EXAMENREGLEMENT
voor Gemengde leerweg
Woord vooraf Dit examenreglement is bestemd voor leerlingen die in januari 2014 starten met het schoolexamen. Dit reglement is geldig gedurende de gehele examenperiode. Bij dit examenreglement hoort het Programma van Toetsing en Afsluiting voor leerjaar drie en vier. In dit • • • •
boekje kunt u belangrijke informatie vinden over: de examencommissie, commissie van beroep; het schoolexamen; het centraal examen; het examenbesluit.
Wij wensen alle kandidaten een succesvolle examenperiode toe. De examencommissie en personeel AOC Oost, locatie Enschede.
2
Inhoudsopgave: ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Examencommissie Artikel 2 Begrippenlijst Artikel 3 Rechtsgrond en toepassing van dit reglement Artikel 4 Toelating tot het examen Artikel 5 Indeling van het examen INHOUD VAN HET EXAMEN Artikel 6 Examenprogramma Artikel 7 Begrenzing mogelijkheden vakkenkeuze Artikel 8 Examen vmbo basisberoepsgerichte leerweg Artikel 9 Examen vmbo basisberoepsgerichte leerweg – leerwerktraject Artikel 10 Examen vmbo kaderberoepsgerichte leerweg Artikel 11 Examen vmbo gemengde leerweg HET SCHOOLEXAMEN Artikel 12 Inhoud van het schoolexamen Artikel 13 Afsluiting van het schoolexamen Artikel 14 Het programma van toetsing en afsluiting Artikel 15 Gedragsregels kandidaten bij schoolexamen Artikel 16 Gang van zaken tijdens het schoolexamen Artikel 17 Mededeling en bezwaar beoordeling schoolexamen Artikel 18 Beoordeling schoolexamen Artikel 19 Herkansing schoolexamen Artikel 20 Het examendossier HET CENTRAAL EXAMEN Artikel 21 Afname centraal examen Artikel 22 Afname digitaal examen Artikel 23 Beoordeling centraal examen Artikel 24 Gang van zaken tijdens het centraal examen Artikel 25 Gedragsregels kandidaten bij centraal examen Artikel 26 Herkansing centraal schriftelijk examen Artikel 27 Herkansing centraal digitaal examen Artikel 28 Herkansing centraal schriftelijk en praktisch examen Artikel 29 Herkansing rekentoets UITSLAG EN DIPLOMERING Artikel 30 Eindcijfer examen Artikel 31 Vaststelling uitslag examen Artikel 32 Uitslag Artikel 33 Diploma en cijferlijst Artikel 34 Certificaat en getuigschrift Artikel 35 Duplicaat OVERIGE BEPALINGEN Artikel 36 Afwijkende wijze van examinering Artikel 37 Spreiding voltooiing eindexamen Artikel 38 Bewaren examenwerk centraal examen Artikel 39 Verhindering deelname centraal examen Artikel 40 Verhindering deelname schoolexamen Artikel 41 Deelname schoolexamen Artikel 42 Stage Artikel 43 Inleveren van werkstukken en verslagen Artikel 44 Inzage Artikel 45 Geheimhouding Artikel 46 Onregelmatigheden Artikel 47 Onregelmatigheden bij schoolexamen van betrokkenen bij examinering 3
Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel
48 49 50 51 52 53 54 55
Doublerende of afgewezen kandidaten Verandering van leerweg Vak(ken) op een hoger niveau Stapelen van diploma’s Zij-instromers Klachten Commissie van beroep Onvoorziene omstandigheden
4
Examenreglement VASTSTELLING
EXAMENREGLEMENT
Dit examenreglement is door het bevoegd gezag van het AOC OOST gelezen en vastgesteld. Lochem, 24 september 2013 ___________________________ Ir. P. Duijsings College van bestuur AOC Oost
5
Algemene bepalingen Artikel 1 Examencommissie Examen commissie AOC OOST, locatie Enschede. De samenstelling van de examencommissie van het AOC Oost, locatie Enschede is als volgt: Mevr. A.M. Huis in ’t Veld Dhr. J.J. Kleinlugtenbeld Mevr. E. Tortolero Dhr/mevr. Vacature Dhr. A. Tielenburg
voorzitter secretaris teamleider KBL/GL, plv. voorzitter teamleider BBL docent (adviserend)
COMMISSIE VAN BEROEP De commissie van beroep (art. 54) is door het bevoegd gezag ingesteld. Het adres luidt: Commissie van Beroep P/a CvB AOC OOST Postbus 190 7240 AD LOCHEM INSPECTIE De afdeling vmbo-groen van het AOC Oost staat onder toezicht van de inspectie van het ministerie van OC&W. De inspectie houdt ook toezicht op de gang van zaken rond het schoolexamen en de centrale examens.
6
Artikel 2 Begrippenlijst Bevoegd gezag
Het College van Bestuur van het AOC Oost.
Centraal examen
Dat deel van het examen dat plaatsvindt volgens landelijke vastgestelde en genormeerde toetsen Deze kunnen schriftelijk en/of digitaal aangeboden worden.
Certificaat
Een wettelijk erkend document waarmee is aangetoond dat de deelnemer een deel van de opleiding heeft behaald.
Commissie van Beroep
De commissie die het beroep behandelt dat door een deelnemer is ingesteld tegen een beslissing van de examencommissie. De commissie van beroep is een onafhankelijke commissie die werkt met een eigen reglement.
CSPE
Centraal Schriftelijk Praktisch Examen.
CSE
Centraal Schriftelijk Examen.
CvE
College voor Examens. Het landelijke orgaan dat de centrale examens vaststelt.
Diploma
Een wettelijk document (bewijsstuk) waarmee is aangetoond en vastgelegd dat de bezitter een omschreven kwalificatie heeft behaald. De examencommissie van de onderwijsinstelling reikt het diploma uit.
Directeur
De locatiedirecteur van de school of bij diens afwezigheid de plaatsvervanger.
Examen
Dit omvat zowel het Schoolexamen als het Centraal Examen.
Examendossier
Het geheel van resultaten van een kandidaat met betrekking tot het schoolexamen.
Examenklassen
Is een klas die onder het regime van het examenreglement valt.
Examinator
De docent die belast is met het geven van onderwijs voor een bepaald vak in enig jaar/periode waarover het schoolexamen zich uitstrekt.
Getuigschrift
Geschrift met een getuigenis omtrent iemands bekwaamheid.
Handelingsdeel
Dit slaat op opdrachten die een kandidaat naar behoren moet uitvoeren.
Kandidaat
Een ieder die door het bevoegd gezag tot het examen wordt toegelaten.
Praktische opdracht
Deze kan bij alle vakken voorkomen. Hierbij kijkt de examinator niet alleen naar het product, maar ook naar het proces.
PTA
Programma van Toetsing en Afsluiting: omschrijving van alle toetsen per vak.
7
PTA administratiesysteem
Dat is een leerlingvolgsysteem waarin de resultaten van de leerling worden vastgelegd.
Schriftelijk
Als er sprake is van schriftelijk correspondentie mag hieronder ook e-mail worden verstaan.
Schoolexamen
Dat deel van het examen dat plaatsvindt volgens het door het bevoegd gezag vastgestelde programma van toetsing en afsluiting.
Sectorwerkstuk
Is een vakoverstijgend werkstuk dat past binnen de sector. Geldt alleen voor de gemengde leerweg. De kandidaat besteedt er minimaal 20 uur aan.
Toets
Elk instrument dat gebruikt wordt om een leerling te beoordelen.
Wettelijk vertegenwoordiger
Waar ouders staat kan ook gelezen worden “ouder” “verzorger(s)” of “voogd(en)”.
8
Artikel 3 1 2 3 4
Dit examenreglement is gebaseerd op het Eindexamenbesluit vwo-havo-mavo-vbo van het ministerie. Alle daaruit voortvloeiende rechten en plichten zijn onverkort van kracht. Dit besluit is in te zien op www.examenblad.nl. Het examen wordt onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag afgenomen door de examencommissie. De directeur wijst één van de personeelsleden aan als secretaris van het examen. Deze secretaris regelt samen met de directeur alle aangelegenheden die het examen betreffen. Het bevoegd gezag kan het reglement tussentijds wijzigen indien daartoe aanleiding bestaat. De leerlingen en/of hun wettelijke vertegenwoordigers zullen hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld worden alsmede de verantwoordelijke inspectie.
Artikel 4 1 2
2
Toelating tot het examen
Aan de leerlingen van onze school, die tot de examenklassen zijn toegelaten, wordt de gelegenheid gegeven een examen af te leggen, met inachtneming van het gestelde in dit reglement en het programma van toetsing en afsluiting. Het bevoegd gezag kan tot het eindexamen kandidaten toelaten die niet als leerling van de school zijn ingeschreven, met in achtneming van het gestelde van artikel 4, lid 1.
Artikel 5 1
Rechtsgrond en toepassing van dit reglement
Indeling van het examen
Het examen bestaat voor ieder vak uit een schoolexamen en indien dat in het examenprogramma bepaald is, tevens uit een centraal examen en een rekentoets. Het schoolexamen voor zover het betreft de gemengde leerweg, omvat ook een sectorwerkstuk. Het sectorwerkstuk heeft betrekking op een thema dat past binnen de sector landbouw. INHOUD VAN HET EINDEXAMEN
Artikel 6 1
2
Onze minister stelt examenprogramma’s vast, waarin zijn opgenomen: a. een omschrijving van de examenstof voor ieder eindexamenvak b. welk deel van de examenstof centraal zal worden geëxamineerd en over welke examenstof het schoolexamen zich uitstrekt en c. het aantal en de tijdsduur van de toetsen van het centraal examen. De examenprogramma’s voorzien in vakrichtingen waaruit de leerling een keuze maakt.
Artikel 7 1
2 3
Examenprogramma
Begrenzing mogelijkheden vakkenkeuze
De kandidaten kiezen, met inachtneming van dit reglement, in welke vakken zij examen willen afleggen. Voor kandidaten geldt deze keuze voor zover het bevoegd gezag hen in de gelegenheid heeft gesteld zich op het examen in die vakken voor te bereiden. Het bevoegd gezag beslist, welke in artikel 6, tweede lid, bedoelde vakrichtingen worden aangeboden. De kandidaten kunnen voor zover het bevoegd gezag hun dat toestaat, in meer vakken of niet-verplichte delen van de examenstof examen afleggen dan in de vakken en examenstof die ten minste tezamen een examen vormen.
9
Artikel 8
Examen vmbo basisberoepsgerichte leerweg
Het examen omvat tenminste: Gemeenschappelijk deel: Nederlandse taal, Engelse taal, maatschappijleer, lichamelijke opvoeding en culturele en kunstzinnige vorming Sectordeel: Wiskunde en, ter keuze van de leerling, indien aangeboden, biologie of natuurscheikunde I Vrije deel: - Door bevoegd gezag vast te stellen vakken en programma onderdelen, ter keuze van de leerling, één van de afdelingsvakken, indien aangeboden: • plantenteelt • groene ruimte • bloembinden en –schikken • dierhouderij en –verzorging • verwerking agrarische producten Artikel 9
Examen vmbo basisberoepsgerichte leerweg: het leerwerktraject
Het examen omvat tenminste: Gemeenschappelijk deel: Nederlandse taal Vrije deel: Ter keuze van de leerling, één van de afdelingsvakken, indien aangeboden: plantenteelt groene ruimte bloembinden en –schikken dierhouderij en –verzorging verwerking agrarische producten Artikel 10
Examen vmbo kaderberoepsgerichte leerweg
Het examen omvat tenminste: Gemeenschappelijk deel: Nederlandse taal, Engelse taal, maatschappijleer, lichamelijke opvoeding en culturele en kunstzinnige vorming Sectordeel: Wiskunde, en ter keuze van de leerling, indien aangeboden, biologie of natuurscheikunde I Vrije deel: - Door bevoegd gezag vast te stellen vakken en programma onderdelen, ter keuze van de leerling, één van de afdelingsvakken, indien aangeboden: • plantenteelt • groene ruimte • bloembinden en –schikken • dierhouderij en –verzorging • verwerking agrarische producten En ter keuze van de leerling, één van de beroepsondersteunende vakken: agrarische bedrijfseconomie agrarische techniek
Artikel 11
Examen vmbo gemengde leerweg
Het eindexamen omvat tenminste: Gemeenschappelijk deel: 10
Nederlandse taal, Engelse taal, maatschappijleer, lichamelijke opvoeding en culturele en kunstzinnige vorming Sectordeel: Wiskunde en, ter keuze van de leerling, indien aangeboden, biologie of natuurscheikunde I Vrije deel: - Door bevoegd gezag vast te stellen vakken en programma onderdelen en ter keuze van de leerling, één van de vakken, indien aangeboden: economie Duits biologie natuur-scheikunde I enig ander wettelijk toegestaan vak en ter keuze van de leerling, één van de afdelingsvakken, indien aangeboden: plantenteelt groene ruimte bloembinden en -schikken dierhouderij en -verzorging verwerking agrarische producten landbouwbreed
HET SCHOOLEXAMEN Artikel 12 1 2 3 4
Het schoolexamen wordt gehouden overeenkomstig het voor ieder vak geldend programma van toetsing en afsluiting (PTA) en start op 1 januari van het derde leerjaar. De cijfers die meetellen voor het schoolexamen zijn gebaseerd op toetsen die na 1 januari van het derde leerjaar zijn afgenomen. Voor de inhoud van het schoolexamen wordt verwezen naar het PTA. De examencommissie stelt jaarlijks, onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag, het PTA en het examenreglement vast en verstrekt deze aan de kandidaten.
Artikel 13 1 2 3
4
Afsluiting schoolexamen
Het schoolexamen kan pas worden afgesloten indien alle toetsen en/of opdrachten, die in het PTA beschreven staan, zijn afgelegd. Het schoolexamen kan worden afgesloten tot uiterlijk vijf schooldagen voor de aanvang van het eerste tijdvak centrale examens. Een kandidaat die ten gevolge van ziekte of een andere van zijn wil onafhankelijke omstandigheid, ter beoordeling van de directeur, het schoolexamen niet heeft kunnen afsluiten uiterlijk vijf schooldagen voor de aanvang van het eerste tijdvak, wordt alsnog in de gelegenheid gesteld het schoolexamen voor dat vak af te sluiten, echter wel voordat het centraal examen in dat vak gehouden wordt. Een kandidaat die enig onderdeel van het schoolexamen niet heeft afgerond op de hierboven genoemde tijdstip kan, voor zover van toepassing, niet deelnemen aan enig vak van het centraal examen.
Artikel 14 1
Inhoud van het schoolexamen
Het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA)
In het PTA wordt per vak voor het schoolexamen aangegeven: a. een omschrijving van de te toetsen leerstof met de vermelding van de exameneenheden/eindtermen b. de wijze en tijdsduur van toetsen 11
c. de tijdvakken waarbinnen de toetsen aanvangen d. welke toets herkansbaar is e. de wijze waarop het eindcijfer schoolexamen wordt berekend Het schoolexamen kan bestaan uit de volgende toetsvormen: a. mondelinge toetsen b. schriftelijke toetsen met gesloten en/of open vragen c. digitale toetsen d. werkstukken e. handelingsopdrachten f. praktische opdrachten Toetsen die op het PTA betrekking hebben moeten tijdig opgegeven worden, zodanig dat de kandidaat daarvan redelijkerwijze op de hoogte kan zijn. Tijdig wil zeggen dat er tussen moment van opgave en moment van afname minimaal vier volledige schooldagen zitten.
