Overheidspensioenen in perspectief. Wat brengt de toekomst?

Overheidspensioenen in perspectief

Wat brengt de toekomst?

Commissie Pensioenhervorming 2020-2040

TOEKOMST VAN DE PENSIOENEN IN DE OVERHEIDSSECTOR

3

Commissie Pensioenhervorming 2020-2040

4 Commissie Pensioenhervorming 2020-2040 •

Algemeen

UITDAGINGEN? Dubbele vergrijzing in het kwadraat Vervroegde uittrede Financiële (on)houdbaarheid Complexiteit annex onbegrijpelijkheid Diversiteit aan rechtspositieregelingen (interferentie) Verander(en)de gezinspatronen


Weloverwogen en genuanceerd ‘concept’ Evenwichtsoefening en evenwichtige oefening Eerst grondig bestuderen Dan pas reageren… Logisch pensioensysteem Politieke en maatschappelijke haalbaarheid Financiële overleefbaarheid Gebaseerd op 3 waarden Individuele verantwoordelijkheid Solidariteit Intergenerationeel evenwicht

Algemeen


BELANGRIJK ! De Commissie opteert: niet voor het uniformiseren van de wettelijke pensioenregelingen, maar wel voor een convergentie tussen de repartitiestelsels van de werknemers en de ambtenaren op een aantal punten.

Algemeen


Algemeen

Bedrag

Gemiddeld maandelijks eerstepijlerpensioen van de rustgepensioneerden naar stelsel van het rustpensioen en geslacht, 2007, bedragen in euro

MAN

VROUW

TOTAAL

RP WERKNEM.

RP ZELFST.

RP AMBT.

RP GEMENGD

Bron: Belgische pensioenatlas 2010 – FOD Sociale Zekerheid & Onderzoeksgroep Pensioenbeleid KUL o.l.v. Jos Berghman


Algemeen


Algemeen


Inleiding

Het verslag van de Pensioencommissie 2020-2040 maakt een onderscheid tussen: 1

2

Structurele hervormingen

en parametrische hervormingen

die betrekking hebben op: 1

2

3

het pensioenrecht

de pensioenberekening

het betalingsrecht

in een context van een gewijzigde gezinsdimensie.


Inleiding

1

STRUCTURELE HERVORMINGEN Wijzigen de architectuur van een systeem. Ontstaan uit de noodzaak om een nieuwe coherentie tot stand te brengen. Voorbeelden in het rapport: ZIV-regeling puntenstelsel splitsing


Inleiding

2

PARAMETRISCHE HERVORMINGEN Wijzigen specifieke parameters binnen een bestaande architectuur (zoals criteria m.b.t. preferentiële pensioenleeftijden en tantièmes, verhogingscoëfficiënten, tijdsbonificatie voor diploma, …). Actuariële correcties (bonus, malus, loopbaanduurverlenging, pensioenleeftijdverhoging) zijn in dit verband niet specifiek voor een puntenstelsel maar zijn evengoed parametrische hervormingen die in de bestaande reglementering uitvoerbaar zijn. Zijn in vergelijking met structurele hervormingen niet noodzakelijk minder drastisch, wat betreft hun concrete gevolgen voor toekomstige gepensioneerden en actieven, of hebben niet noodzakelijk minder impact.


Inleiding

TIEN GEMEENSCHAPPELIJKE PRINCIPES 1. De opbouw van de wettelijke pensioenen moet transparant zijn 2. De sociale performantie en de financiële houdbaarheid van de drie stelsels moet voortdurend opgevolgd worden 3. Vooraf vastgelegde spelregels die evenwichten verzekeren en een sterke betrokkenheid van de sociale partners 4. De hoogte van de pensioenen moet gehandhaafd worden door de loopbanen te verlengen, en door effectieve arbeidsprestaties, wanneer men voldoet aan de voorwaarden van het vervroegd pensioen, sterker te belonen. 5. De leeftijds- en loopbaanvoorwaarden moeten een eenvormige invulling krijgen over de verschillende stelsels (verschillen moeten op een objectieve basis kunnen gerechtvaardigd worden)


Inleiding

TIEN GEMEENSCHAPPELIJKE PRINCIPES 6. De berekening van het pensioen moet gebaseerd zijn op het arbeidsinkomen van de hele loopbaan 7. Keuzevrijheid, met een correctiemechanisme bij vervroegde pensionering dat objectief, billijk en sociaal verantwoord is. Gedeeltelijke opname van het pensioen moet mogelijk worden. 8. De minimumbescherming moet verbeteren op een veel eenvoudiger manier in verhouding tot de lengte en arbeidsintensiteit van de loopbaan. 9. De gezinsdimensie van de pensioenstelsels wordt gemoderniseerd en eenvormig gemaakt 10. Een sterkere band is nodig tussen effectieve arbeidsprestaties en de hoogte van het pensioen. (debat over de gelijkstellingen) Daarnaast is een doordachte strategie nodig m.b.t. de rol van kapitalisatie enerzijds, en de organisatie van aanvullende pensioenen in de tweede pijler anderzijds.

15 Hervormingsvoorstellen •

Transitie 1

HELE OPERATIE OM PENSIOENSYSTEEM OVEREIND TE HOUDEN Dit betekent: Bestaande pensioenen blijven (intergenerationele solidariteit?) Bestaande opgebouwde pensioenrechten kunnen eerst na een billijke overgangsperiode worden gewijzigd (wat is billijk?)

Wel beleidsmatige transitie: Voorbereiding/uitwerking door nieuwe regering Fase met vaste parameters (tot 2025) Fase met endogene aanpassingsmechanismen (na 2025)

Voorbereiding in nieuwe legislatuur 2014-2019: Verder uitwerken Opties nemen In wetten gieten Administratie klaar maken Oudere rommel opruimen (Bv 6 naar 5 dagenweek) Daartoe ook: Nationaal Pensioencomité + Kenniscentrum


Transitie 2

NADER ONDERZOEK IS NODIG Nadere uitwerking door: Verdere ontsluiting administratieve data Optimalisering simulatiemodellen

Bij voorbeeld m.b.t.: Gezinsmodalisering Minimum bescherming Gelijkgestelde periodes Actuariële correcties…

Budgettair neutrale transitie naar een middelloonregeling en breed bezoldigingsconcept voor ambtenarenpensioenen (definitie van budgettair evenwicht per stelsel?)

