EDITIE april 2010
ORTHOPEDISCHE TECHNIEK ondernemend vakmanschap
PAGINA 32
Protocollering Landelijk protocol als hulpmiddel in onze dagelijkse praktijk
PAGINA 24
Verslag uit Kameroen Interview met Frans Grol
PAGINA 10
Project Innofoot Eindresultaten van een Europees onderzoek
PAGINA 9
HBO-Onderwijs De eerste 10 jaar
INHOUD
TECHNIEK
6
Orthesiologie bij CVA Deel 1: Stabiliteit van het lopen
WETENSCHAP
22
Uit de literatuur Wetenschappelijk onderzoek 2009
ZORG & KWALITEIT
15
29
32 ISPO & ORTHOPÄDIE + REHA-TECHNIK
Functiegerichte aanspraak Hulpmiddelenzorg nieuwe stijl
Protocollering Landelijk protocol als hulpmiddel
INNOVATIE
10
26
Project Innofoot Eindresultaten van een Europees onderzoek
Internetapplicatie voor de professional 'Knowledge manegement System'; een kennisplatform
NIEUWS
18
37
Nieuwsberichten Ontwikkelingen en actualiteiten
Week van het Ambacht Een succes in 2009, een groots vervolg in 2010
BEURSNIEUWS
32
20
PROTOCOLLERING
24
10
29
Van IVO 2009 naar IVO 2012 Een terugblik op een geslaagd congres
ISPO & Orthopädie + Reha-Technik Orthopedische schoentechniek in het middelpunt van wereldcongres en toonaangevende beurs
OPLEIDINGEN
9 12
De eerste 10 jaar Hbo-onderwijs Een terugblik
Geslaagden Hbo en Mbo geslaagden 2010
WORKSHOPS
35
MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMER
Lijmen Miniworkshop
INTERVIEW
PROJECT INNOFOOT
13
Uit de praktijk Interview met Christiaan Linneweever
MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMER
24
Orthopedisch schoentechnicus doet goed werk in Kameroen Interview met Frans Grol
EN VERDER
5
UIT DE LITERATUUR
2
22
17
Voorwoord Door Paul Valk
Column Door Rob Verwaard
ORTHOPEDISCHE TECHNIEK - april 2010
3
FOTO Eric Grashoff
VOORWOORD VERNIEUWING
door Paul Valk, voorzitter NVOS-Orthobanda
EN HET VERMALEDIJDE POLDEREN Penders Voetzorg is met haar 11 vestigingen en 120 medewerkers een vooraanstaande onderneming op het gebied van voetzorg in Nederland. Centraal staat een klantgerichte en multidisciplinaire aanpak bij het oplossen van voetproblemen. Spreekuren worden gehouden in onze vestigingen en in ziekenhuizen, revalidatiecentra en verzorgingstehuizen. Tevens kunnen klanten terecht voor advies op het gebied van geselecteerd gemaksschoeisel.
Inlichtingen: Nadere informatie over deze functie is verkrijgbaar bij Henk Engelen, technisch directeur, bereikbaar via e-mail:
[email protected]
Voor diverse vestigingen zijn wij op zoek naar een:
Sollicitatie: Bij interesse kun je je sollicitatie richten aan
[email protected] Of per post aan:
Orthopedisch schoentechnicus/ Adviseur Functie: Kijk voor een uitgebreide functieomschrijving omtrent deze vacature op onze website:
Penders Voetzorg t.a.v. Rianne Cortenbach Postbus 3116 6093 ZJ Heythuysen
www.pendersvoetzorg.nl
Heythuysen • Roermond • Weert • Tegelen • Venlo • Delft • Gouda • Rotterdam • Den Haag • Tiel • Doetinchem
Dit wordt geen makkelijk stukje. Het Vakblad is vernieuwd, maar terwijl ik dit schrijf heb ik het eindresultaat nog niet gezien. Hoe is het geworden? Brengt het de verbetering die we willen? En … hoe reageren de lezers? Deze verandering is nodig en zal een verbetering blijken. De fusie van NVOS en Orthobanda vraagt om een blad waarin het hele scala van orthopedische dienstverlening aan bod komt. Het wijd verspreide bezit van notebooks, pda’s en ander elektronisch speelgoed biedt de kans om het geschreven woord te ondersteunen
met informatie en zoek- en discussiemogelijkheden via www.nvos-orthobanda.nl. We vernieuwen ook onze website en andere communicatiemiddelen. Het einddoel is u volledig te informeren, via het web en ook nog steeds in een blad dat je kunt vasthouden, doorbladeren, ruiken, wegleggen en nog eens opnieuw kunt bekijken. Vernieuwing kost verandering, vaak komt eerst de verandering en dan pas de verbetering. Managers richten zich op die verbetering en minder op de weg ernaartoe. Voor een manager is de wereld betrekkelijk eenvoudig. Je maakt een plan, je overtuigt
je medewerkers van de voordelen, je accepteert dat je niet iedereen kunt overtuigen en je voert je plan uit. Leden van brancheorganisaties vragen ook om zulke snelle grote stappen, om slagvaardigheid. Tja …. Soms zit het tegen. De verandering van dit vakblad heeft veel stof doen opwaaien. Jarenlang werkte een redactiecommissie met grote toewijding aan dit blad. Een hechte club van redacteuren maakte voor een klein lezerspubliek een prachtig blad. Moet je daarin dan verandering brengen? Ja, dat is nu nodig. Ons lezerspubliek wordt diverser, ons werkterrein wordt breder en we hebben meer communicatiemiddelen en minder geld beschikbaar.
“Vaak komt eerst de verandering en dan pas de verbetering.” Polderen is niet de favoriete bezigheid van managers. Maar polderen zit Nederlanders in de genen. Zelfs een vakantie met vrienden wordt een fiasco, wanneer er niet eerst aan de keukentafel uitgebreid is gepolderd over het reisdoel en - niet te vergeten de verdeling van de lasten. Over de vernieuwing van dit blad hebben we misschien te weinig gepolderd. Dat had tot resultaat dat Mariska van Vondelen, de jarenlange eindredacteur van dit blad, de veranderingen niet meer tot ‘de hare’ kon maken. Ook de columns van Jaap de Boer en de literatuurbesprekingen van Peter ten Hengel gaan we missen. Ik meld het met spijt en met grote dank voor hun betekenis voor dit Vakblad. Ik hoop, dat zij het me niet kwalijk nemen dat ik even grote waardering heb voor de managers. Zonder hen zou onze polder al lang onder water staan. Paul Valk, maart 2010
4
ORTHOPEDISCHE TECHNIEK - april 2010
5
TEKST M. J. Nederhand, J. Buurke
Orthesiologie bij CVA; enkele biomechanische principes.
De tekst van dit artikel is gebaseerd op materiaal van de cursus bewegingsanalyse bij CVA patiënten van J. H. Buurke en M. J. Nederhand, Het Roessingh, Enschede (www.smalll.nl).
DEEL 1: STABILITEIT VAN HET LOPEN Bij de revalidatie na een CVA gaat de eerste aandacht van patiënten, hun naasten en hun behandelaars vaak uit naar het weer kunnen lopen (Bohannon, 1991). Een interventie die veel wordt toegepast in de revalidatie van CVA patiënten, om functionele vaardigheden zoals staan en lopen mogelijk te maken, is de enkel-voet orthese (EVO) . Bij deze patiënten populatie worden hoger opgebouwde been orthesen als knie-enkel-voet orthese (KEVO) en heup-knie enkel-voet orthese (HKEVO) minder frequent toegepast. De verstrekking van een beenorthese voor het verbeteren van het lopen staat niet op zichzelf maar moet gezien worden als een onderdeel van een breder behandelaanbod waarin ook plaats moet zijn voor oefentherapie, chemodenervatie, electrostimulatie en weke delen chirurgie (Buurke, 2005). In deel 1 van dit artikel worden enkele algemene biomechanische principes van het lopen uitgelegd, en uitgaande van een dergelijk denkmodel wordt het effect van een EVO op de stabiliteit van het lopen toegelicht. In deel 2 wordt nader uitleg gegeven over de biomechanische effecten van een EVO op de ‘footclearance’. Daarnaast wordt ingegaan op de rol van schoeisel op de uiteindelijke effectiviteit van een orthese. Effect van beenorthesen op het functioneren van CVA patiënten Er zijn een aantal systematische reviews gedaan naar de effectiviteit van orthesegebruik bij CVA patiënten (Pomeroy 2000, Leung 2002, Tyson 2009, commissie CVArevalidatie, 2001, KNGF-richtlijn, 2004). Uit deze reviews blijkt dat de loopsnelheid en stap- en schredelengte verbeteren met het gebruik van een EVO. Het blijft echter onduidelijk of EVO’s een positief effect hebben op het evenwicht tijdens het lopen, transfers, loopvaardigheid, loopafstand als mede op uithoudingsvermogen en angst om te vallen. Een van de aanbevelingen volgend op deze bevindingen voor toekomstig onderzoek is nader onderzoek te verrichten naar de vraag wat het mechanisme is van een interventie met een orthese. Deze vraag zal hier verder worden uitgewerkt.
Het biomechanisch werkingsmechanisme van beenorthesen op het lopen. De basis voor een adequate beoordeling of een specifieke orthese geschikt is voor een patiënt met een gestoord looppatroon berust op kennis van 1) basale biomecha-
6
nische principes van bewegingen van gewrichten in termen van kinematica en kinetica (Inman 1981, Winter 1991) 2) het design van een orthese (in termen van stijfheid) en de impact ervan op de bewegingen van gewrichten. Uitgaande van een biomechanische benadering wordt duidelijk dat behalve een bedoelde werking van een orthese er ook onbedoelde bijwerkingen mogelijk zijn. Kennis over normale en pathologische looppatronen (Perry, 1992) is daarom onontbeerlijk bij het opstellen van de orthese receptuur en de evaluatie ervan. Steeds vaker wordt er gebruik gemaakt van een geformaliseerd indicatieproces aan de hand van klinisch gangbeeld onderzoek bestaande uit gestandaardiseerde videoopnames en klinische testen, eventueel aangevuld met geïnstrumenteerde analyse van kinematica en kinetica (Perry 1992, Inman, 1981). De kinematica is een beschrijving van de bewegingen tijdens het gaan. Voor het doel van evaluatie van orthesen zijn de bewegingen 'te ontbinden' in bewegingen van de verschillende skeletdelen van het menselijke lichaam met de gewrichten als scharnier punten met een
aantal vrijheidsgraden. Kinetica is de beschrijving van de krachten en gewrichtsmomenten die de verschillende skeletdelen tot beweging brengen. De krachten tijdens het gaan omvatten zowel verticale krachten als horizontale krachten. In stilstaande positie is er alleen sprake van een verticaal gerichte kracht, te weten de grondreactiekracht (Groundreaction Force: GRF). Echter, wanneer een persoon beweegt, zoals tijdens lopen het geval is, treden er naast de verticaal gerichte krachten ook horizontale krachten op (shear forces). Dit betreffen de anteroposterior shear forces en de mediolaterale shear forces. De verschillende krachtcomponenten kennen tijdens het normale gaan het volgende verloop:
Figuur1: Verloop van verticale, anterioposterior en mediolaterale Ground Reaction Force(GRF)
Het verloop van de verticale component van de GRF kent een typische M-vorm: Tijdens de initial double support fase neemt de verticale GRF snel toe, als het gewicht van het contralaterale been wordt overgedragen op het ipsilaterale been. Tijdens early midstance neemt deze GRF verder toe tot ± 10% boven het lichaamsgewicht (1e piek). Vervolgens, gedurende midstance, neemt de GRF af tot ± 25% onder het lichaamsgewicht (1e dal). Daarna, in terminal stance, neemt de GRF weer toe ± 10% boven het lichaamsgewicht (2e piek). En vervolgens, tijdens de second double support fase, neemt de GRF snel af als het gewicht van het ipsilaterale been wordt overgedragen op het contralaterale been.
Tot slot, in de swing fase is er geen GRF aanwezig, aangezien de voet nu geen contact meer maakt met de grond. Het verloop van de anteroposterior component kent een typische sinus vorm, waarbij gedurende het 1e deel van de standfase de kracht achterwaarts gericht is (remmende kracht), terwijl in het 2e deel de kracht voorwaarts gericht is (propulsie kracht). Het verloop van de mediolaterale component is vrijwel geheel naar mediaal gericht, in reactie op de laterale gerichte beweging van het lichaam. Een moment is gedefinieerd als kracht x arm, waarbij arm de afstand tot het draaipunt van een gewricht betreft. Hierbij zijn de grootte, het aangrijpingspunt en de richting van de GRF van belang. (zie Figuur 2). Relevant om hierbij op te merken is dat er onderscheid gemaakt wordt tussen interne en externe momenten. Een extern moment is het door het gewicht uitgeoefende moment (gemeten met de GRF) rondom het gewricht. Een intern moment is het noodzakelijke complementaire netto moment van de spieren: even groot doch tegengesteld aan het externe moment. Bij het beschrijven en weergeven van de gewrichtsmomenten dient altijd duidelijk te zijn over welk moment het gaat (extern versus intern). Bovendien dient het onderscheid tussen flexor- en extensormoment duidelijk te zijn. Een orthese oefent zijn werking uit gedurende de stand en de zwaaifase. Alleen tijdens de standfase kan een EVO invloed hebben op 2 van de 3 eigenschappen van de GRF, nl. het aangrijpingspunt en de richting, en daarmee op het moment. Tijdens de zwaaifase is er door het ontbreken van contact met de vloer naast de zwaartekracht alleen een kracht uitgaande van de EVO zonder een grondreactiekracht.
