Overzicht klachten Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer kwartaal 4 2014
1. KIM 25857 – dossier gesloten (onderzoek) Een taxichauffeur ontvangt eind september 2014 een brief van de gemeente (dd 25 september) waarin staat dat de TTO waarbij de chauffeur en zijn vervoerder zijn aangesloten de samenwerking heeft opgezegd en dat de chauffeur per 1 oktober 2014 niet meer bij deze TTO is aangesloten. Vanaf dat moment is zijn Taxxxivergunning niet meer geldig en zal deze worden ingetrokken. De chauffeur heeft niets van de TTO gehoord over deze opzegging. Hij belt en mailt daarom op 29 september met de Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer (DIVV). DIVV deelt mee dat de TTO hem een tijd geleden over de opzegging heeft geïnformeerd. Verder schrijft DIVV dat hij per 1 oktober 2014 niet meer mag rijden. De chauffeur wendt zich daarom tot de ombudsman. Uit onderzoek door de ombudsman volgt dat de geldigheid van de individuele Taxxxivergunning automatisch vervalt als een chauffeur geen aansluiting meer heeft bij een TTO. De gemeente zal de Taxxxivergunning dan intrekken (artikel 2.17, lid 2 onder d Taxiverordening Amsterdam). De gemeente controleert niet of de samenwerkingsovereenkomst correct is opgezegd en of brieven daarover wel zijn ontvangen. Dat is een privaatrechtelijke zaak, tussen de chauffeur en de TTO. Aanvullend laat de gemeente weten dat wordt ingezien dat het goed is chauffeurs te informeren over consequenties voor hun vergunning in dit soort situaties. Omdat de gemeente weinig actie bij de chauffeurs constateerde na de opzegging door de TTO, heeft de gemeente besloten een informerende brief aan de betrokken chauffeurs te sturen. De betreffende chauffeurs konden tot 1 oktober met een nog geldige vergunning overstappen naar een andere TTO. De ombudsman heeft gelet op deze toelichting geen vermoeden van onbehoorlijk handelen door de gemeente en sluit daarom het dossier. 2. KIM 25861– dossier gesloten (onderzoek) Een roeicoach uit Duitsland bezoekt samen met enkele roeiers roeiwedstrijden in Amsterdam. Zij maken met twee auto’s gebruik van de P&R in het Olympisch Stadion. Bij het afrekenen moeten zij echter het volle pond € 480 betalen in plaats van het gereduceerde P+R tarief. De
coach beklaagt zich bij de parkeergarage en verzoekt om het gereduceerde tarief alsnog in rekening te brengen. Dit verzoek wordt afgewezen. Hij wendt zich tot de ombudsman. Uit onderzoek blijkt dat de mannen niet in aanmerking zijn gekomen voor het gereduceerde tarief vanwege het overschrijden van het maximum aantal dagen dat tegen gereduceerd tarief geparkeerd mag worden op het P&R terrein. Hierover is informatie te vinden op o.a. de informatieborden naast de OV‐ticketautomaten in de parkeergarage, folders die beschikbaar zijn bij de loge en op www.amsterdam.nl/parkeren‐verkeer/parkeren‐amsterdam/p‐r en www.p1.nl Dat het verzoek om alsnog in aanmerking te komen voor het gereduceerde tarief niet zal worden gehonoreerd en dat wordt vastgehouden aan het beleid, vormt voor de ombudsman geen aanleiding om nader onderzoek te verrichten. Geen vermoeden van onbehoorlijk handelen. De ombudsman sluit het dossier. 3. KIM 25867 – dossier gesloten (onderzoek) Een man huurt een stallingsplaats in een parkeergarage van de gemeente. Hij is van mening dat hij sinds 2008 € 1000 teveel huur heeft betaald. De gemeente reageert op zijn klacht/claim en acht deze ongegrond. Het geschil betreft de uitleg van een bepaling in de stallingovereenkomst. Hierin staat dat het maandbedrag naast de jaarlijkse indexering per 1 juli, nog eens jaarlijks per 1 december extra wordt verhoogd met € 3,36 ex BTW gedurende 5 jaren ingaande 1 december 2008. De man stelt zich op het standpunt dat deze bepaling inhoudt dat de gemeente jaarlijks de huurprijs dient te indexeren excl. de verhoging per 1 