Over het boek ‘Nu ik vijfenzestig ben, kan ik alles nog wat ik op mijn vijfendertigste deed. Als ik kon onthouden wat die dingen waren.’ Billy Crystal en miljoenen babyboomers hebben dit keerpunt in hun leven bereikt of zullen het binnenkort bereiken. Vol humor en mededogen beschrijft Crystal de absurditeiten en uitdagingen van het ouder worden aan de hand van de sprekendste gebeurtenissen uit zijn eigen, memorabele leven. Hoe koop je je eigen plekje op een begraafplaats? Hoe lang kun je wakker blijven tijdens een theatervoorstelling? Dit boek is een directe aanval op de vernederingen van het ouder worden door een comedian die al veertig jaar het lief en leed van een generatie weet te vangen. Reacties op het boek ‘Billy Crystal is een monument. Ik dank God dat hij dit hilarische en emotionele boek heeft geschreven. Nu hoef ik het tenminste niet meer te doen en kan ik iedereen nog steeds iets persoonlijks geven met kerst.’ – Bette Midler ‘Dit boek is ongelooflijk grappig en echt uniek. Een Hollywood-autobiografie met slechts één vrouw, geen rehab, een liefdevolle familie en trouwe vrienden.’ – Robin Williams Over de auteur Billy Crystal is comedian, acteur, producer, regisseur en schrijver. Hij schitterde in films als When Harry met Sally…, City Slickers en Analyze This en presenteerde negen keer de Oscars. Hij woont in Los Angeles met zijn vrouw Janice.
Bezoek www.vipboeken.nl voor informatie over al onze boeken. Volg @VIP_boeken op Twitter en bezoek onze Facebook-pagina: www.facebook.com/VipBoeken.
BILLY CRYSTAL
65
2014 Utrecht
Oorspronkelijke titel Still Foolin’ ’Em: Where I’ve Been, Where I’m Going, and Where the Hell Are My Keys? Copyright © 2013 by Henry Holt and Co. Published by arrangement with Henry Holt and Company, LLC, New York Vertaling Petra C. van der Eerden Omslagontwerp Rick Pracher Bewerking Nederlands omslag Pinta Grafische Producties Omslagbeeld © Robert Sebree Photography © 2014 A.W. Bruna Uitgevers B.V., Utrecht 978 94 005 0399 1 nur 672 isbn
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16 h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting pro (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
Voor Janice
Inhoud
65 is geen 60 9 Ik maak me zorgen 13 Seks 18 Opgroeien als een Crystal 22 Tel tot tien 38 In de twintig 44 De elleboog 77 Zorg goed voor je gebit 84 In de dertig 89 De vijf stadia van vergeetachtigheid 120 Conservatief 121 IJzeren ballen – In de veertig 132 Geef me twee zoenen 182 Ze trappen er nog steeds in 187 In de vijftig 196 Opa 233 Vier altijd je verjaardag 242 Laat hem gaan 251 Je kunt het niet meenemen 258 De aanschaf van een graf 266 Epiloog 275 Dankwoord 277
65 is geen 60
14
maart 2013, mijn vijfenzestigste verjaardag. Ik stond die ochtend op, slofte naar de badkamer, spatte wat koud water op mijn gezicht, keek in de spiegel en toen stond mijn oom Al me aan te kijken. Op mijn geschreeuw kwam Janice, sinds tweeënveertig jaar mijn vrouw, aanrennen. Ik bleef maar roepen: ‘holy shit ! Wat is er in godsnaam met me gebeurd?’ Op de een of andere manier was ik, kennelijk van de ene op de andere dag, veranderd van een hippe, coole babyboomer in een portretfoto van Diane Arbus. Ik hoopte op een bemoedigend woord van Janice, een knuffel, een ‘Niks aan de hand, Billy, je ziet er geweldig uit. Het is een oude spiegel’. Maar ze liet haar blik slechts omlaagglijden, langs mijn badjas, en vroeg: ‘Sinds wanneer is jouw schaamhaar grijs?’ Het is moeilijk te geloven. Niet wat ze zei over dat schaamhaar, of het feit dat mijn zaakje nu iets weg heeft van Einstein met een enorme neus. Maar meer dat het werkelijk gebeurt. En snel ook. Als kind was ik erg bezig met de duistere kant van allerlei dingen. Ik wist al jong dat niemand er levend van afkomt, maar ik had het idee dat ik tijd had. Destijds, in 1961, toen ik dertien was, dacht ik: In 1978 ben ik dertig. Geweldig, dat is nog lekker ver weg. Toen ik eenmaal dertig was, dacht ik: In 1998 ben ik vijftig en dat is nog lekker ver weg. Nu ik vijfenzestig ben, denk ik: In het jaar 2038 ben ik... voornamelijk dood. Of zoals Miracle Max uit The Princess Bride zou zeggen: ‘Enigszins in leven.’ Het troost me een beetje dat veel van ons babyboomers in hetzelfde schuitje zitten. Feitelijk zal het hele land binnenkort ongeveer hetzelfde ruiken, van Los Angeles tot Maine. We staan er alle9
maal hetzelfde voor en denken allemaal hetzelfde: wat vind ik dit verdomme erg ! We zijn in deze leeftijdsgroep met z’n zeven enzeventig miljoen en hoe groot de onderlinge verschillen ook zijn, we hebben één ding gemeen: onze ouders hadden gelijk ! Het is allemaal zo snel gegaan. Het afgelopen jaar heb ik mijn huidarts vaker gezien dan mijn kleinkinderen. Er begint van alles op me te groeien wat er niet hoort. Mijn kont ziet eruit als de onderkant van een boot. Ik douche niet meer; ik word tweemaal per week gezandstraald. Ik zit voortdurend bij de huidarts. Hij blijft maar stukjes van me af snijden, ik fungeer als zijn eigen persoonlijke gegrilde honingham. Begrijp me niet verkeerd, ik ga hier niet zitten klagen en zeuren... Of wacht, toch wel, maar ik probeer een antwoord te zoeken op de werkelijk fundamentele vragen des levens: Waar staan wij als babyboomers? Waar gaan we naartoe? Waar komen we vandaan? Heeft wat we gedaan hebben zin gehad? Als er een hiernamaals is, hebben ze daar dan digitale tv? Wat staat ons te wachten? Hebben de Yankees genoeg goede pitchers? Waarom maakt God alles klein wat groot zou moeten zijn en groot wat klein zou moeten zijn? Mijn kloten bijvoorbeeld, waarom zijn die nu ineens enorm ? Elke keer als ik op de wc ga zitten, kan ik theezetten met mijn ballen. Bedankt God, zet dat en de nazi’s maar op uw album met greatest hits. Het hele idee van vijfenzestig is beangstigend, want ik ben nu dichter bij de (slik) zeventig dan de zestig, maar angst heeft mij altijd gemotiveerd. De jeugd van Amerika is goedgevuld en in slech te conditie, maar ik niet. Ben je de laatste tijd in Disneyland geweest? Dat blijkt dus niet zo’n small world te zijn. Het is een dikke, vette, zweterige-bilnaad-wereld. Ik daarentegen eet biologisch, ik drink versgeperst sap, ik fitness, ik heb nog steeds een lekkere kont en ik troost me met de gedachte dat vijfenzestig voor mij niet hetzelfde is als voor mijn grootouders. Toen mijn grootvader vijfenzestig was, zag hij eruit als iemand van tachtig... en hij rook als iemand van negentig. We hebben allemaal een ander beeld van wat oud is, en als je op jonge leeftijd omgaat met bejaarden, zoals ik destijds, en ze zeggen: 10