HERVORMINGSVOORSTELLEN

PENSIOENRECHT


pensioenrecht

Dubbele vergrijzing in het kwadraat Evolutie aantal pensioengerechtigden in het ambtenarenstelsel Jaar

Rustpensioen

Overlevingspensioen

Totaal

1980

121.146

66.416

187.562

1985

151.865

70.737

222.602

1990

186.476

76.786

263.262

1995

215.235

81.553

296.788

2000

246.480

86.146

332.626

2005

281.218

91.865

373.083

2010

353.551

90.442

443.993

2011

365.121

90.945

456.066

2012

375.866

90.705

466.571

2013

387.186

90.899

478.085


pensioenrecht

Dubbele vergrijzing in het kwadraat Toekomstige pensioengerechtigden in het ambtenarenstelsel

VASTBENOEMDEN

CONTRACTUELEN


pensioenrecht

Levensverwachting op de leeftijd van 65 jaar (1841-2060) 30 25 20

10 5 0

1841 1965

MANNEN VROUWEN

1841 1848 1855 1862 1869 1876 1883 1890 1897 1904 1911 1918 1925 1932 1939 1946 1953 1960 1967 1974 1981 1988 1995 2002 2009 2016 2023 2030 2037 2044 2051 2058

15


pensioenrecht

Toekomst: werken tot 67 jaar? Het Commissieverslag doet hierover geen duidelijke uitspraak. Wel wordt op pagina 135 van het rapport een hypothese van het Planbureau geciteerd waaruit de volgende parametrische hervormingen kunnen afgeleid worden: Leeftijdsgrens van 65 jaar wordt 66j in 2025 en 67j in 2030. De minimumleeftijd voor vervroegde pensionering stijgt met 1 jaar in 2025 en nogmaals met 1 jaar in 2030. De loopbaanduurvoorwaarde wordt eveneens met 1 jaar verlengd in 2025 en met 1 jaar in 2030. Het is niet meteen duidelijk of de referentieloopbaan in het puntenstelsel van 45 jaar op een gelijkaardige manier moet worden aangepast (= pensioenberekening!).

22 Regeerakkoord (algemene maatregel) •

LEEFTIJDSGRENS

pensioenrecht

VERVROEGD PENSIOEN ALGEMENE REGEL

VERVROEGD PENSIOEN LANGE LOOPBAAN

Leeftijd

Minimum loopbaan

Minimum leeftijd

Minimum loopbaan

Minimum leeftijd

Minimum loopbaan

2013 2014 2015

65 65 65

5 5 5

60,5 61 61,5

38 39 40

2016

65

5

62

40

2017

65

5

62,5

41

2018

65

5

63

41

2019

65

5

63

42

60 60 60 60 61 60 61 60 61 60 61

40 40 41 42 41 43 42 43 42 44 43

2025

66

5

63 (?)

42 (?)

2030

67

5

63 (?)

42 (?)

60 (?) 61(?) 60 (?) 61(?)

44 (?) 43 (?) 44 (?) 43 (?)


Parametrische hervormingen Optrekken pensioenvoorwaarden: leeftijd + loopbaanduur Afschaffing diplomabonificatie Quid verhogingscoëfficiënten? Selectievere toepassing preferentiële tantièmes Quid preferentiële pensioenleeftijden?

pensioenrecht

Structurele hervormingen Hervorming ziektepensioen Invoering van een puntensysteem


Parametrische hervormingen Optrekken pensioenvoorwaarden: leeftijd + loopbaanduur Afschaffing diplomabonificatie Quid verhogingscoëfficiënten? Selectievere toepassing preferentiële tantièmes Quid preferentiële pensioenleeftijden?

pensioenrecht

Structurele hervormingen Hervorming ziektepensioen Invoering van een puntensysteem heeft geen impact op het pensioenrecht


PENSIOENBEREKENING


pensioenberekening

Pensioenformule ambtenaren Dienstjaren (DJ)

Refertewedde (RW)

Effectief gepresteerde diensten

Baremieke wedde

Gelijkgestelde diensten

Gemiddelde van de laatste 10 (5) jaar

Bonificaties

Niet begrensd

DJ Tantième

x RW

≤ 3/4e RW

1/60 – 1/55 – 1/50 – 1/48 (…)


Parametrische hervormingen Weren van de contractuele diensten Afschaffing diplomabonificatie Selectievere toepassing preferentiële tantièmes Behoud gelijkgestelde perioden

pensioenberekening

Structurele hervormingen Van eindloonregeling naar middelloonregeling in de lengte en (?) de breedte Invoering van een puntensysteem


Parametrische hervormingen Weren van de contractuele diensten Afschaffing diplomabonificatie Selectievere toepassing preferentiële tantièmes Behoud gelijkgestelde perioden Afschaffing van de pensioenbonus

pensioenberekening

Structurele hervormingen Van eindloonregeling naar middelloonregeling in de lengte en (?) de breedte Invoering van een puntensysteem


pensioenberekening

Invoering van een puntensysteem (1) Middel, geen doel op zich Pensioen = aantal punten x waarde punt Jaarlijkse vaststelling ‘hoegrootheid’ punt Referentieambtenaar

Waarde punt op moment van pensionering Referentievervangingsratio (Referentieloopbaan)


pensioenberekening

Invoering van een puntensysteem (2) Punten kan men verzamelen door te werken maar men kan ook punten krijgen tijdens een periode van niet-activiteit als die gelijkgesteld wordt met een gewerkte periode.

Uitgangspunt = als een ambtenaar gedurende een bepaald jaar j evenveel verdiend heeft als wat alle ambtenaren gemiddeld verdiend hebben gedurende dat jaar, dan zal hij één punt op zijn rekening krijgen voor dat jaar j; heeft hij meer verdiend dan het gemiddelde, dan krijgt hij meer; heeft hij minder verdiend, dan krijgt hij minder.

Aantal punten = de verhouding tussen zijn eigen verdienste en de gemiddelde verdienste van alle ambtenaren in het jaar j.


pensioenberekening

Invoering van een puntensysteem (3) Afwijkingen: men heeft minder punten verzameld dan een minimum waarop men recht heeft; men heeft meer punten verzameld dan een maximum waarop men recht heeft (relatief maximum); extra (fracties van) punten worden toegevoegd omdat men effectief doorwerkt na de leeftijd waarop men vervroegd pensioen kon aanvragen (pensioenbonus); eventueel wordt de hoeveelheid verworven punten verhoogd omwille van de erkenning dat het uitgeoefende beroep zwaar is en in de mate dat preferentiële tantièmes op termijn blijven bestaan.


pensioenberekening

Pensioenformule van het puntenstelsel

Neutraliseert de invoering van de middelloonregeling

pensioen

=

verzamelde punten

X 0,75

Omvat de volledige en onvolledige dienstjaren, verloven, afwezigheden, tantième, …

X

ˇ

Gemiddelde bezoldiging ambtenaren

45

Stemt overeen met 1/60 Equivalent van het relatief maximum


PENSIOENBETALING


pensioenbetaling

Te herwaarderen absoluut maximum (= 6283,5 €/m): moet gehandhaafd worden; de toepassing dient overal op dezelfde wijze te gebeuren; moet gekoppeld worden aan de groei van de wedden in de overheidssector; zowel de pensioenbonus en actuariële correcties moeten daarop toegepast worden.

