Overheidspensioenen in perspectief
Wat brengt de toekomst?
DE PENSIOENHERVORMING Hoe heeft de pensioenhervorming de toekenning, de berekening en het beheer van de pensioenen ingewikkelder gemaakt?
3
Enkele belangrijke pensioenbegrippen vooraf Het verschil tussen: pensioenrecht, pensioenberekening en pensioenbetalingsrecht
4
Het verschil tussen pensioenrecht, pensioenberekening en pensioenbetalingsrecht
Er is een groot verschil tussen wat aanneembaar is voor het PENSIOENRECHT en wat aanneembaar is voor de BEREKENING van uw pensioen. Het PENSIOENRECHT bepaalt of iemand al dan niet op pensioen kan gaan. Het pensioenrecht is afhankelijk van de leeftijdsvoorwaarde en van de vereiste minimum loopbaanduur in het gewenste pensioneringsjaar. Vooraleer over te gaan tot een pensioenberekening onderzoekt de PDOS of de voorwaarden van het pensioenrecht zijn vervuld.
5
Het verschil tussen pensioenrecht, pensioenberekening en pensioenbetalingsrecht
De PENSIOENBEREKENING bepaalt het pensioenbedrag. De pensioenberekening is gebaseerd op drie elementen: de refertewedde
de loopbaanduur
de loopbaanbreuk
De loopbaanbreuk heet in sommige publicaties ook tantième. Enkel indien aan de voorwaarden van het pensioenrecht is voldaan, zal de PDOS een pensioenberekening maken. Ook al is de loopbaanduur zowel voor het pensioenrecht als voor de pensioenberekening bepalend voor de pensioenbeslissing, toch zal de wijze waarop de loopbaanduur in aanmerking wordt genomen tussen beide begrippen zeer sterk van elkaar verschillen.
6
Het verschil tussen pensioenrecht, pensioenberekening en pensioenbetalingsrecht
Na de pensioenberekening onderzoekt de PDOS of het pensioen kan worden uitbetaald. Het PENSIOENBETALINGSRECHT bepaalt alle betalingsmodaliteiten. Deze modaliteiten hebben betrekking op: Cumulatie tussen pensioenen, Cumulatie met een beroepsinkomen of vervangingsinkomen, Schuldvorderingen, beslagleggingen, Levensbewijzen …
7
Het verschil tussen inruststelling en oppensioenstelling
Merk op: De datum van inruststelling wordt bepaald in het ontslagbesluit dat een werkgever opstelt hetgeen de statuaire banden met de ambtenaar verbreekt. De leeftijdsgrens van 65 jaar is een statutaire aangelegenheid en geen bepaling uit de pensioenreglementering. De datum van oppensioenstelling is afhankelijk van de pensioenaanvraag en stemt niet noodzakelijk overeen met de datum van inruststelling. De datum van aanvraag en het pensioenrecht zijn hierin bepalend. Een inruststelling zonder oppensioenstelling is perfect mogelijk.
