Treasury Statuut VPCO De Oorsprong
Doorn, juli 2014
INHOUDSOPGAVE
1.
2.
3.
4.
INLEIDING ........................................................................................................ 3 1.1
Verantwoording ............................................................................................ 3
1.2
Indeling Treasury Statuut .............................................................................. 3
DOELSTELLING TREASURYFUNCTIE .................................................................. 3 2.1
Liquiditeit..................................................................................................... 4
2.2
Financieringskosten ....................................................................................... 5
2.3
Beleggingen ................................................................................................. 5
2.4
Betalingsverkeer ........................................................................................... 5
2.5
Financiële instrumenten ................................................................................. 6
INTERNE ORGANISATIE TREASURYFUNCTIE ..................................................... 6 3.1
Plaats binnen de organisatie ........................................................................... 6
3.2
Besluitvorming ............................................................................................. 6
3.3
Uitvoering beleid........................................................................................... 6
3.4
Evaluatie Treasury Statuut ............................................................................. 6
3.5
Controle accountant ...................................................................................... 6
3.6
Bevoegdheden ten aanzien van beleggingen .................................................... 6
TREASURYVERSLAG........................................................................................... 7 BIJLAGE 1
KREDIETWAARDIGHEIDSBEOORDELINGEN ............................................ 8
BIJLAGE 2
FINANCIËLE INSTRUMENTEN ................................................................ 9
2
1.
INLEIDING
1.1
Verantwoording
Instellingen in het onderwijs zijn in toenemende mate zelf verantwoordelijk voor hun financiën. Scholen/schoolbesturen krijgen jaarlijks een bedrag waaruit alle kosten moeten worden gedekt en waarmee waarborgen voor 'bedrijfsvoering' op langere termijn geschapen moeten worden. Op basis van het voor een instelling geldende risicoprofiel ligt het voor de hand dat reserves worden opgebouwd. In het financieel beleidsplan van VPCO De Oorsprong is vermeld dat er een treasurystatuut is. Dit reglement bepaalt het te voeren treasurybeleid. Het past in de eigen verantwoordelijkheid van VPCO De Oorsprong om de beschikbare middelen risicomijdend te beleggen. In dit statuut wordt beschreven welke treasurytaken en -verantwoordelijkheden van toepassing zijn voor VPCO De Oorsprong. Tevens worden de beleidskaders vastgelegd voor diegenen die bij deze taken en verantwoordelijkheden betrokken zijn. Jaarlijks wordt na afloop van het jaar in het Jaarverslag verantwoording afgelegd over het treasurybeheer. In het statuut worden afspraken over onderwerpen als beheersing van rentekosten en risico's, financierings- en beleggingsvraagstukken vastgelegd. 1.2
Indeling Treasury Statuut
Hoofdstuk 2 behandelt de doelstellingen van de treasuryfunctie. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 de interne organisatie van de treasuryfunctie besproken. In hoofdstuk 4 wordt de inhoud van het treasuryverslag aangegeven. 2.
DOELSTELLING TREASURYFUNCTIE
De primaire doelstelling van VPCO De Oorsprong is het werkzaam zijn op het gebied van het christelijk PO, een en ander vastgelegd in artikel 5 van de statuten van VPCO De Oorsprong. Als gevolg hiervan is het financieren en beleggen ondergeschikt en dienend aan de primaire doelstelling. De algehele doelstelling voor de treasuryfunctie van VPCO De Oorsprong is dat deze de financiële continuïteit van de organisatie waarborgt. Dit wordt in de volgende doelstellingen en voorwaarden geconcretiseerd: -
Voldoende liquiditeit op korte en lange termijn Zo goed mogelijk rendement Lage financieringskosten Liquideerbare en risicomijdende beleggingen Kosteneffectief betalingsverkeer Inzet financiële instrumenten
3
2.1
Liquiditeit
