LAUWERSMEER EXCURSIE Zaterdag 24 november: Excursie met Emo naar het Lauwersmeergebied. Altijd een succes! Wat zullen we nu zien? Is er een verschil met de vorige jaren nu we iets later in het jaar gaan? Vertrek 7.30 vanaf Autorama Veendam. Opgave bij Jaap Tonkes, 0598-630578
SNERTWANDELING Snertwandeling 19 januari 2013 Vertrek 10.30 uur van Autorama Veendam. De wandeling is in de omgeving van Ter Wupping (Sterenborg/Ruigenberg) en de snert gaan we eten in de Meelschuur in Onstwedde. Bij extreme weersomstandigheden kan de tocht worden afgeblazen (vorst -10 of gladheid e.d.). Opgeven is noodzakelijk in verband met het klaarmaken van de hoeveelheid snert! Aanmelden kan tot en met 13 januari. Nadere informatie en aanmelding bij Jaap Tonkes (0598-630578).
Paddenstoelenprogramma van de KNNV Oost-Groningen Het programma is opgesteld gezamenlijk met de Mycologische Werkgroep Groningen Alle excursies beginnen om 10 uur. Mijn telefoonnummer is 0613567151 Zaterdag 6 oktober: Sterenborg : ons gezamenlijk afdelingsproject .hokken 267/562/268/562. Start kruispunt Kampweg (N365) en Terwuppingerweg (Pagediep) Zaterdag 13 oktober: Vriescheloo hok 271/566 Start kerk 271.2/567 Zaterdag 20 oktober: de hokken 273/568 en 273/567 bij Bellingwolde Verzamelen bij de kerk 273.8/568/7 Zondag 4 november: Wollinghuizerplas hokken 273/557 en 274/557 Start parkeerplaats 274.2/557.6 Zaterdag 17 november we gaan kijken in de hokken 254/595 en 254/594 Start kerkje van Marsum, vlakbij Delfzijl Iedereen die graag het programma van de MWG en de paddenstoelenwerk-groep van Drenthe ontvangt kan ik het toesturen, daarvan zijn de meeste excursies op maandag,soms op zondag, bv zondag 16 september naar de Lauwersmeer, verzamelen parkeerplaats aan de Strandweg noordzijde 210,9-601,6 NIEUW ATLASPROJECT NEDERLANDSE VOGELS In 2002 verscheen de tweede Atlas van de Nederlandse broedvogels. Inmiddels zijn er zoveel veranderingen in onze broedvogelbevolking dat er een nieuw onderzoek gestart wordt. De manier van onderzoeken is ongeveer gelijk aan het vorige, maar nu wordt er in een veel langere periode van het jaar geïnventariseerd, om ook de doortrekkers en wintergasten mee te nemen in het onderzoek. Het hele project zal drie winter- en drie broedseizoenen in beslag nemen. Alle informatie is te vinden op de website van SOVON (www.sovon.nl of www.vogelatlas.nl) Er zijn al atlasblokken van 5x5 km geclaimd door deelnemers van het vorige onderzoek, maar natuurlijk zijn nog lang niet alle vakken bezet. Iets voor u ??? 1
TER APEL, 17 maart 2012 Sellinger bossen, dat was de aankondiging in de Veenpluis. Maar ter plekke was er van Emo het voorstel om iets verder te gaan, namelijk naar Ter Apel. Dit omdat er in de Sellinger bossen nog niet zo veel te zien en te horen was. Het weer, en vooral de temperatuur, zijn toch wel van invloed op de terugkeer van soorten. De bossen van Ter Apel zouden in deze tijd toch veel rijker aan vogels zijn en na korte discussie werd aldus besloten. Met 9 deelnemers in de auto’s verder. Het Roelagerbos werd het doel: niet eens zo erg groot, maar wel een succes. De soortenlijst: Geelgors Tjiftjaf Grote bonte specht Groene specht Zwarte mees Gaai Zanglijster Goudhaantje Boomkruiper
Spreeuw Pimpelmees Grote lijster Boomklever Appelvink Kramsvogel Glanskop Winterkoning Houtduif
Sijs Nijlgans Heggenmus Goudvink Staartmees Veldleeuwerik Putter Groenling Buizerd (2)
Roodborsttapuit Aalscholver Kuifeend Wilde eend Merel Keep Havik (2) Taigaboomkruiper?