DE PENSIOENHERVORMING
De nieuwe leeftijds- en loopbaanvoorwaarden voor de vervroegde oppensioenstelling vanaf 2013
9
Pensioenrecht vóór de hervorming van 2011
Algemene regel: Leeftijdsgrens 65 jaar Vervroegd pensioen op aanvraag vanaf 60 jaar mits 5 jaar pensioenaanspraakverlenende dienstjaren (zonder bonificaties)
10
Pensioenrecht na de hervorming van 2011
Overzicht: Getrapte verhoging van leeftijds- en loopbaanduurvoorwaarden Onderscheid tussen algemene regel en bijzonderheden Bijzonderheden = invoer van een verhogingscoëfficiënt indien preferentieel tantième (= berekeningselement!) Berekening in periodes van dienstprestaties zonder onderscheid tussen voltijdse en deeltijdse prestaties Aanrekening van de tijdsbonificatie voor diploma als dienstprestatie Allerlei uitzonderingen en overgangsregels Gemengde loopbaan: stelseloverschrijdende berekening inzake de leeftijds- en loopbaanduurvoorwaarden
11
De nieuwe leeftijds- en loopbaanvoorwaarden voor de vervroegde oppensioenstelling vanaf 2013 Voor diegenen die 60 jaar worden na 31/12/2012 en een administratieve functie hebben met loopbaanbreuk 1/60: Art 46 wet 15 mei 1984 zoals gewijzigd door wetten van 28/12/2011 en 13/12/2012 BASISTABEL LOOPBAAN UITSLUITEND AAN 1/60 (noteer: er zijn ook tabellen voor prestaties uitsluitend aan 1/55 of 1/50) Normale regel JAAR
Uitzondering lange loopbanen
Minimumleeftijd
Loopbaan
Loopbaan op 60 jaar
2013
60,5 jaar
38 jaar
40 jaar
2014
61 jaar
39 jaar
40 jaar
2015
61,5 jaar
40 jaar
41 jaar
2016 enz
62 jaar
40 jaar
42 jaar
Loopbaan op 61 jaar
41 jaar
Degenen die er niet aan voldoen zullen tot 65 moeten blijven.
12 Hervormingsvoorstellen •
pensioenrecht
13
De nieuwe leeftijds- en loopbaanvoorwaarden voor de vervroegde oppensioenstelling vanaf 2013
PRINCIPE 1 jaar aan 1/60 telt voor 1,00 1 jaar aan 1/55 telt voor 1,09 (60/55) 1 jaar aan 1/50 telt voor 1,20 (60/50) Toepassing: zie omzettingstabellen
14 Hervormingsvoorstellen •
Jaar aanvang pensioen
pensioenrecht
Tantième 1/55
Tantième 1/50 en andere gunstigere tantièmes
Minimumaantal vereiste dienstjaren
Minimumaantal vereiste dienstjaren
38 jaar
39 jaar
40 jaar
41 jaar
42 jaar
38 jaar
39 jaar
40 jaar
41 jaar
42 jaar
2013
1,0910
-
1,0908
-
-
1,1999
-
1,2001-
-
-
2014
1,0910
1,0909
1,0908
-
-
1,1999
1,2000
1,2001
-
-
2015
-
1,0909
1,0908
1,0910
-
-
1,2000
1,2001
1,1999
-
2016
-
-
1,0908
1,0910
1,0909
-
-
1,2001
1,1999
1,2000
2017
-
-
1,0644
1,0649
1,0654
-
-
1,1706
1,1714
1,1722
2018
-
-
1,0390
1,0401
1,0500
-
-
1,1429
1,1443
1,1454
2019
-
-
1,0390
1,0401
1,0500
-
-
1,1164
1,1181
1,1200
2020
-
-
1,0390
1,0401
1,0500
-
-
1,0908
1,0933
1,0957
2021
-
-
1,0390
1,0401
1,0500
-
-
1,0667
1,0697
1,0722
1,0390
1,0401
1,0500
1,0436
1,0467
1,0500
2022 >
15
De nieuwe leeftijds- en loopbaanvoorwaarden voor de vervroegde oppensioenstelling vanaf 2013
Pensioenaanspraakverlenende loopbaanjaren?
16
De nieuwe leeftijds- en loopbaanvoorwaarden voor de vervroegde oppensioenstelling vanaf 2013 Welke diensten worden in aanmerking genomen om het recht op vervroegd pensioen vast te stellen?
A. Overheidssector (1) aantal dienstjaren die tellen voor het recht op vervroegd pensioen: Betreft FODs, gewesten, gemeenschappen, provincies, lokale overheden, Instellingen Openbaar Nut, NMBS, Belgacom, Post, BIAC, Belgocontrol, Geïntegreerde Politie, Gerechtelijke Diensten, Leger. De effectieve diensten (prestaties) gepresteerd in de overheidssector, met inbegrip van de diensten die de vaste benoeming voorafgaan. De militaire dienstplicht (en gelijkgestelde) telt mee aan 1/60. De studiejaren die voor de diplomabonificatie kunnen tellen (nodig bij aanwerving of bevordering) tellen ook voor het recht (aan 1/60). Als er onvoldoende jaren dienst zouden zijn in de overheidssector, mogen de prestaties in de andere sectoren (privé – zelfstandige) ook meetellen.
