Overgangsprotocol VPCO
Vastgesteld november 2015
Overgangsprotocol FO-scholen Inleiding Ieder kind heeft recht op een ononderbroken ontwikkeling binnen het Funderend Onderwijs. In principe doorlopen leerlingen een school voor Funderend Onderwijs in 8 jaar, maar het kind kan ook doorgaan tot hij of zij de leeftijd van 14 jaar bereikt heeft. Dat houdt in dat een kind dat ergens in zijn of haar ontwikkeling blijft steken het recht heeft om 2 keer in het Funderend Onderwijs te doubleren. Eén Keer in cyclus 1 (gr 1 t/m 4) en één keer in cyclus 2 (gr 5 t/m 8). De overgangsnormen die gebruikt worden om te bepalen of het kind naar de volgende groep gaat of de huidige groep over moet doen worden in dit document per groep voor u in kaart gebracht. Ook willen wij u informeren over de betekenis van de cijfers in relatie tot de letters die ook gebruikt zullen worden in enkele groepen en / of bij sommige vakken. 10 = uitstekend / uitmuntend 5,9 – 5,5 = matig 8,0 – 9,9 = goed 5,4 – 4 = onvoldoende 7,0 – 7,9 = ruim voldoende 3,9 – 1 = slecht 6,0 – 6,9 = voldoende De cijfers worden tot 1 decimaal nauwkeurig in het rapport genoteerd. Bij de eindcijfers van de hoofdvakken wordt het eindcijfer als een afgerond cijfer beschouwd. Het eindcijfer voor bijvoorbeeld het vak Nederlandse taal wordt genoteerd als 5,5 en wordt bij de overgangsbeslissing gezien als het eindcijfer 6. Het 5,4 wordt als eindcijfer 5 gezien. De educatiegebieden die in het rapport genoemd worden zijn als volgt in hoofd- en bijvakken onderverdeeld.
1.Taal Geletterdheid en Communicatie: Hoofdvakken in groep 3 en4: Nederlandse Taal en Technisch Lezen. Hoofdvakken in groep 5 en 6: Nederlandse Taal, Voortgezet lezen en Papiamentu. Hoofdvakken in groep 7 en 8: Nederlandse Taal en Papiamentu 2.Taal Geletterdheid en Communicatie: Bijvak: Papiamentu in groep 3 en 4 en schrijven in groep 3 t/m 6, Engels en Spaans in groep 7 en 8 3.Rekenen en Wiskunde: Hoofdvak in groep 3 t/m 7: Rekenen 4.Algemene mensvorming: Bijvak: Godsdienst 5.Gezonde levensstijl en Bewegingsonderwijs: Bijvakken: Gym 6.Mens en Maatschappij: Bijvakken: Verkeer, Aardrijkskunde en Geschiedenis 7.Mens, Natuur en Technologie: Bijvakken: Kennis der Natuur en ICT 8.Culturele en artistieke vorming: Bijvakken: Tekenen, Handvaardigheid en Muzikale vorming
1
Hoofdvakken groep 3 Nederlandse taal Technisch lezen Rekenen
Overgangsnorm Bevorderd naar groep 4: 2 hoofdvakken voldoende dus 5,5 of hoger. Doubleren: 2 hoofdvakken onvoldoende dus lager dan 5,5 De bijvakken hebben geen invloed op het wel of niet bevorderen naar de volgende groep.
Bijvakken: Godsdienst Papiamentu Bewegingsonderwijs Tekenen Handvaardigheid Muzikale vorming
Hoofdvakken Groep 4 Nederlandse taal Technisch lezen Rekenen
Overgangsnorm Bevorderd naar groep 5: 2 hoofdvakken voldoende dus 5,5 of hoger. Doubleren: 2 hoofdvakken onvoldoende dus lager dan 5,5 De bijvakken hebben geen invloed op het wel of niet bevorderen naar de volgende groep.