Hoogtepunten? Waren dat de haviken die duidelijk in voorjaarsstemming waren? De groene spechten, die zich goed lieten horen? Of toch de 2 taigaboomkruipers die we hoorden en heel even zagen – en waar we toch niet helemaal zeker van waren, zo kort was het. Toch klonk het geluid anders dan van de gewone boomkruiper. De volgende dag is Emo nog weer gaan kijken en luisteren maar heeft ze niet meer gevonden. Dat een klein bos zo’n soortenrijkdom heeft! In Sellingen hadden we door de andere boomsoorten veel minder soorten gezien dan hier! Henk Twiest
HOLTER HAMMRICH, 13 mei 2012 Met 8 deelnemers naar Duitsland. Het duurde even voor ieder de verzamelplek had gevonden (of zelf gevonden was…) en dan met onze eerste gids, Hendrik, op weg om door te rijden naar de omgeving van Holte, waar onze tweede gids, Thomas, al op ons wachtte. Over wat kleine wegen naar het gebied waar we onze excursie zullen houden, een overloop gebied van de rivier de Leda. Toch wel bijzonder dat een grens er voor zorgt, dat je gebieden die heel dicht bij zijn totaal niet kent. Natuurlijk hebben we in het Nederlandse ook soortgelijke terreinen, stukken grond die in geval van hoog water mogen overstromen. Al hebben belanghebbenden dat soms liever niet (landbouwgrond, voedselrijk rivierwater). Als het dan toch moet gebeuren is het verrassend wat de gevolgen kunnen zijn. Ik denk dan aan de geoorde futen en de witwangsterns in de Kropswolderbuitenpolder e.o. Terug naar de excursie: een groot gebied dat deels onder water staat met droge kades en schiereilanden. Het is nog te koud voor de tijd van het jaar, de wind laat zich voelen. Maar met de uren neemt de temperatuur toe. En dan is het afzoeken van het gebied: een zomertaling laat zich kort zien – en dan vraag je je af waar het beest opeens gebleven is. Slobeend, bergeend, kuifeend, wintertaling, wilde eend zijn de andere eendensoorten met daarbij meerkoet, grauwe gans, brandgans, en ook hier nijlgans en canadese 2
gans. Natuurlijk horen in dit terrein steltlopers: grutto, regenwulp, wulp, oeverloper, groenpootruiter, zwarte ruiter, kleine strandloper, kluut, tureluur, bosruiter, blauwe reiger en 4 grote zilverreigers – ze zijn er. Vanaf de andere kant is het gebied ook te bereiken en dan kijk je toch naar iets andere grondhoogtes en de weilanden rond het gebied. In dit terrein ook ooievaars. Eerst eentje die druk bezig is een mol naar binnen te werken, later komen er nog een aantal bij en tenslotte zijn het er 6.
Het blijft niet bij deze aan het natte gebied gebonden soorten. Ook zangvogels horen en zien we: veldleeuwerik, oeverzwaluw, boerenzwaluw, gierzwaluw, rietgors, kneu, rietzanger, tjiftjaf, braamsluiper, spreeuw, houtduif. Zelfs de grote bonte specht is er. En natuurlijk ook wat roofvogels: buizerd en torenvalk. Spectaculaire nieuwe soorten? Nee, dat niet. Maar dat hoeft ook niet. Dat is altijd de toevalstreffer, net als tijdens de excursie naar bijvoorbeeld het Lauwersmeer. Je weet ongeveer wat je kunt verwachten en dan is het afwachten of dat uitkomt. Een excursie met elkaar biedt ook iets anders: het stimuleert je kijken, wat de een niet ziet, dat ziet een ander en zeker de vriendschap van mensen met dezelfde hobby is geweldig. Dank aan Hendrik en vooral ook Thomas om ons in dit gebied rond te leiden. Ik heb genoten.
