Jrg. 14 nr. 6 1 december 2011
Agenda ●
2-12
Sinterklaas
●
13-12
Zwemspelochtend, groep 8 (LET OP gewijzigde datum)
●
15-12
Bezoek onderwijsinspectie in groep 1/2a, 1/2b, 1/2c en de peuterspeelzaal in het kader van de Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE)
●
21-12
Kerstdiner
Participatiebanen De gemeenteraad bespreekt het “Beleidsplan Wet participatiebudget 2011-2014” op 6 december en op 19 december is hierover een besluitvormende raadsvergadering. Er wordt gesproken over het stopzetten van de ID-banen en participatiebanen. Voor onze school zijn dit Harma, Mina, Frans en Mirjam. Op de laatste bladzijden van deze nieuwsbrief kunt u het antwoord van het gemeentebestuur lezen op het manifest waarvoor velen van u hun handtekening hebben gezet. Mocht u de volledige raadsstukken willen lezen, dan kunt u deze vinden op de site van de gemeente Hoogezand-Sappemeer (klik hier voor de link, zie punt 7).
Leerlingenraad We hebben een leerlingenraad. Alle groepen 5 t/m 8 zijn vertegenwoordigd in onze leerlingenraad. Op de website stellen de leden zich aan jullie voor. De eerste vergadering was 10 november 2011. Onze volgende vergadering zal 8 december gehouden worden. Op deze foto ontbreken Mandy en Quinten.
1
Sinterklaas komt op 2 december bij ons op bezoek! Op vrijdag 2 december worden alle kinderen om 8.30 uur op school verwacht. U kunt geen gebruik maken van de parkeerplaatsen langs de Zonneweg. Ouders en andere belangstellenden zijn natuurlijk ook van harte welkom om te komen kijken en meezingen.
Beste ouders/verzorgers Via deze weg willen wij laten weten dat we het erg op prijs stellen dat vele ouders/verzorgers de schoolfondsbijdrage inmiddels hebben betaald. Zoals wellicht bekend worden diverse activiteiten door de ouderraad georganiseerd en bekostigd vanuit deze schoolfondsbijdrage. Tevens is er geld overgemaakt door Ouled Ahmed A. deze naam is bij ons niet bekend. Wilt u zich even melden bij de administratie om de naam van uw zoon/dochter door te geven? De ouderraad
Bibliotheekbezoek
Wij zijn donderdagmorgen 24 november naar de bibliotheek geweest. Het was heel leuk. We gingen er lopend naar toe. We moesten een soort speurtocht doen met z’n tweeën. Ik ging met Isa. We moesten allerlei opdrachten maken. Zoals boeken zoeken en iets op de computer opzoeken. We gingen ook nog boeken opzoeken waarop MLP stond: wat betekent Makkelijk Lezen Plein. Aan het eind ging de mevrouw nog een stripgedicht voorlezen. Daarna gingen we weer lopend naar school terug. Kim groep 5a
Unicef De opbrengst van de kaartverkoop van Unicef was € 142,00.
Het volgende Bulderbulletin zal donderdag 15 december 2011 verschijnen. Het team van de Nico Bulderschool. 2
Hieronder ziet u bijlage 4 van de raadstukken van de gemeenteraadsvergadering: Bijlage 4: Reactie van gemeente Hoogezand-Sappemeer op “Manifest van het openbaar basisonderwijs Hoogezand-Sappemeer” De openbare basisscholen hebben op 13 juli 2011 een manifest aangeboden aan wethouder Struik. In het manifest staan 8 voorstellen. In onderstaande tekst wordt de reactie van de gemeente HoogezandSappemeer per voorstel weergegeven. 1. Een gesprek aangaan met het schoolbestuur om inzicht te krijgen in de financiële positie van het openbaar basisonderwijs. Het openbaar schoolbestuur is zelf verantwoordelijk voor de inzet van haar budgetten. In het manifest wordt op pagina 2 beschreven dat het schoolbestuur nu zelf € 278.480,- voor de gesubsidieerde banen betaald. De keuze van het openbaar schoolbestuur of en hoeveel geld zij vrijmaakt in 2012 en volgende jaren uit het P&A (Personeel en Arbeid) budget voor de inzet van conciërges, klassenassistenten al dan niet in de vorm van de gesubsidieerde banen is aan het openbaar schoolbestuur.
2. Rekening houden met het feit dat bijna 1/3 van het totale subsidiebedrag wordt weggehaald bij één instantie, namelijk het openbaar basisonderwijs en te komen tot een nieuw beleidsvoorstel met daarin een compensatiemaatregel voor het openbaar basisonderwijs. De urgentie tot bezuinigingen in de uitgaven van het participatiebudget is groot. Daarbij kiest de gemeente Hoogezand-Sappemeer voor gelijke behandeling van werkgevers. De financiële consequenties van de afbouw van gesubsidieerde banen is afhankelijk van het aantal banen. Het maatschappelijk nut is voor de verschillende organisaties ook afhankelijk geweest van het aantal banen. Wel is op basis van de reacties ten aanzien van de afbouw van gesubsidieerde banen besloten om in 2012 bij de ID-ers nog de gehele loonkostensubsidie te verstrekken (in plaats van 75%) om zo de werkgevers en werknemers de tijd te geven om te antiperen op de afbouw. De afbouw van de loonkostensubsidie ziet er dan als volgt uit: 2012 100%, in 2013 50% en 2014 25% en 2015 en verder 0%.
