s m o k n e e o t eig n a n i h De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
e D o ek o t n i
De toekomst in eigen hand
Hoofdbedrijfschap Ambachten (HBA) Ierlandlaan 21 Postbus 895 2700 AW Zoetermeer Telefoon 079 316 1111
[email protected] www.hba.nl www.ambachtseconomie.nl Zoetermeer, 2010
De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Elrie Bakker-Derks Voorzitter van het Hoofdbedrijfschap Ambachten
Voorwoord Ambachten zijn onmisbaar, ook in onze moderne samen leving. Maar dat zij in voldoende mate beschikbaar blijven, wordt te vaak als een vanzelfsprekendheid gezien. Ambachten lijken wat dat betreft op zuurstof: pas als er gebrek aan is, realiseren wij ons het belang ervan. Dan krijgen we het knap benauwd. In ambachtelijke termen: onthand. Want in vrijwel elke levenssfeer doen wij een beroep op het vakkundige handwerk van de ambachten: de voeding, de huisvesting, de uiterlijke verzorging, het vervoer, de gezondheid en de communicatie. Ons dagelijks leven zou volstrekt ontregeld zijn als wij niet zouden kunnen beschikken over het vakman schap van de loodgieter, de kapper, de automonteur, de opticien of de pc-technicus. Ambachten zijn een vitaal onderdeel van onze moderne economie. Zij vormen een essentiële bouwsteen van onze kenniseconomie. Geschoolde, vakkundige handen moeten immers de concepten van denkers en ontwerpers realiseren. Ambachten staan ook vaak aan de wieg van vernieuwingen. Niet voor niets zien onze oosterburen ambachten als de kraamkamer van industriële innovatie. En ons eigen Innovatieplatform noemt de creatieve industrie als één van de nationale sleutelgebieden. Een terrein waarin juist nieuwe ambachten in de design-, communicatie- en amusements wereld de boventoon voeren! Pas de laatste jaren is er sprake van erkenning en herwaar dering van de economische betekenis van de ambachten. Het Hoofdbedrijfschap Ambachten heeft hierin een belang rijke rol gespeeld; onder meer door het Platform Ambachts economie te lanceren. Daarin hebben tal van belangrijke Nederlanders zitting genomen die als ambassadeur van de ambachten willen optreden. Hoe verschillend hun achter grond ook is, zij dragen allen het ambacht een warm hart toe en zijn overtuigd van het belang ervan, ook voor de toekomst.
En de cijfers wijzen uit dat de ambachten geen misplaatste bescheidenheid past. De ambachtseconomie biedt jongeren, maar ook ouderen, een grote diversiteit aan loopbanen waarin zij met passie en veel eigen verantwoordelijkheid hun talenten kunnen ontplooien. Zelfs in de afgelopen jaren van economische neergang; laat staan daarna! Om ervoor te zorgen dat ook in de toekomst voldoende ambachtelijke producten en diensten beschikbaar zijn, zullen wij hard moeten werken aan het imago van de ambachten. De aantrekkingskracht ervan moet worden vergroot. Naast de zorg voor behoud en modernisering van vakmanschap, zullen wij ook meer aandacht moeten geven aan versterking van het ondernemerschap. Steeds meer vakmensen vestigen zich immers als zelfstandig ondernemer. De combinatie van de kunde van de vakman met de sport van het ondernemen staat garant voor een vitale ambachtseconomie. Tegen deze achtergrond is het mij een groot genoegen u dit boek te presenteren. Daarin staat de ambachtseconomie in al zijn facetten centraal. Met bijdragen van wetenschappers, bestuurders, vakmensen, afgewisseld met portretten van jonge mensen die hun draai hebben gevonden in het ambacht. Dat deze publicatie het licht ziet, is vooral te danken aan Piet Kalle die de afgelopen veertien jaren gepassioneerd voorzitter van het HBA is geweest. Hij stónd voor het ambacht en hij gíng voor het ambacht. Dit boek is dan ook tevens een hommage aan zijn onvermoeibare inzet voor de ambachten. Ik wil al degenen die aan dit boek hun bijdrage hebben geleverd, hartelijk danken. En wens u allen die hierin een blik werpen, veel lees- en kijkgenot met deze unieke uitgave over de Nederlandse ambachtseconomie!
Dit is een uitgave van het Hoofdbedfrijfschap Ambachten ter gelegenheid van het afscheid van voorzitter Piet Kalle.
Inhoud Ten geleide a voice
Hans Nelson 9
10
A – Ambachtseconomie V – Vakmanschap
Alexander Rinnooy Kan – Peter Heijman 11
Hans Kamps – Gijs Borms 23
O – Ondernemerschap en innovatie I – Imago
Ruud Koornstra – Arthur de Rouw 35
Ben Tiggelaar – Jan Taminiau 47
C – Collectieve actie en belangenbehartiging E – Effectieve afstemming Jong in het ambacht
Jaap Jongejan – Hans Simons 59
Piet Kalle – Margret Hoekenga 71
83
het decor van de ambachtseconomie
104
Over de sociaal-economische, culturele en innovatieve betekenis van de ambachtseconomie
Ambachtseconomie is cruciaal Peter van Hoesel Gezellig, hè? Henk Oosterling
105
109
Ambacht en design versmelten Nicole Uniquole
112
Nieuwe ambachten goed voor bijna 20 miljard omzet Dany Jacobs Creatieve proces blijft in nieuwe ambachten de essentie Jan de Haas Bijlage
121
Een samenvatting van de toekomstvisie van het HBA
De ambachtseconomie máákt het!
122
115 118
Het Hoofdbedrijfschap Ambachten (HBA)
Hans Nelson
staat voor een toekomstgerichte kijk
Algemeen secretaris / directeur van het Hoofdbedrijfschap Ambachten
op de ambachten, met een nadruk op het groeiende belang van de ambachts economie. In het HBA zijn 36 ambachtelijke branches verenigd: – Banketbakkersbedrijf – Bestratingsbedrijf – Consumptie-ijsbereidingsbedrijf – Dakdekkersbedrijf
(bitumineus, hellende daken en riet)
– Fietsherstellersbedrijf – Fijnkeramisch bedrijf – Glasbewerkingsbedrijf – Glazeniersbedrijf – Glazenwassersbedrijf – Grimeursbedrijf – Goud- en zilversmidsbedrijf – Kappersbedrijf – Kledingreparatiebedrijf – Lederwarenambacht – Maatoverhemdenbedrijf – Maatschoenmakersbedrijf – Modisterijbedrijf – Muziekinstrumentmakersbedrijf – Naaimachinebedrijf – Natuursteenbedrijf – Optiekbedrijf – Orthopedisch schoentechnisch bedrijf – Parketvloerenleggersbedrijf – Pianotechnisch bedrijf – Schoenherstellersbedrijf – Schoonheidsverzorgingsbedrijf – Schoorsteenvegersbedrijf – Slagersbedrijf – Tandtechnisch laboratoriumbedrijf – Textielreinigingsbedrijf – Toneelkappersbedrijf – Uurwerkmakersbedrijf – Voegbedrijf – Voetverzorgingsbedrijf – Zadelmakersbedrijf – Zonweringsbedrijf
Ten Geleide Deze publicatie was enige jaren geleden niet mogelijk geweest. De ambachtseconomie bestond natuurlijk wel, maar de omvang ervan was in Nederland, letterlijk, niet bekend. Laat staan dat de waarde daarvan, voor het dagelijks leven en voor de economie als geheel, werd herkend en erkend. In Nederland werden de ambachten door de meeste mensen vooral geassocieerd met weliswaar sympathieke beroepen, maar die toch hun langste tijd wel gehad hadden. Terwijl honderdvijftig kilometer oostelijk van Den Haag, de ambachten zonder veel plichtplegingen als de ruggengraat van de economie worden gepresenteerd en gewaardeerd. Op zo’n korte afstand, zo’n groot verschil. Maar er zijn gelukkig steeds meer tekenen dat wij in Nederland onze zienswijze op de ambachten en op de ambachtseconomie in snel tempo aan het herzien zijn. Terecht. Want in deze uitgave kunt u lezen dat de ambachts economie in Nederland veel groter is dan menigeen denkt. En bovendien dat de ambachten een belangrijk sociaal en cultureel kapitaal in onze samenleving zijn, dat met recht gezien kan worden als een bindmiddel in de lokale samen leving. Waarin de ambachtelijke vakmensen hun passie voor hun vak kwijt kunnen. En niet in de laatste plaats dat er steeds weer nieuwe ambachten ontstaan, bijvoorbeeld in de ICT en communicatiewereld, waarvan de beoefenaars zichzelf presenteren als de nieuwe ambachtslieden. En daar hebben zij gelijk in. Want ambacht en innovatie, ambacht en design, en ambacht en kenniseconomie hebben alles met elkaar te maken. Een aantal belangwekkende achtergrondbijdragen hierover vindt u in het tweede deel van deze publicatie. Zij vormen mede de inspiratiebron van de thema’s van het programma van het Hoofdbedrijfschap Ambachten die in het eerste deel gepresenteerd worden. Dat programma heet A VOICE. Niet alleen om de ambachtseconomie een stem te
geven die zij verdient, maar ook, als afkorting, om de centrale beleidsthema’s van het HBA toe te lichten: Ambachtsecono mie, Vakmanschap, Ondernemerschap, Imago, Collectieve belangenbehartiging en Effectieve onderlinge afstemming tussen de verschillende ambachten. Over elk van deze onder werpen kunt u zowel de visie van een deskundige lezen als de kijk van iemand die met beide voeten in de klei van de praktijk staat. De jeugd heeft de toekomst. Voor de ambachten een cruciaal punt. De beroepsbevolking, zeker in de ambachten, ontgroent en vergrijst. Dat klemt te meer omdat in de ambachten de overdracht van het vakmanschap een essentiële factor is. Daarom is het heel belangrijk kennis te nemen van wat de jeugd boeit in de ambachten. Als intermezzo tussen de verschillende onderdelen van deze publicatie vindt u portretten van jonge mensen in het ambacht. Vol passie, authentiek, maar ook realistisch. De beelden en hun woorden spreken voor zich. In de bijlage vindt u een samenvatting van het programma van het Hoofdbedrijfschap Ambachten voor de komende vijf jaar, ingedeeld volgens het eerder genoemde A VOICE schema. Ons gaat het om de ambachtseconomie, niet om de wijze waarop de ambachten zich hebben georganiseerd. Maar uiteraard zijn wij onze eigen 36 ambachten het meest verplicht. Dat laat onverlet dat wij als HBA open staan voor samenwerking met andere branches. Sterker nog: die samen werking zoeken wij. En inmiddels zoeken diverse ambachten aansluiting, zo kunnen wij vaststellen. Ik hoop dat dit boek bij u een blik van herkenning oplevert en tevens bijdraagt aan de brede erkenning van het belang van de ambachtseconomie voor een vitale samenleving, nu en in de toekomst. Het HBA zal de komende jaren zijn uiterste best doen dat belang te dienen.
A VOICE A – Ambachtseconomie
A VOICE Ambachtseconomie
11 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
alexander rinnooy kan
Sociaal-Economische Raad (SER)
V – Vakmanschap O – Ondernemerschap en innovatie I – Imago C – Collectieve actie en belangenbehartiging E – Effectieve afstemming
Ambachtseconomie
A VOICE Ambachtseconomie
13 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
alexander rinnooy kan
Sociaal-Economische Raad (SER)
WIE DENKT DAT KENNIS DUUR IS, WEET NIET WAT DOMHEID KOST ‘ In een kenniseconomie staat het investeren in menselijk kapitaal in al zijn facetten voorop. Dat betekent het benutten van álle talenten in de Nederlandse samenleving. En dat zijn zeker niet alleen de cognitieve talenten, het zogenaamde denkwerk. Kennis moet ook toegepast worden, kennis krijgt vorm in handgemaakte, ambachtelijke producten en deze toepassingen moeten door ondernemers ook op de markt gebracht worden. De ambachten zijn daarmee onderdeel van de kenniseconomie.’ Dr. Alexander Rinnooy Kan, voorzitter van de SER, reageert daarmee op de vraag wat de relatie is tussen de ambachtseconomie en de kenniseconomie.
A VOICE Ambachtseconomie
14 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Alexander Rinnooy Kan
Sociaal-Economische Raad (SER)
A VOICE Ambachtseconomie
15 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Alexander Rinnooy Kan
Sociaal-Economische Raad (SER)
‘De ambachtseconomie is in het geheel niet in tegenspraak met het streven naar een kenniseconomie. Sterker nog, innovatieve ondernemers in het ambacht dragen er juist aan bij. Want wat is een economie zonder bakkers, kappers, schilders en al die andere ambachten? Die is simpelweg ondenkbaar en bijzonder onwenselijk bovendien.
maar dus ook in het belang van de kenniseconomie. Want wie denkt dat kennis duur is, weet niet wat domheid kost.’
Innovatie en ondernemerschap zijn, naast kennisvermeerdering, de belangrijkste instrumenten voor een kenniseconomie. En juist dit zijn kenmerken van veel ambachtelijke bedrijvigheid. Natuurlijk kan het altijd beter, maar in dit opzicht levert de ambachtseconomie dus al een substan tiële bijdrage aan de kenniseconomie. Daarbij telt elk talent op elk niveau, van vmbo tot universiteit. Elk verloren talent is een gemiste bijdrage aan de samenleving, elk talent verdient gekoesterd te worden. In het belang van de ambachtseconomie,
‘In het recept voor een stevige kenniseconomie is innovatie een essentieel ingrediënt. Het doel van innovatie daarbij is het vergroten van de maatschappelijke welvaart. Welvaart is voor de SER altijd drieledig. Als milieu-, sociale en economische doelstellingen, oftewel planet, people en profit, met elkaar in evenwicht zijn, is er sprake van welvaart. Dat geldt dus ook voor de toegevoegde waarde van de ambachten en zeker voor toekomstige innovatie. Dat is niet altijd eenvoudig; soms is er synergie tussen deze drie pijlers, vaak ook moet onderlinge uitruil plaatsvinden. Ten aanzien van het milieu gaat het bijvoorbeeld om het stellen van grenzen aan vervuiling en het tegengaan van verlies aan biodiversiteit, een veel efficiëntere inzet van energie en grondstoffen en om een veel sterker hergebruik van afvalstoffen. Innovatie, en dus ook die in de ambachten, zien we graag die richting opgaan.
Innovatie en duurzaamheid moeten samen gaan
Welke mogelijkheden ziet u voor de ambachtseconomie in het perspectief van een duurzame economie?
A VOICE Ambachtseconomie
16 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Alexander Rinnooy Kan
Sociaal-Economische Raad (SER)
Het Innovatieplatform heeft in het recente verleden onder leiding van premier Balkenende enkele sleutelgebieden aangewezen als kansrijke sectoren voor innovatie. De SER steunt deze aanpak en adviseert duurzaamheid als leidend beginsel te hanteren bij deze sleutelgebieden. Innovatie en duurzaamheid gaan voor de SER dus samen. Daarbij zijn nieuwe kennis en vaardigheden nodig. Van groot belang is dat er voldoende vaklieden zijn die, op verschillende niveaus, gespecialiseerd zijn in nieuwe, duurzame technieken. Scholing op maat is daarbij nodig, ook tijdens de loopbaan. Als ambachten hun innovaties in duurzame richting vinden, zie ik daar zeker economisch perspectief. Vernieuwingen die tot energiebesparing leiden, vinden in het MKB nu al goed hun weg door de kostenbesparing die ermee gepaard gaat. Mooie voorbeelden van nieuwe duurzame technieken zijn het verwerken van zonnecellen in ramen door glasbewerkingsbedrijven en het produceren van bureaustoelen van afvalmateriaal. Zo zitten de medewerkers van de SER allemaal op een dergelijke bureaustoel, die volgens het principe van Cradle to cradle (van wieg tot wieg) gemaakt is. Duurzaamheid is dus ook voor de ambachten een enorme kans en uitdaging.’
A VOICE Ambachtseconomie
17 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Alexander Rinnooy Kan
Sociaal-Economische Raad (SER)
vakmanschap en creatieve vormgeving gaan steeds meer samen. Denk maar aan Dutch design
A VOICE Ambachtseconomie
18 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Alexander Rinnooy Kan
Sociaal-Economische Raad (SER)
In uw Willem van Oranjelezing in 2009 zei u dat niet alleen cognitieve talenten, maar ook andere, bijvoorbeeld artistieke talenten, moeten worden gekoesterd. In de ambachtseconomie zien we steeds meer kruisbestuiving tussen ambachtelijk vakmanschap en bijvoorbeeld design. Hoe staat u daar tegenover? ‘In de moderne maatschappij zien we steeds meer producten en diensten, die naast hun puur zakelijke functionaliteit (nut), ook tegemoet komen aan behoeften tot expressie en beleving (vorm). Design krijgt steeds meer aandacht; vakmanschap en creatieve vormgeving gaan steeds meer samen. Denk maar aan Dutch Design, dat internationaal al een gerenommeerd begrip is. En je ziet nationaal ook een ontwikkeling waarbij naast de meer klassieke ambachten ook nieuwe ambachten ontstaan. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de games-industrie, webdesign en animatie- en graphics bedrijven. Heel specifieke werkzaamheden waarbij de hamer, beitel en waterpomptang van weleer zijn vervangen door de computer. Met de ontwikkeling van het ambacht zit het wat dit betreft dus wel goed. Belangrijker is het feit dat veel mensen deze nieuwe beroepen niet als ambacht zien. Daar ligt voor de ambachten, klassiek én modern, nog een flinke uitdaging voor de nabije toekomst. Want iedereen weet: onbekend maakt onbemind.’
A VOICE Ambachtseconomie
19 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
– Peter Heijman Glazenier
Wij proberen het roer om te gooien en meer glaskunst te gaan produceren
– Peter Heijman A VOICE Ambachtseconomie
21 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Glazenier
Glazenier Heijman innoveert langs drie wegen Peter Heijman, directeur van Glasatelier Oud Rijswijk b.v. in Zoetermeer, vernieuwt zijn bedrijf langs drie wegen. Hij verbreedt zijn klantenbestand, is exclusief importeur geworden van innovatieve soorten glasverf en heeft samen met een Amerikaans bedrijf water dicht lood ontwikkeld.
– Peter Heijman A VOICE Ambachtseconomie
22 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Glazenier
A VOICE Vakmanschap
Glaskunst
Nat-in-nat
Waterdicht
Heijman ziet de bui hangen. Monu mentenzorg verwacht dat in de nabije toekomst dertien procent minder omzet zal gaan naar restauratie van gebouwen met glas in lood. De reden is dat steeds meer gebouwen uit de vijftiger en zestiger jaren van de vorige eeuw de status van monument krijgen, een periode waarin glas in lood niet werd toegepast. Heijman, die zijn omzet tot voor kort vooral behaalde met restauratie, is daarom druk bezig zijn klantenbestand te verbreden: ‘Wij zijn indirect sterk afhankelijk van subsidies. Als een kerkbestuur geen overheidssubsidie voor een voor genomen restauratie ontvangt, gaat de opknapbeurt niet door en lopen wij omzet mis. Wij proberen het roer om te gooien en meer glaskunst te gaan produceren. Dat is toegepaste kunst in glas. Vooraanstaande kunstenaars als Jan Wolkers (Auschwitzmonument), Corneille, Karel Appel, Marc Mulders en vele anderen hebben zich daarmee bezig gehouden, vaak in een monu mentale uitvoering. In Noorwegen produceren wij hedendaagse glaskunst, ontworpen door Kjell Nupen, een gerenommeerd kunstenaar in Scandinavië.
