OVERMEESTER
Magazine over onderwijs en recht
advocaten notarissen
Meesters aan het woord Aansprakelijkheid bestuurders Onderwijscontract voor de rechter
Welkom
Aansprakelijkheid 3
Door dit blad maakt u kennis met mensen en zaken op het snijvlak van onderwijs en recht. U treft informatie aan van
Dubbelportret 1 6-8
en over ‘meesters’ uit de juridische wereld én uit de onderwijssector. Het blad is vooral bedoeld voor bestuurders,
Meesterproefje 9
toezichthouders en directies in het onderwijs bij wijze van present(atie) van het Team Onderwijs van TK advocaten
De Noordwijkse Methode 9
notarissen. Het onderwijs – als onderdeel van de publieke sector – vraagt en krijgt steeds meer aandacht van de kant
Dubbelportret 2 10-12
van deskundige adviseurs. Dan worden, bijvoorbeeld door wetgeving en andere op de sector afgestemde zaken, nogal
Column 13
eens specifieke kennis en vaardigheid vereist als het om juridische aangelegenheden gaat.
Illustratie 13 TeekensKarstens wil u met deze uitgave wijzen op het eigen Klant aan het woord 14-15
team ervaren specialisten op het terrein van onderwijs en recht. Het gaat dan niet alleen om het ‘doen’ van een zaak,
Onderwijscontract 16-20
maar u kunt evenzeer denken aan het voorkomen ervan door u tijdig te laten informeren door of te overleggen met
Montessori in Noordwijk 21
de ervaren adviseurs.
Colofon 21
De inhoud van Overmeester is bepaald door het dubbele meesterschap dat aan de orde is bij de onderwerpen recht
TK informatie 22
en onderwijs. U maakt dubbel kennis met twee meesters, u leest over ervaringen met adviseurs, een promovenda schrijft over een onderwijscontract, Kees van Oosten behandelt de aansprakelijkheid van bestuurders en toezichthouders, er zijn faits divers en een heuse column en nog meer. Soms leest u via een link het volledige artikel in de digitale versie op de website van TeekensKarstens. Zo komt u via deze meesterzet toch en als vanzelf uit bij de specialisten die u graag willen adviseren. Overigens staat op die website het gehele blad ook nog een keer: u kunt dit exemplaar na lezing dus met een gerust hart doorgeven aan een andere belangstellende. Veel genoegen met Overmeester ! Rens Heruer
2
overmeester
Kees van Oosten
Aansprakelijkheid van bestuurders en toezichthouders in het onderwijs Het Nederlands rechtspersonenrecht geldt niet alleen voor bedrijven, maar ook voor de publieke sector. Onderwijsinstellingen worden allemaal door verenigingen of stichtingen in stand gehouden. Vragen rondom aansprakelijkheid van bestuurders en toezichthouders zijn in de publieke sector heel actueel. Kijk maar naar Rochdale of Meavita. Hoe zit dat eigenlijk met die aansprakelijkheid in het onderwijs? Wat zijn de aandachtspunten en de r isico’s? Maakt het uit of je professioneel bestuurder of toezichthouder bent
Wat betekenen duty of care en duty of loyalty?
of vrijwilliger? Wat betekent duty of care? En wat houdt de duty of loyalty in? Zijn er ook recente voorbeelden van problemen op onderwijsterrein? En is er verschil in benadering voor verschillende onderwijssectoren? Wat is de rol van de rechter als het om de beoordeling van een zaak gaat? Welke ontwikkeling in regelgeving wordt verwacht? Kees van Oosten van TeekensKarstens, die vanuit rechtspersonenrechtelijk perspectief geregeld onderwijsinstellingen adviseert, geeft een overzicht van zaken en antwoord op deze vragen.
overmeester
3
Als het in een organisatie mis gaat, komt tegen-
turen, strategische trajecten etc. de aandacht voor
woordig ook steeds de vraag op wie daarvoor ver-
onderwijskwaliteit zodanig in het gedrang komt dat
antwoordelijk en aansprakelijk is. In de private
examenlicenties of onderwijsbevoegdheden worden
sector zie je dat vooral na faillissement, maar in de
ingetrokken of zelfs bekostiging wordt stopgezet,
publieke sector gebeurt dat ook vaak going concern.
wordt niet meer voldaan aan de duty of loyalty. Het
Kijk maar naar de grote Amsterdamse woningcor-
spreekt verder voor zich dat het belang van de orga-
poraties. In toenemende mate wordt financiële
nisatie voor het eigen belang gaat.
aansprakelijkheid vastgesteld met als gevolg dat er daadwerkelijk betaald moet worden. Dit betreft tot
Recente voorbeelden
nu toe vooral bestuurders, maar in het faillissement
Er is voorlopig nog geen echt relevante jurispru-
van Meavita bijvoorbeeld hebben we gezien dat ook
dentie over aansprakelijkheid van een onderwijs-
toezichthouders financieel worden aangesproken
bestuurder. Maar inmiddels zijn in de recente his-
als de toezichthoudende taak onvoldoende is inge-
torie al wel een aantal onderwijsinstellingen uit de
vuld. Bestuurdersaansprakelijkheid in de publieke
bocht gevlogen. Denk aan Amaranthis (HBO), Ibn
sector is actueler dan ooit en het is een kwestie van
Ghaldoun (VO) en ROC Leiden (MBO). Alleen bij Ibn
tijd voordat we ook in het onderwijs de eerste zaken
Ghaldoun is het gekomen tot faillissement. Het eer-
gaan zien. Het is de vraag of professionele bestuur-
ste voorbeeld uit de geschiedenis van het onderwijs,
ders (vooral in het MBO, HBO en WO) hierbij het-
waarbij een instelling echt failliet is gegaan. Zullen
zelfde moeten worden behandeld als bijvoorbeeld de
het er meer worden? In juni 2015 voorkwam een
vrijwilligers in schoolbesturen in het PO en het VO.
nipte meerderheid in de Tweede Kamer dat de fi-
In dit artikel besteden we ook daar aandacht aan.
nanciering van ROC Leiden stil werd gezet. Gegeven
Maar eerst wat algemene lijnen.
is ook dat een groot aantal onderwijsinstellingen in moeilijkheden is gekomen door derivaten. Het lijkt
Welke criteria gelden?
een kwestie van tijd alvorens de rechter zich moet
Het kernbegrip dat de wet naar voren brengt bij be-
buigen over aansprakelijkheid van onderwijsbe-
stuurdersaansprakelijkheid is onbehoorlijke taak-
stuurders en –toezichthouders.
vervulling. Volgens vaste jurisprudentie is sprake van onbehoorlijke taakvervulling als de bestuurder
Wat moet een rechter doen?
een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Dat een
Bij de beoordeling of sprake is van onbehoorlijke
bestuurder verwijtbaar heeft gehandeld is dus niet
taakvervulling in het onderwijs speelt de aard van
voldoende. Het verwijt moet ernstig zijn. Wat ‘ern-
de activiteiten een belangrijke rol. Een onderwijs-
stig’ is wordt door de omstandigheden van het geval
instelling moet een publieke taak vervullen: het
bepaald. Het is vooral op dit punt dat de publieke
geven van goed onderwijs. Daarbij is de instelling
sector zich onderscheidt van de private sector. In
in overwegende mate afhankelijk van publieke
de private sector kan men besluiten nemen waar-
middelen. Het lopen van grote financiële risico’s is
in bepaalde risico’s besloten liggen en waarvan je
daarmee niet verenigbaar. Derivatenproblemen, die
achteraf, als het fout is gegaan, kan vaststellen dat
ook in het onderwijs welig hebben getierd, maken
het een fout, dus mogelijk ook verwijtbaar besluit
de bestuurders die betrokken waren bij het afsluiten
was. Maar dat hoeft geen ernstig verwijt te zijn
daarvan dus kwetsbaar, want de financiële risico’s
omdat risico’s nemen hoort bij ondernemen. In de
van derivaten zijn enorm. Overigens hebben de
publieke sector ligt dat geheel anders. Dat laat zich
banken in sommige gevallen hun voorlichtende taak
het beste toelichten aan de hand van de plichten
verzaakt door vooral de nadruk te leggen op de sta-
van de bestuurder. Deze kunnen worden verdeeld
biliserende werking van derivaten ten aanzien van
in twee categorieën. De eerste is duty of care: van de
bijvoorbeeld rentetarieven en zijn de risico’s onder-
bestuurder mag worden verwacht dat hij of zij de
belicht gebleven. Maar je kunt je afvragen waarom
taak zorgvuldig vervult, op een wijze zoals die naar
veel instellingen bij het aanschaffen van die finan-
algemeen inzicht van een bekwaam bestuurder mag
ciële producten niet zelf onafhankelijk advies heb-
worden verwacht. Ook met het oog op wettelijke en
ben ingewonnen. Er lopen genoeg adviseurs rond
statutaire verplichtingen. In het onderwijs is er uit-
die de meest ingewikkelde producten begrijpen en
gebreide sectorale wetgeving en zijn er governance
risico’s in kaart kunnen brengen. Vastgoedtrajecten
codes. Deze spelen bij de invulling van de duty of
zijn evenzeer risicovol voor onderwijsbestuurders
care een belangrijke rol. Wet- en regelgeving, codes,
en toezichthouders. Eenmaal gestart, is er geen weg
richtlijnen en aanwijzingen moeten nauwkeurig
meer terug, ook als de zaak uit de hand loopt.
worden opgevolgd. De tweede categorie is duty of
Maar ook onderwijsinhoudelijke omstandigheden
loyalty. Dit houdt in dat de bestuurder zich moet
kunnen bestuurdersaansprakelijkheid in de hand
richten naar de belangen van de organisatie, die
werken. In het geval van Ibn Ghaldoun waren het
worden bepaald door de statutaire doelomschrijving
juist onderwijsinhoudelijke argumenten die de On-
en de onderwijstaak die de wet voorschrijft. Als door
derwijsinspectie en later ook de Minister noopten
bijvoorbeeld vastgoedprojecten, financiële avon-
tot het uitbrengen van waarschuwingen, het geven
4
overmeester
van aanwijzingen en het nemen van maatregelen.
geldt voor B.V.’s, N.V.’s en commerciële stichtin-
Dat alles leidde niet tot verbetering. Afgaand op
gen, verenigingen en coöperaties, ook gaat gelden
de faillissementsverslagen deed het bestuur wei-
voor niet-commerciële stichtingen en verenigin-
nig om de situatie te verbeteren. Die situatie werd
gen. Daar vallen onderwijsinstellingen ook onder.
zo ernstig, dat de Minister besloot de bekostiging
De maatschappelijke tendens is dus dat ook het
te stoppen. Einde bekostiging betekent voor een
repressieve, achteraf-toezicht strenger wordt en
(niet-particuliere) instelling faillissement en dat is
daarmee worden de risico’s voor onderwijsbestuur-
dan ook wat er gebeurde. Opvallend is, blijkens de
ders groter.
faillissementsverslagen zoals die zijn gepubliceerd, dat de curator geen aanleiding zag om de bestuur-
Kan een vrijwilliger ook aansprakelijkheid zijn?