3. Niet alleen de werkgevers/instanties uitnodigen voor gesprek maar ook (juist) de medewerkers die het betreft (ID-ers, WIW-ers en Participatiebanen), samen met hun leidinggevenden: het voorgenomen beleid toelichten, mogelijkheid creëren om de medewerkers mondeling te laten reageren en de vervolgstappen bespreken. De gemeente en het openbaar schoolbestuur hebben overwogen om gezamenlijk een bijeenkomst te organiseren voor de werknemers. Door de vakantie was dit niet op korte termijn te realiseren. In overleg met het openbaar schoolbestuur is daarom besloten om geen apart overleg te organiseren voor de werknemers. De werknemers zijn door de werkgever op de hoogte gebracht van de plannen.
4. Werkgevers en werknemers informeren over de mogelijkheden om via andere routes deze banen toch te kunnen behouden. De gemeente Hoogezand-Sappemeer is bereid om samen met de werkgevers te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn. In de afgelopen periode is de gemeente Hoogezand-Sappemeer in gesprek gegaan met verschillende werkgevers, waaronder het schoolbestuur van het openbaar onderwijs, om over de mogelijkheden door te praten. Helaas blijkt uit onderzoek door het werkgeversteam en de gemeente dat er geen regelingen zijn om via andere routes de banen toch te kunnen behouden.
3
5. Zie ook nr. 4; in beeld brengen welke kosten de gemeente in de toekomst zal moeten maken als deze mensen hun baan kwijtraken, een uitkering moeten aanvragen en zij opnieuw richting werk moeten worden begeleid. Deze berekening is op dit moment niet te maken. De gevolgen van de afbouw van gesubsidieerde banen zijn moeilijk te voorspellen. Verschillende gevolgen zijn mogelijk, namelijk; - de mensen worden in dienst genomen door de werkgever - de mensen vinden ander werk - de mensen vallen via de WW terug in de WWB - de mensen hebben geen recht op de WWB omdat hun partner een inkomen heeft - de mensen hebben geen recht op de WWB omdat zij teveel eigen vermogen hebben (bv door eigen woning) Een voorspelling van hoeveel mensen waar terecht komen is moeilijk te geven. Op dit moment zijn twee scenario’s concreet te benoemen. Het betreft het positieve scenario dat de gesubsidieerde banen worden afgebouwd zoals voorgesteld en dat alle mensen of door de werkgever in dienst worden genomen of dat de mensen ander werk vinden. Dit scenario levert een besparing op, zoals beschreven in bijlage 2 van het beleidplan wet participatiebudget, wat ten goede komt aan het W-deel van het participatiebudget. Het negatieve scenario betreft het scenario waarbij de gesubsidieerde banen worden afgebouwd zoals voorgesteld en dat alle mensen terugvallen in de WWB. Een gemiddelde uitkering kost de gemeente gemiddeld € 13.000,-. Deze kosten komen ten laste van het I-deel en zijn ongeveer gelijk aan de besparing op het W-deel die de afbouw van gesubsidieerde banen oplevert. Er vindt dan een verschuiving plaats van een besparing op het W-deel naar een stijging van de kosten op het I-deel. Deze twee scenario’s betreffen twee uitersten. We gaan ervan uit dat de werkelijkheid ergens tussen deze uitersten ligt. Tenslotte kan genoemd worden dat bij de afbouw van gesubsidieerde banen een besparing plaatsvindt op het W-deel, waardoor meer mensen ondersteund kunnen worden in het vinden van regulier werk of als dat (nog) niet mogelijk is in het stijgen van een trede op de participatieladder5. Deze inzet kan leiden tot het uitstromen van mensen uit de bijstand wat een positieve invloed heeft op het I-deel.
6. Rekening houden met de investeringen in het verleden en zich inspannen om deze werkplekken te behouden middels andere regelingen (bijvoorbeeld werken met behoud van uitkering). Als een werknemer geheel of gedeeltelijk werkloos wordt, kan hij/zij recht hebben op een WW uitkering (werkloosheidswetuitkering). Hiervoor moet hij/zij aan een aantal voorwaarden voldoen, namelijk: - Persoon is jonger dan 65 jaar - Persoon is werkloos (persoon verliest minimaal 5 werkuren per week. Als persoon minder dan 10 uur per week werkte, verliest hij/zij minimaal de helft van zijn/haar uren) - Persoon krijgt de verloren uren niet doorbetaald. - Persoon kan direct aan de slag als hij/zij een baan vindt of krijgt aangeboden. - Persoon heeft minimaal een half jaar gewerkt: in de 36 weken voor de persoon werkloos werd, heeft hij/zij minimaal 26 weken gewerkt. - Persoon is niet verwijtbaar werkloos; persoon heeft niet zelf ontslag genomen en persoon is niet om een dringende reden ontslagen. Een dringende reden voor ontslag is bijvoorbeeld dat de werknemer zich heeft misdragen. - Persoon is verzekerd voor de WW. De WW-uitkering wordt toegekend door het UWV-werkbedrijf. De gemeente heeft hier geen invloed op. Als de werknemer een WW uitkering heeft toegekend gekregen vanuit het UWV-werkbedrijf is het mogelijk dat de werkcoach bepaalt dat een werkzoekende door belemmeringen van de persoon zelf (qua werkzaamheden als psychische aard) vrijwilligerswerk mag doen met behoud van uitkering. Met dien verstande dat over het algemeen de sollicitatieverplichting van kracht blijft. Dit wordt op individueel niveau beslist.