december. De gemeente stelt dat deze bepaling inhoudt dat de jaarlijkse huurverhoging wordt berekend incl. de extra verhoging per 1 december. De man betaalt inmiddels een maandbedrag van € 137,60. In 2008 bedroeg het maandbedrag € 107,55. Dit betekent een stijging van € 30,00 in 5 jaar. De huidige huurprijs is marktconform. Hij wendt zich tot de ombudsman. De ombudsman kan de gemeente volgen in de wijze waarop het maandelijkse bedrag de afgelopen jaren in rekening is gebracht. Verder vloeit uit de overeenkomst voort dat de extra verhoging per 1 december 2014 niet meer aan de orde is en niet per 1 december 2013 zoals de man stelt. Meer algemeen, gezien de prijsontwikkelingen, komt de verhoging van het maandbedrag tussen 2008 en 2014 de ombudsman niet onredelijk voor. Geen vermoeden van onbehoorlijk handelen. De ombudsman sluit het dossier. 4. KIM 25893 – dossier gesloten (interventie) Een man stuurt medio juli en eind juli 2014 een melding openbare ruimte naar DIVV waarin hij een vraag stelt over de maatvoering van het aanbrengen van noppentegels. Hij krijgt alleen twee ontvangstbevestigingen, maar geen antwoord op zijn vraag. Hij wendt zich begin oktober 2014 tot de ombudsman. De ombudsman doet navraag bij DIVV over de behandeling van de melding. DIVV laat de ombudsman weten dat de vraag is uitgezocht door een medewerker die bij het project op de is betrokken en over de nodige technisch inhoudelijke kennis beschikt. Deze medewerker kent de man persoonlijk en heeft daarom enkele malen geprobeerd telefonisch contact met hem te leggen over het antwoord. De uitvoering van de betreffende tegels is conform de actuele handleiding van 18 maart 2014. DIVV zegt de man een e‐mail ter bevestiging en een exemplaar van de handleiding toe. De ombudsman heeft op grond van deze stand van zaken geen aanleiding voor verdere bemoeienis en gaat over tot sluiting van het dossier. 5. KIM 25897 – dossier in behandeling (onderzoek)
De eigenaar van motor‐ en autorijschool heeft voor het geven van lessen een terrein nodig dat is afgesloten van het verkeer. Een tijd lang heeft hij door betaling van een vergoeding aan een andere rijschool gebruik kunnen maken van een parkeergebouw van de gemeente. Deze rijschool vraagt op een gegeven onder meer te hoge vergoedingen, waarna de moter‐ en autorijschooleigenaar de samenwerking beëindigt. Vervolgens vraagt de eigenaar de afdeling Parkeergebouwen van de gemeente om rechtstreeks met hem een contract te sluiten. Parkeergebouwen wijst dit verzoek af, omdat zijn bedrijf samen zal moeten werken met de andere rijschool en omdat vanwege ruimtegebrek de veiligheid niet kan worden gewaarborgd. De eigenaar wendt zich tot de ombudsman voor een mogelijke oplossing. De ombudsman besluit navraag te doen over de exploitatie van de verschillende parkeergebouwen. Dossier is nog in behandeling. 6. KIM 25909 – dossier gesloten (onderzoek) Een taxichauffeur ontvangt eind september 2014 een brief van de gemeente (dd 25 september) waarin staat dat de TTO waarbij de chauffeur en zijn vervoerder zijn aangesloten de samenwerking heeft opgezegd en dat de chauffeur per 1 oktober 2014 niet meer bij deze TTO is aangesloten. Vanaf dat moment is zijn Taxxxivergunning niet meer geldig en zal deze worden ingetrokken. De zoon van de chauffeur zorgt ervoor dat zijn vader per 29 september is aangesloten bij een andere TTO. De nieuwe aanvraag is volgens de gemeente niet op tijd ingediend, met als gevolg dat de chauffeur per 1 oktober zijn beroep niet meer mag uitoefenen. Hij moet een nieuwe Taxxxivergunning aanvragen. Volgens de zoon heeft zijn vader geen redelijke termijn gekregen om over te stappen. De chauffeur heeft hierover namelijk nooit een bericht ontvangen van de TTO. De zoon wendt zich tot de ombudsman. Uit onderzoek door de ombudsman volgt dat de geldigheid van de individuele