reguliere huizen (72% of vijf van de zeven uur). Het personeel in particuliere huizen heeft een lager ziekteverzuim (4% tegen 6%), minder werkoverleg, minder taakdifferentiatie en minder administratieve lasten (onder andere door minder regels en efficiëntere organisatie) dan reguliere huizen 17
4. Particuliere huizen besteden per dag per bewoner ruim € 7,- meer aan voeding dan reguliere huizen
Regulier
Particulier Personeelskost en; 28%
Kosten voedingsmiddelen: 68%
Personeelskosten: 26% Kosten voedingsmiddelen: 56%
Uitbestedingskosten maaltijden: 4%
Uitbestedingskosten maaltijden: 18%
Getoond is de verdeling van de voedingskosten. Het betreft de kosten van inkoop van voedingsmiddelen (zowel ingrediënten als bereide maaltijden), personeelskosten bereiding, voedingsgeld bewoners en afdelingen en uitbestedingskosten. In particuliere huizen is vers koken de norm. Particuliere huizen besteden 8% van de totale organisatiekosten (ongeveer € 18,50 per bewoner per dag) aan voeding en reguliere huizen 6% van de totale organisatiekosten (ongeveer € 11,30 per bewoner per dag) Bron: Benchmark Care Berenschot en benchmark Particuliere huizen Berenschot 2015
18
5. Particuliere huizen gebruiken van elke 6 m2 brutovloeroppervlak er 1 meer voor de bewoners dan reguliere huizen
Getoond is de verhouding tussen het nettovloeroppervlak (nvo) van cliëntgebonden ruimte en het totale brutovloeroppervlak (bvo) per bewoner. Particuliere huizen gebruiken bijna 5 van de 6m2 voor bewoners, reguliere huizen bijna 4 van de 6m2 . Bij particuliere huizen bedraagt het gemiddelde bvo per bewoner 93m2. Het norm bvo per bewoner bedraagt voor zzp5 bij reguliere huizen 71,6 m2* *Bron: Realink en benchmark Particuliere huizen. Verhouding NVO : bvo in regulier huizen ligt tussen de 1 op de 1,5 en 1 op de 1,7. Gerekend is met verhouding 1 op 1,5 voor de reguliere huizen
19
6. Particuliere huizen hebben minder gemeenschappelijke ruimten, maar bijna twee keer zoveel eigen woonruimte per bewoner als reguliere huizen Particulier
Regulier
Eigen ruimte
22 m2
50 m2
Eigen ruimte
17 m2
Gemeenschappelijke ruimte
28 m2
Gemeenschappelijke ruimte
Getoond is de verhouding (in kleur) tussen het aantal vierkante meters nvo eigen woonruimte (blauw) en het aantal vierkante meters nvo gemeenschappelijke ruimte (rood) per bewoner in particuliere en reguliere huizen. Op basis van benchmark Particuliere huizen en de normen voor een bewoner in een regulier huis met indicatie zzp5* *Bron: Publicatie ‘Zorgfinanciering: Achtergrondinformatie over de bekostiging van de zorg: een hulpmiddel voor corporaties die zorgvastgoed willen realiseren’ www.kcwz.nl 2014
20
7. Particuliere huizen hebben, ondanks schaalnadelen, net als reguliere huizen 16% overheadkosten
Getoond is de verdeling van de overheadkosten bij particuliere en reguliere aanbieders. Particuliere huizen besteden meer overheadfuncties uit en kopen meer overheaddiensten in dan reguliere huizen zo blijkt uit vorenstaande figuren. Het percentage overheadkosten (inclusief terrein- en gebouwgebonden kosten) ligt zowel bij particuliere als bij reguliere aanbieders op 16% van de organisatiekosten. Particuliere huizen kennen schaalnadelen door het relatief lage aantal bewoners per huis/locatie en het nog* relatief lage aantal locaties per aanbieder *Enkele particuliere aanbieders groeien snel waardoor het gemiddelde aantal locaties per aanbieder in de komende jaren zal toenemen
21
8. Particuliere huizen zetten hoger opgeleid zorgpersoneel in dan reguliere huizen Opbouw zorgpersoneel 2014 80,0% 70,0% 60,0%
50,0%
VVT GHZ
40,0%
GGZ 30,0%
PHO
20,0% 10,0% 0,0% Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 5
Getoond is het percentage personeel per niveau van de vijf meest voorkomende niveaus in de langdurige zorg (1 en 2 helpende, 3 verzorgende, 4 mboverpleegkundige en 5 hbo-verpleegkundige). VVT = verpleging, verzorging en thuiszorg, GHZ = gehandicaptenzorg, GGZ = geestelijke gezondheidszorg, PHO is particuliere huizen ouderen. Particuliere huizen zetten meer niveau 5 en minder niveau 1 in dan reguliere huizen (VVT) ondanks dat particuliere huizen (bijna) geen behandeling bieden 22
5. Tot slot
23
Tot slot • Berenschot is al jaren actief betrokken bij de ouderenzorg in Nederland. Berenschot zet zich daarbij, zowel in opdrachten als op eigen initiatief, onder meer in voor het verbeteren van de dienstverlening aan bewoners van verpleeghuizen • Doelstelling van dit onderzoek was het maken van een vergelijking tussen reguliere en particuliere verpleeghuizen, zodat beide ‘type’ organisaties van elkaar kunnen leren en elkaar kunnen inspireren. We hebben daarbij in dit onderzoek gekeken naar de opbouw van kosten en opbrengsten, maar ook naar specifieke elementen waarvan wij uit ervaring weten dat ze bijdragen aan de kwaliteit van leven van bewoners van verpleeghuizen • Uit dit onderzoek blijkt dat reguliere huizen o.a. kunnen leren van particuliere huizen met betrekking tot kleinschaligheid, wooncomfort, vers bereide maaltijden en efficiënte inzet van zorgpersoneel en huisvesting. Particuliere huizen kunnen o.a. van reguliere huizen leren hoe je met minder geld per bewoner ook verantwoorde zorg kunt leveren zodat particuliere zorg voor een breder publiek toegankelijk wordt • Wij verwijzen u tot slot graag naar onze publicatie ‘Zilver verdient goud: verbeterplan voor hooggewaardeerde verpleeghuiszorg’. In dit verbeterplan staan 20 aanbevelingen met als doel hooggewaardeerde verpleeghuiszorg nog voor 2020 de standaard te maken in Nederland 24
Heeft u nog vragen? Mocht u naar aanleiding van deze rapportage nog vragen hebben, dan helpen wij u graag verder. U kunt contact opnemen met:
Wine te Meerman Eveline Castelijns Simon Heesbeen Floor Vreeswijk Via • E:
[email protected] • T: 030-2916803 http://www.berenschot.nl/markten-sectoren/zorg-welzijn
Berenschot Groep B.V. Europalaan 40, 3526 KS Utrecht T 030 - 2 916 916 26