2
3
Artikel 15 1
Gedragsregels kandidaten bij schoolexamen
De kandidaat dient uiterlijk vijf minuten voor de aanvang van een examenzitting aanwezig te zijn. Indien een kandidaat meer dan vijf minuten na de aanvang van een zitting verschijnt, mag de kandidaat niet meer deelnemen aan de zitting. Bij een geldige reden (overmacht), ter beoordeling van de directeur, moet de kandidaat de toets zo spoedig mogelijk maken, op een door de school te bepalen redelijk tijdstip na overleg met de kandidaat. Ten aanzien van het bedoelde overleg dient het initiatief uit te gaan van de kandidaat. Indien een kandidaat nalaat te handelen overeenkomstig het gestelde in lid 2 neemt de directeur maatregelen conform artikel 6 van dit reglement. Tassen moeten gesloten buiten onmiddellijk handbereik van de kandidaten zijn. Het schoolexamenwerk wordt niet met potlood gemaakt, tenzij het anders aangegeven is in de opgave. Toegestane hulpmiddelen (tabellen, woordenboek) kunnen vooraf en tijdens de examenzitting worden gecontroleerd door de toezichthouders. Het schoolexamenwerk dient gemaakt te worden op papier, dat door de school is verstrekt. Dit geldt ook voor het kladpapier. Op elk papier dat door de school verstrekt wordt ten behoeve van het examen dient de kandidaat zijn naam te vermelden. Op tafel mag uitsluitend aanwezig zijn: het schoolexamenwerk, het door de school verstrekte papier en de toegestane hulpmiddelen. De opgaven en aantekeningen, respectievelijk kladwerk, worden overhandigd aan de toezichthouder en mogen door de kandidaat niet buiten het examenlokaal worden gebracht. Zonder toestemming van een toezichthouder mag een kandidaat gedurende een examenzitting de examenruimte niet verlaten. Op aanwijzing van de voorzitter of de secretaris van de examencommissie kan afgeweken worden van bovenstaande regels.
2
3 4 5 6 7
8 9 10 11
Artikel 16 1 2 3
Gang van zaken tijdens het schoolexamen
De directeur draagt er zorg voor dat het nodige toezicht bij een examenzitting wordt uitgeoefend. Zij die toezicht hebben gehouden vullen een proces-verbaal in, van de examenzitting. Zij leveren dit in bij de secretaris van de examencommissie. Tijdens zittingen van het schoolexamen worden aan de kandidaten geen mededelingen van welke aard dan ook, aangaande de opgaven gedaan, tenzij dit uitdrukkelijk is bepaald door de examensecretaris. 12
Artikel 17 1 2
3
4
5
5
Het cijfer van iedere toets wordt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk tien schooldagen na het toetsmoment, mondeling en/of schriftelijk aan de kandidaat bekend gemaakt door betreffende examinator. Voor aanvang van het eerste tijdvak centraal examen maakt de directeur aan de kandidaat bekend, voor zover van toepassing: a. welke cijfers de kandidaat heeft behaald voor het schoolexamen; b. de beoordeling van de vakken waarvoor geen cijfer wordt vastgesteld, en c. de beoordeling van het sectorwerkstuk. Schriftelijke rapportage aan de kandidaten en hun ouders betreffende de beoordelingen van het schoolexamen geschiedt periodiek, na afloop van een schoolexamenperiode, op door de directeur vast te stellen momenten en in elk geval voor de aanvang van het eerste tijdvak centraal examen. Nadat de cijfers, behaald in één van de schoolexamenperioden, schriftelijk aan de kandidaat zijn gerapporteerd op de wijze zoals bedoeld in lid 3, bestaat nog gedurende drie schooldagen de mogelijkheid bezwaar aan te tekenen bij de secretaris van de examencommissie. Is binnen deze periode geen bezwaar aangetekend, dan worden de cijfers definitief. Indien bezwaar wordt aangetekend tegen de beoordeling van een toets van het schoolexamen neemt de directeur maatregelen. Deze kunnen zijn: a. het opnieuw beoordelen van het gemaakte werk door de examinator; b. het gemaakte werk, voorzien van correctie- en normeringvoorschrift, ter correctie aanbieden aan een 2e corrector. Diens oordeel is bindend en treedt in de plaats van het oorspronkelijke resultaat. Onregelmatigheden in de administratieve verwerking van de cijfers kunnen tot uiterlijk vijf schooldagen voor aanvang van het eerste tijdvak centrale examens gecorrigeerd worden.
Artikel 18 1 2
3 4 5
6
Beoordeling schoolexamen
De cijfers van toetsen van het schoolexamen en het eindcijfer van het schoolexamen worden uitgedrukt in een cijfer uit een schaal van cijfers lopend van 1 tot en met 10 met de daartussen liggende cijfers met één decimaal. In afwijking van het eerste lid, worden de vakken culturele en kunstzinnige vorming en lichamelijke opvoeding beoordeeld met ‘voldoende’ of ‘goed’. Deze beoordeling gaat uit van de mogelijkheden van de kandidaat en geschiedt op basis van het naar behoren afsluiten van de desbetreffende vakken, zoals blijkt uit het examendossier. Een handelingsopdracht en het sectorwerkstuk worden beoordeeld met ‘voldoende’ of ‘goed’ en geschiedt op basis van het naar genoegen afsluiten, zoals blijkt uit het examendossier. Het sectorwerkstuk wordt beoordeeld door minimaal twee examinatoren. Indien een kandidaat in een (onderdeel van een) vak door twee of meer examinatoren is geëxamineerd, dan bepalen deze examinatoren in onderling overleg het cijfer. Komen zij niet tot overeenstemming dan wordt het cijfer bepaald op het rekenkundig gemiddelde van de beoordelingen door ieder van hen. De criteria aan de hand waarvan de beoordelingen plaatsvinden, worden vooraf aan de kandidaat bekend gemaakt.
Artikel 19 1 2
Mededeling en bezwaar beoordeling schoolexamen
Herkansing schoolexamen
Het bepaalde in artikel 12 is onverminderd van toepassing. Elke kandidaat heeft de mogelijkheid om per leerweg maximaal twee toetsen van elke schoolexamenperiode te herkansen. Per toetscode is slechts één herkansing mogelijk. Deze schoolexamen periodes zijn beschreven in het PTA. De kandidaat mag alleen die toetsen herkansen die in de betreffende periode zijn afgenomen en
13
3
4 5
6 7
waarvan in het PTA staat aangegeven dat daarvoor een herkansingsmogelijkheid bestaat. In aanvulling op het bepaalde in lid 2 heeft elke kandidaat na vaststelling van het eindcijfer schoolexamen voor het vak maatschappijleer en indien dit eindcijfer onvoldoende is, het recht op herkansing van één toets maatschappijleer waarvan in het PTA staat aangegeven dat daarvoor een herkansingsmogelijkheid bestaat. Het hoogste van de behaalde cijfers geldt als definitief cijfer. Een verzoek tot herkansen moet binnen een door de directeur vastgestelde termijn, na de rapportage zoals bedoeld in artikel 17 lid 3 worden ingediend bij de secretaris van de examencommissie; daarna kan de toets niet meer worden herkanst. In geval van geoorloofde afwezigheid behoudt de kandidaat alle rechten op herkansing. Bij handelingsopdrachten is het in dit artikel onder lid 1,2 en 3 bepaalde niet van toepassing en bestaat hiervoor in de plaats tredend de herkansing uit het alsnog of nogmaals deelnemen aan een activiteit en/of het nogmaals inleveren van een verslag.
Artikel 20 1 2
3 4
Het examendossier
Het examendossier bevat alle onderdelen van het schoolexamen. Het bestaat uit een door de school en een door de kandidaat zelf te bewaren gedeelte. De opgaven, correctievoorschriften, normeringvoorschriften en de examenbescheiden die door de kandidaat zijn ingevuld en/of gemaakt bij het schoolexamen, alsmede de examenbescheiden die door de examinator(en) zijn ingevuld naar aanleiding van de prestaties van de kandidaat bij het schoolexamen worden gedurende ten minste twee weken na het bekend maken van de examenuitslag bewaard. Na afloop worden de examenbescheiden vernietigd. Werkstukken en verslagen kunnen echter aan de kandidaat worden teruggegeven. Examinatoren behouden het recht dit pas te doen zo spoedig mogelijk na definitieve vaststelling van het eindcijfer schoolexamen. Voor het eventuele verlies van aan kandidaten teruggegeven werken, of het aan de kandidaat toevertrouwde leesdossier, lopende het examenjaar, is de kandidaat of diens wettelijke vertegenwoordigers zelf verantwoordelijk. De opgaven en de examenbescheiden die door de kandidaat zijn ingevuld, alsmede de examenbescheiden die door de examinator(en) zijn ingevuld naar aanleiding van de prestaties van de kandidaat kunnen door de kandidaat en/of diens ouder(s)/verzorger(s) op afspraak onder toezicht en toelichting van de betreffende examinator en/of de secretaris van het eindexamen worden ingezien.
CENTRAAL EXAMEN Artikel 21 1 2 3
Afname centraal examen
Het centraal examen wordt afgenomen conform de artikel 36 t/m artikel 46 van het Eindexamenbesluit vwo-havo-mavo-vbo. De kandidaten maken het schriftelijk werk onder het nodige toezicht van door de directeur aangewezen toezichthouders. Het toezicht wordt verricht overeenkomstig de in artikel 40 van het Eindexamenbesluit, genoemde richtlijnen.
Artikel 22
Afname digitaal examen
Het afnemen van het digitale centrale examen brengt enkele wijzigingen met zich mee: 1 De directeur stelt het definitieve moment van afname vast en stelt de kandidaten daarvan tijdig schriftelijk op de hoogte. 14
2 3 4
De opgaven worden na afloop niet ter beschikking van de kandidaat gesteld. Na afloop van het examen mogen geen examendocumenten waaronder kladpapier uit het examenlokaal worden meegenomen. De directeur kan besluiten dat, indien de afnamecondities van een examen een adequate beoordeling onmogelijk maken, de directeur contact opneemt met de inspectie. Alle kandidaten die aan deze sessie deelnamen hebben dan recht op opnieuw maken c.q. inhalen.
Artikel 23 1 2
De beoordeling van het centraal schriftelijk examen, het centraal schriftelijk en centraal praktisch examen gebeurt overeenkomstig de door de CvE vastgestelde “Regeling beoordeling centraal examen”. De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen vast op basis van de bindende regels voor omzetting van score naar cijfer.
Artikel 24 1 2
3
2
3 4 5
6
Gang van zaken tijdens het centraal examen
In het lokaal waar een centraal examen wordt afgenomen zorgt de directeur, namens het bevoegd gezag voor voldoende toezicht. De toezichthouders maken van iedere zitting van het centraal examen een procesverbaal op en leveren dit in bij de secretaris van de examencommissie. In het proces-verbaal wordt vermeld: a. de namen en handtekeningen van de toezichthouders; b. de namen van de kandidaten die aanwezig moeten zijn; c. de afwezige kandidaten; d. als er sprake is van een afwijkende wijze van examineren: een aantekening welke kandidaten dit betreft onder vermelding van de afwijking; e. een aantekening van kandidaten die later begonnen zijn en/of het lokaal eerder verlaten (onder vermelding van het tijdstip); f. eventuele bijzonderheden. Tijdens zittingen van het centraal examen worden aan de kandidaten geen mededelingen van welke aard ook, aangaande de opgaven gedaan, tenzij dit uitdrukkelijk is bepaald door het CvE.
Artikel 25 1
Beoordeling centraal examen
Gedragsregels kandidaten bij centraal examen
De kandidaat dient uiterlijk tien minuten voor de aanvang van een examenzitting aanwezig te zijn op de plaats waar de zitting plaatsvindt. Een kandidaat die te laat komt, mag tot uiterlijk een half uur na de aanvang van een examenzitting tot die zitting worden toegelaten. De kandidaat levert evenwel het gemaakt examenwerk in op het daarvoor vastgestelde tijdstip. Indien een kandidaat meer dan een half uur na de aanvang van een zitting verschijnt, mag de kandidaat niet meer deelnemen aan deze zitting. Bij een geldige reden, ter beoordeling van de directeur, is artikel 46 van het Eindexamenbesluit van toepassing. De kandidaat dient echter wel te verschijnen op de overige zittingen. Het meenemen van tassen, jassen in het examenlokaal is niet toegestaan. Toegestane hulpmiddelen (tabellen, woordenboek) kunnen vooraf en tijdens de examenzitting worden gecontroleerd door de toezichthouders. Het examenwerk dient gemaakt te worden op papier, dat door de school is verstrekt. Dit geldt ook voor het kladpapier. Er mag geen papier meegebracht worden door de kandidaat het examenlokaal in. Op elk papier dat door de school verstrekt wordt ten behoeve van het examen dient de kandidaat zijn naam en kandidaat nummer te vermelden. Op tafel mag uitsluitend aanwezig zijn: het examenwerk, het door de school verstrekte papier en de toegestane hulpmiddelen.
15
7 8 9 10 11 12 13
Het examenwerk wordt niet met potlood gemaakt. Dit laatste is niet van toepassing op tekeningen, grafieken. De opgaven en aantekeningen, respectievelijk kladwerk mogen niet voor het officiële einde van de examenzitting buiten het examenlokaal worden gebracht. Zonder toestemming van een toezichthouder mag een kandidaat gedurende een examenzitting de examenruimte niet verlaten. Een kandidaat die tijdens een examenzitting onwel wordt, kan onder begeleiding de examenzaal verlaten. In overleg met de kandidaat beoordeelt de directeur of de kandidaat na enige tijd het examenwerk kan hervatten. Gedurende een uur volgend op het tijdstip van opening van de examenzitting is het de kandidaat niet toegestaan te vertrekken. De kandidaten moeten hun werk aan een toezichthouder overhandigen. Pas als het gemaakte examenwerk is ingeleverd mag de kandidaat de examenzaal verlaten. Op aanwijzing van de voorzitter of secretaris van de examencommissie kan afgeweken worden van bovenstaande regels.
Artikel 26 1
2 3 4
Elke kandidaat heeft voor één vak waarin de kandidaat al examen heeft afgelegd, en nadat de eindcijfers zijn bekend gemaakt, het recht om in het tweede tijdvak of, indien van toepassing, in het derde tijdvak opnieuw deel te nemen aan het centraal schriftelijk examen. De kandidaat doet een schriftelijk verzoek tot herkansing aan de directeur voor een door de directeur te bepalen dag en tijdstip. Het hoogste van de cijfers behaald bij de herkansing en bij het eerder afgelegde centraal examen geldt als definitief cijfer voor het centraal examen. Na afloop van de herkansing wordt de uitslag definitief vastgesteld met overeenkomstige toepassing van artikel 31 en 32.