Bijvakken: Godsdienst Papiamentu Bewegingsonderwijs Tekenen Handvaardigheid Muzikale vorming
Hoofdvakken groep 5 Nederlandse taal Papiamentu Voortgezet lezen Rekenen
Overgangsnorm Bevorderd naar groep 6: 3 hoofdvakken voldoende dus 5,5 of hoger + een gemiddelde van 6 of hoger voor Aardrijkskunde en Kennis der Natuur (voor geen van beide vakken een lagere score dan 5,5). Doubleren: 2 hoofdvakken onvoldoende dus lager dan 5,5. De bijvakken hebben geen invloed op het wel of niet bevorderen naar de volgende groep op de vakken met een sterretje (*) na.
Bijvakken: Godsdienst *Aardrijkskunde *Kennis der Natuur Bewegingsonderwijs (Zwemmen) Tekenen Handvaardigheid Muzikale vorming
2
Hoofdvakken Groep 6 Nederlandse taal Papiamentu Voortgezet lezen Rekenen
Overgangsnorm Bevorderd naar groep 7: -3 hoofdvakken voldoende dus 5,5 of hoger -2 hoofdvakken voldoende of hoger + een gemiddelde van 6 of hoger voor MNT en M&M Doubleren: -3 hoofdvakken onvoldoende dus lager dan 5,5. -2 hoofdvakken onvoldoende dus lager dan 5,4 of lager + lager dan een 6 gemiddeld voor MNT en M&M De bijvakken hebben geen invloed op het wel of niet bevorderen naar de volgende groep op de vakken met een sterretje (*) na.
Bijvakken: Godsdienst *Aardrijkskunde *Geschiedenis *Kennis der Natuur Bewegingsonderwijs Tekenen Handvaardigheid Muzikale vorming ICT Hoofdvakken Groep 7 Nederlandse taal Papiamentu Rekenen
Overgangsnorm Bevorderd naar groep 7: -3 hoofdvakken voldoende dus 5,5 of hoger -2 hoofdvakken voldoende of hoger + een gemiddelde van 6 of hoger voor MNT en M&M Doubleren: -3 hoofdvakken onvoldoende dus lager dan 5,5. -2 hoofdvakken onvoldoende dus lager dan 5,4 of lager + lager dan een 6 gemiddeld voor MNT en M&M De bijvakken hebben geen invloed op het wel of niet bevorderen naar de volgende groep op de vakken met een sterretje (* ) na.
Bijvakken: Godsdienst *Aardrijkskunde *Geschiedenis *Kennis der Natuur Verkeer Bewegingsonderwijs Tekenen Handvaardigheid Muzikale vorming ICT
3
Procedure rondom het besluit tot doubleren: De ouders behoren duidelijk en tijdig (op z’n vroegst bij het 2de rapport maar op z’n laatst halverwege het 3de trimester) op de hoogte gesteld te worden van de resultaten die kunnen leiden tot de beslissing om een leerling te laten doubleren of bij afwijkende gevallen toch over te laten gaan. Dit gebeurt in een oudergesprek met de leerkracht en indien nodig de Interne Begeleider en de leidinggevende. Van deze normen kan worden afgeweken in uitzonderlijke gevallen zoals: - Bij langdurige ziekte van een leerling - Overgang wegens leeftijd (als blijkt dat de leerling bij plaatsing in groep 8 ouder dan 14 jaar en 3 maanden zal zijn) - Bij kinderen met een specifiek leerprobleem (dyslexie, dyscalculie) Het is aan te bevelen om deze gevallen in een groepsoverleg / leerlingbespreking met de desbetreffende leerkracht te bespreken om tot een goede pedagogisch / didactisch verantwoorde beslissing te komen.
