Overdrachtsprotocol Beweging 3.0 – GGD Midden-Nederland Versie 23 december 2009 De ondergetekenden, 1. 2.
de Beweging 3.0 te Amersfoort de GGD Midden-Nederland te Zeist
en • • •
Vereniging ABVAKABO FNV, gevestigd te Zoetermeer, Vereniging FBZ, gevestigd te Utrecht, Vereniging NU ’91, gevestigd te Deventer
komen het volgend overdrachtsprotocol overeen:
HOOFDSTUK I:
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1. Juridisch kader 1. Dit overdrachtsprotocol is van toepassing op de werkgevers die genoemd worden in de aanhef en de werknemers werkzaam bij Beweging 3.0 Jeugdgezondheidszorg voor 0 tot 4-jarigen. Het overdrachtsprotocol regelt in het bijzonder de rechtspositionele gevolgen van de overgang van de werknemers van Beweging 3.0 - Jeugdgezondheidszorg voor 0 tot 4-jarigen naar de GGD MiddenNederland per 1 januari 2010. 2. De werknemers dienen per 1 januari 2010 te worden aangesteld in ambtelijke dienst. Als gevolg hiervan is per die datum het Burgerlijk Wetboek formeel niet meer van toepassing op hun aanstelling. In dit overdrachtsprotocol zullen na de overgang de wettelijke bepalingen met betrekking tot “overgang van onderneming” door de nieuwe werkgever worden gevolgd. 3. Uitspraken en beslissingen over gevallen waarbij er onduidelijkheid bestaat over de interpretatie van artikelen in dit overdrachtsprotocol en/of de toepassing hiervan zijn voorbehouden aan de partijen die deze overeenkomst hebben getekend.
Artikel 2. Begripsbepalingen In dit overdrachtsprotocol wordt verstaan onder: a. werkgever: de rechtspersoonlijkheid bezittende organisatie i.c.: • de oude werkgever: de ondergetekende onder 1. de Stichting Beweging 3.0 • de nieuwe werkgever: de ondergetekende onder 2. de GGD Midden-Nederland b. werknemer: degene die een arbeidsovereenkomst met Beweging 3.0 Jeugdgezondheidszorg is aangegaan, in de zin van artikel 7:610 van het Burgerlijk Wetboek. Geen werknemer in de zin van dit overdrachtsprotocol is degene die: • de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt; • werkzaamheden uitsluitend ter vervulling van een stage of op basis van een werkervaringsplaats verricht; • incidenteel werkzaam is tijdens schoolvakanties; • door derden is gedetacheerd; • werkzaam is als uitzendkracht. c. oude salaris: het tussen de oude werkgever en werknemer volgens de op de werknemer van toepassing zijnde CAO overeengekomen bruto maandsalaris, exclusief vergoedingen en/of toelagen en exclusief de vakantietoeslag; d. functie: een door de werknemer in opdracht verricht samenhangend geheel van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden; e. dienstjaren: het aantal op grond van de arbeidsovereenkomst aaneengesloten dienstjaren doorgebracht in dienst bij de oude werkgever en zijn rechtsvoorganger(s). Bij onderbrekingen van minder dan drie maanden wordt de arbeidsovereenkomst geacht te zijn voortgezet. Een periode van onbetaald verlof geldt ook als diensttijd; f. plaats van tewerkstelling: de plaats waar of waaruit de werknemer zijn werkzaamheden verricht. g. Cao: de collectieve arbeidsovereenkomst Verpleeg-, Verzorgingshuizen en Thuiszorg (hierna te 1
noemen: Cao VVT) en de Arbeidsvoorwaardenregeling GGD Midden-Nederland (CAR/Uwo en de GGD specifieke regelingen, hierna te noemen AGM).