Verder is Heijman met compagnon Lisa Di Campli, chemisch ingenieur, via zijn andere bedrijf Peli Glass Products exclusief importeur geworden van Amerikaanse glasverfsoorten. Daartoe behoren soorten verf die geschikt zijn voor toepassing bij hoge temperaturen. ‘In de oude, historische ramen zijn de stukken glas nooit groter dan dertig bij dertig centimeter omdat de ovens vroeger zo klein waren. Lood is oorspronkelijk een verbindingsmiddel waarmee die kleine stukken tot grotere stukken konden worden samengevoegd. Lood was dus eigenlijk een noodzakelijk kwaad. Inmiddels hebben we ovens van drie bij vier meter, waardoor we lood in theorie niet meer nodig hebben. We kunnen nu rechtstreeks op normaal glas schilderen. Dat doet bijvoorbeeld Nupen. Ik probeer nu ook andere kunstenaars te interesseren om met onze verven te werken of om met ons samen te werken. We hebben zelf speciale mediums gemaakt die het mogelijk maken zowel nat-in-nat als traditioneel te schilderen zoals op doek.’
De derde innovatie betreft de toepassing van waterdicht lood dat Glasatelier Rijswijk heeft ontwikkeld met een Amerikaans bedrijf. Heijman: ‘Lood, dat gebruikt wordt in glas in lood, is niet waterdicht. Daarom moeten glas in loodramen gevat zijn in dubbel glas of gekit worden, waarbij kit wordt aangebracht tussen het glas en het lood. Wij hebben samen met Amerikanen een methode ontwikkeld om het waterdicht te maken waardoor kitten overbodig wordt.’ Het gaat hier in twee opzichten om meer dan alleen een productverbetering. Deze vernieuwing is namelijk tevens een belangrijke vooruitgang op het gebied van arbeidsomstandigheden nu kitresten niet meer van glas hoeven te worden weggepoetst. Heijman: ‘Dat is zwaar en soms ook ongezond werk. Sommige collega’s werken met glas-in-loodkit op waterbasis, anderen met een kit met oplosmiddelen die vluchtige organische stoffen bevatten. Met de nieuwe methode wordt dit zware werk over bodig. Bovendien bespaart het veel arbeid en dus geld omdat panelen veel sneller geplaatst kunnen worden.’
23 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Hans Kamps
Platform Ambachtseconomie
Vakmanschap
A VOICE Vakmanschap
25 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Hans Kamps
Platform Ambachtseconomie
PRAKTIJKGERICHT ONDERWIJS HAALT DE TALENTEN VAN KINDEREN NAAR BOVEN ‘ We hebben onze mond vol van de kenniseconomie. Maar het onderwijs sluit volstrekt niet aan op de vraag van de arbeidsmarkt. In 2015 zal er zeven à acht procent vraag zijn naar laaggeschoolden, terwijl maar liefst een op de vier scholieren zonder startkwalificatie de school verlaat. Het onderwijs systeem is niet in staat het gat tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt te dichten. Er blijven steeds minder jongeren over die inzetbaar zijn. Dat is een enorm probleem, dat zwaar wordt onderschat.’
A VOICE Vakmanschap
26 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Hans Kamps
Platform Ambachtseconomie
Hans Kamps weet waarover hij praat. Als voorzitter van de Algemene Bond Uitzendondernemingen (ABU), kroonlid SER, lid van het ondersteuningsteam arbeidsmarktbeleid van het Ministerie van SZW en voorzitter van het expertiseteam Taskforce Technologie, Onderwijs en Arbeidsmarkt (TOA) heeft hij wel overwogen ideeën over het belang van vakmanschap en opleiding in de huidige samenleving. Hij laat het overigens niet bij woorden, maar levert ook graag een bijdrage aan de oplossing van de problemen die hij signaleert. Mede daarom is hij eveneens lid van het Platform Ambachtseconomie. Economisch potentieel ‘Het ambacht is lange tijd ondergewaardeerd geweest. Het is tijd dat jongeren daar weer belangstelling voor krijgen. Niet alleen omwille van het ambacht, maar ook in het belang van henzelf. Het werken met hun eigen handen biedt hun economisch perspectief,’ constateert Kamps. ‘Er is behoefte aan maatwerk ook als het om consumentenproducten gaat. Aan een product dat specifiek voor jou gemaakt is. Daar zit een enorm economisch potentieel in. Ik heb ooit een motorfiets uit 1922 gehad. Toen ik daarvoor een nieuwe carburateur nodig had, kon ik die niet in de winkel kopen. Ik moest hem op maat laten maken door iemand die rekening zou houden met de
A VOICE Vakmanschap
27 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Hans Kamps
Platform Ambachtseconomie
bijzonderheden van mijn motorfiets, waarvan nog maar één exemplaar bestaat. Na lang zoeken heb ik twee hoogbejaarde broers gevonden die dat konden. Ze hadden een heel lange wachtlijst.’ Succes Vakcollege Kamps is één van de initiatiefnemers van het Vakcollege. Deze opleiding, waar techniek centraal staat, gaat uit van een zesjarige leergang: vier jaar op VMBO-niveau en twee jaar op MBO-niveau. Het doel is het beroepsonderwijs optimaal te laten aansluiten op de arbeidsmarkt. Om te voorkomen dat leerlingen afvallen in de overstap van een VMBO- naar een MBO-opleiding, zoals nu vaak gebeurt, wordt gewerkt met een kleinschalige aanpak en persoonlijke begeleiding. School en bedrijf begeleiden de leerling samen tot het eind van de opleiding, die het technisch onderwijs en werkgevers met elkaar hebben opgezet. Dit concept slaat aan. In 2007 gingen de eerste vakcolleges van start, begin 2010 opende de 35ste vestiging zijn poorten. Op de vraag naar het recept achter deze succesformule antwoordt Kamps: ‘Veel jongeren leren niet uit een boekje, maar aan de hand van de praktijk. Het bestaande onderwijs is daar onvoldoende op toegesneden. Het is eenheidsworst. Het levert een standaard product aan 500.000 VMBOleerlingen. Dan heb ik het niet over het aantal
A VOICE Vakmanschap
28 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Hans Kamps
Platform Ambachtseconomie
Veel jongeren leren niet uit een boekje, maar aan de hand van de praktijk
A VOICE Vakmanschap
29 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Hans Kamps
Platform Ambachtseconomie
richtingen – die zijn er genoeg – maar over de methodiek. Het Vakcollege geeft in het eerste jaar het maximaal aantal praktijkuren, de leerlingen leren de algemene vakken aan de hand van de praktijk. Ze krijgen bijvoorbeeld de opdracht een gieter te maken door het aan elkaar lassen van stukken plaat. Die moet ruimte bieden aan precies 2,5 liter water, niet meer maar ook niet minder. De leerlingen vragen vervolgens hoe ze dat moeten berekenen. Deze methode spreekt hen veel meer aan dan leren uit een boekje waarin de beginselen van de wiskunde staan. Wij dachten dat dit geschikt was voor zwakke VMBO-leerlingen. Ruim twee jaar na de oprichting van het Vakcollege hebben we onderzoek gehouden naar het niveau van deze kinderen op het gebied van wiskunde en taal. Het bleek dat ze veel verder waren dan de zogenaamde ‘sterke’ kinderen die de theoretische weg hadden gevolgd. Met deze aanpak haal je juist de talenten van kinderen naar boven.’ Koppeling bedrijfsleven Het Vakcollege brengt een aantal actiepunten in praktijk waarvoor ook het Platform Ambachtseconomie en het HBA zich sterk maken. Zoals meer praktijkonderwijs, goede aansluiting tussen school en bedrijfsleven, kinderen die weer met plezier naar school gaan. De vraag ligt dan ook voor de hand of het Vakcollege model kan staan voor ambachtelijke vakopleidingen.
A VOICE Vakmanschap
30 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Hans Kamps
Platform Ambachtseconomie
Kamps: ‘De vakcolleges hebben een heel directe koppeling met het bedrijfsleven. Ze nodigen ondernemers bijvoorbeeld uit voor het geven van gastcolleges. Zo verleiden we hen tot het geven van baangaranties. Het is voor leerlingen en hun ouders natuurlijk heel aantrekkelijk dat dit perspectief bestaat. Het zou mooi zijn als ook de ambachtelijke opleidingen die zekerheid van een baan kunnen bieden.’ Op de tegenwerping dat dit lastig te realiseren is in branches waar veelal zzp-ers de meerderheid van de ondernemers vormen, antwoordt hij: ‘Wat betreft die bedrijfstakken is het goed aan te geven dat vooral in het ondernemerschap perspectief zit. Veel ambachtslieden worden ondernemer uit liefde voor hun vak. Het ondernemerschap nemen ze er vaak op de koop toe bij. Daarom is het nodig dat opleidingen ook veel aandacht besteden aan het ondernemerschap. Er zijn bijna 700.000 zzp-ers. Die moet je meer bagage meegeven dan alleen de techniek van het vak.’
A VOICE Vakmanschap
31 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
– Gijs Borms
Goud- en zilversmid
Ik vind het uit plichtsbesef en uit eigenbelang nodig om mijn kennis over te dragen
– Gijs Borms A VOICE Vakmanschap
33 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Goud- en zilversmid
Stagebedrijven zijn nu nog belangrijker dan tien jaar geleden ‘Een ambacht moet je vooral in de praktijk leren. Het is belangrijk dat een leraar over de schouder van de leerling meekijkt, zijn of haar hand pakt en laat voelen hoe een bepaalde techniek moet worden uitgevoerd. Hoe houd je een zaag of een vijl vast? Hoe moet je schuren en polijsten? Op school krijgen ze daar wel een idee van, maar vaak moet daar nog nauwkeuriger naar gekeken worden. Het merendeel van de stagiairs heeft dergelijke basisvaardigheden nog onvoldoende goed in de vingers.’
– Gijs Borms A VOICE Vakmanschap
34 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
‘Er zijn veel dingen in het ambacht die een docent niet klassikaal kan over dragen, maar moet laten voelen, ervaren. Dat is in de huidige onderwijssituatie niet altijd mogelijk. Het is dan ook begrijpelijk dat de kwaliteit van nogal wat ambachten onder druk staat omdat de scholen onvoldoende aandacht, geld en tijd aan de leerlingen kunnen besteden. Stagebedrijven zijn daarom nu nog belangrijker dan tien jaar geleden.’ Gijs Borms heeft recht van spreken. Zijn bedrijf, DeDock Goud en Zilver in Utrecht, werd in 2009 uitgeroepen tot het ‘Beste SVGB-leerbedrijf ’ in de categorie ‘zelfstandigen zonder personeel’. Borms is vooral trots op deze prijs omdat zijn bedrijf door een stagiair werd voorgedragen.
‘Hier leer ik een strakke afwerking’ Arlette Evers zit in het laatste jaar van de Vakschool Schoonhoven en loopt stage bij DeDock. Ze wil goudsmid worden. Ze beaamt dat er een kloof gaapt tussen de theorie die ze op school leert en de praktijk in de zaak van DeDock. ‘Van Gijs leer ik bijvoorbeeld om strak
Goud- en zilversmid
Stagiairs houden me scherp Vanaf de oprichting van zijn zaak heeft Borms altijd een stagiair over de vloer aan wie hij dagelijks twee tot drie uur besteedt. ‘Ik vind het zowel uit plichts besef als uit eigenbelang nodig om mijn kennis over te dragen. Wat betreft het plichtsbesef: als ondernemer voel ik mij verantwoordelijk voor de hele bedrijfs tak. Als een collega slecht werk aflevert, heeft dat zijn weerslag op de hele bedrijfstak en dus ook op mij. Wat betreft het eigenbelang: stagiairs houden me scherp en bij de tijd. Ze zijn voor mij als zzp-er een welkom klankbord. De helft van de stagiairs die hier komen hebben eerder hun eerste stage bij iemand anders gelopen. De kennis die ze daar hebben opgedaan, nemen ze
af te werken. Op school is daar minder aandacht voor. Dat is ook geen wonder, want daar zitten we met dertig leerlingen in de klas. Maar een goede afwerking kun je alleen maar leren door het te doen.’ Arlette leert ook om te gaan met klanten, een vaardigheid die geen onderdeel uitmaakt van haar opleiding. ‘Als ik op school een opdracht voor een ontwerp
A VOICE Ondernemerschap en innovatie
35 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Ruud Koornstra Tendris
hiermee naar toe. Dat is te vergelijken met een bestuiving.’
Aangename mensen Borms beperkt zich in de begeleiding van stagiairs niet tot de overdracht van technische kennis. ‘Ik wil ook hun zelfverzekerdheid versterken. De leeftijd van stagiairs varieert van gemiddeld 18 tot 22 jaar. Dat is voor veel mensen een heftige periode waarin ze wel een steuntje kunnen gebruiken. Een goed zelfbeeld hebben, weten waar ze mee bezig zijn. Door een fijne werkplek te creëren. Ik vind het ook belangrijk dat ze aangename mensen worden.’
krijg, maak ik iets naar mijn eigen smaak. Hier moet je een ontwerp maken naar de zin van de klant. Ik heb hier wel eens oorbellen gemaakt die ik zelf niet mooi vond. Dat ervaar ik overigens niet als een probleem want ik vind het fijn om mijn vak uit te oefenen.’
Ondernemerschap en innovatie
A VOICE Ondernemerschap en innovatie
37 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Ruud Koornstra
Tendris
AMBACHTELIJKE MEESTERS STAAN MEDE AAN DE BASIS VAN ONZE SUCCESSEN ‘ Een goed idee bedenk je niet, dat krijg je. Eerst ga je fantaseren, visualiseren. Dus dan schakel ik mijn denken uit. Denken doe je met de laptop. Die heb je daarna pas nodig om de fantasie te realiseren.’
A VOICE Ondernemerschap en innovatie
38 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Ruud Koornstra Tendris
Zo simpel is het recept voor succes van Ruud Koornstra. Op zijn visitekaartje staat ‘duurzaam ondernemer bij Tendris’. Hij weet innovatie en ondernemerschap met elkaar te combineren en tot een succes te brengen. Een voorbeeld is de ontwikkeling van de LEDlamp in 2005 die onder de productnaam Pharox op de markt is gebracht. Inmiddels is de LEDtechnologie ook geschikt gemaakt voor verlichting van kassen, tunnels, straten en parkeerplaatsen. De Lemnis straatverlichting brandt in tientallen gemeenten in Nederland. Tot de LED-familie behoort eveneens de lamp die Lemnis speciaal voor derde wereldlanden heeft ontwikkeld. Bijzonder aan dat product is dat hij wordt opge laden via een zonnepaneeltje. Het ‘unique selling point’ van de LED-lamp is dat hij negentig procent minder energie verbruikt dan de traditionele gloeilamp. Bovendien bevat hij geen toxische stoffen, is dimbaar en gaat vijfentwintig jaar mee. Davos Koornstra’s succes is ook buiten de grenzen niet onopgemerkt gebleven. Zo riep het World Economic Forum, kort voor zijn jaarlijkse bijeenkomst in Davos, Lemnis uit tot ‘technology pioneer 2009’. In januari 2010 mocht Koornstra in Amsterdam de prestigieuze Big Improvement
A VOICE Ondernemerschap en innovatie
39 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Ruud Koornstra Tendris
Day (BID) Award in ontvangst nemen. De jury prees hem omdat hij duurzaamheid en commer ciële bedrijfsvoering combineert. Een maand later veroverde Lemnis met Pharox de negende plaats in de fameuze top tien innovatieve producten van de Amerikaanse Fast Company. Het bevond zich in het gezelschap van bedrijven als Dyson, Nike, Whirlpool, Timberland en Procter & Gamble. Dienstbaar Koornstra wil als ondernemer zijn steentje bijdragen aan een duurzamere wereld. ‘Als veertienjarige wilde ik niets liever dan een BMW. Maar toen ik deze op mijn 36ste, na de verkoop van mijn televisieproductiebedrijf, aanschafte
AMBACHTsmensen proberen altijd nieuwe oplossingen te vinden
A VOICE Ondernemerschap en innovatie
40 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Ruud Koornstra Tendris
was ik helemaal niet blij. Bevrijd van de dagelijkse rat race zag ik wat voor een puinhoop het in de wereld om ons heen was.’ Met twee compagnons startte hij daarom Tendris Holding met als bedrijfsmissie ‘to make this world a better place for everyone’. Alle producten moeten dienstbaar zijn aan mens en milieu. Overigens heeft Tendris meer duurzame producten ontwikkeld en op de markt gebracht dan ‘alleen’ de LED-verlichting. Een andere dochteronderneming heeft bijvoorbeeld de Visa GreenCard geïntroduceerd. Gebruikers van deze creditcard compenseren de CO2-uitstoot van hun aankopen. Verder stimuleert Koornstra het gebruik van elektrische auto’s. Samen met andere organisaties heeft hij in 2009 een tender uitgeschreven voor 3.500 exemplaren. ‘Door het volume komt er een versnelling in de invoering van elektrisch rijden, aangezien de kosten omlaag gaan en wij schaal creëren in de infrastructuur.’ Zelf is hij overigens een echte liefhebber. Zijn van carbon gemaakte Lotus oogt als een ‘gewone’ sportwagen, maar is voorzien van een elektro motor en een nieuw soort accu. De prestaties van de auto hebben daar niet onder geleden, want wat betreft acceleratie en topsnelheid laat hij bijvoorbeeld de Porsche achter zich.
A VOICE Ondernemerschap en innovatie
41 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Ruud Koornstra Tendris
Bill Clinton De marketing en verkoop van de producten worden groots aangepakt. In 2007 had Koornstra Bill Clinton, in Nederland op bezoek om goodwill te kweken voor zijn Clinton Climate Initiative, zover weten te krijgen dat hij de Pharox wereldwijd ging promoten. In Nederland kreeg de Pharoxledlamp nationale bekendheid toen 2,5 miljoen gezinnen een gratis exemplaar ontvingen tijdens een gezamenlijke actie met de Nationale Postcode Loterij en het Wereld Natuurfonds. Ambachtseconomie Ondanks zijn grootschalige aanpak van productie en marketing, is de duurzame ondernemer gecharmeerd van kleinschaligheid. ‘Ik geloof heel erg in Madurodam-dingen. Dat je in het klein laat zien hoe vernieuwing werkt.’ Mede daarom heeft hij respect voor ambachten. In zijn presentatie op de kick-off voor de Week van het Ambacht in april 2009 zei hij onder andere: ‘Ambachts mensen zijn vakmensen voor wie kwaliteit, echtheid, trots, service en plezier in het werk hoog in het vaandel staan. Met bezieling voor wat ze willen doen en niet voor wat ze willen bereiken, dragen ze daadwerkelijk bij aan de échte economie: de ambachtseconomie.