4
Overgangsprotocol Divi Divi (L.O.M.) school Inleiding Ieder kind heeft recht op een ononderbroken ontwikkeling. In principe doorlopen leerlingen een school voor funderend onderwijs in 8 jaar. In onze visie en missie staat beschreven dat wij de leerlingen de ruimte bieden om zich op een eigen tempo te ontwikkelen. Aan het einde van het schooljaar gaan bijna alle kinderen over naar de daaropvolgende groep. Een enkel kind zal een groep overslaan of wordt overgeplaatst naar een school voor regulier funderend onderwijs. Dit overgangsprotocol moet duidelijkheid geven over de procedure, die gevolgd moet worden bij de besluitvorming. Het is als bijlage opgenomen in ons zorgplan. In het informatieboek wordt melding gemaakt van de aanwezigheid van dit protocol. Hierin staat ook opgenomen aan de hand van welke criteria de leerling in aanmerking komt voor een terugplaatsing naar het regulier onderwijs. Dit wordt tijdig met de ouders besproken. Zie bijlage 1.
GROEPSINDELING Op de Divi Divi school worden de kinderen afhankelijk van hun leeftijd in een groep geplaatst. Zie bijlage 2 voor een overzicht. De kinderen kunnen tot hun 13/14 jarige leeftijd op de Divi Divi school blijven.
OVERGANGSPROCEDURE Leerlingen gaan ieder jaar naar een andere groep. Ze nemen hun lespakket als het ware mee. Op de Divi Divi school spreken wij over het algemeen niet over doubleren. Leerlingen met een gediagnosticeerde stoornis (bijv. Asperger) die op jonge leeftijd in groep A worden aangenomen, kunnen afhankelijk van hun ontwikkeling twee schooljaren in groep A blijven. De leerlingen ontwikkelen zich op hun eigen tempo en worden binnen hun mogelijkheden gestimuleerd om de einddoelen te behalen. Naast het feit dat de leerlingen van groep A naar B etc. t/m J gaan, wordt er gekeken naar de volgende zaken: Voor de methodegebonden toetsen (hoofd)rekenen, begrijpend lezen, taal, spelling en technisch lezen, geldt een 80% norm om te spreken van een voldoende beheersing van het vakgebied. De leerling moet op minimaal 3 van de 4 vakgebieden 80% van de opgaven voldoende scoren om bevorderd te worden naar een hoger leerstofjaar. De overgangsnormen die gebruikt worden om te bepalen of het kind naar de volgende leerstofgroep gaat of dat de huidige lesstof over moet worden gedaan staan hieronder beschreven. 5
Ook willen wij u informeren over de betekenis van de cijfers in relatie tot de letters die ook gebruikt zullen worden in enkele groepen en/of bij sommige vakken. 10 = uitstekend / uitmuntend 8,0 – 9,9 = goed 7,0 – 7,9 = ruim voldoende 6,0 – 6,9 = voldoende 5,9 – 5,5 = matig 5,4 – 4 = onvoldoende 3,9 – 1 = slecht/zeer zwak De cijfers worden tot 1 decimaal nauwkeurig in het rapport genoteerd, maar bij de eindcijfers van de hoofdvakken wordt het eindcijfer als een afgerond cijfer beschouwd. Dus het eindcijfer voor bijvoorbeeld het vak Nederlandse taal wordt genoteerd als 5,5 en wordt in de overgangsbeslissing gezien als het eindcijfer 6 en het cijfer 5,4 wordt als eindcijfer 5 gezien.
Hoofdvakken groep A tot en met D Nederlandse taal
Overgangsnormen Bevorderd naar een groep met daarop volgende lesstofaanbod: 3 hoofdvakken voldoende 5,5 of hoger.
Schrijven Technisch lezen
Doubleren: 2 hoofdvakken onvoldoende dus lager dan 5,5.
Rekenen Bijvakken Godsdienst Bewegingsonderwijs Tekenen Handvaardigheid Muzikale vorming
De bijvakken hebben geen invloed op het wel of niet bevorderen naar de volgende groep.