Doelstellingen VPCO De Oorsprong wil ervan verzekerd zijn te allen tijde aan haar verplichtingen te kunnen voldoen en zo nodig ook altijd middelen te kunnen aantrekken. Het aantrekken van middelen zal zowel op korte als op lange termijn verzekerd moeten zijn. Voor het plannen van de omvang en het tijdstip waarop middelen benodigd zijn is een goede informatievoorziening vanuit de organisatie noodzakelijk. Het gaat dan met name om inzicht in de kasstromen die de bedrijfsprocessen met zich meebrengen. VPCO De Oorsprong wil de (tijdelijk) vrij beschikbare middelen op een verantwoorde wijze beleggen op middellange en lange termijn, waarbij een zo goed mogelijk rendement wordt nagestreefd. In de praktijk worden saldi tot maximaal € 150.000,-- op de rekening-courant aangehouden. Bedragen daarboven worden door het verenigingskantoor periodiek afgeroomd naar de zakelijke reserveringsrekening. 2.1.1 Liquiditeit korte termijn VPCO De Oorsprong zal een zodanige omvang aan liquide middelen c.q. kredietruimte aanhouden dat zij steeds aan haar korte termijn verplichtingen zal kunnen voldoen. Ter financiering van kortstondige liquiditeitsbehoefte zal, indien nodig, een kredietfaciliteit worden aangehouden van één tot twee maanden. Wordt hierbij gebruik gemaakt van korte termijn instrumenten (bijvoorbeeld kasgeldleningen) dan mogen deze het bedrag van de kredietfaciliteit niet te boven gaan. In principe wordt een zo laag mogelijk saldo van direct beschikbare en dus liquide middelen nagestreefd. 2.1.2 Liquiditeit lange termijn In het geval van (tijdelijk) vrij beschikbare middelen kan dit aanleiding zijn om een deel van de beschikbare middelen liquide aan te houden (benodigd binnen een jaar) en het resterende deel zodanig op middellange en lange termijn te beleggen dat dit zonder al te veel kosten snel liquide te maken is. 2.1.3 Beoordeling liquiditeitsontwikkeling Wanneer het saldo van de liquide middelen structureel te hoog of te laag dreigt te worden dient onderzocht te worden wat daarvan de oorzaak is en hoe deze in de toekomst vermeden kan worden. Daarna wordt een oplossing voor de afwijking gezocht. 2.1.4 Voorwaarden beleggingen Beleggingen moeten voldoen aan de criteria van de Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010 (OCW regeling d.d. 16 september 2009, kenmerk FEZ/CC-2009/150185), welke regeling aan dit statuut wordt gehecht. Beleggingen worden in eerste instantie gedaan op basis van een openbare kredietwaardigheidbeoordeling van Standard & Poors en Moody's. Voor de betekenis wordt verwezen naar bijlage 1. VPCO De Oorsprong zal - met inachtneming van voornoemde regeling - voor de langere looptijden niet beleggen in een partij met een kredietwaardigheidbeoordeling lager dan AA en voor de korte looptijden niet lager dan A-1. 2.1.5 Aangaan financieringen De lange liquiditeit en de mogelijkheid tot het aantrekken van lange financiering zijn (in grote mate) afhankelijk van garantiestellingen door de rijks- en gemeentelijke overheid. Dit hangt samen met de bekostigingsregels van het PO-VO onderwijs en heeft nagenoeg uitsluitend betrekking op de huisvesting. VPCO De Oorsprong kan een dergelijke financiering voor huisvesting aantrekken onder garantiestelling van de rijks- en gemeentelijke overheid en mits opgenomen in de planning voor dat jaar.
4
De noodzaak voor het aangaan van andere financieringen moet blijken uit de planning voor dat jaar, waarin de reden daartoe nadrukkelijk gemotiveerd wordt. 2.2
Financieringskosten
VPCO De Oorsprong wil binnen aanvaardbare risico’s zo nodig financiering aantrekken tegen zo laag mogelijke financieringskosten. Hiertoe zal VPCO De Oorsprong per geval onderzoeken of garantiestelling door rijks- of gemeentelijke overheid mogelijk is. Daarnaast zal VPCO De Oorsprong vaste afspraken maken met de huisbankier over een overeen te komen kredietlimiet. 2.3
Beleggingen
Met inachtneming van het onder 2.1 gestelde zullen vrij beschikbare middelen altijd worden belegd. Gaan de beleggingen op middellange en lange termijn het bedrag van € 2.000.000 te boven dan zal op basis van een termijn(verval)kalender gestreefd worden de lossingen van de vervaldata van de beleggingen zo goed mogelijk in de tijd te spreiden.
Uit de beleggingen mogen nooit nieuwe risico's ontstaan.
Gezien het feit dat de kredietwaardigheid van tegenpartijen onderhevig kan zijn aan veranderingen, is aan de huisbankier opdracht gegeven om de algemeen directeur hierover te informeren als dit zich voordoet.
Er zal gewerkt worden met partijen met een openbare kredietwaardigheidbeoordeling zoals gesteld in 2.1.