Figuur 2: Verloop van de GRF en de invloed van de momentsarm op de gewrichtsmomenten.
Veel voorkomende loopproblemen bij CVA en het effect van een EVO Bij het beoordelen van het looppatroon is een referentiekader nodig voor het bepalen van de aard en de ernst van de vastgestelde loopproblemen. Daarnaast dient zo’n referentiekader als basis om richting te geven aan de opbouw van de orthese. Een dergelijk referentiekader wordt geboden door de vijf voorwaarden voor het gaan, geformuleerd door James Gage (1993): 1) stabiliteit in de standfase, 2) het loskomen van de voet in de zwaaifase (foot clearance), 3) voorbereiding van de stand van de voet in de standfase op voetcontact (foot prepositioning) 4) voldoende stapgrootte, 5) behoud van energie. Globaal gezien betreffen voorwaarden 1-3 vooral de veiligheid van het lopen, in termen van het risico om te vallen. Voorwaarde 4 betreft vooral
verklaard. De belangrijkste onderdelen in de differentiale diagnostiek betreffen 4 primaire stoornissen bij een centraal neurologische aandoening: spasticiteit, parese, contracturen en verminderde sensibiliteit. Daaraan dient te worden toegevoegd de secundaire (compensatoire) loopafwijkingen. Het gebruik van een EVO kan invloed hebben op alle eerder genoemde voorwaarden en functies van het lopen. De belangrijkste effecten en neveneffecten worden echter vooral bereikt op de stabiliteit in standfase en de footclearance.
Stabiliteit in de standfase Tijdens lopen zal het standbeen het lichaamsgewicht moeten kunnen dragen en gelijktijdig de mogelijkheid moeten bieden progressie van het lichaam voorwaarts toe te laten om loopsnelheid te behouden.
Vijf voorwaarden voor lopen: stabiliteit in stand, loskomen van de grond, voorbereiding voetlanding, voldoende stapgrootte en behoud van energie. de snelheid van het lopen, en voorwaarde 5 betreft de efficiency van het lopen (in de zin van energiebehoud tijdens verplaatsen in de ruimte). CVA patiënten kunnen problemen hebben ten aanzien van alle 5 voorwaarden. Jacqueline Perry (1992) voegt nog 2 belangrijke functies toe welke van belang zijn voor normaal lopen, namelijk propulsie en schok absorptie. Met name de propulsie (in de zin van powerontwikkeling in de overgang van stand naar zwaaifase, welke bepalend is voor de versnelling van knieflexie aan het begin van de zwaaifase, Winter 1983) is bij patiënten met een hemiplegie frequent gestoord (meer hierover in deel 2 "problemen met foot clearance"). Bij gangbeeld analyse wordt de informatie uit klinische testen, het geobserveerde looppatroon eventueel aangevuld met kinematische en kinetische gegevens, gebruikt om op gewrichtsniveau en per bewegingsvlak een differentiaal diagnose op te stellen waarmee een loopafwijking kan worden
Om dit op een energie-efficiënte wijze te kunnen doen met voldoende waarborging van stabiliteit is een nauwkeurige controle nodig van de grondreactiekracht met minimale gewrichtsmomenten en spierkracht. (Perry, 1992)
Figuur 3: Grootte, richting en aangrijpingspunt van de GRF tijdens de standfase.
De meest voorkomende problemen met stabiliteit bij CVA vindt plaats op enkel en knie niveau. Bij een voetplaatsing met achtervoet in varus en/of voorvoet in supinatie is de GRF mediaal gepositioneerd ten >>
ORTHOPEDISCHE TECHNIEK - april 2010
7
opzichte van het onderste spronggewricht met mediolaterale instabiliteit als gevolg, waardoor neiging tot zwikken kan worden veroorzaakt. Dit kan zo ernstig zijn dat lopen op blote voeten onmogelijk wordt of op zijn minst met compensatoire vermindering van loopsnelheid gepaard gaat. Differentiaal diagnostisch zijn de volgende oorzaken mogelijk:
romp eveneens leiden tot een GRF die ver vóór de knie-as terecht komt. 3) Een parese van de quadriceps kan gecompenseerd worden door de knie vanaf loading response actief in extensie te houden met juist als doel de GRF voor de knie-as te houden en daarmee een knieflecterend moment te voorkómen. 4) Bij gemis aan sensibiliteit (met name
Met een EVO met immobilisatie van de enkel is de belasting op de knie te beïnvloeden. 1) Het overheersen van de m. tibialis anterior ten opzichte van de teenextensoren, meestal als voortzetting van deze voetstand in de zwaaifase (Davies 1985, Botte 1988). Minder frequent voorkomend is het overheersen van de m tibialis posterior ten opzichte van de mm peroneii in standfase (Keenan 1988). Een dergelijke disbalans is een uitingsvorm van een synergistische aanspanningspatroon of, anders gedefinieerd, een verlies van selectieve aanspanning. 2) Contracturen die een dergelijke voetstand veroorzaken. Deze oorzaak is minder frequent. Met een EVO met immobilisatie van de achtervoet wordt de GRF naar de neutraalstand door het onderste spronggewricht gepositioneerd. Een veel voorkomend stabiliteitsprobleem op knieniveau is de genu recurvatum of knie-hyperextensie. Uitgaande van de primaire stoornissen en secundaire compensaties bij een CVA is een volgende differentiaal diagnose voor deze loopafwijking op te stellen: 1) Plantairflexie stand van de voet ten gevolge van spasticiteit van de m. gastrocnemius of overmatige aanspanning als onderdeel van een extensiesynergie tijdens standfase of een plantairflexie contractuur. Dit kan leiden tot een (te vroeg) verloop van de GRF vóór de enkel-as en vóór de knie-as langs en daarmee tot een vergroot knie-extenderend moment (het zogenaamde plantairflexie-knieextensie koppel). 2) Vanuit meer proximaal, de heup of de romp, kan een heupflexie contractuur en daarmee een vooroverkanteling van de
8
gewrichtszin) geeft kniehyperextensie een compensatoire stabiliteit op basis van een voelbare "extensiestop". Ongeacht de onderliggende oorzaak leidt het gemis van de normaal fysiologische knieflexie tijdens gewichtsacceptatie uiteindelijk tot een hoge impact op het kniegewricht en overbelasting van de weke delen posterieur van de knie (kapsel ligamenten) en uiteindelijk tot pijnklachten (Gard 1999). Met een EVO met immobilisatie van het enkelgewricht in anteroposteriore richting is het mogelijk de GRF achter enkel en knie te positioneren en daarmee de knie te beschermen tegen overbelasting.
Figuur 4: Effect van een rigide EVO met enkelfixatie op knieflexie tijdens gewichtsname.
Het voorschrijven van een dergelijke EVO dient nauwkeurig te worden overwogen in het licht van de differentiaal diagnostiek van onderliggende oorzaken. Bij zwakte van de m.quadriceps of bij sensibiliteitsstoornissen bestaat het gevaar dat een dergelijke EVO een bedoelde knie-extensie als nuttige compensatie mechanisme onmogelijk maakt met alle gevolgen van dien. ■
REFERENTIES: Bohannon RW, Horton MG, Wikholm JB. Importance of four variables of walking to patients with stroke. Int J Rehab Res 1991; 14(3): 246-50. Botte MJ, Waters RL, Keenan MA, Jordan C, Garland DE. Approaches to senior care #2. Orthopaedic management of the stroke patient. Part I. Pathophysiology, limb deformity, and patient evaluation. Orthop Rev 1988; 17(6):637-47 Buurke J.H. Walking after stroke; Co-ordination patterns & functional recovery. 2005, Universiteit Twente. Doctors Thesis. Commissie CVA revalidatie. Revalidatie na een beroerte, richtlijnen en aanbevelingen voor zorgverleners. Den Haag: Nederlandse Hartstichting, 2001 Gage J Gait analysis an essential tool in the treatment of CP. Clinical orthopaedics and related research. March 1993, Number 288. Gard SA, Childress DS. The influence of stance-phase knee flexion on the vertical displacement of the trunk during normal walking. Arch Phys Med Rheabil. 1999;80(1):26-32. Davies P. Steps to follow – a guide to the treatment of adult hemiplegia. Springer-Verlag, Berlin/Heidelberg? New York/Tokyo 1985. Inman VT. Human Walking. Baltimore/ London. Williams and Wilkins, 1981 Keenan MA. Surgical decision making for residual limb deformities following traumatic brain injury. Orthop Rev 1988; 17 (12):1185-92.. KNGF-Richtlijn Beroerte. Supplement bij het Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie. 2004; 114 (5). Leung J, Moseley A. Impact of Ankle-foot othoses on gait and leg muscle activity in adults with hemipegia – systematic literature review. Physiotherapy 2003; 89(1): 39-55.
DE EERSTE 10 JAAR HBO-ONDERWIJS Nu de opleiding Bachelor Orthopedische Technologie (B-OT) dit jaar 10 jaar bestaat, is het een mooi moment om stil te staan bij wat er in de voorgaande jaren allemaal is gerealiseerd. Na intensieve voorbereidingen startte de Hbo voltijd opleiding Bachelor Orthopedische Technologie, uniek in zijn soort, in 2000. Een opleiding, tot stand gekomen door een verregaande samenwerking tussen het orthopedisch bedrijfsleven, de brancheorganisatie (toen nog Orthobanda) en de docenten van de Katholieke Hogeschool Kempen en Fontys. In 2006 startte de duale studievariant en de afstudeerspecialisatie schoentechnologie. Deze ontwikkelingen zijn geïnitieerd door de NVOS en mogelijk gemaakt door financiële bijdragen van de OFOM. Hierdoor kreeg het beroepsveld een Hbo-opleiding in zowel een voltijd- als duale studievariant en twee afstudeerspecialisaties, te weten orthopedische technologie en orthopedische schoentechnologie. Vanuit het internationale perspectief kan Nederland zich nu meten met alle andere landen die over onderwijs in dit domein op bachelorniveau beschikken. Overigens is er internationaal een duidelijk waarneembare trend zichtbaar dat, daar waar sprake is van patiënten-/ cliëntencontact, dit door Hbo of universitair geschoolde medewerkers wordt verzorgd. In 2008 is de gehele opleiding vanuit de Fontys Hogeschool Engineering verhuisd naar de Paramedische Hogeschool, waar de opleiding zich intussen goed heeft verankerd.
De opleiding is geaccrediteerd door de NVAO, de Nederlands Vlaamse Accreditatie Organisatie. Iedere Hbo- en universitaire opleiding moet iedere 6 jaar geaccrediteerd worden waarbij de organisatie, kwaliteitszorg en inhoud beoordeeld worden. Eén van de belangrijke aspecten voor de opleiding is binding met en input van het 'orthopedische' bedrijfsleven. Hiervoor vindt met enige regelmaat overleg plaats, zowel met de brancheorganisatie als met individuele bedrijven. Inmiddels zijn ongeveer 100 afgestudeerden in het werkveld actief, waarbij de orthopedische schoentechnologen met circa tien afgestudeerden (vanwege de nog jonge specialisatie) nog in de minderheid zijn. Ongeveer 35 afgestudeerden waren aanwezig op de eerste alumniavond in januari 2010. Deze bijeenkomst gaf gelegenheid elkaar te informeren over wie nu waar werkt en ervaringen uit te wisselen. Voor de Hbo-
TEKST F. Holtkamp
Fred Holtkamp, Associate lector Teamleider Bachelor Orthopedische Technologie / Podotherapie, Fontys Paramedische Hogeschool
opleiding was dit een mooie gelegenheid om uiteen te zetten wat in de afgelopen 10 jaar inhoudelijk in het onderwijs is aangepast of wat nog zal veranderen. Een andere, belangrijke ontwikkeling is het onderzoek binnen de Hbo-opleiding zowel in samenwerking met universiteiten als het bedrijfsleven. Studenten van de opleiding kunnen hierdoor al in een vroegtijdig stadium in aanraking komen met onderzoek en kennis nemen van allerlei innovaties. Vanuit het Lectoraat Health Care and Technolgy for Quality of life, de onderzoeksgroep waarvan ook de Hbo-opleiding B-OT deel uit maakt, wordt aan vier grote onderzoeksprojecten, zowel nationaal als internationaal gewerkt (in volgende edities worden deze onderzoeksprojecten verder toegelicht). De afgelopen tien jaren zijn als een sneltrein voorbij gevlogen. Het Hbo-onderwijs is bezig om binnen de orthopedische technologie een eigen plaats te verwerven zowel nationaal als op internationaal niveau. Wij zijn klaar voor de komende 10 jaar! ■
Eén van de belangrijke aspecten voor de opleiding is binding met en input van het 'orthopedische' bedrijfsleven. ORTHOPEDISCHE TECHNIEK - april 2010
9
TEKST Sjoukje Wiegersma (TNO) & John Lavrijsen (TNO)
PROJECT INNOFOOT Eindresultaten van een Europees onderzoek naar het verlagen van de productiekosten en het verhogen van de zorgkwaliteit.
Voetproblemen zijn een grote zorg in Europa; 35% van de populatie ondervindt wel eens problemen met de voeten. Orthopedische behandeling is een effectieve aanpak en soms ook de enige manier om deze voetklachten op te lossen. Europa moet daarbij wel de stijgende kosten voor de toenemende zorg in de hand houden. Dit is tegelijkertijd een kans en een risico voor de voetzorgsector, die zowel het effect van de behandeling wil vergroten als de productiekosten wil reduceren. Innofoot is een Europees project voor innovatieve behandelmethoden bij voetklachten. De voornaamste doelstellingen van het project zijn het vergroten van de concurrentiekracht van de orthopedisch schoentechnische voetzorgbranche door het verlagen van de productiekosten en het realiseren van een controleerbare, verbeterde zorgkwaliteit. Het project richt zich vooral op patiënten-/ cliëntenonderzoek, ontwerpen van producten, materialen met specifieke eigenschappen en kostenbesparende productiemethoden.