Artikel 3. Plichten van werkgever en van werknemer De werkgevers en werknemers, op wie dit overdrachtsprotocol van toepassing is, zijn gehouden volledig en te goeder trouw medewerking te verlenen aan de uitvoering van dit overdrachtsprotocol. Artikel 4 . Hardheidsclausule 1. Indien voor een individuele werknemer als gevolg van zijn overgang een onvoorziene en onbillijke situatie ontstaat, zal de nieuwe werkgever trachten in gunstige zin af te wijken van dit overdrachtsprotocol, met inachtneming van redelijkheid en billijkheid. 2. Indien de nieuwe werkgever afwijzend beslist op een verzoek tot toepassing van deze hardheidsclausule kan de werknemer tegen dit besluit bezwaar maken op grond van de Algemene Wet Bestuursrecht. Het Algemeen Bestuur van de GGD-Midden Nederland, zal dit bezwaar ter advies voorleggen aan de door haar ingestelde bezwarencommissie conform de Algemene Wet Bestuursrecht artikel 7.13
Artikel 5. Beschikbaarstelling overdrachtsprotocol De oude werkgever zal er voor zorg dragen dat elke werknemer een exemplaar ontvangt van dit overdrachtsprotocol, onmiddellijk nadat het door partijen definitief is vastgesteld. Artikel 6. Geen gedwongen ontslagen Als gevolg van de overgang zullen geen gedwongen ontslagen plaatsvinden.
Artikel 7. Weigering Weigert de werknemer per 1 januari 2010 over te gaan naar c.q. in dienst te treden bij de GGD Midden-Nederland, dan kan Beweging 3.0 de weigering als een beëindigingsreden voorleggen aan de Kantonrechter of het CWI.
HOOFDSTUK II:
Rechtspositionele bepalingen
Artikel 8. Algemeen 1. Elke individuele werknemer die op 31 december 2009 als werknemer op basis van een op 1 januari 2010 doorlopende arbeidsovereenkomst in dienst is bij de oude werkgever en onlosmakelijk verbonden is met de afdeling Jeugdgezondheidszorg 0 tot 4-jarigen, zal per 1 januari 2010 in ambtelijke dienst worden aangesteld bij de nieuwe werkgever. 2. Door Beweging 3.0 is een lijst met namen van de werknemers die dit betreft als Bijlage 1. bij dit overdrachtsprotocol gevoegd. 3. Het dienstverband van de werknemer met de oude werkgever loopt tot en met 31 december 2009. 4. De werknemer wordt per 1 januari 2010 aangesteld bij de nieuwe werkgever op basis van zijn contractuele arbeidsduur bij de oude werkgever. 5. De werknemer ontvangt voor 1 januari 2010 een aanstelling op grond van de arbeidsvoorwaarden zoals die gelden voor de nieuwe werkgever, zijnde de Arbeidsvoorwaardenregeling (AGM) van de GGD Midden- Nederland, aangevuld met arbeidsvoorwaarden die voortvloeien uit de gemaakte afspraken in dit overdrachtsprotocol. 6. De werknemer met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd gaat over naar een aanstelling in vaste dienst bij de nieuwe werkgever. De werknemer met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd gaat over naar een tijdelijke aanstelling met dezelfde einddatum. 7. De werknemer die een tijdelijke aanstelling heeft zal bij goed functioneren, bij het aflopen van de tijdelijke aanstelling, een vaste aanstelling door de nieuwe werkgever aangeboden krijgen conform afspraken met de oude werkgever.
2
Artikel 8a. Bijzondere situaties 1. In afwijking van het bepaalde in artikel 8 kunnen werknemers, geboren voor 1950, bij de oude werkgever een verzoek indienen om niet over te gaan naar de nieuwe werkgever vanuit het oogmerk om in 2010 dan wel 2011 (vervroegd) met pensioen te gaan. Deze keuze brengt automatisch met zich mee dat de werknemer dan vanuit Beweging 3.0 wordt gedetacheerd bij de GGD Midden Nederland en de werknemer op de eerst mogelijke datum gebruik zal maken van de regeling pré-pensioen. 2. In afwijking van het bepaalde in artikel 8 komt de werknemer met een nul-urencontract op de overgangsdatum als oproepkracht bij GGD Midden-Nederland in dienst. Dit op basis van een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht als bedoeld in artikel 2:5 Car/Uwo. Indiensttreding geschiedt: a. op een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, als de werknemer bij Beweging 3.0 een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd had, en wel voor de op de overgangsdatum nog resterende duur van die arbeidsovereenkomst; b. op een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, als de werknemer bij Beweging 3.0 een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd had. De oproepkracht als bedoeld in de vorige volzin heeft bij GGD Midden-Nederland een minimumurengarantie, Deze garantie houdt in dat: a. de werknemer ten minste 45 uren per kwartaal uitbetaald krijgt en dat b. de werknemer ten minste 45 uren per kwartaal beschikbaar is voor werkzaamheden bij GGD Midden-Nederland. Voorafgaand aan de overgangsdatum bespreekt GGD Midden-Nederland met iedere individuele oproepkracht de werksituatie vanaf de overgangsdatum. Als de werknemer geen 45 uren per kwartaal kan of wil werken, onderzoekt GGD Midden-Nederland de mogelijkheid de werknemer voor minder dan 45 uren per kwartaal werkzaamheden te laten verrichten, bijvoorbeeld als freelancer, payroll-medewerker of vakantiekracht.