ders aansprakelijk te houden. Als het bestuur van
Dat geldt in het groot en in het klein. Met ‘in het
Ibn Ghaldoun nalatig is geweest maatregelen te
klein’ doel ik op de kleinere schoolverenigingen
nemen om de door de Inspectie en de Minister
(vaak in het PO en VO) die bestuurd worden door
aangewezen verbeteringen te realiseren, is dat een
vrijwilligers, al dan niet met een directie voor de
belangrijke oorzaak van het faillissement. Onzes
dagelijkse taken (bestuursmodel). Of waar een toe-
inziens is dat een nalatigheid bij het (doen) uitvoe-
zichthoudend orgaan wordt bezet door vrijwilligers,
ren van een publieke taak waarvoor Ibn Ghaldoun
terwijl de dagelijkse bestuurders ook de statutaire
nu juist op aarde was, namelijk het geven van goed
bestuurders zijn (toezichtsmodel). Mengvormen
onderwijs. Die nalatigheid leidde direct tot het stop-
komen ook voor. Hoe dan ook is de vraag: wordt van
zetten van bekostiging en dat weer tot faillissement
vrijwilligers of van ‘omhoog gevallen’ locatiedirec-
met alle schade van dien voor de crediteuren. Als die
teuren hetzelfde verwacht als van professionals?
nalatigheid ernstig verwijtbaar was, dan hadden de
Met andere woorden: zijn zij net zo snel aanspra-
bestuurders aansprakelijk kunnen worden gehou-
kelijk? De wet noch de jurisprudentie maken ver-
den voor het hele faillissementstekort. Wij kunnen
schil. Daarbij is van belang dat ook in een relatief
ons moeilijk voorstellen dat die nalatigheid niet
kleine onderwijsinstelling, de financiële belangen
ernstig verwijtbaar was gelet op de duty of loyalty
nog altijd groot zijn. En ook al kan bijvoorbeeld een
van het bestuur van Ibn Ghaldoun, maar de curator
PO-instelling de bouw van een school overlaten aan
heeft een andere afweging gemaakt en meldt in zijn
de gemeente, het inrichten ervan gebeurt nog altijd
verslagen dat er geen reden is voor bestuurdersaan-
voor eigen rekening en ook daar wordt geregeld uit
sprakelijkheid.
de bocht gevlogen. Als aansprakelijkheid eenmaal vast staat bevat het burgerlijk wetboek nog één
Toezicht
grond voor matiging van de aansprakelijkheid en
Hoe zit het met de toezichthouders? Toezichthou-
dat is de financiële draagkracht van de betreffende
ders moeten toezicht houden op het bestuur. Op-
persoon. Maar ook daar zullen rechters heel terug-
letten hoe het gaat met de invulling van de duty of
houdend mee omgaan.
care en de duty of loyalty. Doorvragen, zorgen dat er inzicht is in de aspecten van de bedrijfsvoering en
Slot
de besluitvorming. Ingrijpen als het mis gaat. Ge-
Concluderend kan worden gesteld dat alle onder-
beurt dat onvoldoende, dan kan de toezichthouder
wijsbestuurders en –toezichthouders, groot of klein,
(mede-)aansprakelijk zijn en dat zien we in het be-
professional of vrijwilliger op dezelfde manier bloot
drijfsleven en in de publieke sector dan ook geregeld
staan aan aansprakelijkheid ingeval een ernstig ver-
gebeuren. Dat de toezichthouder onvoldoende wordt
wijt kan worden gemaakt van onbehoorlijke taak-
voorgelicht, of misschien zelfs is misleid door het
vervulling. Gelet op de omvangrijke sectorspecifieke
bestuur is lang niet altijd een reden om aanspra-
regelgeving kan deze aansprakelijkheid sneller wor-
kelijkheid te ontgaan. Van een toezichthouder mag
den vastgesteld dan in de commerciële sector. Er is
worden verwacht dat hij of zij diep gaat bij het ver-
dus alle reden om hier goed bij stil te staan bij aan-
zamelen van informatie, toetst en door (te) mooie
vang van een bestuurders- of toezichthouderschap
verhalen ‘heen prikt’. Zoals een gerenommeerde
en te zorgen dat de instelling een bestuurders-
publieke figuur als Loek Hermans afgaat door de
aansprakelijkheidsverzekering in stand houdt ten
zijdeur en ook nog eens financieel kan afrekenen,
behoeve van haar bestuurders en toezichthouders.
is nog niet eerder vertoond in de publieke sector, maar zal in de toekomst vaker voorkomen, ook in het onderwijs. Strakkere regelgeving op komst Zie hier hoe ver het kan komen als het echt mis gaat. En dat is nog niet alles. Er is conceptwetgeving voorgelegd aan de juridische gemeenschap, die er op ziet dat de aansprakelijkheidswetgeving die nu overmeester
5
Dubbelportret 1 In het dubbelportret worden twee ‘portretten’ gegeven: een van een professional uit de wereld van het onderwijs en het ander van een professional uit de juridische wereld. Van beide personen zijn er twee opnames in woord en beeld: een en profil ter nadere kennismaking en de ander en face met vragen op de man/vrouw af voor het beeld achter de foto.
En profil
Wat niet iedereen weet, is dat ik uit een groot middenstandsgezin met elf kinderen kom; mijn vader was bakker. Ik behoorde tot de drie jongsten en de bedoeling was dat ik, net als mijn oudere broers
Over Margreet. Uit mijn curriculum vitae blijkt
en zussen, in de zaak zou komen. Na schooltijd, op
dat ‘recht’ en ‘onderwijs’ als een rode draad door
zaterdag en tijdens iedere vakantie hielp ik in de
mijn leven lopen. Na mijn rechtenstudie heb ik in
winkel. In de laatste klas van het gymnasium wist
Leiden vele jaren als (hoofd)docent het Romeinse
ik echter één ding zeker: ik wil studeren. Zo jong als
recht gedoceerd, de bakermat van ons rechts-
ik was, ik heb doorgezet ook al werd dat thuis niet
stelsel. Mijn proefschrift (cum laude) gaat over
goed begrepen. Door veelvuldig in de zaak te hel-
het juridische onderwijs in de Leidse juridische
pen, kon ik mijn studie betalen. Wanneer ik echter
faculteit (1575-1630). Ook in veel van mijn andere
maar één keer voor een tentamen zou zakken, was
(rechtshistorische) p ublicaties staat de vorming
ik volgens mijn vader niet geschikt en zou ik alsnog
van een jurist centraal.
in de zaak moeten komen. Ik ben dus nooit gezakt.
Eind 1996 heb ik de overstap gemaakt van de
Daardoor heb ik al jong geleerd tot het uiterste te
rechtswetenschap naar de rechterlijke macht
gaan. De drive om iets heel goed te doen, ben ik
(sector civiel recht). Een constante zoektocht naar
nooit echt kwijt geraakt. Het heeft mij gevormd tot
‘rechtvaardigheid’ houdt mij namelijk ook in zijn
wie ik geworden ben.
greep. Het is een lastige opgave. Maar het bloed kroop ook hier waar het niet gaan kon. Na de overstap ben ik me namelijk wederom gaan bezighouden
Onderwijs. Ik heb in die zin van het onderwijs
met opleiding, thans van rechters en advocaten.
‘genoten’ dat ik er in mijn werkzaam leven zeer
Ook landelijk heb ik me op dit terrein geprofileerd.
mijn voordeel mee heb gedaan. Ik associeer onder-
Ik ben onder meer zes jaar lid geweest van het
wijs niet onmiddellijk met ‘leuk’, wat tegenwoordig
Curatorium Beroepsopleiding advocatuur. Van 2007
een must schijnt te zijn. Mijn belangrijkste herin-
tot 2011 was ik lector civiel recht bij SSR (het oplei-
neringen hangen namelijk samen met een aantal
dingsinstituut van de rechterlijke macht).
vervelende gebeurtenissen. Kennelijk onthoud je
Sinds 1 april 2011 ben ik, naast mijn werkzaamheden
die beter.
als senior rechter A in de rechtbank Den Haag, ook
Ik ben in zekere zin een laatbloeier. In de zesde klas
als bijzonder hoogleraar Rechtspleging verbonden
vond de hoofdonderwijzer mij te speels en zo be-
aan de juridische faculteit van de Universiteit Lei-
landde ik op de Barbaramulo in Leiden: voor die tijd
den. Daarmee is voor mij als het ware de cirkel rond.
een behoorlijk niveau, want men ging naar de Mulo,
Deze combinatie van taken vind ik heel boeiend en
huishoudschool of LTS. Slechts twee leerlingen uit
zinvol. Ik heb namelijk goed zicht op hoe de recht-
mijn klas van ongeveer 40 kinderen gingen naar de
spraak functioneert en wat daartoe (bijvoorbeeld in
middelbare school: MMS en HBS. Een oplettende
de opleiding) nodig is; in mijn colleges kan ik aan
tante die toevallig mijn rapport zag, maakte mijn
studenten met behulp van eigen praktijkvoorbeel-
vader duidelijk dat ik op de Mulo niet op mijn plek
den het recht toelichten en in mijn publicaties on-
zat. Mijn ouders hebben toen een gesprek gehad
derwerpen bespreekbaar maken die mij bijvoorbeeld
met de rector van de middelbare school. Ik kon
zorgen baren, zoals momenteel de grote nadruk op
kiezen tussen de MMS en het gymnasium en koos
snelheid van de procedure. Het moet gaan om een
voor het laatste, want daar kreeg ik in elk geval geen
goede balans.
handwerken waar ik een broertje dood aan had. Ik
6
overmeester
Meester in de rechten prof. mr. Margreet J.A.M. Ahsmann
was er een gemiddelde leerling. Mijn lerares Grieks
uit jonge musici uit zowel Israël als de omliggen-
werd in allerlei opzichten mijn grote voorbeeld: een
de Arabische landen die onder zijn leiding samen
zelfstandige, interessante en artistieke vrouw; zij
muziek op het hoogste niveau en creëren daardoor
droeg bijvoorbeeld altijd prachtige lange oorbellen.
onderling begrip. Ik zou Barenboim in Gaza of He-
Zij stimuleerde me en begreep mijn achtergrond, in
bron willen ontmoeten. Mijn belangrijkste vraag aan
tegenstelling tot een pater die eigenlijk vond dat ik
hem zou zijn: hoe houdt u het vol om jarenlang te
op de MMS beter op mijn plaats zou zijn. De persoon
blijven strijden voor een rechtvaardige oplossing van
van een leerkracht is, zo heb ik ervaren, heel be-
het Palestijnse vraagstuk terwijl de oplossing steeds
langrijk en kan zelfs bepalend zijn voor de vorming
verder uit het zicht lijkt te geraken?
van een kind. Beslissingen. Wanneer ik als rechter een vonnis Ambitie. Ik wilde aanvankelijk archeologie stu-
schrijf, neem ik zelf een beslissing in die zaak. Ik
deren. Toen ik hoorde dat daarmee moeilijk een
doe dat op basis van feiten waarvan advocaten heb-
baan te vinden was, wilde ik iets anders studeren.
ben besloten dat deze in de processtukken moeten
Kinderrecht leek me wel wat. Zo belandde ik in de
worden opgenomen. Op zitting ga ik in gesprek met
juridische faculteit. Ik ambieerde een student-as-
partijen, luister naar hun argumenten en bespreek
sistentschap om zo mijn eigen studie te kunnen
nieuwe feiten. Als partijen op de comparitie ver-
betalen en niet meer thuis in de zaak te hoeven
volgens tot onderlinge overeenstemming weten te
werken. Dankzij puur toeval kwam ik bij de vak-
komen, hoef ik geen beslissing te nemen. In mijn
groep Romeins recht terecht. Een fascinerende en
werk als rechter heb ik even vaak met beide soorten
intellectuele wereld ging voor mij open. Ik besefte
beslissingen – vonnis van de rechter en schikking
hoeveel ik niet wist, vond heel veel interessant en
door partijen – te maken. Ik geef echter de voorkeur
werd er gewaardeerd. Mijn wetenschappelijke be-
aan een door partijen getroffen schikking. Uit on-
langstelling die toen vorm kreeg, heb ik nooit meer
derzoek blijkt namelijk dat die door partijen uitein-
afgelegd: mijn passie is nog steeds een zoektocht
delijk rechtvaardiger wordt gevonden en beter wordt
naar waarheid en recht. Dat hebben wetenschap en
nageleefd. Belangrijk is dat een rechter behulpzaam
rechtspraak ook met elkaar gemeen.
is bij het treffen van een regeling, bijvoorbeeld door de juiste vragen te stellen, een sterkte/zwakte-analyse te geven en oplossingsrichtingen aan te bieden.