Artikel 27 1 2
3
2 3 4 5 6
Herkansing centraal digitaal examen
Elke kandidaat heeft voor één vak waarin de kandidaat reeds examen heeft afgelegd het recht om opnieuw deel te nemen aan het centraal digitaal examen. De directeur beslist over het moment en wijze van herkansen, echter de directeur houdt rekening met het tijdstip waarop de definitieve c.e. cijfers bekend zijn. De kandidaat mag er voor kiezen om zijn recht op herkansing uit te oefenen, nadat de definitieve c.e. cijfers bekend zijn Indien de kandidaat bij een zitting met geoorloofde reden afwezig was, bepaalt de directeur op welk moment de zitting wordt ingehaald.
Artikel 28 1
Herkansing centraal schriftelijk examen
Herkansing centraal schriftelijk en praktisch examen
Elke kandidaat in de basis- en kader beroepsgerichte leerweg heeft in aanvulling op het bepaalde in artikel 26 en 27 het recht om een CSPE waarin de kandidaat al examen heeft afgelegd te herkansen. De kandidaat doet een schriftelijk verzoek tot herkansing aan de directeur voor een door de directeur te bepalen dag en tijdstip. Het hoogste van de cijfers behaald bij de herkansing en bij het eerder afgelegde centraal examen geldt als definitief cijfer voor het centraal examen. De school bepaalt in overleg met de kandidaat die van zijn herkansingsrecht gebruik wil maken welke onderdelen opnieuw geëxamineerd moeten worden. De herkansing moet plaatsvinden in één van beide periodes die gereserveerd zijn voor afname van centraal schriftelijk praktisch examen (CSPE) Na afloop van de herkansing wordt de uitslag definitief vastgesteld met overeenkomstige toepassing van artikel 31 en 32.
16
Artikel 29 1
Herkansing rekentoets
De kandidaat heeft in aanvulling op artikel 26, 27 en 28 het recht op één herkansing van de rekentoets.
UITSLAG EN DIPLOMERING Artikel 30 1 2 3 4
Het eindcijfer voor alle vakken van het examen wordt uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met 10. De directeur bepaalt het eindcijfer op het rekenkundig gemiddelde van het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen. Indien in een vak alleen een schoolexamen is gehouden is het cijfer voor het schoolexamen tevens het eindcijfer. Is de uitkomst van de berekening bedoeld in lid 1 en 2 niet een geheel getal, dan wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond.
Artikel 31 1 2 3
Vaststelling uitslag examen
De voorzitter en de secretaris van de examencommissie stellen de uitslag vast met inachtneming van het bepaalde in artikel 32. Indien dat nodig is om de kandidaat te laten slagen betrekken de directeur en de secretaris één of meer eindcijfers van de vakken niet bij de bepaling van de uitslag. De overgebleven vakken dienen een examen te vormen. Indien op grond van lid 2 één of meer eindcijfers van vakken buiten beschouwing moeten worden gelaten, stellen de directeur en de secretaris de kandidaat een keuze uit de eindcijfers voor. Deze keuze is definitief wanneer de kandidaat niet binnen drie schooldagen heeft medegedeeld dat een andere keuze gemaakt moet worden.
Artikel 32 1
Eindcijfer examen
Uitslag
De kandidaat die examen vmbo heeft afgelegd, is geslaagd indien het gemiddelde van de behaalde cijfers van het centraal examen minimaal 5,5 is en hij voor het vak Nederlandse taal het eindcijfer 5 of meer heeft behaald en bovendien: a. voor al zijn examenvakken eindcijfers heeft behaald van 6 of hoger; b. voor ten hoogste één van zijn examenvakken het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken eindcijfers heeft behaald van 6 of hoger; met dien verstande dat het eindcijfer van het beroepsgerichte programma in de basisberoepsgerichte en de kaderberoepsgerichte leerweg wordt meegerekend als twee eindcijfers. c. voor ten hoogste één van zijn examenvakken het eindcijfer 4 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger waarvan tenminste één 7 of hoger; met dien verstande dat het eindcijfer van het beroepsgerichte programma in de basisberoepsgerichte en de kaderberoepsgerichte leerweg wordt meegerekend als twee eindcijfers. d. voor twee van zijn examenvakken het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger waarvan ten minste één 7 of hoger, met dien verstande dat het eindcijfer van het beroepsgerichte programma in de basisberoepsgerichte en de kaderberoepsgerichte leerweg wordt meegerekend als twee eindcijfers.
17
2
3
4
a. b.
In aanvulling op het eerste lid geldt tevens dat voor de vakken lichamelijke opvoeding en het vak culturele en kunstzinnige vorming en in de gemengde leerweg voor het sectorwerkstuk de kwalificatie ‘voldoende’ of ‘goed’ is behaald. De kandidaat die examen vmbo leerwerktraject heeft afgelegd, is geslaagd indien de kandidaat: voor Nederlandse taal een eindcijfer heeft behaald van 6 of hoger en voor het beroepsgerichte vak een eindcijfer heeft behaald van 6 of hoger. Zodra de uitslag is vastgesteld maakt de directeur deze tezamen met de eindcijfers schriftelijk aan iedere kandidaat bekend. De uitslag is definitief indien de kandidaat geen gebruik maakt van het bepaalde in artikel 26, 27 en 28.
Artikel 33
Diploma en cijferlijst
1
De directeur reikt op grond van de definitieve uitslag aan elke kandidaat die eindexamen heeft afgelegd, een lijst uit waarop voor zover van toepassing zijn vermeld: de cijfers voor het schoolexamen en de cijfers voor het centraal examen; het thema van het sectorwerkstuk, alsmede de beoordeling van het sectorwerkstuk; de beoordeling van het vak culturele en kunstzinnige vorming en het vak lichamelijke opvoeding; de eindcijfers voor de examenvakken; de uitslag van het examen. De directeur reikt op grond van de definitieve uitslag aan elke voor het examen geslaagde kandidaat een diploma uit, waarop alle vakken en de leerweg zijn vermeld die bij de uitslag zijn betrokken. Indien een kandidaat in meer vakken examen heeft afgelegd dan in de vakken die ten minste samen een examen vormen, worden de vakken die niet bij de bepaling van de uitslag zijn betrokken op de cijferlijst vermeld, tenzij de leerling daartegen bezwaar heeft.
a. b. c.
2
d. e.
3
Artikel 34 1 2 3
De directeur reikt aan de definitief voor het examen afgewezen kandidaat die de school verlaat en die voor één of meer vakken van dat examen een eindcijfer 6 of hoger heeft behaald een certificaat uit. Het certificaat vermeldt het vak of de vakken waarvoor de kandidaat een eindcijfer 6 of meer heeft behaald en, indien van toepassing, het thema van het sectorwerkstuk, voor zover beoordeeld met ‘goed’ of ‘voldoende’. De directeur kan in voorkomende gevallen aan de kandidaat een getuigschrift uitreiken, waarop is vermeld een beschrijving van prestaties en bekwaamheden die zijn behaald in aanvulling op zijn examenprogramma.
Artikel 35 1 2
Certificaat en getuigschrift
Duplicaat
Duplicaten van afgegeven diploma’s, certificaten en cijferlijsten worden niet verstrekt door AOC Oost. Een schriftelijke verklaring dat een in het eerste lid bedoeld document is afgegeven kan uitsluitend door de Dienst Uitvoering Onderwijs worden verstrekt.
18
OVERIGE BEPALINGEN Artikel 36 1
2
3
De directeur kan toestaan dat een kandidaat met een beperking het examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van die kandidaat. In dat geval bepaalt de directeur de wijze waarop het examen zal worden afgelegd. De directeur doet hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan de inspectie. Tenzij sprake is van een objectief waarneembare lichamelijke beperking, geldt ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde aangepaste wijze van examineren dat: a. er een deskundigenverklaring is die door een ter zake deskundige psycholoog of orthopedagoog is opgesteld; b. de aanpassing voor zover betrekking hebbend op het centraal examen in ieder geval kan bestaan uit een verlenging van de duur van de desbetreffende toets van het centraal examen met ten hoogste 30 minuten; c. een andere aanpassing slechts kan worden toegestaan voor zover daartoe in de onder a genoemde deskundigenverklaring ten aanzien van betrokkene een voorstel wordt gedaan dan wel indien de aanpassing aantoonbaar aansluit bij de begeleidingsadviezen, vermeld in die deskundigenverklaring. Het bevoegd gezag kan in verband met onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal afwijken van de voorschriften gegeven bij of krachtens dit besluit, ten aanzien van een kandidaat die met inbegrip van het schooljaar waarin de kandidaat eindexamen aflegt, ten hoogste zes jaren onderwijs in Nederland heeft gevolgd en voor wie het Nederlands niet de moedertaal is. De bedoelde afwijking kan betrekking hebben op het vak Nederlandse taal en enig ander vak waarbij het gebruik van de Nederlandse taal van overwegende betekenis is. De bedoelde afwijking bestaat voor zover betrekking hebbend op het centraal examen slechts uit een verlenging van de duur van de desbetreffende toets van het centraal examen met ten hoogste 30 minuten en het verlenen van toestemming tot gebruik van een verklarend woordenboek der Nederlandse taal. Van elke afwijking wordt schriftelijk mededeling gedaan aan de inspectie.
Artikel 37 1
2
Afwijkende wijze van examinering
Spreiding voltooiing eindexamen
Het bevoegd gezag kan, na overleg met de inspectie, toestaan dat een kandidaat die in het laatste leerjaar langdurig ziek is geweest of die lange tijd ten gevolge van een bijzondere, van de wil van de kandidaat onafhankelijke omstandigheid niet in staat is geweest het onderwijs in alle betrokken eindexamenvakken te volgen, het centraal examen en in voorkomend geval het schoolexamen, voor een deel van de vakken in het ene schooljaar en voor het andere deel in het daarop volgende schooljaar aflegt. In dat geval wordt het eindexamen in een vak in het eerste of in het tweede van deze schooljaren afgesloten. De gehele afhandeling dient te geschieden met in achtneming van het bepaalde in art. 59 “Spreiding voltooiing eindexamen” van het Eindexamenbesluit vwo-havomavo-vbo.
Artikel 38
Bewaren examenwerk centraal examen
De opgaven en de examenbescheiden die door de kandidaat zijn ingevuld bij het centraal examen, alsmede de examenbescheiden die door de examinator(en) zijn ingevuld naar aanleiding van de prestaties van de kandidaat bij het centraal examen worden gedurende ten minste zes maanden na het bekend maken van de uitslag bewaard. Artikel 39 1
Verhindering deelname centraal examen
Indien een kandidaat om een geldige reden, ter beoordeling van de directeur, is 19
2
3
4
verhinderd bij één of meer toetsen in het eerste tijdvak aanwezig te zijn, wordt hem in het tweede tijdvak de gelegenheid gegeven het centraal examen voor ten hoogste twee toetsen per dag alsnog te voltooien. Indien een kandidaat in het tweede tijdvak evenzeer verhinderd is, of wanneer de kandidaat het centraal examen in het tweede tijdvak niet kan voltooien, wordt de kandidaat in de gelegenheid gesteld in het derde tijdvak ten overstaan van het College voor Examens zijn eindexamen te voltooien. De kandidaat meldt zich zo spoedig mogelijk door tussenkomst van de directeur aan het College voor Examens. In dat geval deelt de directeur aan het College voor Examens mede, wanneer dat zich voordoet, dat ten behoeve van de kandidaat toepassing is gegeven aan artikel 55 van het Eindexamenbesluit vwohavo-mavo-vbo, eerste, tweede dan wel derde lid, en waaruit deze toepassing bestaat. Na afloop van het derde tijdvak deelt het College voor Examens het resultaat mede aan de directeur.
Artikel 40 1
2
3
4
5 6
Een kandidaat die door ziekte of om een andere van zijn wil onafhankelijke omstandigheid is verhinderd deel te nemen aan een onderdeel van het examen, dient dit door één van zijn ouders te melden aan de directeur of diens plaatsvervanger uiterlijk op de dag van het desbetreffende examen en voor de aanvang van het examen. De directeur kan in voorkomende gevallen beslissen dat mondelinge of telefonische berichten van verhindering binnen 3 schooldagen schriftelijk, met de reden van het verzuim, bevestigd dienen te worden door de ouders/verzorgers. De directeur bepaalt op basis van deze mededeling of het verzuim terecht is. Indien de directeur twijfelt aan de rechtmatigheid van het verzuim, zal de directeur de examencommissie om een bindend oordeel hierover vragen. Het bindend oordeel wordt schriftelijk aan ouders en kandidaten meegedeeld. Indien een kandidaat nalaat te handelen overeenkomstig het gestelde in lid 1, wordt de kandidaat geacht niet- reglementair afwezig te zijn geweest. De directeur neemt op grond hiervan maatregelen conform artikel 46 van dit reglement. Indien een kandidaat om een geldige reden ter beoordeling van de directeur is verhinderd aan één of meer toetsen van het examen deel te nemen, wordt hem de gelegenheid geboden de toetsen van het schoolexamen alsnog af te leggen binnen een zo kort mogelijke termijn. De examinator bepaalt in overleg met de kandidaat en zo nodig met de directeur, het tijdstip waarop toetsen betreffende het schoolexamen op een zo kort mogelijke termijn moeten worden ingehaald. Ten aanzien van het bedoelde overleg dient het initiatief uit te gaan van de kandidaat. De kandidaat dient op het tijdstip zoals bedoeld in lid 4 de betreffende toets(en) daadwerkelijk in te halen. Indien een kandidaat nalaat te handelen overeenkomstig het gestelde in lid 4 en 5, kan de directeur maatregelen conform artikel 46 van dit reglement.
Artikel 41 1 2
3
Verhindering deelname schoolexamen
Deelname schoolexamen
Indien een kandidaat deelneemt aan een toets van het examen, dan behoudt het resultaat dat de examinator voor die toets vaststelt zijn geldigheid. Indien een kandidaat tijdens een zitting onwel wordt kan de kandidaat onder begeleiding de examenzaal verlaten. Kan de kandidaat het werk niet tijdig hervatten, dan wordt het reeds gemaakte werk aan de toezichthouder overhandigd en is het bepaalde bij lid 1 van toepassing. Indien een kandidaat een toets van het schoolexamen wil afleggen waaraan voorwaarden, zoals die omschreven zijn in het PTA, zijn verbonden dient de
20
kandidaat deze voorafgaand aan de toets, binnen de gestelde termijn afgerond te hebben. Artikel 42 1 2
Een kandidaat dient het aantal stagedagen die in het PTA zijn vastgelegd daadwerkelijk te volbrengen. Slechts indien het volledige aantal stagedagen van de in het PTA beschreven stage is volbracht kan het schoolexamen worden afgesloten. Alleen in uitzonderlijke situaties, ter beoordeling van de directeur, kan hiervan, beargumenteerd worden afgeweken. De directeur informeert hierover het bevoegd gezag.