(privésector: de 80 %-regel te hervormen en de fiscaliteit op uitgekeerde kapitalen in de tweede pijler progressief te maken)


pensioenbetaling

Invoering van een bonus-malus (1) De Commissie pleit voor een combinatie van twee mechanismen: 1. een correctiemechanisme in de berekening van het aantal punten, d.w.z. extra punten na het tijdstip waarop men vervroegd pensioen kon aanvragen; 2. een correctiemechanisme bij de omzetting van de verworven punten in een pensioen: bij de omzetting van de verworven punten in een pensioen gebeurt een correctie als een individu afwijkt van wat in zijn geval beschouwd wordt als de ‘normale leeftijd’ waarop hij op pensioen zou gaan.


pensioenbetaling

Invoering van een bonus-malus (2) De volgende definities zijn hierbij van belang: een minimale pensioenleeftijd = de leeftijd waarop het individu de minimale lengte van loopbaan bereikt heeft die toegang geeft tot vervroegd pensioen. Deze leeftijd verschilt van individu tot individu. de wettelijke pensioenleeftijd = de leeftijd waarop iedereen zijn pensioen kan opnemen, ook al was de loopbaan slechts kort. De wettelijke pensioenleeftijd is voor iedereen gelijk. de normale pensioenleeftijd = de leeftijd waarop het individu een loopbaan bereikt zou kunnen hebben die qua lengte gelijk is aan de referentieloopbaan; deze leeftijd verschilt dus ook van individu tot individu.


pensioenbetaling

Invoering van een bonus-malus (3) Het Commissieverslag doet verder geen duidelijke uitspraak over een bonus-malus. Wel wordt op pagina 138 van het rapport naar een hypothese van het Planbureau verwezen (sensitiviteitsanalyse) met het volgende bonus-malus systeem: een vermindering van 2,5% per jaar vervroegd pensioen (vermindering van 2,5% wanneer het pensioen één jaar voorafgaand aan de wettelijke leeftijd wordt opgenomen, 5% bij een opname 2 jaar voorafgaand aan de wettelijke leeftijd, … met een maximum van 12,5%); een verhoging met 2,5% van het rustpensioen op jaarbasis per jaar dat volgt op de wettelijke pensioenleeftijd (een verhoging van 2,5% voor een vertrek één jaar na de wettelijke leeftijd, …).


pensioenbetaling



pensioenbetaling

De perequatie: Erkenning als een nuttig instrument tegen de ontwaarding van de pensioenen en om de koopkracht van de gepensioneerden veilig te stellen (tijdelijk behoud). Toekomst: koppeling van de pensioenen in uitkering aan de loonevolutie van de actieven maar niet noodzakelijk voor 100 %. Wijze: twee eenvoudige (privé + ambtenaren) en maximaal automatische mechanismen van welvaartsaanpassing + wettelijk verankerd. Uitdaging: een goed evenwicht vinden tussen enerzijds een voldoende hoge vervangingsratio wanneer mensen op pensioen gaan (onmiddellijk inkomensverlies beperken) en anderzijds een voldoende koppeling aan de welvaart.


pensioenbetaling


Bonus

Malus

actuariële correctie

Koppeling aan de evolutie van de welvaart actuariële correctie

welvaartsvastheid


GEZINSDIMENSIE


gezinsdimensie

De gezinsdimensie moet gemoderniseerd worden omdat de huidige afgeleide rechten: 1. de arbeidsparticipatie van vrouwen ontmoedigen; 2. een relatief nadeel opleveren voor tweeverdieners in vergelijking met koppels waarvan slechts één partner werkt; 3. geen bescherming bieden in geval van wettelijke samenwoning; 4. de waarborg van de verworven levensstandaard bij het overlijden van de partner voor sommige koppels onbillijk hoog maken in vergelijking met de waarborg voor andere koppels; 5. er geen objectieve grond is voor de verschillen tussen de pensioenstelsels van de ambtenaren, de werknemers en de zelfstandigen op dit punt.


gezinsdimensie

Wettelijk samenwonen = huwelijk (budgettaire gevolgen?)

(Echt)scheiding: Splitsing: bij echtscheiding of formele beëindiging van het wettelijk samenwonen wordt een zuivere splitsing toegepast. Concreet betekent dit dat de individuele punten en de minimale puntengarantie die de partners verworven hebben gedurende het huwelijk of het samenwonen, binnen elk van de drie stelsels vervangen worden door het gemiddelde van hun punten en het gemiddelde van hun minimale puntengarantie. voorwaarde = middelloonregeling Feitelijke scheiding: de bestaande regeling in het werknemers- en het zelfstandigenstelsel wordt uitgebreid naar het ambtenarenpensioenstelsel.


gezinsdimensie

Overlevingspensioenen Di Rupo: (tijdelijke) overgangsuitkering Billijke overlijdensdekking: (80% van het eigen rustpensioen + 100% van het rustpensioen van de overledene <= een absolute begrenzing) + 20% van het eigen rustpensioen Afschaffing wezenpensioenen Afschaffing overlevingspensioen na echtscheiding

(privésector) Op middellange termijn moet het gezinstarief voor werknemers en zelfstandigen worden afgeschaft.


AANVULLENDE PENSIOENEN


aanvullende pensioenen

Eerste pijler bis KAPITALISATIE in het wettelijk stelsel naast repartitie gemengde financieringstechnieken

Nieuwe contractanten in overheidsdienst 3 % uit ‘alternatieve financiering’


aanvullende pensioenen

Tweede pijler Versterking tweede pijler werknemers privésector Geen tweede pijler voor vastbenoemde ambtenaren (samenhang met het weren van contractuele diensten in de pensioenberekening)