A VOICE Ondernemerschap en innovatie
42 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Ruud Koornstra Tendris
Hoe verscheiden de producten en diensten die de ambachten leveren ook zijn, ze komen allemaal tot stand door geschoolde handen van mensen die met overgave bezig zijn. Een sector die weinig kan verbloemen en waar geldt what you see is what you get en niet goed, geld terug.’ Timmermansoog Bovendien weet Koornstra zich met de ambachtsmensen verbonden in verband met hun inventiviteit. ‘Door innovatie proberen ze altijd nieuwe oplossingen te vinden en de kwaliteit van hun producten te verbeteren zonder zichzelf met hun timmermansoog en Fingerspitzengefühl weg te cijferen. Ambachten zouden we moeten koesteren, omdat ze vanuit de spreekwoordelijke schuurtjes de echte innovaties voortbrengen. Ze zijn per definitie arbeidsintensief en komen wat mij betreft dus net als duurzame producten in aanmerking voor een laag btw-tarief. Ook het succes van de door onze bedrijven ontwikkelde duurzame producten is gerealiseerd door de inzet van ambachtelijke ‘meesters’. Regelmatig hoor ik, vooral als er weer iets nieuws is ontwikkeld bij een van deze bedrijven, een inmiddels legendarische uitspraak van de daar werkende meesters: ‘Het werkt in de praktijk maar werkt het ook in theorie?’ Dan weet ik dat het weer goed zit, dat een nieuw succes is geboren.’
A VOICE Ondernemerschap en innovatie
43 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
– Arthur de Rouw Patissier
We proberen van elk product een kunstwerkje te maken
– Arthur de Rouw A VOICE Ondernemerschap en innovatie
45 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Patissier
Alles moet kloppen ‘De kwaliteit van het product als zodanig bepaalt voor twintig procent of een klant bij je terugkomt. De overige tachtig procent bestaat uit factoren zoals de verpakking van het product, het interieur van de winkel en de manier waarop het bedienend personeel de klant tegemoet treedt. Kortom, alles moet kloppen.’
– Arthur de Rouw A VOICE Ondernemerschap en innovatie
46 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
De Vughtse patissier Arthur de Rouw kan het weten want zijn bedrijf is al vier maal bekroond als de beste banket bakkerij van Nederland. ‘Begrijp me goed,’ voegt de banketbakker daar aan toe, die zijn patisserie samen met zijn vrouw Doris runt, ‘het product moet absoluut van topkwaliteit zijn. Maar ondernemerschap en management vaardigheden geven uiteindelijk de doorslag.’ De Rouw investeert dan ook voort durend in ICT. Hij gebruikt de computer niet alleen voor de bedrijfs administratie, maar tegelijkertijd ook voor marketingdoeleinden. Klanten die per e-mail een bestelling plaatsen, worden daarna automatisch op de hoogte gehouden van acties en ander bedrijfsnieuws. De horecaklanten, die met elkaar goed zijn voor de helft van de omzet, plaatsen hun bestellingen via een apart business-to-business digitaal kanaal. Deze orders vinden hun weg volledig geautomatiseerd naar de productielijsten. Ook de factuur wordt automatisch aangemaakt. De vergaande automatisering verlost het ondernemersechtpaar van veel administratieve rompslomp waardoor het zich kan concentreren op de kern activiteiten.
Patissier
A VOICE Imago
Vicieuze cirkel
Ambachtelijk
Ook in andere opzichten benut De Rouw de mogelijkheden van de nieuwe media. Geïnteresseerden kunnen bijvoorbeeld op de website letterlijk een kijkje in de keuken van de banketbakkerij nemen. De investeringen leveren hun rende ment zeker op, vertelt De Rouw. ‘Het is wel een vicieuze cirkel. We moeten een hoge omzet draaien om de kosten eruit te halen. Maar investe ringen in automatisering en in andere verbeteringen in de onderneming zijn weer nodig om een hoge omzet te boeken.’ Lachend: ‘We zijn wel zo dat we dat geld eerst zelf willen verdienen. We gaan er niet voor naar de bank.’ De vicieuze cirkel gaat nog verder, want om een hoge productie te draaien zijn veel medewerkers nodig. De patisserie heeft een kleine 60 medewerkers op de loonlijst staan, die met elkaar 35 fte’s op basis van een volledige werkweek vormen. Arthur: ‘Als je een groot assortiment wilt voeren, heb je veel handen nodig. Aan het einde van de dag is alles op.’
Op de vraag of een bedrijf met zoveel medewerkers dan nog wel ambachtelijk genoemd mag worden, antwoordt De Rouw bijna verontwaardigd: ‘Je denkt toch niet dat ik dagelijks zonder reden om drie ’s ochtends opsta? We bereiden alles zelf: de bodem, de omhulling, de vulling en de decoratie. Voor het deeg gebruiken we natuurlijke ingrediënten zoals verse eieren, meel en water. We hebben diverse soorten chocolade, gemaakt van cacaobonen uit verschillende landen. Variërend van Ecuador tot Madagascar. De herkomst van de cacaoboon bepaalt namelijk het karakter van de chocolade en de fijnproever kent het verschil.’ Doris voegt daaraan toe: ‘Zoals gezegd is de productkwaliteit superbelangrijk, maar het oog wil ook wat. Onze patissiers spelen met kleuren, vormen en smaken. We proberen van elk product een kunstwerkje te maken. Daarom hebben we twee jaar geleden de omschrijving ‘l’art de la pâtisserie’ aan onze bedrijfsnaam toegevoegd.’
47 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Ben Tiggelaar
Onafhankelijk onderzoeker, schrijver en trainer
Imago
A VOICE Imago
49 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Ben Tiggelaar
Onafhankelijk onderzoeker, schrijver en trainer
IMAGO VOORAL BEPAALD DOOR EMOTIES, MENINGEN EN INDRUKKEN Herwaardering van de ambachten bij het brede publiek. Erkenning van het belang van de ambachtseconomie door de overheid. Een evenwaardige positionering van het ambachtelijk beroepsonderwijs. En, last but not least, een grotere instroom in ambachtelijke opleidingen. Dat zijn vier concrete doelen die het HBA en het Platform Ambachtseconomie nastreven met hun voortdurende campagne ter verbetering van het imago van de ambachten. Hoe komt een imago tot stand en hoe kun je dat veranderen?
A VOICE Imago
50 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Ben Tiggelaar
Onafhankelijk onderzoeker, schrijver en trainer
‘Het imago is het beeld dat iemand heeft van bijvoorbeeld een organisatie, een beroep of een beroepsopleiding. Dit bestaat in hoge mate uit emoties, meningen en vluchtige indrukken,’ legt Ben Tiggelaar uit. Hij is gespecialiseerd in onderzoek, training en advies op het gebied van leiderschap, verandermanagement en gedrag. ‘Veel mensen kiezen hun beroepsopleiding bijvoorbeeld helemaal niet op rationele gronden. Vaak gebeurt dat op basis van informatie die iemand toevallig oppikt. In de vorm van brochures, via een radioof televisieprogramma of persoonlijke ervaringen van mensen in zijn naaste omgeving. Vooral dat laatste telt zwaar. Al die invloeden bij elkaar bepalen het beeld dat mensen uiteindelijk van iets hebben. Waarom wil een jongen van zes jaar brandweerman worden? Waarom wil een meisje van vijftien jaar arts worden? Ze hebben immers helemaal geen ervaring met het werk. Het draait daar allemaal puur om het imago.’ Gedrag voor 5% bewust Hij voegt daar aan toe dat er twee soorten gedrag zijn. Slechts 5% procent van ons gedrag is echt bewust, gepland gedrag. De overige 95% is onbewust, automatisch gedrag. Wat is dan nog de kracht van communicatieactiviteiten die verandering van gedrag moeten bewerkstelligen? Tiggelaar: ‘De Amerikaanse psycholoog Icek
A VOICE Imago
51 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Ben Tiggelaar
Onafhankelijk onderzoeker, schrijver en trainer
Ajzen heeft al twintig jaar brede aanhang in de communicatiewereld met zijn theorie van gepland gedrag. Centraal daarin staat de vraag hoe iemand tot een bepaalde intentie komt. En, daaraan gekoppeld, de vraag hoe hij of zij uiteindelijk tot het gedrag komt dat uit die intentie, uit dat plan volgt. Ajzen stelt dat mensen allemaal overtuigingen hebben die ze in hun leven hebben opgedaan. Je kunt die overtuigingen met communicatie proberen te beïnvloeden. Ajzen onderscheidt drie belangrijke factoren bij het vormen van bewuste plannen. Ten eerste schatten we het nut in van ons voorgenomen gedrag. Wat heb ik eraan? Bijvoorbeeld bij de keuze van een beroep: als ik een bepaald beroep kies, wordt het dan interessant en leuk? Wat verdien ik er mee? Bij dit nuts-aspect zijn rationele overwegingen van ondergeschikte betekenis.’ De tweede cluster overtuigingen draait om de vraag hoe iets gezien wordt door anderen. Hoe kijken anderen, volgens ons, naar ons voor genomen gedrag? Het kan zijn dat een bepaald beroep je wel aantrekkelijk lijkt, maar als je verwacht dat iedereen in je omgeving dat zal afkeuren, speelt dat zeker een rol.’ De derde factor draait om de vraag: ben ik wel in staat om mijn voorgenomen gedrag daadwerkelijk uit te voeren? Als je het imago van de ambachtelijke beroepen wilt verbeteren, moet je je eerst afvragen op grond van welke van deze drie
A VOICE Imago
52 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Ben Tiggelaar
Onafhankelijk onderzoeker, schrijver en trainer
factoren iemand een bepaald vak kiest. Die analyse is nodig om de volgende stap te kunnen zetten: wat laten we zien van dat beroep? En hoe breng je dat over?’ Kentering De drie factoren leveren volgens Tiggelaar geen ijzeren regels op, maar standpunten en gedachten die kunnen veranderen. Hij noemt het imago van het werken met handen als voorbeeld. ‘Werken met je handen is de afgelopen vijftig jaar iets geworden dat je niet meer voor je kinderen wilde. Een kantoorfunctie was veel beter. Inmiddels hebben we een soort overschot aan witte boorden die een mening hebben over wat de rest van de mensen allemaal moet doen. Daar begint langzamerhand irritatie over te ontstaan. Die ergernis doet zich het eerst voor bij hoog opgeleide mensen, bijvoorbeeld in de zorg en het onderwijs. Een chirurg werkt met zijn handen, heeft twaalf, dertien jaar studie achter de rug. Die durft zijn mond wel open te doen tegen een manager. Er ontstaat dus een soort kentering.’ Dit afbrokkelende imago van kantoorwerk en managers houdt volgens Tiggelaar niet auto matisch een herwaardering van ambachtelijke beroepen in. ‘Maar je kunt in elk geval wel stellen dat de achterstand van de ambachten ten opzichte van kantoorbanen afneemt.’
A VOICE Imago
53 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Ben Tiggelaar
Onafhankelijk onderzoeker, schrijver en trainer
Massaliteit scholen Hoewel hij daar geen onderzoek naar gedaan heeft, vermoedt Tiggelaar dat ouders het op zich geen probleem vinden als hun kinderen een vak kiezen waar ze hun handen bij gebruiken. Ze hebben daarentegen wel problemen met de massaliteit van veel scholen. ‘Hier doet zich een merkwaardige tegenstelling voor. Bestuurders in het onderwijs denken dat groter altijd beter is. Maar er is in Nederland geen ouder die denkt dat het beter voor zijn kind is om naar een grote school te gaan. Dus ouders moeten zo’n grote school voor lief nemen, die barrière moeten ze nemen. Dat obstakel moet echt uit de weg worden geruimd. Je ziet gelukkig al dat ROC’s daarop inspelen, bijvoorbeeld door de samenstelling van kleinere clusters met een soort holding structuur.’
Ambachten beantwoorden aan het verlangen van jongeren naar vrijheid en zelfstandigheid
A VOICE Imago
54 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Ben Tiggelaar
Onafhankelijk onderzoeker, schrijver en trainer
Terug naar de schoolkeuze en het imago van ambachtelijke beroepen. Tiggelaar: ‘Pubers hebben moeite met het plannen van de toekomst en het werken eraan. Uit hersenonderzoek is bekend dat het vermogen om serieus vooruit te kijken en je gedrag daarop aan te passen, pas echt ontwikkeld is na je twintigste levensjaar. Dat komt dus pas als je de middelbare school al hebt ver laten. Het onderwijs is daar helemaal nog niet op ingericht. Tien, vijftien jaar geleden werd nog gedacht dat je pubers meer ruimte moest bieden om zelf keuzes te maken. Neurologen krijgen steeds meer het bewijs dat jongeren daar helemaal niet goed in zijn.’ Hier en nu Hoe kun je pubers dan wel bereiken als het om beroepskeuze gaat? Tiggelaar: ‘Voor een puber telt vooral het hier en nu, daar moet je in je communicatie rekening mee houden. Verder vinden jongeren vrijheid en zelfstandigheid bijvoorbeeld heel belangrijk. Het is de kunst om de aantrekkelijke kanten, waarvan vast staat dat ze in een ambachtelijk vak reëel aanwezig zijn, te matchen met de punten die jongeren in een beroep aantrekkelijk vinden. Zo kun je inspelen op het verlangen naar vrijheid en zelfstandigheid door te wijzen op de mogelijkheden van zelf standig ondernemerschap.’
A VOICE Imago
55 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
– Jan Taminiau Modeontwerper
Het onderwijs heeft vandaag de dag een heel belangrijke rol in het creëren en bewaken van het imago van ambachten
– Jan Taminiau A VOICE Imago
57 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Modeontwerper
Model: Truus Hooiveld
Ambachten staan nooit stil Werken met passie, uitzicht op een eigen onderneming, rechtstreeks contact met klanten, voldoening halen uit het maken van vaak letterlijk en figuurlijk unieke producten. Met deze en soortgelijke argumenten probeert het HBA meer jongeren voor een carrière in het ambacht te interesseren. Schetsen deze beloften een te rooskleurig beeld of kan het de werkelijkheid zijn? De Amsterdamse modeontwerper Jan Taminiau (34), die in sneltreinvaart internationaal furore maakt, is ervaringsdekundige.
– Jan Taminiau A VOICE Imago
58 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Modeontwerper
De ontwerper, cum laude afgestudeerd aan de kunstacademie in Arnhem, begon in 2004 zijn eigen label JANTAMINIAU. Sinds 2007 showt hij zijn ontwerpen tijdens de tweemaal per jaar gehouden Paris Couture Week. ‘Ambacht biedt mij de mogelijkheid grenzeloos te kunnen dromen. Het is geweldig om nieuwe dingen uit te proberen en met elkaar nieuwe stappen te maken. Elke stap wordt gevolgd door een volgende stap. Elk steekje is weer het begin van een nieuw verhaal. Ambachten staan daarom nooit stil, moeten mee gaan met de tijd. Natuurlijk hoor je de basistechnieken te blijven kennen en beheersen. Omdat ik de ambachtswereld ken en versta, kan ik beter en verder met andere ambachtsmensen meedenken dan wanneer ik die kennis niet had gehad.’
Allemaal vakmensen die de passie voor hun ambacht met elkaar gemeen hebben. Zij zijn het liefst bezig met hun ambacht. Dat geldt overigens ook voor mij. Het zijn topsporters die zich in hun vak hebben verdiept, daar heel veel voor hebben gegeven en hun vak tot kunst hebben verheven. Ambacht is hard werken, zo ook bij mijn collectiestukken waar intensief veel handwerk in wordt gebruikt.’
Teamwork
Meester en gezel
‘Collega’s uit de ambachten met wie ik vruchtbaar kan samenwerken, zie ik als inspirerende partners. Juist door het ambacht en door de technische kennis van mensen die daarin werken kom ik steeds een stap verder. Het uitvoeren van een ontwerp is teamwork. De groep ambachtsmensen met wie ik werk, is heel divers. Dat loopt uiteen van schoenmakers, coupeuses, kantklossters en borduursters tot patroontekenaars.
De ontwerper ziet het nut van herinvoering van de kwalificaties ‘meester’ en ‘gezel’, zoals onder andere bepleit door het Platform Ambachtseconomie. Deze herintroductie moet volgens hem wel met de nodige voorzichtigheid gepaard gaan, want het gevaar van titelinflatie ligt op de loer. Het onder wijs heeft vandaag de dag een heel belangrijke rol in het creëren en bewaken van het juiste imago van de
Ondernemer Taminiau is niet alleen gepassioneerd ambachtsman, hij is ook ondernemer. ‘Van meet af aan wilde ik mijn eigen onderneming. Nu ik met drie medewerkers een stevige basis in Amsterdam heb, wil ik ook als ondernemer mijn vleugels internationaal uitslaan.’
A VOICE Collectieve actie en belangenbehartiging
59 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Jaap Jongejan CNV Vakmensen
ambachten. ‘Het gaat om mooie, pure begrippen van vroeger. De meester stond boven alles. De gezel voerde zijn opdrachten zonder discussie uit. Hij liet er veel, zo niet alles, voor staan in de hoop zelf ooit meester te kunnen worden en daarmee iets heel moois zou bereiken. Je kunt niet na twee of drie jaar opleiding denken dat je er al bent. Veel topmensen in het ambacht zijn ook nu nog te bescheiden om zich ‘bekwaam’ te noemen omdat ze vinden dat ze iets nooit helemaal ‘meester’ zijn. Zij hebben naar hun gevoel nooit iets helemaal klaar of perfect. Het kan immers nog altijd beter. Die instelling typeert de echte meester.’
Collectieve actie en belangenbehartiging
A VOICE Collectieve actie en belangenbehartiging
61 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Jaap Jongejan CNV Vakmensen
OPKOMST ZZP-ERS VRAAGT OM NIEUWE AFSPRAKEN ‘ De opkomst van nieuwe groepen in het sociaal-economisch bestel, zoals zzp-ers, vraagt om nieuwe afspraken. Nieuwe afspraken die zzp-ers ondersteunen en niet beknotten, maar hen verder helpen.’ Dat vindt Jaap Jongejan, voorzitter van CNV Vakmensen. De zzp-ers van CNV Vakmensen zijn aangesloten bij CNV Zelfstandigen.