Artikel 43 1
2 3 4
5
Stage
Inleveren van werkstukken en verslagen
Een kandidaat dient de in het PTA genoemde werkstukken, stageverslagen en boekverslagen persoonlijk, volledig en uiterlijk op de in het PTA genoemde data en tijdstippen aan de examinator, of bij diens afwezigheid aan de plaatsvervanger, te overhandigen. Het inleveren van handelingsdelen, verslagen, werkstukken e.d. wordt geregistreerd waarbij zowel de examinator als de kandidaat tekenen voor inname c.q. afgifte. Indien een kandidaat ten aanzien van het bepaalde in lid 1 in gebreke blijft, neemt de directeur, na overleg met de betrokken examinator en gehoord hebbende de kandidaat, maatregelen. Een kandidaat die door ziekte of om een andere, van zijn wil onafhankelijke omstandigheid, ten aanzien van het bepaalde in lid 1 in gebreke blijft, dienen de bedoelde werkstukken en verslagen op de eerste schooldag van terugkeer van de kandidaat persoonlijk aan de examinator, of bij diens afwezigheid, aan de plaatsvervanger te overhandigen. De maatregelen, bedoeld in het derde lid, die ook in combinatie met elkaar genomen kunnen worden zijn: a) het toekennen van het cijfer 1 voor het betreffende werkstuk, verslag of voor de daarop betrekking hebbende (deel van de) toets van het schoolexamen; b) het bepalen dat het schoolexamen slechts dan kan worden afgesloten als het betreffende werkstuk of verslag voor een door de directeur vast te stellen datum en tijdstip aan de examinator, of bij diens afwezigheid aan de plaatsvervanger, is overhandigd.
Artikel 44
Inzage
De opgaven en de examenbescheiden die door de kandidaat zijn ingevuld, alsmede de examenbescheiden die door de examinator(en) zijn ingevuld naar aanleiding van de prestaties van de kandidaat kunnen door de kandidaat op afspraak onder toezicht van de betreffende examinator en/of de secretaris van het eindexamen, in een door de secretaris vast te stellen ruimte, worden ingezien met inachtneming van het bepaalde in artikel 20 en artikel 38. Tijdens de inzage van een digitaal examen is het niet toegestaan aantekeningen te maken. Artikel 45
Geheimhouding
Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van de examinering en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behalve voor zover uit zijn taak bij de uitvoering van de examinering de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.
21
Artikel 46 1
2
3
4
Onregelmatigheden
Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het examen dan wel ten aanzien van een aanspraak op ontheffing aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, dan wel zonder geldige reden afwezig is, kan de directeur maatregelen nemen. De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, die afhankelijk van de aard van de onregelmatigheid ook in combinatie met elkaar genomen kunnen worden, zijn: a. het toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het schoolexamen of het centraal examen; b. het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan een of meer toetsen van het schoolexamen of het centraal examen; c. het ongeldig verklaren van een of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het schoolexamen of het centraal examen; d. het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in door de directeur aan te wijzen onderdelen. Indien het hernieuwd examen bedoeld in de vorige volzin betrekking heeft op een of meer onderdelen van het centraal examen legt de kandidaat dat examen af in een volgend tijdvak van het centraal examen. Het besluit waarbij een in het eerste lid bedoelde maatregel wordt genomen, wordt tegelijkertijd in afschrift toegezonden aan de inspectie (indien het maatregelen ten aanzien van het centraal eindexamen betreft) en, indien de kandidaat minderjarig is, aan de wettelijke vertegenwoordigers van de kandidaat. De kandidaat kan tegen een beslissing van de directeur in beroep gaan bij de door het bevoegd gezag van de school in te stellen commissie van beroep. Van de commissie van beroep mag de directeur van een school voor voortgezet onderwijs geen deel uitmaken.
Artikel 47
Onregelmatigheden bij schoolexamens van betrokkenen bij examinering
Het is voor een ieder niet toegestaan: a. wijzigingen in PTA’s aan te brengen zonder schriftelijke toestemming van het bevoegd gezag; b. opzettelijk onrechtmatig punten toe te kennen of te onthouden; c. wijzigingen aan te brengen in het examenwerk van kandidaten; d. kandidaten opzettelijk te hinderen of te bevoordelen bij examenonderdelen; e. kandidaten opzettelijk te hinderen of te bevoordelen bij het afnemen van het examen. Wanneer er een vermoeden is van een onregelmatigheid door een ieder die betrokken is bij examinering zal het voorval schriftelijk worden voorgelegd aan het bevoegd gezag ter beoordeling. Artikel 48 1 2 3
4
Doublerende of afgewezen kandidaten
Aan het eind van het derde leerjaar wordt voor elke kandidaat bekeken of de kandidaat voldoet aan de bevorderingscriteria. Van een kandidaat die niet bevorderd wordt naar het vierde leerjaar en het derde leerjaar nogmaals zal doorlopen vervallen alle tot dusver behaalde resultaten van het schoolexamen. Indien een afgewezen kandidaat besluit het vierde leerjaar in dezelfde leerweg over te doen, dan: a. vervallen alle resultaten van het centraal examen en b. vervallen alle resultaten van het schoolexamen die betrekking hebben op het vierde leerjaar en c. wordt het gewogen gemiddelde van de resultaten per vak van het derde leerjaar meegenomen naar het vierde leerjaar. Het bevoegd gezag kan een afgewezen kandidaat toestaan het vierde leerjaar over te doen in een nabijgelegen, lagere leerweg. Daarbij geldt: 22
a. alle resultaten van het centraal examen vervallen en b. alle resultaten van het schoolexamen vervallen c. voor vakken die in leerjaar 3 worden afgesloten, geldt: • voor zover het KV1 betreft worden de behaalde resultaten integraal overgenomen. • voor zover het maatschappijleer 1 en het niet gekozen beroepsondersteunende vak betreft zorgt het bevoegd gezag voor maatwerk. d. voor vakken die in leerjaar 4 worden afgesloten geldt: • zover de verplichte examenstof van het schoolexamen niet aan bod komt, wordt dit toegevoegd aan het PTA voor deze leerling. Artikel 49
Verandering van leerweg
Kandidaten kunnen gedurende het schoolexamen uitsluitend in leerjaar 3 naar de nabijgelegen leerweg op- en/of afstromen mits voor de leerweg de bijbehorende PTA toetsen zijn afgelegd of alsnog worden afgelegd. Artikel 50
Vak(ken) op een hoger niveau
Uitsluitend in leerjaar 3 kan het bevoegd gezag besluiten kandidaten toe te staan een of meer algemeen vormende vakken op een nabijgelegen hogere leerweg te volgen. Voor dit vak of vakken moeten de bijbehorende PTA toetsen van de hogere leerweg zijn afgelegd of alsnog worden afgelegd. Het behaalde cijfer op het hogere niveau telt mee in de slaag- en zakregeling. Artikel 51 Stapelen van diploma’s Er is sprake van stapelen als een gediplomeerde leerling leerjaar 4 in een hogere leerweg in hetzelfde beroepsgerichte programma een diploma wil halen. Alle eerder behaalde resultaten van het schoolexamen en het centraal examen tellen niet mee, uitgezonderd de vakken die in leerjaar 3 mogelijk zijn afgesloten en meetellen in de zak- slaagregeling. (KV1 en maatschappijleer 1) Voor zover het KV1 betreft worden de behaalde resultaten integraal overgenomen. Voor zover het maatschappijleer 1 betreft zorgt het bevoegd gezag voor maatwerk. De leerling volgt het PTA van leerjaar 4. Voor zover de verplichte examenstof van het schoolexamen niet aan bod komt, worden deze toegevoegd aan het PTA voor deze leerling. Dit betekent dat de leerling een PTA op maat krijgt. Op basis van het nieuwe PTA wordt geïnventariseerd of de leerling examenstof mist, die nodig is om in de nieuwe leerweg succesvol te zijn. Op basis hiervan wordt een plan van aanpak opgesteld. Artikel 52
Zij-instromers
Wanneer een leerling van een vergelijkbare opleiding (sector, beroepsgericht programma) instroomt in leerjaar 4 (zij-instromers) zal maatwerk geleverd moeten worden. In eerste instantie wordt gekeken naar de resultaten van leerjaar 3 waar het om dezelfde vakken gaat. Daar waar de leerling te maken krijgt met nieuwe vakken wordt dezelfde route gevolgd, zoals die beschreven is bij stapelen diploma’s! Wanneer een leerling in wil stromen in leerjaar 4, vanaf een niet vergelijkbare opleiding (sector en beroepsgericht programma), is dat niet mogelijk.
23
Artikel 53 1
2
3
Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het examen benadeeld voelt, kan de kandidaat de klacht binnen vijf schooldagen nadat de aanleiding tot de klacht zich heeft voorgedaan, kenbaar maken bij de directeur. Naar de aard van de klacht zal de directeur de klacht afhandelen en schriftelijk vastleggen. De directeur deelt zijn beslissing met reden omkleed binnen vijf schooldagen nadat de klacht is ingediend aan de kandidaat mee en vermeldt daarbij dat beroep tegen zijn beslissing mogelijk is bij de in dit reglement genoemde commissie van beroep (zie artikel 54). Klachten die later dan vijf schooldagen nadat de aanleiding tot de klacht zich heeft voorgedaan worden ingediend mogen door de directeur niet meer in behandeling genomen te worden.
Artikel 54 1 2 3
Klachten
Commissie van beroep
De kandidaat kan, echter niet na dat gebruik is gemaakt van het bepaalde in artikel 53 van dit reglement, tegen een beslissing van de directeur in beroep gaan. Het beroep moet binnen drie schooldagen nadat de beslissing ter kennis van de kandidaat is gebracht, schriftelijk bij de commissie van beroep worden ingediend. Het adres van de commissie van beroep is: Commissie van Beroep, p/a AOC OOST, Postbus 190 7240 AD Lochem
Artikel 55
Onvoorziene omstandigheden
In alle gevallen waarin dit examenreglement niet voorziet en waaromtrent een onmiddellijke beslissing noodzakelijk is, beslist de directeur, in opdracht van het bevoegd gezag. De directeur deelt zijn besluit zo spoedig mogelijk mee aan de betrokkenen (voor zover nodig de kandidaat, examinatoren en de inspectie).
24
Bijlage 1 Leerlingen versie examenreglement ‘Wat leerlingen moeten weten”. Het examenreglement In het examenreglement staan de belangrijkste regels die bij het examen gelden. Het gaat om regels waaraan de school, de docenten en de examenkandidaten zich moeten houden. Daarom is het belangrijk het examenreglement goed door te lezen. Hieronder volgen, kort samengevat, de belangrijkste zaken.
Schoolexamen en Centraal Examen Het examen bestaat voor elk vak uit een schoolexamen en een centraal examen. De vakken maatschappijleer, lichamelijke opvoeding en culturele en kunstzinnige vorming bestaan alleen uit een schoolexamen. Het schoolexamen bestaat voor elk vak uit een flink aantal toetsen en begint in leerjaar 3 en loopt door tot eind leerjaar 4. Daarna vinden in de maanden april, mei en juni de landelijke centrale examens plaats. Bij het schoolexamen maakt de school de toetsen, terwijl bij het centraal examen dit landelijk gebeurt. Uit de cijfers voor het schoolexamen en het centraal examen wordt per vak één eindcijfer berekend (zie ook artikel 18). Alle onderdelen van het schoolexamen zoals die in het PTA per vak zijn vastgelegd moeten op tijd zijn afgerond, anders krijg je geen diploma! (artikel 13). Digitaal Centraal Examen De school neemt deel aan het afnemen van de centrale examens via de computer voor de Basisberoepsgerichte- en Kaderberoepsgerichte leerweg. In het examenreglement is in de artikelen 22 en 27 hier nadere informatie over te vinden. Voor deze digitale examens hoef je niet meer te kunnen of te weten dan bij de papieren examens. De Gemengde leerweg het Centraal Examen (CE) schriftelijk af. Gedragsregels Bij elke toets voor het schoolexamen of voor het centraal examen wordt er van je verwacht dat je weet hoe je je moet gedragen. In artikel 15 en in artikel 24 en 25 staat precies beschreven welke regels er gelden bij het afnemen van een toets. Als je één of meerdere regels overtreedt dan kan de directeur maatregelen nemen. Deze maatregelen staan beschreven in artikel 45. Welke maatregel de directeur neemt hangt af van de ernst van de overtreding. Toegestane hulpmiddelen Om je werk tijdens de examens goed en netjes te kunnen maken mag je gebruik maken van een aantal hulpmiddelen. Elders in het examen informatieboekje staat precies aangegeven welke hulpmiddelen we bedoelen. We gaan er van uit dat je deze hulpmiddelen bij het maken van de examens (dus ook bij de schoolexamens) altijd bij je hebt! Klachten Het kan voorkomen dat je je op een bepaalde manier benadeeld voelt. Met je klacht moet je dan binnen 5 schooldagen naar de directeur. Deze zal dan bekijken wat er aan gedaan kan worden (artikel 1, 49 en 50). Herkansingen In het examenreglement is in artikel 19 opgenomen dat je in totaal ten hoogste 6 keer een toets van het schoolexamen mag overdoen. Probeer hiervan goed gebruik te maken: niet direct de eerste toets die onvoldoende is, maar die toets waarvan je zeker weet dat je die met extra voorbereiding veel beter zou kunnen maken en die zwaar meetelt in de berekening van het eindcijfer. Praat hierover met je vakleerkracht. In artikel 26,27 en 28 is geregeld hoe het zit met herkansen bij het centraal examen. Verhindering en afwezigheid
25
Zorg dat je altijd op tijd bij een toets aanwezig bent. Kom je te laat, dan mag je bij een toets van het schoolexamen tot 5 minuten na aanvang nog naar binnen en mag je bij het centraal examen tot 30 minuten na het begin van een toets nog naar binnen. Je krijgt echter geen extra tijd. Zie ook artikel 15 en 25. Als je helemaal niet bij een toets aanwezig kunt zijn, dan moet je dit vooraf door je ouders laten melden. Alleen wanneer er een geldige reden is voor je afwezigheid mag je de toets inhalen. Zie ook artikel 39 en 40.