‘Op een dag zie jij er net zo uit als ik’, kan dat je ziel vervullen met angst. Mijn beeld van oud is mijn grootvader, op bezoek met zijn bermuda opgetrokken tot onder zijn tieten, en met zwarte sokken in sandalen, en als hij dan ging zitten, zag je iets in zijn broek wat eruitzag als een hondje op een zak peren. Beangstigend. Zo wilde ik er nooit uitzien, dus ik werk hard aan mezelf. Op mijn zestigste kon ik alles wat ik op mijn dertigste kon, als ik me maar kon herinneren wat dat allemaal was. Op mijn vijfenzestigste verandert dat wel... en snel ook. Om te beginnen wordt je libido minder... je houdt jezelf niet meer voor de gek door naar meiden van vijfentwintig te kijken. Nou ja, ik wel, maar ik zie ze niet scherp meer, en tegen de tijd dat ik mijn bril opheb, zijn ze verdwenen. Als je vijfenzestig bent, is het verrassend waar je nu opgewonden van wordt. Je kijkt naar Dame Edna en denkt: ach, wie weet. Als je op je vijfenzestigste je familie trakteert op een etentje en tevreden zegt dat het op is, bedoel je letterlijk op. Op jou. Het zit op je kin, op je shirt, op je broek. Je hebt meestal meer op je kleren dan je binnengekregen hebt. Op je vijfenzestigste heb je al tien keer een colonoscopie gehad. Er zijn meer foto’s gemaakt van mijn dikke darm dan van de godvergeten Titanic. En het is vreselijk, want we vrezen de colonoscopie, we zijn er als de dood voor. Persoonlijk ga ik nooit naar binnen via een deur waar uitgang op staat. Het is de angst voor het onderzoek met de camera en dat de hele zooi daar naar binnen moet. Het gaat pijn doen, maar ze zeggen terecht dat het niet de camera is die pijn doet, maar de cameraploeg. Voor wie het nooit heeft meegemaakt, zal ik uitleggen wat een colonoscopie is. Eigenlijk rij je naar het noorden op een snelweg die naar het zuiden gaat... als je voelt wat ik bedoel... en dat voel je als het onderzoek achter de rug is. Ik zweer het je, ze vullen je met hete lucht. Ik was letterlijk een hybride auto, half op gas. Je lijkt wel een wandelend scheetkussen. Als je kippenhandjes begint te krijgen, is de sleutel tot een gelukkig leven dat je vrolijk en optimistisch blijft, hoe hard je ook poogt om je kapsel niet te laten lijken op het over-de-kale-schedelgekamde kapsel van Rudy Giuliani rond 1999. Positief blijven! Ik vind het vreselijk als mannen het opgeven als ze vijfenzestig wor11
den. Ga maar eens naar een winkelcentrum. Daar zie je vrouwen met mannen die zich achter hen aan slepen. Arme drommels, ze hebben geen schouders. Ze zien eruit als pantoffeldiertjes in een regenjack. Ze lopen braaf achter hun vrouw aan het winkelcentrum door en leven alleen op als ze een nieuwe voordeursleutel mogen laten maken bij de sleutelshop. Ze zwalken door het winkelcentrum, zwalk, zwalk, zwalk. Het is net een mars van zwaar gedeprimeerde pinguïns; ze lopen – het is niet eens lopen, het is waggelen, het is sloffen, het is woffen. Ze dwalen maar door het winkelcentrum onder leiding van hun vrouw, met de jas van hun vrouw in de ene hand en haar handtas in de andere. En weet je wat zij in d’r handtas heeft zitten? Hun ballen. Op je vijfenzestigste heb je het altijd een beetje koud. Zelfs het pas opgekomen struweel van haar op je rug helpt niet. Je denkt ineens: het broeikaseffect is helemaal niet zo erg. Het broeikas effect is niet de enige ongemakkelijke waarheid. De echte ongemakkelijke waarheid is dat ik tegenwoordig pies in morse. Schets ik een fraai beeld? Dat brengt mij bij mijn belangrijkste punt, iets wat ik graag met dit boek wil overbrengen omdat het je leven kan veranderen. Het gaat om het volgende: als je voelt wat ik voel, maak je dan geen zorgen want... wacht, ik ben vergeten wat ik wilde zeggen, waar had ik het nou over... een moment, hoor. Shit! Verdomme, hier baal ik altijd van. Nou ja, het schiet me wel weer te binnen voordat het boek af is... Hé, waar zijn mijn sleutels?