PENSIOENFINANCIERING


pensioenfinanciering

Huidige financieringssystemen? 1. Staatskas Federale overheid, Gemeenschappen & Gewesten (inclusief onderwijs) 2. Pool der Parastatalen 3. Fonds federale politie 4. Gesolidariseerd pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen = semi-solidair systeem Wettelijke basispensioenbijdrage 2016 (= 41,50% - 7,50%) Geïndividualiseerde responsabiliseringsbijdrage (Regulariseringsbijdrage) 5. Autonome stelsels (eventueel i.s.m. voorzorginstelling)


pensioenfinanciering

Theoretische bijdragevoet 2013 Staatskas

Pensioenmassa

Loonmassa

Verhouding

10.371.226.000

15.795.347.000

65,66%

1.008.630.000

1.279.640.000

78,82%

402.266.000

1.008.055.000

39,91%

RSZPPO

2.103.187.000

4.442.190.000

47,35%

TOTAAL

13.885.309.000

22.525.232.000

61,64%

NMBS (Pool der) Parastatalen


EXSYSPEN


pensioenstudie

INDIVIDUELE MICRO-SIMULATIES 5 THEORETISCHE typegevallen op een microniveau gesimuleerd wat de effecten van de diverse mogelijke pensioenhervormingsvoorstellen zouden zijn op de hoogte van het rustpensioen. basis = de huidige pensioenregeling (diplomabonificatie voor pensioenrecht en pensioenberekening, toepassing preferentieel tantième, verhogingscoëfficiënt, eindloonberekening van de laatste tien jaar). 7 varianten zonder billijke overgangsbepalingen (worst case scenario) Varianten

Toelichting

Variant 1

geen diplomabonificatie voor het pensioenrecht

Variant 2

geen diplomabonificatie voor het pensioenrecht en geen diplomabonificatie in de pensioenberekening

Variant 3 Variant 4

geen diplomabonificatie voor het pensioenrecht, geen diplomabonificatie in de pensioenberekening en geen preferentieel tantième invoering van een middelloonregeling

Variant 5

geen diplomabonificatie voor het pensioenrecht en invoering van een middelloonregeling

Variant 6

geen diplomabonificatie voor het pensioenrecht, geen diplomabonificatie in de pensioenberekening en invoering van een middelloonregeling

Variant 7

geen diplomabonificatie voor het pensioenrecht, geen diplomabonificatie in de pensioenberekening, geen preferentieel tantième en invoering van een middelloonregeling


pensioenstudie

INDIVIDUELE MICRO-SIMULATIES Microsimulatie van de effecten van diverse pensioenhervormingsvoorstellen van de pensioencommissie op de hoogte van het pensioen LOOPBAAN IN HET KLEUTER-, LAGER OF LAGER SECUNDAIR ONDERWIJS (BACHELORNIVEAU)

Pensioen

Loopbaan duur in jaren

Leeftijd

Type

Basis

60

II

39

V1

61

III

V2

61

V3

Tijdsbonificatie diploma

Refertewedde Bedrag

Type

3

55

48.593,54

EL

36.445,16

3.037,10

40

3

55

48.593,54

EL

36.445,16

3.037,10

0,00

0,0%

III

40

0

55

48.593,54

EL

35.340,76

2.945,06

-92,04

-3,0%

62

I

41

0

60

48.593,54

EL

33.205,59

2.767,13

-269,97

-8,9%

V4

60

II

39

3

55

41.274,71

ML

30.956,03

2.579,67

-457,43

-15,1%

V5

61

III

40

3

55

41.453,22

ML

31.089,92

2.590,83

-446,27

-14,7%

V6

61

III

40

0

55

41.453,22

ML

30.147,80

2.512,32

-524,78

-17,3%

V7

62

I

41

0

60

41.623,28

ML

28.442,57

2.370,21

-666,89

-22,0%

EL = eindloonregeling ML= middelloonregeling

Jaarbedrag

Maand bedrag

Tantième

Verschil

%

Weerhouden in het regeerakkoord: zie pagina 130 e.v.


pensioenstudie

INDIVIDUELE MICRO-SIMULATIES Microsimulatie van de effecten van diverse pensioenhervormingsvoorstellen van de pensioencommissie op de hoogte van het pensioen LOOPBAAN IN HET HOGER SECUNDAIR ONDERWIJS (MASTERNIVEAU)

Pensioen


Tijds bonificatie diploma

Refertewedde

Type

Basis

60

II

38

4

55

61.622,03

EL

46.216,52

3.851,38

V1

62

I

40

4

55

61.622,03

EL

46.216,52

3.851,38

0,00

0,0%

V2

62

I

40

0

55

61.622,03

EL

44.816,02

3.734,67

-116,71

-3,0%

V3

62

I

40

0

60

61.622,03

EL

41.081,35

3.423,45

-427,93

-11,1%

V4

60

II

38

4

55

52.492,91

ML

39.369,68

3.280,81

-570,57

-14,8%

V5

62

I

40

4

55

52.938,24

ML

39.703,68

3.308,64

-542,74

-14,1%

V6

62

I

40

0

55

52.938,24

ML

38.500,54

3.208,38

-643,00

-16,7%

V7

62

I

40

0

60

52.938,24

ML

35.292,16

2.941,01

-910,37

-23,6%


Tantième

Bedrag

Type

Jaarbedrag

Maand bedrag

Leeftijd

Verschil

%



pensioenstudie

INDIVIDUELE MICRO-SIMULATIES Microsimulatie van de effecten van diverse pensioenhervormingsvoorstellen van de pensioencommissie op de hoogte van het pensioen ALGEMENE AMBTENARENLOOPBAAN (BACHELORNIVEAU) Pensioen


Leeftijd

Type

Basis

60

II

39

V1

62

I

V2

62

V4


Refertewedde Jaarbedrag

Maand bedrag

Tantième

Bedrag

Type

Verschil

%

3

60

53.193,96

EL

37.235,77

3.102,98

41

3

60

53.193,96

EL

39.008,90

3.250,74

147,76

4,8%

I

41

0

60

53.193,96

EL

36.349,21

3.029,10

-73,88

-2,4%

60

II

39

3

60

46.031,48

ML

32.222,04

2.685,17

-417,81

-13,5%

V5

62

I

41

3

60

46.376,49

ML

34.009,43

2.834,12

-268,86

-8,7%

V6

62

I

41

0

60

46.376,49

ML

31.690,60

2.640,88

-462,10

-14,9%

V3

V7




pensioenstudie

INDIVIDUELE MICRO-SIMULATIES Microsimulatie van de effecten van diverse pensioenhervormingsvoorstellen van de pensioencommissie op de hoogte van het pensioen ALGEMENE AMBTENARENLOOPBAAN (MASTERNIVEAU) Pensioen


Leeftijd

Type

Basis

60

II

38

V1

62

I

V2

62

V4


Refertewedde Jaarbedrag

Maand bedrag

Tantième

Bedrag

Type

Verschil

%

4

60

71.348,62

EL

49.944,03

4.162,00

40

4

60

71.348,62

EL

52.322,32

4.360,19

198,19

4,8%

I

40

0

60

71.348,62

EL

47.565,75

3.963,81

-198,19

-4,8%

60

II

38

4

60

64.400,34

ML

45.080,24

3.756,69

-405,31

-9,7%

V5

62

I

40

4

60

64.739,28

ML

47.475,47

3.956,29

-205,71

-4,9%

V6

62

I

40

0

60

64.739,28

ML

43.159,52

3.596,63

-565,37

-13,6%

V3

V7




pensioenstudie

INDIVIDUELE MICRO-SIMULATIES Microsimulatie van de effecten van diverse pensioenhervormingsvoorstellen van de pensioencommissie op de hoogte van het pensioen AMBTENARENLOOPBAAN MET ACTIEVE DIENSTEN (BACHELORNIVEAU) Refertewedde

