Papa is vergeten zijn ring af te doen
Mishandeld kind vraagt om team met lef en kennis van zaken1 Marjorie Lamain
Met deze zin openden we elf jaar geleden het artikel over kindermishandeling. Vreselijk om te moeten constateren dat nog steeds kinderen de dupe zijn of worden van opvoeders die zichzelf ook vaak in trieste en uitzichtloze situaties bevinden. Jaarlijks overlijden in ons land gemiddeld 75 kinderen en 70 vrouwen door huiselijk geweld.
21
D
at zijn getallen om van te schrikken. In elke klas van dertig kinderen zit wel een kind dat ermee te maken heeft. Afhankelijk van het aantal groepen is het dus vrijwel onmogelijk dat het op jouw school niet voorkomt. Huiselijk geweld komt voor bij rijk en arm en in alle culturen. Het maakt niet uit of je in de stad of op het platteland werkzaam bent. Mensen genoeg rond die gezinnen, die ervan op de hoogte zijn. Omdat ze niet weten wat ze eraan zouden kunnen doen, of uit angst zich ergens mee te bemoeien, kijken ze de andere kant op. Juist als leerkrachten kunnen we ons in dergelijke gevallen geen handelingsverlegenheid veroorloven. Hoe precair het ook is om tot handelen over te gaan, we kunnen er niet omheen. Leerkrachten hadden, hebben en houden een belangrijke signalerende taak. Daarom is het heel belangrijk dat je, bij een eventuele melding bij het Advies- en Meldpunt (AMK), gesteund wordt door je hele team. Uithuisplaatsing van kinderen is niet altijd het gevolg van melding. Het is tegenwoordig ook mogelijk om de dader een tijdje te verbieden thuis te wonen. De betrokkenen hebben die periode nodig om tot rust te komen. Hulpverleners kunnen dan rustig een start maken, zodat er een fundament is gelegd voordat de geweldpleger terugkeert. Vroeger werd de dader opgepakt en voor de rechter gebracht. Tegenwoordig gaat de aandacht ook uit naar de slachtoffers en de sociale omgeving. Daar horen ook de professionals op school bij. Contact houden met de hulpverleners en de ouders, is onontkoombaar als het kind gewoon op school blijft. Dat maakt alles er niet eenvoudiger op, zeker niet voor de leerkracht. Daarom is het van belang dat je als school goed beslagen ten ijs komt. ‘Handelen in het belang van het kind is ook altijd handelen in het belang van de opvoeder(s).’
Wet Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Deze wet is bedoeld om professionals te helpen stappen te ondernemen om de veiligheid van kinderen te vergroten. De wet, die in 2013 van kracht wordt, verplicht alle beroepskrachten, die te maken hebben met ouders en/of kinderen, om bij vermoedens van kindermishandeling te werken met deze Meldcode. Daar vallen dus ook de scholen onder. Uit onderzoek is gebleken dat professionals, die het Basismodel Meldcode gebruiken, twee tot
22
07.2012
drie keer zo vaak tot handelen overgaan. Scholen moeten ervoor zorgen dat hun medewerkers met de Meldcode aan de slag kunnen. Om dat te vergemakkelijken heeft The Next Page, een non-profit organisatie, in samenwerking met het Ministerie een aantal cursussen ontwikkeld voor professionals en managers uit alle sectoren die gaan werken met dit Basismodel. The Next Page is een initiatief van de Augeo Foundation2, die zich met eigen vermogen inzet voor een veiliger leefomgeving voor kinderen. Vandaar dat ze deze interactieve online cursus zo goedkoop aan kunnen bieden. Intern Begeleiders en andere leerkrachten die er al mee gewerkt hebben, zijn erg enthousiast. Via de digitale leeromgeving kunnen leerkrachten een cursus volgen over het omgaan met vermoedens van kindermishandeling. Ook medewerkers met een zorgtaak of medewerkers in het speciaal onderwijs kunnen een specifiek voor hen ontwikkelde cursus volgen.