12
Ik maak me zorgen
E
én ding is voor mij altijd hetzelfde. Ik ga elke avond om elf uur naar bed. Ik word uitgerust wakker, klaar voor de dag, vol energie, werp een blik op de klok en dan is het tien over een ’s nachts. Hallo, ik ben Billy en ik lijd aan slapeloosheid. Ik ben nu al wakker sinds 1948. Het is eigenlijk begonnen bij mijn geboorte: de eerste zeven dagen, perfect. Ik deed het prima, sliep lekker uit, kwam op twintig uur per nacht. Toen, op dag 8, maakten ze me wakker en kwam er iemand met een zwarte hoed en een baard het puntje van mijn penis afknippen. Sindsdien ben ik wakker. Insomnia komt van het Griekse woord voor ‘Ik kan verdomme niet slapen!’ Ach ja, slaap... slapen, misschien zelfs dromen – tja, daar zit ’m de kneep. Ik probeerde erin te knijpen en te wrijven. Niks. Mijn penis keek me aan en zei: ‘Probeer je vuur te maken of zo?’ Dus nu ben ik wakker en ik voel me knap stom. Jongens, op onze leeftijd is masturberen het ergste soort schoolreünie. Je bent weer terug bij je eerste liefde, die ouder en kleiner is geworden, echt opwindend wordt het niet en uiteindelijk heb je spijt dat je gekomen bent. ‘Heb je lekker geslapen, heb je geslapen?’ Ik slaap als een baby, zeg ik altijd: elke twee uur word ik wakker. En het voelt heel eenzaam als jij niet kunt slapen en je partner wel. Als ik wakker word, doe ik soms alsof ik een nachtmerrie heb gehad, gewoon om even tegen iemand aan te kunnen praten. ‘Niet doen – nee, nee, doe dat pistool weg, nee!’ ‘Gaat het, schat?’ ‘Ja, hoor. Niks aan de hand, gewoon naar gedroomd. Zin om te kaarten?’ 13
Ik voel me schuldig als ik Janice wakker maak, maar het is beter dan haar zo middelbaar te zien slapen, met af en toe een snurkje. Mannen vinden het vreselijk als vrouwen snurken. Dat is niet eerlijk: wij mannen laten scheten, hoesten van alles op wat we dan op straat uitspugen, we peuteren in onze neus terwijl we autorijden en als we alleen zijn smeren we het resultaat onder aan de stoel, we piesen onder de douche en op de golfbaan. Kom op, jongens, geef het maar toe: we piesen allemaal onder de douche omdat we dat prettig vinden, maar als een vrouw snurkt, staan we klaar om een advocaat in te schakelen. Wij zijn Vikings op het sociale theepartijtje des levens. Ik heb dus alles geprobeerd om in slaap te vallen. Ik heb het een paar maanden geprobeerd met een glas rode wijn voor het slapengaan. Ik kon nog steeds niet slapen en belandde in het Betty Ford Center. Toen heb ik zo’n apparaat met geluidseffecten gekocht, waarmee het net is alsof je op het strand ligt. Mijn exemplaar heet Coney Island. Hij produceert golven, huilende Mets-supporters en vuurgevechten. Ze zeggen dat het werkt omdat het geluid van het kolkende water je slaperig maakt. Ik moest ervan piesen. Nu zit ik dus met een nieuw probleem. Midden in de nacht stilletjes opstaan is een hele opgave. Ik ben groggy en loop naar de plee met evenveel gratie als de voormalige astronaut Buzz Aldrin met zijn tango in Dancing with the Stars. Eenmaal op het toilet wil ik niet staand plassen, want God heeft mijn plaskracht vandaag met rust gelaten en straks schrikt het hele huis wakker als ik roep: ‘Dát bedoel ik!’ Dus ik besluit te gaan zitten en zak in de pot omdat een of andere dodo (ikzelf dus) vergeten is de bril omlaag te doen. Weet je waarom we niet kunnen slapen? Omdat we denken. De hersenen schakelen niet uit; er is daar een klein fabriekje de hele nacht in bedrijf. We denken nooit aan leuke dingen, alleen aan de fouten die we hebben gemaakt. Dingen waar we spijt van hebben. Als je niet kunt slapen, is het elke nacht Grote Verzoendag. ‘Waarom heb ik dat tegen die zak gezegd? Oké, het was een zak, maar waarom zei ik dat nou? Het is toevallig wel de paus.’ Dus ik probeer mezelf te kalmeren met eten. Ze zeggen dat je slaperig wordt van kalkoen omdat er tryptofaan in zit. Als dat echt 14