Pensioen Loopbaan duur in jaren

Leeftijd

Type

Basis

60

II

39

V1

61

III

V2

61

V3


Tantième

Bedrag

Type

3

50

53.193,96

EL

39.895,47

3.324,62

40

3

50

53.193,96

EL

39.895,47

3.324,62

0,00

0,0%

III

40

0

50

53.193,96

EL

39.895,47

3.324,62

0,00

0,0%

62

I

41

0

60

53.193,96

EL

36.349,21

3.029,10

-295,52

-8,9%

V4

60

II

39

3

50

46.031,48

ML

34.523,61

2.876,97

-447,65

-13,5%

V5

61

III

40

3

50

46.208,19

ML

34.656,15

2.888,01

-436,61

-13,1%

V6

61

III

40

0

50

46.208,19

ML

34.656,15

2.888,01

-436,61

-13,1%

V7

62

I

41

0

60

46.376,49

ML

31.690,60

2.640,88

-683,74

-20,6%


Jaarbedrag

Maandbedrag

Verschil

%



pensioenstudie

BESPREKING VAN DE INDIVIDUELE MICRO-SIMULATIES Enkel variante1 is momenteel realistisch. Waarom? •

Diplomabonificatie (pensioenrecht) : De regering heeft enkel het idee van de pensioencommissie overgenomen om de tijdsbonificatie voor de vaststelling van het pensioenrecht af te schaffen,. Zij doet dit via een overgangsperiode waarin de tijdbonficatie wordt afgebouwd met -6 maanden per kalenderjaar vanaf 2016

•

Diplomabonificatie (pensioenberekening) : De regering heeft het idee van de pensioencommissie NIET overgenomen om de tijdsbonificatie voor de berekening van het pensioenbedrag af te schaffen,. De regering heeft enkel het idee van de pensioencommissie overgenomen om de mogelijkheid te onderzoeken binnen het Nationaal Pensioencomité om een persoonlijke bijdrage in de 3 wettelijke pensioenstelsels te harmoniseren;

•

Preferentieel tantième: De regering gaat ervan uit dat tijdens het sociaal overleg over de zware beroepen, het nog steeds mogelijk moet zijn om preferentiële tantièmes te definiëren, In afwachting van het sociaal overleg blijven de bestaande preferentiële tantièmes behouden,

•

Invoering van een middelloonregeling : Dit heeft enkel te maken met de invoering van het puntenstelsel in 2030. Deze transitie moet budgettair neutraal zijn, De berekeningsresultaten in de varianten 4, 5, 6 en 7 bewijzen waarom dit budgettair neutraal moet zijn.


pensioenstudie

BESPREKING VAN DE NIEUWE INDIVIDUELE MICRO-SIMULATIES

De 5 THEORETISCHE typegevallen van variante1 worden opnieuw berekend rekening houdende met een overgangsperiode waarin de tijdbonificatie enkel voor het pensioenrecht wordt afgebouwd met -6 maanden per kalenderjaar vanaf 2016. Tijdens de periode 2015-2030 wordt telkens uitgegaan van de vroegst mogelijke datum van vervroegde oppensioenstelling overeenkomstig de tabel op pagina 94. De gebruikte loopbanen zijn ideale loopbanen van een referentieambtenaar. Persoonlijke loopbanen kunnen hiervan afwijken. Er is in geen enkel geval een negatieve impact op de hoogte van het pensioenbedrag,


pensioenstudie

INDIVIDUELE MICRO-SIMULATIES Microsimulatie van de effecten van diverse pensioenhervormingsvoorstellen op de hoogte van het pensioen LOOPBAAN IN HET KLEUTER-, LAGER OF LAGER SECUNDAIR ONDERWIJS (NORMAALSCHOOL – STUDIEDUUR = 2 JAAR) – VARIANTE 1

basis 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2025 2030

pensioen leeftijd type 60 II 60 II 60 II 60 II 61 III 61,5 III 61,5 III 61,5 III 61,5 III

loopbaan duur in jaren 40 40 40 40 41 41,5 41,5 41,5 41,5

PENSIOENRECHT PENSIOENBEREKENING tantième totale gebonden tijds loopbaan loopbaan tijds refertewedde verhoging bonificatie duur duur bonificatie coëfficiënt diploma in jaren in jaren diploma tantieme bedrag type 1,0908 2 45,6320 40 2 55 48.593,54 EL 1,0908 2 45,6320 40 2 55 48.593,54 EL 1,0908 1,5 45,1320 40 2 55 48.593,54 EL 1,0644 1 43,5760 40 2 55 48.593,54 EL 1,0390 0,5 43,0990 41 2 55 48.593,54 EL 1,0390 0 43,1185 41,5 2 55 48.593,54 EL 1,0390 0 43,1185 41,5 2 55 48.593,54 EL 1,0390 0 43,1185 41,5 2 55 48.593,54 EL 1,0390 0 43,1185 41,5 2 55 48.593,54 EL

RESULTAAT

jaarbedrag maandbedrag verschil 36.445,16 3.037,10 36.445,16 3.037,10 0,00 36.445,16 3.037,10 0,00 36.445,16 3.037,10 0,00 36.445,16 3.037,10 0,00 36.445,16 3.037,10 0,00 36.445,16 3.037,10 0,00 36.445,16 3.037,10 0,00 36.445,16 3.037,10 0,00

maximumpensioen

pensioenvermogen hypothese: betrokkene wordt 80 jaar oud % 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%