Taxxxivergunning automatisch vervalt als een chauffeur geen aansluiting meer heeft bij een TTO. De gemeente zal de Taxxxivergunning dan intrekken (artikel 2.17, lid 2 onder d Taxiverordening Amsterdam). De gemeente controleert niet of de samenwerkingsovereenkomst correct is opgezegd en of brieven daarover wel zijn ontvangen. Dat is een privaatrechtelijke zaak, tussen de chauffeur en de TTO. De gemeente heeft de chauffeurs slechts ter informatie een brief gestuurd over de consequenties van de opzegging van de samenwerking. Aanvullend laat de gemeente weten dat wordt ingezien dat het goed is chauffeurs te informeren over consequenties voor hun vergunning in dit soort situaties. Omdat de gemeente weinig actie bij de chauffeurs constateerde na de opzegging door de TTO, heeft de gemeente besloten een informerende brief aan de betrokken chauffeurs te sturen. De betreffende chauffeurs konden tot 1 oktober met een nog geldige vergunning overstappen naar een andere TTO. De zoon heeft zijn vader op 29 september weliswaar aangemeld bij een andere TTO, maar de gemeente heeft de aanvraag pas ontvangen op 6 oktober. Verder zijn de leges pas op 9 oktober betaald. De vergunning was toen al ingetrokken (per 2 oktober) en dus moest er een nieuwe Taxxxivergunning afgegeven worden. Deze is op 21 oktober verstrekt en opgehaald door de nieuwe TTO. De ombudsman heeft gelet op deze toelichting geen vermoeden van onbehoorlijk handelen door de gemeente en sluit daarom het dossier. 7. KIM 25954 – dossier gesloten (overig) Volgens een man van 74 jaar met hartproblemen wonende aan de Lauriergracht zou ingevolge het Parkeerplan Amsterdam een parkeerplaats in de Europarking Marnixstraat krijgen. Hij ontvangt echter een brief waarin hij naar het Museumplein wordt verwezen.
Hij wendt zich tot de ombudsman. De ombudsman checkt de website van de gemeente en constateert dat daarop een bericht staat dat daarover een verkeerde brief naar de vergunninghouders is gestuurd. De ombudsman neemt daarop weer contact op met de man. Hij laat weten inmiddels op de hoogte te zijn van de fout en de bevestiging te hebben gekregen dat hij wel mag parkeren in de Europarking Marnixstraat. Hij was door omstandigheden nog niet in staat zijn klacht bij de ombudsman in te trekken. De ombudsman ziet geen aanleiding voor onderzoek en sluit het dossier. 8. KIM 25993 – dossier gesloten (interventie) Een bezitter van een elektrische auto kan zich er niet in vinden dat de dichtstbijzijnde laadpaal 1700 m van zijn woning is verwijderd. Hij dient begin 2014 samen met zijn buren een aanvraag in voor een laadpaal op kortere afstand. Deze zou op 11 augustus 2014 worden geplaatst. Toen de paal een paar dagen later niet bleek te zijn geplaatst, heeft hij gebeld met DIVV. Hij kreeg te horen dat er een betalingsprobleem was waardoor de plaatsing was opgeschort. Het is niet duidelijk wanneer de paal alsnog geplaatst gaat worden. De gemeente is afhankelijk van Liander. Daarbij komt dat de laadpalen in de omgeving volgens de man met grote regelmaat worden bezet gehouden door auto’s van een autodeelbedrijf. En er zijn veel kapotte laadpalen die pas na meerdere weken worden gerepareerd. De man wendt zich daarom tot de ombudsman. DIVV laat desgevraagd weten dat de oplaadpaal op 14 november 2014 zal worden geplaatst en dat de man hierover is geïnformeerd. Ook heeft de man het rechtstreekse nummer gekregen van de persoon bij DIVV die de oplaadpalen in beheer heeft. Deze persoon zal ook de overige aspecten van zijn klacht verder behandelen. De ombudsman spreekt met de man af dat hij de ombudsman informeert indien hij niet tevreden is. De ombudsman heeft niets meer van hem vernomen en sluit het dossier. 