17
De nieuwe leeftijds- en loopbaanvoorwaarden voor de vervroegde oppensioenstelling vanaf 2013
Welke diensten worden in aanmerking genomen om het recht op vervroegd pensioen vast te stellen?
A. Overheidssector (2) aantal dienstjaren die tellen voor het recht op vervroegd pensioen: Perioden van afwezigheid Bezoldigde periodes van afwezigheid gelijkgesteld met dienstactiviteit Perioden van disponibiliteit gedurende dewelke er een wachtgeld werd betaald. Niet bezoldigde periodes van afwezigheid, gelijkgesteld met dienstactiviteit (vb. verlof om dwingende redenen van familiaal belang) Perioden van gedeeltelijke loopbaanonderbreking of verminderde prestaties Perioden van volledige loopbaanonderbreking die hetzij gratis aanneembaar zijn, hetzij door validering Perioden van afwezigheid binnen het kader van de halftijdse vervroegde uitdiensttreding en de vrijwillige vierdagenweek Perioden van verlof of disponibiliteit voorafgaand aan de pensionering (met behoud van bezoldiging of wachtgeld)
18
De nieuwe leeftijds- en loopbaanvoorwaarden voor de vervroegde oppensioenstelling vanaf 2013
Welke diensten worden NIET in aanmerking genomen om het recht op vervroegd pensioen vast te stellen?
A. Overheidssector (3) Perioden van volledige loopbaanonderbreking tellen principieel NIET mee voor de berekening van het recht op vervroegd pensioen
UITZONDERING! Voor de periodes van volledige loopbaanonderbreking genomen vóór 01/01/2011 tellen de loopbaanonderbrekingen mee die VALIDEERBAAR waren. (= al dan niet gevalideerd of gratis opgenomen in pensioen) Vanaf 01/01/2011 zullen enkel nog de gratis, gevalideerde of thematische periodes van volledige loopbaanonderbreking meetellen. (Na 01/01/2011 kon er immers nog gevalideerd worden in 2012)
19
De nieuwe leeftijds- en loopbaanvoorwaarden voor de vervroegde oppensioenstelling vanaf 2013
A. Overheidssector (4) onvolledige kalenderjaren bij de overheid Als er 4 maanden gewerkt is in dat jaar: aan 1/60 steeds afronden op 12 maanden aan 1/50 of 1/55, als door verhoging met de coëfficiënt het resultaat boven 12 maanden uitkomt, wordt dit behouden Als er minder dan 4 maanden gewerkt is in dat jaar: aan 1/60, de exacte duur zal meetellen aan 1/50, 1/55, de verhoogde duur wordt meegerekend NOOIT AFRONDING NAAR 12 MAANDEN Als overheids- en privédiensten samenkomen in één jaar: voor de privé 104 dagen, voor de overheid 4 maanden steeds afronden op 12 maanden!
20
De nieuwe leeftijds- en loopbaanvoorwaarden voor de vervroegde oppensioenstelling vanaf 2013
B. Werknemerspensioenen – RVP diensten die meetellen voor het recht op vervroegd pensioen Voorwaarde: de tewerkstelling gedurende elk kalenderjaar moet gewoonlijk en hoofdzakelijk zijn EN er moeten minstens 104 dagen tewerkstelling zijn. De voornaamste perioden van gelijkstelling: Werkloosheid & beroepsopleiding De precaire contracten (bijvoorbeeld TWW) bij openbare instellingen, provincies en gemeenten Arbeidsongeschiktheid & moederschapsbescherming Loopbaanonderbreking en tijdskrediet Perioden van arbeidsbeperking wegens herverdeling arbeid Perioden van deeltijds werken met behoud van rechten, …. ….
