. Kies in het menu dat daarna verschijnt: l een printer. l Geef aan welke bladzijde u wilt printen. l Geef het aantal exemplaren aan dat u wilt printen l Klik op ‘OK’.
14
docentenboek bij keuzedossier vmbo-GL oriëntatie op studie en beroep
les 1 digitaal portfolio activeren Voorafgaand aan de werkelijke lessen maakt u de leerlingen wegwijs op www. keuzedossier.nl. maximaal 45 min.
Besteed één lesuur of minder aan het activeren van het digitaal portfolio en het toelichten van de verschillende schermen. Neem als voorbereiding op deze les eerst zelf bladzijde 4 tot en met 7 van het werkboek door. De leerlingen hebben de volgende gegevens nodig. 1 Het controlenummer van uw school; de decaan kent dit controlenummer. 2 Het unieke serienummer dat op de achterkant van het omslag van ieder werkboek staat. l l
l
blz. 7
l
blz. 7
l
blz. 6
l
blz. 7
l
Vraag de leerlingen er pen en papier bij te nemen. Wijs uitdrukkelijk het serienummer aan op de achterkant van het werkboek. De letters in het serienummer zijn hoofdletters. De gebruikersnaam wordt door de computer samengesteld. Het wachtwoord kan de leerling zelf kiezen. Vraag het wachtwoord even te noteren. Alleen met een bestaand e-mailadres krijgt de leerling zijn inlogcodes per e-mail toegezonden. Het wachtwoord kan gewijzigd worden via de knop ‘Wachtwoord wijzigen’ links op het scherm, nadat de leerling is ingelogd. Via het tabblad ‘mijn persoonsgegevens’ en daarna de knop ‘Wijzigen’ kan de leerling een foto van zichzelf toevoegen.
Op bladzijde 9 van dit docentenboek heeft u kunnen lezen op welke manier u uw eigen account kunt activeren. Via dit mentoraccount kunt u zien welke leerling zijn digitaal portfolio heeft geactiveerd.
blz. 5
blz. 7
Wanneer een leerling niet in uw ‘Overzicht leerlingen’ voorkomt, betekent dit het volgende. 1 De leerling heeft zijn portfolio nog niet geactiveerd. 2 De leerling heeft tijdens de activeringsperiode de naam van een andere mentor geactiveerd. In geval van 2 moet de leerling dit zelf corrigeren. Dit gebeurt via het tabblad ‘mijn persoonsgegevens’ en vervolgens de knop ‘Wijzigen’. Zorg ervoor dat de leerlingen aan het begin van de volgende les hun digitaal portfolio hebben geactiveerd. Bepaal zelf welke functies van het digitaal portfolio u deze inleidende les toelicht. Besteed in ieder geval aandacht aan de volgende onderdelen. l inloggen via www.keuzedossier.nl l uitloggen l wachtwoord wijzigen l tabblad ‘mijn persoonsgegevens’ l tabblad ‘beroepen’ l tabblad ‘opleidingen’ l tabblad ‘archief’
docentenboek bij keuzedossier vmbo-GL oriëntatie op studie en beroep
hoofdstuk 1 toelichting
15
de toekomst
In dit inleidende hoofdstuk wordt de leerlingen duidelijk gemaakt wat oriëntatie op studie en beroep (osb) is. Er wordt uitgelegd welke keuze ze moeten maken in de onder- en bovenbouw en dat het proces hier naartoe erg belangrijk is. Hierbij is zelfreflectie van groot belang. Binnen osb komt de functie van de mentor en de decaan naar voren. Daarnaast maken de leerlingen kennis met het werkboek en het digitaal portfolio. De zelfreflectie wordt in dit hoofdstuk versterkt doordat de leerlingen nadenken over hun persoonlijke leerroute, studiehouding en welke belangrijke aspecten ze willen aanpakken. Ze staan ook stil bij hun toekomst en hoe ze daar tegenaan kijken. De ouders of verzorgers worden in dit hoofdstuk meteen bij het proces betrokken. Hierdoor komt er een externe dialoog op gang die van groot belang is bij osb. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een samenvatting en een digitale opdracht. Daarbij wordt de vraag gesteld: ‘Wat heeft je in dit hoofdstuk het meest aan het denken gezet?’ Door deze vraag wordt de leerling uitgedaagd kritisch na te denken over belangrijke aspecten in zijn persoonlijk keuzeproces. Iedere leerling is uniek, dus het antwoord kan ook verschillend zijn.