Ontmoeting. Barenboim zou ik graag ontmoeten.
Dit kan partijen helpen uit hun loopgraven te ko-
Barenboim is een fantastisch musicus en een ge-
men en een creatieve oplossing voor het geschil te
dreven man die zijn muzikale talenten inzet om
bedenken. Het mooiste vind ik het dan ook wanneer
zijn steentje bij te dragen aan het beëindigen van de
partijen het heft weer in eigen hand nemen.
onrechtvaardige situatie in het Midden Oosten. Hij is Joods Israëliër en steekt op bewonderenswaardige en niet-risicoloze wijze zijn nek uit om vrede te bevorderen in dat deel van de wereld. Samen met de (inmiddels overleden) beroemde Palestijnse linguïst en auteur Edward Said heeft hij het West-Eastern Divan Orchestra opgericht, misschien wel een van de meest bijzondere orkesten ooit. Dit orkest bestaat overmeester
7
En face Imago. Het beroep van onderwijzer is een onder-
Visie. Historisch bezien is leerplicht niet het logi-
gewaardeerd beroep. Dat geldt niet alleen voor het
sche verlengde van het recht op onderwijs, maar is
basisonderwijs, maar ook voor het universitaire
het veeleer andersom. De leerplichtwet is in 1900
onderwijs. Er wordt nogal eens denigrerend ge-
ingesteld om te voorkomen dat ouders hun kinderen
daan wanneer een universitair docent slechts een
lieten werken. De wet richtte zich tot de ouders: het
‘lesboer’ is en geen onderzoek doet. Ten onrechte
werd hun plicht om kinderen naar school te sturen
heeft in mijn ogen de meester geen ‘sexy beroep’,
en de wet was bedoeld ter bescherming van het
zoals dat tegenwoordig heet. In het huidige tijdsge-
kind. Het recht op onderwijs is van jonger datum
wricht gaat teveel aandacht uit naar geld en winst
(1948) en richt zich rechtstreeks tot het kind: het
maken. Eenieder die een steentje bijdraagt aan de
heeft zelfstandig recht op onderwijs en de over-
ontwikkeling en vorming van een individu zou door
heid dient ervoor te zorgen dat dat kosteloos kan.
de maatschappij juist zeer gewaardeerd moeten
Tegenwoordig ziet men het anders en gaat men
worden, zoals dat vroeger het geval was. De femi-
ervan uit dat iedere verplichting ook een recht op-
nisering in het onderwijs in combinatie met de te
roept en omgekeerd. Dat hangt dan wel af van het
lage opleidingsnormen en salariëring hebben het
perspectief van waaruit wordt gesproken: ouders,
aanzien van het beroep geen goed gedaan. Het is
leerling of onderwijsinstelling.
daarom goed dat de eisen gesteld aan de opleiding worden verzwaard en men meer mannen tracht te interesseren voor een baan in het onderwijs.
Rol. De rol van de professionele jurist in de onderwijswereld kan zeer zinvol zijn, maar moet niet worden overschat. Een jurist adviseert en/of proce-
Meester. Een meester in de rechten en een school-
deert in juridische geschillen. De onderwijswereld
meester zijn beiden ‘meester’, dat wil zeggen zijn
kent een bont palet aan instanties waaraan men
hoog gekwalificeerd voor hun vakgebied. Beiden
geschillen kan voorleggen, die onder meer zijn terug
leggen graag iets uit: de meester de wetten/het
te voeren op de verzuiling die ons onderwijsstelsel
recht; de schoolmeester de lesstof. Voor beiden
nog steeds kenmerkt. In deze onduidelijke situa-
is taal in woord en geschrift een belangrijk in-
tie kan de jurist de rechtzoekende de weg wijzen
strument. Beiden hebben te maken met regels en
bij welke rechterlijke of niet rechterlijke geschil
beiden beschikken in beginsel over onberispelijk
beslechter men moet zijn. Een belangrijker rol voor
(voorbeeld)gedrag. Een belangrijk verschil is ech-
de jurist zou m.i. kunnen zijn dat hij mee helpt na
ter dat de jurist ‘het recht’ toepast, een begrip dat
te denken hoe te voorkomen dat het conflict ver-
aanduidt dat er ook recht is buiten de wet en (heel)
der escaleert; hij zou dus ook aan conflictpreventie
soms contra legem is. In het onderwijs kan overma-
kunnen doen. Een gang naar de rechter is in mijn
tige en strikte aandacht voor naleving van regels
ogen dan ook een ultimum remedium. De jurist kan
en protocollen averechts werken. Een leerkracht
ter voorkoming daarvan een zinvollere rol vervullen
die precies doet wat de regels voorschrijven, kan
door bij conflicten in het onderwijs partijen de eigen
daardoor in het individuele geval juist een funeste
verantwoordelijkheid te laten nemen en hen bij-
beslissing nemen. Het belang van het kind en de
voorbeeld te wijzen op een duurzame oplossing met
gevolgen voor het kind zou voor de leerkracht altijd
behulp van mediation.
voorop moeten staan.
8
overmeester
Meesterproefje
10 Titels, 10 schrijvers en een paar vragen
Terzijde
De Noordwijkse Methode Een recent ontstane onderwijsvisie en -vorm is genoemd naar de ‘geboorteplaats’ ervan. De methode bestaat sinds 2006 en is
a. Erik of het klein insectenboek
ontwikkeld door Frum van Egmond die psychologie en commu-
b. Mores
nicatiewetenschap studeerde. De methode werd voor het eerst
c. Bint
toegepast op De Noordwijkse School.
d. Domweg gelukkig in de Dapperstraat e. De knecht van twee meesters
Het doel van de Noordwijkse Methode is om een kind te
f. Kind / Het wonder
laten schitteren met zijn eigen talenten, zodat hij van
g. Het grote gebeuren
daaruit een positieve bijdrage kan leveren aan de wereld
h. Studententypen
om zich heen. De methode richt zich op het basison-
i. Kleine gedigten voor kinderen
derwijs waarbij de aansluiting met het vervolgonderwijs
j. De gelukkige klas
een belangrijk uitgangspunt is. Drie aspecten liggen aan
1. Onno te Rijdt
maken met de buitenwereld), inzicht (talenten en passies
2. Theo Thijssen
ontdekken en ontwikkelen) en vaardigheden (persoonlijke
3. M. Biesheuvel
en sociale vaardigheden ontwikkelen). Kinderen krijgen
4. F. Bordewijk
de ruimte om hun talenten te ontdekken en te ontwik-
5. H. van Alphen
kelen. Naast de vaste kennisonderdelen rekenen, taal en
6. Belcampo
Engels en persoonlijke en sociale vaardigheden, komen
7. C. Goldoni
kinderen via de Noordwijkse Methode in aanraking met
8. J.C. Bloem
uiteenlopende maatschappelijke onderwerpen: van ruim-
9. Kneppelhout
tevaart tot muziek, van kunstgeschiedenis tot onderne-
10. G. Bomans
merschap. Gedachte is de weg naar leren via het stimule-
de Noordwijkse Methode ten grondslag: kennis (kennis
ren en ontwikkelen van talent. De schoolorganisatie is op Opdracht 1 – Koppel een titel aan de
talent gebaseerd: talenten van de docenten, van de omge-
bijbehorende schrijver.
ving van de school en talenten van ouders en vakexperts.
Opdracht 2 – Waarom hoort Theo Thijs-
Om succes te hebben worden sociale vaardigheden min-
sen niet in dit rijtje auteurs?
stens zo belangrijk geacht als kennis. De structurele aandacht voor persoonlijke en sociale vaardigheden geeft
Opdracht 3 – Goldoni, Bomans en Bloem
kinderen een voorsprong voor de rest van hun leven.
horen om dezelfde reden niet in dit rijtje.
Naast het feit dat dit in de lessen verweven is, wordt tijd
Om welke reden is dat?
ingeruimd om deze vaardigheden te leren: samenwerken, luistervaardigheden, studievaardigheden, conflicten op-
Opdracht 4 – Waarom hoort ‘De knecht
lossen, leren keuzes maken en je mening verwoorden.
van twee meesters’ niet in het rijtje ge-
Binnen de Noordwijkse Methode worden de lessen ont-
noemde werken?
wikkeld door de docenten op basis van kerndoelen en leerlijnen. Vanuit zo’n doel ontwikkelt de docent ver-
Antwoorden naar
[email protected] met ver-
schillende leermogelijkheden voor de kinderen. Het leer-
melding van ‘Overmeester’. Inzenders
proces is dus flexibel. Het leerdoel is het uitgangspunt.
ontvangen bericht terug met de juiste
Het onderwijs is niet vraaggericht of aanbodgericht, het
antwoorden. Dat bericht geeft recht op
is beide. Kinderen maken kennis met nieuwe kennis of
een kosteloos eerste adviesgesprek op
vaardigheden waardoor ze vragen gaan stellen. Vervol-
een locatie naar uw keuze.
gens wordt het aanbod weer aangepast aan deze vragen. overmeester
9
Dubbelportret 2 In het dubbelportret worden twee ‘portretten’ gegeven: een van een professional uit de wereld van het onderwijs en het ander van een professional uit de juridische wereld. Van beide personen zijn er twee opnames in woord en beeld: een en profil ter nadere kennismaking en de ander en face met vragen op de man/vrouw af voor het beeld achter de foto.
En profil
Het zal duidelijk zijn, dat ik een echt onderwijsmens ben, maar wat weinig mensen zullen weten is dat ik ook een meester in het schermen ben, een maître d’escrime. Als student heb ik altijd geschermd, dus
Over Karin. Ik ben vanaf 2010 voorzitter van het
toen ik op een gegeven moment mijn enkelbanden
College van Bestuur van de Stichting Confessioneel
had gescheurd zei mijn maître: ga maar lesgeven,
Onderwijs Leiden. Tot onze stichting behoren 8
je moet toch op een stoel zitten. Toen heb ik al
vestigingen van scholen voor voortgezet onder-
mijn onderwijsbevoegdheden voor het schermen
wijs (Bonaventura en Visser ’t Hooft Lyceum) en
gehaald. Sindsdien ben ik maître d’escrime op floret,
10 scholen voor primair onderwijs. Onze scholen
sabel en degen.
zijn gevestigd in Leiden, maar ook in Leiderdorp, Rijnsburg, Zoeterwoude en Roelofarendsveen. Door mijn werk neem ik deel aan het Leids en regionaal
Onderwijs. Ik heb zeker genoten van het onderwijs.
onderwijsoverleg, mede als voorzitter van het be-
Ik vond dingen leren leuk. Op de basisschool wilde
stuur van het Samenwerkingsverband Passend On-
ik altijd juf worden. Geschiedenisjuf. Het leek me
derwijs VO. Ik ben tevens voorzitter van het bestuur
geweldig om met historie bezig te zijn. De verhalen
van de school voor praktijkonderwijs ‘Het Water-
leken me zo fantastisch en mooi. Op latere leeftijd
land’. Landelijk ben ik actief als voorzitter van de
verdween de ambitie om juf te worden een beetje.