728.903,20 728.903,20 728.903,20 728.903,20 692.458,04 674.235,46 674.235,46 674.235,46 674.235,46


pensioenstudie

INDIVIDUELE MICRO-SIMULATIES Microsimulatie van de effecten van diverse pensioenhervormingsvoorstellen op de hoogte van het pensioen LOOPBAAN IN HET KLEUTER-, LAGER OF LAGER SECUNDAIR ONDERWIJS (BACHELORNIVEAU – STUDIEDUUR = 3 JAAR) – VARIANTE 1 PENSIOENRECHT

basis 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2025 2030

pensioen leeftijd type 60 II 60 II 60 II 60 II 61 III 61,5 III 62 III 62,5 III 62,5 III 62,5 III

loopbaan duur in jaren 39 39 39 39 40 40,5 41 41,5 41,5 41,5

PENSIOENBEREKENING

tantième totale gebonden tijds loopbaan loopbaan tijds verhoging bonificatie duur duur bonificatie coëfficiënt diploma in jaren in jaren diploma 1,0908 3 45,5412 39 3 1,0908 3 45,5412 39 3 1,0908 2,5 45,0412 39 3 1,0644 2 43,5116 39 3 1,0390 1,5 43,0600 40 3 1,0390 1 43,0795 40,5 3 1,0390 0,5 43,0990 41 3 1,0390 0 43,1185 41,5 3 1,0390 0 43,1185 41,5 3 1,0390 0 43,1185 41,5 3

tantieme 55 55 55 55 55 55 55 55 55 55

refertewedde bedrag type 48.593,54 EL 48.593,54 EL 48.593,54 EL 48.593,54 EL 48.593,54 EL 48.593,54 EL 48.593,54 EL 48.593,54 EL 48.593,54 EL 48.593,54 EL

RESULTAAT

jaarbedrag maandbedrag verschil 36.445,16 3.037,10 36.445,16 3.037,10 0,00 36.445,16 3.037,10 0,00 36.445,16 3.037,10 0,00 36.445,16 3.037,10 0,00 36.445,16 3.037,10 0,00 36.445,16 3.037,10 0,00 36.445,16 3.037,10 0,00 36.445,16 3.037,10 0,00 36.445,16 3.037,10 0,00

maximumpensioen

pensioenvermogen hypothese: betrokkene wordt 80 jaar oud % 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%

728.903,20 728.903,20 728.903,20 728.903,20 692.458,04 674.235,46 656.012,88 637.790,30 637.790,30 637.790,30


pensioenstudie

INDIVIDUELE MICRO-SIMULATIES Microsimulatie van de effecten van diverse pensioenhervormingsvoorstellen op de hoogte van het pensioen LOOPBAAN IN HET HOGER SECUNDAIR ONDERWIJS (MASTERNIVEAU – STUDIEDUUR = 4 JAAR) – VARIANTE 1

basis 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2025 2030

pensioen leeftijd type 60 II 60 II 60 II 60 II 61 III 61,5 III 62 III 62,5 III 63 I 63 I 63 I 63 I

loopbaan duur in jaren 38 38 38 38 39 39,5 40 40,5 41 41 41 41

PENSIOENRECHT PENSIOENBEREKENING tantième totale gebonden tijds loopbaan loopbaan tijds refertewedde verhoging bonificatie duur duur bonificatie coëfficiënt diploma in jaren in jaren diploma tantieme bedrag type 1,0908 4 45,4504 38 4 55 61.622,03 EL 1,0908 4 45,4504 38 4 55 61.622,03 EL 1,0908 3,5 44,9504 38 4 55 61.622,03 EL 1,0644 3 43,4472 38 4 55 61.622,03 EL 1,0390 2,5 43,0210 39 4 55 61.622,03 EL 1,0390 2 43,0405 39,5 4 55 61.622,03 EL 1,0390 1,5 43,0600 40 4 55 61.622,03 EL 1,0390 1 43,0795 40,5 4 55 61.622,03 EL 1,0390 0,5 43,0990 41 4 55 61.622,03 EL 1,0390 0 42,5990 41 4 55 61.622,03 EL 1,0390 0 42,5990 41 4 55 61.622,03 EL 1,0390 0 42,5990 41 4 55 61.622,03 EL

RESULTAAT

jaarbedrag maandbedrag verschil 46.216,52 3.851,38 46.216,52 3.851,38 0,00 46.216,52 3.851,38 0,00 46.216,52 3.851,38 0,00 46.216,52 3.851,38 0,00 46.216,52 3.851,38 0,00 46.216,52 3.851,38 0,00 46.216,52 3.851,38 0,00 46.216,52 3.851,38 0,00 46.216,52 3.851,38 0,00 46.216,52 3.851,38 0,00 46.216,52 3.851,38 0,00

maximumpensioen

pensioenvermogen hypothese: betrokkene wordt 80 jaar oud % 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%

924.330,40 924.330,40 924.330,40 924.330,40 878.113,88 855.005,62 831.897,36 808.789,10 785.680,84 785.680,84 785.680,84 785.680,84


pensioenstudie

INDIVIDUELE MICRO-SIMULATIES Microsimulatie van de effecten van diverse pensioenhervormingsvoorstellen op de hoogte van het pensioen LOOPBAAN IN HET HOGER SECUNDAIR ONDERWIJS (MASTERNIVEAU – STUDIEDUUR = 5 JAAR) – VARIANTE 1

basis 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2023 2025 2030

pensioen leeftijd type 60 II 60 II 60 II 60 II 61 II 61,5 III 62 III 62,5 III 63 I 63 I 63 I 63,5 I 63,5 I

loopbaan duur in jaren 37 37 37 37 38 38,5 39 39,5 40 40 40 40,5 40,5

PENSIOENBEREKENING PENSIOENRECHT tantième totale gebonden tijds loopbaan loopbaan tijds refertewedde verhoging bonificatie duur duur bonificatie coëfficiënt diploma in jaren in jaren diploma tantieme bedrag type 1,0908 5 45,3596 37 5 55 69.601,32 EL 1,0908 5 45,3596 37 5 55 69.601,32 EL 1,0908 4,5 44,8596 37 5 55 69.601,32 EL 1,0644 4 43,3828 37 5 55 69.601,32 EL 1,0390 3,5 42,9820 38 5 55 69.601,32 EL 1,0390 3 43,0015 38,5 5 55 69.601,32 EL 1,0390 2,5 43,0210 39 5 55 69.601,32 EL 1,0390 2 43,0405 39,5 5 55 69.601,32 EL 1,0390 1,5 43,0600 40 5 55 69.601,32 EL 1,0390 1 42,5600 40 5 55 69.601,32 EL 1,0390 0,5 42,0600 40 5 55 69.601,32 EL 1,0390 0 42,0795 40,5 5 55 69.601,32 EL 1,0390 0 42,0795 40,5 5 55 69.601,32 EL

RESULTAAT

jaarbedrag maandbedrag verschil 52.200,99 4.350,08 52.200,99 4.350,08 0,00 52.200,99 4.350,08 0,00 52.200,99 4.350,08 0,00 52.200,99 4.350,08 0,00 52.200,99 4.350,08 0,00 52.200,99 4.350,08 0,00 52.200,99 4.350,08 0,00 52.200,99 4.350,08 0,00 52.200,99 4.350,08 0,00 52.200,99 4.350,08 0,00 52.200,99 4.350,08 0,00 52.200,99 4.350,08 0,00

maximumpensioen

pensioenvermogen hypothese: betrokkene wordt 80 jaar oud % 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%