Het projectconsortium van Innofoot bestaat uit vijf brancheverenigingen: NVOS uit Nederland, APindustria uit Italië, Czech Footwear Organisation (CFO), Gremi en Asoan beide uit Spanje. Daarnaast zijn er twaalf bedrijven, waarvan vier uit Spanje, twee uit Slovenië, twee uit Italië, één uit Tsjechië, één uit Litouwen en twee uit Nederland – namelijk Wittekamp & Broos en Buchrnhornen – bij betrokken. Het project wordt vanuit Nederland gecoördineerd door TNO. De andere onderzoeksorganisaties zijn: Instituto de
Biomechanica de Valencia (IBV) en Aimplas uit Spanje, University of Perugia (Unipg) uit Italië en Tomas Bata University (UTB) uit Tsjechië. Een belangrijk resultaat van het Innofoot project is bereikt door het Spaanse onderzoeksinstituut IBV, dat een kennisdatabase heeft ontwikkeld voor voetzorgspecialisten zoals orthopedisch chirurgen en schoentechnici. Dit ter verbetering van de biomechanische analyse van de patiënten, de voorschrijvers van orthopedische schoenen, inlegzolen en orthopedische oplossingen alsmede de ontwikkeling en evaluatie daarvan. Het systeem is erop gericht adviezen te geven aan experts en minder aan ervaren orthopedisch schoentechnici. De uiteindelijke versie van het kennissysteem is voor iedereen vrij toegankelijk en kan zonder registratie worden gebruikt in alle landen via http://innofoot.ibv.org/. In het werkpakket voor nieuwe en kosteffectieve productiemethoden is TNO samen met de Innofoot partners Wittekamp & Broos, OrthoBaltic en Buchrnhornen bezig geweest met CAD/CAM voor supplementen. Er is hiervoor een supplementenfreesmachine ontwikkeld en gebouwd en bij de genoemde Innofoot partners in de praktijk getest. De nieuw ontwikkelde opspanning voor de leesten in de supplementenfreesmachine bleek in de praktijk gemakkelijker te bedienen, maar nog te onstabiel te zijn tijdens het frezen.
Het resultaat van de nieuwe productiemethode is dat er een hogere reproduceerbaarheid van de supplementen kan worden verkregen. Als een patiënt na een bepaalde tijd een nieuw supplement in een nieuwe schoen nodig heeft, kan exact eenzelfde supplement worden nagemaakt. De economische analyse toont aan dat de arbeidskosten met 40% kunnen afnemen na enige softwareoptimalisaties. Aimplas werkte aan een nieuw concept van zogenoemde ‘actieve materialen’. Dit zijn materialen die reageren op een bepaalde druk. Het idee achter dit nieuwe concept is de druk te verlagen daar waar gewenst.
De eerste resultaten zijn gedemonstreerd in een ‘proof of principle’ experiment. Er wordt nu aan een prototypeschoen gewerkt dat kort na het einde van het project gereed zal zijn. De nieuwe kennis en technologie zijn gecombineerd in een aantal praktische voorbeeldcases. Voor elk voorbeeld is een type voetaandoening geselecteerd en uitgewerkt door de verschillende projectpartners: van aanmeten tot oplossing, inclusief
het valideren van de oplossing. Deze voorbeelden zijn gepubliceerd op de Innofoot website, met onder andere de diabetische voet, pes planus en pes valgus. Als laatste hebben de NVOS, UTB en IBV een aantal cursusmodulen ontwikkeld. De cursusmodulen zijn gebaseerd op de zesdelige boekenreeks die uitgegeven worden door de NVOS, het kennismanagementsysteem en de voorbeeldcases. Ook zijn deze cursusmodulen beschikbaar via internet: - Elektronische cursus via http://campus.ibv.org. Registratie is vereist voordat de cursus kan beginnen. - Een academische cursus via www.coka.cz. - Een vraag- en antwoordmogelijkheid via het kennismanagementsysteem http://innofoot.ibv.org/. Alle projectpartners hebben een taak in het uitdragen en overbrengen van de ontwikkelde kennis. NVOS-Orthobanda heeft bijvoorbeeld veel energie gestoken in de organisatie van IVO 2009 in Den Haag,
waar de resultaten van de verschillende deelonderzoeken van Innofoot zijn gepresenteerd. In de stand lagen flyers en zijn demonstraties gegeven van het kennismanagementsysteem, de elektronische cursussen en een workshop met de supplementfreesmachine ■
Innofoot, het platform voor ontwikkeling en samenwerking. Meer informatie over dit project: www.innofoot.eu 10
ORTHOPEDISCHE TECHNIEK - april 2010
11
TEKST Fred Holtkamp FOTO Eric Grashoff OPGAVE GESLAAGDEN Erianne Versteeg
GESLAAGDEN
Orthopedische Technologie/ Podotherapie
TEKST GaGa-Republic FOTO Eric Grashoff
UIT DE PRAKTIJK interview met
In april 2010 zijn afgestudeerd aan de Hogeschool Fontys, Eindhoven:
Christiaan Linneweever
Marlous van Loosdrecht bachelortitel, met de aantekening orthopedische technologie
Jeroen ter Wengel
Jeroen ter Wengel mag zich na een duaal traject van 3,5 jaar sinds 23 februari 2010 bachelor noemen. Hij is een van de studenten die om verschillende redenen nog op ‘latere’ leeftijd heeft gekozen om verder te studeren in het vak Orthopedische Schoentechniek. "Ik wilde zowel mijzelf voor de veranderende markt ontwikkelen als mij inzetten voor de ontwikkelingen in dit vakgebied in het algemeen." Jeroen is ook zeer tevreden met de geleerde inzichten tijdens zijn studie, "Zo heb ik
projectmatig leren werken, de evidencebased practice leren toepassen en geleerd de mogelijke voorzieningen inzichtelijk te krijgen". Jeroen werkt nu 18 jaar in de orthopedie, waarvan de eerste acht jaar als opmeter. "Ik maak nu geen product meer, maar werk als de contactpersoon tussen klant, arts en verzekeraars." De combinatie werk en privé was weliswaar wat zwaar in combinatie met de studie, maar Jeroen vindt dat de voordelen groter zijn om op latere leeftijd te studeren. "Allereerst vind ik het persoonlijk al interessant te ervaren wat voor verschillen er zitten tussen een studie in het verleden en een studie in het competentieonderwijs. Ik heb nu aan den lijve ervaren wat de afgestudeerden in ons vak voor de kiezen krijgen. Voor mij waren de toepassingen een stuk gemakkelijker, omdat ik al een brede ervaring had opgedaan in de praktijk. Ik vind het voor een student dan ook zeer belangrijk dat er een goede aansluiting zit tussen de studie
Ruud Buchrnhornen Marco J. A. F. Geurts Antonius C. W. Goldsmits Wartan R. Manukjan Carlo E. J. P. Oostdam Richard F. Spoelstra Willem Linssen
ONDERWERKMAKER Hugo M. A. Peeters 12
ORTHOPEDISCH TECHNISCH MEDEWERKER Koen V. Deurloo Hubertinus M. Lemmens Martijn Graanstra
ORTOPEDISCH TECHNICUS Gijsbertus Gent Cornelia Köhler Joost J. P. Laar Sjoerd W. H. Verwaaijen Sander Visschers
teruggekomen", geeft Christiaan toe, "Ik vind het nu juist aantrekkelijker om in dit vak gericht mensen te helpen. Ik heb daarom gekozen voor de opleiding Adviseur Gezondheidstechnische Voorzieningen, uitstroom orthopedische schoentechniek leerjaar 4, oftewel AGV 4."
Willem van der Schaaf bachelortitel, met de aantekening orthopedische technologie
en het stageadres en of hij of zij de mogelijkheid krijgt in aanraking te komen met alle facetten van dit vak. Voor mij persoonlijk betekent deze studie een verrijking; ik kan nu sneller stappen maken en beter luisteren naar de arts, maar ook gerichter producten en recepten voorschrijven." Jeroen is nu klaar met zijn studie, maar wil zich zeker blijven ontwikkelen. "Als Orthopedisch Technoloog zou ik graag meer onderzoek doen naar beschikbare materialen en technologieën en kijken of deze in de praktijk toe te passen zijn." ■
“Ik wil blijven meedenken en groeien in deze veranderende markt.”
Leerlingen MBO die februari 2010 een diploma hebben gehaald: SCHOENTECHNISCH VOORZIENINGENMAKER
bachelortitel, met de aantekening schoentechnologie
ORTHOPEDISCHE SCHOENTECHNIEK
Sascha E. van Essen Cornelis M. P. Janssen Sacha H. C. J. Jorigas Gerardina F. M. Netten Yves J. A. M. Seuren Bastiaan L. J. Wien Stephan P. M. Wonink Hassan Fakhraoui
LEESTENMAKER
Christiaan steekt zijn trots niet onder stoelen of banken: "Wij zijn al sinds 1827 een familiebedrijf. Ik ben al de zesde generatie van schoenmakers in een rechtstreekse lijn van vader op zoon. Ooit is de oprichter voor zichzelf begonnen omdat hij niet tevreden was met zijn beloning – hij kreeg niet de gevraagde cent opslag. In deze tijd had een schoenmaker nog veel aanzien. Na de opkomst van de industrie is Linneweever zich meer gaan richten op de orthopedische schoenen. Naast de vele oorlogsslachtoffers mochten we ook enkele leden van het Koninklijk Huis tot klant rekenen. Eigenlijk zijn we hofleverancier van de wieg tot het graf. Prins Hendrik is zelfs begraven met een paar schoenen van ons." Op de stelling dat het voor Christiaan vanzelfsprekend was dat hij zijn loopbaan startte in de orthopedische schoenenindustrie, lacht Christiaan: "Nee, vanzelfsprekend was dit niet. Ik was eigenlijk heel onhandig. Dat ik na de middelbare school toch koos voor het familiebedrijf was voor mijn vader een verrassing. Sinds die tijd – nu 11 jaar geleden – heb ik mij constant
laten scholen. Eerst met een opleiding assistent orthopedisch schoenmaker niveau 1, daarna twee jaar de cursus ambachtelijk schoenmaker en vervolgens de opleiding orthopedie niveau 3. Daarna heb ik mij bezig gehouden met het ontwerpen van maatwerkschoenen. Met de orthopedische schoentechniek had ik totaal geen affiniteit. Later ben ik hierop
Christiaan bevestigt het beeld dat een groot deel van zijn medestudenten al voor de studie werkzaam waren in de orthopedische industrie. "Het is jammer dat er niet meer belangstelling is van mensen buiten deze industrie. Hierdoor ontstaat juist een schaarste aan goede schoentechnici." Christiaan wijt dit voor een deel aan het imago van deze sector. "Wij zijn niet de gehele dag de schoenmaker die in een atelier werkt, maar zijn hoofdzakelijk bezig met het adviseren en eventueel met het doorverwijzen van de cliënt naar een arts. Geen enkele dag is dezelfde." Hij geeft toe dat het niet eenvoudig is dit imago te verbeteren. In juni hoopt Christiaan zijn diploma te halen. Hij twijfelt nog of hij hierna nog doorgaat met een Hbo-opleiding. "Na elf jaar scholing wil ik mij nu meer toeleggen op mijn werk. We willen dit jaar ons pand in Zoetermeer verbouwen en als extra service >>
“Eigenlijk zijn we hofleverancier van de wieg tot het graf”
Rianne van Pijkeren Willem Linssen ORTHOPEDISCHE TECHNIEK - april 2010
13
FUNCTIEGERICHTE AANSPRAAK: HULPMIDDELENZORG NIEUWE STIJL “Het lijkt mij leuk leerlingen te begeleiden en hen meer te laten meedenken.” een schoenencollectie aanbieden aan klanten. Meer de drempel verlagen voor mensen die niet direct op zoek zijn naar orthopedische schoenen, maar wel een oplossing zoeken voor hun voetprobleem."
Over de vraag welke rol hij voor zichzelf ziet weggelegd in dit vakgebied, hoeft Christiaan niet lang na te denken: "Het lijkt mij leuk leerlingen te begeleiden en hen meer opdrachten te geven: meer laten
meedenken en hen hiervoor ruimte en verantwoordelijkheid geven. Wat constateer je bij de klant, wat heb je gevraagd en opgeschreven? En wat ga je na vertrek van de klant doorspreken?" ■
Maat- & Orthopedisch Schoenatelier Linneweever B.V. zoekt per direct:
Allround Orthopedisch Schoentechnicus m/v - fulltime Draag jij als schoentechnicus graag bij aan het welzijn van onze cliënten? Ben jij creatief in het bedenken van oplossingen op schoen- en orthopedisch gebied? Dan is Maat- & Orthopedisch Schoenatelier Linneweever B.V. het ideale bedrijf voor jou.