4
7. Op zoek gaan naar andere financieringsbronnen voor de participatiebanen in het onderwijs. Bijvoorbeeld in het kader van veiligheid voor kinderen zorgen voor het behoud van conciërges en rugzakmoeders. De rugzakmoeders spelen een cruciale rol in het voorkomen van conflicten in school en in de wijk door ouders aan te spreken in hun moedertaal, personeel op school voor te lichten over andere culturen, kortom een brug te slaan tussen culturen, kortom een brug te slaan tussen culturen. De conciërges zorgen ervoor dat niet alleen de school, maar ook het plein een veilige plek is voor kinderen om te spelen, vóór en na schooltijd. De Naar aanleiding van bovenstaand voorstel zijn de volgende budgetten bekeken voor alternatieve financiering voor de gesubsidieerde banen: budget voor lokaal onderwijs, budget voor onderwijs achterstanden beleid en budget integraal veiligheidsbeleid. Budget voor lokaal onderwijs: De gemeente heeft een groot aantal taken op het gebied van met name primair onderwijs. Bij de bezuinigingsronde eind 2011 heeft de gemeenteraad besloten om het primair onderwijs uit te voeren binnen het budget van de rijksvergoeding, de extra gemeentelijke middelen voor lokaal onderwijs zijn hiermee zo goed als helemaal wegbezuinigd. Activiteiten als schoolbegeleiding en activiteiten in het kader van brede scholen zijn hiermee wegbezuinigd. Vanuit dit budget is er geen ruimte voor het bekostigen van gesubsidieerde banen. Budget voor onderwijs achterstanden: Per 2011 is het budget voor onderwijsachterstanden beleid structureel ruim € 200.000 lager dan de periode daarvoor. Het college heeft daarom keuzes gemaakt in de uitvoering van het onderwijsachterstandenbeleid, waarbij het uitvoeren van de wettelijke verplichtingen uit de wet OKE (Onderwijskansen door Kwaliteit en Educatie) prioriteit heeft. Hierbij is ook besloten om de subsidies voor de buurtmoeders in het kader van het project Rugzak te beëindigen. Binnen dit budget is geen ruimte om geld vrij te maken voor de gesubsidieerde banen. Integraal veiligheidsbeleid: Vanuit integraal veiligheidsbeleid zijn geen structurele middelen beschikbaar voor de financiering van gesubsidieerde banen. Algemene middelen: Een alternatief is om geld vrij te maken vanuit de algemene middelen. De gemeenteraad dient bij een dergelijk besluit wel een voorstel te doen voor een bezuiniging van gelijke grootte. Conclusie is dat er binnen de bestaande begrotingen van bovenstaande budgetten geen ruimte is voor alternatieve financiering van de gesubsidieerde banen.
8. Uitspraken in het Coalitieakkoord 2010-2014 staat: “Goed onderwijs is een basisvoorwaarde voor de cognitieve ontwikkeling van kinderen en voor hun sociale en maatschappelijke ontwikkeling. Goed onderwijs en een goede opleiding bieden betere kansen op het krijgen van betaald werk. Onderwijs is daarom ook een goed middel om te komen tot participatie (deelnemen van de maatschappij). Het opleidingsniveau in de gemeente is landelijk gezien laag. We willen daarom inzetten op verbetering van de kwaliteit van het onderwijs in onze gemeente” Met het behoud van participatiebanen (klassenassistenten, administratief medewerkers, conciërges, rugzakmoeders) op de scholen kun je bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs en voorkomen dat onze kinderen onderaan de participatieladder te belanden. U geeft aan veel belang te hechten aan het behoud van de functies van klassenassistenten, administratief medewerkers, conciërges en rugzakmoeders voor de kwaliteit van het onderwijs. In het beleidsplan wet participatiebudget staat aangegeven dat er geen financiële ruimte is voor in het stand houden van alle gesubsidieerde banen vanwege de landelijke bezuinigingen op het participatiebudget. Wel zijn er mogelijkheden om tegemoet te komen aan het belang van het openbaar schoolbestuur bij het vervullen van deze additionele functies door de inzet van cliënten zonder groeipotentie. Voor de mensen in de uitkering (WWB) waarvan de verwachting is dat zij geen groeipotentie hebben, wordt gekeken hoe zij een actieve bijdrage aan de maatschappij kunnen leveren (voor wat hoort wat principe). Deze actieve bijdrage kan plaats vinden bij bijvoorbeeld de basisscholen.
5