Ledenadviesraad van de VO-Raad en als lid van de
Ik zag in het voortgezet onderwijs verschillende
Raad van Advies van de Hogeschool voor de Kunsten
leraren. Sommigen waren fantastisch, anderen ver-
in Utrecht. Na het VWO volgde ik de eerstegraads
schrikkelijk. Die hoorden echt niet in het onderwijs
lerarenopleiding kunstgeschiedenis en handvaar-
wat mij betreft. Tegen dit laatste type waren we als
digheid. Ik werkte als docent handvaardigheid o.a.
klas dan ook wel ‘burgerlijk ongehoorzaam’. Daar
in Amsterdam en Gouda.
wilde ik zeker niet op lijken.
Intussen volgde ik (inmiddels was ik conrector)
Als type was ik denk ik te omschrijven als kritisch
diverse cursussen die met leidinggevende aspec-
leergierig. Braaf, maar met een sterk rechtvaardig-
ten in het onderwijs te maken hadden. Ik voltooide
heidsgevoel. Wanneer er iets voor mijn gevoel niet
aan de Universiteit van Utrecht de masteropleiding
eerlijk, netjes of correct was, dan zei ik er wat van.
‘strategisch management voor de non-profitsec-
Ik stapte regelmatig naar de directeur of de rector
tor’. In 2000 werd ik rector in Hilversum van de
en regelde het wel even. In die zin was ik wel lastig.
school waar ik al langer werkte (Alberdingk Thijm
Mijn sterkste herinnering is er een uit de tweede
College), waarna ik de uitdaging aannam om een
klas van het VWO. We kregen les over het verhaal
zwakke school (in Amsterdam) te gaan leiden en die
achter teksten. Niet alles wat in kranten staat is
weer gezond te krijgen. Na die ‘interimklus’ werd
waar, werd ons verteld. Het kritisch bezig zijn met
ik rector van het VeenLanden College in Mijdrecht
wat je kunt lezen, interpreteren, bronnen zoeken,
en Vinkeveen. In die hele periode was ik bestuurlijk
was een echte eyeopener voor mij en is heel vor-
actief naast mijn werk, vaak in onderwijssetting en
mend geweest. De lessen gaven me handvatten
ook internationaal. Leiden was voor mij een aan-
om kritisch te zijn bij alles in het leven en dat was
trekkelijke stad en de werkomgeving beloofde veel
ik vanaf dat moment ook. Ik was geen slachtoffer
uitdaging. Inmiddels voel ik mij geheel en al Leidse,
meer, maar een kritische actor. Het gaf me een
zeker na mijn keus om hier te komen wonen en
soort ‘empowering’ over alles wat je leest en over-
‘mijn’ Utrecht achter te laten.
komt.
10
overmeester
Meester in het onderwijs Karin van Oort, MSM
Ambitie. Zoals ik al zei wilde ik als kind geschiede-
mens en welke effecten het heeft gehad, in het bij-
nisjuf worden. En dat heb ik ook wel een beetje be-
zonder op zijn leidinggeven. Heeft het een relative-
reikt. Ik heb uiteindelijk mijn eerstegraads onder-
ring met zijn positie meegebracht? Hadrianus twij-
wijsbevoegdheid voor kunstgeschiedenis gehaald.
felt fundamenteel. Dan vraag ik me af: wat maakt
Ik had alleen natuurlijk nooit bedacht voorzitter van
dat je zo intens twijfelt, terwijl je zo’n belangrijke
het college van bestuur te worden. In die zin ben ik
rol in de maatschappij kunt vervullen? Daar wil ik
niet geworden wat ik als kind wilde worden. Som-
het met hem over hebben. Als ik naar mezelf kijk,
mige elementen die me in het onderwijs erg aan-
heb ik die twijfel, weliswaar in veel mindere mate,
spraken zie ik wel terug in mijn huidige werk. Het
ook. Twijfels houden mij op de been, in die zin dat
handvatten geven aan mensen om zelf verder te ko-
het twijfelen en kritisch naar mezelf kijken, mezelf
men. Het observeren, inspireren, bouwstenen aan-
de vraag stellen: ‘Is dat wat ik doe voor de organisa-
leveren, kritisch vragen stellen, en het stimuleren
tie het goede?’, ervoor zorgt dat ik betere beslissin-
van de potentie voor eigen ontwikkeling. Het zijn
gen neem. De fundamentele twijfel van Hadrianus
elementen die me erg aanspraken in het leraarschap
is echter van een andere orde.
en die ik herken in mijn huidige werkzaamheden. Wat ik echt nog zou willen leren is zingen. Ik hou erg van zingen, doe het af en toe met een koortje
Beslissingen. Het gaat mij er niet zozeer om of het
van school, maar ik zou graag leren zingen zoals het
een beslissing is van mezelf of van een ander, maar
hoort, bij iemand die je dat kan aanleren.
meer om de inhoud van de beslissing. Het type be-
Ik ben van mening dat je het meeste leert door te
slissing dat ik niet begrijp, dat ik niet kan plaatsen,
doen. Ik wil me op die manier dan ook altijd blijven
houdt mij het meeste bezig. Beslissingen van dit
verbeteren en ontwikkelen.
type komen logischerwijs vaker van anderen dan van mezelf. In dat soort gevallen vraag ik me af: waarom is er zo beslist? En dan vraag ik om uitleg.
Ontmoeting. Iemand die ik graag zou willen ont-
Maar ik houd ook mijn eigen beslissingen altijd te-
moeten is Hadrianus, de Romeinse keizer. In een
gen het licht. Ik herkauw ze een aantal keren, totdat
van zijn paleizen in Italië, in de grandeur van het
ik het gevoel heb de juiste beslissing te hebben ge-
Romeinse Rijk zou ik het met hem willen hebben
nomen. Daarbij probeer ik altijd rekening te houden
over zijn beschouwingen, gereconstrueerd door
met het begrip van anderen. Men moet begrijpen
Marguerite Yourcenar in haar Mémoires d’Hadrien.
wat ik heb beslist.
Daarin laat Yourcenar Hadrianus werkelijk overal vragen bij stellen. Wat is mijn positie in het leven? Waarom heb ik die positie? Waarom zou ik daartoe uitverkoren zijn? Ik vind het buitengewoon intrigerend om over zulke thema’s met iemand te praten en zeker met Hadrianus. Je zou denken: een Romeinse keizer, hoe bedoel je twijfels? Hij moet een hele wereld aansturen. En dan stelt hij vragen als: waartoe zijn wij op aard? Wie ben ik? Wat doe ik? Ik ben erg benieuwd hoe hij ertoe gekomen is om zijn bestaan en zijn positie op deze manier te overpeinzen, welke inzichten het hem heeft gebracht als overmeester
11
En face Imago. Mijn beeld van de jurist is eigenlijk twee-
Visie. Je kunt niemand verplichten tot leren. Leren
ledig. Enerzijds heb ik het beeld, en ik besef dat dit
is intrinsiek iets wat mensen doen wanneer ze zich
een imago is dat wordt bepaald door de excessen
daartoe uitgenodigd voelen. Ik heb nog nooit iets in
die de media halen, van de snelle jongens, vaak
iemands hoofd kunnen stampen. De persoon is de
advocaten in strakke pakken die een beetje arrogant
enige die bepaalt of er geleerd wordt. Dat wil niet
lopen te vertellen hoe de wereld in elkaar zit. Aan de
zeggen dat de leerplicht moet worden afgeschaft,
andere kant, en dat beeld is ingegeven door de juris-
want kinderen kunnen zelf nog niet volledig inzien
ten waar ik vaak mee werk, zie ik ze als mensen die
wat de gevolgen zijn wanneer ze niet naar school
zich proberen in te leven in de situatie waar jij mee
gaan. Leerplicht is in die zin een goed instrument
zit en als mensen die kijken hoe ze je daarin het
om kinderen zo lang mogelijk gedurende hun vor-
beste kunnen helpen. De beeldvorming in de media
mend leven in de buurt van het onderwijs te hou-
over de jurist is dus voor een deel bepalend voor het
den. Maar leerplicht houdt niet automatisch leren
imago. Dat is in het onderwijs niet anders. Het be-
in. Uiteindelijk is het de verantwoordelijkheid van
langrijkste is, denk ik: doe maar normaal en blijf bij
de kinderen zelf, de ouders en de school om tot
jezelf. Je positie zegt niets over jezelf.
een dusdanig klimaat te komen dat er ruimte is om daadwerkelijk te leren. Het recht op onderwijs staat niet ter discussie. On-
Meester. Waar bij juristen de nadruk ligt op het
derwijs moet. We gaan toe naar een samenleving
gegeven dat de ellende al is geschied en gekeken
waarin je voortdurend blijft leren. Ontwikkelingen
wordt hoe het kan worden opgelost, is het onderwijs
gaan snel en je zult voortdurend bij moeten blijven
pro-actiever. Het onderwijs is er meer op gericht
om je eigen afwegingen te kunnen blijven maken.
mensen te helpen een stapje verder te komen, om
Het onderwijs heeft de taak ervoor te zorgen dat
ellende te voorkomen. Het gaat daar om het proces
leerlingen hun recht op leren belangrijker vinden
ergens naartoe. Natuurlijk, wanneer in het onder-
dan hun plicht tot leren.
wijs een slechte toets is gemaakt, moet er ook gekeken worden: waar ging het fout en hoe gaan we het ‘remediëren’, maar dat is wel een actief iets wat tot
Rol. De rol die de professionele juristen nu vervul-
iets beters leidt. Een jurist helpt wel mensen, maar
len bij het adviseren en bijstaan van de organisatie
dat wat gedaan is en waarover op een gegeven mo-
in zaken betreffende geschillen met personeel,
ment een uitspraak komt, dat is het.
ouders of derden, moeten zij blijven vervullen. Dit
Het lerend aspect van het onderwijs zie ik maar
is de hoofdmoot. Aan de voorkant is de juridische
een klein beetje terug bij advocaten en meer bij
adviespositie richting het management heel be-
rechters. Van rechterlijke uitspraken kan zeker een
langrijk. Ondersteuning is ook gewenst in geval van
lerend effect uitgaan, maar ik denk dat het onder-
veranderende regelgeving.
wijs een krachtiger instrument is om leerdoelen te bereiken. Daarnaast is er een duidelijk verschil in de maatschappelijke status. Onderwijs heeft lagere status dan de juristerij. Onterecht mijns inziens, maar waar.
12
overmeester
Column Cees Banning
Geef ze een baan
Op 13 november 2015 blies Brahim Abdeslam zich-
Op dit moment is volgens het CBS vijftien procent
zelf op in Parijs. Hij woonde in de Brusselse ge-
van de jongeren tussen 15 en 25 jaar werkloos.
meente Molenbeek. Een geradicaliseerde jihadist
Kapitaalverspilling.