Functie-eisen: - Gediplomeerd orthopedisch schoentechnicus - Goede communicatieve vaardigheden - Niet bang om initiatieven te nemen - Je beschikt over een dienstverlenende instelling
De dagelijkse werkzaamheden bestaan o.a. uit: - Het aanmeten, ontwerpen en vervaardigen van orthopedische hulpmiddelen, in samenspraak met cliënten en op advies van medische specialisten. - Leveren, passen en aanpassen van de hulpmiddelen, volgens onze hoge kwaliteitsnormen. - Onderhouden van product- en bedrijfsregistratie en cliëntenadministratie. - Adviseren van cliënten, collega’s en directie op het gebied van producten, diensten en apparatuur.
Wij bieden: - Een afwisselende en uitdagende functie - Prettige werksfeer in een innovatief en inspirerend bedrijf - Salaris op basis van ervaring en prestaties - Een verantwoordelijke functie, waarbij je de beschikking hebt over een eigen filiaal - Goede secundaire arbeidsvoorwaarden.
Geïnteresseerden die zich herkennen in het profiel, worden uitgenodigd hun schriftelijke sollicitatie, voorzien van CV, te sturen naar: Maat- & Orthopedisch Schoenatelier Linneweever B.V. T.a.v. Dhr. J.T.H.M. Snaphaan Plesmanstraat 14, 2722 NV Zoetermeer
www.linneweever.com 14
De laatste tijd is er veel veranderd in de wetgeving rondom hulpmiddelen. De limitatieve lijst van hulpmiddelen (prothesen, orthesen, orthopedische schoenen, enz.) die vergoed worden vanuit de basisverzekering wordt geleidelijk vervangen door aanspraken die gebaseerd zijn op het opheffen of verminderen van functiestoornissen. Dit nieuwe systeem van aanspraken wordt functiegerichte aanspraken genoemd. Wij vroegen Henriette Tchang wat deze veranderingen betekenen voor onze praktijk.
TEKST & FOTO Rob Verwaard
Wat is functiegerichte aanspraak? Eigenlijk vond ik het in het begin ook een ingewikkelde term. Het heeft alles te maken met een aanspraak functioneel te omschrijven. Stel je hebt een probleem met lopen, je kan niet zonder hulp lopen, om dat te compenseren heb je een hulpmiddel nodig. De beperking die je hebt, het slecht kunnen lopen, kun je opheffen door bijvoorbeeld een rollator. Het gaat er om wat iemand nog zou willen kunnen en of dat opgelost kan worden door een hulpmiddel. Dat kan voor iedereen anders zijn.
Waarom is dit systeem ingevoerd door het Ministerie van VWS? Hulpmiddelen en geneesmiddelen waren een uitzondering in de zorgverzekeringswet. Beide waren in de wet gedefinieerd in de vorm van een lijstje van te verstrekken middelen. Alle andere zorg was al functio-
“Je moet samen willen dat dit een succes wordt.” neel omschreven in de wet, er bestond dus geen lijstje van te behandelen ziekten. Het werken met deze lijstjes kende zijn beperkingen, het was lastig om als nieuw middel op het lijstje te komen. Hierdoor kregen verzekerden bepaalde nieuwe middelen niet vergoed. Dit oude systeem stond innovaties in de weg en past niet meer in de moderne manier van denken over zorg. >> Henriette Tchang-Spek is beleidsadviseur voor hulpmiddelenzorg bij Zorgverzekeraars Nederland (ZN), de belangenvereniging van zorgverzekeraars in Nederland. Henriette is haar carrière begonnen bij het lokale ziekenfonds PWZ en heeft daar mede de automatisering van de declaraties van apotheekhoudende huisartsen en apothekers aangestuurd. Daarna was zij meer dan 10 jaar verantwoordelijk voor de landelijke zorginkoop van hulpmiddelen bij Achmea Zorg.
ORTHOPEDISCHE TECHNIEK - april 2010
15
FOTO Eric Grashoff
Wat is er nodig om dit systeem in de praktijk te laten werken? We moeten dit met elkaar regelen. Het vergt inspanningen van zorgverzekeraars, zorgaanbieders en verzekerden. De basis is dat er een richtlijn komt voor de beperkingen die verzekerden opgelost willen hebben. Deze richtlijn moet een stappenplan zijn die de beperking in kaart brengt en alle mogelijke oplossingen overweegt. Uiteindelijk is het aan de verzekerde om een keuze te maken welke oplossing het beste
bij hem of haar past. Zonder deze richtlijn of protocol is het nog niet mogelijk in het nieuwe systeem te werken.
Wat verwachten zorgverzekeraars van de zorgaanbieders? Zorgverzekeraars staan positief tegenover functionele aanspraak en zullen het opzetten van richtlijnen en protocollen door het veld stimuleren. De afspraken over welke richtlijnen gebruikt gaan worden is een belangrijke voorwaarde om het in de
“Een landelijke richtlijn zou de kwaliteit zeker ten goede komen.”
COLUMN
praktijk te laten slagen. Je moet samen willen dat dit een succes wordt.
Wat zijn je aanbevelingen voor zorgaanbieders voor de toekomst? Ga 'out-of-the-box' denken. Denk anders in ketenzorg en neem daarin de 'lead'. Ik zou me kunnen voorstellen dat er adviseurs komen voor een bepaald probleem van de klant, bijvoorbeeld slecht horen, slecht zien of slecht bewegen. Deze adviseur zal dan, werkend volgens een bepaalde richtlijn, de klant laten zien wat er allemaal mogelijk is om het probleem (de beperking) aan te pakken. Het zou voor de klant mogelijk moeten zijn met dit advies naar een andere partij te gaan om het advies te laten uitvoeren. Het werken volgens landelijke richtlijnen voor zowel het in kaart brengen van de beperking als de uitvoering is hierbij onontbeerlijk en komt de kwaliteit en de overdraagbaarheid zeker ten goede. ■
door Rob Verwaard
COMMUNICATIE:
EEN VAK APART Sinds 2004 ben ik bestuurslid van de NVOS, tegenwoordig NVOS-Orthobanda, en sinds kort verantwoordelijk voor ‘de communicatie’. Als ondernemer weet je dat communiceren een heel belangrijke functie is geworden binnen je bedrijf. Je komt niet meer weg met het maken van mooie producten en het leveren van perfecte diensten. Klanten, medewerkers, collegae, artsen en zorgverzekeraars verlangen contact over allerlei zaken. Een paar jaar geleden werd dit contact vooral gemaakt via (telefoon-) gesprekken en (fax-) briefwisselingen. Tegenwoordig zijn digitale contacten niet meer weg te denken. Ik weet niet hoeveel e-mail u per dag afhandelt, maar ik zie het
aantal berichten ieder jaar groeien. Een weekje niet in 'postvak in' gekeken is twee dagen werk om alles terug te lezen en te beantwoorden. Naast e-mail werk ik ook digitaal met Skype en LinkedIn. Uw contacten verlangen steeds sneller en vaker antwoord op hun berichten. ‘De communicatie’ begint een dagtaak te worden.
Wat betekenen deze ontwikkelingen voor de communicatie van NVOS-Orthobanda? Een vraag die we ons vorig jaar in de commissie communicatie hebben afgevraagd. De vereniging is veranderd en de behoeften van onze leden zijn veranderd. We hebben plannen gemaakt om de communicatie van NVOS-Orthobanda te veranderen en voor u ligt één van de eerste resultaten. Een geheel vernieuwd vakblad. Wij hebben er hard aan gewerkt en zijn erg benieuwd naar uw reactie, opmerkingen en correcties. Communicatie is geen éénrichtingsverkeer, maar komt van twee kanten. Ik ben voor iedereen te bereiken via e-mail
[email protected], Skype en LinkedIn. Tot snel! Rob Verwaard
Eén van de eerste resultaten: een geheel vernieuwd vakblad! 16
ORTHOPEDISCHE TECHNIEK - april 2010
17
VERKIEZINGEN
Na de onlangs gehouden gemeenteraadsverkiezingen staan nu de verkiezingen voor de Tweede Kamer voor de deur. Ook voor ondernemers zijn de verkiezingen van groot belang. MKB-Nederland heeft de belangrijkste verkiezingsthema’s op een rij gezet. NVOS-Orthobanda heeft in de afgelopen periode een aantal nieuwe leden verwelkomd.
NIEUWE LEDEN: - Voetzorg Noord VOF, Emmen - Coninx Orthopedie BvBa, Wuustwezel (België) - Centrum Orthopedie Rotterdam, Rotterdam - Vijgen-Deckers, Eygelshoven - De Orthopedische Schoenmakerij BV, Leeuwarden - Van Gils Centrum voor Schoentechniek, Bunnik - Heuvel Orthopedische Schoentechniek, Veenendaal - Voetzorg Friesland VOF, Leeuwarden - Brink Orthopedie, Groningen - Lamers en Elferink, Apeldoorn - Paulus Ekelschot Schoen- en Voetencentrum VOF, Beverwijk - Bänziger Orthopedische Schoentechniek, Echt Wilt u ook profiteren van de kennis en kunde over medische hulpmiddelen, én deel uitmaken van een netwerk van ondernemers die zich toeleggen op het (laten) vervaardigen van de medische hulpmiddelen orthopedische schoenen, pro- en orthesen, therapeutisch elastische kousen en borstprothesen? Word dan lid van NVOS-Orthobanda! Informatie over het lidmaatschap van NVOS-Orthobanda kunt u aanvragen via
[email protected].
TOP 5 verkiezingsthema’s ondernemers ‘Geef ons ruimte om te ondernemen’. Dat is de kernboodschap van ondernemers in Nederland voor de nieuwe leden van de Gemeenteraden. De top 5 van belangrijkste verkiezingsthema’s voor het midden- en kleinbedrijf ziet er als volgt uit: 1. Verminder regeldruk, verbeter dienstverlening Regeldruk is nog altijd nummer 1 van de ondernemersergernissen. Zo moeten de terras-, reclame- en horecaexploitatievergunning vereenvoudigd of vervangen worden door algemene regels. 2. Bezuinig op uitgaven, verhoog niet de inkomsten MKB-sectoren die nog kwetsbaar zijn door de crisis, moeten niet opgezadeld worden met stijgende belastingen, leges en heffingen. Lokale overheden kunnen bezuinigen door efficiënter te werken en te focussen op kerntaken en basisvoorzieningen. 3. Eerlijke kans bij aanbestedingen Gemeenten moeten MKB-vriendelijk aanbesteden, met oog voor de lokale en regionale marktomstandigheden. Vaak worden onnodige en disproportionele eisen gesteld waardoor kleine en middelgrote bedrijven bij voorbaat al buiten de boot vallen. 4. Goede bereikbaarheid Aantrekkelijke parkeertarieven zijn voor het bedrijfsleven van levensbelang. De lokale infrastructuur moet optimaal zijn.
Top 4 prioriteiten van branches Wat zijn de keuzes van branches in 2010? In februari 2010 organiseerde MKBNederland samen met Wissenraet van Spaendonck en onderzoeksbureau Newcom een praktijkmiddag voor branches om aan te geven wat komend jaar de belangrijkste activiteiten zullen zijn. Uit 40 verschillende onderwerpen kwam de volgende top 4 van prioriteiten van branches naar voren: 1. belangenbehartiging ( 91%) 2. imagobevordering ( 81%) 3. professionalisering ( 75%) 4. kennisoverdracht aan leden ( 71%) Op de website van MKB-Nederland kunt u het onderzoek, uitgesplitst naar de sector van uw voorkeur, inzien. Voor overige vragen:
[email protected]
HUISARTSBEURS 2010 NVOS-Orthobanda is op 6 maart jl. met de nieuwe stand van de vereniging aanwezig geweest op de Huisartsbeurs 2010. Aan de huisartsen, maar ook aan assistenten en praktijkondersteuners is informatie gegeven over activiteiten van de leden. De bezoekers zijn geïnformeerd over de diensten en de producten (orthopedische schoenen, proen orthesen, therapeutisch elastische kousen en borstprothesen) die de leden
18
5. Samenhangende visie op bedrijfslocaties Plan geen nieuwe bedrijventerreinen zonder de bestaande op te knappen, is de boodschap van het MKB. Bedrijventerreinen moeten veilig, bereikbaar en attractief zijn. Woningbouw moet niet te dicht bij bedrijvigheid gepland worden.
leveren aan consumenten. Het belang van een goede samenwerking tussen huisartsen en de leden van NVOS-Orthobanda is tijdens de gesprekken met de bezoekers aan de beurs benadrukt. De Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) organiseerde de Huisartsbeurs 2010 in Ahoy Rotterdam. Het thema van deze zevende editie van de Huisartsbeurs was "Toekomst in de Praktijk".
Huykman en Duyvestein viert haar 25 jarig jubileum! De firma Huykman, opgericht in 1781, veranderde in 1985 haar naam in Huykman & Duyvestein. Dit jaar bestaat het bedrijf dus 25 jaar in de huidige vorm. Reden voor een feestje en om een leuke ‘schoen-ontwerp-wedstrijd’ te organiseren voor onze zeer gewaardeerde cliënten.
25 JAAR HUYKMAN & DUYVESTEIN, REDEN VOOR EEN FEESTJE! Wij vragen onze cliënten een eigen schoenontwerp te maken. De ontwerpen zullen beoordeeld worden door onze onafhankelijke jury. Tot 1 september kunnen de ontwerpen worden ingezonden en in december dit jaar zal het winnende ontwerp worden geleverd! We hebben al vele, mooie inzendingen ontvangen en kijken uit naar het resultaat!
Met de start van het nieuwe jaar is Hans Koole de nieuwe onafhankelijk voorzitter van het bestuur van SVGB kennisen opleidingencentrum. Hij volgt Ellen Palmboom op die de maximale bestuurstermijn van zes jaar heeft volbracht.