1.044.019,80 1.044.019,80 1.044.019,80 1.044.019,80 991.818,81 965.718,32 939.617,82 913.517,33 887.416,83 887.416,83 887.416,83 861.316,34 861.316,34


pensioenstudie

INDIVIDUELE MICRO-SIMULATIES Microsimulatie van de effecten van diverse pensioenhervormingsvoorstellen op de hoogte van het pensioen ALGEMENE AMBTENARENLOOPBAAN (BACHELORNIVEAU – STUDIEDUUR = 3 JAAR) – VARIANTE 1 PENSIOENRECHT

basis 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2025 2030

pensioen leeftijd type 60 II 60 II 60,5 III 61 III 61,5 III 63 I 63 I 63 I 63 I 63 I

loopbaan duur in jaren 39 39 39,5 40 40,5 42 42 42 42 42

PENSIOENBEREKENING

totale tantième loopbaan loopbaan tijds gebonden tijds duur duur bonificatie verhoging bonificatie coëfficiënt diploma in jaren in jaren diploma 1,0000 3 42,0000 39 3 1,0000 3 42,0000 39 3 1,0000 2,5 42,0000 39,5 3 1,0000 2 42,0000 40 3 1,0000 1,5 42,0000 40,5 3 1,0000 1 43,0000 42 3 1,0000 0,5 42,5000 42 3 1,0000 0 42,0000 42 3 1,0000 0 42,0000 42 3 1,0000 0 42,0000 42 3

tantieme 60 60 60 60 60 60 60 60 60 60

refertewedde bedrag type 53.193,96 EL 53.193,96 EL 53.193,96 EL 53.193,96 EL 53.193,96 EL 53.193,96 EL 53.193,96 EL 53.193,96 EL 53.193,96 EL 53.193,96 EL

RESULTAAT

jaarbedrag maandbedrag verschil 37.235,77 3.102,98 37.235,77 3.102,98 0,00 37.679,06 3.139,92 36,94 38.122,34 3.176,86 73,88 38.565,62 3.213,80 110,82 39.895,47 3.324,62 221,64 39.895,47 3.324,62 221,64 39.895,47 3.324,62 221,64 39.895,47 3.324,62 221,64 39.895,47 3.324,62 221,64 maximumpensioen

pensioenvermogen hypothese: betrokkene wordt 80 jaar oud % 0,0% 1,2% 2,4% 3,6% 7,1% 7,1% 7,1% 7,1% 7,1%

744.715,40 744.715,40 734.741,67 724.324,46 713.463,97 678.222,99 678.222,99 678.222,99 678.222,99 678.222,99


pensioenstudie

INDIVIDUELE MICRO-SIMULATIES Microsimulatie van de effecten van diverse pensioenhervormingsvoorstellen op de hoogte van het pensioen ALGEMENE AMBTENARENLOOPBAAN (MASTERNIVEAU – STUDIEDUUR = 4 JAAR) – VARIANTE 1 PENSIOENRECHT

basis 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2025 2030

pensioen leeftijd type 60 II 60 II 60,5 II 61 III 61,5 III 63 I 63 I 63 I 63,5 I 64 I 64 I 64 I

loopbaan duur in jaren 38 38 38,5 39 39,5 41 41 41 41,5 42 42 42

PENSIOENBEREKENING

tantième totale gebonden tijds loopbaan loopbaan tijds verhoging bonificatie duur duur bonificatie coëfficiënt diploma in jaren in jaren diploma 1,0000 4 42,0000 38 4 1,0000 4 42,0000 38 4 1,0000 3,5 42,0000 38,5 4 1,0000 3 42,0000 39 4 1,0000 2,5 42,0000 39,5 4 1,0000 2 43,0000 41 4 1,0000 1,5 42,5000 41 4 1,0000 1 42,0000 41 4 1,0000 0,5 42,0000 41,5 4 1,0000 0 42,0000 42 4 1,0000 0 42,0000 42 4 1,0000 0 42,0000 42 4

tantieme 60 60 60 60 60 60 60 60 60 60 60 60

refertewedde bedrag type 71.348,62 EL 71.348,62 EL 71.348,62 EL 71.348,62 EL 71.348,62 EL 71.348,62 EL 71.348,62 EL 71.348,62 EL 71.348,62 EL 71.348,62 EL 71.348,62 EL 71.348,62 EL

pensioenvermogen hypothese: betrokkene wordt 80 jaar oud

RESULTAAT

jaarbedrag maandbedrag verschil 49.944,03 4.162,00 49.944,03 4.162,00 0,00 50.538,61 4.211,55 49,55 51.133,18 4.261,10 99,10 51.727,75 4.310,65 148,65 53.511,47 4.459,29 297,29 53.511,47 4.459,29 297,29 53.511,47 4.459,29 297,29 53.511,47 4.459,29 297,29 53.511,47 4.459,29 297,29 53.511,47 4.459,29 297,29 53.511,47 4.459,29 297,29

maximumpensioen

% 0,0% 1,2% 2,4% 3,6% 7,1% 7,1% 7,1% 7,1% 7,1% 7,1% 7,1%

998.880,60 998.880,60 985.502,90 971.530,42 956.963,38 909.694,99 909.694,99 909.694,99 882.939,26 856.183,52 856.183,52 856.183,52


pensioenstudie

INDIVIDUELE MICRO-SIMULATIES Microsimulatie van de effecten van diverse pensioenhervormingsvoorstellen op de hoogte van het pensioen ALGEMENE AMBTENARENLOOPBAAN (MASTERNIVEAU – STUDIEDUUR = 5 JAAR) – VARIANTE 1 PENSIOENRECHT

basis 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2030

pensioen leeftijd type 60 II 60 II 60,5 II 61 III 61,5 III 63 I 63 I 63 I 63,5 I 64 I 64,5 I 65 I 65 I

loopbaan duur in jaren 37 37 37,5 38 38,5 40 40 40 40,5 41 41,5 42 42

PENSIOENBEREKENING

tantième totale gebonden tijds loopbaan loopbaan tijds verhoging bonificatie duur duur bonificatie coëfficiënt diploma in jaren in jaren diploma 1,0000 5 42,0000 37 5 1,0000 5 42,0000 37 5 1,0000 4,5 42,0000 37,5 5 1,0000 4 42,0000 38 5 1,0000 3,5 42,0000 38,5 5 1,0000 3 43,0000 40 5 1,0000 2,5 42,5000 40 5 1,0000 2 42,0000 40 5 1,0000 1,5 42,0000 40,5 5 1,0000 1 42,0000 41 5 1,0000 0,5 42,0000 41,5 5 1,0000 0 42,0000 42 5 1,0000 0 42,0000 42 5