9. KIM 26058 – dossier gesloten (doorverwijzing) Een man parkeert zijn auto op het P+R terrein bij de Arena. Hij koopt metrotickets, stapt uit bij het Weesperplein en loopt naar de Dam. Terug neemt hij dezelfde route. Volgens de parkeerautomaat bij de Arena moet de man €17 betalen. Een aanwezige medewerker deelt de man desgevraagd mee dat hij in het centrum had moeten inchecken. Hij houdt de ticket van de man tegen de scanner ernaast en daaruit volgt dat de man slechts €1 hoeft te betalen. De man wil weten hoe het zit. Hij stelt deze vraag per e‐mail aan de afdeling Parkeergebouwen. Parkeergebouwen antwoordt de man en deelt hem onder meer mee dat hij de OV‐ kaart bij het afrekenen van het parkeertarief moet scannen zodat de laatste instaphalte en de verstreken tijd sinds de laatste check‐uit kunnen worden gecontroleerd. Parkeergebouwen deelt mee er van uit te gaan dat de aanwezige medewerker dit laatste heeft gedaan. De man is van mening dat hij destijds ook alles correct heeft gedaan en niet geholpen is met dit antwoord. Hij stelt de vraag nog een keer. Daarnaast wendt hij zich tot de ombudsman. De ombudsman stuurt de klacht met toestemming van de man door naar de klachtencoördinator van DIVV, waaronder de afdeling Parkeergebouwen valt. De ombudsman concludeert dat hij op dit moment geen aanleiding heeft voor verdere bemoeienis en sluit het dossier. 10. KIM 26116 – dossier in behandeling (overig) Een vrouw wil gebruik maken van het voordelige P+R parkeertarief van het Transferium Arena en schaft daarvoor een GVB vervoerbewijs aan. Bij terugkeer blijkt dat zij het volledige tarief moet betalen. Navraag bij een parkeerbeheerder leert haar dat zij niet had moeten betalen, maar haar OV‐kaart had moeten scannen. De parkeerbeheerder verwijst haar naar de gemeente voor eventuele restitutie. Volgens de afdeling Parkeergebouwen komt de vrouw daarvoor
echter niet in aanmerking omdat zij niet aan de voorwaarden heeft voldaan. Zij wendt zich tot de ombudsman. Deze vraagt de vrouw om toezending van relevante stukken. Dossier in behandeling. 11. KIM 26172 – dossier gesloten (onderzoek) Een man parkeert zijn auto eind november 2014 bij het P+R terrein van de Arena. Met het inrijticket van de parkeergarage koopt hij OV‐vervoersbewijzen. Na het hiervoor geldende tarief (€5) in de blauwe parkeerautomaat te hebben geworpen, ontvangt hij direct een melding dat de automaat geen vervoersbewijzen kan verstrekken. Met zijn persoonlijke OV‐chipkaart reist hij alsnog naar het centrum. De parkeerbeheerder verwijst de man naar het loket van het GVB voor restitutie van de kosten. Na het uitchecken besluit de man nog even te winkelen bij winkelcentrum Bijlmer voordat hij de garage in zijn auto verlaat. Hij moet dan €18 in plaats van €1 betalen. De man beklaagt zich bij Parkeergebouwen over de ticketautomaat en stelt dat hij door onvoldoende informatieverstrekking niet op de hoogte was van de regel dat je binnen één uur na de laatste check‐uit de parkeergarage moet uitrijden. Diezelfde dag ontvangt hij een reactie. Hij vindt echter dat Parkeergebouwen onvoldoende is ingegaan op zijn opmerking over de onduidelijke informatieverstrekking. Hij blijft van mening dat de regel over het uitrijden binnen een uur na de laatste check‐uit niet duidelijk zichtbaar is in de parkeergarage nu deze met een rode pen handmatig op een bord is bijgeschreven. Hij wendt zich daarom tot de ombudsman. De ombudsman concludeert dat de man terecht naar het GVB is verwezen met zijn klacht over de ticketautomaat. Verder concludeert hij dat de gemeente op basis van de beschikbare informatie via de website, folders en posters voldoende duidelijkheid verstrekt over de voorwaarden om in aanmerking te komen voor het gereduceerde P+R tarief. Nu tot slot het bord waarop volgens de man een voorwaarde met een pen is bijgeschreven onvindbaar is, ziet hij geen nadere rol voor zich weggelegd. Hij sluit het dossier. 