- goede opleiding (elektricien), geen baan. Wat kan
Dit zou de reden moeten zijn voor een baangarantie
dat met een jongere doen … geen baan? In Neder-
van één jaar voor jongeren die hun studie hebben
land is de frustratie onder jongeren groot wanneer
afgerond. Een afgeronde kappersopleiding of een
ze na het afronden van hun opleiding/studie niet
studie rechten: je krijgt wettelijk recht op een baan.
aan de slag kunnen. Dat geldt voor Anton & Marian-
De overheid en werkgevers moeten daartoe worden
ne, en voor Achmed & Malek – hoewel het voor de
verplicht. Op deze manier kunnen jongeren hun pas
laatste twee moeilijker is om een baan te vinden.
verworven kennis in de praktijk brengen en werk-
In Nederland zijn kinderen van vijf tot zestien jaar
ervaring opdoen. Ze staan niet aan de kant, maar
leerplichtig. Jongeren die na hun 16e nog geen
participeren actief in de maatschappij.
startkwalificatie hebben, moeten tot hun 18e on-
Maar het economische motief is niet het belangrijk-
derwijs volgen. Een startkwalificatie is een diploma
ste. School en werk geven zin aan het leven. Als die
havo, vwo of mbo (niveau 2 of hoger). Een leerling
mogelijkheid niet wordt geboden, bestaat de kans
die zijn opleiding heeft afgerond, beschikt over de
dat jongeren zich afkeren van de maatschappij –
kennis en sociale vaardigheden om actief mee te
met geweld als meest extreem signaal.
doen in de samenleving. Cees Banning econoom, journalist en leraar economie
Illustratie Arjenne Fakkel
overmeester
13
Klant aan het woord
Jan Bastiaansen waardeert de continuïteit en kwaliteit van TeekensKarstens Jan Bastiaansen is vijf jaar voorzitter van de raad
in het onderwijs, met name het primair onderwijs.
van toezicht van een grote regionale onderwijsgroep
De eerstelijnszorg en het primair onderwijs zijn
in het speciaal onderwijs. Hij regisseerde de omslag
vergelijkbaar qua ontwikkelstadium. De invloed
van het bestuursmodel naar het huidige raad van
van verzakelijking (via marktwerking of ‘lump sum
toezichtmodel vlak na een periode waarin de orga-
financiering’) en professionalisering heeft bij de
nisatie in korte tijd fors groeide en zich gesteld zag
grote instellingen eerder tot wijzigingen in bestuur-
voor indringende vraagstukken. Bastiaansen is in
lijke structuren geleid.
vergelijkbare functies actief in de eerstelijnszorg en in de dovenhulpverlening. Voor zijn pensionering
Toegenomen verantwoordelijkheid
was hij lid van de raad van bestuur van een regiona-
Bastiaansen ervaart de afgelopen jaren in zijn hui-
le organisatie in de geestelijke gezondheidszorg na
dige functies duidelijk een toename van (regel)druk
langdurige werkervaring in dezelfde sector elders
en verantwoordelijkheid. Er wordt – terecht – meer
in het land. In die voorgaande periode was hij ook
transparantie gevraagd door de buitenwacht. Bij-
‘bevoegd gezag’ van een aan de organisatie verbon-
voorbeeld de lumpsumfinanciering vraagt beleid en
den school voor langdurig zieke kinderen. In het
niet het vroegere, relatief eenvoudige, op-de-win-
speciaal onderwijs is het aanbrengen van evenwicht
kel-passen. De druk is ook toegenomen in het on-
en verbinding tussen de onderwijscomponent en de
derwijs door de opstelling van ouders en leerlingen,
zorgcomponent om verschillende redenen een las-
ook en misschien met name in het speciaal onder-
tige opdracht. Uit deze opdracht en uit de opeenvol-
wijs. Er is sprake van hogere eisen, die niet alleen
gende veranderingen in wet- en regelgeving in on-
negatief uit te leggen zijn, maar waaraan men wel
derwijs en zorg kunnen vraagstukken voortkomen
moet wennen in het onderwijs en overigens ook in
die ertoe leiden dat de raad van toezicht ondersteu-
de zorg. De inspectie kruipt meer op de zaken en de
ning vraagt aan externe deskundigen. Vanuit zijn
druk is evident als het een keer fout gaat. Er is spra-
ervaring als bestuurder en toezichthouder spreekt
ke van het spreekwoordelijke vergrootglas, waarbij
hij o.a. over de rol van de gespecialiseerde adviseurs
in de afgelopen jaren de rol van de sociale media
die hij leerde kennen bij TeekensKarstens.
enorm is toegenomen. Dat is niet alleen zo als het gaat om de snelheid waarmee een incident wereld-
Rode draad
kundig wordt, maar ook als het gaat om de inhoud
Bastiaansen ziet het werk in onderwijs en gezond-
ervan. Er kan framing ontstaan, ook in de andere
heidszorg als de rode draad in zijn leven en beleeft
media, en dat vraagt veel en soms nieuwe vaardig-
nog steeds plezier aan het werk in de sector, nu als
heden in de organisatie. Soms ook leidt het tot een
toezichthouder. ‘Maatschappelijk actief blijven is be-
gevoel van onzekerheid en onveiligheid. Het blijft belangrijk in een periode waarin een ingrijpend incident speelt om de rolverdeling tussen bestuur en
‘Werk als toezichthouder doet er echt toe.’
toezicht in acht te blijven nemen, maar er kan wel sprake zijn van bijstelling van balans. Een toezichthouder zal meer vragen en de bestuurder zal zijn dilemma’s wellicht willen delen en daarover willen
langrijk en het werk als toezichthouder doet er echt toe.
spiegelen. De grenslijn moet echter intact blijven
Het vraagt wezenlijke inspanning en betrokkenheid. Dan
en niet overschreden worden. De raad van toezicht
is je eerdere professionele ervaring een pluspunt.’ De dis-
dient zich te overtuigen van de validiteit van aan-
cussies over de governance zijn volgens Bastiaansen
gereikte informatie met gebruik van de (ook eigen)
wat sneller gegaan in de tweede lijn van de zorg dan
instrumenten die daarvoor zijn. Maar toch kan dat
14
overmeester
ook wel eens mis gaan, ondanks de balans tussen
schakel zijn met de specialisten die hij kent van
vertrouwen en controle. In zo’n situatie dien je je
TeekensKarstens. In het verleden werd die speci-
interventies te intensiveren zonder uit je toezichtrol
alistenrol meer gespeeld door adviseurs van zgn.
te vallen. Per slot zul je immers ook je rol als werk-
besturenbonden. Deze van oudsher verzuilde instel-
gever van het bestuur moeten kunnen spelen, als
lingen hebben veel van hun positie verloren door
dat op enig moment noodzakelijk is.
de instelling van de ‘Raden’ (VO Raad, PO Raad, HBO Raad etc.) en richten zich nu met name op de
Externe adviseurs
adviesactiviteiten. Bastiaansen heeft enige ervaring
Gevraagd naar zijn visie op de positie van externe
met dergelijke bureaus, maar is daar niet onverdeeld
adviseurs voor het onderwijs, acht Jan Bastiaansen
positief over. Hij merkt ook op, dat bij het inwinnen
vanuit zijn functie als toezichthouder zulk advies
van advies door de raad van toezicht uiteraard aan
met name van belang in zijn rol als werkgever van
de orde moet komen of niet vanuit de organisatie al
het bestuur. De onderwijssector waarin hij opereert
andere opdrachten zijn of worden verstrekt, waar-
heeft niet zo veel te doen met onroerend goed of
door spanning kan ontstaan. Bastiaansen waardeert
fusies, ofschoon daar in voorkomend geval wel vaak
de eigen controle die door TeekensKarstens op dit
notariswerk bij komt kijken. ‘Gegeven de kennis en
punt werd en wordt uitgevoerd.
ervaring in een raad van toezicht heb je echt specialistische kennis nodig bij een ‘werkgeverszaak’ en dan moet
Continuïteit en kwaliteit
je zo snel mogelijk ondersteuning krijgen voor het juist
Als het gaat om het vinden van de onderwijsmarkt
en tijdig en volledig nemen van de stappen die nodig zijn.
door adviseurs, denkt Bastiaansen niet aan reclame, niet aan fancy optreden in 3-delig grijs. ‘Continuïteit
‘Mijn ervaring is, dat je dit niet aan iedere willekeurige notaris moet vragen.’
en professionele en servicekwaliteit zijn de beste garantie voor het werven en behouden van klanten in het onderwijs. Kwaliteit in meedenken en in juridische kennis, continuïteit door het regelen van achtervang, bijvoorbeeld in vakantietijd, de wederzijdse kennis in persoon, afstemming van toon, het in alle opzichten managen van de relatie, het zijn allemaal elementen die tot een trouwe
Weloverwogen en niet te snel handelen met een specialist
klantenkring leiden, soms zelfs dóór kantoorwisselingen
aan tafel vanaf een vroeg moment. Daarmee heb ik goede
heen. Verschil kan er natuurlijk zijn tussen PO en VO
ervaringen bij TeekensKarstens. Ook in de discussies over
enerzijds en de andere sectoren anderzijds, maar ‘de vent
governance en het weergeven van de structuur in teksten
of vrouw in de tent’, daar blijft het om gaan.’
als statuten en reglementen, is het meedenken en advi-
Bastiaansen zegt een tevreden klant te zijn. De
seren zeer nuttig. Het gaat daarbij ook om de verbinding
relatie met zijn onderwijsgroep en eerder ook an-
met algemeen levende opvattingen over governance die
derszins heeft uitstekend vorm gekregen. Natuurlijk
door de adviseur worden ingebracht of verwoord. Mijn
merkt ook hij stijlverschil tussen medewerkers en
ervaring is, dat je dit soort werk niet aan iedere wille-
soms ‘klikt’ het wat minder. Maar zijn tevredenheid
keurige notaris moet vragen.’
is duidelijk: de toon van TeekensKarstens maakt de
Andere externe adviseurs zijn te vinden bij de on-
goede muziek. Zijn ervaring met het meedenken, de
derwijsbureaus die op het onderwijs gerichte eer-
tactische inbreng en het begrip voor de dynamiek
stelijnsdiensten verlenen. Bastiaansen heeft daar
van bepaalde processen vormen voor Bastiaansen
als toezichthouder zelf minder een directe relatie
een meerwaarde die hij waardeert in zijn contacten
mee, maar ziet wel, dat deze adviseurs een goede
met TeekensKarstens.
overmeester
15
Stijn Voskamp
Opschortingsbevoegdheid uit Boek 6 BW toegepast in verhouding onderwijsinstelling en leerling Internaat voor de rechter
Een jongen van twaalf jaar volgt een opleiding tot ma-
van de rechtsverhouding rijst de vraag in hoeverre
troos binnenvaart. De school verplicht hem in het derde
het contractenrecht van toepassing is. Kunnen bij
en vierde jaar intern te komen wonen. Wanneer de ou-
‘wanprestatie’ alle contractuele remedies uit Boek
ders en de leerling om hen moverende redenen hieraan
6 van het Burgerlijk Wetboek (BW) uit de kast wor-
geen gehoor geven, wordt de leerling op enig moment
den getrokken? De Rechtbank Noord-Nederland
de toegang tot het onderwijs ontzegd. Welke juridische
maakt in haar vonnis onbekommerd gebruik van de
mogelijkheden heeft een school die een leerling de toe-
bevoegdheid tot opschorting in de zin van artikel
gang tot het onderwijs wil ontzeggen? Kan een school
6:262 BW. Ligt dat voor de hand?
enkel gebruik maken van schorsing of behoort ook contractuele opschorting tot de mogelijkheden?
Casus Een twaalfjarige jongen begint in september 2008
Wat de precieze aard is van de rechtsverhouding
een vier jaar durende VMBO-opleiding tot ‘Matroos
tussen leerling en onderwijsinstelling, is geen uit-
Binnenvaart’ aan de Maritieme Academie Harlingen
gemaakte zaak. De kwalificatie is al lange tijd on-
(MAH). Hij treedt in de voetsporen van zijn zee-
derwerp van discussie, of het nu gaat om een instel-
varende vader, en van zijn broer die aan dezelfde
ling van openbaar onderwijs of bijzonder onderwijs.1
academie zijn diploma heeft behaald. De MAH biedt
In sommige gevallen wordt van een overeenkomst
huisvesting en verplicht leerlingen hiervan gebruik
uitgegaan, een zogenoemde ‘onderwijsovereen-
te maken vanwege de belangrijke rol die intern
komst’, zoals in de te bespreken uitspraak van de
wonen speelt bij de nautische vorming van de leer-
Rechtbank Noord-Nederland van 18 juni 2014.2
lingen en de voorbereiding op een varend bestaan.