A VOICE Collectieve actie en belangenbehartiging
62 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Jaap Jongejan CNV Vakmensen
Welke rol spelen zzp-ers in de Nederlandse economie? ‘Er zijn bijna een miljoen zzp-ers in ons land, dus alleen al door hun grote aantal spelen ze een rol van betekenis. Binnen die grote groep zelfstandigen houdt een flink aantal mensen zich bezig met specifiek vakwerk, bijvoorbeeld in de ambachten. Zij zijn, met oog op de toekomst, tevens belangrijk voor het behoud van technische kennis en ervaring. We kijken in Nederland steeds meer naar de technische vakken, naar de basis, naar de ambachten. De roep om de herinvoering van de ambachtsschool past ook in dat beeld. Zzp-ers lopen daar eigenlijk een beetje op vooruit.’ Sommigen zien in de opkomst van de zzp-er een mentaal omslagpunt. Weg van het denken in termen van rechten en aanspraken waar anderen voor moeten opdraaien, en in de richting van zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid. Wat is uw mening daarover? ‘Je moet natuurlijk uitkijken met generaliseren als het om een miljoen mensen gaat. Sommigen zijn zzp-er geworden omdat ze graag zelfstandig willen zijn. Anderen werken in ketenverband met elkaar samen. Net zoals vroeger in een dorp de
A VOICE Collectieve actie en belangenbehartiging
63 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Jaap Jongejan CNV Vakmensen
Zorg als collectief dat de zaken goed geregeld zijn timmerman, de elektricien en de metselaar dat deden. Dat is ook logisch omdat het hebben van opdrachten voorwaarde is voor behoud van zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid. Dat is de ene kant van het verhaal. De andere kant is dat de zzp-er van vandaag een uiting is van een soort tegenbeweging tegen de strak geleide piramidale organisatie waarin veel bedrijven gegoten zijn. De ondernemingen met organigrammen met harkjes waarin precies staat beschreven wat iedereen moet doen, waarin mensen maar heel weinig functioneringsruimte en zelfstandigheid hebben. Misschien luidt de opkomst van de zzp-er wel het einde in van piramidaal georganiseerde ondernemingen.’ Vindt u dat de bestaande sociaal-economische inrichting van Nederland recht doet aan het toenemend aantal zzp-ers en hun rol in de Nederlandse economie? ‘Te weinig wordt bewustzijn gecreëerd voor de specifieke situatie waarin de zzp-er zich bevindt.
A VOICE Collectieve actie en belangenbehartiging
64 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Jaap Jongejan CNV Vakmensen
Welke keuzemogelijkheden heeft een zelfstandige om voor zichzelf te zorgen als er geen werk is? Op sommige punten is een andere manier van denken gewenst. Daarom is het nuttig dat een commissie binnen de SER zich bezighoudt met een advies over zzp-ers. Daar ligt met name de vraag op tafel: hoe organiseer je nu dat zzp-ers zich kunnen aansluiten bij pensioenfondsen als ze dat willen? Hoe organiseer je dat zzp-ers ook een arbeidsongeschiktheidsverzekering krijgen omdat dat risico niet verbonden is aan werk nemers maar aan mensen, aan werkenden? Is het niet aan elkaar tegengesteld dat zzp-ers, die erg op hun vrijheid gesteld zijn, zich gaan organiseren zoals in CNV zelfstandigen? ‘Een mens is zowel een individueel als een collectief wezen. Dat geldt voor werkgevers en werknemers, maar net zo goed voor zzp-ers. Waarom zou de zelfstandige zonder personeel zich dan niet in een collectiviteit kunnen organiseren die bij hem past? Werkgevers zijn tenslotte ook georganiseerd. Mensen zijn aan de ene kant op zoek naar zekerheid, aan de andere kant zoeken ze de uitdaging. Als het om werk gaat, zoekt de zzp-er iets meer uitdaging en iets minder zekerheid dan anderen.’
A VOICE Collectieve actie en belangenbehartiging
65 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Jaap Jongejan CNV Vakmensen
Waarom zou de zzp-er zich niet in een collectiviteit kunnen organiseren die bij hem past?
A VOICE Collectieve actie en belangenbehartiging
66 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Jaap Jongejan CNV Vakmensen
Er zijn branches in Nederland met bijna uitsluitend zzp-ers, bijvoorbeeld die van pedicures en schoonheidsspecialisten. Hoe zorgen we er met elkaar voor dat zulke branches aantrekkelijk blijven voor zzp-ers en dus blijven bestaan? ‘Branches blijven bestaan omdat er vraag is naar hun diensten. Een andere vraag is hoe je ervoor zorgt dat je als bedrijfstak interessant blijft. Dat je met elkaar geld kunt blijven verdienen. Zorg als collectief, dus als zzp-ers met elkaar, dat de zaken goed geregeld zijn, bijvoorbeeld op het gebied van opleiding en scholing. Samenwerking is daarvoor het beste recept. Daarnaast is het zaak de markt zo interessant te maken dat er meer vraag is naar bijvoorbeeld schoonheidsspecialisten. Ook dat is een gemeenschappelijke opgave.’ Ziet u daarin ook een rol weggelegd voor een organisatie als het HBA? ‘Jazeker. Er ligt in diverse opzichten een mooie rol weggelegd voor het HBA. Denk maar aan het benadrukken van het belang en de waarde van het ambacht, het op een goede manier verkopen van het ambacht. Mooi is dat binnen het HBA zowel werkgevers als werknemers vertegenwoordigd zijn. Daardoor is er een goede basis om dat gezamenlijk te doen.’
A VOICE Collectieve actie en belangenbehartiging
67 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
– Hans Simons
Ondernemersorganisatie Schoonmaaken Bedrijfsdiensten
Er zal altijd een partij moeten zijn die de branches bijeenbrengt en bindt
– Hans Simons A VOICE Collectieve actie en belangenbehartiging
69 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Ondernemersorganisatie Schoonmaaken Bedrijfsdiensten
Samen sta je veel sterker De OSB en andere HBA-branches hebben het Platform Preventie Valgevaar, een initiatief van de Ondernemersorganisatie Schoonmaak- en Bedrijfsdiensten (OSB) en SBD/VEBIDAK (bitumineuze dakbedekkers), uitgebouwd tot een lobbyorganisatie waarin inmiddels twintig organisaties van werkgevers en werknemers samenwerken. Drie vragen aan OSB-voorzitter Hans Simons over doelstellingen en resultaten van dit samenwerkingsverband.
– Hans Simons A VOICE Collectieve actie en belangenbehartiging
70 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Welke doelstellingen heeft het Platform al bereikt en welke wensen staan nog op het programma? ‘Een belangrijke doelstelling is het voorkomen van arbeidsongevallen, met name het vallen van hoogte. De beste wijze van ongevalpreventie is te zorgen voor een veilige werkplek. Hiervoor zijn diverse onderhoudsbranches afhankelijk van voorzieningen op, aan en rondom een gebouw. Door de inzet van OSB en het HBA zal de bouwregelgeving worden aangepast, zodat onderhoud aan gebouwen op een veiliger manier kan gebeuren. De benodigde gebouw voorzieningen voor veilig onderhoud zullen in de nabije toekomst worden getoetst bij de aanvraag van de bouw vergunning. Een ontwerp van de architect kan in de toekomst alleen nog maar goedgekeurd worden als het gebouw ook veilig onderhouden kan worden. Bij nieuwbouw en verbouwingen is dit nu geregeld. Maar ook bestaande gebouwen vragen om een dergelijke aan pak. Verder is het nodig dat architecten, projectontwikkelaars, gemeenten en gebouweigenaren goed notie nemen van deze nieuwe Arbo-regels. Het Platform zal samen met de overheid voor objectieve informatie zorgen, zodat iedereen de regelgeving begrijpt en kan toepassen.’
Ondernemersorganisatie Schoonmaaken Bedrijfsdiensten
Mede door toedoen van het HBA hebben zich veel meer brancheorganisaties bij dit Platform aangesloten. Vindt u het ‘logisch’ dat het HBA een dergelijke coördinerende rol in een lobbyproces op zich neemt? ‘Het is belangrijk dat onderhouds branches goed met elkaar samenwerken op onderwerpen die voor iedereen essentieel zijn. Er zal dan altijd een partij moeten zijn die ook de branches bijeenbrengt en bindt. Het HBA is zich vanaf het begin hiervan bewust geweest en heeft de onderhoudsbranches ondersteund. Het is te prijzen dat het HBA hierbij over de eigen grenzen heen kijkt en zich inzet voor een algemeen belang, namelijk veilig werken op hoogte. Bovendien geldt ook hier het motto ‘Samen sta je veel sterker’.’ ‘Het’ bedrijfsleven bepleit regelmatig vermindering en versoepeling van wet- en regelgeving. Het Platform Preventie Valgevaar zet zich daarentegen in voor scherpere regels en strenge handhaving. Juist veel Arbo-regels (denk maar aan de Arbo-paragrafen in diverse Branchecodes van bij het HBA aangesloten branches) komen voort uit zelfregulering. Waarom probeert het Platform zijn doelstellingen niet te bereiken via zelfregulering? ‘De veiligheid van onderhoudspersoneel gaat altijd boven commerciële belangen. Indien dit wettelijk niet goed geregeld is zullen er vele onveilige situaties
blijven bestaan. In feite zouden alle onderhoudspartijen dan moeten zeggen dat ze het werk niet zullen uitvoeren. Helaas werkt het in de praktijk niet zo. Er zullen altijd partijen zijn die de gevaren niet zien of niet willen zien en het werk gewoon uitvoeren. Bonafide ondernemers hebben last van bedrijven die een loopje nemen met veiligheid. Dat kan niet de bedoeling zijn. OSB zal altijd blijven opkomen voor de bonafide bedrijven, die kwaliteit willen leveren en rekening houden met wat wel en niet mogelijk is voor de eigen werknemers. Een goede aanpak bij de bron, namelijk het voorkomen van onveilige werk plekken, zal leiden tot minder arbeids ongevallen. Die aanpak vraagt bij de start om enige extra regelgeving, maar in de volgende fasen juist minder. Zelfregulering is in dit geval onvol doende omdat de onderhoudsbranches de ontwerpers en ontwikkelaars van gebouwen niet aan een touwtje hebben. Op de veiligheid van een werkplek mag scherp gecontroleerd en gehandhaafd worden. Dit is in het belang van iedereen en vooral van de bonafide ondernemers die gewoon een eerlijke dienst willen leveren. Veiligheid en eerlijke concurrentie moeten samen gaan.’
A VOICE Effectieve afstemming
71 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Piet Kalle
Hoofdbedrijfschap Ambachten Voorzitter (1996 - 2010)
Effectieve afstemming
A VOICE Effectieve afstemming
73 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Piet Kalle
Hoofdbedrijfschap Ambachten Voorzitter (1996 - 2010)
EFFECTIEVE AFSTEMMING: met vereende krachten Het HBA treedt de laatste jaren steeds nadrukkelijker op als pleitbezorger van de ambachtseconomie. Piet Kalle heeft daar als voorzitter een stimulerende en coördinerende rol in gespeeld. Een gesprek met Kalle over effectieve afstemming van belangen tussen branches onderling en van branches met de overheid.
A VOICE Effectieve afstemming
74 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Piet Kalle
Hoofdbedrijfschap Ambachten Voorzitter (1996 - 2010)
We stellen onze kennis en ervaring en ons netwerk beschikbaar ‘Het HBA heeft de afgelopen vijf jaar inderdaad meer dan tot dan toe gebruikelijk was het contact gezocht met de brancheorganisaties en met de ondernemingen,’ blikt Kalle terug. ‘Wij voorzien hen steeds meer van materiaal waardoor ze wat gemakkelijker kunnen ondernemen. Uit de positieve reacties viel af te leiden dat dit naar meer smaakte.’ Geschillencommissies Naast de in het oog lopende marketing campagnes heeft het HBA ook diverse instru menten ontwikkeld die vooral gericht zijn op verdere professionalisering van de branches. ‘De samenstelling van een gezamenlijke geschillencommissie door de drie HBA-branches op het gebied van de uiterlijke verzorging is daar een goed voorbeeld van,’ vindt Kalle.
A VOICE Effectieve afstemming
75 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Piet Kalle
Hoofdbedrijfschap Ambachten Voorzitter (1996 - 2010)
De betrokken branches (kappers, voetverzorgers en schoonheidsspecialisten) hebben zich begin 2010 met één gezamenlijke geschillencommissie bij de Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken (SGC) aangesloten. Kalle: ‘In totaal heeft nu ongeveer 75% van de bij het HBA aangesloten bedrijven een geschillen commissie bij de SGC. Het werken volgens algemeen erkende leveringsvoorwaarden en de bereidheid zich te onderwerpen aan de uitspraken van een onafhankelijke geschillencommissie stimuleert het professionalisme van ondernemers. Daarom steunt het HBA de brancheorganisaties hierbij op verschillende manieren.’ Kalle legt uit dat het HBA meer doet dan ‘alleen’ het voortouw nemen. ‘Zo stellen wij, natuurlijk in nauw overleg met de betrokken brancheorgani saties, de regelingsvoorwaarden op. Vervolgens gaan we samen met de brancheorganisaties onderhandelen met de Consumentenbond. Omdat de leveringsvoorwaarden dan al behoorlijk vorm hebben, verlopen die onderhandelingen vlot. Na twee of drie overlegrondes zijn we er meestal wel uit. Verder betaalt het HBA jaarlijks de vaste kosten van de geschillenregeling. Daarbij valt te denken aan secretariaatskosten en dergelijke. De variabele kosten, waarvan de omvang afhankelijk is van het aantal klachten dat jaarlijks binnenkomt, zijn voor rekening van de branche organisaties.’
A VOICE Effectieve afstemming
76 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Piet Kalle
Hoofdbedrijfschap Ambachten Voorzitter (1996 - 2010)
dankzij onze gezamenlijke inspanningen beseft de overheid nu beter dat de ambachten ertoe doen
A VOICE Effectieve afstemming
77 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Piet Kalle
Hoofdbedrijfschap Ambachten Voorzitter (1996 - 2010)
Gesprekspartner overheid Daarnaast treedt het HBA richting overheid regelmatig op als gesprekspartner namens één of meer branches. ‘Denk maar aan de lobby voor een laag btw-tarief voor arbeidsintensieve diensten,’ zegt Kalle.‘Dat is een dossier dat al jaren loopt. En wat ons betreft kan het nog niet dicht omdat nog niet al onze wensen zijn vervuld. Een belangrijke stap was het besluit in 2009 van de in Ecofin samenwerkende Europese ministers en staatssecre tarissen van Financiën om het tijdelijk verlaagde tarief van 6% btw op arbeidsintensieve diensten definitief te maken. Daarbij gaat het onder andere om het herstellen van fietsen, schoenen, kleding en kappersdiensten. Het verlaagde tarief kan ook worden toegepast op onderhoudskosten op alle huizen.’ Branches die op het lijstje van het Ecofin-akkoord ontbreken, kunnen bij de Nederlandse overheid op grond van een rechtvaardigingsgrond alsnog proberen voor een verlaagd tarief in aanmerking te komen. Zo bepleit bijvoorbeeld de zonweringsbranche tariefsverlaging voor haar diensten en producten door op het energiebesparingsbeleid van het kabinet te wijzen. De voetverzorgers leggen de lat nog hoger: zij streven zelfs naar het nultarief. Je kunt prima de stelling verdedigen dat voetverzorgers tot de gezondheidszorg behoren. Consumenten gaan niet alleen naar de pedicure
A VOICE Effectieve afstemming
78 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Piet Kalle
Hoofdbedrijfschap Ambachten Voorzitter (1996 - 2010)
om hun voeten te laten verfraaien, maar vooral omdat ze paramedische zorg nodig hebben. Fysiotherapeuten die eveneens in de gezondheidszorg werkzaam zijn, hoeven helemaal geen btw te betalen. Gelijke monniken, gelijke kappen: ons standpunt is dus dat voor pedicures het nultarief moet gelden. Ik hoop dat de overheid daar de redelijkheid van inziet,’ aldus Kalle. Het HBA helpt branches bij het btw-dossier op verschillende manieren: ‘We stellen onze kennis en ervaring beschikbaar. Veel branches missen door hun beperkte omvang de kennis en de mankracht op dit punt. Verder betalen we mee aan onderzoeken die in dit verband worden uitgevoerd. Bovendien hebben we goede ingangen bij het Ministerie van Financiën,’ aldus Kalle. Platform Ambachtseconomie Kalle merkt op dat de aandacht, die het Platform Ambachtseconomie en het HBA voor het belang van de ambachtseconomie hebben gevraagd, effect sorteert: ‘Als wij met een brancheorgani satie een verzoek indienen, heeft dat nu meer gewicht. De overheid – en dat geldt niet alleen voor het Ministerie van Financiën – beseft nu beter dat ambachten ertoe doen, dat zij een factor zijn waarmee rekening moet worden gehouden. Daarmee wil ik overigens nog niet zeggen dat het Platform nu al zijn doel heeft bereikt. Integendeel, wij zijn nog maar net begonnen.’
A VOICE Effectieve afstemming
79 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
– Margret HoekengaIdema Nederlandse Schoenmakers Vereniging (NSV)
De waardering voor de ambachten moet terug komen
A VOICE Effectieve afstemming
– Margret HoekengaIdema
81 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Nederlandse Schoenmakers Vereniging (NSV)
Wat is logischer dan de handen ineen te slaan? Margret Hoekenga-Idema, secretaris van de NSV, is fervent voorstander van gemeenschappelijke activiteiten door het HBA waar van zij bestuurslid is. Zij noemt de collectieve reclamecampagnes voor de schoenmakers als voorbeeld. ‘Deze worden gefinancierd uit de bestemmingsheffing die het HBA, in overleg met de branche, aan alle schoenmakers in Nederland oplegt. Zulke campagnes kunnen wij als relatief kleine branchevereniging niet zelf betalen. Omdat alle schoen makers ervan profiteren, of zij nu lid zijn van de NSV of niet, is het terecht dat ook alle collega’s daaraan meebetalen.
A VOICE Effectieve afstemming
– Margret HoekengaIdema
82 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Nederlandse Schoenmakers Vereniging (NSV)
De schoenmakers hebben al diverse campagnes achter de rug, vertelt zij: ‘We hebben tv-spotjes gehad met pratende schoentjes. Ook de pay-off ‘Gun schoenen een tweede ronde, weggooien is zonde’ kunnen velen zich nog herinneren. Dat geldt ook voor de commercial met Al Bundy in de hoofd rol, de cynische schoenverkoper uit de destijds zeer populaire comedyserie Married …with children.’
verzorging, poetsen, behandeling van vlekken enzovoorts. Er zijn bovendien plannen voor live uitzendingen, waarin klanten vanachter de computer vragen kunnen stellen aan degene die in de studio zit. Hoekenga: ‘Dat medium biedt nog legio nieuwe mogelijkheden. Eigenlijk is het bijzonder dat wij als relatief oude branche zo modern zijn om de bestemmingsheffing op die manier in te zetten.’
Interactief tv-kanaal
Opleidingsprojecten
Sinds maart 2009 wordt het collectieve reclamebudget besteed aan promotie op internet. Dit wordt gefinancierd uit de bestemmingsheffing. De schoenmakers hebben de beschikking over een moderne site in de vorm van een interactief tv-kanaal, dat zich zowel op consumenten als op schoenmakers/ ondernemers richt. Daarop zijn onder andere live-uitzendingen te zien van rondetafelgesprekken. Verder biedt de website tv-interviews met vooraan staande mensen uit en rond de schoen makerij. De onderwerpen worden afgestemd op actuele thema’s zoals de jaarlijkse verkiezing van de ‘Beste schoenmakerij van Nederland’. Daar naast zijn op de site allerlei tips voor consumenten te vinden over schoen
Vanuit een andere bestemmingsheffing zijn de opleidingsprojecten voor schoenmakers verbeterd. Zoals de meeste bij het HBA aangesloten branches is het schoenmakersbedrijf een kleine bedrijfstak met over het algemeen kleine opleidingen. Hoekenga: ‘De overheid subsidieert een opleiding als er minimaal 21 leerlingen in een klas zitten. Voor ambachtelijke opleidingen, waar praktijkles heel belangrijk is, is dit aantal te hoog. Je kunt geen praktijkles geven aan zoveel leerlingen tegelijk. Uit de bestemmingsheffing kunnen we opleidingsprojecten betalen. Het blijft natuurlijk jammer dat de overheid geen oog heeft voor mensen die met hun handen werken.’