JENNY DOEST DIRECTEUR KENNISCENTRUM SVGB SVGB kennis- en opleidingencentrum gaat een nieuwe fase in: het kenniscentrum en het opleidingencentrum, tot nu toe innig met elkaar verweven, gaan ontvlechten. De aanstelling van directeuren voor de twee afzonderlijke organisaties is een eerste belangrijke stap. Per februari heeft Jenny Doest de functie van directeur kenniscentrum opgepakt. Jenny Doest ziet het als een belangrijke opdracht om de positie van het kenniscentrum van de SVGB scherp neer te zetten. "Het doel van de SVGB is altijd geweest om duurzame opleidingsvoorzieningen te creëren voor kleine, unieke beroepsgroepen. En dit zal ook zo blijven." Hoe het kenniscentrum in de toekomst invulling zal geven aan haar kerntaken, staat wat Jenny Doest
HANS KOOLE NIEUWE BESTUURSVOORZITTER SVGB KENNIS- EN OPLEIDINGENCENTRUM
betreft nog ter discussie: "Het is tijd voor een herbezinning. We houden onze focus op het creëren van duurzame opleidingsvoorzieningen voor onze kleine branches. Maar de tijden veranderen en vragen om een nieuwe insteek. We leven in een uitermate boeiende tijd waarin alles draait om samenwerking: tussen branches en tussen onderwijspartners."
"Samen zijn we tot veel in staat!"
KWALITEITSKEURMERK PER 1 APRIL 2010
Hans Koole beweegt zich sinds jaren op het grensvlak van onderwijs en arbeidsmarkt, bij werkgeversorganisaties AWVN en VNO-NCW hield hij zich bezig met beroepsonderwijs en scholing. Hij kijkt er dan ook naar uit om bij de SVGB aan de slag te gaan als onafhankelijk voorzitter. Hans Koole wijst op belangrijke uitdagingen voor de SVGB in 2010. De brede heroverweging van het kabinet zal tot besluitvorming leiden. Daarnaast zullen ook de financiering en taakstelling van de kenniscentra opnieuw worden bekeken. "De SVGB gaat een periode tegemoet waarin ze meer dan ooit, samen met anderen, moet aantonen hoe belangrijk het is de unieke beroepen en opleidingen te blijven ondersteunen. Deze opleidingen moeten blijven staan en worden versterkt. Daar moeten alle betrokkenen hun focus op hebben en daar zal ook ik me namens de organisatie op richten."
SEMH.info KWALITEITSEISEN
De SEMH heeft in 2009 in haar nieuwsbrieven en in een seminar ruime aandacht gegeven aan de eisen voor de procesbeschrijving van de hulpmiddelenzorg. In zeven stappen is het protocol voor de toetsing van een zorgproduct omschreven. Iedere stap moet door de zorgaanbieder worden uitgevoerd. Indien de zorgaan-
bieder geen of een incompleet protocol opstelt, betekent dit dat deze niet meer wordt opgenomen in het register van de SEMH en hierdoor niet meer voor toetsing door de zorgverzekeraar wordt meegenomen. Voor een uitgebreide toelichting of aanvullende vragen kunt kijken op www.semh.info.
ORTHOPEDISCHE TECHNIEK - april 2010
19
TEKST Jeffrey Zoet
Van IVO 2009 naar IVO 2012 IVO 2009 Den Haag was een succes, op naar Sydney!
Van alle tijdens IVO 2009 gehouden inleidingen en workshops is een samenvatting gemaakt en in het document IVO 2009 Proceedings opgenomen. U kunt de IVO 2009 Proceedings downloaden via www.ivo2009.eu
13 en 14 november 2009 stond voor NVOSOrthobanda in het teken van het zeer geslaagde wereldcongres van de Orthopedisch schoentechnici IVO 2009. Centraal tijdens het congres en de beurs stonden het uitwisselen van ervaringen, innovaties en resultaten van onderzoek maar bovenal van ontmoetingen. Ontmoetingen tussen orthopedisch schoentechnici, studenten, medici, orthopedische vakgenoten, onderzoekers en alle andere disciplines die met ons vakgebied te maken hebben. Bijna
1300 bezoekers en meer dan 90 exposanten zijn aanwezig geweest in Den Haag. In de komende edities van het vakblad zal NVOS-Ortohbanda regelmatig publiceren over thema’s die tijdens IVO 2009 zijn behandeld.
Iedereen die IVO 2009 heeft bezocht kan een bewijs van deelname van de organisatie ontvangen. Bent u hierin geïnteresseerd? Stuur dan een e-mail naar
[email protected].
De media over IVO 2009 Kennis uitwisselen en netwerken tijdens orthopedisch wereldcongres IVO
In diverse media is op een positieve wijze gepubliceerd over IVO 2009. artikel uit Orthopädieschuhtechnik 12/2009
Thursday 29 – Saturday 31 March 2012 - Sydney, Australia Nu IVO 2009 met succes is afgesloten, richt de branche zich op IVO 2012 in Sydney. Over twee jaar wordt door de Australische collega’s het volgende wereldcongres georganiseerd. Meer informatie kunt u vinden op de website www.ivo2012.org.au.
artikel uit Podosophia - editie januari 2010
U kunt de artikelen downloaden van de website van IVO 2009 www.ivo2009.eu.
20
‘Extending the Global handshake of the Pedorthic/Orthopedic Shoe Technology Community’
artikel uit Orthopädieschuhtechnik 1/2010
ORTHOPEDISCHE TECHNIEK - april 2010
21
TEKST S. A. Bus
Wetenschappelijk onderzoek naar orthopedisch schoeisel in 2009
UIT DE LITERATUUR De wetenschappelijke onderzoeksliteratuur is vaak niet direct beschikbaar of, vanwege de schrijfstijl en Engelse taal, minder toegankelijk voor de schoentechnicus. Hoewel niet al het onderzoek even relevant is, is een vertaalslag soms gewenst om op de hoogte te zijn en te blijven van wetenschappelijke ontwikkelingen binnen het vakgebied. Tijdens het IVO congres in november is het wetenschappelijke onderzoek al veel aan bod gekomen. In het vakblad nu een overzicht van de belangrijkste resultaten uit het onderzoek dat in 2009 is gepubliceerd. Introductie Bij de zoektocht naar de wetenschappelijke literatuur is gebruik gemaakt van specifieke zoektermen die ingevoerd zijn in de medische bibliotheek Pubmed. Van de ruim 600 artikelen die deze zoekstrategie opleverde, werden na screening slechts 12 voor het vakgebied relevante artikelen geselecteerd. De meeste studies onderzochten het effect van individuele maatvoering bij inlegzolen
op pijnvermindering en voetdrukken bij mensen met voetklachten of blessures en bij patiënten met reuma of diabetes.
Individuele maatvoering In drie verschillende onderzoeken uit Australië en Brazilië werd het effect gemeten van opmaat inlegzolen (in de Engelse literatuur vaak met "orthesen" aangeduid) op de drukverdeling onder de voet, de pijnbeleving en/of de functie van voet of knie bij mensen met een platvoet, patellofemoraal pijnsyndroom, of plantair fasciitis. In alle onderzoeken bleek een verbetering zichtbaar ten opzichte van de beginsituatie. Echter ten opzichte van standaard prefab inlegzolen bleek alleen bij het patellofemoraal pijnsyndroom een positief effect aanwezig. Uit ander onderzoek bij hardlopers met overbelastingsblessures bleek na acht weken behandeling met op basis van blootsvoetse drukmeting vervaardigde opmaat voetorthesen de pijn verminderd en het comfort verhoogd in vergelijking met geblesseerde hardlopers die geen orthesen kregen. Ook bij reumapatiënten bleek uit een tweetal onderzoeken uit Slovenië en Korea dat na zes maanden behandeling met opmaat voetorthesen de pijn verminderd en de loopvaardigheid verbeterd konden worden, maar dat dit niet beter was dan wat bereikt kon worden met prefab voorzieningen. In het Koreaanse onderzoek betrof de behandeling opmaat inlegzolen gedragen in extra diep schoeisel met een voorvoet afwikkelvoorziening (vergelijk OSB). Daarnaast werd bij diabetes patiënten met
22
vaatlijden aangetoond, dat zowel opmaat als standaard vlakke inlegzolen gedragen in sportschoeisel na acht weken behandeling pijnvermindering geven ten opzichte van de beginsituatie. Alleen in het reduceren van druk blijken uit dit Australische onderzoek de opmaat inlegzolen beter te zijn dan de standaard inlegzolen. De hoeveelheid individuele maatvoering die nodig is in een schoenvoorschrift is nog steeds onderwerp van discussie. Alleen al uit bovengenoemd overzicht van de literatuur in 2009 blijkt dat de bewijslast voor het gebruik van opmaat voorzieningen in plaats van standaard voorzieningen (nog steeds) mager is. In een opinieartikel benadrukt Hylton Menz uit Australië dat richtlijnen nodig zijn voor het voorschrift van opmaat inlegzolen zodat de veronderstelde voordelen van deze voorzieningen goed geëvalueerd kunnen worden. Dit zou moeten gebeuren door wetenschappelijk onderzoek te doen zodat "evidence-based" richtlijnen opgesteld kunnen worden. Ook in een overzichtsartikel van Paton en collega’s uit Groot-Brittannië wordt gesteld dat er slechts een kleine hoeveelheid bewijs is voor het gebruik van speciale schoenvoorzieningen (vooral OSB en opmaat inlegzolen in confectieschoeisel), in dit geval in het voorkomen van voetwonden en het verminderen van voetdruk bij diabetes patiënten. Aanbevelingen als het gaat om type en specificatie van de inlegzool kunnen op basis van de literatuur dan ook niet gedaan worden. Daarnaast stellen de auteurs dat patiëntbevindingen over het schoengebruik en een goede kostenanalyse ontbreken.
Beoordeling orthopedisch schoeisel Jaap van Netten heeft in 2009 echter onderzoek gepubliceerd naar de ontwikkeling van een nieuwe vragenlijst voor het beoordelen van het gebruik en de gebruiksvriendelijkheid van orthopedisch schoeisel bij patiënten. Over deze Monitor Orthopedisch Schoeisel is door de auteur zelf in een eerdere uitgave van het vakblad geschreven. Een verondersteld probleem bij de beoordeling van het schoeisel dat een patiënt draagt is het gebrek aan een betrouwbaar beoordelingsinstrument. Om deze reden ontwikkelden therapeuten en onderzoekers uit Australië een instrument waarmee pasvorm, algemene eigenschappen en
vorm van de schoen, bewegingscomponenten, demping en slijtage op een gestructureerde manier beoordeeld kunnen worden. Op basis van een goede betrouwbaarheid zou dit instrument mogelijk ingezet kunnen worden voor patiëntenzorg en onderzoek.
Conclusies In 2009 is geen enkel onderzoek gedaan naar de effectiviteit van orthopedisch maatschoeisel (OSA). Er zijn meerdere buitenlandse studies gedaan, met name in
Meer onderzoek naar de effectiviteit van orthopedisch vervaardigd maatschoeisel en inlegzolen is sterk gewenst.
Australië, naar opmaat inlegzolen bij verschillende aandoeningen. De vergaarde bewijslast voor het gebruik van deze voorzieningen is vrij mager. Echter, deze onderzochte voorzieningen blijken vooral total-contact inlegzolen te zijn die in opbouw, fabricage en gebruikte materialen afwijken van de zolen zoals die in Nederland door schoentechnici gemaakt worden. Meer onderzoek naar de effectiviteit van orthopedisch vervaardigde inlegzolen en maatschoeisel is daarom sterk gewenst. ■
Een overzicht van de geraadpleegde artikelen is te vinden op www.nvos-orthobanda.nl
ORTHOPEDISCHE TECHNIEK - april 2010
23
MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMER Een interview met Frans Grol In november 2009 vertrok een groep mensen, bestaande uit een revalidatiearts, een fysiotherapeut en een orthopedisch schoentechnicus uit Nijmegen - Frans Grol - naar Kameroen. Niet echt een alledaagse reis, maar voor Frans al gewoon. "Ik ben in november terecht gekomen in Kameroen, omdat op het laatste moment iemand wegens ziekte was uitgevallen. Nu ben ik toevallig een paar keer in Afrika geweest, maar het had net zo goed een ander werelddeel kunnen zijn." Vier jaar geleden is Frans gestopt met zijn orthopedische schoenpraktijk, met in zijn achterhoofd het idee om zijn kennis over te brengen aan mensen en organisaties die dit hard nodig hebben. "Ik heb altijd al interesse gehad voor landen en mensen die minder rijkelijk zijn bedeeld en waar het
niet vanzelfsprekend is dat mensen met een handicap of afwijking worden geholpen." Frans licht toe: "Mijn motivatie voor mijn inzet voor ontwikkelingsprojecten is tweeledig: enerzijds heb ik een flinke vakkennis opgebouwd en heb ik in Nederland mijn steentje bijgedragen aan de vakontwikkeling én ik wil mij actief voor mensen inzetten".