Bij de keuze voor de overeenkomst als grondslag
In het eerste en tweede jaar kan een uitzondering
16
overmeester
worden gemaakt voor leerlingen die zeer dichtbij
onderwijs op te schorten wanneer de leerling zijn
wonen. In het derde en vierde leerjaar is interne
internaatsverplichting niet nakomt. De rechtbank
huisvesting echter verplicht.
past de opschortingsbevoegdheid uit artikel 6:262 BW toe, een bij uitstek contractueel middel.
De ouders willen de jongen graag thuis houden mede gezien het feit dat zijn vader vaak van huis is.
De ouders voeren aan dat de publiekrechtelijke
Bovendien heeft ook hun andere zoon gedurende
bevoegdheden tot schorsing en/of verwijdering uit-
zijn maritieme opleiding thuis gewoond en de oplei-
puttend zijn geregeld in de Wet op het Voortgezet
ding met zeer goede resultaten afgerond. De jongen
Onderwijs (WVO) en het Inrichtingsbesluit WVO en
wordt in het eerste en tweede leerjaar dispensatie
daarom aan toepassing van de algemene rechts-
verleend van de internaatsverplichting. Vóór het
middelen uit Boek 6 BW in de weg staan. Bovendien
begin van het derde jaar heeft de MAH hem en zijn
menen de ouders dat er geen beroep kan worden
ouders op de verplichting tot inwoning gewezen,
gedaan op de algemene rechtsmiddelen, omdat er
maar uiteindelijk toch ontheffing verleend.
tussen de ouders en leerling enerzijds en Dunamare anderzijds geen overeenkomst zou bestaan – een
Vóór de start van het vierde leerjaar wordt wederom
stelling die verrast, gelet op de blijkens de uitspraak
door de MAH op de internaatsverplichting gewezen.
primair aan de vordering ten grondslag gelegde
De ouders houden echter voet bij stuk en wijzen de
rechtsgrond, te weten het tekortschieten in de na-
directeur nogmaals op hun wens hun zoon thuis te
koming van een contractuele verplichting.5
laten wonen. Volgens hen is er geen enkele indicatie dat thuis blijven wonen nadelige gevolgen heeft
De rechtbank gaat in die stelling niet mee. Volgens
voor het succesvol afronden van de opleiding. Hun
de rechtbank is er namelijk tussen de jongen en
verzoek wordt ditmaal niet ingewilligd. Ook het col-
Dunamare sprake van een onderwijsovereenkomst
lege van bestuur van Dunamare – de stichting waar
in de zin van artikel 8.1.3 van de Wet Educatie en
MAH onderdeel van uitmaakt – waaraan de ouders
Beroepsonderwijs (WEB). Deze onderwijsover-
hun bezwaar kenbaar hebben gemaakt, ziet geen
eenkomst moet volgens de rechtbank worden be-
reden de beslissing te herzien. De jongen heeft zich
schouwd als een wederkerige overeenkomst in de
aan het begin van het vierde jaar niet ingeschreven
zin van artikel 6:261 lid 1 BW. Dit betekent volgens
voor het internaat met als gevolg dat hem de toe-
de rechtbank dat:
gang tot de lessen wordt ontzegd. ‘(…) aan [A] c.s., in hun hoedanigheid van wetVordering
telijk vertegenwoordigers van [C], en Dunamare
In oktober 2011 vorderen de ouders in kort geding
in beginsel de in boek 6 van het BW genoemde
toelating tot het onderwijs. De voorzieningenrech-
rechten (bijvoorbeeld schadevergoeding) en be-
ter van de Rechtbank Haarlem wijst de vordering af.3
voegdheden (bijvoorbeeld opschorting en ontbin-
Vervolgens starten ouders mede in hoedanigheid
ding) toekomen indien de ene partij ten opzichte
van wettelijk vertegenwoordiger van hun zoon een
van andere partij tekortschiet in de nakoming van
bodemprocedure voor de Rechtbank Noord-Neder-
een uit de onderwijsovereenkomst voortvloeiende
land. Hun zoon heeft in de tussentijd, na het derde
verbintenis. Deze dus ook aan Dunamare toeko-
jaar overgedaan te hebben, een VMBO-opleiding
mende, privaatrechtelijke rechten en bevoegd-
zonder maritieme aantekening aan een ander colle-
heden doorkruisen niet haar publiekrechtelijke
ge in Friesland voltooid.
bevoegdheid, op grond van onderwijsregelgeving, om een leerling te schorsen en/of te verwijderen.6
De ouders vorderen o.a. een verklaring voor recht dat Dunamare aansprakelijk is voor geleden en
De rechtbank verwerpt aldus het betoog van de ou-
nog te lijden materiële en immateriële schade.
ders dat Dunamare in het geheel, buiten toepassing
Aansluitend vorderen zij schadevergoeding, nader
van publiekrechtelijke bevoegdheden (schorsen en/
op te maken bij staat. Aan deze vordering wordt
of verwijderen), niet bevoegd was om de jongen de
ten grondslag gelegd dat Dunamare toerekenbaar
toegang tot de lessen te ontzeggen.7
tekortgeschoten is in de nakoming van haar contractuele verplichtingen (artikel 6:74 BW) althans
De ouders proberen de rechter bovendien ervan te
onrechtmatig heeft gehandeld (artikel 6:162 BW)
overtuigen dat Dunamare van de bevoegdheid tot
jegens de ouders en de jongen door hem niet tot de
opschorting geen gebruik mocht maken, nu er vol-
lessen van het vierde jaar toe te laten.4
gens de ouders geen sprake is van een internaatsverplichting maar van een vrije keuze. In dat licht
Oordeel van de rechtbank
bezien zou de jongen dus ook niet kunnen zijn te-
De rechtbank wijst de vorderingen af. Volgens de
kortgeschoten in zijn verplichting jegens Dunamare
rechtbank is Dunamare niet aansprakelijk nu zij
en kan er dus geen geslaagd beroep op opschorting
bevoegd is haar verplichting tot het geven van
worden gedaan. Voorts stellen de ouders zich op het overmeester
17
standpunt dat zij erop mochten vertrouwen dat er
maakt de internaatsverplichting deel uit van de
nogmaals een uitzondering zou worden gemaakt.
onderwijsovereenkomst. Hiervoor is niet vereist dat de verplichting is opgenomen in het Programma
Ten aanzien van beide standpunten trekken de ou-
van Toetsing en Afsluiting. Dit acht de rechtbank
ders aan het kortste eind. Volgens de rechtbank is
vanzelfsprekend: het is immers geen vak waar je
er wel degelijk sprake van een internaatsverplichting,
eindexamen in kan doen. De internaatsverplichting
die voortvloeit uit de onderwijsovereenkomst. Het
is volgens de rechtbank een verplichting uit hoofde
feit dat de jongen eerder is ontheven van de ver-
van de onderwijsovereenkomst die voor Dunama-
plichting illustreert dit: een ontheffing van een niet
re net zo belangrijk is als de gebruikelijke uit de
bestaande verplichting is lastig voorstelbaar. Ook in
overeenkomst voortvloeiende verplichtingen en
de schoolgids van de MAH stond aangegeven dat het
rechten, zoals het verzorgen en het ontvangen van
een verplichting vanaf het derde jaar betreft. Hier
onderwijs.10
doet niet aan af dat op de website van Dunamare een en ander vrijblijvender stond omschreven. De
Kortom, de rechtbank concludeert dat Dunamare
directeur heeft hen in de aanloop naar het vierde
niet aansprakelijk is omdat zij bevoegd was om haar
jaar nogmaals op de verplichting gewezen. Boven-
verplichting tot het geven van lessen en verschaffen
dien leidden de eerdere ontheffingen er niet toe dat
van toegang tot de school op te schorten, toen de
Dunamare moest toestaan dat de jongen ook in zijn
jongen zich niet meldde op het internaat om daar
laatste jaar thuis mocht blijven wonen. Telkens is er
zijn vierde jaar te wonen.11
per leerjaar beoordeeld of ontheffing plaats zou vinden. Het beleid ten aanzien van ontheffingen is dan
Opschortingsbevoegdheid artikel 6:262 BW voor
misschien niet vooraf kenbaar gemaakt, toch moch-
de hand liggend?
ten de ouders en hun zoon er niet op vertrouwen
De uitspraak roept verschillende vragen op die
dat ook voor zijn laatste jaar een uitzondering zou
samenhangen met de aangenomen contractuele
worden gemaakt. Er is gesteld noch gebleken dat van
grondslag en het gebruik van het leerstuk opschor-
een onvoorwaardelijke toezegging sprake was.8
ting. De rechtbank past onbekommerd de contractuele remedie opschorting uit artikel 6:262 BW toe.
De ouders doen – zij het niet met zoveel woorden –
Dat de verhouding in onderhavige zaak beheerst
een beroep op het tweede lid van artikel 6:262 BW.
wordt door een contract spreekt echter niet vanzelf.
Volgens hen is hun zoon slechts in zeer beperkte
De ouders betwisten het bestaan van een contractu-
mate zijn verplichting jegens Dunamare niet na-
ele verhouding. Hoe verhoudt zich deze betwisting
gekomen, waardoor het ontzeggen van toegang tot
tot de grondslag van de vordering, door de recht-
de lessen niet gerechtvaardigd is in de zin van het
bank samengevat als ‘toerekenbaar tekortschieten
tweede lid. De rechtbank bespreekt artikel 6:262 lid
in de nakoming van de contractuele verplichtingen
1 en 2 BW:
van de school’? Gelet op de betwisting ligt het in de rede dat de rechter onderzoekt of er sprake is
‘Op grond van artikel 6:262 lid 1 BW mag een
van een contract en zo ja, tussen wie.12 Nu de MAH
partij zijn verplichtingen jegens zijn wederpartij
in de feiten van het vonnis wordt omschreven als
opschorten indien die wederpartij zijn verplich-
‘een bijzondere school voor voortgezet onderwijs’
tingen jegens die partij niet nakomt. Ingeval van
ligt het bestaan van een overeenkomst (naar bur-
gedeeltelijke of niet behoorlijke nakoming, is op-
gerlijk recht) voor de hand.13 In dat geval is titel 6.5
schorting slechts toegestaan voor zover de tekort-
BW van toepassing14 en, nu het voortgezet onderwijs
koming haar rechtvaardigt, aldus artikel 6:262 lid
betreft, de WVO15. De rechter gaat echter niet uit van
2 BW. Voor zover in de stelling van [A] een beroep
de WVO maar van de WEB en beantwoordt de vraag
op artikel 6:262 lid 2 BW besloten ligt, faalt dit
naar de contractuele verhouding op basis van deze
beroep. Duidelijk is immers dat [C] in zijn geheel
wet. Artikel 8.1.3 (in samenhang met 8.1.1) WEB
niet heeft voldaan aan zijn internaatsverplichting.
spreekt inderdaad van een onderwijsovereenkomst.