inhoud
l l l l l l l
omvang in tijd
oriëntatie op studie en beroep portfolio persoonlijke leerroute studiehouding mijn toekomst wat wil ik aanpakken? samenvatting
opdracht 1 opdracht 2 opdracht 3 opdracht 4 opdracht 5 opdracht 6 opdracht 7
Dit hoofdstuk kan in twee lesuren worden behandeld. Wanneer u daarbij geen gebruik kunt maken van het computerlokaal moet u de leerlingen het maken van de opdracht 2, 6 en 7 na afloop van de les als huiswerk opgeven.
docentenboek bij keuzedossier vmbo-GL oriëntatie op studie en beroep
§3 5 min.
toelichting
blz. 12
17
persoonlijke leerroute
Neem de informatietekst samen met de leerlingen door. Benadruk dat capaciteiten en eigenschappen belangrijk zijn bij het kiezen van een leerroute. U kunt uitleggen wat de betekenis is van capaciteiten (wat kan ik/waar ben ik goed in?) en eigenschappen (wie ben ik?). Maak zelf gebruik of laat de leerlingen gebruikmaken van de begrippenlijst op keuzedossier.nl. In deze paragraaf denken leerlingen al even na over hun persoonlijke leerroute. Door hierbij stil te staan, kan hun motivatie versterkt worden omdat het uiteindelijke doel van osb zichtbaar wordt gemaakt.
10 min.
opdracht 3A
Laat ze nadenken over hun keuze voor vmbo-tl. Vaak kunt u hier al uit opmaken hoe leerlingen kiezen en tegen welke dilemma’s ze aanlopen. Ze mogen meerdere antwoorden aankruisen en aanvullen als dat nodig is. Laat een paar leerlingen hun antwoord klassikaal toelichten. Benadruk hierbij dat iedereen kiest op zijn eigen manier.
opdracht 3B
Het schema geeft de leerling een volledig beeld van het voortgezet onderwijs. Hierdoor zijn de leerlingen zich bewust van de verschillende mogelijkheden. Bij de uitleg kunt u dieper ingaan op de betekenis van mbo, hbo en wo, zodat ze beter kunnen aangeven welke leerroute goed aansluit. mbo
middelbaar beroepsonderwijs Toelaatbaar met een vmbo-diploma of overgangsbewijs havo3 naar havo4. Het onderwijs is een combinatie van theorie en praktijk in de vorm van stage of werk.
hbo
hoger beroepsonderwijs Toelaatbaar met mbo- of havo diploma. Het onderwijs is een combinatie van theorie en praktijk in de vorm van stage.
wo
wetenschappelijk onderwijs Toelaatbaar met hbo- of vwodiploma. Het onderwijs is vooral theoretisch gericht, in de vorm van hoor- en werkcolleges. Stage vormt steeds vaker een onderdeel van de studie. Laat de leerlingen met pijlen aangeven welke leerroute ze willen gaan volgen. Benadruk hierbij nog een keer het belang van capaciteiten en eigenschappen.
opdracht 3C Sommige scholen kiezen voor een beperkte vakkenkeuze aan het einde van klas 2. De definitieve sectorkeuze en het vakkenpakket worden gekozen aan het einde van klas 3. De decaan heeft de juiste informatie.
§4 15 min.
toelichting
studiehouding
blz. 13 In deze paragraaf gaan de leerlingen reflecteren op hun studiehouding. Met de opdracht worden de leerlingen zich bewust van hun studiehouding. In eerste instantie kijken ze naar zichzelf en met het bespreken van de uitslag vergelijken de leerlingen zichzelf met anderen. Leerlingen kunnen elkaar met deze gegevens stimuleren. Het is de bedoeling dat goede werkers merken dat ze goed bezig zijn en dat de twijfelaars het idee krijgen dat er nog het nodige te doen valt.
docentenboek bij keuzedossier vmbo-GL oriëntatie op studie en beroep
8 min.