De examenuitslag Wanneer ben je nu geslaagd en wanneer ben je gezakt? De officiële regeling staat in artikel 31. Let erop dat de vakken lichamelijke opvoeding en culturele en kunstzinnige vorming met minimaal een voldoende moeten zijn afgesloten om te kunnen slagen. Afwijkende wijze van examineren Voor leerlingen met een handicap, zoals bv. dyslexie, bestaat de mogelijkheid om het examen op een aangepaste manier af te leggen, bv. door examentijdverlenging. In artikel 35 staat de regeling precies vermeld. Als je denkt voor een afwijkende wijze van examineren in aanmerking te komen, neem dan contact op met de secretaris van het examen van je locatie. Leerlingen waarvan op school reeds een dyslexieverklaring aanwezig is (deze leerlingen hebben van de school een zogenaamde “gele kaart/dyslexiepas” ontvangen) hoeven zich niet nogmaals te melden. Inleveren van werkstukken en verslagen In het reglement is in artikel 42 bepaald dat alle verslagen en werkstukken op de in het PTA genoemde dagen en tijdstippen ingeleverd moeten worden. Zo niet, dan neemt de directeur passende maatregelen. Overzicht resultaten Aan het eind van leerjaar 3 (de cijfers tellen mee vanaf januari leerjaar 3), tegelijk met het overgangsrapport, en tweemaal in leerjaar 4 krijg je een overzicht van de behaalde resultaten uitgereikt. Bezwaren tegen de resultaten kunnen tot 5 schooldagen na uitreiking van het overzicht worden ingediend bij de secretaris van het examen. Door geen bezwaar aan te tekenen verklaren de leerling en ouders zich akkoord met de resultaten. Deze zijn dan onherroepelijk. Nadien kan het gemaakte werk van de schriftelijke toetsen worden vernietigd. Fouten in de administratieve verwerking van de resultaten kunnen tot 5 schooldagen voor aanvang van de centrale examens gecorrigeerd worden. Resultaten meenemen naar leerjaar 4 Aan het einde van leerjaar 3 kiest elke leerling in welke vakken hij examen wil afleggen (Zie ook de artikelen 8, 9, 10 en 11 van het examenreglement). De voor deze vakken in leerjaar 3 behaalde resultaten van in het PTA vermelde toetsen, worden meegenomen naar leerjaar 4. Ook als je het 4e leerjaar nog een keer over doet, worden de eerder behaalde resultaten van leerjaar 3 weer meegeteld. Lees voor de precieze regels artikel 47. Tot slot: je voorbereiding. De meeste voorbereiding op de toetsen vindt plaats tijdens de lessen en het maken van je huiswerk: dan leer en train je de leerstof die later gevraagd wordt bij een toets. Besteed aandacht en zorg aan die voorbereiding. Zonder training wordt niemand een goed sporter. Dus: zorg dat je de lessen goed volgt en maak je huiswerk! Een goede voorbereiding is het halve werk. Veel toetsen kun je leren. Belangrijk daarbij is dat je een planning maakt! Voor werkstukken en verslagen geldt: stel het niet uit tot het laatste moment.
26
Dit verkorte examenreglement geeft de belangrijkste bepalingen weer. De tekst van het uitgebreide examenreglement is echter altijd doorslaggevend!
TOELICHTING BIJ HET SCHOOLEXAMEN 1.
Indeling van het schoolexamen Voor alle leerlingen begint het schoolexamen op 1 januari 2014. Het schoolexamen eindigt april 2015. Het schoolexamen is onderverdeeld in 3 periodes: 1 periode in leerjaar 3 en 2 periodes in leerjaar 4. Elke periode in leerjaar 4 duurt ± 12 weken. Alle toetsen, opdrachten en handelingsdelen worden in periode 1 t/m 3 afgesloten. De schooltijd na periode 3 in leerjaar 4 wordt gebruikt ter voorbereiding op de afname van de examens. Binnen 14 dagen na afname van de toetsen in elke PTA periode vinden de herkansingen plaats.
2.
Cijfers Tijdens periode 1 t/m 3 worden het gemaakte werk, alle opdrachten en alle handelingsdelen beoordeeld. De wegingsfactor van elke toets staat beschreven in het PTA. Het periodecijfer wordt bepaald door het rekenkundig gemiddelde te nemen van alle behaalde PTA-cijfers. Voor de beoordeling van de toetsen van het schoolexamen gebruikt de examinator de cijfers 1 t/m 10 met de daartussen liggende cijfers met één decimaal. De vakken KV1 (Kunstzinnige Vorming) en LO (lichamelijke opvoeding) worden beoordeeld met onvoldoende, voldoende of goed. De gemeenschappelijke kerndelen van de 5 beroepsgerichte programma’s zijn in leerjaar 3 afzonderlijk en als een handelingsdeel beoordeeld met een onvoldoende, voldoende of goed.
2.1 2.2 2.3
3.
Het examendossier Elke leerling krijgt per periode een overzicht (het examendossier) van de gemaakte toetsen en opdrachten. Tevens blijkt uit dit overzicht welke toetsen nog gemaakt moeten worden. Ook staan de beoordelingen op dit overzicht.
4.
Overzicht resultaten Na elke periode krijgt de leerling een overzicht van de behaalde resultaten, de Periodecijfers en het gemiddelde van de periodecijfers. Bezwaren tegen de resultaten kunnen tot 5 dagen na de uitreiking van de resultaten ingediend worden bij de secretaris van het examen, Dhr. J.J. Kleinlugtenbeld. Is er geen bezwaar aangetekend, dan wordt akkoord gegaan met de vermelde resultaten.
5.
Eindcijfer van het schoolexamen Per vak wordt het eindcijfer van het schoolexamen bepaald door het rekenkundig gemiddelde te nemen van de PTA-cijfers. De weging van de PTA-cijfers staat vermeld in het PTA. Voor de kaderberoepsgerichte leerweg wordt het eindcijfer voor het beroepsgericht programma van het schoolexamen als volgt bepaald: Het eindcijfer voor het beroepsgerichte vak telt 2x en het cijfer voor Agrarische Bedrijfseconomie of Agrarische Techniek telt 1x .Het gemiddelde van deze cijfers wordt het eindcijfer. Het vak maatschappijleer is aan het eind van periode 1 afgesloten. Er wordt geen centraal examen voor maatschappijleer afgenomen. Maatschappijleer telt mee bij de uitslagbepaling van het examen. Voor KV1 geldt dat het schoolexamen met een voldoende of goed afgesloten dient te zijn in leerjaar 3. (voor afsluiting van het schooljaar) Lichamelijke Opvoeding dient in leerjaar 4 met een voldoende afgesloten te worden. De extra vakken in leerjaar 3, Nask en Duits KBL, Nask of Duits GL en AE of AT KBL zijn na periode 1 afgesloten. De resultaten worden opgenomen in het examendossier. Deze vakken tellen niet mee bij de uitslagbepaling.
27
6.
Programma van toetsing en afsluiting (PTA) In het PTA is voor elk vak, elke leerweg en periode precies omschreven welke toetsen, opdrachten en handelingsdelen de leerling moet maken. Bij elke toets is het volgende aangegeven: - toets nummer - exameneenheden en/of competenties - leerstofomschrijving - toets vorm - tijdsduur - herkansingsmogelijkheid - weging Aan het begin van elke periode bespreekt de examinator het PTA met alle leerlingen. De leerling die een PTA toets door geoorloofde afwezigheid gemist heeft, dient deze in overleg met de docent zo spoedig mogelijk in te halen. In geval van afwezigheid bij een toets, dienen de ouder(s)/verzorger(s) dit telefonisch te melden bij de plaatsvervangend voorzitter van de examencommissie, Mevr. E. Tortolero.
7.
Grote praktische opdrachten Elke leerling dient tijdens het schoolexamen 3 grote praktische opdrachten te maken: e - in de 1 periode: 1 voor maatschappijleer (kaderberoepsgerichte en gemengde leerweg). 1 voor biologie (basisberoepsgerichte leerweg). e - in de 2 periode: 1 voor het beroepsgericht programma Aan een grote praktische opdracht dient minimaal 10 uur te worden gewerkt. Elke opdracht bestaat uit 3 onderdelen: de voorbereiding (o.a. planning), de uitvoering en de presentatie. Bij de beoordeling wordt niet alleen naar het product, maar ook naar het proces gekeken. Het bepalen van de onderwerpen gaat in overleg met de examinator. Naast deze 2 grote praktische opdrachten dient de leerling ook een derde grote praktische opdracht uit te voeren in het kader van “oriëntatie op leren en werken”. De organisatie hiervan is in handen van de decaan en vindt plaats in het leerjaar 4. Leerlingen maken een opdracht, die moet leiden tot een weloverwogen keuze voor de vervolgopleiding. De opdracht genaamd “oriëntatie op leren en werken” (OLW) staat op KISS onder de VMBO vakken.
8.
Sectorwerkstuk (gemengde leerweg) Het sectorwerkstuk is één van de verplichte onderdelen van het schoolexamen binnen de gemengde leerweg. Het sectorwerkstuk richt zich op een vervolgopleiding binnen één van de volgende sectoren: Groen (landbouw), Zorg en welzijn, Techniek of Economie.Het sectorwerkstuk omvat minimaal 20 uur. Leerlingen worden door twee docenten op zowel het proces als het product beoordeeld. Dit gebeurt aan de hand van criteria die van tevoren aan hen zijn bekend gemaakt. Het geheel wordt niet met een cijfer, maar met de kwalificatie “voldoende” of “goed” afgesloten..
9.
Afsluiting schoolexamen Het schoolexamen kan pas worden afgesloten indien alle toetsen zijn afgelegd en alle handelingsdelen en praktijkopdrachten voltooid zijn. Uiterlijk 3 dagen voor de aanvang van het eerste tijdvak van het Centraal Examen dienen de resultaten bij de inspectie te zijn aangeleverd. Een leerling, die het schoolexamen niet volledig heeft afgesloten, kan niet worden gediplomeerd.
28
10.
Maatschappelijke stage De leerlingen moeten de maatschappelijke stage die in de loop van hun schooltijd gedaan is naar de gestelde eisen voldaan hebben om voor diplomering in aanmerking te komen. Leerlingen en ouders zijn al geïnformeerd of zullen nader geïnformeerd worden over de eisen die aan deze maatschappelijke stage gesteld zijn.
Toetsperiodes leerjaar 3 TOETSPERIODE
1.1 1.2 Herkansing
7 t/m 11 april 2014 11 t/m 17 juni 2014 23 t/m 24 juni 2014
BELANGRIJKE DATA. Centrale examens Vanaf 1 april 2015 zullen voor de praktijkvakken de centrale schriftelijke en praktische examens (cspe’s) afgenomen worden. Het rooster hiervoor wordt te zijner tijd aan de leerlingen bekend gemaakt. Vanaf mei 2015 vinden de digitale en schriftelijke centrale examens plaats. Ook hiervan worden de exacte data tijdig aan de kandidaten bekend gemaakt. Leerlingen en ouders/verzorgers kunnen zichzelf van examendata op de hoogte houden via de website www.examenblad.nl De kandidaten en hun ouders/verzorgers zullen periodiek door middel van examennieuwsbrieven op de hoogte gebracht worden van zaken die het examen betreffen. Deze brieven zullen ook op CIAO gepubliceerd worden.
29
Toetsing leerjaar 4. De toetsperiodes voor de PTA’s van periode 2 en 3 in leerjaar 4 worden in het volgende schooljaar vastgesteld. Een overzicht van de geplande toetsen in die periodes wordt tijdig aan de leerlingen bekendgemaakt en wordt ook vermeld op CIAO. Verklaringen van de gebruikte coderingen in het PTA 1.
Wi-B-2-09: Wi = B = 2 = 01 =
het vak leerweg periode toetsnummer
2.
De vakken: Ne Nederlands En Engels Du Duits Wi Wiskunde Ns Natuur-/Scheikunde Bi Biologie Ab Agrarische bedrijfseconomie At Agrarische techniek Bl Bloemschikken en –binden Di Dierverzorging Gr Groenvoorzieningen Va Verwerking agrarische producten
3.
De leerwegen: B Basisberoepsgerichte leerweg K Kaderberoepsgerichte leerweg G Gemengde leerweg
4.
Weging: Aantal keren dat het behaalde cijfer telt.
5.
In de programma’s voor het beroepsgerichte vakken wordt verwezen naar de competenties die getoetst worden. Deze zijn: LN/K/1 1
Oriëntatie op de sectoren De kandidaat heeft inzicht in: - Werkvelden en doelgroepen binnen de groene sector; - Eigen toekomstmogelijkheden; - De maatschappelijke functie van de groene sector; - Technologische vernieuwingen en de veranderingen die daarmee samenhangen in de groene sector.
LN/K/2
Competenties wordt getoetst in CE-BB, CE-KB en CE-GL
Beslissen en activiteiten initiëren 2
De kandidaat kan op adequate wijze beslissen en activiteiten uitvoeren.
Samenwerken en overleggen 3
De kandidaat kan op adequate wijze met mensen samenwerken.
30
Ethisch en integer handelen 4
De kandidaat kan op adequate wijze verantwoordelijk handelen.
Relaties bouwen en netwerken 5
De kandidaat kan op adequate wijze relaties opbouwen en onderhouden.
Presenteren 6
De kandidaat kan op adequate wijze communiceren en zich presenteren, zowel verbaal (mondeling) als non-verbaal.
Formuleren en rapporteren 7
De kandidaat kan op adequate wijze schriftelijk rapporteren.
Vakdeskundigheid toepassen 8
De kandidaat kan op adequate wijze beroepshandelingen uitvoeren.
Materialen en middelen inzetten 9
De kandidaat kan op adequate wijze de juiste materialen en middelen inzetten.
Analyseren en problemen oplossen 10
De kandidaat kan op adequate wijze met problemen omgaan.
Onderzoeken 11
De kandidaat kan op adequate wijze informatie verwerven en verwerken om iets doelgericht te onderzoeken.
12
De kandidaat kan op adequate wijze reflecteren op eigen toekomstmogelijkheden en interesses.
Leren
Plannen en organiseren 13
De kandidaat kan op adequate wijze planmatig en doelgericht werken.
31
Op de behoeften en verwachtingen van de “klant” richten 14
De kandidaat kan op adequate wijze klanten helpen.
Kwaliteit leveren 15
De kandidaat kan op adequate wijze zorgdragen voor een goede werkuitvoering en een goede kwaliteit van het eindproduct.
Instructies en procedures opvolgen 16
De kandidaat kan op adequate wijze volgens instructie en geldende procedures werken.
Omgaan met verandering en aanpassen 17
De kandidaat kan op adequate wijze met veranderingen omgaan en zich aanpassen.
Met druk en tegenslag omgaan 18
De kandidaat kan op adequate wijze omgaan met druk en tegenslagen.
Bedrijfsmatig handelen 19
6.
De kandidaat kan op adequate wijze met productiemiddelen omgaan.
In leerjaar 3 komen voor alle leerlingen de gemeenschappelijke kerndelen aan de orde in een lessencyclus voor de praktijkvakken die niet door de leerling gekozen zijn. Gemeenschappelijk kerndeel vakrichtingen
Leer weg
PTA
Examenonderdeel
Leerstof
Toets vorm
weging
duur
herk.
BBL
GK-B- 101
LN/K/ 3 t/m 9
Praktische en schriftelijke opdracht voor elke vakrichting* Bloem, Groen, Plant, Dier, VAP behalve de reeds gekozen vakrichting
Praktijk en schriftelijk Competentiebeoordeling door docent op: - Gedrag. - Inzet. - Werkhouding. - Vakvaardigheid. - Aanwezigheid
n.v.t.
4 lessen
Ja*
BBL
GK-B- 101
LN/K/ 3 t/m 9
LIMO module (vrije keuze van 2 LIMO modules)
schriftelijk
n.v.t.
2 lessen
Ja*
*Alle modules (behalve die van de eigen vakrichting) moeten met een voldoende worden afgesloten. *Indien een module met een onvoldoende wordt afgesloten volgt er een aanvullende opdracht. 32
PTA per vak Gemengde Leerweg
Voor de vakken Duits en Engels worden in het 3e leerjaar geen toetsen voor het schoolexamen afgenomen.