Europese campagne? Gezien de goede resultaten van collec tieve campagnes in Nederland breekt de NSV-secretaris een lans voor een Europese promotiecampagne, gericht op herwaardering van het ambacht in het algemeen. ‘De waardering voor de ambachten moet terug komen. Het zijn prachtige beroepen waar mensen zich met passie, hart en ziel inzetten om iets moois te maken en het hun afnemers naar de zin te maken. Het is zo raar dat zulke beroepen niet gewaardeerd worden. In Nederland vestigt het HBA al de aandacht op het belang van de ambachtseconomie. Denk maar aan de initiatieven zoals de oprichting van het Platform Ambachtseconomie en de organisatie van de Week van het Ambacht. Bij onze oosterburen is het Zentralverband des Deutschen Hand werks, de Duitse tegenhanger van het HBA, actief met een vergelijkbare opzienbarende campagne. Wat is logischer dan de handen ineen te slaan en de mogelijkheden van een Europese campagne te onderzoeken?’
Jong in het ambacht
jong in het ambacht
Naam Dennis Desserjer Leeftijd 25 Ambacht Straatmaker Dennis Desserjer is straatmaker. Na het behalen van zijn Mavodiploma ging hij naar het Zadkine college in Rotterdam, waar hij de opleiding tot straatmaker in 2008 met succes heeft afgerond. Het idee om in dit ambacht te gaan werken heeft hij niet van een vreemde. In zijn omgeving zitten meer mensen in het vak, onder wie zijn vader. Zijn beroep bevalt hem goed: ‘Het is prettig om lekker in de buitenlucht te werken. Ook bevalt het mij om praktisch bezig te zijn. Als straatmaker ben je op een constructieve manier aan het werk.’ In 2008 won hij samen met Pepijn Westerdijk de zilveren medaille tijdens het evenement EuroSkills. Nu werkt hij voor de gemeente Delft. In de toekomst wil Dennis leerlingen begeleiden in het vak: ‘Het lijkt me leuk om andere jongeren enthousiast te maken voor mijn vak. Ik kan ze mijn expertise overbrengen en de fijne kneepjes van het vak leren.’
jong in het ambacht
Naam Harriët van ’t Slot Leeftijd 23 Ambacht Slager Harriët van ’t Slot werkt bij Keurslager Groeneveld in Wassenaar. Na de middelbare school heeft ze de koksopleiding aan het ROC Leiden gevolgd. Met dat diploma op zak heeft ze de opleiding verkoopmedewerker aan de Slagersvakschool in Rijswijk gedaan. Waarom heb je voor het slagersambacht gekozen? ‘Ik wist van jongs af aan al dat ik iets met eten wilde doen. Ook vind ik het contact met klanten leuk. Mijn vader is slager, dus ik wist goed waar ik aan begon. Ik werk nu fulltime in zijn slagerij en dat bevalt me prima.’ Het slagersvak wordt van oudsher vooral door mannen uitgeoefend. Is dat nu nog zo? ‘Ja, dat is nog steeds zo naar mijn idee, hoewel er tegenwoordig wel meer vrouwelijke slagers zijn dan zo’n 15 jaar geleden. De mannen doen het voor bereidende werk en het uitbenen. De dames doen het verkoopwerk. Die rolverdeling is in de loop der tijd zo ontstaan, denk ik.’ In de toekomst zal Harriët wellicht de slagerij van haar vader willen overnemen. Ze is van plan haar ondernemersdiploma te halen.
jong in het ambacht
Naam Claudia Pauli Leeftijd 23 Ambacht Opticien Claudia Pauli heeft aan het Zadkine college in Rotterdam de opleiding tot opticien gevolgd. Na het behalen van haar diploma besloot ze zich in te schrijven voor de HBO-opleiding optometrie aan de Hogeschool Utrecht. Naast haar studie is ze werkzaam als opticien bij Hofstede Optiek in Den Haag. Daarnaast werkt ze als TOA (technisch oogheel kundig assistent) in het Leyenburg ziekenhuis in de residentie. Het bevalt de ambitieuze studente goed om van verschillende markten thuis te zijn: ‘Als opticien ben je met mode bezig. Brillen zijn functioneel, maar ze moeten de klanten ook goed staan. Ook moet je goed met mensen kunnen omgaan en natuurlijk over verkoopkwaliteiten beschikken. Tevens moet je ad hoc problemen kunnen oplossen van klanten. Als optometrist ben je vooral bezig met de gezondheid en het functioneren van de ogen. Je moet heel precies en geconcentreerd bezig zijn met je vak. Werken in het ziekenhuis bevalt mij goed. De afwisseling in werk vind ik prettig en dat wil ik in de toekomst graag behouden!’
jong in het ambacht
Naam Mustafa Bahar Leeftijd 29 Ambacht Schoenmaker Mustafa Bahar is samen met echtgenote Annemarie Keesom (eveneens 29 jaar) trotse eigenaar van Schoenmakerij ShoeFix. De zaak is gevestigd in Heerhugowaard. Op de leeftijd van 13 jaar kreeg Mustafa al interesse in het vak toen hij in een schoenmakerij aan de slag kon. Na het volgen van de opleiding tot schoenmaker in Den Bosch wilde hij eigen baas worden. Hij spreekt gepassioneerd over zijn beroep: ‘Het schoenmakersvak geeft me veel voldoening. Het werk is gevarieerd, ik kan mijn creativiteit erin kwijt en het contact met klanten vind ik prettig.’ Het schoenmakersvak heeft volgens hem ten onrechte een stoffig imago: ‘Mijn zaak is alles behalve stoffig. Ik streef naar een uitstraling van luxe. Dat bereik ik door meer aan te bieden dan het verrichten van schoenreparaties en het maken van aanpassingen aan lederwaren alleen. Klanten kunnen hier ook terecht voor onder andere vervaardiging van naamplaten, en we hebben ook een ruime sortering koffers, reistassen, heren- en damestassen, laptoptassen en zelfs voetverzorgingsproducten.’ In de toekomst ziet Mustafa de zaak nog groter en luxueuzer worden.
jong in het ambacht
jong in het ambacht
Naam Ruiter Janssen Leeftijd 23 Ambacht Grafisch ontwerper Ruiter Janssen is tot grafisch ontwerper geschoold aan de Willem de Kooning Academie in Rotterdam. ‘Aanvankelijk wilde ik advertising gaan studeren. Toen ik in een klas terecht was gekomen waar zowel advertising als grafisch ontwerpen werd gedoceerd, ontdekte ik dat ik grafisch ontwerpen veel leuker vond. Bij deze HBO-opleiding gaat het niet alleen over het ontwerpen van een poster of een boek maar ook over de vraag hoe je een bepaalde communicatieboodschap het beste kunt overbrengen. Waarom een poster gebruiken als een wandobject of een animatie het doel beter dient? En wat voor invloed heeft het doel op de uiteindelijke vorm? Ik ben het daarom ook hartgrondig eens met de uitspraak van Wim Crouwel: ‘Form follows function’. Het brede karakter van de studie Grafisch Ontwerpen is mij daarom goed bevallen.’ Ruiter is nu zelfstandig ondernemer. ‘In mijn studietijd heb ik met twee vrienden het LEEMcollectief opgezet. Dat geeft de gelegenheid ons met eigen projecten bezig te houden, zoals het bouwen van objecten voor de openbare ruimte. Omdat we van het LEEM-collectief nog niet kunnen leven, werk ik ook als freelance grafisch ontwerper. Mijn ideale toekomstscenario? Het zou mooi zijn als we in de toekomst ons brood kunnen verdienen met onze creatieve projecten.’
jong in het ambacht
Naam Annelinde Gorter Leeftijd 20 Ambacht Specialist mode-maatkleding Annelinde Gorter is derdejaars studente aan het ROC Mondriaan in Den Haag, waar ze de opleiding tot specialist mode-maatkleding volgt. De ambitieuze studente heeft al vanaf jonge leeftijd interesse in ontwerpen: ‘Design is mijn grote passie, vooral omdat ik er mijn creativiteit in kwijt kan. Inspiratie voor ontwerpen vind ik eigenlijk overal: in mooie architectuur, bloemen die ik zie, of muziek waar ik naar luister. Na het afronden van mijn opleiding wil ik graag naar de kunstacademie in Arnhem. Uiteindelijk is het mijn droom om voor een groot merk te ontwerpen. Ik zou graag mijn eigen label willen hebben.’ In maart 2010 won Annelinde samen met Nathan Reijnen goud tijdens de finale van de beroepenwedstrijden Skills Masters. In december 2010 zal het duo Nederland gaan vertegen woordigen bij de EuroSkills in Lissabon. Deze wedstrijd ziet Annelinde met veel enthousiasme tegemoet: ‘Het zal een leerzame ervaring worden. Ik kijk ernaar uit om veel te leren en nieuwe mensen te ontmoeten. We zien wel hoe ver we komen. Ik ben erg blij dat we naar Lissabon mogen en dat we de kans krijgen om deze ervaring op te kunnen doen!’
jong in het ambacht
Naam Steven Kischemöller Leeftijd 21 Ambacht Glazenwasser Steven Kischemöller is glazenwasser. Na het behalen van zijn VMBO-diploma besloot hij voor een beroep te gaan waarin hij zich goed voelt. Enthousiast gemaakt door zijn broer die ook glazenwasser is, kon hij aan de slag bij Rietbroek Voor Schoonhouden in Rijswijk. Daar is hij als leerling opgeleid. Ook heeft hij een diploma leidinggeven behaald. ‘Het vak bevalt me goed. Als glazenwasser heb je veel vrijheid. Een kantoorbaan van 9 tot 5 zou niet bij me passen. Ik ben liever bezig in de buitenlucht en vind het fijn om in beweging te zijn. Ook is het prettig om vroeg te beginnen, dan ben je ook weer lekker vroeg klaar.’ Op de vraag of hij ooit als voorman glazenwasser zal willen werken, antwoordt Steven: ‘Ik ben benieuwd wat de toekomst me zal brengen. Nu vind ik mezelf daar nog wat jong voor, maar misschien is het wat voor me als ik wat ouder ben en meer ervaring heb. Het is in elk geval fijn om het diploma leidinggevende te hebben. Wie weet wat de toekomst voor me in petto heeft: the sky is the limit!’
jong in het ambacht
jong in het ambacht
Naam Rozan Zonneveld Leeftijd 19 Ambacht Kapper Rozan Zonneveld volgt de kappersopleiding aan het ROC ID College in Leiden. Naast haar opleiding werkt ze als kapper bij Fred Hoen Haarmode in Leidschendam. Rozan heeft plezier in haar beroep: ‘Ik vind het leuk om mensen mooier te maken. Door een klant een goed kapsel te geven, kan hij of zij er ineens veel beter of jonger uitzien. Het is leuk om te zien hoe blij sommige mensen zijn met hun nieuwe look.’ Dat Rozan bovendien kijk heeft op kleding en make-up, werd bevestigd toen ze in maart 2010 de derde prijs Hairfashion Award in de categorie ‘metamorfose vrouwen’ won. Ze had toen de opdracht om tijdens de wedstrijd een zelf mee gebracht model een ander uiterlijk te geven qua haar, make-up en kleding. Na het afronden van de kappersopleiding wil ze een opleiding visagie gaan volgen. ‘In de toekomst zou ik graag als freelance visagist willen werken. Dat zou ik willen combineren met mijn werk als kapster.’
jong in het ambacht
Naam Milo Schekkerman Leeftijd 22 Ambacht Pianotechnicus Milo Schekkerman werkt als pianotechnicus bij Cox Pianoservice in Gouda. Hij heeft de opleiding pianotechniek gevolgd aan het Hout- en Meubileringscollege in Amsterdam. Met als extra een cursus ondernemerschap voor het MKB. ‘Mede op het idee gebracht door een pianostemmer heb ik voor dit vak gekozen. Bovendien was ik op het Atheneum al geïnteresseerd in het verband tussen muziek enerzijds en wiskunde en natuurkunde anderzijds. Alles wat met toonhoogte te maken heeft, kan worden uitgedrukt in wis- en natuurkunde. Pianostemmen is een compromis tussen heel veel verschillende dingen. Vaak moet je als stemmer een keuze maken tussen objectieve overwegingen, op grond van wis- en natuurkundewetten, en subjectieve overwegingen waarbij mijn eigen beleving doorslaggevend is. Verder werk ik graag met mijn handen, ik wil niet puur theo-retisch bezig zijn.’ Droom je ervan om zelfstandig ondernemer te worden? ‘Ik wil vooral mijn werk goed doen en in een prettige omgeving. Het is van ondergeschikt belang of ik dat doe als werknemer of als zelfstandig ondernemer. Wel geloof ik dat het, gezien de risico’s die een ondernemer loopt, nodig is eerst flink wat ervaring op te doen voordat je een eigen zaak begint.’
jong in het ambacht
Naam Ivo van der Bent Leeftijd 27 Ambacht Fotograaf Ivo van der Bent is freelance fotograaf. Hij volgde de fotoacademie in Amsterdam. Nu werkt hij voor diverse opdrachtgevers, zoals Volkskrant Magazine en Nobiles Magazine, maar ook voor Albert Heijn en Unox. Ivo fotografeert verschillende onder werpen. Hij werkt vanuit de richtlijnen van zijn opdrachtgevers, maar drukt ook zijn eigen stempel op de foto’s: ‘Ik fotografeer vanuit mijn perspectief. In mijn foto’s is de weergave van de realiteit doorgaans van minder belang dan het artistieke idee dat er achter zit.’ Op de vraag welke eigenschappen bij een goede fotograaf horen, antwoordt Ivo: ‘Een goede fotograaf moet over een scala aan kwaliteiten beschikken. Uiteraard moet je een goede techniek hebben en creatief zijn. Maar je moet ook een neus voor zaken hebben en jezelf kunnen verkopen aan opdracht gevers en publiek. Verder is het belangrijk dat je naamsbekendheid creëert en die weet te behouden.’ In de toekomst wil Ivo meer gaan exposeren. Ook speelt hij met de gedachte om zijn carrière uit te breiden op internationaal vlak.
Het decor van de ambachtseconomie
Peter van Hoesel Panteia / Platform Ambachtseconomie
Over de sociaal-economische, culturele en innovatieve betekenis van de ambachtseconomie
Ambachtseconomie is cruciaal Het midden- en kleinbedrijf in de ambachtseconomie boekt jaarlijks een omzet van 127 miljard euro, waarvan 40 miljard toegevoegde waarde. In totaal betreft het 142.000 bedrijven waar ruim 800.000 mensen werken. Dit blijkt uit onderzoek naar de omvang van de ambachtseconomie in Nederland dat EIM in opdracht van het HBA heeft uitgevoerd. Peter van Hoesel, directeur van Panteia (waar het EIM onderdeel van uitmaakt), tevens lid van het Platform Ambachtseconomie, geeft een toelichting op de begin 2010 gepresenteerde resultaten.
Indrukwekkende cijfers bevestigen het belang van de ambachtseconomie Ambachtseconomie is cruciaal
106 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Peter van Hoesel
Als de grote bedrijven worden meegerekend, realiseert de ambachtseconomie jaarlijks 206 miljard euro omzet, waarvan 64 miljard toegevoegde waarde. In totaal zijn er 243.000 ondernemingen, wat neerkomt op 30% van alle actieve ondernemingen in het bedrijfsleven. Van de beroepsbevolking werkt 16% ofwel ruim 1,2 miljoen personen in de ambachts economie.
Veelzeggende getallen Deze cijfers bevestigen dat de ambachten in onze economie meetellen, zelfs in de voorste linie. Zij spelen in dezelfde categorie als bijvoorbeeld de industrie en detailhandel. In deze aantallen zijn niet opgenomen personen met een ambachte lijk beroep die bij bedrijven werken die niet tot de ambachtseconomie worden gerekend. Zelf standigen zonder personeel die minder dan 16 uur per week als ondernemer werken zijn evenmin in deze getallen meegenomen.
Definitie en afbakening van de ambachtseconomie Bovenstaande getallen worden pas veelzeggend, zodra je weet wat er verstaan wordt onder het begrip ambachtseconomie. Er zijn 159 ambachte lijke branches, ondergebracht in onderstaande 9 clusters. Bij elk cluster staan enkele voorbeelden vermeld van beroepen die eronder vallen.
Zonder ambacht zou het comfortabele dagelijkse leven dat wij in onze moderne samenleving gewend zijn niet houdbaar zijn Ambachtseconomie is cruciaal
1 2 3 4 5 6 7 8 9
Bouw bv. metselaars, dakdekkers, stratenmakers Afbouw/afwerking bv. schilders, timmerlieden, stukadoors Gebouwverzorging bv. schoonmakers, gevelreinigers Uiterlijke verzorging/gezondheidstechniek bv. kappers, opticiens, voetverzorgers Installatie/elektrotechniek bv. loodgieters, elektriciens, cv-installateurs Metaal/hout/overige productie bv. carrosseriebouwers, meubelmakers, kleermakers Reparatie/onderhoud bv. automonteurs, stoffeerders, schoenmakers Voeding bv. bakkers, slagers, ijsbereiders Creatieve industrie/communicatie bv. podiumkunstenaars, architecten, reclamemakers, fotografen, drukkers.
Waarom scharen we bovenvermelde branches/ beroepen allemaal onder de ambachtseconomie? Het betreft toch zeer uiteenlopende soorten werkzaamheden, die op het eerste gezicht weinig verband met elkaar houden? Waar het om draait is het aangeleerde handwerk van de vakman, dat in al deze beroepen doorslaggevend is voor de kwaliteit van het product of de dienst die wordt geleverd. ‘Het gaat hierbij niet zozeer om wat er wordt geproduceerd maar hoe het wordt geproduceerd’,
107 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Peter van Hoesel
zoals ambachtsonderzoeker van het EIM Pim van der Valk stelt. Handwerk betekent zeker niet dat er geen hulpmiddelen of gereedschap worden gebruikt, maar het gaat erom hoe de vakman met die hulpmiddelen omgaat. Zoals het HBA kernachtig samenvat: ‘a fool with a tool is still a fool’. De ambachtseconomie is vooral gericht op de binnenlandse markt of beter gezegd op de regionale markt. Ambacht is sterk plaatsge bonden, wat samenhangt met het handwerk matige karakter van de beroepen. Export staat dan ook niet voorop in de ambachtseconomie. Ambacht is van oudsher gekoppeld aan fysieke arbeid of fysieke producten. Aangezien een aantal nieuwe creatieve beroepen (zie cluster 9) tot de ambachtseconomie wordt gerekend, is die koppeling niet langer te gebruiken als bepalend kenmerk voor ambachtelijke beroepen. Het gaat voortaan niet alleen om de fysieke belasting, maar om de autonome aansturing van deels high-tech hulpmiddelen, naar eigen inzicht van de ambachtsman/vrouw. Kenmerkend is dat beoefenaars van deze ambachten zich presenteren als ‘de nieuwe ambachten’. Naar moderne begrippen volkomen terecht. ICT is slechts een tool, een middel van de maker, de ambachtsman/vrouw.