39
opdracht 2B
U vertelt welke sector bij welk rijtje thuishoort.
antwoordmodel opdracht 2B
rij 1: rij 2: rij 3: rij4:
5 min.
opdracht 2C
Sommige kenmerken horen bij meerdere sectoren. Dit laat zien dat je bij het kiezen van een sector rekening moet houden met meerdere factoren. Daarnaast zijn ook meerdere antwoorden mogelijk, afhankelijk van het idee dat een leerling heeft over een mbo-sector. Laat de leerlingen, individueel of in tweetallen de opdracht maken en bespreek na het invullen de antwoorden klassikaal.
5 min.
opdracht 2D
Laat de leerlingen individueel de opdracht invullen en laat een aantal leerlingen hun keuze toelichten. Vraag gericht door waarom ze het wel of niet verwacht hadden.
§3 5 min.
toelichting
blz. 44
techniek landbouw economie zorg en welzijn
belangrijke vakken in een sector
Niet op iedere school is de situatie hetzelfde. Daarom moet u deze bladzijde onder uw leiding laten invullen. De leerling krijgt hierdoor een helder beeld van de belangrijke sectorvakken. Hij kan daarmee meteen gaan nadenken of hij zich daar prettig bij voelt en wat eventueel een juiste keuze kan zijn. Vraag hiervoor de juiste informatie aan de decaan bij u op school. Afsluitend kan worden ingegaan op wat in het informatieblokje staat: ‘...“maar iedereen krijgt wel Nederlands, Engels, maatschappijleer...” Maak duidelijk dat het verplicht is deze vakken met een voldoende af te sluiten. Geef hierbij aan op welke manier er beoordeeld wordt.
5 min.
opdracht 3A
Geef aan welke vakken er gekozen kunnen worden in de bovenbouw bij u op school. Laat alle leerlingen dit zorgvuldig in hun werkboek noteren.
5 min.
opdracht 3B
l
l
§4 5 min.
toelichting
blz. 45
Laat leerlingen in tweetallen per sector aangeven welke vakken belangrijk zijn en gekozen kunnen worden. Bespreek na het invullen deze opdracht klassikaal en noteer de juiste antwoorden op het bord.
vier beroepsgerichte vakken
Bij opdracht 3 heeft de leerling een overzicht gemaakt van alle vakken die belangrijk zijn en in de bovenbouw worden aangeboden. Hier horen ook de beroepsgerichte vakken bij. Binnen de gemengde leerweg kiezen leerlingen binnen de gekozen sector voor een afdeling of brede afdeling. Om goed te kunnen kiezen moeten ze weten wat een bepaalde afdeling inhoudt. Deze informatie wordt gegeven op keuzedossier.nl onder tabblad ‘afdelingen’. Via die weg gaan de leerlingen op zoek naar beroepseigenschappen en beroepsgerichte vakken die hen aanspreken.
opdracht 4A
Laat de leerlingen op keuzedossier.nl zoeken naar twee afdelingen die ze het meest interessant vinden. Ze kunnen kiezen uit zowel de algemene afdelingen als de brede afdelingen.
docentenboek bij keuzedossier vmbo-GL oriëntatie op studie en beroep
63
overzichtskaart met de kwaliteiten van: naam klas
en
ot
n ge
as
jn
n
ni
ng
me
Ik kan goed luisteren. Ik kan goed uitleggen. Ik kan goed fantaseren. Ik kan goed organiseren. Ik kan goed samenwerken. Ik kan goed alleen werken. Ik kan iets precies uitzoeken. Ik kan goed met cijfers werken. Ik kan ordelijk en netjes werken. Ik kan anderen goed overtuigen. Ik kan me aan afspraken houden. Ik kan goed snel besluiten nemen. Ik kan goed oplossingen bedenken. Ik kan duidelijk mijn mening geven. Ik kan goed bemiddelen bij een ruzie. Ik kan goed met mijn handen werken. Ik kan goed met veranderingen omgaan. Ik kan goed volhouden om iets te bereiken. Ik kan gemakkelijk een vriendschap sluiten. Ik kan me in iemands gevoelens verplaatsen.
va
kl
ng
ni
mi
n
ge
jn
mi
ei
me