Dit betekent dat artikel 6:262 lid 2 BW niet van
Maar de vraag rijst waarom de WEB op het voor-
toepassing is. Ook overigens, los van het voorgaande,
liggende geval van toepassing is. Valt de Harlingse
oordeelt de rechtbank dat Dunamare in de gege-
opleiding niet onder de reikwijdte van de WVO, nu
ven omstandigheden in redelijkheid kon besluiten
er sprake is van een VMBO-opleiding? De rechtbank
[C] de toegang tot de lessen te ontzeggen, in re-
laat zich hier niet over uit en gaat gewoonweg van
actie op de niet-nakoming van de internaatsver-
toepasselijkheid van de WEB uit.16 Misschien ligt
plichting.’ [ Cursivering SV ]
de reden van het toepassen in het feit dat de MAH
9
ook MBO-opleidingen verzorgt en is de rechtbank De rechtbank is van oordeel dat lid 2 van artikel
met dit in gedachte er vanuit gegaan dat de MAH
6:262 BW niet aan de orde is. Het tweede lid ziet
als vakinstelling in de zin van artikel 1.3.2a WEB
immers enkel op het geval dat er gedeeltelijk of niet
moet worden aangemerkt.17 Aangezien de MAH ook
behoorlijk is nagekomen. Volgens de rechtbank
MBO-opleidingen verzorgt, zou het wellicht kunnen
18
overmeester
dat wat betreft toepasselijke wetgeving de rech-
In beide gevallen is het gevolg dat de leerling de
ter de VMBO-opleiding tot ‘Matroos Binnenvaart’
toegang tot de lessen wordt ontzegd. Wanneer een
daaraan gelijk heeft gesteld. Feit blijft evenwel dat
schorsingsprocedure dan wel verwijderingsproce-
de VMBO-opleiding die de jongen volgde in begin-
dure bestaat in de onderwijsregelgeving dan wel in
sel onder de WVO valt. Vreemd blijft bovendien dat
de overeenkomst, maar er gebruik wordt gemaakt
onder de feiten in het vonnis wordt gesproken van
van een andere bevoegdheid zoals opschorting, is
de MAH als ‘een bijzondere school voor voortgezet
de vraag of deze bevoegdheden naast elkaar kunnen
onderwijs’.
bestaan niet zo een-twee-drie te beantwoorden. Echter, een argument om in parallelle toepassing
Hoe verhoudt opschorting zich tot de toepasselijke
geen probleem te zien, is wellicht te vinden in een
regelgeving? Derogeert het systeem van de WVO
toets aan de eisen van redelijkheid en billijkheid
of de WEB aan toepassing van de opschortingsbe-
waaraan de opschortingsbevoegdheid onderhevig
voegdheid? Als de WVO van toepassing zou zijn,
is.25Het zou goed kunnen dat de onderwijsregelge-
ligt het gebruik van opschorting wellicht minder
ving in deze redelijkheid en billijkheidstoets wordt
voor de hand. De ouders stellen dat Dunamare is
meegenomen.26
gehouden aan de strikte schorsings- en verwijderingsbevoegdheden uit de WVO en het Inrichtings-
Het is opvallend dat de rechtbank voor de specifieke
besluit WVO18. Zij menen dat deze als lex specialis
opschortingsbevoegdheid uit artikel 6:262 BW kiest
gelden ten opzichte van de in Boek 6 BW opgeno-
en niet voor de algemene opschortingsbevoegd-
men rechtsmiddelen. Nu de rechter de WEB van
heid die te vinden is in artikel 6:52 BW. De reden
toepassing acht, komt echter de vraag of de WVO
hiervoor moet gelegen zijn in de overweging van
en het Inrichtingsbesluit WVO voor moeten gaan
de rechtbank dat er sprake is van een wederkerige
op de rechtsmiddelen uit Boek 6 BW niet verder aan
overeenkomst in de zin van artikel 6:261 lid 1 BW. De
de orde. In het licht van de WEB oordeelt de rechter
gebruikelijke verplichtingen die uit de overeenkomst
dat de aan Dunamare toekomende rechten en be-
voortvloeien omschrijft de rechter als ‘het verzorgen
voegdheden uit Boek 6 BW haar publiekrechtelijke
van onderwijs door de MAH en het ontvangen van
bevoegdheid, op grond van onderwijsregelgeving,
onderwijs door de leerling’. Artikel 6:262 BW eist dat
om een leerling te schorsen en/of te verwijderen
de niet nagekomen verbintenis en de verplichting
niet doorkruisen.20 Waarom dat niet het geval is,
die wordt opgeschort tegenover elkaar staan. Staat
legt zij niet uit. Als de WEB van toepassing is, dan
het niet nakomen van de internaatsverplichting
ligt het gebruik van opschorting wellicht eerder in
tegenover de verplichting onderwijs te verzorgen?
de rede. De WEB zelf geeft namelijk geen concrete
De rechter toetst niet uitdrukkelijk of dat het geval
regels ten aanzien van schorsing en/of verwijde-
is. De gebruikelijke verplichtingen zouden de hoofd-
ring.21 De procedure of regels hieromtrent worden in
verplichtingen genoemd kunnen worden, die staan
de onderwijsovereenkomst, in eventuele algemene
tegenover elkaar. De internaatsverplichting zou dan
voorwaarden of in het deelnemersstatuut gere-
als een bijkomende verplichting naast het volgen
geld.22 Hoe deze regels luiden in het onderhavige
van het onderwijs aangemerkt kunnen worden. Zo
geval is niet bekend en wordt door de rechtbank niet
bezien is niet aan het vereiste van ‘tegenover elkaar
belicht. Zij geeft kortweg aan dat de bevoegdheden
staan’ voldaan. De rechtbank overweegt echter dat
uit Boek 6 BW zonder problemen van toepassing
de internaatsverplichting voor Dunamare minstens
kunnen zijn, nu deze de publiekrechtelijke bevoegd-
zo belangrijk is als de gebruikelijke verplichtingen,
heden niet doorkruisen. Afgevraagd kan worden in
klaarblijkelijk merkt de rechtbank deze niet als
hoeverre de bevoegdheid tot opschorting en schor-
een bijkomende verplichting aan. Wanneer het wel
sing van elkaar verschillen. De redenen die aan het
een bijkomende verplichting zou zijn, had wellicht
inroepen van beide bevoegdheden ten grondslag
teruggevallen kunnen worden op het algemene ar-
liggen, lopen waarschijnlijk uiteen. Schorsing wordt
tikel 6:52 BW. Dit vereist in minder strakke termen
in de literatuur aangemerkt als een ordemaatre-
‘voldoende samenhang’ in plaats van het ‘daarte-
gel. Tot schorsing gaat de school mogelijk over
genover staan’. Dat er voldoende samenhang bestaat
bij wangedrag.24 Gevoelsmatig is het in dit geval
tussen de verplichtingen – het verzorgen van onder-
dan inderdaad ook meer voor de hand liggend om
wijs en het intern wonen – is zonneklaar.27De MAH
van opschorting in plaats van schorsing gebruik
heeft duidelijk gemaakt dat de internaatsverplich-
te maken. De jongen vertoont immers niet zozeer
ting een belangrijke rol speelt in de opleiding tot
wangedrag, hij is bovendien aanwezig in de les,
matroos en het behalen van het diploma. Doel is om
maakt zijn huiswerk e.d., maar hij wil niet intern
leerlingen de sociale houding eigen te maken op het
komen wonen. De vraag blijft evenwel wat onder
schip en hen te laten wennen aan hoe het is om ver
wangedrag is te verstaan. Het is niet uit te sluiten
van huis te zijn. De interne huisvesting is eveneens
dat de weigering intern te wonen wel als wangedrag
van belang voor het voldoen aan de van overheids-
wordt aangemerkt. Ten aanzien van het resultaat
wege opgelegde vaardageneis.
19
23
lopen de bevoegdheden echter niet zozeer uiteen. overmeester
19
Hoe pijnlijk het voor de jongen ook is dat niet-na-
houden van de jongen en niet in beëindiging van de
koming van de internaatsverplichting ertoe heeft
relatie. De ouders hebben hier niet aan toegegeven, in
geleid dat de opleiding niet met succes kon worden
dit geval gold daardoor ‘van uitstel komt afstel’.
afgerond, het ligt in de rede dat het aan de school is te bepalen welke elementen van de opleiding essen-
De bijdrage is geschreven door mr. Stijn Voskamp
tieel worden geacht. Bovendien moet niet uit het oog
(deze bijdrage is reeds in november 2014 afgerond;
verloren worden dat de ratio van opschorting gelegen
tegen de besproken uitspraak is hoger beroep inge-
is in de tijdelijke aard van het middel. Het wordt ook
steld). Zij is als PhD-fellow verbonden aan het In-
wel kort omschreven als: ‘uitstel maar geen afstel’.28
stituut voor Privaatrecht van de Universiteit Leiden.
Opschorting dient in eerste instantie als prikkel tot
Haar onderzoek richt zich op de rechtsverhouding
nakoming, en wanneer de wederpartij hier niet ge-
tussen leerling, ouders en school. Zij beoogt te on-
voelig voor is ter overbrugging van een definitieve be-
derzoeken of, en in hoeverre, het instrumentarium
ëindiging van de verhouding. Aldus was de bedoeling
van het contractenrecht kan worden gehanteerd in
van de school allereerst gelegen in het binnen boord
onderwijsverhoudingen.
Noten 1. Zie voor een beknopte weergave bijv. C.W. Noorlander & B.M. Paijmans, ‘Educational malpractice’ als relatief nieuw fenomeen binnen het Nederlandse aansprakelijkheidsrecht, NTBR 2011/32, afl. 6, p. 234. Uitgebreid onderzoek is gedaan door Noorlander, zie C.W. Noorlander, Recht doen aan leerlingen en ouders (diss. Amsterdam), Nijmegen: Wolf Legal Publishers 2005. Zie voorts voor verwijzingen par. 2 van een van mijn eerdere artikelen: S. Voskamp, ‘Onderwijsovereenkomst: tripartiet of niet. Een verkenning van de betrokken partijen bij een onderwijsovereenkomst in het primair en voortgezet onderwijs’, verschenen in C. Breedveld-De Voogd e.a. (red.), Meerpartijenovereenkomsten, deel 29 BWKJ, Deventer: Kluwer 2015. 2. Rb. Noord-Nederland 18 juni 2014, ECLI:RBNNE:2014:3076. 3. Rb. Haarlem 17 oktober 2011, ECLI:NL:RBHAA:2011:BU6957. Volgens de voorzieningenrechter kan de beslissing om de jongen de toegang tot de lessen te ontzeggen de toets der kritiek doorstaan, zie r.o. 4.17. 4. Rb. Noord-Nederland 18 juni 2014, ECLI:RBNNE:2014:3076, r.o. 3.2. 5. Rb. Noord-Nederland 18 juni 2014, ECLI:RBNNE:2014:3076, r.o. 4.1 (en 3.2). 6. Rb. Noord-Nederland 18 juni 2014, ECLI:RBNNE:2014:3076, r.o. 4.2. 7. Rb. Noord-Nederland 18 juni 2014, ECLI:RBNNE:2014:3076, r.o. 4.2 slot. 8. Rb. Noord-Nederland 18 juni 2014, ECLI:RBNNE:2014:3076, zie tevens voor de hiervoor weergegeven beweegredenen r.o. 4.4 en 4.5. 9. Rb. Noord-Nederland 18 juni 2014, ECLI:RBNNE:2014:3076, r.o. 4.7. 10. Rb. Noord-Nederland 18 juni 2014, ECLI:RBNNE:2014:3076, r.o. 4.7 tweede deel. 11. Rb. Noord-Nederland 18 juni 2014, ECLI:RBNNE:2014:3076, r.o. 4.7 slot. 12. Zie S. Voskamp, ‘Onderwijsovereenkomst: tripartiet of niet. Een verkenning van de betrokken partijen bij een onderwijsovereenkomst in het primair en voortgezet onderwijs’, verschenen in C. Breedveld-De Voogd e.a. (red.), Meerpartijenovereenkomsten, deel 29 BWKJ, Deventer: Kluwer 2015. 13. Zie Kamerstukken II 1988/89, 20616, nr. 6, p. 53 (MvA, betreffende een wijziging van de WVO) t.a.v. vraag omtrent de rechtsverhouding die bestaat in het bijzonder onderwijs: ‘naar het oordeel van de ondergetekenden [is] een overeenkomst (naar burgerlijk recht) tot stand gekomen.’ Huisman en Zoontjens geven eveneens
20
aan dat over het algemeen m.b.t. de verhouding in het bekostigd bijzonder onderwijs wordt gesproken van een privaatrechtelijke onderwijsovereenkomst, zie P.W.A. Huisman en P.J.J. Zoontjens, Selectie bij toegang tot het onderwijs, Deventer: Kluwer 2009, p. 39. 14. De kwalificatie tot onderwijsovereenkomst is volgens Huisman en Zoontjens o.a. van belang omdat het overeenkomstenrecht uit titel 6.5 BW daardoor van toepassing is, zie Huisman en Zoontjens 2009, p. 39. 15. De vraag is evenwel in hoeverre de bepalingen (zoals bekostigingsvoorwaarden) van de WVO, behalve op de relatie bekostigde bijzondere school en overheid, ook zien op, of doorwerken in de relatie leerling en school. Vgl. C.W. Noorlander, Recht doen aan leerlingen en ouders, Nijmegen: Wolf Legal Publishers 2005, p. 271 e.v.; Huisman en Zoontjens 2009, p. 47, nt. 101. 16. Vgl. Rb. Overijssel 20 november 2014, ECLI:NL:RBOVE:2014:6134. Stichting voert in deze uitspraak verweer: niet de WEB maar de WVO is van toepassing. De rechter toetst vervolgens aan de WVO, zonder toe te lichten waarom. Het lijkt erop dat ook andere rechters wijken voor een beargumenteerde keuze tussen WEB en WVO. 17. In artikel 1.1.1 sub b WEB wordt aangegeven dat een instelling in de zin van de WEB (1) een ROC, (2) een vakinstelling of (3) een agrarisch opleidingencentrum is. 18. Zie artikel 13 en 14 Inrichtingsbesluit WVO en artikel 27 WVO. 19. Rb. Noord-Nederland 18 juni 2014, ECLI:RBNNE:2014:3076, r.o. 4.1. 20. Zie Rb. Noord-Nederland 18 juni 2014, ECLI:RBNNE:2014:3076, r.o. 4.2. Het is nog maar de vraag of hier überhaupt gesproken kan worden van publiekrechtelijke bevoegdheden. 21. Zie alleen artikel 8.1.3 lid 5 WEB over verwijdering. 22. Huisman en Zoontjens 2009, p. 208. 23. Huisman en Noorlander in Huisman en Zoontjens, 2009, p. 126. Ordemaatregelen dienen de veiligheid en de orde op school, zie p. 134. Twee voorbeelden waar schorsing passend werd geacht, hetgeen sterk afhankelijk is van de (overige) omstandigheden van het geval: Rb. (vzr.) Zeeland-West-Brabant 20 december 2013, ECLI:NL:RBZWB:2013:9954, r.o. 3.14, 3.15. Leerling heeft drie keer een ‘Ddos-aanval’ op het netwerk van de school uitgevoerd. Rb. (vzr.) Zwolle-Lelystad 20 januari 2006, ECLI:NL:RBZLY:2006:AV4857, r.o.