Praktijkervaring en fantasie Frans is het voorbeeld van de ervaren orthopedisch schoentechnicus die zich in de praktijk heeft ontwikkeld als deskundige in zijn vakgebied. "Na mijn avond-Mulo besloot ik te blijven werken bij het orthopedisch familiebedrijf en het vak verder te leren van mijn vader. Ik werd daarmee de derde generatie in het familiebedrijf. Ik kreeg hier de kans mee te groeien en in diverse landen de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van orthopedie te bekijken en te leren. Daarnaast volgde ik alle mogelijke
“Zij zijn zeer geïnteresseerd en willen alles weten en leren.”
cursussen en opleidingen. Het is bijna niet meer voor te stellen, maar ik kom uit de periode dat we nog werkten met een handmachine waar pas later een motor onder is gezet. Vervolgens werden deze machines vervangen door moderne machines en tot slot kregen we de computer-gestuurde freesbanken. Ik ben bij alle fases intensief betrokken geweest en kan hier met plezier op terugkijken. Er is geen mooier vak dan de orthopedie, juist vanwege de verschillende invalshoeken van creativiteit, innovatie, techniek, organisatie en het sociale aspect. Ikzelf vind deze combinatie echt geweldig: zoeken en vinden van oplossingen voor mensen die een probleem hebben. Met de nieuwe ontwikkelingen komen we steeds meer op de goede weg om mensen met een afwijking een adequate begeleiding te geven en een goed passend product af te leveren." Frans vindt het allemaal vanzelfsprekend: "De mix van mijn praktische ervaringen met handgereedschappen en veel fantasie hebben mij de laatste jaren veel geholpen, zeker in Burundi. Er waren wel materialen, maar alles zat in containers en moest nog worden uitgezocht. Daarnaast was er geen stroom en kostte het bijzonder veel moeite om bepaalde zaken op de rit te krijgen. De voldoening is des te groter als blijkt dat je daar toch in slaagt".
“Er is geen mooier vak dan de orthopedie, juist vanwege de verschillende invalshoeken van creativiteit, innovatie, techniek, organisatie en het sociale aspect.” 24
Leren loslaten Na een periode van 2 à 3 weken zit de taak als vrijwilliger voor Frans er weer op. "Toch weet ik dat er een goede start is gemaakt en dat je hierna op de hoogte wordt gehouden van verdere ontwikkelingen. Je kunt het loslaten.” Persoonlijk staat Frans nog wel eens stil bij zijn ervaringen. “Vaak zijn het de religieuzen die verbonden zijn met een ziekenhuis en kinderen met lichamelijk en/of geestelijke problemen onder barre omstandigheden opvangen. Er is weinig geld om van te leven en er zijn geen toekomstvooruitzichten, alleen maar de liefde van de zusters om te overleven. Ik krijg daar een brok van in mijn keel. Zeker omdat ik na een verblijf van 3 à 4 weken terugkeer naar een welvarend land." Frans benadrukt dat het voor iedereen een goede zaak is om eenzelfde ervaring op te doen. "Ik vraag mijn vakgenoten een keer te overwegen in de vakantie te werken voor een project. Deze ervaring doet je niet alleen als mens veel goed, maar geeft tegelijkertijd het besef waar een schreeuwende behoefte aan is." Er zijn een paar stichtingen in Nederland die dergelijke projecten in het buitenland ontwikkelen en ondersteunen. "Natuurlijk is het soms wel afwachten met wat voor soort organisatie je te maken krijgt, maar er zijn eigenlijk geen organisaties waarmee ik vervelende ervaringen heb opgedaan," aldus Frans. “Je moet wel over een relativeringsvermogen beschikken. Zo konden we in Kameroen in alle rust werken. Relatief gezien zijn de mensen daar redelijk welvarend. In Burundi echter waren de om-
standigheden bar slecht. Er heerst hier veel honger en armoede; Burundi is namelijk één van de vier armste landen ter wereld en een land zonder enig vooruitzicht: geen grondstoffen, geen werk en tot voor kort verwikkeld in een lange burgeroorlog. Er was zelfs sprake van een negatief reisadvies toen ik vertrok. Hoewel ik doorgaans geen risico’s neem, durfde ik dit risico wel aan. Het thuisfront vindt (behoudens de risico’s) het overigens ook prima dat ik dit werk doe. Ten slotte ben ik niet langer dan een maand van huis."
Nieuwe plannen Onverzettelijk is Frans zeker; hij hoopt in de toekomst nog meer basaal aan het werk te gaan en meer les te geven aan medewerkers in revalidatiecentra. "Zij zijn zeer geïnteresseerd en willen alles weten en leren. Met het doceren van basiskennis en leren produceren is het makkelijker om een op-
stapje te maken naar de Orthopedie." Over een maand zit Frans weer in Kameroen. "Ik bereid mij niet echt voor. Het enige wat ik nu weet, is dat de organisatie daar met technische problemen kampt. Ik ga gewoon eerst kijken, neem simpele handgereedschappen mee en bepaal ter plekke de aanpak." ■
Frans benadrukt dat de vakgenoten ook thuis een bijdrage kunnen leveren: “Staat er nog een ongebruikte machine in de hoek of wil je materialen beschikbaar stellen, mail dan naar
[email protected]. Ik weet wat er nodig is en hoe dit op een goede plek terecht komt!”
ORTHOPEDISCHE TECHNIEK - april 2010
25
TEKST & BRON Sjoukje Wiegersma (TNO) en Sergio Puigserver (IBV)
INTERNETAPPLICATIE VOOR DE PROFESSIONAL 'Knowledge Management System': een kennisplatform. De orthopedische schoenensector is zich ervan bewust dat deze dringend op zoek moet gaan naar manieren om enerzijds de kosten te drukken en anderzijds behandelingen sneller effectief te maken. Eén van de redenen waarom dit nu nog niet is gebeurd, is de - vaak onvoldoende beschikbaarheid van nieuwe kennis over voetproblemen, materialen en mogelijke behandelmethoden door orthopedische schoenentechnici.
De continu stijgende kosten voor de zorg als gevolg van de vergrijzing in Europa, impliceren zowel kansen als risico’s voor de orthopedische (schoenen) sector, namelijk: - een toenemende vraag naar zorg in combinatie met de ontwikkeling van nieuwe technologieën en materialen biedt nieuwe kansen, - maar de toenemende kosten maken het noodzakelijk om zorgverzekeraars te overtuigen van een behandeling. Behandelingen die niet direct aantoonbaar werken, zullen als eerste geschrapt worden van de lijst van vergoedingen door de nationale zorgverzekeraars.
men is informatie beschikbaar voor iedere fase van de behandeling. Het onderdeel “Biomechanical assessment” is opgedeeld in: - Procedures: Beschrijven verschillende methoden voor het bepalen van een voetafwijking. - Tools: Omvatten een lijst van veel gebruikte tools voor het stellen van een diagnose, inclusief de voor- en nadelen van deze tools.
De KMS is ontwikkeld binnen het project INNOFOOT, een researchproject in het 6e Framework Programme, gesponsord door de Europese Unie. Het INNOFOOT consortium bestaat uit tweeëntwintig partners: vijf brancheverenigingen, vijf researchinstituten en -universiteiten en twaalf MKB-bedrijven, alle voor een deel actief in de orthopedische sector.
26
In het onderdeel "Validation" zijn tools en procedures opgenomen waarmee het effect van een gekozen behandeling kan worden geverifieerd. Dit zijn hoofdzakelijk dezelfde methoden die ook bij de Biomechanical assessment zijn toegepast, zodat de resultaten na/tijdens de behandeling goed vergeleken kunnen worden met de beginsituatie.
Tot slot KMS is een kennissysteem met een schat aan informatie over orthopedische schoentechniek, voornamelijk bedoeld als naslagwerk voor orthopedische schoentechnici en andere footcare specialisten. De kennis en informatie zijn zorgvuldig geselecteerd, maar zullen ongetwijfeld niet voor 100% overeenkomen met de ervaring en expertise van alle bedrijven in de Europese Unie. Om die reden is er een forum aan KMS toegevoegd, waar gebruikers en experts hun meningen en ervaringen kunnen uitwisselen. Deze inbreng kan vervolgens weer leiden tot verdere verbetering van het totale systeem. Het internetadres waarop de tool vrij beschikbaar is: http://innofoot.ibv.org/ Voor vragen en opmerkingen kunt u zich richten tot:
[email protected] (NL) of
[email protected] (Engels). ■
Indeling Inzet van de KMS
Om deze redenen is de KMS - ‘Knowledge Management System’ - ontwikkeld door het Spaanse "Instituto de Biomecánica de Valencia (IBV)". Dit kennissysteem beoogt een platform te zijn voor informatie over diverse onderwerpen in de orthopedie en een ontmoetingsplaats voor uitwisseling van (nieuwe) informatie en voor vragen en antwoorden over specifieke onderwerpen.
De KMS website is eenvoudig te vinden op http://innofoot.ibv.org/ waar de gebruiker snel de gewenste informatie kan vinden; deze site is Engelstalig. Op de website is een forum gecreëerd waar de gebruikers van de tool informatie kunnen delen; in een later traject wordt dit onderdeel uitgebreid met de opties 'vraag&antwoord'.
Het onderdeel “Design criteria” is gesplitst in twee onderdelen: - Materials: Bieden hulp bij de keuze voor de meest geschikte materialen bij het gebruik van inlegzolen, uiteraard afhankelijk van de voetproblemen van een patiënt. - Orthotic solutions: Omvatten een beschrijving van voetafwijkingen, inclusief tekeningen van de meest gehanteerde behandelingen bij deze afwijking, inclusief een advies voor het toepassen van die behandeling.
Per behandelingsmethode is de volgende informatie opgenomen: - beschrijving van het type behandeling: palliatief of correctief; - karakteristiek van de patiënt voor wie deze behandeling geschikt is ; - belangrijkste doel van de behandeling; - korte beschrijving van de behandeling; - procedures voor de uitvoering van de behandeling of voor het maken van de orthese; - meest gebruikte materialen voor het maken van de orthese.
Het Knowledge Management System (KMS) is een internetapplicatie, rechtenvrij te gebruiken voornamelijk door de footcarespecialisten zoals de orthopedische schoentechnici, dat informatie bevat over de biomechanische beoordeling van patiënten en tools voor ontwikkeling en beoordeling van schoenen, inlegzolen en andere orthopedische hulpmiddelen.
De benodigde informatie kan op twee manieren worden gezocht: óf eenvoudig volgens de sitemap óf via de interne zoekmachine. De beschikbare informatie is in blokken opgedeeld in overeenstemming met de fasen van een behandeling: - Biomechanical assessment; - Design criteria; - Validation of orthotic solutions. Voor de meest voorkomende voetproble-
ORTHOPEDISCHE TECHNIEK - april 2010
27
TEKST GaGa-Republic
ISPO 2010 & ORTHOPÄDIE + REHA-TECHNIK
Orthopedische techniek in het middelpunt van wereldcongres en toonaangevende beurs.
De beurs ORTHOPÄDIE + REHA-TECHNIK
uw beenmode specialist! Wij leveren 100% katoenen naadloze sokken met een soepel boord, wollen sokken zonder elastiek in het boord, bedsokken, sokken in modal-katoen tegen huidproblemen en nog veel meer.
Voor bedrijven en instellingen hebben we een aantrekkelijk prijsniveau!!
sokkenmarkt.nl
"De Duitse vakorganisatie 'Handwerk für Orthopädieschuhtechnik' zorgt ervoor samen met de andere leden van het revalidatieteam - dat de bewegingen van de voet zonder klachten blijven", aldus Werner Dierolf, president van de Duitse centrale bond 'Zentralverband Orthopädieschuhtechnik (ZVOS)'. De ZVOS is één van de partners van de wereldwijd toonaangevende beurs ORTHOPÄDIE + REHA-TECHNIK 2010. Het thema orthopedische schoentechniek zal een belangrijk onderdeel van het expositie- en congresprogramma van het evenement zijn. Meer dan 100 ondernemingen met producten voor de orthopedische schoenenproductie presenteren zichzelf van 12 tot 15 mei 2010 op de beurs ORTHOPÄDIE + REHA-TECHNIK. "Alle marktleiders zijn vertegenwoordigd", laat Ronald Beyer, directeur projecten van de ORTHOPÄDIE + REHA-TECHNIK, weten. "Voor de eerste keer zijn ook bedrijven als Masai Germany GmbH en Orthopädie Kall GmbH op deze expositie van de partij." "De beurs ORTHOPÄDIE + REHA-TECHNIK is het toonaangevende evenement voor de
De oplossing voor uw voetproblemen!
orthopedische schoenenbranche in Europa en voor ons dan ook de belangrijkste expositie van het jaar", licht Hendrik Witzel toe, spreekbuis van de Duitse belangengroep van exposanten in de orthopedische schoentechniek 'Interessengemeinschaft der Aussteller in der Orthopädieschuhtechnik (IDA)'. Deze belangengroep vertegenwoordigt zo’n 70 producenten en toeleveranciers.
Invoering van innovatieve producten op de markt wereldwijd Martin Brauner, vennoot van Hermann Springer GmbH en lid van Eurocom e. V., de Europese producentenvereniging voor compressietherapie en orthopedische hulpmiddelen, onderschrijft het belang van dit evenement: "Als marktleider op het gebied van de orthopedische schoentechniek maken wij van de ORTHOPÄDIE + REHA-TECHNIK gebruik om onze innovatieve producten wereldwijd in te voeren."
Congres- en bijscholingsprogramma Met meer dan 1.000 deelnemers uit 50 landen overtreft het congres- en bijscholingsprogramma alles wat tot op heden is georganiseerd. Op het 13e ISPO Wereldcongres, het forum voor orthopedische schoentechniek ("Orthopädieschuhtechnik") en in meerdere vakfora discussiëren interna-
tionale experts over de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van deze techniek.