33
Vak: Methode:
Nederlands Nieuw Nederlands
PTA
Examenonderdeel
Leerstofomschrijving
Ne-G-1-01
NE/K/2, NE/K/3, NE/K/4
Kijk/luistertoets
Ne-G-1-02
Ne-G-2-01
Ne-G-3-02
Ne-G-3-03
Schriftelijk
Overig werk: Hoofdstuktoetsen en deeltoetsen
NE/K/2
Ne-G-2-02
Ne-G-3-01
Toetsvorm
Werkwoordspelling (enkelvoudige en samengestelde zinnen)
Overig werk: hoofdstuktoetsen en deeltoetsen
NE/K/1, NE/K/2, NE/K/3, NE/K/6, NE/K/7, NE/V/1, NE/V/2, NE/V/3
Lees- en schrijfvaardigheid (o.a. artikel en/of brief
NE/K/2, NE/K/3, NE/K/5, NE/K/8
Fictiedossier
Overig werk: hoofdstuktoetsen en deeltoetsen
Weging Duur
2x
90 min
1x
Herkansing
Nee
Nee
Schriftelijk
2x
45 min
Divers
1x
Schriftelijk
2x
45 min
Mondeling
2x
20 min
Divers
1x
Ja
Nee
Ja
Nee
Nee
34
Fictiedossier (Ne-G-3-02): Het fictiedossier bestaat uit opdrachten behorende bij 6 gelezen boeken en 1 gezamenlijk bekeken film. De boekenlijst wordt in overleg met de leerkracht Nederlands samengesteld. De boekverslagen moeten uiterlijk op onderstaande data zijn ingeleverd: Boekverslag 1: vrijdag 01 november 2013 Boekverslag 2: maandag 03 februari 2014 Filmverslag 1: vrijdag 09 mei 2014 Boekverslag 3: vrijdag 13 juni 2014 Boekverslag 4: vrijdag 10 oktober 2014 Boekverslag 5: maandag 15 december 2014 Boekverslag 6: vrijdag 30 januari 2015 De examenkandidaten worden bij de mondelinge toets (fictiedossier) beoordeeld op de spreekvaardigheid en de kennis over de boeken en de film. Alle niet gelezen boeken en/of niet op tijd ingeleverde boek/filmverslagen leiden tot een evenredige verlaging van het hoogst haalbare cijfer de 10. Tevens moeten alle ingeleverde boekverslagen door de docent zijn goedgekeurd.
35
Engels Methode: Go For It 2nd Edition 4 GT
Examenonderdelen
Leerstofomschrijving
Toetsvorm
Weging
Duur
Herkansing
En-G-2-01
K7 – V4
Schrijfvaardigheid
Schriftelijk
1x
45 min
Ja
En-G-2-02
K7 – V4
Schrijfvaardigheid
Schriftelijk
3x
45 min
Nee
En-G-2-03
K1/2/3/4 – V1/2/5
Overig werk
Divers
2x
En-G-3-01
K5 – V4
Kijk/Luistervaardigheid
Schriftelijk
6x
90 min
Nee
En-G-3-02
K4/6 – V4
Gespreksvaardigheid
Mondeling
6x
15 min
Nee
En-G-3-03
K1/2/3/4 V1/2/5
Overig werk
Divers
2x
PTA
Nee
Nee
Toetsspecificaties: De kandidaat schrijft in periode 2 één brief en één E-mail naar aanleiding van een gegeven situatie, waarin de volgende elementen vervat zijn: - Verstrekken van persoonlijke gegevens. - Korte mededelingen doen bv. danken, groeten, goede wensen overbrengen e.d. - Informatie geven en vragen. - Verzoeken en voorstellen doen. - Reageren op verzoeken. - Zaken arrangeren c.q. afzeggen. Bij deze schrijfopdrachten geeft de kandidaat blijk de briefconventies (adres, datum, aanhef, afsluiting) voor een Engelse brief adequaat te kunnen toepassen. Bij deze toetsen wordt zo mogelijk gebruik gemaakt van een PC met tekstverwerker en is het de kandidaat toegestaan gebruik te maken van naslagwerken als woordenboeken e.d. Beoordelingscriteria: Taalgebruik: zwak Redelijk Goed
1 punt 2 punten 3 punten
Interpunctie en hoofdletters: Regelmatig fouten 0 punten Weinig of geen fouten 1 punt Inhoud: Minder dan 75 % van de gevraagde c.q. genoemde elementen aanwezig 75 % of meer , maar niet alle genoemde elementen aanwezig alle gevraagde c.q. genoemde punten aanwezig
0 punten 1 punt 2 punten
36
Briefconventies en alinea-indeling: Meer dan twee fouten 0 punten Twee fouten 1 punt Minder dan twee fouten 2 punten Duidelijkheid en originaliteit: Geen bijzondere kwaliteiten Enkele positief opvallende aspecten Regelmatig positief opvallende aspecten
0 punten 1 punt 2 punten
Wat betreft de e-mail geldt dat het cijfer voor 60% bepaald wordt op basis van de elementen taalgebruik en originaliteit en voor de resterende 40% op basis van de elementen inhoud (zijn alle elementen aanwezig) en communicatie (komt de gevraagde boodschap uit de opdracht duidelijk over bij de aangeschrevene). Voor de kijk/luistervaardigheidstoets wordt gebruik gemaakt van de Cito-toets voor kijk- en luistervaardigheid voor de gemengde en theoretische leerweg. Er wordt genormeerd volgens de adviesnormen van het CITO. In de toets gespreksvaardigheid zijn de volgende elementen verwerkt: - Uitspraak. - Informatie /oordeel geven en vragen n.a.v. een tekst; voorbereiding 15 minuten. - Gestructureerd gesprek: de kandidaat dient zich uitsluitend in het Engels met de gesprekspartner te verstaan. - Persoonlijk gesprek: de kandidaat kan adequaat informatie verstrekken over zijn of haar persoonlijke leefsituatie en omstandigheden. - Vrij gesprek: de kandidaat kan in het Engels aangeven hoe hij of zij over onderwerpen uit zijn of haar belevingswereld denkt. De kandidaat bedient zich in deze mondelinge toets uitsluitend van het Engels. Het actieve en passieve vocabulaire wordt eveneens in de beoordeling betrokken.
Handelingsopdrachten: De kandidaat maakt zich vertrouwd met verhalen, fictie en non-fictie, uit de Angelsaksische literatuur en culturele aspecten uit deze sfeer door middel van films, boeken, TV series en dergelijke, hetgeen in een media dossier wordt vastgelegd.
37
Duits Methode: Briefwechsel, Dreimal D, CITO Kijk- en Luistertoetsen als oefenmateriaal, CITO cse materiaal, Examenbundel
Examenonderdele n
Leerstofomschrijving
Toetsvorm
Weging
Duur
Herkansi ng
Du-G-2-01
K7 – V4
Schrijfvaardigheid
Schriftelijk
2x
45 min
Ja
Du-G-2-02
K7 – V4
Schrijfvaardigheid
Schriftelijk
2x
45 min
Nee
Du-G-2-03
K1/2/3/4 – V1/2/5
Overig werk
Divers
1x
Du-G-3-01
K5 – V4
Kijk/Luistervaardigheid
Schriftelijk
2x
90 min
Nee
Du-G-3-02
K4/6 – V4
Gespreksvaardigheid
Mondeling
2x
15 min
Nee
Du-G-3-03
K1/2/3/4 – V1/2/5
Overig werk
Divers
1x
PTA
Nee
Nee
Toetsspecificaties: De kandidaat schrijft in leerjaar 4 een persoonlijke brief en een zakelijke brief naar aanleiding van een gegeven situatie, waarin de volgende elementen vervat zijn: - Verstrekken van persoonlijke gegevens. - Korte mededelingen doen bv. bedanken, groeten, goede wensen overbrengen e.d. - Informatie geven en vragen. - Verzoeken en voorstellen doen. - Reageren op verzoeken. - Zaken arrangeren c.q. afzeggen. - Gevoelens uiten en ernaar vragen. Bij deze brieven geeft de kandidaat blijk de briefconventies (adres, datum, aanhef, afsluiting) adequaat te kunnen toepassen. Bij deze toetsen kan de kandidaat gebruik maken van naslagwerken (waarbij de definiëring van het begrip “naslagwerk” ter beoordeling gelaten wordt aan de verantwoordelijke docent Duits). Bij deze toets wordt zo mogelijk gebruik gemaakt van de PC met tekstverwerker die op het AOC Oost, locatie Enschede gebruikt wordt. De persoonlijke brief , kan herkanst worden, indien de kandidaat hierom verzoekt, tijdens de herkansingsperiode. De persoonlijke brief heeft een informeel, persoonlijk karakter en wordt gemaakt naar aanleiding van een navenante opdracht. De zakelijke brief schrijft de kandidaat naar aanleiding van een gegeven situatie in het Duits, die qua vorm en inhoud correct is. Ook bij deze schrijfopdracht geeft de kandidaat blijk de briefconventies (inhoud, datum, aanhef, afsluiting) adequaat te kunnen toepassen. Bij deze toets kan de kandidaat gebruik maken van naslagwerken, (waarbij de definiëring van het begrip “naslagwerk” ter beoordeling gelaten wordt aan de verantwoordelijke docent Duits). Bij deze toets wordt zo mogelijk gebruik gemaakt van de PC met tekstverwerker die op het AOC Oost, locatie Enschede gebruikt wordt. Deze zakelijke brief kan niet herkanst worden.
38
Deze schrijfvaardigheid toetsen worden beoordeeld volgens de criteria, zoals die gehanteerd wordt voor de CITO schrijftoetsen: Beoordelingscriteria. Taalgebruik (zinsbouw, woordgebruik en volgorde, aanspreekvorm, grammatica, spelling, gebruik hoofd- en kleine letters) zeer zwak 0 punten zwak 1 punt redelijk 2 punten goed 3 punten Inhoud < 75 % van de gevraagde c.q. genoemde elementen aanwezig 75 % of meer, maar niet alle elementen aanwezig alle gevraagde c.q. genoemde elementen aanwezig Interpunctie en hoofdletters regelmatig fouten < 1 fout per vijf woorden
0 punten 1 punt 2 punten
0 punten 1 punt
Briefconventies en alinea-indeling > twee fouten 0 punten twee fouten 1 punt < twee fouten 2 punten Duidelijkheid en originaliteit geen bijzondere extra kwaliteiten enkele aspecten vallen in positieve zin op regelmatig vallen aspecten in positieve zin op
0 punten 1 punt 2 punten
De behaalde scores voor de gestelde criteria worden bij elkaar opgeteld en vormen zo het cijfer voor deze toets. Toets 3: overig werk Het overige werk bestaat uit toetsen en opdrachten die naar aanleiding van de in de les behandelde methode Duits door de verantwoordelijke docent Duits gegeven en beoordeeld worden. Er kan voor dit onderdeel of onderdelen hiervan niet herkanst worden. Periode 2-03 Toets 1 Toets 2 Toets 3
Luistervaardigheid Gespreksvaardigheid Overig werk
Toets specificaties: Voor de luistervaardigheid toets wordt gebruik gemaakt van de Cito-toets voor kijk- en luistervaardigheid voor de gemengde leerweg voor het VMBO, die in deze toets periode het meest actueel is. De beoordeling van deze toets geschiedt volgens de adviesnormen behorende bij deze toets. Deze toets wordt afgenomen op de adviesdatum van het CITO of op een tijdstip zo dicht mogelijk hierbij in de buurt. Voor dit onderdeel kan geen herkansing gedaan worden. In de toets gesprekvaardigheid heeft de kandidaat gedurende 15 minuten een gesprek waarin de volgende elementen verwerkt zijn: - Uitspraak: De kandidaat leest een eenvoudige Duitse tekst voor en geeft blijk over een voldoende juiste uitspraak van het Duits te beschikken. - Informatie/ mening/ oordeel geven en vragen: Naar aanleiding van een korte tekst die 15 minuten kan worden voorbereid. - Gestructureerd gesprek: Tijdens een gestructureerd gesprek dient de kandidaat zich uitsluitend in het Duits te verstaan met de gesprekspartner.
39
-
Persoonlijk gesprek: De kandidaat kan adequaat informatie verstrekken omtrent zijn of haar eigen persoonlijke leefsituatie en omstandigheden.
Tijdens dit gesprek komen de vaardigheden aan de orde zoals gesteld in de eindtermen Duits VMBO. Bij de beoordeling wegen alle genoemde elementen elk voor 25 % mee in de eindbeoordeling van deze toets. Belangrijkste criteria bij de beoordeling zijn, dat de uitspraak en het taalgebruik van dien aard zijn, dat voldoende communicatie in het Duits door de kandidaat mogelijk is. Over het precieze tijdstip van afname van deze toets wordt de kandidaat schriftelijk van tevoren op de hoogte gesteld. Deze toets kan niet worden herkanst. Toets 3: overig werk Het overig werk bestaat uit toetsen en opdrachten die naar aanleiding van de in de les behandelde methode Duits door de verantwoordelijke docent Duits gegeven en beoordeeld worden. Er kan voor dit onderdeel of onderdelen hiervan niet herkanst worden. Praktische opdrachten. Zijn voor het vak Duits niet van toepassing. Handelingsopdrachten. De kandidaat leest voor zijn leesdossier minimaal en naar vermogen in periode 2-01 drie leesboekjes (fictie of non-fictie) en in periode 3-01 ook drie leesboekjes (fictie of non-fictie). De boekjes moeten voor het einde van elke periode gelezen en door de docent als naar vermogen gedaan afgetekend te zijn.
40
Vak: Methode:
Wiskunde e Netwerk 4 editie
PTA
Examenonderdeel
Leerstofomschrijving Toetsvorm
Weging
Duur
Herkansing
Wi-G-1-01
Wi-K-1-2-34-5-6-7-8
Algebra: - Hoofdstuk 7 Meetkunde: - Hoofdstuk 4 - Hoofdstuk 6 Rekenen: - Statistiek: - Hoofdstuk 5
Schriftelijk
2x
90 min
Ja
Wi-G-1-02
Wi-K-1-2-34-5-6-8
Algebra: - Hoofdstuk 9 - Hoofdstuk 11 Meetkunde: - Hoofdstuk 10 Rekenen: - Statistiek: - Hoofdstuk 8
Schriftelijk
2x
90 min
Ja
Wi-G-1-03
Wi-K-1-2-3Overig werk 4-5-6-7-8
Divers
1x
Wi-G-2-01
Wi-K-1-2-35-6-8
Algebra: - Meetkunde: - Hoofdstuk 2 Wi-V-1-2-3-4 Rekenen: - Hoofdstuk 1 Statistiek:
Schriftelijk
2x
90 min
Ja
Wi-G-2-02
Wi-K-1-2-34-7-8
Algebra: - Hoofdstuk 4 Meetkunde: Wi-V-1-2-3-4 Rekenen: - Statistiek: - Hoofdstuk 3
Schriftelijk
2x
90 min
Ja
Wi-G-2-03
Wi-K-1-2-3- Overig werk 4-5-6-7-8 Wi-V-1-2-3-4
Divers
1x
Wi-G-3-01
Wi-K-1-2-3- Algebra: 4-5-6-8 - Hoofdstuk 6 Wi-V-1-2-3-4 Meetkunde: - Hoofdstuk 5 Rekenen: Statistiek:
Schriftelijk
2x
90 min
Ja
Wi-G-3-02
Wi-K-1-2-3- Algebra: 4-5-6-8 - Hoofdstuk 8 Wi-V-1-2-3-4 Meetkunde:
Schriftelijk
2x
90 min
Ja
Nee
Nee
41
- Hoofdstuk 7 Rekenen: Statistiek:
Wi-G-3-03
Wi-K-1-2-3- Overig werk 4-5-6-7-8 Wi-V-1-2-3-4
Divers
1x
Nee
WI-K-1 Oriëntatie op leren en werken WI-K-2 Basisvaardigheden WI-K-3 Leervaardigheden in het vak wiskunde WI-K-4 Algebraïsche verbanden WI-K-5 Rekenen, meten en schatten WI-K-6 Meetkunde WI-K-7 Informatieverwerking, statistiek WI-K-8 Geïntegreerde wiskundige activiteiten WI-V-1 Aanvullende eisen WI-V-2 Verrijkingsopdrachten WI-V-3 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie WI-V-4 Vaardigheden in samenhang
42
Biologie Gemengde Leerweg Leerjaar 3
PTA
Examenonderdeel
Leerstofomschrijving
Toetsvorm
Weging
Duur
Herkansin g
Bi-G-1-01
Bi/K/13
Erfelijkheid en evolutie
Schriftelijk
2x
60 min
Ja
Bi-G-1-02
Bi/K/5
Schimmels en bacteriën. Houding, beweging en conditie
Schriftelijk
2x
60 min
Ja
Overig werk: Oriëntatie op leren en werken
Divers
1x
N.V.T.
