Overeenkomst Fonds Bereikbaarheidsoffensief Regio Utrecht
PARTIJEN: de provincie Utrecht, hierbij ingevolge artikel 176 van de Provinciewet vertegenwoordigd door de Commissaris van de Koningin; het Bestuur Regio Utrecht, hierna te noemen: het BRU, ingevolge de machtiging van de voorzitter volgens artikel 19, lid 4 van de gemeenschappelijke regeling Bestuur Regio Utrecht vertegenwoordigd door de portefeuillehouders Verkeer en Infrastructuur en Exploitatie Openbaar Vervoer); de gemeente Utrecht, hierbij ingevolge artikel 171 van de Gemeentewet vertegenwoordigd door de burgemeester, OVERWEGENDE: A. dat de huidige en toekomstige bereikbaarheidsproblemen in de regio Utrecht aanvullend beleid en extra investeringen noodzakelijk maken; B. dat dit beleid en de financiering daarvan een gezamenlijke verantwoordelijkheid betreffen van Rijk en partijen, waarbij elke partij binnen haar domein een eigen verantwoordelijkheid heeft; C. dat de overeenstemming tussen Rijk en partijen zal leiden tot een Bestuursovereenkomst Bereikbaarheidsoffensief Regio Utrecht, hierna te noemen: de overeenkomst met het Rijk, en dat daarin een samenhangend pakket aan maatregelen is vastgesteld; D. dat bij de hiervoor bedoelde overeenkomst het Rijk zich onder meer zal verbinden tot een bijdrage aan het Fonds Bereikbaarheidsoffensief Regio Utrecht ten behoeve van het Bereikbaarheidsoffensief Regio Utrecht; E. dat het Fonds Bereikbaarheidsoffensief Regio Utrecht tot doel heeft een door de regionale partijen gedragen samenhangend investeringsbeleid tot stand te brengen, dat gericht is op het verbeteren van de bereikbaarheid in de regio Utrecht mede in het kader van de RSP en Vinex bouwopgaven; F. dat partijen zullen overleggen met het bedrijfsleven en de maatschappelijke organisaties over de bereikbaarheid van de regio Utrecht en de uitvoering van projecten in het kader van het Fonds Bereikbaarheidsoffensief Regio Utrecht; G. dat partijen de mogelijkheden onderzoeken om door onderlinge samenwerking en samenwerking met de private sector te komen tot efficiënte besteding van de middelen uit het Fonds Bereikbaarheidsoffensief Regio Utrecht.
bladzijde
1
H. dat het BRU als gemeenschappelijke regeling, de gemeenten die vallen onder die regeling, bij de besteding van de gelden van haar deel van het Fonds Bereikbaarheidsoffensief Regio Utrecht op een nader af te spreken wijze betrekt; I. dat deze overeenkomst wordt gesloten onder het voorbehoud van goedkeuring daarvan door het Algemeen Bestuur van het BRU en Provinciale Staten; KOMEN HET VOLGENDE OVEREEN:
Hoofdstuk I Algemeen Artikel 1 1. Het BRU beheert het Fonds Bereikbaarheidsoffensief regio Utrecht, hierna te noemen: het fonds. 2. De beheerder beheert het fonds met inachtneming van het bepaalde in de overeenkomst met het Rijk (waarvan een ongetekend exemplaar als bijlage B bij deze overeenkomst is gevoegd). 3. Het beheer van het fonds bestaat uit: - de administratie van de baten en lasten; - het administreren en beheren van de inkomsten en de uitgaven - het doen van betalingen; - het administreren van de transacties in het kader van beleggingen zoals bedoeld in de artikelen 7 en 10; - het per kwartaal ten behoeve van partijen opstellen van een financiële rapportage en wel binnen 1 maand na afloop van het kwartaal; - het uitvoeren van de verplichtingen van partijen zoals vermeld in artikel 4, lid 8 van de overeenkomst met het Rijk. 4. De beheerder ontvangt per jaar, voor het eerst verschuldigd op 1 juli 2002, voor het beheer van het fonds de volgende bijdragen van partijen: - van de provincie Utrecht: ƒ 10.000; - van de gemeente Utrecht: ƒ 30.000; - van het BRU: ƒ 10.000. Deze bedragen zijn inclusief omzetbelasting en worden jaarlijks geïndexeerd volgens de index voor de consumentenprijzen van het voorafgaande jaar.