Actuele studies en nieuwe methoden voor de zorg in het kader van het ISPO Wereldcongres Op 10 mei start in het Congress Center Leipzig het 13e ISPO Wereldcongres. Met een groot aantal lezingen worden diverse thema’s op het gebied van de orthopedische schoentechniek belicht. Onder de titel "Voet & Schoen" komen op 13 en 14 mei experts met informatie over sportschoenen, orthopedische schoenen, gelijmde en gevulkaniseerde binnenzolen en wigzolen aan het woord. Bovendien presenteren de sprekers de resultaten van internationale studies naar de relatie tussen de schoenen en de manier van lopen, onder het motto: "Als je goed loopt, loopt alles goed.…". In een andere lezing wordt de balans opgemaakt van 40 jaar onderzoek op het gebied van sportschoenen. Op 14 en 15 mei vestigen internationale sprekers hun aandacht op ziekten als de diabetische voet, de klompvoet en de omgang met wrijving bij neuropathische voetproblemen. >>
Meer dan 1000 deelnemers uit 50 landen.
telefoon 28
ORTHOPEDISCHE TECHNIEK - april 2010
29
Vakfora voor management en praktijk Keynote speakers In totaal verzorgen tien 'keynote speakers' een presentatie tijdens dit congres. Het is zeker de moeite waard om de presentaties bij te wonen van onder andere Dr. Harmen van der Linde. Op woensdag zal hij dieper ingaan op de visies van de orthopedische techniek met een schets op de toekomstige orthopedische ontwikkeling. Van der Linde, werkzaam als revalidatiearts te Nijmegen, ziet niet alleen de hightech prothesen als dé vooruitgang, maar is ook van mening dat met doeltreffende behandelplannen de mogelijkheden bij patiënten zullen toenemen. Een tweede spreker die u zeker niet mag missen is Professor Dr. Jan Geertzen met zijn presentatie 'Rehabilitatie, de sleutel naar de vaardigheden' op donderdag. Op woensdag zullen onder leiding van Gerwin Limbach, lid van het bestuur van de informatiegemeenschap FBOS (Frankfurter Bildungsgemeinschaft für OrthopädieSchuhtechnik) experts in een Duitstalig vakforum informatie geven over de richtlijnen voor de nieuwe categorisering van het diabetische voetsyndroom tot de orthopedische schoentechnici. De centrale organisatie 'Zentralverband Orthopädie-Schuhtechnik' heeft in samenwerking met gerenommeerde medici en werkgroepen op dit gebied al in 2006 een nieuwe versie gerealiseerd met als doel, de eerdere categoriseringen in één enkel totaaloverzicht onder te brengen. Deze categorisering kan zowel door artsen en
Aanmelden kan via: www.ispo-2010-leipzig.de www.ot-leipzig.de
orthopedische schoenmakers als door fysiotherapeuten, wondmanagers en medewerkers van ziektekostenverzekeraars worden toegepast en is bedoeld om voor een deel de 'Babylonische spraakverwarring' in het zorgteam tegen te gaan. Ook worden sinds het verschijnen van deze categorisering - opleidingen met workshops (Diabetes 5) aangeboden, die moeten leiden tot het vervaardigen van noodzakelijke orthopedische hulpmiddelen voor de verzorging van diabetes op een zo’n gelijk en hoog mogelijk kwaliteitsniveau te brengen.
Nieuw op de ORTHOPÄDIE + REHA-TECHNIK: Podologie / Medische voetzorg Voortkomend uit de interdisciplinaire dialoog wordt in de aanstaande ORTHOPÄDIE + REHA-TECHNIK voor de eerste maal ook een zelfstandig themagebied met als titel 'Podologie / Medische voetzorg' geïntegreerd. Dit themagebied wordt op de vakbeurs gepresenteerd via de expositieafde-ling 'Forum Podologie'. Aan deze première nemen de bedrijven Gustav Baehr GmbH, SIXTUS-WERKE Fritz Becker GmbH & Co KG of SÜDA GmbH & Co. KG deel. Een partner op dit nieuwe themagebied is de ZFD. Deze organisatie plant onder meer een interdisciplinair evenement in met als doel te komen tot een nauwere samenwerking tussen de diverse disciplines.
Record aantal vooraanmeldingen voor de wereldwijd toonaangevende beurs Over het geheel genomen verwacht het beursmanagement dat er 470 exposanten op de beurs ORTHOPÄDIE + REHATECHNIK in Leipzig zullen staan. De expositie is dit jaar uitgebreid met twee beurshallen van 40.000 m2. Op het gebied van orthopedietechniek, orthopedische schoentechniek en compressietherapie biedt de ORTHOPÄDIE + REHA-TECHNIK een wereldwijd uniek en compleet overzicht van de branche. Kernpunten van de expositie zijn daarnaast de vakgebieden: technische revalidatie, research en ontwikkeling, het 'Huis van het Gezondheidswezen' en de inrichting van werkplaats en winkel. ■
Voor meer Informatie: Fair Format B.V. Cora Burger Tel 055 – 533 04 00 E-mail:
[email protected] 30
ORTHOPEDISCHE TECHNIEK - april 2010
31
TEKST GaGa-Republic BRON Rob Verwaard
PROTOCOLLERING Protocol als hulpmiddel in onze dagelijkse praktijk. Wie iets moet… voelt zich niet verantwoordelijk. Behalve als je van jezelf moet, maar dan is moeten willen geworden! Met bovenstaande tekst startte Rob Verwaard zijn presentatie bij zorgverzekeraar UVIT over het gebruik van het voet-schoen protocol in de praktijk. Rob Verwaard werkt mee aan de ontwikkeling van dit protocol en merkte bij de introductie dat zijn medewerkers zich vaak afvroegen: "Waarom moet ik dat lange formulier invullen? Moet dat van de zorgverzekeraar? Ik ben een orthopedisch schoentechnicus en toch geen administrateur! Ik heb hier echt geen tijd voor! Dit gaat ten koste van de echte kwaliteit!" Iemand dwingen een paar kruisjes te zetten op een formulier is niet de optimale weg om een richtlijn in te voeren. Op deze wijze voelt de professional zich totaal niet verantwoordelijk voor de inhoud van het formulier en wordt het puur gedaan voor de vorm. De correcte weg is uitleggen wat een protocol is en wat het voor de professional kan betekenen. Het zou op den duur iets moeten zijn dat hij of zij van zichzelf zou moeten, omdat het voor hem of haar voordelen oplevert. Moeten is dan willen geworden.
Wat is een protocol? Een protocol is een gedragsovereenkomst, meestal in de vorm van een aantal uit te voeren stappen. Een aantal partijen spreekt dus af welke stappen er ondernomen worden om bijvoorbeeld een vliegtuig veilig te laten opstijgen. Of er nu bij een Nederlandse piloot of een Engelse piloot wordt ingestapt, iedereen kan er zeker van zijn dat dezelfde stappen worden genomen om het vliegtuig veilig de lucht in te krijgen. Hebt u zich wel eens afgevraagd waarom deze piloten de moeite nemen om protocollen door te lopen? Het is geen gebrek aan kennis of ervaring, want ook de meest kundige en ervaren piloot brengt de passagiers volgens een vaste werkwijze op een bestemming. Door iedere keer het protocol secuur te doorlopen worden alle risico’s die het opstijgen met zich meebrengt zodanig verkleind dat vliegen tot één van de veiligste manieren van transport kan worden gerekend. Voor de vliegtuigsector is het protocol niet meer dan vanzelfsprekend. Een veilig gevoel voor u als klant van een vliegtuigmaatschappij. Wellicht verlangt de klant die bij u in de paskamer stapt ook wel een behandeling waarbij alle noodzakelijke aspecten de volledige aandacht krijgen van u als behandelaar. Een checklist van noodzakelijke aspecten zou u daarbij kunnen helpen.
Hoe kan een protocol helpen bij uw werk? Uw klanten hebben de verwachting dat de orthopedisch schoentechnicus hen weer mobiel maakt en de mogelijkheid geeft om te kunnen doen wat zij graag zouden willen doen. Zonder het hulpmiddel, in dit geval een soort orthopedisch schoeisel, blijven ze letterlijk met een bepaald probleem zitten.
In de procesbeschrijving hulpmiddelenzorg staat in grote stappen benoemd, wat er gedaan moet worden om op een correcte wijze een klant weer mobiel te maken. Het begint met het probleem en de verwachtingen van de klant goed in kaart te brengen, vervolgens een plan maken en tenslotte het plan uitvoeren. Nadat de klant het hulpmiddel een tijdje heeft gebruikt, wordt bekeken of alles voldoet aan de verwachtingen van u en van uw klant. Voor veel professionals in uw vakgebied is dit de normaalste gang van zaken. Het protocol doet niets anders dan u ondersteunen in deze werkwijze.
Volg de stappen van de procesbeschrijving Op het protocolformulier zijn alle stappen van de procesbeschrijving uitgewerkt. Sommige vragen zijn verplicht in te vullen, de andere alleen als deze relevant zijn voor uw klant. Door dit formulier in een vaste volgorde door te lopen, hoeft u zelf niet meer te bedenken of u iets bent vergeten te vragen of te onderzoeken. Het protocol ondersteunt de kwaliteit van handelen van de professional. In het begin kost dit zeker meer tijd, omdat dit protocolformulier een andere volgorde kent en andere gegevens bevat dan de huidige formulieren. Het is even wennen, maar na verloop van tijd krijgt de behandelaar de nodige routine en kan het werk op een efficiëntere wijze worden uitgevoerd. Een goed protocol bevordert de efficiëntie van handelen. Ten slotte kan het protocol hulp bieden bij de evaluatie. Op het formulier kan worden aangegeven wat het probleem en de verwachting van de klant zijn, welk plan is gemaakt en op welke wijze dit is uitgevoerd. Daarmee kan de klant, collega of zorgverzekeraar laten zien op welke informatie is gehandeld.
Op deze wijze zijn de verrichte handelingen toetsbaar gemaakt aan een landelijke richtlijn wat een sterk uitgangspunt geeft bij conflicten.
woordelijkheid. Een vliegtuig besturen leer je tenslotte ook niet met een schriftelijke ‘crash-course’.
Vervolg Dit formulier is absoluut geen vervanging van uw deskundigheid. Een protocol is, hoewel richtinggevend, slechts een hulpmiddel en kan en mag nimmer de plaats innemen van eigen denken en handelen van de zorgverlener. Elke zorgverlener kent en neemt altijd zijn of haar eigen verant-
Dit artikel geeft inzicht over de wijze waarop een protocol in de paskamer zou kunnen werken. In een volgende editie van het vakblad komt Rob Verwaard terug op de rol die een landelijk protocol kan spelen bij de opleiding en de ontwikkeling van het vak. ■
Dit is absoluut geen vervanging van uw deskundigheid, het is een hulpmiddel.
Piloten gebruiken de checklist dagelijks.
Wilt u reageren naar aanleiding van dit artikel? Wij zien uw reactie graag tegemoet via
[email protected]. Daar kunt u als lid van NVOS-Orthobanda tevens het protocolformulier opvragen. 32
ORTHOPEDISCHE TECHNIEK - april 2010
33
TEKST René van der Kolk BRON Schinsleder, Maiburg, Rudol, Neskrid
MINIWORKSHOP: Vanuit meerdere vestigingen in Nederland biedt
LIJMEN
Hanssen Footcare al 80 jaar totale voetzorg. Met onze
Voor de lastig te verlijmen materialen wordt in de schoenindustrie steeds vaker gebruik gemaakt van PU (polyurethane) en TR (thermoplastisch rubberen) zolen. Deze materialen kunnen gemakkelijk in een vorm worden gegoten of geperst. Een nadeel is echter dat deze materialen lastig te verlijmen zijn met standaard-neopreenlijmen. Voor een goede lijmverbinding is een juiste lijmkeuze en een beheerst lijmproces belangrijk.
90 medewerkers ontwikkelen en vervaardigen wij (voet)-hulpmiddelen om de bewegingsvrijheid van onze cliënten te verbeteren. Onze dienstverlening bestaat uit een totaalpakket aan oplossingen, van hulpvraag en advies tot levering en nazorg.
Wie graag kennis uitwisselt met collega’s heeft bij ons een voet tussen de deur. Voor onze vestigingen in Arnhem, Ede en Leiden zoeken wij een:
Paskamermedewerker / Orthopedisch schoentechnicus m/ v Wat ga je doen?
heden. Hanssen Footcare combineert de expertise van
Jij geeft onze cliënten hun bewegingsvrijheid terug.
een landelijke organisatie met het aanbieden van per-
Je biedt de beste oplossing op schoentechnisch gebied
soonlijke voetzorg op lokaal niveau.
Herkenning materialen Voor de keuze van de lijmverbinding is belangrijk te weten met welke materialen wij te maken hebben. - PU (Polyurethane) heeft een open celstructuur en is te herkennen aan de poreuze, schuimachtige structuur; bij het schuren van PU ontstaat een poederige, korrelige samenstelling. - TR (Thermoplastisch rubberen) zolen lijken op rubber en voelen ook compact aan; tijdens het schuren smelt het materiaal weg en bij het gebruik van een verdunning, zoals een zolenlosmaker, breekt het materiaal. - PVC (Polyvinylchloride) wordt tijdens het schuren erg heet en smelt weg. - Hard plastic (Polystyrol) wordt vaak gebruikt voor hakken. Voor het lijmen dient dit te worden afgewassen met aceton. - EVA (Ethyl Vinyl Acetaat) poreus, lichtgewicht en heeft een duidelijke celstructuur. - Poro (Poreus rubber) is zwaarder dan EVA en geeft bij het schuren een fijne stof af en heeft een celachtige structuur. - PE (Polyethyleen) is hard en zwaar, wordt vaak gebruikt voor herenhakken.
en begeleidt de cliënt van hulpvraag tot nazorg. Hiervoor werk je nauw samen met medisch specialisten.