Belang van het ambacht Zonder ambacht zou het comfortabele dagelijkse leven dat wij in onze moderne samenleving gewend zijn niet houdbaar zijn. Apparaten die niet worden onderhouden, begeven het na verloop van tijd. Gebouwen die niet worden onderhouden vervallen tot krotten. Het autoverkeer zou zich tevreden moeten stellen met landweggetjes. Zonder stoelen, tafels en bedden wordt werken en wonen een stuk minder prettig. Verwarming kan alleen nog met ouderwetse kachels. Ons voedsel zou alleen nog op industriële manier kunnen worden vervaardigd. Mensen met slechte ogen kunnen geen TV meer kijken. Zo kun je nog wel even doorgaan. Kijkend naar de verhouding met de industrie zou je kunnen zeggen, dat het ambacht begint waar de industrie ophoudt. De industrie levert spullen af, maar die moeten vervolgens onderhouden worden. Er wordt in dit verband wel gesproken van de ‘verlengde hand’. Zonder onderhoud zou het milieu het zwaar te verduren krijgen omdat apparaten veel vaker moeten worden vervangen. Het omgekeerde is ook waar: het ambacht houdt op waar de industrie begint. Een ambacht is geen ambacht meer, zodra het zodanig geautomatiseerd verloopt, dat het vakmanschap van de ambachts man nauwelijks invloed meer heeft op de kwali teit. Hier zit een paradox in: een zeer innovatieve ambachtelijke ondernemer zou door middel van
Het is niet zo dat ICT vervangend kan zijn voor het vakmanschap in het ambacht, het blijft een hulpmiddel Ambachtseconomie is cruciaal
108 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Peter van Hoesel
Henk Oosterling Faculteit Wijsbegeerte van de Erasmus Universiteit / Platform Ambachtseconomie
vergaande automatisering erin kunnen slagen zijn bedrijf weg te innoveren uit de ambachts economie.
op het belang van de ambachtseconomie voor onze samenleving mag worden verwacht dat dit herstel een blijvend karakter heeft.
Ontwikkelingen
En ook de omvang van de ambachtseconomie zal naar verwachting op niveau blijven. Ver schuivingen binnen clusters van ambachtelijke beroepen en de zo kenmerkende dynamiek van deze sector (sommige ambachten verdwijnen, nieuwe ambachten ontstaan) zullen niet veel invloed hebben op de totale omvang. De ambachten blijven onmisbaar.
In de ambachtseconomie werken veel zelf standigen zonder personeel. Dat heeft te maken met de brede groei van het aantal zzp-ers in ons land, maar ook met het feit dat er in de ambachtseconomie minder drempels zijn om als zzp-er te werken dan in industriële sectoren. Overigens bestaan er ook heel wat grote ambachtelijke bedrijven, dus kleinschaligheid is geen bepalend kenmerk van de ambachts economie. Innovatie is ook in de ambachtseconomie van wezenlijk belang. Het gaat daarbij vooral om procesinnovaties, leidend tot een hogere pro ductiviteit en een beter product voor de klant. ICT speelt hierbij in toenemende mate een wezenlijke rol. Het is overigens niet zo dat ICT vervangend kan zijn voor het vakmanschap in het ambacht, het blijft een hulpmiddel (anders is het geen ambacht meer). Het spreekt vanzelf dat de ambachtseconomie te lijden heeft gehad van de economische recessie die eind 2008 is ingetreden en die nog steeds zijn sporen nalaat. Daarbij valt op te merken, dat de ambachtseconomie het minder zwaar te verduren heeft gehad dan de exporterende sectoren. Inmiddels is sprake van een licht herstel. Gelet
Gezellig, hè? Ambachtelijkheid is per definitie een cultureel verschijnsel. Henk Oosterling, universitair hoofddocent aan de Faculteit Wijsbegeerte van de Erasmus Universiteit en lid van het Platform Ambachtseconomie, is vooral gefascineerd door de nieuwe verstandhouding die de ambachten tot de wereld hebben. Tot de materie, tot onze media – hulpmiddelen – tot al datgene wat in onze digitale, weerstandsloze, speculatieve wereld misplaatst geassocieerd wordt met vuile, zware, slecht betaalde arbeid.
Er is sprake van een nieuwe politiek van de ambachtelijkheid, van een micropolitiek van het vakmanschap Gezellig, hè?
110 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Henk Oosterling
Micropolitieke betekenis van een ambachtseconomie De afschaffing van het gildesysteem in 1798 luidde de Industriële Revolutie in. Het ging daarbij overigens meer om de bestuurlijke invloed die deze broederschappen uitoefenden dan om de ambachtelijke productie van gebruiksartikelen. Sindsdien leek niets zo ver uit elkaar te liggen als ambachtelijkheid en politiek. Maar het heeft er veel van weg dat er op dit moment, via een enorme omweg van ruim twee eeuwen, sprake is van een nieuwe politiek van de ambachtelijkheid, van een micropolitiek van het vakmanschap.
Levenshouding als cultureel kapitaal De eerste micropolitieke, toegevoegde waarde van het ambacht in het huidige tijdsgewricht lijkt mij de culturele betekenis ervan. We spreken over een gecultiveerde mentaliteit. Aan het in de ambachtelijkheid verzonken vakmanschap ligt een levenshouding ten grondslag die verder gaat dan professionaliteit. Dit mentale weefsel is zorgvuldig gesponnen en bestaat uit ragfijne draden van concentratie, aandacht, voeling en visie. Concentratie op de materie, aandacht voor de relaties, voeling met kwaliteit en visie op de sociaal-culturele inbedding van het ambacht in de 21ste-eeuwse globale samenleving. Vakmanschap staat voor interesse en focus. Wat ooit een ‘life time job’ was, kan uitgroeien tot een ‘state of being’, een levenshouding waarin met de vluchtige hectiek van alledag wordt gebroken.
Het zal iedereen duidelijk zijn dat de recente herwaardering van vakmanschap niet zonder onderwijstrajecten zal beklijven Gezellig, hè?
Vakmanschap pareert de moordende hectiek met aandacht en interesse. Vakmanschap biedt een focus en in het centrum van die focus duikt een uiterst precair fenomeen op: kwaliteit. Niet het Grote Geld, maar het kwalitatief hoogwaardige product staat centraal. Door zijn kwalitatieve uitstraling raakt het mensen. Het beroert ze. Zo knoopt een product mensen aan elkaar. Als knooppunt van relaties smeedt het duurzame netwerken. Zo verweeft een kwalitatief product sociaal kapitaal. Aan erfstukken, sieraden en kunstwerken is dit sociale en culturele kapitaal makkelijk af te lezen. Voor de ondernemende vakman of vakvrouw bestaat dat relationele veld naast een vaktraditie ook uit leveranciers, de bank, partners, klanten en hun gezin. Vakmensen integreren deze relaties in hun product en versterken daarmee de netwerken van hun klanten.
Sociaal kapitaal rendeert in sociale waarden Dit lijkt mij de tweede micropolitieke betekenis van de huidige herwaardering van het vakman schap: het borgen van een scala van sociale waar den. Het normen-en-waarden debat is daarom meer gebaat bij het optuigen van goede vakoplei dingen dan bij het monitoren van hangjongeren. De sociale component – werken vanuit een vaktraditie binnen een meester-gezel structuur – appelleert aan allerlei waarden. Een ondernemings gezinde vakman of vakvrouw weet op een creatieve manier tact, contact en contract met elkaar te verbinden. De meest voor de hand liggende grondwaarden van zo’n verstandhouding zijn
111 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Henk Oosterling
leergierigheid, gevoel voor proporties, respect voor je product, interesse in je netwerk en geschaalde verantwoordelijkheid. Vakmensen leren in de bewerking van hun product namelijk hun grenzen kennen. In overeenstemming met hun vakbeheer sing kunnen ze worden aangesproken op hun bekwaamheden en zijn ze bereid verantwoording af te leggen over de kwaliteit die ze leveren. Helaas levert de ambachtelijke traditie voor jongeren nog imagoproblemen op. Ambachtelijkheid en vak manschap worden vaak ten onrechte geassocieerd met hard werk, vuile handen en een karige beloning. Dit beeld begint echter te kantelen.
Onderwijs en leertrajecten Maar wie gaat dit nieuwe vakmanschap (m/v) op zich nemen? Het zal iedereen duidelijk zijn dat de recente herwaardering van vakmanschap niet zonder onderwijstrajecten zal beklijven. Reeds in een vroeg stadium van hun ontwikkeling zullen leerlingen verleid moeten worden tot het ontwikkelen van allerlei vaardigheden. Hun opleiding moet interesse niet afleren maar stimuleren. Ze moeten kunnen experimenteren met vaardigheden van allerlei aard – beroepsmatig, maar ook sociaal, cultureel, sportief en intellectueel.
Een nieuwe meester-gezel verhouding Het vakmanschap vinden we niet alleen terug in het beroepsonderwijs, maar ook in het universitaire onderwijs. Net als de banketbakker en zonwering monteur moeten bijvoorbeeld studenten filosofie beroepspecifieke vaardigheden ontwikkelen:
analytisch lezen, systematisch denken, retorisch verwoorden, argumentatief betogen, teksten componeren en vooral samenwerken. Op de universiteiten bestaan de gilden nog. De student functioneert binnen een meester-gezel structuur. Niet voor niets noemen we beginnende studenten bachelor: een gezel, vrij-gezel. Daarna moeten ze een meesterproef afleggen. Als master kunnen ze zich vervolgens verder bekwamen zodat ze na een ultieme meesterproef – de dissertatie – zelfstandig gaan werken.
Gezellig, hè? Minder spectaculair vinden we de sporen van die meester-gezel structuur terug in onze taal, met name in het woord ‘gezelligheid’. De Van Dale omschrijft het als ‘gemeenzaam omgaand met’ en ‘vertrouwd’. De betekenis is heel ruim, maar het komt altijd op één ding neer: er is sprake van een onmiskenbaar groepsgevoel. Met gezellen deel je een zaal. Je kunt het nooit in je eentje gezellig hebben. Het mag dan knus zijn, gezellig wordt het nooit. In dit simpele ‘samen zijn’ ligt wellicht de laatste en diepste micropolitieke betekenis van het nieuwe vakmanschap: een andere manier van samen zijn, van kwalitatief samenleven in plaats van speculatief overleven. Ambachtsmensen en vaklieden kunnen daarom zonder gêne een van de meest belegen Nederlandse uitdrukkingen tot slogan van hun offensief maken. Zij kunnen hun beroepstrots en professionele eer bundelen in een simpel ‘Gezellig, hè?’.
Ambachtelijke technieken voegen een extra dimensie toe aan Dutch Design Nicole Uniquole Ondernemer / Platform Ambachtseconomie
Ambacht en design versmelten
113 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Nicole Uniquole
Passie in de praktijk
Ambacht en design versmelten Nicole Uniquole, ondernemer en lid van het Platform Ambachtseconomie, adviseert over vormgeving en realiseert tentoonstellingen, presentaties en evenementen waar Nederlands ontwerp centraal staat. Zij ervaart dagelijks hoe ontwerp en ambachtelijke productie op een natuurlijke wijze in elkaar overgaan.
Op ambachtelijke wijze vormgeven is een proces, waarin een relatie moet opbloeien tussen het materiaal en de maker, tussen oorsprong en bestemming. Het vergt zorg, aandacht, geduld en intensiteit om tot voltooiing te komen. Er ontstaat een vanzelfsprekendheid waarmee de vakman het materiaal bewerkt. De ware aard van het ambacht schuilt in het vermogen om hierbij nooit de verwondering te verliezen. Het experi ment verkiezen boven het bekende, om tot het uiterste te gaan. Aan deze passie ontleent ieder object zijn indivi duele bestaansrecht. Verrassend en steeds weer boven verwachting: in welke vorm zal het materiaal uiteindelijk gevangen worden? Het ligt volledig in handen van de meester. Handen volgen visie en verleiden glas, hout, leer of metaal. Passie en pragmatisme gaan, niet altijd zonder strijd, samen tot het doel is bereikt: een uniek handgemaakt object, waarin schoonheid en doelmatigheid voor altijd met elkaar verbonden zijn. Ware liefde voor het product vertaalt zich in uitzonderlijke kwaliteit.
Voortrekkersrol Nederland Nederland biedt voor verbeelding een bijzonder vruchtbare voedingsbodem, waaruit een eigen zinnige vormgeving is ontsproten. Op unieke wijze wordt er voortgeborduurd op een rijke geschiedenis van ontwerpers en ambachtslieden,
die in staat waren dagelijkse gebruiksvoorwerpen tot iconen met tijdloze allure te verheffen. Deze buitengewone vaardigheid om het esthetische met het praktische te verenigen wordt al eeuwenlang wereldwijd geroemd. Deze pioniersgeest komt weer helemaal tot uitdrukking in de hedendaagse herontdekking van het ambacht. Materiaal, techniek en vorm blijven een uitdaging bieden, die maar al te graag wordt aangegaan. De hedendaagse generatie ontwerpers weet niet alleen cultureel erfgoed te omarmen, maar levert hieraan ook een werkelijk vernieuwende bijdrage. Door aan te halen en los te laten, door net als de grote voorgangers een eigen weg te gaan in het creëren van wereldveroverend en baanbrekend werk. In dit spel tussen traditie en innovatie worden de regels steeds opnieuw bepaald of zelfs van tafel geveegd. En het is deels deze speelsheid waaraan Dutch Design haar onmis kenbare identiteit ontleent. Jonge ontwerpers hebben de afgelopen jaren steeds vaker moeten aanhoren hoe de aandacht voor het conceptuele denken de uitvoerende kant van het ontwerpersvak overschaduwde. De nieuwe generatie afgestudeerden zou over te weinig materiaalkennis beschikken en een bescheiden interesse tonen in het daadwerkelijke productieproces. Of deze kritiek nu terecht is of niet, de huidige tendens waarbij vormgeving plaats inruimt voor een ambachtelijke benadering van het vak getuigt van een absolute liefde voor ontwerp, materiaal en uitvoering.
Binnen de huidige tendens ruimt vormgeving plaats in voor een ambachtelijke benadering van het vak Ambacht en design versmelten
114 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Nicole Uniquole
De tijdgeest Goed ontwerp binnen handbereik willen brengen van een groter publiek valt te prijzen. Machinale massaproductie stelde ontwerpers niet alleen voor nieuwe uitdagingen, het bood tegelijkertijd de mogelijkheid om op grote schaal een uniforme kwaliteit te garanderen. Naarmate deze kwaliteit echter naar beneden werd bijgesteld ten behoeve van de winstmarges werd de aantrekkelijkheid van het product in de waagschaal gesteld. De vroege Arts & Crafts beweging, waarin uit protest tegen de toenemende industrialisatie werd teruggegrepen op de ambachten door deze als ‘kunstvormen’ in ere te herstellen, probeerde dit al duidelijk te maken; hoe verenig je massaproductie met de behoefte van een maatschappij die bestaat uit individuen, met individuele wensen en een eigen smaak? Hoe herpak je de vaardigheid om het dagelijkse bijzonder te maken? De hedendaagse eigenheid en puurheid van Nederlandse ontwerpers wordt inmiddels verrijkt met nuances en subtiliteiten in de uitvoering, die in een massaproductieproces niet mogelijk zouden zijn. Deze enthousiaste omarming van de ambachtelijke technieken, zoals hout-, leer- en (edel)metaalbewerking voegen een extra dimensie toe aan Dutch Design. Contact en een manuele benadering blijken onontbeerlijk om te voldoen aan onze groeiende behoefte aan producten die met liefde zijn vormge geven. We zijn ons bewust geworden van
Dany Jacobs Universiteit van Amsterdam / hogescholen ArtEZ en HAN
de verantwoordelijkheid om minder achteloos en impulsief het overbodige te verslinden en we ontdoen ons van de onmiddellijke behoefte bevrediging. De toewijding waarmee ambachtelijke producten tot stand zijn gebracht duwt de vrij blijvende aanschaf naar de achtergrond. Net als de meester gaan ook wij, met een nieuw oog voor verfijning, weer een relatie aan met de spullen die we om ons heen verzamelen. Ontwerpen waarin we het authentieke en persoonlijke weer tot uitdrukking zien komen. Mijn eigen liefde voor kunstnijverheid gaat ver. Ik houd van mooie tassen en handgemaakte schoenen, maar mijn passie voor een fraai gedekte tafel met ambachtelijk vormgegeven servies en glaswerk kent geen grenzen. En niets liever dan het met eigen ogen zien ontstaan, zoals handgeblazen kristallen glazen van Copier. Gloeiend genieten van werk dat gemaakt wordt door de handen van Hollandse meesterblazers. Ambacht en design letterlijk versmolten. Kies zorgvuldig en koester.
Nieuwe ambachten goed voor bijna 20 miljard omzet Ambachten zijn voortdurend in ontwikkeling. Sommige ambachten verdwijnen. Andere blijven, aangepast aan de moderne tijd, bestaan. Maar daarnaast ontstaan ook nieuwe ambachten in de ICT, de communicatie en de creatieve sector.
De creatieve industrie als economische aanjager mag zich verheugen in een stijgende belangstelling Nieuwe ambachten goed voor bijna 20 miljard omzet
116 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Dany Jacobs
Prof. Dr. Dany Jacobs is hoogleraar Industriële Ontwikkeling en Innovatiebeleid aan de Universiteit van Amsterdam en lector Kunst, Cultuur & Economie bij de hogescholen ArtEZ en HAN in Arnhem. Hij volgt de economische dynamiek en innovatie in onder andere de ambachten nauwlettend. Aardewerkproducent Koninklijke Tichelaar Makkum, waarvan de geschiedenis in elk geval tot 1572 teruggaat, is volgens hem een goed voorbeeld van een ambachtelijk bedrijf dat dankzij doorontwikkeling van oude technieken en samen werking met de creatieve industrie een bloeiend bestaan leidt. ‘Koninklijke Tichelaar werkt met een zeer oude techniek, waarvan de ontwikkeling doorgaat en verder wordt verfijnd. Zij heeft kennis in huis die heel ambachtelijk is maar die het twintig jaar geleden nog niet bezat. Dat leidt tot bijzondere, nieuwe producten. Tegelijkertijd werken de Friezen samen met moderne vormgevers en architecten aan nieuwe projecten. Koninklijke Tichelaar heeft bijvoorbeeld tegels gemaakt voor de bekleding van het Museum of Arts & Design in New York. De onderneming is op dat terrein praktisch uniek in de hele wereld. Architecten vanuit de hele wereld komen naar Makkum om met dit ambachtelijke bedrijf samen te werken.’