Henk Twiest 3
Slaapplaatstellingen van kiekendieven. Kiekendieven slapen gezamenlijk na en deels ook al tijdens het broedseizoen, meestal in graanvelden, maar ook op andere akkers. Het fraaie is dat alle drie Nederlandse soorten op dezelfde slaapplaatsen afkomen in Oost-Groningen. Daarbij is het uniek voor ons land om ze alle drie op één avond te kunnen zien, en wel mannen, vrouwen en jongen. De Werkgroep Grauwe Kiekendief WGK- hield afgelopen maanden tellingen op deze plekken tot de laatste grauwe vertrokken was richting Afrika. Op de vraagstelling en informatie die hierbij gezocht en gevonden wordt, wil ik nu niet in gaan, Daarvoor kun je de website van de WGK bezoeken. Liever vertel ik wat over de leuke waarnemingen en de gezelligheid bij deze avondtellingen [de vogels trekken zich niets aan van gesprekken tijdens een kopje koffie]. Er wordt meestal zo'n anderhalf uur voor zonsondergang verzameld in de buurt van Blijham, en de waarneemgroepjes gaan dan naar de verschillende posten om de vogels te zien binnenvallen. Een klapstoeltje kan van nut zijn. Begeleid door kwartels begint het speuren. Over het algemeen zijn de bruine kieken de eersten die arriveren, hoewel op sommige plekken de andere twee al wel eens rondjagend aanwezig. Zo'n vogel komt aanvliegen vliegt naar zijn akker of vlak erbij en ploft neer. Even later komen er dan meer, en ook die landen dan. Sommige vliegen nog weer op, om direct weer te landen – en ze willen het ook nog wel eens een paar keer herhalen. Wat later komt de blauwe binnen. En dan, vaak tot in de schemer, komen de grauwe kieken, waarbij er dan op gelet moet worden of de vogels gezenderd zijn. Ook op de dezelfde website gegevens en routes van deze vogels. Het is duidelijk dat de vogels heel nauwkeurig gevolgd kunnen worden via zenders, maar hun gedrag en bezigheden zijn natuurlijk nog steeds voor de visuele waarnemer. Op 'n avond vlogen plotseling acht grauwe kieken gelijk over ons heen, een uniek gezicht. Het volgen van de gezenderde vogels is voor het onderzoek van belang, en als er meer zijn, vaak niet eenvoudig. Een andere avond jagen er drie mannen blauwe kiek nog even voor het slapen gaan. Het scherpe gezicht van de vogels werd nog 's geïllustreerd, toen op eens twee kieken een paar honderd meter richting een bosje vlogen dicht bij de waarnemerspost. Zonder dat wij het gezien hadden was daar een havik geland die lastig gevallen moest worden. Als dan de zitting opgeheven wordt in het bijna-donker, werd nog wel eens een velduil gezien. Napraten over de waarnemingen vindt dan weer plaats op het verzamelpunt.
Het stukje is ook bedoeld om voor volgend jaar wat mensen te lokken om mee te doen. Zo eind juli zal ik een berichtje sturen hoe en wat en wanneer het gaat gebeuren. Han Bouman
4
Een zeereis naar Noorwegen, in één week op en neer. Eind augustus heb ik eindelijk mijn cruise gemaakt. De MS Rheintal bracht mij van Rotterdam naar Bergen en Skogn (Trondheimfjord). Het betrof hier een containerschip van ca 5.000 ton, internationale bemanning van tien, Duitse rederij en Antiguaanse vlag. Met twee andere passagiers – maximum is 4 passagiers- was het een bijzondere reis. In de eerste plaats leer je het leven aan boord en in de havens kennen. Een paar opvallende zaken: één full-time kok, en daardoor veel en lekker eten ['s morgens Engels ontbijt, en dan nog twee keer een warme maaltijd plus salade en soep], hard werken voor de bemanning, veel trappen lopen van de stuurhut via de zeer comfortabele cabine naar de kombuis, ca. 75 treden enkele reis. Ten tweede komt er gedwongen een heerlijke rust over je; geen TV, radio, internet of telefoon op zee. Heerlijk lezen, uitkijkend over een zee als een spiegeltje op één dag na [toen de beide andere passagiers het eten lieten voor wat het was]. Verder prachtig weer gehad. Ten derde ook nog gekeken naar wat er aan dieren voorbij kwam, als het zo uitkwam. Op de Nieuwe Waterweg en in de havens zijn heel veel knobbelzwanen naast de meeuwen en sterns natuurlijk. Buitengaats verandert het; de meeuwen blijven eerst nog, maar langzamerhand komen de noordse stormvogels erbij en gezinnetjes zeekoet, die je al van verre hoort. Ook jan van genten [juv en adult] komen regelmatig voorbij, en het is spectaculair om deze te zien stootduiken. Verder één stormvogeltje gezien, een paar pijlstormvogels, drieteenmeeuw, alk en voor de Noorse kust grote jagers. Spectaculair was hoe een jager een jan van gent met succes achtervolgde, aan het eten sloeg en de restjes voor de noordse stormvogels waren. Noordse stormvogels zijn prachtig om te zien in hun gedrag, al vliegend en zwenkend over de golven. In en bij de fjorden van Bergen en in het Trondheimfjord zag ik in totaal nog 5 zeearenden, aalscholvers, kuifaalscholver en slierten eiders. Midden op zee honderden km's uit de kust kwam er een vrouwtjesvink aan boord, die tussen de containers verdween. Onderweg waren er enkele groepen bruinvissen te zien, twee spelende dolfijnen [soort onbekend] en een grijze zeehond. Één groep bruinvissen zat vlak voor de ingang van de Nieuwe Waterweg. Ten vierde wat cultuur: een bezoek aan centrum Bergen gebracht, waar we aanlegden voor enkele uren, en een fraai Noors dorpje bij het langere verblijf in Skogn al wandelend bekeken. Als je zin hebt in een zeereisje is het prachtig om te doen. Volgens de kapitein is het echter in herfst en winter vaak slecht weer en geen pretje aan boord. Han Bouman
5