Herken jij jezelf in dit profiel? Dan maken wij graag kennis!
Je ontvangt cliënten in onze vestiging en bezoekt ze
Stuur je reactie naar: Hanssen Footcare,
op onze multidisciplinaire spreekuurlocaties.
t.a.v. Ruben Mulders (manager P&O), Postbus 32008, 6370 JA Landgraaf,
[email protected].
Bij Hanssen Footcare ben je in de gelegenheid om je kennis verder te ontwikkelen op het gebied van de
Voor meer informatie over Hanssen Footcare, deze en
orthopedische en schoentechnische behandelmogelijk-
andere vacatures ga je naar: www.footcare.nl
Alkmaar - Almere - Amersfoort - Apeldoorn - Arnhem - Baarn - Bocholtz - Brunssum Bunschoten - Den Haag - Dieren - Ede - Gouda - Gulpen - Haarlem - Harderwijk - Heerlen Heiloo - Hoensbroek - Landgraaf - Leiden - Maastricht - Rhenen - Sittard - Geleen - Velp
34
De tijd wordt schematisch uitgezet tegen de lijm sterkte. De lijm is dan nog niet actief en kan worden aangebracht. De lijm begint dan op sterkte te komen waarna de lijmverbinding op sterkte is. De tijden verschillen per lijm, vandaar dat deze worden aangeduid middels nummers. Ieder nummer staat voor een bepaalde fase van het lijmproces.
Het lijmproces
De verwerking
Het lijmproces doorloopt verschillende stadia, namelijk het reinigen van de te lijmen delen, het geschikt maken van de te lijmen delen, het aanbrengen van de lijm en het reageren van de lijm. Belangrijk is te weten wat de open tijd is van een lijm; dit is de tijd waarin de te lijmen delen op elkaar worden geperst. Is de open tijd verstreken dan zal de lijm moeten worden geactiveerd. (Zie onderstaand schema.)
PU zolen eerst ontvetten met aceton, ruwen en halogeneren of gebruik een voorstrijkmiddel met een harder of cyanoacrylaat-lijm (atoomlijm). Na het drogen te verlijmen met Wakol Plastocoll 3306/120 gemixt met 5% harder H of Rudol PU 152 gemixt met harder M10 of, bij hoge eisen aan warmte- of koudebestendigheid (-30 tot +70 graden), een Rudolpren gemixt met harder M10. TR zolen afwassen met aceton, ruwen halogeneren en voorbehandelen met TR-hechter, harder M10 of Wakol Voorstrijk gemixt met 5% harder. Na het drogen te verlijmen met Rudol K1190 of Plastocoll TR 1355 of Plastocoll 3306-120 gemixt met 5% harder. PVC eerst ontvetten en ruwen, waarna verlijmd kan worden met Rudol PU 152. Hard plastic eerst afwassen met aceton, daarna te verlijmen met Rudol PU 152 of Plastocoll 3306-120 gemixt met 5% harder. >>
ORTHOPEDISCHE TECHNIEK - april 2010
35
TEKST Ing. Femina Fransman BRON www.weekvanhetambacht.nl
EVA en Poro eerst goed ruwen, daarna verlijmen met een neopreen lijm zoals SLExtra, Wakolfix2433 of Rocket. PE eerst verwarmen met open vuur, hierdoor wordt de toplaag geopend, waarna het verlijmd kan worden met Rudol PU 152 met harder M10 of Plastocoll 3306-120 gemixt met 5% harder. Voor meer informatie over de verlijming van de diverse materialen verwijzen wij naar de website van uw lijmleverancier. Hier zijn ook vaak de eerder genoemde technische bladen te downloaden.
WEEK VAN HET AMBACHT Een succes in 2009, een groots vervolg in 2010
De meest bekende leveranciers zijn Rudol, Maiburg, Renia en Saba. Er zijn bedrijven die onder eigennaam lijmen leveren maar veelal komen deze lijmen bij één van de eerdergenoemde leveranciers vandaan.
Verlijmen werkschoeisel Tot slot een voorbeeld van het proces voor het verlijmen van onderwerken van werkschoeisel, toegepast door de industrie. Stap 1 Zolen voorbehandelen door halogeneren, ontvetten en ruwen. Stap 2 Schachten voorstrijken met Wakol Plastocoll Vorstrich 1352 gemixt met 5% Wakol harter H.
Naar aanleiding van deze workshop kunt u vragen en suggesties mailen naar:
[email protected]
Stap 3 30 minuten laten drogen. Stap 4 Schachten en zolen lijmen met Wakol Plastocoll 3306-120 gemixt met 5% Wakol harter H. Stap 5 Tussen de 1 en 2 uur droogtijd aanhouden. Stap 6 Beide delen activeren. Stap 7 15 seconden persen onder een druk van 5,5 bar. ■
De nieuwe Week van het Ambacht staat op de agenda van 16 t/m 24 april 2010. Deze vierde editie - na de introductie in 2007 - belooft nog grootser en aantrekkelijker te worden dan de ‘Week’ die vorig jaar al zo succesvol is verlopen. Vraag naar ambachtslieden groeit
Activiteiten in geheel Nederland
De belangstelling voor deze ‘Week’ groeit dankzij een toenemend besef bij publiek en politiek dat de Ambachtseconomie van groot belang is voor ons land. Met ruim 225.000 bedrijven en circa 1.000.000 vakmensen, is de Ambachtseconomie goed voor meer dan 133 miljard euro omzet. Een factor van groot sociaal economisch belang. De vraag naar goed opgeleide ambachtsmensen is blijvend, waarbij onder het begrip ambacht wordt verstaan de beroepen: van kapper, meubelmaker, slager/traiteur tot opticien en orthopedisch schoenmaker. ‘Goed opgeleide vakmensen’, is dé gezamenlijke uitdaging. Dit gaat verder dan het bieden van aantrekkelijke opleidingen en het waarborgen van voldoende stageplaatsen met adequate begeleiding. Het gaat vooral ook om het promoten van ‘het ambacht’ en de goede toekomstperspectieven voor de individuele vakmensen, met een reële optie tot zelfstandig ondernemerschap. Een rode draad is de passie die vakmensen veelal beleven aan hun ambacht.
De ‘Week’ manifesteert zich in 2010 in geheel Nederland onder andere met events in Joure, Groningen, Hengelo, Heerhugowaard, Nieuwegein en Dordrecht in een beursachtige setting zoals ambachtentours, open dagen in bedrijven, enz. Bezoekers kunnen hier op een dynamische wijze kennis maken met vele, interessante beroepen en opleidingen. Wilt u ook aanhaken bij de ‘Week’ en bijvoorbeeld een Open Huis organiseren, een actie opzetten of promotiemateriaal ontvangen? Neem dan contact op met
Miranda Post van het HBA via een mail naar
[email protected]. Kijk voor meer informatie op www.weekvanhetambacht.nl. ■
De vierde ‘Week van het Ambacht’ zal verder bijdragen aan de erkenning en waardering van de Ambachtseconomie.
De Week van het Ambacht is een initiatief van het Hoofdbedrijfschap Ambachten en UWVWERKbedrijf met Servicepunt Ambachten. Over het Hoofdbedrijfschap Ambachten Het Hoofdbedrijfschap Ambachten (HBA) is een publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie van en voor de ambachten. Het HBA staat voor een toekomstgerichte kijk op de ambachten, met een nadruk op het groeiende belang van de ambachtseconomie. In het HBA zijn 36 ambachtelijke branches verenigd, die gezamenlijk werk bieden aan ongeveer 300.000 mensen.
36
ORTHOPEDISCHE TECHNIEK - april 2010
37
COLOFON
VAKBLAD VAN NVOS-ORTHOBANDA Postbus 120, 3760 AC Soest, telefoon: 035-588 04 95. CONCEPT EN REALISATIE GaGa-Republic, Ridderkerk. EINDREDACTIE Rob Verwaard (NVOS-Orthobanda), GaGa-Republic. REDACTIERAAD Ing. J.A.P.F. Lavrijsen, projectmanager TNO, Ing. J. Olsman, dr. S. Bus, PhD, Revalidatiearts. CONTACTADRES REDACTIE GaGa-Republic (
[email protected]). OPLAGE 1.500 exemplaren. DRUKKERIJ Karstens, druk met communicatie BV. Het vakblad Orthopedische techniek wordt o.a. verspreid onder de leden van NVOS-Orthobanda. ABONNEMENTEN kunnen via e-mail
[email protected] worden aangevraagd bij het secretariaat van NVOS-Orthobanda, Eigendomweg 4, 3765 ED Soest.
ere d n a n e e Tijd voor riere r a c e j n i wending
ABONNEMENTSPRIJS € 35 per jaar, exclusief 6% BTW. Losse nummers of extra bewijsnummers zijn beschikbaar op verzoek. ADVERTENTIEVERKOOP NVOS-Orthobanda, Eigendomweg 4, 3765 ED Soest. TEL +31(0)35-5880495, FAX +31(0)35-6025170, MAIL
[email protected]. AANLEVERING ADVERTENTIES voor editie september 2010: uiterlijk 30 juli 2010, voor editie december: uiterlijk 29 oktober 2010. Opzegging van het abonnement dient schriftelijk en minimaal drie maanden voor aanvang van het nieuwe kalenderjaar te geschieden. Dit vakblad verschijnt drie keer per jaar. Voor het geheel of gedeeltelijk overnemen of bewerken van artikelen dient men toestemming te vragen aan de redactie. In de meeste gevallen zal die graag worden gegeven. Dit vakblad is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld. De vereniging en de uitgever zijn niet
LIVIT Orthopedie BV is marktleider in Nederland op het gebied van orthopedische hulpmiddelen, zoals prothesen, orthesen, voetzorg en compressietherapie. We hebben 40 vestigingen en nagenoeg een landelijke dekking. Onze Orthopedisch Adviseurs werken samen met voorschrijver en patiënt aan een optimale orthopedische voorziening. Bij LIVIT Orthopedie BV zijn ruim 550 medewerkers werkzaam. Vanwege groei is LIVIT voor diverse regio’s op zoek naar nieuwe collega’s voor de functie van:
aansprakelijk voor fouten en/of omissies.
ORTHOPEDISCH ADVISEURS PRO- & ORTHESEN EN ORTHOPEDISCH ADVISEURS SCHOENTECHNIEK
Editie september 2010
VOORUITBLIK
M/V (FULLTIME/PARTTIME) Functie - In de functie van Orthopedisch Adviseur (ook wel Orthopedisch Instrumentmaker of Orthopedisch Schoenmaker genoemd) bent u verantwoordelijk voor het zelfstandig aanmeten, passen en afleveren van Orthopedische Hulpmiddelen op verschillende locaties. U werkt nauw samen met voorschrijvers in de regio en onderhoudt contacten met de diverse ziekenhuizen, verpleeg- en verzorgingsinstellingen. Daarnaast verzorgt u een verslaglegging van uw opdrachten aan de afdeling inkoop en administratie.
De Dutch HealthTec Academy is de nieuwe school voor gezondheidstechniek: dé techniek van de toekomst. De techniek die te maken heeft met onze kwaliteit van leven:
Horen, zien, lachen, bewegen!
Deze vier woorden geven weer waar het bij de vakopleidingen voor gezondheidstechniek om draait. Het genieten van een spannende film, een lekkere maaltijd in een restaurant of een swingend concert kan voor sommige mensen alleen met bepaalde technische hulpmiddelen zoals een bril, een gebitsprothese of kroon, een gehoorapparaat of speciale schoenen of prothesen. De gezondheidstechnicus maakt het mogelijk met de nieuwste technieken en het modernste design. Want men wil natuurlijk niet alleen goed kunnen zien, horen en bewegen, maar er ook goed uitzien! In september 2010 opent de Duch HealthTec Academy haar deuren. Meer over deze bijzondere school in het volgende nummer.
38
Wij vragen - U heeft de opleiding Bewegingstechnologie, Orthopedische Technologie, Fysiotherapie en/ of SVGB niveau 4 met succes afgerond en bij voorkeur aantoonbare ervaring in de branche. U bent in staat om zelfstandig en in teamverband te werken. U beschikt over uitstekende communicatieve en organisatorische vaardigheden. U bent representatief, enthousiast en flexibel ingesteld. U beschikt over voldoende inlevingsvermogen en bent resultaatgericht. Tevens bent u in het bezit van een rijbewijs B.
Arbeidsvoorwaarden NVOS-Orthobanda is de arbeidsvoorwaarden (cao, salarishuis, pensioenen) aan het stroomlijnen. De markt verandert in een rap tempo. De arbeidsvoorwaarden moeten hierop worden aangepast. Aan het woord wordt gelaten: Che Hsin Falkenström, bestuurslid en voorzitter van de commissie Arbeidsvoorwaarden van NVOS-Orthobanda.
Wij bieden - Een afwisselende baan in een flexibele, innovatieve en snelgroeiende organisatie waar voldoende ruimte is voor zelfontplooiing en waarbinnen opleidingsmogelijkheden zijn. Reageren - Uw open sollicitatie kunt u, voorzien van motivatie en CV, richten aan LIVIT Orthopedie BV, ter attentie van afdeling P&O, Postbus 962, 2003 RZ Haarlem. Of mailen naar
[email protected]. Wij nemen dan zo spoedig mogelijk contact met u op. Kijk voor meer informatie op www.livit.nl of bel 023-5530486.
WIJ BEGRIJPEN WAT U BEWEEGT
ORTHOPEDISCHE TECHNIEK - april 2010
39