Neue Kombinationen Jacobs spreekt in dat verband – in het verlengde van de innovatie-econoom Joseph Schumpeter – van Neue Kombinationen, een verzamelterm voor allerlei verrassende combinaties op tal van terreinen. ‘Eigenlijk is creativiteit altijd al een vorm van nieuw combineren. In het algemeen
Gaandeweg is in beleidskringen het besef gegroeid dat Nederland met zijn creatief potentieel goud in handen heeft Nieuwe ambachten goed voor bijna 20 miljard omzet
komt innovatie voort uit dingen die al bestaan maar die op een andere manier gecombineerd worden,’ aldus de hoogleraar. Samenwerkingsvormen zoals tussen Koninklijke Tichelaar en architecten maken duidelijk dat de scheidslijnen tussen bestaande ambachten en nieuwe ambachten, waartoe architecten wel worden gerekend, flinterdun zijn. De nieuwe ambachten – die voor een groot deel samenvallen met de ‘creatieve industrie’ – omvatten kunsten, media, entertainment en creatieve zakelijke dienstverlening zoals design, architectuur en reclame. Volgens berekeningen door EIM in opdracht van het HBA bood de creatieve industrie in 2009 werk aan 158.000 mensen. De sector telde toen bijna 52.000 bedrijven, die een totaalomzet van ruim 19 miljard euro boekten. De toegevoegde waarde bedroeg bijna 8 miljard euro.
Stijgende belangstelling De creatieve industrie als economische aanjager mag zich verheugen in een stijgende belangstelling. Zo schreven de toenmalige ministers Van der Hoeven (EZ), Plasterk (OCW) en staatssecretaris Heemskerk (EZ) in de ‘Brief Cultuur en Economie 2009’ aan de Tweede Kamer bijvoorbeeld: ‘Creativiteit, innovatie en ondernemerschap zijn bepalend voor de toekomst van ons land. De Nederlandse creatieve industrie, bij uitstek een wereld van creativiteit, bezit goede mogelijkheden om aan deze toekomst bij te dragen. Het effect daarvan kan positief zijn voor onze economie, ons culturele klimaat en in bredere zin de Nederlandse samenleving.’
117 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Dany Jacobs
Goud in handen
Kloof overbruggen
Jacobs: ‘Gaandeweg is in beleidskringen het besef gegroeid dat Nederland met zijn creatief potentieel goud in handen heeft. Hoe dat nog beter commercieel tot ontwikkeling kan worden gebracht, blijft vraag twee. Het meest ontwikkeld zijn de ideeën rond internationale promotie. Steeds meer wordt Dutch Design ingezet bij internatio nale marketing van Nederland als vestigingsplaats. Het aantal door de overheid gesponsorde buiten landse tentoonstellingen van Nederlandse mode en vormgeving is niet meer te tellen.’ Desondanks meent de hoogleraar dat de Neder landse overheid nog meer kan doen om de creatieve industrie als economische hefboom te versterken: ‘Het Innovatieplatform wees de creatieve industrie al in 2004 aan tot een van de vier – later zes – sleutelgebieden van de Nederlandse economie. Maar dat heeft men toch een beetje laten sloffen, zeker vergeleken met de andere sleutelgebieden. Dat heeft te maken met de verwachting van de overheid dat de sector zelf met initiatieven zou komen. Het probleem is echter dat de sector versnipperd is en dat er hevige concurrentie heerst. Daardoor is het niet gemakkelijk om tot een gemeenschappelijk forum te komen. Met traditio nele sectoren gaat dat veel gemakkelijker. Dat is een beetje als excuus gebruikt om er weinig aan te doen. Inmiddels is de brancheorganisatie Federatie Dutch Creative Industries opgericht en wordt door verschillende actoren gewerkt aan een Innovatieprogramma Creatieve Industrie. Dat is in elk geval een stap in de goede richting.’
Dat laat onverlet dat de creatieve sector ook de hand in eigen boezem mag steken. De traditionele kloof tussen creativiteit en commercie moet worden overbrugd. Ook hier noemt Jacobs Neue Kombinationen tussen nieuwe en traditionele sectoren belangrijk: ‘Interessant is dat het vaak mensen uit de creatieve industrie zijn die het initiatief nemen tot samenwerking met meer traditionele ambachtelijke bedrijven. Creatieve ondernemers springen niet zelden in gaten in de markt die ze ervaren als consumenten. Vaak zien ze mogelijkheden die door traditionele bedrijven niet of nauwelijks worden herkend en benut. Samen werken met creatieve personen helpt traditionele bedrijven zodoende zowel de vraagkant beter te begrijpen als erop in te spelen.’ Jacobs noemt het een ‘uitdaging’ het grote poten tieel aan ondernemerschap binnen creatieve sectoren te laten doorgroeien. ‘Het merkwaardige is immers dat creatievelingen meer dan gemiddeld ondernemend zijn, maar zichzelf meestal niet als ondernemer zien. Het is een gefragmenteerde wereld met veel kleine bedrijven, veel halve zelfstandigen, veel starters en veel uitvallers. Het gaat om mensen die met behulp van zowel oude ambachtelijkheid als nieuwe technologieën snel nieuwe trends en thema’s oppikken. In zekere zin is het de aanbodkant die zichzelf half amateuristisch, half professioneel organiseert. Al met al gaat het dus om een bijzonder dynamische en innovatieve wereld die zich snel ontwikkelt.’
Door de enorme technologische ontwikkelingen hebben sommige oude ambachten in de mediasector plaats moeten maken voor nieuwe Jan de Haas Mediacollege Amsterdam (Ma)
Creatieve proces blijft in nieuwe ambachten de essentie Game artist, mediatechnoloog, podiumtechnicus, DTP-er, grafisch vormgever. Zomaar een kleine selectie uit de opleidingen voor nieuwe ambachten in de mediasector die het Mediacollege Amsterdam (Ma) aanbiedt. Jan de Haas, voorzitter college van bestuur van deze onderwijsinstelling, over raakvlakken tussen oude en nieuwe ambachten en over de samenwerking tussen Ma en bedrijfsleven.
Creatieve proces blijft in nieuwe ambachten de essentie
119 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Jan de Haas
Wat hebben nieuwe en al langer bestaande ambachten met elkaar gemeen? ‘De essentie van het vak, namelijk het vertalen van creatieve concepten in producten. Dat is de rode draad die oude en nieuwe ambachten met elkaar verbindt. De nieuwe ambachtsman is net als vroeger een vakman, hij biedt de slimme, excellente handen die nodig zijn om een briljant concept te vertalen in een product voor de gebruiker. Door de enorme technologische ontwikkelingen van de afgelopen twintig jaar hebben sommige oude ambachten in de media sector plaats moeten maken voor nieuwe. Zo is de voorbereidende pre-pressing langzamerhand verschoven naar desktop publishing. De tech nologie heeft voor een vergaande integratie gezorgd tussen grafische processen en communi catieprocessen. Waar je vroeger de fotograaf had als specialist, houden nu ook anderen zich bezig met fotoshoppen en dergelijke. De mensen zijn langzamerhand schapen met vijf poten geworden die veel dingen tegelijk moeten kunnen op de computer. Daarnaast zie je dat er heel nieuwe ambachten ontstaan. Game artists bijvoorbeeld, de vakmensen die de personages en achtergronden in games maken. De games zelf worden overigens door anderen bedacht. En ook de interactief vormgever is in feite een nieuw ambacht.’
Bestaat er grote animo bij jongeren voor de opleidingen die Ma biedt? ‘Ja. We merken dat de oudere ambachten, die vroeger met name veel in de grafische industrie voorkwamen, al jarenlang inkrimpen. De animo daarvoor is dan ook minder. De mediavormgever en de grafisch vormgever hebben zich goed weten te handhaven. De nieuwe opleidingen zoals game artist, winkeldesign en standbouw hebben een grote aantrekkingskracht op studenten. Datzelfde geldt voor de podiumkunsten, zoals de opleiding voor theatertechnici, specialisten op het gebied van audio visuals; we hebben nu zelfs ook een acteursopleiding. Voor de meeste opleidingen op ons college hebben we daarom een numerus fixus ingesteld. We proberen ons onderwijsaanbod niet alleen kwalitatief, maar ook kwantitatief op de markt af te stemmen. We willen niet voor werkloosheid opleiden.’ Hoe vindt die afstemming met het bedrijfsleven plaats? ‘Op twee manieren. We werken op landelijk niveau samen met het kenniscentrum, dat kwalificatiedossiers ontwikkelt. Daarnaast kennen we klankbordgroepen met vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven in ons verzorgingsgebied. Die praten mee over de inhoud van de opleidingen.
Ook de nieuwe ambachtsman is een vakman; slimme, excellente handen die een briljant concept vertalen in een product voor de gebruiker Creatieve proces blijft in nieuwe ambachten de essentie
120 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
Jan de Haas
Tweemaal per jaar nodigen we zo’n klankbord groep uit, waarbij we dan kritisch het programma onder de loep leggen. Wat moet erbij? Wat kan eraf? De leden van die klankbordgroepen kunnen we gemakkelijk vinden omdat onze stagebege leiders in die bedrijven komen. Bovendien nodigen we mensen uit het bedrijfs leven uit om als assessor examens bij te wonen. Op die manier krijgt het bedrijfsleven een goed beeld van het examenniveau. Daarnaast hebben we twee eigen leerwerk bedrijven. Het ene leerwerkbedrijf is Base Games dat producten voor gamebedrijven maakt. Het andere is de Nieuwe Buren, een crossmediaal communicatiebedrijfje. Studenten werven zelf opdrachten, maken een businessplan, stellen een planning samen, dienen offerte in en zorgen dat het product tegen de gewenste kwaliteit wordt opgeleverd. Zo komen ze goed beslagen ten ijs als ze de arbeidsmarkt op gaan. De OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) heeft geadviseerd dat Amsterdam zich gaat specialiseren in de creative industry. Daar zitten de economische groeimogelijkheden voor de stad. Amsterdam kan volgens dit advies zelfs een leidende rol in Europa spelen. Maar al die creatieve concepten zullen vertaald moeten worden in tastbare producten. Mediacollege Amsterdam wil daar een rol in spelen door vakmensen op te leiden die bovendien onder nemerskwaliteiten bezitten. Mensen die over
Bijlage Een samenvatting van de toekomstvisie van het HBA
de scheidslijnen van de verschillende disciplines kunnen kijken en daar kansen zien als startende ondernemer. En daarnaast wil ons onderwijs werknemers op MBO-niveau bieden, waar internationale bedrijven die zich hier vestigen straks om zitten te springen.’
Het ambachtelijk kleinbedrijf Quote wordt ook wel de kraamkamer van industriële innovaties genoemd De ambachtseconomie máákt het!
122 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
De ambachtseconomie máákt het!
De ambachtseconomie máákt het!
Samenvatting van de visie en het programma 2010-2015 van het Hoofdbedrijfschap Ambachten Het Hoofdbedrijfschap Ambachten (HBA) stelt de komende vijf jaren het belang van een vitale ambachtseconomie centraal. Te lang zijn de ambachten in het beleid en in de statis tieken gemarginaliseerd, zelfs onzichtbaar gemaakt. Daarom werpt het HBA zich op als pleitbezorger voor de herwaardering en versterking van de ambachtseconomie. Een onmisbare sector van de economie en samenleving. Een sector die vele jongeren perspectief biedt om hun eigen bestaan op te bouwen in het vak waar hun passie ligt, en die bovendien ruim baan geeft aan vakmensen die het eigen ambacht willen combineren met ondernemerschap. De rol van pleitbezorger van de ambachts economie past uitstekend bij de wettelijke taak van het HBA, namelijk het dienen van het sectorbelang van de ambachten, in het teken van het algemeen belang. In het HBA werken 36 ambachtelijke branches samen, met in totaal bijna 80.000 bedrijven waarin ongeveer 300.000 mensen werkzaam zijn. De visie en het programma waarvan op de volgende bladzijden verslag wordt gedaan, hebben de brede steun van tientallen brancheorganisaties en bonden, alsook van de vertegenwoordigers van de centrale ondernemersorganisaties (Koninklijke Vereniging MKB-Nederland en Vereniging VNO-NCW) en van de werk
nemersorganisaties (FNV, CNV), die zitting hebben in het hoofdbestuur van het HBA. Wat wil het HBA de komende jaren bereiken? In het kort gaat het om de volgende doelen: – Brede erkenning van de sociaaleconomische betekenis van de ambachten – Verbetering van het imago en de aan trekkingskracht van de ambachten – Een meer evenwaardige positionering van het ambachtelijk beroepsonderwijs – Versterking van het ondernemerschap en de bedrijfsvoering in de ambachten en het verbeteren van het ambachtelijke ondernemingsklimaat. Deze doelen wil het HBA langs verscheidene wegen bereiken. Ten eerste door maatschap pelijke beïnvloeding. Onder andere door facili tering van het nationale Platform Ambachtseconomie, dat in 2009 op initiatief van het HBA is gelanceerd. Ten tweede door het stimuleren en ondersteunen van nieuwe, flexibele, samenwerkingscombinaties van ambachtelijke branches, binnen en buiten het HBA. Ten derde door een programma voor de eigen branches te ontwerpen waarin thema’s centraal staan die voor de toekomst van de ambachten van groot belang zijn, zoals vakmanschap, ondernemerschap en imago verbetering.
Deze publicatie is een samenvatting van de visie en het programma van het HBA voor de komende vijf jaar, 2010-2015, die onder de titel ‘De ambachtseconomie máákt het!’ is uitgebracht. Aan de orde komen: – De ambachtseconomie: herontdekking van de ambachten – De ambachtseconomie: omvang en vooruitzichten – De ambachtseconomie en het HBA – De visie, missie en strategie van het HBA – Het HBA-programma voor 2010-2015: A VOICE
De ambachtseconomie: herontdekking van de ambachten Wat heet ambacht? De bekende Van Dale verwoordt het aldus: ‘Ambacht is handwerk dat aangeleerd moet worden en als broodwinning wordt beoefend.’ Het gaat om geschoold handwerk, om vakmanschap, dat vooral in de praktijk wordt geleerd, onder begeleiding van ervaren vakmensen. Het valt niet uit een boekje te leren. En het wordt bedrijfsmatig uitge oefend, om in het levensonderhoud te voorzien, dus niet als hobby. Door het geschoolde handwerk onderscheiden ambachtelijke beroepen zich van arbeid in de industrie,
123 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
bank- en verzekeringsbedrijven, overheid Kop sadministratie, horeca, transport of groot Plat handel en detailhandel. De ambachten zijn dynamisch: sommige verdwijnen, zoals touwslagers en mandenmakers, andere blijven met moderne middelen bestaan en nieuwe ontstaan, zoals in de ICT, de communicatie en creatieve sector. Grote verscheidenheid De handmatige en vakkundige productiewijze is dus kenmerkend voor ambachten. Niet het product dat zij maken of de dienst die zij leveren. Dat verklaart de grote variëteit aan ambachten, van loodgieter tot pedicure, van edelsmid tot orgelbouwer. In de handen van vakmensen wordt ruwe materie omgezet in een grote verscheidenheid aan producten en diensten. Ambachtsmensen zijn makers en doeners, met een grote eigen verantwoordelijk heid voor het eindproduct. Een kapster weet meteen of het eindresultaat van haar werk naar de wens van de klant is. Organisatorisch: twee tendensen Wat de organisatorische basis betreft, zijn binnen de ambachten twee tendensen waar te nemen: aan de ene kant schaalvergroting door bijvoorbeeld ketenvorming en aan de andere kant schaalverkleining door een toenemend aantal zelfstandigen zonder personeel (‘zzp’ers’), in sommige branches ook wel ozp’ers genoemd (ondernemers zonder personeel). Meer dan de helft van de ambach telijke ondernemers is inmiddels zzp’er. Vooral in de dienstverlenende ambachten, zoals de uiterlijke verzorging, en in de bouw komen zij veel voor. De meeste ambachten lenen zich er voor: de belangrijkste kapitaal investering heeft een ambachtsman of -vrouw letterlijk in eigen handen: het vakmanschap.
Het zzp-schap biedt betrokkene ook flexibili teit, bijvoorbeeld in de combinatie van werk en zorgtaken. Arbeidsproductiviteit en innovatie De kleinschaligheid en arbeidsintensiviteit maken de ambachten van oudsher kwetsbaar. Arbeid is een relatief dure productiefactor. Als de arbeidsproductiviteit niet toeneemt, kan een ambacht zich uit de markt prijzen en kan de productie naar lagelonenlanden verdwijnen. Vandaar dat tal van ambachten voortdurend aan het innoveren zijn, door nieuwe productie technieken en instrumenten te ontwikkelen. Zo hebben digitale cad-cam technieken hun intrede gedaan bij de goudsmid en de tandtechnicus. Niet ter vervanging van hun vakmanschap, maar juist als verlengstuk daarvan. Want a fool with a tool is still a fool. Kwaliteit, vakmanschap, blijft onmisbaar! Daarnaast zijn ambachten, bijvoorbeeld in de klein-metaal, bezig met innovaties voor de industrie. Daarom heet het ambachtelijke kleinbedrijf ook wel de kraamkamer van industriële innovaties. Ambachten aan herwaardering toe Ondanks de wijde verspreiding van het ambacht is er op de basisschool weinig aandacht voor de ontwikkeling van hand vaardig talent. Daar ligt de nadruk vooral op logische, cognitieve, taalkundige vaardig heden, gemeten door de Cito-toetsen. En de kinderen die daarop lager scoren, moeten ‘dan maar’ iets met hun handen gaan doen. Daarin klinkt door dat een ambachtelijke opleiding en carrière in Nederland laag staan aangeschreven. De ambachten zijn erbij gebaat wanneer ambachtelijke leerwegen en algemeen vormende leerwegen meer als evenwaardige routes worden beschouwd en
ingericht. De snelle opkomst van (technische) vakcolleges in de laatste paar jaar wijst erop dat het belang van de ambachten weer meer op hun waarde worden geschat. Ambachtseconomie De financiële crisis in 2008 en zijn gevolgen hebben de belangstelling voor de reële economie doen toenemen. In het voorjaar van 2009 begon de ‘ambachtseconomie’ een begrip te worden. Toen trad het Platform Ambachts economie naar buiten. Dat wil niet zeggen dat de ambachtseconomie een nieuwe uitvinding is. Zij bestond natuurlijk al lang. Zij is alleen herontdekt. Niet als hype, of als modegevoelige ‘retro’-beweging in crisistijd, maar als een vitaal deel van de reële economie en als onmisbare bouwsteen van de samen leving. Steeds meer wordt beseft dat de ambachtseconomie kansen biedt voor iedereen. Voor jong en oud, in loondienst of als zelfstandig ondernemer.
De ambachtseconomie: omvang en vooruitzichten Bijna 1 miljoen mensen werken in een ambachtelijk bedrijf Ruim een kwart van de bedrijven in de marktsector blijkt ambachtelijk te zijn, ongeveer 250.000. Het zijn bedrijven waarin één of meer ambachten als hoofdactiviteit worden uitgeoefend. Eén op de zeven mensen in de marktsector werkt in een dergelijk bedrijf. Het gaat in totaal om ongeveer één miljoen mensen. En bijna tien procent van de omzet in het bedrijfsleven wordt door ambachten geleverd, € 127 miljard. De toegevoegde waarde van de ambachtseconomie is € 40 miljard. De ambachten blijken bij nader inzien in Nederland in de eredivisie van de economie
De ambachten blijken bij nader inzien in Nederland in de eredivisie van de economie mee te spelen De ambachtseconomie máákt het!