Artikel 2 1. De beheerder verricht een betaling uit het fonds aan een partij op basis van een declaratie van die partij.
bladzijde
2
2. Bij een declaratie ten behoeve van een project zal de stand van het werk worden aangegeven. De hoogte van de betaling uit het fonds zal in relatie staan tot de stand van het werk. 3. Bij de einddeclaratie wordt gevoegd een accountantsverklaring. In die accountantsverklaring zal staan, dat het project conform de overeenkomst met het Rijk en deze overeenkomst is uitgevoerd.
Artikel 3 1. Het fonds wordt geliquideerd op uiterlijk 31 december 2010 of eerder als alle projecten zijn uitgevoerd en betaald. 2. Ten behoeve van de liquidatie van het fonds sluiten partijen een overeenkomst.
Artikel 4 1. Partijen informeren elkaar en de hoofdingenieur-directeur van de directie Utrecht van Rijkswaterstaat, hierna te noemen: de HID, halfjaarlijks over de voortgang van de projecten. 2. Uiterlijk op 1 juli 2004 overleggen partijen over de stand van zaken van het fonds ten aanzien van het beheer en de in de overwegingen genoemde uitgangspunten. De uitkomst van dit overleg wordt in de vorm van een rapportage aangeboden aan de besturen van de partijen.
Artikel 5 Uit het fonds zullen geen uitgaven worden gedaan ten behoeve van de exploitatie van het openbaar vervoer.
Hoofdstuk II Basisdeel van het fonds Artikel 6 1. Onder basisdeel wordt verstaan de bijdragen van partijen en Rijk zoals genoemd in lid 2 en lid 3 van dit artikel. 2. Partijen storten de volgende bijdragen, in het fonds: - de provincie Utrecht: ƒ 50 miljoen; - het BRU: ƒ 50 miljoen; - de gemeente Utrecht: ƒ 150 miljoen. 3. Partijen verzoeken het Rijk de bij de overeenkomst met het Rijk (zie bijlage B) toegezegde bijdrage (ƒ 250 miljoen) in het fonds te storten.
bladzijde
3
4. De eerste helft van de bijdrage als vermeld in lid 2 wordt voor 1 december 2001 in het fonds gestort. De tweede helft van de bijdrage wordt voor 1 december 2002 in het fonds gestort. 5. Het aandeel in het fonds van iedere partij, hierna te noemen: het aandeel, bestaat uit de eigen storting vermeerderd met een aan die storting gelijk deel van de bijdrage van het Rijk en verminderd met betalingen ten behoeve van projecten.
Artikel 7 1. De rente-inkomsten van het aandeel worden in het fonds gestort en toegevoegd aan het aandeel van de betreffende partij. 2. Iedere partij bepaalt zelf op welke wijze rente-inkomsten worden gegenereerd voor zover het betreft het aandeel van die partij. De kosten van het beleggen komen voor rekening van de betreffende partij en kunnen in mindering gebracht worden op de rente-inkomsten middels declaratie bij de beheerder.
Artikel 8 1. Elk van de partijen stelt een lijst op met projecten waarvan de uitvoering, binnen haar aandeel, ten laste komt van het fonds. Een lijst met indicatieve projecten van de partijen is aan deze overeenkomst toegevoegd als bijlage A. 2. Elke partij kan de eigen projectenlijst aanpassen na advies van de HID. 3. Partijen stellen elkaar op de hoogte van wijzigingen in de projectenlijst. 4. Elke partij kan haar aandeel aanwenden voor een project dat betrekking heeft op infrastructurele maatregelen en dat voorkomt op de eigen projectenlijst.
Hoofdstuk III Additioneel deel van het fonds Artikel 9 1. Onder additioneel deel wordt verstaan: middelen die in het kader van het Bereikbaarheidsoffensief Regio Utrecht voor het BRU-gebied door het Rijk aan het fonds worden toegevoegd en die extra zijn ten opzichte van de middelen zoals genoemd in artikel 6, lid 3. 2. Partijen overleggen gezamenlijk over de besteding van die middelen. Uitkomst van dat overleg is een projectenlijst. 3. Een project wordt op de projectenlijst opgenomen als een meerderheid van partijen het er mee eens is.
bladzijde
4
4. Bij het samenstellen van deze projectenlijst wordt de HID om advies gevraagd. 5. Uitgangspunt voor de financiering van projecten uit deze middelen is, dat voor een project tot maximaal 50 % van de projectkosten wordt betaald. 6. De gelden uit het additioneel deel van het fonds worden besteed aan infrastructurele maatregelen en projecten daaraan gerelateerd in het BRU-gebied.
Artikel 10 1. De niet bestede middelen van het additioneel deel van het fonds worden belegd conform de regels, zoals neergelegd in Verordening vermogensbeheer van het Bestuur Regio Utrecht. 2. De rente uit belegging, zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel wordt toegevoegd aan het additioneel deel van het fonds en zal worden gebruikt voor projecten bedoeld in artikel 9.