Artikel 9 1. 2.
3.
4.
Behoud individuele rechtspositie Alle werknemers zullen overgaan van de oude werkgever naar de nieuwe werkgever, met volledig behoud van functie, salaris, salarisuitloop, salarisaanspraken, datum van indiensttreding, arbeidsduur en rechten en plichten, zoals vastgelegd in de individuele arbeidsovereenkomst. In de individuele arbeidsovereenkomst wordt een artikel opgenomen dat luidt: "Deze aanstelling is een voortzetting van de vigerende arbeidsovereenkomst tussen de werknemer en Beweging 3.0 10. Voor alle wettelijke en Cao-bepalingen geldt de datum van indiensttreding bij de oude werkgever als datum van indiensttreding bij de nieuwe werkgever". Er geldt een netto-netto garantie, hetgeen inhoudt dat het netto-maandsalaris vermeerderd met vaste inkomstenbestanddelen zoals dat bij handhaving van het dienstverband bij de oude werkgever op jaarbasis gegolden zou hebben op 1 januari 2010, zal worden gebruteerd conform de AGM, waarna het dan berekende bruto bedrag als minimum zal gelden. Een eventueel negatief verschil wordt als bruto toelage aan betrokkene uitgekeerd zolang hij in dienst is van de nieuwe werkgever of tot het moment, dat deze toelage kan worden geïncorporeerd in het salaris. Persoonsgebonden toelagen en afspraken met de oude werkgever worden door de nieuwe werkgever gerespecteerd, voor zover deze uitdrukkelijk en schriftelijk zijn vastgelegd. Zo mogelijk worden ze geïncorporeerd in het salaris.
3
Artikel 10. Functieclassificatie en salarisgebouw Met betrekking tot de overgang van de werknemers van JGZ van Beweging 3.0 op 1 januari 2010, wordt geen plaatsingsproces gehanteerd. Het personeel wordt binnen de organisatie van GGD MiddenNederland geplaatst in geheel dezelfde functie, zowel qua inhoud als qua omvang, als de werknemer bij Beweging 3.0 voor de datum van overgang vervulde. De voorlopige inschaling op de datum van overgang in één van de salarisschalen van het loongebouw van de GGD Midden Nederland geschiedt conform de bij dit Overdrachtsprotocol gevoegde bijlage. Wanneer de overgang van JGZ 0-4 jarigen zich binnen de organisatie van GGD-MN “gezet” heeft, wordt uiterlijk eind 2010 bezien of de overgekomen functieopbouw en -beschrijvingen kunnen worden opgenomen in het vigerende Functieboek van de GGD-MN dan wel dat aanpassingen gewenst zijn. Bij dit proces worden de functiehouders betrokken en wordt op grond van de Wet op de Ondernemingsraden advies ingewonnen van de Ondernemingsraad van GGD-MN. Binnen een half jaar na definitieve vaststelling van de functiebeschrijving en daarmee opname in het Functieboek van GGD-Midden Nederland worden de betreffende functies gewaardeerd met toepassing van het binnen GGD-Midden Nederland vigerende functiewaarderingsregeling en -systeem, waarbij er recht van bezwaar en beroep voor de betrokken medewerker is. Indien de nieuwe functiewaardering leidt tot een hoger functieniveau, worden de betrokken functiehouders – mits de functie volledig en op normaal goede wijze wordt vervuld – met terugwerkende kracht ingaande het moment van definitieve vaststelling van de functiebeschrijving hoger ingeschaald. Artikel 11. Pensioen 1. De pensioenaanspraken voor de genoemde doelgroep van werknemers (JGZ van Beweging 3.0), met inbegrip van voorwaardelijke aanspraken, worden met ingang van 1 januari 2010 ondergebracht bij het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) onder de daartoe gestelde voorwaarden van het geldende Pensioenreglement en de geldende bepalingen op dit punt, zoals deze zijn opgenomen in de AGM. Hiervoor zal van de zijde van Beweging 3.0 in samenspraak met het Pensioenfonds Zorg en Welzijn en het ABP per laatstgenoemde datum worden voorzien in een zgn. collectieve dan wel individuele waardeoverdracht. 