overmeester
4.8. Leerling heeft zich misdragen, hij vertoonde op een excursie afkeurenswaardig gedrag door meerdere malen, ook na een alcoholverbod, overmatig alcohol te gebruiken, waardoor hij een goede en veilige excursie in gevaar kan brengen. 24. In de huidige schoolgids van de MAH staat dat ‘een leerling ten hoogste een week de toegang tot school en huisvesting kan worden ontzegd wanneer hij zich schuldig maakt aan wangedrag’, zie p. 36 Schoolgids 2014-2015 MAH. Denkbaar is dat in eerdere jaren een dergelijke bevoegdheid ook stond opgenomen in de schoolgids. Mogelijk is hiermee invulling gegeven aan de schorsingsbevoegdheid. Echter, mogelijk mede aan de opschortingsbevoegdheid, de gids spreekt van ‘toegang ontzeggen’. Wat onder wangedrag kan worden verstaan, wordt niet omschreven. Wel wordt in de schoolgids weergegeven wat de MAH onder ernstig wangedrag verstaat, zie p. 36: ‘(…) Onder ernstig wangedrag waarop bovenstaande maatregelen van toepassing zijn, wordt mede verstaan geweld, discriminatie, diefstal en het bezit, gebruik of verspreiden van (soft) drugs, drank of wapens (messen, laserpennen, e.d.)’. Een andere vraag die rijst is of de schoolgids onderdeel uit zou hebben gemaakt van de overeenkomst. www.dunamare.nl/ scholen/maritiemeacademieharlingen/ Actueel/Downloads/Document/Documents/ MAH%20schoolgids%202014-2015-DEF. pdf (laatst geraadpleegd op 24 november 2014). 25. Uit de redelijkheid en billijkheid kan bijvoorbeeld voortvloeien dat pas opgeschort kan worden wanneer aan de wederpartij de redenen hiervan zijn medegedeeld. Zoals ook bij schorsing dient te geschieden. 26. Zie voor de redelijkheid en billijkheid artikel 3:12 BW, dat luidt: Bij de vaststelling van wat redelijkheid en billijkheid eisen, moet r ekening worden gehouden met algemeen erkende rechtsbeginselen, met de in Nederland levende rechtsovertuigingen en met de maatschappelijke en persoonlijke belangen, die bij het gegeven geval zijn betrokken. Zie ook 6:248 en 6:2 BW. 27. Artikel 6:52 BW spreekt van voldoende samenhang tussen vordering en verbintenis. 28. G.T. de Jong, H.B. Krans & M.H. Wissink, Verbintenissenrecht algemeen, Deventer: Kluwer 2014, p. 132. Zie HR 19 februari 1988, NJ 1989/343 m.nt. C.J.H. Brunner (Droog/Bekaert). Vgl. HR 17 januari 2014, ECLI:NL:HR:2014:95 (Kenter/Slierings), r.o. 3.5 onderaan strekking opschortingsrecht.
Terzijde
Colofon
Montessori in Noordwijk
Een minder recente, maar nog altijd veel gebruikte
Magazine voor relaties van het Team
opvoedingsvisie en -methode die genoemd is naar de arts en
Onderwijs van TK advocaten notarissen
pedagoge Maria Montessori. Maria Montessori werd op 31 augustus 1870 geboren in het
© 2016. TeekensKarstens en/of de indivi-
Italiaanse Chiaravalle. In 1907 opende zij haar ‘casa dei
duele auteur
bambini’, een huis in de Romeinse sloppenwijk San Lorenzo, waar zij een groep ‘deficiënte’ Romeinse kinderen
Concept – De Uiver, Leiden (Rens Heruer)
observeerde en liet leren volgens haar ideeën. In feite was
Redactie – Rens Heruer, Bas van der Poel
het ‘casa dei bambini’ de eerste montessorischool. Zeven
Bijdragen – Margreet Ahsmann, Cees
jaar later, in 1914, werd haar methode voor het eerst ook
Banning, Jan Bastiaansen, Rens Heruer,
in Nederland toegepast. Op dit moment wordt de montes-
Karin van Oort, Kees van Oosten, Bas van
sorimethode op zo’n 240 peuterspeelzalen, kinderdagver-
der Poel, Stijn Voskamp
blijven, basisscholen en voortgezet onderwijsscholen in
Fotografie – Marc de Haan (cover,
Nederland gebruikt.
p.1,8,1222), Hollandse Hoogte (p.3,16) Illustratie – Arjenne Fakkel (p.13)
De kern van het montessorionderwijs wordt meestal sa-
Ontwerp – Sam Gobin Grafisch Ontwerp,
mengevat in de uitspraak: ‘Help mij het zelf te doen’. Uit-
i.s.m. Roelant Meijer
gangspunt is dat een kind een natuurlijke, noodzakelijke
Druk – Offsetdrukkerij Nautilus
drang tot zelfontplooiing heeft. Het is op het ene moment
Oplage – 1.500
ontvankelijker voor bepaalde lesstof dan op het andere. In deze zogenaamde gevoelige periode moet het kind de
Cover: Universiteit Leiden, Rechtenfaculteit,
ruimte krijgen om helemaal in de lesstof te duiken. De le-
Kamerlingh Onnes G ebouw, Leiden
raar moet vooral signaleren wanneer de gevoelige periode ontstaat en materialen aanreiken om in de behoeften van
Dit blad wordt in gedrukte vorm verspreid
de kinderen te voorzien. Als dat betekent dat een kind
onder relaties van het Team Onderwijs van
met bijvoorbeeld rekenen maanden of zelfs jaren achter-
TeekensKarstens. Het blad is als digitale en
loopt op anderen, dan moet dat kunnen. Kinderen met
uitgebreide versie te lezen op de website
drie jaar leeftijdsverschil kunnen best bij elkaar in een
van TeekensKarstens tk.nl/overmeester
klas geplaatst worden. Oudere kinderen kunnen jongere kinderen helpen. Die zorg voor elkaar is belangrijk in het montessorionderwijs. Het is niet alleen sociaal, kinderen krijgen er ook zelfvertrouwen van. Kinderen werken individueel of in kleine groepjes aan materiaal dat zij zelf aan het begin van de dag gekozen hebben. Dat materiaal is oorspronkelijk door Maria Montessori ontworpen om kinderen via tast-, gezichts-, gehoor- en reukzin allerlei ervaringen op te laten doen. Maria Montessori overleed op 6 mei 1952. Omdat zij begraven wilde worden op de plek waar zij zou overlijden, ligt ze in Noordwijk begraven.
overmeester
21
Wat bieden wij In het Team Onderwijs van TeekensKarstens zijn o.a. de volgende rechtsgebieden vertegenwoordigd: arbeids- en medezeggenschapsrecht, onderwijsrecht, rechtspersonenrecht, governance, structurering en begeleiding bij insolventie, aanbestedings- en me-
advocaten notarissen
dedingingsrecht, vastgoedrecht (waaronder huur- en bestuursrecht), onderwijsfinanciering en notarieel onderwijsrecht. De medewerkers hebben specifieke kennis van en ervaring met onderwijszaken. Indien
Locatie Leiden
gewenst worden externe deskundigen betrokken uit
Vondellaan 51
de universitaire wereld of specialisten op het terrein
2332 AA Leiden
van mediation, strafrecht, fiscaal recht.
T 071 535 80 00 E
[email protected]
Het Team Onderwijs streeft samenwerking na met de cliënt, waarbij het uitgangspunt om problemen
Locatie Alphen aan
te voorkomen zal leiden tot langdurig partnership.
den Rijn
Ontzorging van de cliënt is leidraad, waarbij kosten-
Prins Bernhardlaan 4
bewustheid en kwaliteitseisen hand in hand gaan.
2405 VZ Alphen aan
Het team kent de onderwijswereld en b egrijpt, dat
den Rijn
speciale afspraken over kosten en inzet aan de orde
T 017 241 98 44
kunnen zijn.
E
[email protected]
Het Team Onderwijs van Teekens Karstens bestaat
Locatie Amsterdam
uit de advocaten Debby Boulassel (arbeids- en
De Cuserstraat 93
medezeggenschapsrecht), Floris van Galen (vast-
1081 CN Amsterdam
goedrecht en zorgfinanciering), Lizette Jaques (aan-
T 020 894 91 88
bestedings- en mededingingsrecht), Ginny Kessels
E
[email protected]
(arbeids- en medezeggenschapsrecht), Edward van Lent (vastgoedrecht), Dick Timmermans (onderwijs en governance), Emiel van der Veen (governance en regulatory), Kees van Oosten (rechtspersonenrecht, governance, structurering en begeleiding bij insolventie) en notaris Rik Kamps (governance en structurering). Het team wordt ondersteund door de praktijkassistenten Angelique Vogelsang en Jessica van der Kraats (advocatuur) en Fabienne Wessels (notariaat).
22
overmeester
www.tk.nl