tantieme 60 60 60 60 60 60 60 60 60 60 60 60 60

refertewedde bedrag type 71.348,62 EL 71.348,62 EL 71.348,62 EL 71.348,62 EL 71.348,62 EL 71.348,62 EL 71.348,62 EL 71.348,62 EL 71.348,62 EL 71.348,62 EL 71.348,62 EL 71.348,62 EL 71.348,62 EL

pensioenvermogen hypothese: betrokkene wordt 80 jaar oud

RESULTAAT

jaarbedrag maandbedrag verschil 49.944,03 4.162,00 49.944,03 4.162,00 0,00 50.538,61 4.211,55 49,55 51.133,18 4.261,10 99,10 51.727,75 4.310,65 148,65 53.511,47 4.459,29 297,29 53.511,47 4.459,29 297,29 53.511,47 4.459,29 297,29 53.511,47 4.459,29 297,29 53.511,47 4.459,29 297,29 53.511,47 4.459,29 297,29 53.511,47 4.459,29 297,29 53.511,47 4.459,29 297,29

maximumpensioen

% 0,0% 1,2% 2,4% 3,6% 7,1% 7,1% 7,1% 7,1% 7,1% 7,1% 7,1% 7,1%

998.880,60 998.880,60 985.502,90 971.530,42 956.963,38 909.694,99 909.694,99 909.694,99 882.939,26 856.183,52 829.427,79 802.672,05 802.672,05


pensioenstudie

INDIVIDUELE MICRO-SIMULATIES Microsimulatie van de effecten van diverse pensioenhervormingsvoorstellen op de hoogte van het pensioen ALGEMENE AMBTENARENLOOPBAAN MET ACTIEVE DIENSTEN (1/50) (BACHELORNIVEAU – STUDIEDUUR = 3 JAAR) – VARIANTE 1 PENSIOENRECHT

basis 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2025 2030

pensioen leeftijd type 60 II 60 II 60 II 60 II 60 II 60 II 61 III 61,5 III 62,5 III 62,5 III 62,5 III

loopbaan duur in jaren 39 39 39 39 39 39 40 40,5 41,5 41,5 41,5

PENSIOENBEREKENING

tantième totale gebonden tijds loopbaan loopbaan tijds verhoging bonificatie duur duur bonificatie coëfficiënt diploma in jaren in jaren diploma 1,2001 3 49,8039 39 3 1,2001 3 49,8039 39 3 1,2001 2,5 49,3039 39 3 1,1706 2 47,6534 39 3 1,1429 1,5 46,0731 39 3 1,1164 1 44,5396 39 3 1,0908 0,5 44,1320 40 3 1,0667 0 43,2014 40,5 3 1,0436 0 43,3094 41,5 3 1,0436 0 43,3094 41,5 3 1,0436 0 43,3094 41,5 3

tantieme 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50

refertewedde bedrag type 53.193,96 EL 53.193,96 EL 53.193,96 EL 53.193,96 EL 53.193,96 EL 53.193,96 EL 53.193,96 EL 53.193,96 EL 53.193,96 EL 53.193,96 EL 53.193,96 EL

RESULTAAT

jaarbedrag maandbedrag verschil 39.895,47 3.324,62 39.895,47 3.324,62 0,00 39.895,47 3.324,62 0,00 39.895,47 3.324,62 0,00 39.895,47 3.324,62 0,00 39.895,47 3.324,62 0,00 39.895,47 3.324,62 0,00 39.895,47 3.324,62 0,00 39.895,47 3.324,62 0,00 39.895,47 3.324,62 0,00 39.895,47 3.324,62 0,00 maximumpensioen

pensioenvermogen hypothese: betrokkene wordt 80 jaar oud % 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%

797.909,40 797.909,40 797.909,40 797.909,40 797.909,40 797.909,40 758.013,93 738.066,20 698.170,73 698.170,73 698.170,73


pensioenstudie

INDIVIDUELE MICRO-SIMULATIES Microsimulatie van de effecten van diverse pensioenhervormingsvoorstellen op de hoogte van het pensioen ALGEMENE AMBTENARENLOOPBAAN MET ACTIEVE DIENSTEN (1/50) (NIVEAU C) – VARIANTE 1 PENSIOENRECHT

basis 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2025 2030

pensioen leeftijd type 60 II 60 II 60 II 60 II 60 II 60,5 II 61 III 61,5 III 62,5 III 62,5 III 62,5 III

loopbaan duur in jaren 39 39 39 39 39 39,5 40 40,5 41,5 41,5 41,5

PENSIOENBEREKENING

tantième totale gebonden tijds loopbaan loopbaan tijds verhoging bonificatie duur duur bonificatie coëfficiënt diploma in jaren in jaren diploma 1,2001 0 46,8039 39 0 1,2001 0 46,8039 39 0 1,2001 0 46,8039 39 0 1,1706 0 45,6534 39 0 1,1429 0 44,5731 39 0 1,1164 0 44,0978 39,5 0 1,0908 0 43,6320 40 0 1,0667 0 43,2014 40,5 0 1,0436 0 43,3094 41,5 0 1,0436 0 43,3094 41,5 0 1,0436 0 43,3094 41,5 0

tantieme 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50

refertewedde bedrag type 43.686,35 EL 43.686,35 EL 43.686,35 EL 43.686,35 EL 43.686,35 EL 43.686,35 EL 43.686,35 EL 43.686,35 EL 43.686,35 EL 43.686,35 EL 43.686,35 EL

RESULTAAT

jaarbedrag maandbedrag verschil 32.764,76 2.730,40 32.764,76 2.730,40 0,00 32.764,76 2.730,40 0,00 32.764,76 2.730,40 0,00 32.764,76 2.730,40 0,00 32.764,76 2.730,40 0,00 32.764,76 2.730,40 0,00 32.764,76 2.730,40 0,00 32.764,76 2.730,40 0,00 32.764,76 2.730,40 0,00 32.764,76 2.730,40 0,00 maximumpensioen

pensioenvermogen hypothese: betrokkene wordt 80 jaar oud % 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%

655.295,20 655.295,20 655.295,20 655.295,20 655.295,20 638.912,82 622.530,44 606.148,06 573.383,30 573.383,30 573.383,30

Tot slot 1. 2. 3. 4. 5.

Convergentie versus harmonisering? Intergenerationele solidariteit? Neutraliteit puntensysteem? Regeerakkoord? Sociaal overleg?

Overheidspensioenen in perspectief. Wat brengt de toekomst?

Recommend Documents