Nee
Bi/K/8
Bi-G-1-03 Bi/K/1
Toelichting: Geglobaliseerd examenprogramma gemengde leerweg biologie (Uitgebreide toelichting op www.examenblad.nl – VMBO GL – Exacte vakken – Biologie – Examenprogramma). BI/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en het belang aangeven van biologische kennis en vaardigheden in de maatschappij. BI/K/5 Schimmels en bacteriën: nuttig en soms schadelijk De kandidaat kan de rol van schimmels en bacteriën in het milieu noemen en toelichten. De kandidaat kan de rol van schimmels en bacteriën in het milieu en de biotechnologie noemen en toelichten. BI/K/8 Houding, beweging en conditie De kandidaat kan: - Delen die van belang zijn voor stevigheid en beweging noemen. - De gevolgen van overbelasting noemen en beschrijven. BI/K/13 Erfelijkheid en evolutie De kandidaat kan beschrijven hoe erfelijke eigenschappen van generatie op generatie worden doorgegeven en toelichten hoe die erfelijke eigenschappen in de tijd kunnen veranderen.
43
Leerjaar 4
PTA
Examenonderdeel
Bi-G-2-01
Duur
Herkansing
Leerstofomschrijving
Toetsvorm
Weging
Bi/K/6
Planten en dieren en hun samenhang
Schriftelijk
2x
60 min
Ja
Bi-G-2-02
Bi/K/7
Mensen beïnvloeden hun omgeving
Schriftelijk
2x
N.V.T.
Nee
Bi-G-2-03
Bi/K/2
Overig werk: Basisvaardigheden
Divers
1x
N.V.T.
Nee
Bi-G-3-01
Bi/K/9
Het lichaam in stand houden
Schriftelijk
2x
60 min
Ja
Bi-G-3-02
Bi/K/10
Bescherming
Schriftelijk
2x
60 min
Ja
Bi-G-3-03
Bi/K/3
Overig werk: Leervaardigheden in het vak biologie
Divers
1x
N.V.T.
Nee
Toelichting: Geglobaliseerd examenprogramma gemengde leerweg biologie (Uitgebreide toelichting op www.examenblad.nl – VMBO GL – Exacte vakken – Biologie – Examenprogramma) BI/K/2 Basisvaardigheden De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken, experimenteren en informatie verwerven en verwerken. BI/K/3 Leervaardigheden in het vak biologie De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot: - de ontwikkeling van het eigen leervermogen. - het vermogen met biologische vaktaal en methodieken te communiceren en onderzoek te doen. BI/K/6 Planten en dieren en hun samenhang: de eigen omgeving verkend De kandidaat kan: - de namen van organismen opzoeken en de delen waaruit ze zijn samengesteld. - de relaties noemen die ze onderling en met hun omgeving hebben. De kandidaat kan: - de namen van organismen opzoeken en de delen waaruit ze zijn samengesteld. - de relaties noemen die ze onderling en met hun omgeving hebben.
44
BI/K/7 Mensen beïnvloeden hun omgeving De kandidaat kan: - toelichten dat de mens voor voedsel, water, zuurstof, grondstoffen, energie, voedselproductie en recreatie van ecosystemen afhankelijk is. - beschrijven hoe de mens ecosystemen kan beïnvloeden. - en toelichten waarom de mens er belang bij heeft een duurzame relatie tussen mens en milieu te bevorderen. BI/K/9 Het lichaam in stand houden: voeding en genotmiddelen, energie, transport en uitscheiding De kandidaat kan: - vorm, werking en functie van het verteringsstelsel, bloedvatenstelsel, ademhalingsstelsel en uitscheidingsstelsel beschrijven. - hun onderling verband toelichten. BI/K/10 Bescherming De kandidaat kan toelichten hoe (infectie)ziekten zich ontwikkelen, hoe ze zich verspreiden en hoe men zich daartegen beschermt. BI/V/3 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie De kandidaat kan zelfstandig informatie verwerven, verwerken en verstrekken in het kader van het sectorwerkstuk.
45
NASK 1
Leerjaar 3, rapport-periode 3, PTA periode 1. (Onderdelen in het zwart, worden tijdens het centraal examen getoetst!!!)
Examenonderdeel
Leerstofomschrijving
Toetsvorm
Weging
Ns-G-1-01
NASK1/K/7 NASK1/K/12
Licht en beeld (H5) Weer (H4)
Schriftelijk
2x
90 min
Ja
Ns-G-1-02
NASK1/K/10
Bouw van de materie (H7) Straling en stralingsbescherming (H8)
Schriftelijk
2x
90 min
Ja
1x
Periode 1
Nee
NASK1/K/11
Ns-G-1-03 NASK1/K/1 NASK1/K/2 NASK1/K/3 NASK1/V/3
NASK1/V/4
Overig werk: Oriëntatie op leren en werk. Basisvaardigheden Leervaardigheden in het vak natuurkunde Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie Vaardigheden in Samenhang.
Divers
Duur
Herkansing
PTA
Toelichting: Geglobaliseerd examenprogramma NASK 1 – GT (Uitgebreide toelichting, zie Cevo (www.examenblad .nl) – natuur- en scheikunde 1, Syllabus BB, KB en GT, Centraal examen 2014).
46
Leerjaar 4, periode 1. (Onderdelen in het zwart, worden tijdens het centraal examen getoetst!!!) PTA
Examenonderdelen
Leerstofomschrijving
Toetsvorm
Weging
Duur
Herkansing
Ns-G-2-04
NASK1/V/2 NASK1/K/9
Constructies (H1) Kracht en Veiligheid (H6)
Schriftelijk
2x
90 min
Ja
Ns-G-2-05
NASK1/K/5
Electrische energie (H4 en 9)
Schriftelijk
2x
90 min
Ja
Ns-G-2-06 NASK1/K/1 NASK1/K/2 NASK1/K/3 NASK1/V/3 NASK1/V/4
Overig werk: Oriëntatie op leren en werk. Basisvaardigheden. Leervaardigheden in het vak natuurkunde Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie Vaardigheden in samenhang.
Divers
1x
Periode 2
Nee
Ns-G-3-07
NASK1/K/8 NASK1/K/6
Geluid (H5) Verbranden en verwarmen (H2+3)
Schriftelijk
2x
90 min
Ja
Ns-G-3-08
NASK1/V/1
Veiligheid in het verkeer (H10+11)
Schriftelijk
2x
90 min
Ja
Ns-G-3-09
NASK1/K/1
Overig werk: Oriëntatie op leren en werk. Basisvaardigheden Leervaardigheden in het vak natuurkunde Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie Vaardigheden in samenhang Stoffen en materialen (H7 Stoffen, H8 Materialen, NOVA 4)
Divers
1x
Periode 3
Nee
NASK1/K/2 NASK1/K/3
NASK1/V/3 NASK1/V/4 NASK1/K/4
Toelichting: Geglobaliseerd examenprogramma NASK 1 – GT (Uitgebreide toelichting, zie Cevo (www.examenblad.nl) – natuur- en scheikunde 1, Syllabus BB, KB en GT, Centraal examen 2014).
47
Groenvoorziening PTA
Gr-G-01-01
Examenonderdelen Gr-B-2-3-67-8-9-11-1315-17
Leerstofomschrijving
Toetsvorm
Weging
Project kleurrijk groen
Groen Proeven
3x
90 min
Nee
Schriftelijk
2x
90 min
Ja
Divers
1x
Praktijk
3x
90 min
Ja
Schriftelijk
2x
90 min
Ja
Gr-G-01-02
Gr-B-8-1112-15
Hst 1 t/m 5 Informatieboek 1
Gr-G-01-03
Gr-B-2-3-4-56-7-8-9-1213-15-19
Overig werk
Duur
Herkansing
Nee
Gr-G-02-01
Gr-B-2-3-6-78-9-10-1112-13-15-1617-18-19
Grondwerk Gazonaanleg Gazononderhoud
Gr-G-02-02
Gr-B-8-9-1112-15
Hst 1 (Kruidachtige gewassen en beplantingen) Hst 3 t/m 3.1 (Bodem) Hst 3.4 t/m 3.5 (Bemesting) Sortimentskennis; (Herkennen en benoemen van 15 vaste planten en 15 bomen).
Gr-G-02-03
Gr-B-2-3-4-56-7-8-9-1213-15-19
Overig werk
Divers
1x
Gr-G-03-01
Gr-B-2-3-4-56-7-8-9-101112-13-14-1516-17-18-19
Tuinaanleg Beplantingen Bestratingen
Praktijk
3x
90 min
Ja
Gr-G-03-02
Gr-B-8-9-1112-15
Hst 2 (Houtachtige gewassen en beplantingen) Hst 3.2 t/m 3.4 (Grondbewerking en uitzetten/inmeten tuin) Sortimentskennis (Herkennen en benoemen van 10 blad houdende heesters, 10 coniferen en 10 bomen).
Schriftelijk
2x
90 min
Ja
Gr-G-03-03
Gr-B-2-3-4-56-7-8-10-1112-13-14-1516-17-18-19
Overig werk
Divers
1x
Nee
Nee
48
Bloemschikken PTA
BL-G-1-01
Examenonderdelen
Leerstofomschrijving
Toetsvorm
Praktijk
De individuele leerling maakt bloemwerk waarbij vakdeskundigheid wordt toegepast en de juiste materialen en middelen worden ingezet, om op de behoefte en de verwachtingen van de klant kwaliteit te kunnen leveren. Het leren verzorgen van dagelijkse werkzaamheden in een bloemenwinkel, van bloemen schoonmaken, snijbloemen herkennen, boeket maken en inpakken tot veilig werken met gereedschappen.
Competenties:
2, 8, 9, 12, 14, 15, 16 en 19.
BL-G-1-02
Competenties: 1, 7, 8, 9, 11 en 1
Weging
Duur
Herkansing
Praktisch
1x
90 min
Nee
Theorie
2x
45 min
Ja
Overig werk: Bestaat uit theorietoetsen, praktijk opdrachten.
Divers
1x
Nee
Nee
Het herkennen en leren verzorgen van bloeiende en bladkamerplanten, het maken van een plantenbak tot het verpoten en verkopen van planten. Het leren herkennen van verschillende bloemschikstijlen en gelegenheidsbloemwerk met diverse technieken en materialen om in te spelen op de behoefte van de klant.
BL-G-1-03
BL-G-1-04
Competenties: 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 17, 18 en 19.
Groen proeven. Hierbij moeten de leerlingen in kleine groepjes een opdracht plannen en uitvoeren op een authentieke locatie.
Praktisch
2x
BL-G-2-01
Competenties: 2, 8, 9, 12, 14,
De individuele leerling maakt een boeket,
Praktisch
1x
90 min
Nee
49
15, 16 en 19
waarbij vakdeskundigheid wordt toegepast en de juiste materialen en middelen worden ingezet, om op de behoefte en de verwachtingen van de klant kwaliteit te kunnen leveren.
BL-G-2-02
Competenties: 1, 7, 8, 9, 11 en 12
Handel en wandel van bloemen en planten is alles wat te maken heeft moet bloemen en planten. Van inkopen tot advies geven aan klanten, van prijs berekenen tot bijzondere soorten herkennen en weten wat je kunt doen met plantenziektes.
Schriftelijk
2x
BL-G-2-03
Overig werk
Bestaat uit theorietoetsen, praktijk opdrachten en projecten.
Divers
1x
Nee
BL-G-2-04
Competenties: 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 17, 18 en 19.
Groen proeven. Hierbij moeten de leerlingen in kleine groepjes een opdracht plannen en uitvoeren op een authentieke situatie.
Praktisch
2x
Nee
BL-G-3-01
Competenties: 2, 8, 9, 12, 14, 15, 16 en 19.
De individuele leerling maakt gestoken thema bloemwerk, waarbij vakdeskundigheid wordt toegepast en de juiste materialen en middelen worden ingezet, om op de behoefte en de verwachtingen van de klant kwaliteit te kunnen leveren.
Praktisch
1x
90 min
Nee
BL-G-3-02
Competentie: 1, 7, 8, 9, 11 en 12
Het plannen en uitvoeren van winkelwerkzaamheden Het maken van bloemwerk met kleur en symboliek, afscheid en herdenken, gebruik van verschillende technieken en vormen. Het werken met verschillende soorten ondergronden.
Schriftelijk
2x
45 min
Ja
Bestaat uit theorietoetsen, praktijk
Divers
2x
BL-G-3-03
Overig werk
45 min
Ja
Nee
50
opdrachten en projecten. Grote praktische opdracht Bestaat uit een praktische opdracht over etaleren en presenteren.
BL-G-3-04
Competenties: 2, 3, 4, 5, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 15, 16, 17, 18 en 19
Stage De leerling heeft twee periodes stage. Er vindt een afsluitend gesprek plaats met het stage bedrijf en de leerling krijgt een beoordeling. Opdrachten Verslag over het stage bedrijf en bloemverslag om meer verdieping te krijgen in het vak bloemsierkunst.
Praktisch
Praktisch
Divers
Nee
1x
Nee
Nee
51
Vak: Methode:
DIERHOUDERIJ EN -VERZORGING ONTWIKKELCENTRUM VAKWERK
PTA
Examenonderdelen
Leerstofomschrijving
Toetsvorm
Weging
Duur
Herkansing
Di-G-1-01
LN/K/2 Competentie 2, 3, 4, 8, 9, 12 en 13
Reinigen, Hanteren & seksen, Rassenkennis
Praktijk
2x
135 min
Nee
Di-G-1-02
LN/K/2 Competentie 7 en 12
Vakwerk Dierhouderij en – verzorging informatieboek (KB) - Verzorging - Voortplanting & Fokkerij
Schriftelijk
2x
90 min
Ja
Di-G-1-03
LN/K/2 Competentie 6, 7, 10, 11, 12, 13, 15, 17
Overig werk - Competentiegerichte opdracht “Verzorg een dier” - Overig schriftelijk en praktisch werk.