12. KIM 26207 – dossier gesloten (overig) Een man constateert dat er aan de gevel van het pand waarin hij woont een lichtarmatuur is bevestigd die geen toegevoegde waarde heeft voor de verlichting van de straat. Deze zorgt voor overlast door lichtinval en vermindert ook het uitzicht. Bovendien is het volgens de man hierdoor niet mogelijk om een zonwering te plaatsen. De man zegt actie te hebben genomen door te bellen en te mailen, maar van kastje naar de muur te zijn gestuurd. Ook na herhaalde verzoeken is niemand komen kijken. De man wendt zich daarom tot de ombudsman. Die vraagt de man kopieën te sturen van zijn e‐ mails om te bepalen of hij een rol voor zich ziet weggelegd. De ombudsman verneemt niets meer en sluit het dossier. 13. KIM 26235 – dossier gesloten (overig) Een man parkeert op het P+R terrein bij het Olympisch Stadion. Met bus 65 en 15 (overstap in de Rivierenbuurt) bereikt hij de parkeergarage. Dan blijkt hij niet in aanmerking te komen voor het lage tarief, omdat zijn laatste check‐in niet in het centrumgebied heeft plaatsgevonden. Er is geen medewerker aanwezig of bereikbaar. De man dient een klacht in die door P1 wordt afgehandeld. Hij kan zich hier niet in vinden en wendt zich tot de ombudsman. Die vraagt (met toestemming van de man) aan DIVV om nog eens naar de klacht te kijken, omdat de man stelt materieel aan de vereisten te hebben voldaan. De ombudsman sluit het dossier. DIVV laat aanvullend weten dat er conform beleid is gehandeld. P1 besluit de kosten alsnog te restitueren, omdat er geen medewerker aanwezig was.
14. KIM 26273 – dossier gesloten (doorverwijzing) Een vrouw uit Buitenveldert kan zich niet in vinden in het besluit van het GVB om een aantal haltes van buslijn 62 te laten vervallen. Zij dient hierover een klacht in bij de gemeente. Zij vindt de periode van uiterlijk zes weken voor het ontvangen van een reactie erg lang. Daarom wendt zij zich tot de ombudsman. Die laat de vrouw weten dat de gemeente eerst zelf in de gelegenheid moet worden gesteld om op een klacht te reageren en adviseert haar de reactie af te wachten. Hij ziet geen rol voor zich weggelegd en sluit het dossier. 15. KIM 26301 – dossier in behandeling (interventie) Een man huurt een garagebox van de gemeente, afdeling Parkeergebouwen. Hij maakt in maart 2014 melding van lekkage. Na een aantal telefoontjes over het probleem dient hij een klacht in, maar maatregelen blijven uit. Bij e‐mail van 22 augustus 2014 laat Parkeergebouwen weten dat een en ander zal worden nagegaan bij de afdeling verhuur. Per mail van 24 november 2014 laat Parkeergebouwen de man weten dat hij de lekkage zelf moet melden bij de eigenaar van het pand boven de garage. Parkeergebouwen weet niet wie dat is. De man wendt zich tot de ombudsman. De ombudsman verzoekt DIVV op korte termijn informatie te verstrekken over wat de man van de verhuurder mag verwachten. Het dossier is nog in behandeling. 16. KIM 26304 – dossier gesloten (overig) Een man ondervindt overlast van het openbaar vervoer dat over de Bullebakbrug rijdt. Hij dient hierover een klacht in bij de gemeente, maar is niet tevreden met de afhandeling. Hij wendt zich vervolgens tot de ombudsman, met de vraag of hij naar de e‐mailcorrespondentie kan kijken om de afhandeling te onderzoeken. De ombudsman laat weten de stukken graag tegemoet te zien, zodat hij kan bepalen welke rol voor hem is weggelegd. De ombudsman verneemt niets meer van de man en sluit het dossier. 17. KIM 26334 – dossier in behandeling (onderzoek) Het betreft hier een klacht over de opzegging van een huurcontract door DIVV met een rijschoolhouder. De rijschoolhouder gebruikte een parkeerterrein van de gemeente als oefenterrein. Deze zaak is verbonden aan de hierboven genoemde zaak met kenmerk KIM 25897, aangekaart door de onderhuurder van de rijschoolhouder. De ombudsman besluit deze zaken samen te behandelen. Dossier is nog in behandeling.