21
De nieuwe leeftijds- en loopbaanvoorwaarden voor de vervroegde oppensioenstelling vanaf 2013
C. Pensioenregeling voor zelfstandigen en vrije beroepen De jaren dat men een activiteit uitoefende of pensioenrechten zijn gevormd als zelfstandige of helper (vanaf 1957 moet men bijdragen bewijzen aan een pensioenkas). Sommige periodes van loopbaanonderbreking om een kind op te voeden jonger dan 6 jaar. Gelijkgestelde periodes: Periodes gedekt door de betaling van vrijwillige bijdragen (voortgezette verzekering) Militaire dienst, ziekte, invaliditeit Periodes van voorlopige hechtenis Periodes van effectieve hulp als echtgeno(o)t(e) van een zelfstandige Vrijwillige onderbreking om hulpverlening voor ernstige ziekte kind /partner Noteer: 1 kwartaal zelfstandige = 78 VTE dagen bij de RVP
22
De nieuwe leeftijds- en loopbaanvoorwaarden voor de vervroegde oppensioenstelling vanaf 2013
D. Buitenlandse pensioenrechten die mee kunnen tellen voor een vervroegd pensioen in België Betreft de tewerkstelling in een land dat zich verbonden heeft om de verordeningen toe te passen en waarvoor pensioenrechten kunnen geopend worden (praktijk zie verzekeringsvakken op formulier E205, omgezet in voltijdse dagen in de werknemersregeling). België is onderworpen aan de Europese verordeningen. Landen die een verdrag sloten: Algerije, Australië, Canada, Chili, Filipijnen, Israël, Japan, Joegoslavië (van toepassing op onderdanen van Bosnië Herzegovina, Servië, Montenegro, Macedonië), Kongo (enkel zeelieden van de koopvaardij), Kroatië, Marokko, San Marino, Tunesië, Turkije en de Verenigde Staten voor de werknemers. Canada, Chili, de Filipijnen, Turkije en de Verenigde Staten zijn ook van toepassing op de zelfstandigen.
DE PENSIOENBEREKENING
24
Pensioenberekening vóór de pensioenhervorming van 2011
Basisformule: Wet 21/07/1844 – art 8
RP = RW x D x T RP: RW: D: T(antième):
niet-geïndexeerd jaarbedrag referentiewedde aantal aanneembare diensten en periodes loopbaanbreuk: normaal 1/60
+ eventueel pensioencomplement wegens leeftijd + eventueel minimumsupplement - eventueel beperkingen: relatief maximum en absoluut maximum
25
Pensioenberekening na de pensioenhervorming van 2011
Overzicht: Uitbreiding van de refertewedde berekend op basis van de gemiddelde wedde van de laatste 10 jaar Grondige wijziging inzake de aanneembaarheid van loopbaanonderbreking Een aantal loopbaanbreuken werden met ingang van het jaar 2012 gewijzigd en teruggebracht tot 1/48 Vervanging van het leeftijdscomplement door een pensioenbonus Allerlei uitzonderingen en overgangsregels
26
Wijzigingen in de pensioenberekening: de refertewedde
RP = RW x D x T ALGEMENE REGEL Wet 21/07/1844, art 8 §2 – Wet 09/07/69 art 11, gewijzigd bij Wet 25/04/07, gewijzigd bij de Wet van 28/11/2011 art 104 –106
Vanaf 1 januari 2012 worden de pensioenen in de overheidssector berekend op basis van de gemiddelde wedde van de laatste 10 jaar (eventueel aangevuld met weddensupplementen). Overgangsmaatregel Personen die op 1 januari 2012 de leeftijd van 50 jaar hebben bereikt (= geboren vóór 1962), behouden de oude regeling: de gemiddelde wedde van de laatste 5 jaar
27
Wijzigingen in de pensioenberekening: de aanneembare diensten (algemeen)