Communiceren over (vermoedens van) kindermishandeling In bovengenoemde e-cursus legt prof.dr. P. Adriaenssens· uit dat er bij het praten over (vermoedens van ) geweld bepaalde hersengebieden actief zijn die een enorme impact hebben op slachtoffers, plegers en professionals. Ze beïnvloeden namelijk het geven, opnemen en verwerken van informatie. Aan de hand van (video) casuïstiek ontdek je wat een goede basishouding is. Je leert technieken gebruiken als reflecteren, samenvatten, luisteren en feedback geven. Ga altijd zo nauwkeurig mogelijk na of het verhaal van kind en ouders klopt met wat je waarneemt. Er zijn voldoende risico-taxatie-instrumenten beschikbaar om uit te kiezen.3 Zomaar een voorbeeld: Aard en ernst van de huidige problematiek.4 - Is er sprake van een levensbedreigende situatie of direct gevaar voor het kind? - Zijn er kindsignalen die wijzen op een verstoorde of bedreigde ontwikkeling of lichamelijk letsel? - Zijn de fysieke en emotionele basisvoorwaarden voor een gezonde ontwikkeling van het kind gegarandeerd? - Welke factoren (ouders, kind, gezin, omgeving) liggen ten grondslag aan de geconstateerde ontwikkelingsbedreiging?
Aard en ernst van de risico’s voor het kind in de toekomst: - Wat zijn de risico’s voor het kind als de huidige situatie voortduurt? - Wat zijn de risico’s voor het kind bij te voorziene veranderingen? Het gaat altijd om een momentopname. Daarom is het belangrijk om verschillende risicoscenario´s te maken (Munro, 2002).
Definities en keuzemogelijkheden Een uitgebreide definitie is te vinden in de Wet op de Jeugdzorg.5 ‘Kindermishandeling is elke vorm van voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of van onvrijheid staat, actief of passief opdringen, waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel’ De combinatie kinderen en huiselijk geweld betekent altijd kindermishandeling. Kindermishandeling wordt ook wel gelabeld als een ernstig opvoedingsprobleem of als pedagogische onmacht van de ouder(s). Juist als er (nog net) geen sprake is van kindermishandeling, verdienen kind en ouders vroegtijdig steun en hulp. In heel ernstige gevallen moet er niet geëxperimenteerd worden, maar onmiddellijk worden ingegrepen!!!! In andere gevallen valt er gelukkig nog wat te kiezen. Een van de mogelijkheden is dan om de ‘Eigen Kracht Centrale’ in te schakelen. Betrokkenen stellen dan zelf, samen met familie, vrienden en buren, een plan van aanpak op. Op www.eigen-kracht.nl is in een kort filmpje te zien hoe dat in zijn werk gaat. Verder is er de publieksbeweging NO KIDDING. Vrijwilligers roepen alle volwassenen op om niet weg te kijken van het meest onbegrijpelijke en wrede dat kinderen kan overkomen. Zij organiseren landelijke en regionale events, media- en voorlichtingscampagnes, presentaties, workshops en scholenprojecten. Er worden laagdrempelige huiskamerbijeenkomsten georganiseerd door ervarings-
deskundigen voor gezinnen in de problemen. De overheid verwacht volgens hen (te) veel van professionals. Kille cijfers laten zien dat daarmee 80 procent onder de radar blijft. Samenwerken met de sociale omgeving is de boodschap. Jarenlange ervaring met het zichtbaar en voelbaar maken van de realiteit van kindermishandeling toont aan dat de confrontatie met het eigen verdriet en onmacht van de ouders ook om aandacht vraagt. Met dien verstande dat de veiligheid van het kind voorop staat. Sociale media spelen een steeds belangrijker rol. De Hyvespagina Kindermishandeling en Kindermisbruik: Stop het nu6 heeft 36.064 leden, die vaak ongezouten hun mening geven. Leerzame kost voor professionals. Wat beslist niet werkt volgens vrijwel alle ervaringsdeskundigen is autoritair gedrag.7 Er zijn ook nogal wat LinkedIn-groepen die zich bezig houden met de Jeugdzorghulpverlening. Men zoekt naar alternatieven om die te verbeteren en de mensen het vertrouwen terug te geven. Neem ook eens een kijkje op www.kindermishandeling.nl van het Nederlands Jeugdinstituut. Hier vind je heel bruikbaar materiaal over kindermishandeling, misbruik en verwaarlozing. Het is geschikt voor kinderen en volwassenen.