Hoofdvakken groep E tot en met J Nederlandse taal Papiamentu Technisch lezen Rekenen
Overgangsnormen Bevorderd naar een groep met daarop volgende lesstofaanbod: 3 hoofdvakken voldoende 5,5 of hoger + gemiddelde voor de bijvakken Aardrijkskunde, Geschiedenis en Kennis der Natuur 6 of hoger (voor geen van de drie vakken een lagere score dan 5,5). Doubleren: 2 hoofdvakken onvoldoende dus lager dan 5,5.
Bijvakken Godsdienst *Aardrijkskunde *Geschiedenis *Kennis der natuur Bewegingsonderwijs Tekenen Handvaardigheid
De bijvakken hebben geen invloed op het wel of niet bevorderen naar de volgende groep op de vakken met een sterretje (*) na.
6
Muzikale vorming ICT
Bijlage 1: TERUGPLAATSING REGULIERE SCHOOL Voor terugplaatsing op een reguliere school gelden de volgende criteria: De Leerling heeft na afname van de Cito-toetsen in december/januari geen achterstanden. De leerling scoort op Cito-volgtoetsen inzichtelijk rekenen, spelling, technisch lezen en leestempo/leesbegrip minimaal een gemiddeld niveau (uitgedrukt in een hoge vaardigheidsscore). Tijdens de methodegebonden toetsen (hoofd)rekenen, begrijpend lezen, taal, spelling en technisch lezen maakt de leerling in 3 van de 4 gevallen minimaal 70% van de opgaven voldoende. Basisvaardigheden zoals de sociaal-emotionele ontwikkeling, de werkhouding, de motorische ontwikkeling en de mondelinge vaardigheden (zie bijlage 3) dienen overeen te komen met zijn/haar didactische leeftijd. Er wordt een psychologisch onderzoek uitgevoerd met als conclusie dat de leerling zou kunnen functioneren op een reguliere school. De schoolresultaten en de bevindingen van de groepsleerkracht worden met de ouders besproken. De ouders en de zorgcoördinator nemen contact op met de reguliere school om na te gaan of er een plaats is en op welke wijze er een overgang mogelijk gemaakt kan worden. Vervolgens zorgt de Divi Divi school voor de overdracht. Hierna gaat de leerling een afgesproken periode ‘wennen’ op de reguliere school waarbij de leerling ingeschreven blijft staan op de Divi Divi school. Indien het een succes is, wordt er definitief gewisseld van school. De leerkracht van de ontvangende school krijgt maximaal voor een periode van 3 maanden begeleiding van de groepsleerkracht/zorgcoördinator van de Divi Divi school.
7
Bijlage 2: GROEPSINDELING DIVI DIVI SCHOOL Groep A
Leeftijd 6 – 7 JAAR
B
7 – 8 JAAR
C
8 – 9 JAAR
D
9 – 10 JAAR
E
10 – 11 JAAR
F
10 – 11 JAAR
G
11 – 12 JAAR
H
11 – 12 JAAR
I
12 – 13 JAAR
J
12 – 13 JAAR
8
Bijlage 3: Basisvaardigheden: - Sociaal-emotionele ontwikkeling: De leerling komt emotioneel stabiel over en kan op een positieve manier met anderen omgaan. - Concentratie: De leerling reageert niet op allerlei prikkels. - Motivatie: De leerling werkt gemotiveerd aan verschillende opdrachten. - Taakhouding: De leerling kan doelgericht aan een opdracht werken en maakt deze af. - Werktempo: De leerling heeft een voldoende tot hoog verwerkingstempo. - Uitsteltolerantie: De leerling is in staat te wachten op hulp, aandacht en beloning. - Creativiteit: De leerling kan op gepaste wijze uitdrukking geven aan zijn ideeën. - Leergierigheid: De interesse van de leerling wordt snel gewekt en beperkt zich niet tot bekende dingen. - Motorische vaardigheden Er is sprake van een evenwichtig, leesbaar en regelmatig handschrift. - Spreekvaardigheid De leerling durft in de groep vrij te spreken en kan een logisch verhaal vertellen.
9