Hoofdstuk IV Slotbepalingen Artikel 11 1. Geschillen terzake van de uitvoering van deze overeenkomst of terzake van de wenselijkheid van wijziging van de overeenkomst worden voorgelegd aan de rechter te Utrecht. 2. Voordat een geschil aan de rechter wordt voorgelegd treden partijen in overleg over een minnelijke schikking. Zij kunnen bemiddeling overeenkomen. Zij kunnen overeenkomen inzake het geschil bindend advies te vragen van een door hen gezamenlijk aan te wijzen onafhankelijke persoon.
Artikel 12 1. Deze overeenkomst treedt in werking op 13 juli 2001. De overeenkomst wordt beëindigd op uiterlijk 31 december 2010, dan wel eerder indien het fonds wordt geliquideerd. 2. Geen van de partijen kan de overeenkomst tussentijds opzeggen. 3. Rechtsgevolgen die voortvloeien uit deze overeenkomst en die naar hun aard geacht worden door te werken of eventueel ontstaan na het einde van deze overeenkomst, worden afgehandeld door en komen voor rekening van de betreffende partij.
bladzijde
5
‘s Gravenhage, 13 juli 2001, de provincie Utrecht,
de heer mr. B. Staal, Commissaris van de Koningin het Bestuur Regio Utrecht,
mevrouw ing. M.A. van den Bergh, portefeuillehouder Verkeer en Infrastructuur
de heer mr. A. Tchernoff portefeuillehouder Exploitatie Openbaar Vervoer
de gemeente Utrecht,
mevrouw mr. A.H. Brouwer-Korf, Burgemeester
bladzijde
6
BIJLAGE A, behorende bij de Overeenkomst Fonds Bereikbaarheidsoffensief Regio Utrecht, 13 juli 2001. Lijst met indicatieve projecten conform artikel 8, lid 1 (basisdeel fonds)
Project
Kosten uit het fonds
Gemeente Utrecht: HOV om de zuid tussen station Bleekstraat en de Uithof Kruisingen westelijke verdeelring (HOV-bril) Reactorweg fase 1+2 Transferium De Uithof, Hooggelegen of Lage Weide SUBTOTAAL BRU: Aansluiting Randweg-Provinciale weg (OV-deel) (gem. Bunnik) HOV Bilthoven (gem. De Bilt) OV-knoop Driebergen (gem. Driebergen-Rijsenburg) Verbetering ontsluiting Houten naar autosnelwegennet (gem.
Houten)
Aansluiting Het Klooster/A27 (gem. Nieuwegein) Ontsluiting Vianen Gaasperwaard (gem. Vianen) Westelijke ontsluiting Woerden op A12 (gem. Woerden) Krakelingweg capaciteitsvergroting (gem. Zeist) HOV Uithof-Zeist (gem. Zeist) SUBTOTAAL Provincie Utrecht: N412 N201 N230 OV N237 Aanzet parallelstructuur A12 Noord SUBTOTAAL TOTAAL
Projecten conform artikel 9 (additioneel deel fonds) Project Projecten uit additionele middelen conform artikel 9, waaronder transferia, fietsprojecten en flankerend beleid
bladzijde
7
Start uitvoering
100,00 100,00 60,00 40,00 300,00
2002 2003 2001 2002
7,00 2,00 10,00 20,00
2003 2001 2004 2001
27,50 5,00 15,00 5,50 8,00 100,00
2001 2001 2005 2002 2003
15,00 40,00 15,00 15,00 15,00 100,00 500,00
2005 2004 2003 2002 2003
Kosten uit het fonds 50,00
Start uitvoering p.m.
Toelichting: Als gevolg van de wijziging van spitsheffing in kilometerheffing zijn er geen maatregelen meer nodig die aan heffingspunten zijn gerelateerd. Ook zijn er geen inkomsten uit het spitstarief. De minister heeft toezeggingen gedaan omtrent compensatie daarvan. Het in bovenstaande tabel voor het additionele deel van het fonds genoemde indicatieve bedrag van 50 miljoen gulden heeft betrekking op artikel 4, lid 3 van de bestuursovereenkomst met het Rijk.
bladzijde
8
BIJLAGE B behorende bij de Overeenkomst Fonds Bereikbaarheidsoffensief Regio Utrecht, 13 juli 2001. Hierna volgt een ongetekend exemplaar van de bestuursovereenkomst die op 13 juli 2001 tussen het Rijk en de partijen gesloten wordt.
bladzijde
9