Hardnekkige mythe bij misbruik/mishandeling Kinderen ontwikkelen problematisch gedrag als zij opgroeien in een affectarme omgeving waar de nadruk ligt op controle, maar ook in gezinnen waar veel van kinderen wordt gehouden, maar waar weinig regels gelden en nooit iets verboden wordt. Een goede balans tussen steun en toezicht blijkt kenmerkend te zijn voor een geslaagde interactie. Wat maar al te vaak voorkomt, is dat kinderen verantwoordelijk gesteld worden voor het liefdeloze optreden van ouders of anderen. Dat zijn ze meestal nog gaan geloven ook. (Je hebt het er zelf naar gemaakt. Had je maar harder moeten leren, beter moeten luisteren, niet zo brutaal moeten doen, je niet zo uitdagend moeten gedragen etc.). Zelfs al zou er een kern van waarheid in zitten, het kan en mag nooit een reden zijn om misbruik of mishandeling goed te praten. Het is belangrijk dat kinderen die boodschap meekrijgen. Je kunt dat bewerkstelligen door op school de ‘Rechten van het Kind’ te behandelen. Er is een wereld van verschil tussen leuke en niet leuke aanrakingen, fijne en minder
23
fijne relaties met anderen, plezierige of nare geheimen. Grensoverschrijdend gedrag (verbaal en niet verbaal, bewust of onbewust, seksueel of pesterig) moet zo concreet mogelijk onder woorden worden gebracht. Alles wordt bespreekbaar gemaakt. ‘HISTORY IS NOT DESTINY’8. Het is heel belangrijk om dit uit te dragen. Door wat je hebt meegemaakt, ben je sterker geworden en kun je anderen helpen om er ook over te gaan praten met iemand die ze vertrouwen.
Het risico van secondaire traumatisering In het boek ‘Hulpverlening bij Kindermishandeling’ 9 worden zaken behandeld die inspiratie kunnen opleveren bij vragen rond misbruik en mishandeling. Hulpverlenend optreden in acute situaties stelt hoge eisen aan leerkrachten, hulpverleners en betrokken instanties. Als je ermee te maken krijgt, heeft dat
24
07.2012
een enorme, soms niet bewuste, invloed op je eigen emoties. Als het heel erg heftig is, loop je het risico op secondaire traumatisering.10 Mentaliseren, het vermogen om jezelf en anderen te begrijpen via de mentale ervaringswereld, is meer dan noodzakelijk om uit de stresscirkel te blijven. Het omgaan met alle gevolgen van een melding en bij de opvang van kind en gezin, doet een aanslag op je incasseringsvermogen.11 Vergeet jezelf dan niet. Als je bij de brandweer gaat, leer je dat een dode brandweerman niemand meer kan helpen. Zorg dus dat je op de been blijft. Handel niet in je eentje. Als professionele hulpverlener krijg je niet alleen te maken met de verwachtingen van slachtoffers, hun gezinnen en families, maar moet je ook steeds meer rekening houden met kritische geluiden uit een veranderende samenleving. Er is sprake van afnemend begrip voor daders en verminderd vertrouwen in professionele hulpverleners. Sla de krant er maar op na. Misbruik, daar waar je het ‘t minst zou verwachten, wordt breed uitgemeten. Het kan zelfs gebeuren binnen je eigen school. Je kunt geen complete veiligheid bieden, maar je kunt wel zo alert mogelijk zijn, zonder te overdrijven. Het is een stuk eenvoudiger om begrip te tonen voor slachtoffers dan voor daders. Begrip opbrengen is zeker niet synoniem met gelijk geven. Wees erop voorbereid dat het voor een getraumatiseerde leerling bijna onmogelijk is om jou te zien als een veilige haven in tijden van nood. De ‘ambivalente en gedesoriënteerde gehechtheidsrepresentatie’ maakt dat deze kinderen blijven kiezen voor de mishandelende ouder. Als ze dat later ook doen met een onbetrouwbare partner dan wordt de cyclus intergenerationeel voortgezet. Het creëren van een veilige context is je eerste opdracht. Voorspelbaarheid is daarbij cruciaal. Om niet wanhopig te worden of uit je vel te springen bij lastig gedrag van kind en ouders is het nodig dat je blijft mentaliseren. Dragen en mee verdragen van boze gevoelens van ouders en kinderen hoort erbij. Het hoe en waarom van dit gedrag proberen te begrijpen en op een verantwoorde manier trachten bij te sturen, is een enorme uitdaging. Good practice is om je, zowel individueel als team, in dergelijke delicate kwesties te laten begeleiden door mensen die vaker met dit bijltje hebben gehakt. Lichte mentale handicaps of leerstoornissen kunnen indruisen tegen het ideaalbeeld en worden opgevat als onwil of luiheid.