Divers
1x
Di-G-2-01
LN/K/2 Competentie 7 en 12)
Vakwerk Dierhouderij en – verzorging, werkboek 2 (KB) en informatieboek 2 - Huisvesting II - Voeding II
Schrift.
2x
90 min
Ja
Di-G-2-02
LN/K/2 Competentie 2, 3, 4, 8, 9, 12, 13
Reinigen & ontsmetten
Praktijk
2x
45 min
Nee
Di-G-2-03
LN/K/2 Competentie 6, 7, 11, 12, 13, 15
Overig werk
Divers
1x
Di-G-3-01
LN/K/2 Competentie
Vakwerk Dierhouderij en – verzorging, werkboek 2 (KB) en informatieboek 2 - Verzorging II - Voortplanting & fokkerij - Gezondheid
Schriftelijk
2x
90 min
Ja
LN/K/2 Competentie 12 en 16
Rassenkennis II
Praktijk
2x
15 min
Nee
7 en 12
Di-G-3-02
Nee
Nee
52
Di-G-3-03
Overig werk: LN/K/2 Competentie 2, - Grote Praktische 6, 8, 11, 13, 15 Opdracht (verslag en mondelinge overhoring) - Overig schriftelijk en praktisch werk
Di-G-3-04
LN/K/2 Competentie 2, 3, 4, 5, 8, 9,13, 14, 15, 16, 17, 18, 19
Stage: De leerling loopt op vooraf vastgestelde data stage. Er vindt een afsluitend gesprek plaats met het stagebedrijf en de leerling krijgt een beoordeling van stagebieder en van school. Dit moet met een voldoende afgesloten worden.
Divers
1x
Nee
1x
Nee
* De stage moet met een voldoende afgerond zijn. Minimaal 90% van de stagedagen hebben voldaan.
53
Vak: Verwerking Agrarische Producten (VAP) Methode: VAKWERK (DEEL 1) ONTWIKKELCENTRUM
Weging
Duur
Herkansing
PTA
Examenonderdelen
Leerstofomschrijving
Toetvorm
Va-G-1-01
LN/K/2 Competentie 2, 6, 8, 9, 10, 13, 15, 16, 17, 18 en 19. LN/K 26, LN/K 28, LN/K 29
Praktijktoets. Individueel bereiden van een product naar aanleiding van een recept, waarbij de leerlingen op adequate wijze de activiteiten uitvoeren. Beslissingen nemen en problemen op de juiste wijze oplossen. Waarbij vakdeskundigheid wordt toegepast en de juiste materialen worden ingezet. Daarna wordt het gemaakte product gepresenteerd.
Praktijk
1x
180 min
Nee
Va-G-1-02
LN/K/2 Competenties 7, 11, 12, 13, 15. LN/K 26, LN/K 27, LN/K 28, LN/K 29
Theorietoets Vakwerk Deel 1: Voeding kopen (hoofdstuk 1) Micro-organismen (Hoofdstuk 3) en Gezond eten (Hoofdstuk 4) en stencils
Schriftelijk
2x
45 min
Ja
Va-G-1-03
LN/K/2 Competenties 6, 7, 11, 12, 13, 15.
Overig werk Verslagen, proefwerken en toetsen.
Divers
1x
Va-G-1-04
LN/K/2 Competenties 2, 3, 4, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 17, 18 en 19.
Groen Proeven. Hierbij moeten de leerlingen in kleine groepjes (max. 4 leerlingen) een opdracht plannen en uitvoeren in een gesimuleerde praktijk situatie. Na de uitvoering wordt met de leerling een reflectiegesprek gevoerd.
Praktijk
1x
Nee
Divers
Nee
54
Va-G-2-01
LN/K/2 Competentie 2, 6, 8, 9, 10, 13, 15, 16, 17, 18 en 19. LN/K 26, LN/K 28
Praktijktoets. Individueel bereiden van een product naar aanleiding van een recept, waarbij de leerlingen op adequate wijze de activiteiten uitvoeren. Beslissingen nemen en problemen op de juiste wijze oplossen. Waarbij vakdeskundigheid wordt toegepast en de juiste materialen worden ingezet. Daarna wordt het gemaakte product gepresenteerd.
Praktijk
1x
180 min
Nee
Va-G-2-02
LN/K/2 Competenties 7, 11, 12, 13, 15. LN/K 26, LN/K 27
Theorietoets Stencils Voedingsstoffen en Microbiologie En overige stencils
Schriftelijk
2x
45 min
Ja
Va-G-2-03
LN/K/2 Competenties 6, 7, 11, 12, 13, 15.
Overig werk: Verslagen, proefwerken en toetsen.
Divers
1x
Nee
Va-G-2-04
LN/K/2 Competenties 2, 3, 4, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 17, 18 en 19.
Groen Proeven. Hierbij moeten de leerlingen in kleine groepjes een opdracht plannen en uitvoeren in een gesimuleerde praktijk situatie. Na de uitvoering wordt met de leerling een reflectiegesprek gevoerd.
Praktijk
1x
Nee
Va-G-3-01
LN/K/2 Competentie 2, 6, 8, 9, 10, 13, 15, 16, 17, 18 en 19. LN/K26 LN/K27
Praktijktoets. Individueel bereiden van een product naar aanleiding van een recept, waarbij de leerlingen op adequate wijze de activiteiten uitvoeren. Beslissingen nemen en problemen op de juiste wijze oplossen. Waarbij vakdeskundigheid wordt toegepast en de juiste materialen worden ingezet. Daarna wordt het gemaakte product gepresenteerd.
Praktijk
1x
180 min
Nee
55
Va-G-3-02
LN/K/2 Competentie 7, 11, 12, 13, 15. LN/K 27, LN/K28, LN/K29
Theorietoets Stencils Microbiologie, Hygiëne en Conserveren en overige stencils
Va-G-3-03
LN/K/2 Competentie 6, 7, 11, 12, 13, 15.
Overig werk: Verslagen, proefwerken en toetsen.
Va-G-3-04
Schriftelijk
2x
Divers
3x
Inleveren 1 maart 2014: de Grote Praktische opdracht “Een kijkje in de keuken”.
Schriftelijk
LN/K/2 Competentie 2, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 10, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19.
Stage: De leerling heeft elke woensdag stage. Er vindt een afsluitend gesprek plaats met het stagebedrijf en de leerling krijgt een beoordeling.
Praktijk
LN/K1, LN/K/2 Competentie 6, 7, 11, 12, 13, 15
Inleveren 18 januari 2014: Stageverslag en oriëntatie op de sectoren
45 min
Ja
Nee
Nee
1x
Gedurende het gehele studiejaar.
Nee
Schriftelijk
56
Landbouwbreed Methode: AOC Terra + eigen materialen Bij het vak landbouwbreed (leerjaar 4) gelden de algemene competenties die voor alle vakken en sectoren in het vmbo gelden. Deze competenties staan in deze gids vermeld. Er wordt gewerkt met de methode van AOC Terra VMBO landbouwbreed. Deze methode bestaat uit 7 modules. De modules zijn: - Dier - breed; - Dierhouderij en verzorging - Bloem-breed; Bloem binden en –schikken - Groen-breed: Groene ruimte - Plant-breed: Plantenteelt - VAP-breed : verwerken agrarische producten. - Techniek-breed: agrarische techniek - Economie-breed; agrarische economie Elke module bestaat uit een leerboek, een werkboek en leskaarten.
PTA
Examenonderdelen
Weging
Duur
Herkansing
Leerstofomschrijving
Toetsvorm
Lb-G-1-01
Dierhouderij en verzorging
Schriftelijk
45 min
N.v.t
Lb-G-1-02
Bloembinden en – schikken
Schriftelijk
45 min
N.v.t.
Lb-G-1-03
Plantenteelt
Schriftelijk
45 min
N.v.t.
Lb-G-1-04
Groene ruimte
Schriftelijk
45 min
N.v.t.
Lb-G-1-05
Verwerken agrarische producten
Schriftelijk
45 min
N.v.t
Lb-G-1-06
Agrarische techniek
Schriftelijk
45 min
N.v.t
Lb-G-1-07
Agrarische economie
Schriftelijk
45 min
N.v.t.
Alle toetsen dienen met een voldoende afgesloten worden, om aan dit handelingsdeel te voldoen.
57
Vak: Methode:
Maatschappijleer Impuls
Examenonderdelen
Leerstofomschrijving
Toetsvorm
Weging
M1-G-1-01
ML1/K/4
Cultuur en socialisatie
Schriftelijk
2x
45 min
Ja
M1-G-1-02
ML1/K/5
Sociale verschillen
Schriftelijk
2x
45 min
Ja
M1-G-1-03
ML1/K/2 ML1/K/3
Overig Werk Basisvaardigheden Leervaardigheden in het vak maatschappijleer
1x
N.V.T.
Nee
M1-G-1-04
ML1/K/6
Macht en zeggenschap
Schriftelijk
2x
45 min
Ja
M1-G-1-05
ML1/K/5
Sociale verschillen
Schriftelijk
2x
45 min
Ja
M1-G-1-06
ML1/K/2 ML1/K/3
Overig Werk Basisvaardigheden Leervaardigheden in het vak maatschappijleer
1x
N.V.T.
Nee
M1-G-1-07
ML1/K/7
Beeldvorming en stereotypering
Schriftelijk
2x
45 min
Ja
M1-G-1-08
ML1/K/7
Beeldvorming en stereotypering
Schriftelijk
2x
45 min
Ja
M1-G-1-09
ML1/K/2 ML1/K/3
Overig Werk Basisvaardigheden Leervaardigheden in het vak maatschappijleer
Schriftelijk
1x
N.V.T.
Nee
Divers
Duur
Herkansing
PTA
Divers
58
Toelichting maatschappijleer: Geglobaliseerd examenprogramma kaderberoepsgerichte leerweg maatschappijleer GL (Uitgebreide toelichting op www.examenblad.nl – VMBO GL – Exacte vakken – Maatschappijleer – Examenprogramma) ML1/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en het belang van maatschappijleer in de maatschappij. ML1/K/2 Basisvaardigheden De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken. ML1/K/3 Leervaardigheden in het vak maatschappijleer De kandidaat kan met betrekking tot een maatschappelijk vraagstuk: - Principes en procedures van de benaderingswijze van het vak maatschappijleer toepassen. - Een standpunt innemen en hier argumenten voor geven. ML1/K/4 Cultuur en socialisatie De kandidaat kan: - Beschrijven hoe een mens zich ontwikkelt tot lid van de samenleving en de invloed van het socialisatieproces herkennen en beschrijven. - Uitleggen dat mensen bij een subcultuur (willen) horen en dat elke subcultuur invloed heeft op het gedrag en socialisatieproces. - De rol van onderwijs (als socialiserende instantie) beschrijven in de ontwikkeling van een mens als lid van de samenleving. ML1/K/5 Sociale verschillen De kandidaat kan: - Met voorbeelden beschrijven wat sociale verschillen zijn en hoe die veroorzaakt worden, en beschrijven/uitleggen hoe de plaats van een mens op de maatschappelijke ladder kan veranderen (sociale mobiliteit) - Beschrijven en uitleggen dat mensen vanuit hun maatschappelijke posities belangen hebben en hoe daardoor conflicten kunnen ontstaan - Overheidsbeleid ten aanzien van sociale ongelijkheid beschrijven en verklaren. ML1/K/6 Macht en zeggenschap De kandidaat kan: - Vormen van macht en machtsmiddelen herkennen, beschrijven en verklaren. - Beschrijven en uitleggen hoe regels het samenleven van mensen mogelijk maken. - Beschrijven en uitleggen welke mogelijkheden burgers hebben om invloed uit te oefenen op de politiek, en kenmerken van een parlementaire democratie noemen, herkennen en toelichten. ML1/K/7 Beeldvorming en stereotypering De kandidaat kan: - Van een bepaald sociaal probleem beschrijven hoe de beeldvorming erover tot stand komt/gekomen is. - Aangeven dat selectieve waarneming een rol speelt in het proces van beeld- en meningsvorming. - Uitingen van vooroordelen en beeldvorming ten aanzien van mannen en vrouwen in de samenleving herkennen en benoemen. - Beschrijven hoe men uitingen van vooroordelen en discriminatie tegemoet kan treden vanuit het beginsel van gelijkwaardigheid en respect. - Van een bepaald sociaal probleem beschrijven hoe de beeldvorming erover tot stand komt/gekomen is.
59
Kunstvakken 1 (beeldende vorming)
Toetsen De kandidaat sluit het programma af in het derde leerjaar. De toetsing bestaat uit drie praktische opdrachten, waarvan een dossier zal worden aangelegd. Elke opdracht moet binnen een tijdsbestek van 10 weken worden uitgevoerd. De gemaakte werkstukken worden getoetst aan de kerndoelen beeldende vakken en moeten voldoende worden afgesloten. Het dossier wordt later bij het kunstdossier van CKV gevoegd.
CKV
Culturele activiteiten De kandidaat neemt deel aan vier verschillende culturele activiteiten die verdeeld zijn over verschillende kunstdisciplines. Data in overleg met de docent.
Reflectie en kunstdossier De kandidaat stelt een kunstdossier samen waarin verslag wordt gedaan van de voorbereiding van 4 culturele activiteiten en het bezoek er aan. De leerling moet een waardering van de activiteiten kunnen verwoorden en toelichten. Als het dossier met een waardering GOED of VOLDOENDE wordt afgesloten, ontvangt de leerling een CKV-bewijs. Indien onvoldoende vindt geen overgang naar leerjaar 4 plaats.
60
Ter toelichting de exameneisen die wettelijk gelden voor CKV:
Kunstvakken 1
BBL
De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en het belang van kunst en cultuur in de maatschappij.
KV1/K/2
2.
De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken.
X
X
X
X
X
Culturele activiteiten De kandidaat heeft actief deelgenomen aan tenminste 4 culturele activiteiten en kan een eigen keuze maken uit het culturele aanbod. De culturele activiteiten zijn daarbij gespreid over verschillende kunstdisciplines.
CKV/K/4
4.
X
Basisvaardigheden
CKV/K/3
3.
GL/TL
Oriëntatie op leren en werken
KV1/K/1
1.
KB
X
X
X
Reflectie en kunstdossier
De kandidaat kan met betrekking tot de culturele activiteiten: - een kunstdossier samenstellen waarbij hij verslag doet van het voorbereiden en ondernemen van culturele activiteiten; - aan de hand daarvan reflecteren op zijn ervaringen, interpretaties en waarderingen.
X
X
X
61
Lichamelijke opvoeding De opdrachten in de methode “Startschot” worden beoordeeld. Het vak lichamelijke opvoeding moet als dossier vak met een GOED of VOLDOENDE in leerjaar 4 worden afgesloten.
62