2. Ten gevolge van de overgang naar de nieuwe werkgever mag het personeelslid geen pensioentechnisch nadeel ondervinden ten aanzien van opgebouwde rechten. Eventueel pensioentechnisch nadeel wordt gecompenseerd. Individueel zal actuarieel worden berekend of er een negatieve pensioenaanspraak zal zijn bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, onder gelijkblijvende condities. Ter afdekking van een negatieve aanspraak wordt bij Loyalis/Stichting pensioenfonds ABP een eenmalig bedrag gestort ten gunste van het betreffende personeelslid.
Artikel 12. Individuele rechten boven of naast de CAO VVT Deze aanspraken worden geïnventariseerd door de oude werkgever en met instemming van de werknemer en de oude werkgever in de zgn. “Was-lijst” vastgelegd. Zie verder artikel 14. Deze aldus vastgelegde contractuele aanspraken boven of naast de CAO VVT behoudt de werknemer tegenover de nieuwe werkgever.
Artikel 13. Verlofrechten 1. Per 1 januari 2010 bouwt de werknemer vakantieverlof op basis van de arbeidsvoorwaarden van de nieuwe werkgever. 2. Ten behoeve van de overgang naar de nieuwe werkgever kan de werknemer per 1 januari 2010 van het niet opgenomen verlof maximaal de helft van de bij de oude werkgever van toepassing zijnde jaarlijkse aanspraken op basisvakantieverlof (inclusief leeftijdsverlof) meenemen naar de nieuwe werkgever. 3. Werknemer wordt – indien hij daarom verzoekt - in de gelegenheid gesteld het ”meegenomen verlof”, zoals omschreven onder artikel 13, lid 2, op een latere datum via de Levensloopregeling in te zetten.
4
4.
Voor het verschil in de aanspraken op basis- en leeftijdsverlof voor medewerkers van 55 jaar en ouder, zoals blijkend uit de pakketvergelijking arbeidsvoorwaarden, ter grootte van 36 uur per jaar (full-timers; parttimers naar rato) geldt de onderstaande regeling: a. Indien de werknemer op 1 januari 2010: 55 jaar of ouder is, behoudt hij het oude recht op de leeftijdsdagen, zoals genoemd in het Verlofmandje. Op dit recht wordt in mindering gebracht, het recht dat de werknemer heeft op basis van de geldende verlofregeling binnen GGD Midden Nederland; b. Voor de werknemer die in 2009 de onderstaande leeftijd (heeft) bereikt, geldt het onderstaande percentage aan verlofrecht op de datum dat de werknemer de leeftijd van 55 jaar heeft bereikt: Jaar
Leeftijd werknemer
2009 2009 2009 2009 2009 2009
54 jaar 53 jaar 52 jaar 51 jaar 50 jaar 45-49 jaar
Percentage verlofrecht van het recht van de 55-jarige werknemer 90% 80% 70% 60% 50% Eenmalige afkoop bij het bereiken van de 55-jarige leeftijd van 200 uur
Artikel 14. Protocol Overdracht 1. De oude werkgever stelt de “Was-lijst” op de peildatum 1 oktober 2009. Hierin staan alle relevante rechtspositionele gegevens zoals NAW, functie, salaris 1 januari 2010, periodieke verhoging 2010, periodiekdatum, maximaal te bereiken salaris, individuele rechten boven of naast CAO. 2. De oude werkgever legt deze gegevens voor aan de individuele werknemer, en laat deze tekenen voor akkoord. Die werknemer krijgt een afschrift van de vastgelegde gegevens. 3. De oude werkgever stelt de medewerkers tijdig in de gelegenheid het eigen persoonsdossier in te zien. De medewerker kan de oude werkgever verzoeken om de stukken die voor de arbeidsverhouding met de nieuwe werkgever niet relevant zijn, uit het dossier te verwijderen alvorens het dossier overgaat naar de nieuwe werkgever. 