zo goed werkt, waarom zie je dan nooit een kalkoen in slaap sukkelen? Ik neem een broodje kalkoen en een glas warme melk – en als je dan toch melk neemt, moet er ook een koekje bij. Nu kan ik nog steeds niet slapen en mijn cholesterol zit op 800. Ik ben zo ontdaan dat ik maar wat tv probeer te kijken. Zo laat op de avond is het een en al reclames die gericht zijn op mijn leeftijdsgroep. De eerste die ik zie prijst het slaapmiddel Rozerem aan. Het filmpje claimt dat ‘uw dromen u missen’ en voert Abe Lincoln op, in gesprek met een bever. Ze zeggen dat dit het eerste slaapmiddel is dat absoluut niet verslavend is. Serieus? Als er pillen zijn die me laten dromen van Lincoln die met een bever zit te praten, wil ik er vijf per dag. Dan barst de stortvloed los. Allemaal reclames voor bier, dikke vette hamburgers, haargroeimiddel en Viagra. Ze zien ons als één grote, dikke, kale kerel die hem niet meer omhoog kan krijgen. Maar er zijn nu tenminste ook impotentiereclames die zich richten op vrouwen. Dan laten ze een bijzonder sexy vrouw van in de veertig zien; met die gelukkige, tevreden blik die we allemaal al vergeten zijn, alsof ze net urenlang de liefde heeft bedreven. En dan komt de man de slaapkamer in, de man die dat probleem had. Hij ziet eruit als een model van middelbare leeftijd (of als Mitt Romney), hij heeft het ideale haar, een prachtige glimlach, een sweater over zijn schouders geknoopt, en aan het eind van de reclame zit hij met zijn vrouw op een bootje met de grootste mast die je ooit in je leven hebt gezien. Ik ben niet achterlijk; ik snap het. Dan heb je nog die reclame voor Cialis-erectiepillen, daarin zeggen ze dat je 36 uur doet met één pil. Binnen die 36 uur kun je vrijen wanneer je wilt. Dat vind ik veel te veel druk. We leven in een razendsnelle maatschappij: we willen alles nu meteen, we hebben direct internet, direct messaging, we willen direct seks, niet Cialis met 36-urige werking. 36 uur is meer dan mijn complete seksverleden. Cialis is een slechte pil voor ons Joden. ‘Irving, deze pil moet je innemen, die werkt 36 uur lang.’ Waarop hij zegt: ‘Dat is genoeg voor de rest van het jaar, toch? Kan ik uren verzilveren als ik ze niet gebruik? Kan ik ze inwisselen voor die schalenset?’ Maar die Cialis-reclames zijn tenminste goed gemaakt. De eerste Viagra-reclames waren vreselijk. Vol met sporters en prominenten 15
die onthulden dat ze erectieproblemen hadden. Als het die mensen kan overkomen, kan iedereen het krijgen, was het idee. Zelfs footballer/sportcommentator Mike Ditka en politicus Bob Dole zaten in impotentiereclames. Ik vind het bewonderenswaardig dat ze hun privéprobleem wilden toegeven, maar eerlijk gezegd... bij de gedachte aan die twee met erecties word ik zélf impotent. Wat de kwaal ook is, die reclames zien er altijd schitterend uit. Die mensen zitten met wezenlijke problemen en dertig seconden later is alles opgelost en is de wereld weer vol vlinders, fietstochtjes en mensen die hun puppy’s uitlaten, genezen van hun aandoening, hun prostaat minder groot, hun botten niet langer broos, hun haarlijn terug waar die ooit zat, en dat vervult mij met hoop. Dan klinkt helemaal aan het einde van de reclame die stem die nog even snel zegt... ‘Kan gepaard gaan met verminderde eetlust, duizeligheid, agitatie, psychosen, wazig zicht, stotteren, huppelen en springen, tourette, huilen naar de maan, galreflux, spreken in tongen, anale afscheiding, diarree en impotentie.’ En ik denk: Oké, kan mij wat schelen. Ik moet slapen! Ik word doodziek van al die reclames dus ik schakel over naar een andere zender. Nu zit ik om drie uur ’s nachts naar een autorace te kijken. Daar dut je lekker bij in. Kun je net zo goed een dubbele espresso nemen. In Los Angeles halen autoraces hogere kijkcijfers dan csi Dat is de oorsprong van de reality-tv. Ik zie een auto tegen het verkeer in over de snelweg rijden, dan scheurt hij met 140 langs een school tegen een schutting, de verdachte vlucht nu de auto uit, rent weg, boven hem hangt de helikopter met de tv-camera en hij rent nu, theatraal fel verlicht, door achtertuinen, over hekken en schuttingen heen. Persoonlijk vind ik dit de beste rol die Lindsay Lohan ooit heeft gespeeld. Dan maar terug naar bed. Ik lig te woelen en te draaien en te woelen en te draaien zonder dat ik ook maar even lekker lig. Dan vind ik eindelijk de juiste houding, het kussen is lekker koel en ik val in slaap. Vijf minuten later gaat de wekker: de dag gaat beginnen. Ik sta op met een pesthumeur. Ik ben seriemoordenaar Jeffrey Dahmer en er ligt niets in de koelkast. Ik ben afgedraaid. Afgepei16