Een hardhandige aanpak wordt afgedaan als ‘normaal’. In het al eerder genoemde boek vind je ook handreikingen voor cultuurspecifieke opvoedingssituaties die onder de term mishandeling vallen. Leerkrachten die dit herkennen, wordt aangeraden collega’s die de cultuursensitieve taal kennen, te raadplegen. Zij hebben het voordeel als ‘onbevooroordeeld’ te worden gezien. Vanaf 25 april 2007 is het in Nederland voor ouders verboden om hun kinderen te slaan. Artikel 1:247 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek is hiervoor aangepast.
Altijd handelen bij vermoedens van (huiselijk) geweld! Signalen kunnen komen van het kind, de ouders, vriendjes, buren, de schoolarts en de eigen intuïtie. Voorbeelden: altijd hongerig, slaperig, blauwe plekken hebben op vreemde plaatsen, brandplekken of bijtwonden, striemen, rode vlekken, afwijkend gedrag, overmatige schrikreacties het zich zo klein en onopvallend mogelijk maken, lang op school blijven hangen, etc. Het verschil in reactie is treffend als het gaat om opvoedingsproblemen bij kinderen met lichamelijke of emotionele stoornis. De ouders zullen de problemen (h)erkennen en blij zijn als ze erover kunnen praten. Mishandelende ouders echter zullen stelselmatig ontkennen dat er iets aan de hand is en afwijzend reageren. Als zij niet bij voorbaat veroordelend worden benaderd, zijn veel van deze ouders achteraf vaak toch dankbaar als hen op de en
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
of andere manier een halt is toegeroepen. Soms is er slechts een kleine aanwijzing: ‘Papa is vergeten zijn ring af te doen’. De impliciete boodschap is die van herhaald geweld. Het is maar goed als jouw school dan een stappenplan klaar heeft liggen. Dat is de bedoeling van de Wet Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. Ben jij/ is jouw school, er al op voorbereid? “Wie een leven redt, redt de mensheid” . Een verhaal uit Taiwan illustreert dit. Het tij had duizenden zeesterren op het strand gedeponeerd. Ze zouden onherroepelijk omkomen voordat de vloed hen weer bereikte. Een jongetje pikte zeesterren op en gooide ze terug in het water. “Waarom doe je dit?” vroeg een oude man. ”Het strand is kilometers lang. De meeste komen toch om. Wat voor verschil maakt het om er een paar te redden?” De jongen keek naar de zeester in zijn handen en zei: “Nee, voor de meeste maakt het niet uit, maar voor deze zeester wel degelijk”. En hij gooide hem terug in de zee.
DRS. MARJORIE LAMAIN-VAN DER SLUIJS is redactielid van Zorg Primair en werkte in het (speciaal) basisonderwijs. Reacties welkom bij
[email protected].
Zorg Primair 26 februari 2001 Andere initiatieven: Tijdschrift Kindermishandeling en Lectoraat Ouderschap en Ouderbegeleiding. Zoekterm internet: risicotaxatie-instrumenten Ingrid ten Berge 2008 Notitie MO-groep Jeugdzorg Definitie Wet op de Jeugdzorg (www.jeugdzorg.nl): Start augustus 2008 ‘Opgroeien in Rotterdam’ Berding en Witte / Garant 2011 (ISBN 978-90-441-2859-8) Serita Jakes Deel 5 uit de reeks Cahiers Red. Stef Anthoni, dep. Psychologie K.U. Leuven i/ Garant 2011 USA Psychotherapeute: Laurie Pearlman 1995 Mentaliseren: term die gebruikt wordt bij therapeutische hulpverlening. Oud Joods gezegde.
25