RP = RW x D x T Vorige regeringen hebben in het verleden al beperkende maatregelen genomen: Koninklijk besluit nr. 206 van 29 augustus 1983 tot regeling van de berekening van het pensioen van de openbare sector voor diensten met onvolledige opdracht Koninklijk besluit nr. 442 van 14 augustus 1986 betreffende de weerslag van sommige administratieve toestanden op de pensioenen van de personeelsleden van de overheidsdiensten
28
Wijzigingen in de pensioenberekening: de aanneembare diensten (loopbaanonderbreking) Maximum 20%-25% werkelijke prestaties 442 artikel 3) Maximum 20%-25%van van de de werkelijke prestaties (KB(KB 442 artikel 3) OUDE REGELING
Thematische LO inclusief Palliatieve - Ouderschap - Zware zieke
OFWEL GRATIS 12 maanden voltijdse of deeltijdse LO (1/2, 1/3, 1/4, 1/5 ) + GRATIS 24 maanden met kind ten laste, jonger dan 6 jaar 01 / 01 / 2012
MAX 60 maanden waarvan Gratis: eerste 12 maand LO 24 maand als kind – 6 jaar. Overige door validering (= 7,5% storten)
NIEUWE HOOFDREGELING (KB 442 art 2 § 2): Aanneembaarheid LO over de ganse loopbaan
(MAAR te verminderen met wat is opgebruikt in de oude regeling – KB 442 art 2§2, 4de lid))
OFWEL GRATIS 60 maanden indien uitsluitend 1/5 LO geen mogelijkheden van validering GRATIS aanneembaarheid thematische LO over ganse loopbaan (geen toepassing van 60 maanden !)
Maximum 60 maanden tijdens de loopbaan (KB 442 artikel 2/7) BIJKOMENDE REGELING (KB 442 art 2 § 3) LO vanaf de leeftijd van 50 jaar 1/2 LO : max 84 maanden 1/3 LO : max 96 maanden 1/4 LO : max 108 maanden
12 maanden GRATIS + mogelijkheid tot validering (7,5% storten) + GRATIS 24 maanden vrijstelling voor kind – 6 jaar
1/5 LO : max 180 maanden
gratis
Voltijdse loopbaanonderbreking niet aanneembaar ! Bijzondere rekenregels bij gemengde situaties !!! (proportioneel)
29
Wijzigingen in de pensioenberekening: het tantième
RP = RW x D x T = Het gedeelte van de basiswedde dat toegekend wordt per jaar aanneembare dienst. Wet 21/07/1844, art 8 §1 en § 3.
Een aantal andere loopbaanbreuken werden met ingang van het jaar 2012 gewijzigd en teruggebracht tot 1/48* (alle loopbaanbreuken die een noemer hebben lager dan 48)
* De oude loopbaanbreuken blijven wel behouden voor personen die op 01/01/2012 de leeftijd van 55 jaar hebben bereikt!
30
Wijzigingen in de pensioenberekening: de pensioenbonus vanaf 1 januari 2014
bedrag per gewerkte dag
bedrag aan 138,01
x index
tijdens de eerste 12 maanden van de referteperiode
1,1191
1,8000
J+1
vanaf de 13ste tot de 24ste maand
1,2683
2,0399
J+2
vanaf de 25
maand
1,4176
2,2801
J+3
vanaf de 37
maand
1,5668
2,5200
J+4
vanaf de 49
maand
1,7160
2,7600
J+5
vanaf de 60
1,8652
3,0000
J
ste
ste
ste
ste
tot de 36 tot de 48 tot de 60 maand
ste
ste
ste
Kenmerken: a) Vanaf 1 jaar na de vroegst mogelijke pensioneringsdatum b) Forfaitaire bedragen ipv % c) 1 kalendermaand = 22 werkdagen d) Progressiviteit e) Geen specifieke overgangsregels f) Apart voordeel => tot 9/10, geen perequatie
31
Persoonlijke analyse van de pensioenhervorming
1. Sleutelen i.p.v. nieuw stelsel 2. Complexiteit i.p.v. vereenvoudiging 3. Overdreven respect voor sommige sectoren 4. Kostenbesparend? 5. Impact op de pensioenstelsels van de eerste pijler:
Harmonisering Afhankelijkheden Synergieën