gerd. Het excuus dat de moeder van ieder lastig kind klaar heeft. ‘Waarom heeft hij de garage in brand gestoken?’ ‘Hij is... afgepeigerd.’ ‘Waarom heeft hij dat gedaan, Frau Hitler?’ ‘Hij vas afgepeigerd, ein beetje kribbig, hij sliep in de jaren twintig nicht zo goed.’ Ik lig hele nachten wakker omdat ik me zorgen maak; ik maak me overal zorgen over. Bijvoorbeeld over het feit dat ik verdomme niet slaap. NN Ik maak me zorgen over de as van het kwaad: Syrië, NoordNN NN
NN NN NN
NN NN NN
Korea en de ceo ’s van Wall Street. Ik maak me zorgen dat ik, als ik ooit gearresteerd word en de bak indraai, anale verkrachting lekker zal vinden. Ik maak me zorgen dat mijn kinderen naar me zullen kijken en dan tegen elkaar zullen zeggen: ‘Ik heb hem vorige keer verschoond, nu is het jouw beurt.’ Ik maak me zorgen dat de Scientology-volgelingen misschien toch gelijk hebben. Ik maak me zorgen omdat ik dit hoofdstuk schrijf via de sms terwijl ik achter het stuur zi... Ik maak me zorgen dat het ambulancepersoneel geen Engels zal spreken en dus niet kan lezen dat ik graag reanimeren op mijn borst getatoeëerd heb staan. Ik maak me zorgen dat ik me geen zorgen maak dat mijn kleinkinderen met de schuld blijven zitten. Ik maak me zorgen dat je dertig uur per week Angry Birds wellicht geen aerobics kunt noemen. Ik maak me zorgen dat ik doodga terwijl er nog te veel mensen in leven zijn aan wie ik de pest heb.
Maar waar ik me nou net geen zorgen om maak is doodgaan in mijn slaap. Want ik slaap nooit! Als de engel des doods aan mijn bed komt en zijn hand naar me uitstrekt, zal ik hem recht in de ogen kijken en dan zeg ik: ‘Sodemieter op.’ Dan zal Janice zeggen: ‘Let maar niet op Billy – hij is afgepeigerd, hij is een beetje kribbig.’
17
Seks
I
k heb altijd gedacht dat variatie het geheim van een goed seks leven is. Daarom heeft God mij twee handen gegeven. Mensen zijn dol op seks, we hebben behoefte aan seks, zo vinden we aansluiting, zo weten we weer dat we leven, het is de derde basisbehoefte van de mens na voedsel en goede popcorn in de bios, maar mettertijd verandert die behoefte, net als de daad zelf. Als je vijfentwintig bent, lees je dit hoofdstuk waarschijnlijk tussen de derde en vierde ronde van de avond. Als je vijfenveertig bent, heb je statistisch gezien ergens de afgelopen drie nachten seks gehad en zal dat er deze maand nog 5,8 keer van komen... maar als je vijfenzestig bent... hallo , wakker worden ... als je vijfenzestig bent, moeten bepaalde omstandigheden precies goed zijn om van bil te kunnen. Zij moet niet midden in een opvlieger zitten, hij moet niet te veel asperges hebben gegeten, het moet een lichte avondmaaltijd zijn geweest die uiterlijk halfvijf op was en er moet die avond geen nieuwe aflevering van Homeland op tv zijn. Verder moet je mobieltje op trillen staan, niet zozeer omdat je het dan niet hoort, maar omdat het lekker voelt als je er op een bepaalde manier op gaat zitten. Als je jong bent, denk je alleen maar aan de volgende keer dat je het gaat doen; als je ouder wordt, weet je niet meer wanneer je het voor het laatst gedaan hebt. Laten we ons oor te luisteren leggen bij een stel dat ik Hij en Zij zal noemen. Ze waren vijfentwintig in 1973; nu zijn ze vijfenzestig. 1973
hij :
Lekker wat je daar doet. zij : Als ik dat aanspan, bedoel je? 18
hij :
O mijn god, hoe doe je dat? zij : Geleerd... van Punji, mijn yogaleraar.