2.3.1.
Randvoorwaarden beleggingen
Vanaf 1 januari 2009 gelden onderstaande randvoorwaarden ten aanzien van de beleggingen. Deze worden doorgegeven aan de bank die de beleggingsvoorstellen doet. De beleggingen van de vereniging mogen niet gedaan worden in: Wapen – en defensie-industrie, vliegtuigindustrie, auto-industrie; Controversiële producten en diensten, zoals alcoholische dranken, rookwaren, tabak, kansspelen of gokindustrie, milieugevaarlijke stoffen, kernenergie, pelsdieren en bont, handel in bedreigde diersoorten, niet duurzaam geteeld hout, niet duurzame vormen van toerisme, pornografisch materiaal; Controversiële productiemethoden en omstandigheden, zoals dictatoriale regimes, schending van mensenrechten, overtreding wet- en regelgeving ten aanzien van milieudelicten en drugs, kinderarbeid, gedwongen arbeid, discriminatie, corruptie, gebruik dierproeven, genetische modificatie, gentechnologie, bio-industrie, niet duurzame landbouw of visserij, grootschalige en niet duurzame waterkrachtcentrales. Bestuursbesluit van december 2008.
2.4
Betalingsverkeer
Gezien de omvang van het betalingsverkeer is het van belang dat de financiële logistiek optimaal is ingericht. VPCO De Oorsprong zal haar betalingsverkeer zo inrichten dat het kosteneffectief kan worden beheerd. De bankrelaties van VPCO De Oorsprong zullen minimaal eens in de het jaar, afhankelijk van de met de bank(en) gemaakte afspraken, worden geëvalueerd.
5
2.5
Financiële instrumenten
De instrumenten zijn onderverdeeld in geldmarkt- en kapitaalmarktinstrumenten. Onder geldmarktinstrumenten worden producten met een looptijd korter dan één jaar bedoeld, bij kapitaalmarktinstrumenten langer dan één jaar. De instrumenten staan beschreven in bijlage 2. Het gebruik van rente-instrumenten is niet toegestaan. Het ongedekt handelen in financiële instrumenten is niet toegestaan evenals het creëren van 'open' posities. 3.
INTERNE ORGANISATIE TREASURYFUNCTIE
In dit hoofdstuk van het treasurystatuut wordt een bondige beschrijving gegeven van de treasuryfunctie binnen VPCO De Oorsprong. 3.1 3.2
Plaats binnen de organisatie Het treasurystatuut wordt vastgesteld door het Bestuur en goedgekeurd door de Commissie van Toezicht. De uitvoering van de treasuryfunctie wordt opgedragen aan de algemeen directeur. Het Bestuur is verantwoordelijk voor de totale uitvoering van het treasurybeleid. Besluitvorming
Voorstellen tot beleidswijzigingen kunnen worden gedaan door de algemeen directeur en het Bestuur en dienen te worden vastgesteld door het Bestuur en goedgekeurd door de Commissie van Toezicht . Het treasuryverslag maakt onderdeel uit van de jaarrekening. Deze is opgenomen in het Jaarverslag. Het Jaarverslag wordt door het Bestuur vastgesteld, na goedkeuring door de Commissie van Toezicht . 3.3
Uitvoering beleid
Het treasurybeleid zal worden uitgevoerd door de algemeen directeur. Voor het aangaan van kredietovereenkomsten (bijvoorbeeld rekening courant krediet, kasgeldleningen, onderhandse en andere meerjarige leningen) worden minstens twee offertes aangevraagd. Het besluit tot het aangaan van de betreffende overeenkomst van geldlening wordt genomen door het Bestuur, met inachtneming van artikel 14, lid 5 sub j van de statuten. 3.4
Evaluatie Treasury Statuut
Het statuut wordt ten minste eenmaal per vijf jaar geëvalueerd en eventueel aangepast. Die evaluatie (en de voorbereiding van voorstellen voor eventuele aanpassingen) wordt uitgevoerd door de algemeen directeur en besproken met het Bestuur. Eventuele aanpassingen worden vastgesteld door het Bestuur en goedgekeurd door de Commissie van Toezicht. 3.5
Controle accountant
De externe accountant zal in de reguliere controle van de boekhouding op jaarultimo een rapportage opnemen over de financiële positie van VPCO De Oorsprong inclusief de aangegane off-balance instrumenten en mogelijk open posities. Als onderdeel van de jaarrekeningcontrole stelt de accountant vast dat het treasurystatuut wordt nageleefd.