4. De oude werkgever stelt alle werknemers in het bezit van het ondertekende overdrachtsprotocol waarin de rechtspositionele overgangsmaatregelen en garanties zijn vastgelegd. 5. De oude werkgever informeert voor de feitelijke overdracht van onderneming wordt gerealiseerd, de medewerkers schriftelijk over de overdracht van rechten en plichten en de betekenis daarvan. In deze brief wordt eveneens opgenomen hoe en waar medewerkers informatie kunnen verkrijgen over de consequenties die de wisseling van pensioenfonds heeft voor hun pensioenaanspraken. 6. Medewerkers worden begin 2010 uitgebreid geïnformeerd over de gevolgen van de overgang van pensioenfonds Zorg en Welzijn naar ABP. Deskundigen van zowel het Pensioenfonds Zorg en Welzijn als ABP worden uitgenodigd om werknemers te informeren. 7. Individuele werknemers die een specifieke vraagstelling hebben, kunnen vragen om een individueel gesprek met de functionaris van P&O van de nieuwe werkgever. 8. De nieuwe werkgever legt de individuele werknemer een voorgenomen ambtelijke aanstelling voor. 9. De oude werkgever stuurt een brief naar de werknemers dat de arbeidsovereenkomst eindigt als gevolg van de “overgang van onderneming” op 31 december 2009, en wordt omgezet in een aanstelling bij de nieuwe werkgever. De oude werkgever zendt een afschrift hiervan ter bevestiging aan de nieuwe werkgever. 10. Het personeelsdossier van de werknemer zal per 1 januari 2010 door de oude werkgever overgedragen worden aan de nieuwe werkgever.
5
Artikel 15 Overige arbeidsvoorwaarden en rechtspositie 1. Teneinde medewerkers tijdig in de gelegenheid te stellen om desgewenst per 1 januari 2010 over te gaan naar een zorgverzekering van IZA Zorgverzekeraar NV, worden de medewerkers tijdig geïnformeerd over deze verzekering alsmede over de arbeidsvoorwaardelijke tegemoetkoming als omschreven in de artikelen 7:24a en 7:25 van de Car/Uwo. 2.
Medewerkers van Beweging 3.0 die ingaande 1 januari 2010 op grond van de bij GGD MiddenNederland van toepassing zijnde regeling reiskosten woon-werkverkeer een lagere tegemoetkoming reiskosten woon-werkverkeer gaan ontvangen, worden gedurende een periode van 3 jaar volledig gecompenseerd voor het verschil met de bij Beweging 3.0 toegekende tegemoetkoming.
3.
De overige – positieve en negatieve – verschillen in rechtspositie en arbeidsvoorwaarden, zoals vastgelegd in de pakketvergelijking vallen in aard en omvang tegen elkaar weg, zodat per saldo wederzijds geen aanspraken ontstaan.
Artikel 16 Bezwaar en beroep Conform het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht kan de medewerker bezwaar en beroep aantekenen tegen alle besluiten genomen op basis van dit overgangsprotocol. Een bezwaarschrift wordt behandeld conform de “Verordening behandeling bezwaarschriften 2004” van de GGD Midden-Nederland, zoals door het algemeen bestuur van GGD Midden-Nederland vastgesteld op 11 maart 2004.”
6
Aldus overeengekomen te Amersfoort d.d. ……………………….. en door partijen ondertekend,
Stichting Beweging 3.0, gevestigd te Amersfoort Namens deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door
……………………………. d.d. ……………………………
GGD Midden Nederland, gevestigd te Zeist Namens deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door
……………………………. d.d. ……………………………
ABVAKABO FNV voor deze W.W.M. van der Hoorn
FBZ voor deze
Mr. L. de Groot
Nu ‘91 voor deze B. ten Have
7