2013
hij :
Wauw, wat ben je lekker nat. zij : O, sorry – ik moest net hoesten.
1973
zij : hij :
Wat wil je aan bij het vrijen? Marvin Gaye.
2013
zij :
Stukje naar rechts en zet de tv wat harder. hij : Ik hoor je niet, de tv staat aan... Oeps, ik ben al klaar.
1973
hij :
Kijk nou toch, wat ben je mooi. zij : Ahhhh.
2013
hij :
Niet te geloven, wat een tieten. zij : Weg bij die spiegel en kom naar bed.
1973
hij :
God, wat ben ik hard. zij : God, wat ben je hard.
2013
zij :
Heb je je Viagra ingenomen? Wat? zij : God, wat ben jij hardhorend. hij : Wat vind je storend? hij :
1973
hij : zij :
Waarom heb jij je ogen open? Ik vind het lekker om te zien hoe je met me vrijt.
19
2013
hij :
Wat kijk je nou? zij : De gordijnen passen niet bij de rest.
1973
zij : hij :
Laten we thuisblijven om te vrijen. Heerlijk, die regen.
2013
zij :
Laten we vrijen... hij : Mijn heup doet zeer, er komt regen.
1973
zij :
Wauw, die is minstens twintig centimeter. hij : Wacht maar tot ik opgewonden raak.
2013
zij : hij :
Wauw, die is hard... De dokter zegt dat het goedaardig is.
1973
zij :
Heerlijk dat ik je hart door je shirt heen voel kloppen. hij : Elke hartslag is voor jou.
2013
zij : hij :
Misschien ligt het aan je pacemaker. Bel de ambulance, ik heb hartkloppingen.
1973
hij :
Nu, nu! zij : Ik kom, ik kom!
2013
zij : Nu, nu! hij : Even geduld – Larry van de kapper zegt dat het pas na een halfuur werkt omdat eerst al het bloed naar de schacht moet stromen. 20
1973
(fluisterend): Zeg maar wat ik moet doen. zij (sotto voce): Steek je vinger daar eens in. hij : Wauw, dat heb ik nog nooit gedaan. zij : Lekker. hij
2013
hij :
Zeg maar wat ik moet doen. zij : Geef me mijn vibrator en ga een eindje wandelen.
1973
hij : zij :
Trek iets verleidelijks aan naar bed. Is alleen een glimlach genoeg?
2013
hij : Heb je mijn joggingbroek gezien? zij : In de la. En trek meteen een paar sokken aan, je haalt mijn been open met je teennagels. 1973
hij :
Laten we iets doen wat we nooit eerder hebben gedaan. zij : Draai me om, schat.
2013
hij :
Kunnen we iets nieuws proberen? zij : Oi...
Oi. Een universeel woord dat samenvat hoe je je voelt als je vijfenzestig wordt. Veel mensen hebben het woord gebruikt. Ik geloof dat ‘Oi’ het laatste was wat generaal Custer zei toen hij al die Siouxindianen op die heuvel zag staan. Oi: dat mompelde King Kong op het Empire State Building toen hij die vliegtuigen om zich heen zag zoeven – tot de filmstudio het eruit knipte omdat ze vonden dat hij te Joods klonk. Oi: dat zei Osama bin Laden toen hij die Navy seals onder aan de trap zag staan. Oi: zo voelt het leven als je vijfenzestig bent... en toen ik mijn vijfenzestigste verjaardag voelde naderen, dacht ik onwillekeurig: hoe ben ik in gódsnaam zover gekomen? 21
Ontdek de beste en mooiste nieuwe boeken met de gratis Lees dit boek-app Wilt u als eerste de beste en mooiste nieuwe boeken ontdekken? Vaak nog voordat die boeken zijn verschenen en de pers erover heeft geschreven? Download dan gratis de Lees dit boek-app voor Android-telefoons en -tablets, iPhone en iPad via www.leesditboek.nl. Bezoek www.vipboeken.nl voor informatie over al onze boeken en meld u aan voor de nieuwsbrief. Volg @VIP_boeken op Twitter en bezoek onze Facebook-pagina: www.facebook.com/VipBoeken.