6
3.6
Bevoegdheden ten aanzien van beleggingen
a. de algemeen directeur + bestuurslid financiën zijn bevoegd tot het plaatsen van beleggingen tot maximaal € 200.000,-- met een maximale looptijd van 5 jaar. b. de algemeen directeur plus het voltallige bestuur is bevoegd tot het plaatsen van beleggingen met een looptijd van 5 tot 10 jaar en > € 200.000,-c. de Vereniging dient minimaal 15% van de jaarlijkse Rijksbijdrage achter de hand te houden. d. Als toegestane beleggingstermijn geldt: 50% tot max. 10 jaar 50% tot max. 5 jaar 4.
TREASURYVERSLAG
Het treasuryverslag maakt onderdeel uit van het jaarverslag. In het treasuryverslag wordt verantwoording afgelegd over het gevoerde treasurybeleid in de afgelopen periode.
Vastgesteld door het Bestuur d.d. 7 juli 2014, …………………., voorzitter
Goedgekeurd door de Commissie van Toezicht …………………, voorzitter
d.d. ………………………..
……………….., vice-voorzitter
7
BIJLAGE 1
KREDIETWAARDIGHEIDSBEOORDELINGEN
LANGE TERMIJN RATINGS
Standard & Poors
Moody’s
AAA
Aaa
Zeer sterke capaciteit om aan financiële verplichtingen te voldoen. Veiligheidsmarges echter minder hoog dan bij AAA.
AA
Aa
Sterke capaciteit om aan financiële verplichtingen te voldoen. Echter gevoeliger voor veranderende omstandigheden.
A
A
Adequate capaciteit om aan financiële verplichtingen te voldoen. Veranderende omstandigheden kunnen de capaciteit verzwakken. Lager dan BBB beleggen wordt als speculatief gezien.
BBB
Baa
Standard & Poors
Moody’s
A-1 (+)
P-1
Voldoende capaciteit om aan verplichtingen te voldoen. Echter gevoeliger voor veranderende omstandigheden.
A-2
P-3
Adequate capaciteit om aan financiële verplichtingen te voldoen. Veranderende omstandigheden kunnen de capaciteit verzwakken. Lager dan BBB beleggen wordt als speculatief gezien.
A-3
P-3
B
Geen rating
Extreem sterke capaciteit om aan financiële verplichtingen te voldoen.
KORTE TERMIJN RATINGS Extreem sterke respectievelijk sterke capaciteit om aan financiële verplichtingen te voldoen.
Tegenpartij is kwetsbaar Beleggen is speculatief.
8
BIJLAGE 2
FINANCIËLE INSTRUMENTEN
Beleggingstypes Spaarrekeningen Deposito’s Obligaties Garantieproducten
Rentetypische looptijd Kort Kort Lang Lang
Beschikbaarheid geld Kort Kort Lang Lang
Lening-types Kasgeld Fixe lening Annuïteiten lening Lineaire lening Roll-over
Rentetypische looptijd Kort Lang Lang Lang Kort
Beschikbaarheid geld Kort Lang Lang Lang Lang
Rente-instrumenten1 FRA (Forward Rate Agreement)
Doel instrument Fixeren toekomstige korte rente van kasgeld of rollover.
Karakteristiek Afspraak over toekomstige rente, geen afsluitkosten.
Swap (Interest rate swap) Een lange rente verruilen voor een korte rente of vice versa ter indekking van roll-over of serie kasgelden.
Afspraak om gedurende x jaar het verschil tussen de lange en korte rente te verrekenen, geen afsluitkosten.
Cap (en Floor)
Een maximum (en Minimum) niveau overeenkomen voor toekomstige korte rente ter bescherming van rollovers of kasgelden.
Een langlopende optie (tot 10 jaar) op de toekomstige korte rentes. Bij aanschaf is er een premieafdracht voor de optie.
Swapton / obligatie-optie
Een maximum (en minimum) niveau overeenkomen voor de toekomstige lange rente ter indekking van langrentende leningen.
Een kortlopende optie (tot 2 jaar) op de toekomstige lange rente. Bij aanschaf is er premieafdracht voor de optie.
1
De rente-instrumenten zijn feitelijk afspraken c.q. opties op het renteniveau van leningen. Alleen de leningen verschaffen daadwerkelijk financiering, de rente-instrumenten niet. De rente-instrumenten worden ingezet om de rentelasten van de traditionele leningen te beheersen.
9