124 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
mee te spelen, net als bijvoorbeeld de detail handel en de industrie. In deze cijfers zijn de bedrijven met meer dan honderd werknemers, die vooral in de bouw- en installatiebranches zijn te vinden, niet meegerekend. Hetzelfde geldt voor de ambachtelijke beroepen die buiten de ambachtelijke bedrijven worden uitgeoefend, zoals koks in restaurants of instrumentmakers in industriële laboratoria. Ook kleine parttime werkende zelfstandigen zonder personeel zijn niet in de cijfers verwerkt. De genoemde cijfers zijn daarom een conservatieve schatting. Het werkelijke belang van de ambachten in de economie is dus groter. Vergelijking met buitenland Ondanks deze conservatieve schatting blijkt de ambachtseconomie in Nederland ongeveer even omvangrijk als de ‘Handwerkwirtschaft’ in Nordrhein-Westfalen, Duitsland. Daar wordt de ambachtseconomie officieel gepresenteerd als de ruggengraat van de economie. Daar bestaan uitgebreide statis tieken van de ambachten. Daar worden ambachtelijke opleidingen meer evenwaardig gezien aan het algemeen vormende onderwijs. Daar genieten vakmensen die de Meisterbrief hebben gehaald, hoog aanzien. Daar worden de ambachten als de kraamkamer van industriële innovaties beschouwd. Deze vergelijking laat zien dat er een wereld van verschil is tussen de wijze waarop in Nederland en Duitsland tegen ambachten wordt aangekeken, ook beleidsmatig. Vooruitzichten korte termijn: de crisis en de ambachten Sinds het najaar van 2008 bevindt de eco nomie zich in een crisis. Die blijkt vooral de
Het is allerminst vanzelfsprekend dat er in de toekomst voldoende echte vakmensen zijn De ambachtseconomie máákt het!
financiële sector, de exportgerichte industrie en de handel te treffen. De ambachtseconomie lijkt er minder onder te lijden te hebben omdat zij hoofdzakelijk op de binnenlandse markt is gericht en de koopkracht van consumenten tot nu toe redelijk gehandhaafd is. Zo werkt de ambachtseconomie als een sociaal-economische stabilisator binnen de economie als geheel. Binnen de ambachts economie zijn de effecten wel verschillend. De bedrijven die als toeleverancier voor de industrie werken hebben het moeilijk, zoals de metaalbewerking. De ambachten die actief zijn in de nieuwbouw van woningen, hebben klappen gekregen omdat hypotheken moeilijker worden verstrekt. De dienst verlenende ambachten moeten waarschijnlijk met een wat mindere omzet rekening houden. De reparatieambachten doen het relatief goed. Vooruitzichten middellange termijn: vakbekwaamheid steeds schaarser Ondanks de recessie blijken veel ambachten nog steeds te kampen te hebben met een tekort aan vakbekwame medewerkers. De recessie maakt de tekorten wat minder nijpend, maar als de economie weer aantrekt, wordt het een levensgroot probleem. Te meer omdat dan de ‘babyboomers’ met pensioen gaan, terwijl door de ontgroening ook andere sectoren om de gunst van de jongeren dingen. Voor de ambachtseconomie is het dan ook van vitaal belang nú haar aantrekkingskracht voor jongeren te vergroten en daarmee niet te wachten tot de nood het hoogst is. Iedere ambachtelijke branche kan dat voor zichzelf proberen, maar de meeste zijn te klein om gewicht in de schaal te leggen. Meer samen werking en coördinatie zijn nodig. Door als ambachtseconomie samen op te trekken kan meer worden bereikt.
De ambachtseconomie en het HBA HBA: veelkleurig deel van de ambachtseconomie Het Hoofdbedrijfschap Ambachten voert ambachten met overtuiging in zijn naam, en is daarmee een uniek trefpunt waarin 36 ambachtelijke branches, ondernemers en werknemers, samenwerken. Deze branches tellen bijna 80.000 bedrijven waarin circa 300.000 mensen werkzaam zijn. Het betreft: – een aantal bouwgerelateerde branches, zoals dakdekkers, straatmakers, voegers, schoorsteenvegers, glazeniers en glasbewer kers, parketleggers, zonweringspecialisten en glazenwassers; – branches in de uiterlijke verzorging, zoals kappers, schoonheidsspecialistes, grimeurs en pedicures; – productieambachten zoals maatkleer makers, hoedenmakers, orgelbouwers, vioolbouwers en andere muziekinstru mentmakers, keramisten, goud- en zilversmeden, maatschoenmakers, pianotechnici en natuursteenbewerkers; – reparatieambachten, zoals schoenher stellers, fietsenmakers, textielreinigers, uurwerktechnici, zadelmakers, leer bewerkers, kledingherstellers, naai machinetechnici; – voedingsambachten zoals banketbakkers, vakslagers en ijsbereiders; – gezondheidstechniek, zoals opticiens, orthopedische schoentechnici en tand technici. Hiermee is ongeveer een derde van de ambachtseconomie in het HBA georganiseerd. De overige ambachtelijke branches zijn vooral te vinden in de bouwnijverheid, de metaalbewerking en de installatiesector.
125 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
De nieuwe ambachten zijn vooral werkzaam in de ICT-sector en de creatieve industrie. Ambachtseconomie als focus Het HBA ondersteunt en faciliteert van oudsher honderden activiteiten voor de aangesloten branches. Op het gebied van opleiding en arbeidsmarkt; op het terrein van professionalisering van het ondernemerschap en bedrijfsvoering; met imagocampagnes en promotieactiviteiten.Per branche en voor de ambachten gezamenlijk. Het HBA is ervan overtuigd dat dergelijke activiteiten meer effect sorteren wanneer zij vanuit het bredere belang van de ambachts economie als geheel plaatsvinden! De invloed op zowel het overheidsbeleid als op de publieke opinie over de ambachten is dan groter. Als de toekomst van de ambachts economie bijvoorbeeld een meer evenwichtige en evenwaardige inrichting van ons onderwijs stelsel vereist, met nadrukkelijk ruimte voor een eigen ambachtelijke leerweg, dan zal de overheid alleen vanuit dit brede denken kunnen worden overtuigd. HBA-initiatieven ten behoeve van de ambachtseconomie Het HBA stelt de ambachtseconomie als geheel nadrukkelijker dan voorheen, zeker nu vrijwel alle ambachtelijke branches voor min of meer dezelfde uitdagingen staan. Daartoe heeft het HBA de afgelopen jaren de volgende initiatieven genomen: – de lancering van het Platform Ambachts economie; – een onafhankelijk bureau de omvang van de ambachtseconomie in Nederland laten vaststellen; – een breed publiek met de wereld van
de ambachtseconomie kennis laten maken door de Week van het Ambacht te organiseren; – het ondersteunen van brede initiatieven uit andere delen van de ambachtseconomie, zoals het Platform Bètatechniek, dat de instroom in de technische opleidingen stimuleert. Inzet van het Platform Ambachtseconomie Met het initiatief voor een nationaal Platform Ambachtseconomie heeft het HBA in 2009 een groep ambassadeurs van naam voor het ambacht weten samen te brengen. Het Platform richt zich op vier hoofdthema’s die voor de toekomst van de ambachtseconomie van groot belang zijn: imagoverbetering van de ambachten; een ambachtelijk opleidingssysteem dat even waardig aan de algemeen vormende opleiding is; meer nadruk op ambachtelijk onder nemerschap; een overheidsbeleid dat het ambachtelijk ondernemersklimaat stimuleert. Het Platform heeft tien concrete speerpunten rond deze thema’s geformuleerd. Zoals het pleidooi om in aanvulling op de Cito-toets een soort ‘doe-toets’ in te voeren om ook ambachtelijk talent vroegtijdig te signaleren. Of het voorstel om de meestertitel in te voeren voor vakmensen wier vakmanschap zich tot meesterschap heeft ontwikkeld. Het HBA en het Platform willen op die manier de overheid en de publieke opinie wakker schudden en de aantrekkingskracht van een ambachtelijke loopbaan vergroten. Met het oog op het laatste wordt overwogen ook jonge enthousiaste ambachts mensen, echte vaktoppers, in te zetten
die jongeren kunnen inspireren voor een ambacht te kiezen.
De visie, missie en strategie van het HBA Visie De ambachtseconomie is onmisbaar, nu en in de toekomst, voor onze samenleving en economie. Zij is een van de belangrijkste pijlers van de samenleving en economie. Er werken meer mensen dan in de industrie of in de detailhandel. De ambachtseconomie biedt in principe veel jongeren een wenkend perspectief om als vakman of -vrouw een bestaan op te bouwen en hun passie te volgen en geeft bovendien ruim baan aan vakmensen die het eigen ambacht willen combineren met ondernemerschap. Het is allerminst vanzelfsprekend dat er in de toekomst voldoende echte vakmensen beschikbaar zijn. Zeker als de economie weer aantrekt, worden in alle ambachtelijke sectoren grote tekorten aan vakmensen voorspeld. Daarom verdienen het imago en de aantrekkingskracht van de ambachten, de ‘eigen’ ambachten van het HBA incluis, nú hoge prioriteit. De zorg voor een vitale ambachtseconomie moet een centraal thema in het maatschappe lijk debat zijn. Missie Het Hoofdbedrijfschap Ambachten werpt zich op als pleitbezorger van een vitale ambachtseconomie waarin het goed werken en ondernemen is. Het HBA is overtuigd van het belang van de ambachtseconomie voor Nederland. Dat staat voorop, ongeacht hoe
De nadere invulling en prioritering van activiteiten van het HBA wordt afgestemd met de betrokken ondernemers- en werknemersorganisaties De ambachtseconomie máákt het!
126 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
de verschillende ambachten zich georganiseerd hebben. Door pal te staan voor het belang van een gezonde ambachtseconomie wil het HBA de komende jaren te boek komen te staan als opinieleider, als ‘mentaal marktleider’, wat het ambacht en de ambachtseconomie aangaat, kortom als een belangrijk centrum van de ambachtseconomie. Een ambitie die verplichtingen schept. Doelen De belangrijkste doelen van het HBA voor de komende vijf jaren zijn: – Versterking van het imago: herwaardering van de ambachten bij het brede publiek en erkenning van het belang van de ambachtseconomie door overheid en publieke opinie, leidend tot een grotere instroom in ambachtelijke opleidingen. – Evenwaardige positionering van het ambachtelijk beroepsonderwijs: de vertaling van deze herwaardering in de wijze van beroepskeuzeadviezen in het onderwijs en een meer evenwaardige positionering van de ambachtelijke beroepsopleiding aan het algemeen vormende onderwijs in het onderwijs stelsel, van laag tot hoog. Daar ligt een belangrijke uitdaging bij de invoering van het nieuwe ‘competentiegerichte’ beroeps onderwijs. – Versterking van het ondernemerschap en ondernemersklimaat: naast vakmanschap meer nadruk op ondernemerschap en professionalisering van de bedrijfsvoering omdat veel vakmensen zich als zelfstandige zonder personeel (zzp’er) of als kleine werkgever een bestaan willen verwerven. Dit gegeven moet zijn weerslag krijgen in de opleidingen en in de ondersteuning van bestaande ondernemingen.
Met dit ‘A VOICE’ programma 2010-2015 wil het HBA het ambacht en de ambachtseconomie een stem geven die zij verdienen De ambachtseconomie máákt het!
Strategie: twee sporen Het HBA wil bovenstaande missie en doelen langs twee strategische lijnen bereiken. Ten eerste door het Platform Ambachtseconomie te blijven ondersteunen in zijn maatschappe lijke beïnvloeding ten faveure van de ambachtseconomie. De zojuist genoemde doelen zijn ook in het programma van het Platform terug te vinden. Waar nodig zal het HBA ad hoc denktanks organiseren om een thema verder uit te diepen en met praktische aanbevelingen te komen. Te denken valt bijvoorbeeld aan de positione ring van het ambachtelijke beroepsonderwijs binnen de bestaande onderwijsstructuur. De contacten met de overige delen van de ambachtseconomie, inclusief de nieuwe ambachten, zullen worden aangehaald. De eerste aanzetten daartoe hebben de laatste paar jaar al plaatsgevonden in nieuwe brancheover stijgende samenwerkingsverbanden, platforms en podia. Het gaat om flexibele organisatie vormen die niet alleen de HBA-ambachten met elkaar verbindt, maar ook bruggen slaat naar ambachten daarbuiten. Recente voorbeel den hiervan liggen op het vlak van veiligheid (bouw), mode, muziek, en restauratie. Omgekeerd staat het HBA ook open voor initiatieven van andere ambachtelijke sectoren die gelijkgerichte doelen nastreven. Eerder is al het Platform Bètatechniek genoemd. Ten tweede door in eigen kring, ten behoeve van de aangesloten branches, een samenhangend programma te ontwerpen dat aansluit op de hoofdthema’s van de ambachtseconomie. Bij de nadere invulling en prioritering van activiteiten maakt het HBA gebruik van de wensen van de betrokken ondernemers- en werknemersorganisaties. Daarnaast weegt het HBA ook nadrukkelijk de meningen van
de aangesloten ondernemers mee. Zij kunnen die kenbaar maken via het HBA-internetpanel of in enquêtes naar het draagvlak van HBAactiviteiten.
Het HBA-programma 2010-2015: A VOICE Het samenhangend programma met een looptijd van 2010 -2015 bestaat uit zes thema’s, samengevat in de afkorting ‘A VOICE.’ Die staat voor: ‘A’ mbachtseconomie Doel: het publiek en de beleidsmakers overtuigen dat de ambachten nu en in de toekomst onmisbaar zijn voor de samenleving, met perspectieven voor jong en oud. Door het onderstrepen van belang, omvang en perspectief van de ambachtseconomie als geheel, op basis van onafhankelijk onderzoek, en door het faciliteren van het Platform Ambachtseconomie. ‘V’akmanschap Doel: voldoende vakmensen van goed niveau opleiden en behouden. Door het bevorderen van de instroom van jongeren en van zijinstromers en door het stimuleren van maatregelen om bestaande vakmensen te behouden. Door het borgen van vakmanschap, bijvoor beeld door ervaringscertificaten; het stimuleren van evenwaardige beroepsopleidingen in het kader van het nieuwe competentiegerichte beroepsonderwijs; arbeidsbemiddeling via het Servicepunt Ambachten in tal van vestigingen van het UWV WERKbedrijf; het opwaarderen van bestaand vakmanschap van werknemers door om-, her- en bijscholing.
127 De toekomst in eigen hand De ambachtseconomie in perspectief
‘O’ndernemerschap Doel: versterking ondernemerschap en bedrijfsvoering, van start tot finish, opvolging en overdracht. De economische houdbaarheidsdatum van het individuele vakmanschap zal steeds meer afhankelijk zijn van het ondernemerschap van de vakman en -vrouw, omdat veel vakmensen voor zelf standig ondernemerschap kiezen. Vandaar dat tal van inspanningen staan gepland om het ondernemerschap te versterken. Zoals het maken van nieuwe en het actuali seren van reeds bestaande branchecodes: handige praktijkgidsen die o.a. alle relevante wet- en regelgeving voor een branche voor de ondernemer toegankelijk maakt. Andere voorbeelden: het instellen van geschillen commissies voor consumenten; het uitbrengen van handleidingen voor starters en de ontwikkeling van een soort digitale tom-tom waarmee starters antwoorden op hun vragen op internet kunnen vinden; bedrijfscertificatie; stimuleren van innovaties; eenvoudige webtools voor ondernemers ten behoeve van de bedrijfsvoering (‘sturen op cijfers’). ‘I’mago Doel: aantrekkingskracht en uitstraling van de ambachten vergroten. In samenhang met de activiteiten van het Platform worden verscheidene middelen ingezet om het imago van de ambachten verder te verbeteren, zoals de organisatie van de Week van het Ambacht in nauwe samenwerking met gemeenten, branches en scholen; publicaties (Passie voor Ambachten) en websites voor jongeren en hun ouders (www.vaktoppers.nl), die op een moderne wijze voorlichting geven over ambachten, hun opleidingen en perspectieven.
‘C’ollectieve actie en belangenbehartiging Doel: stimuleren van samenwerking tussen gelijkgestemde branches om een gemeenschap pelijk doel te bereiken. Via vormen van gelegenheidssamenwerking vraagstukken van gelijkgestemde ambachtelijke branches oplossen; ook branches uit andere delen van de ambachtseconomie kunnen daaraan deelnemen. Zo werken bouwgerelateerde branches samen om de bouwregelgeving te veranderen en zoeken de modebranches onder ling toenadering om samen sterker te staan in de profilering en opwaardering van hun ambachten. ‘E’ffectieve afstemming Doel: de boodschap van de ambachtseconomie intern en extern, naar de overheid en het brede publiek, eenstemmig overbrengen. Wederzijdse versterking van de communicatie van het Platform en die van het HBA enerzijds en van de communicatie tussen het HBA, zijn branches en aangesloten ondernemingen anderzijds. Intensivering van de communicatie en afstemming met andere delen van de ambachtseconomie, met de bereidheid om verzoeken tot aansluiting van andere ambachtelijke branches positief tegemoet te treden. Met dit ‘A VOICE’ programma 2010-2015 wil het HBA het ambacht en de ambachts economie een stem geven die zij verdienen. Een stem die doorklinkt in de beslissingen van jongeren, hun ouders, schooldecanen, politici en andere beleidsmakers in de praktijk. Een stem die de ambachtseconomie weer helemaal op de kaart zet en die de bij het HBA aange sloten branches en de anders georganiseerde ambachten helpt hun toekomst zeker te
stellen. Een stem die al die kleine en klein schalige ambachten samen op werkelijke grootte duidelijk maakt: een onmisbare speler in het dagelijks leven die in de eredivisie van onze economie speelt!
Colofon Dit is een uitgave van het Hoofdbedfrijfschap Ambachten ter gelegenheid van het afscheid van voorzitter Piet Kalle.
Eindredactie
Wim Hooijmans en Huub Scholtz, Hoofdbedrijfschap Ambachten
Teksten
Bosma Communicatie & PR, Den Haag (De artikelen van Peter van Hoesel, Henk Oosterling en Nicole Uniquole zijn een bewerking van bestaand materiaal)
Grafisch ontwerp
WIM Ontwerpers, Den Haag
Fotografie
Bron: ABU (p. 24), Ivo van der Bent (p. 20, 32, 84 t /m 103), Corbino (p. 48), Ernst Jan Daniëls (Voorwoord), Fotofinesse (p. 80), Hollandse Hoogte (p. 12, 36, 60, 68), Rein van Koppenhagen (p. 44), Isabel Nabuurs (p. 112), de Nieuwe Buren (p. 118), Margriet Pauw (p. 9), Bron: UvA (p. 115), Joop Reijngoud (p. 109), Gerhard van Roon (p. 105), RVDA (p. 56), Guus Schoonewille (p. 72),
Drukwerk
Opmeer Drukkerij BV, Den Haag
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. HBA publicatiereeksnummer 458 ISBN 978-90-5774-185-2
© 2010 Hoofdbedrijfschap Ambachten, Zoetermeer
t s m n o e g i e d n n
e D s m o k n e e o g t i e n