Slapen, eten en drinken Zo normaal en soms zo lastig
Yvette Dijkxhoorn GZ-pedagoog/orthopedagoog
Verstandelijke beperking O M
Gedrag en emotie
gedrag
G E V
Cognitieve functies
I N G
Hersenen, aanleg
hersene n
Hoe belangrijk zijn eten, drinken en slapen? 50% Basale levensbehoefte n
Criteria voor welbevinden (als onderdeel van kwaliteit van bestaan) -
Genieten van eten en drinken; Lekker slapen en rusten; Plezierige relaties en contacten; Actief zijn; Jezelf redden; Jezelf zijn; Je gezond voelen van lichaam en geest; Plezierig wonen.
Wanneer spreken we van een probleem: -
Subjectief, we ervaren een probleem Komen bij iedereen voor Hebben verschillende oorzaken (multicausaal)en reageren niet allemaal op dezelfde interventies
-
Er is sprake van last
Probleemgedrag bij mensen met een verstandelijke beperking - Normale ontwikkeling (leeftijdsgebonden problemen) - Specifieke ontwikkeling (ontwikkelingsgebonden problemen) - Afwijkende ontwikkeling (stoornissen, neurologische defecten, syndromen)
Een beetje houvast in ontwikkelingspsychologisch denken Licht VB 6-12 jaar Schoolkind Matig VB
2-6 jaar
Kleuter
Ernstig VB
1-2 jaar
Peuter
Diep VB
0-1 jaar
Baby
Normale ontwikkeling van slaap Slaapbehoefte: sterk biologisch bepaald, hangt samen met ontwikkeling van de hersenen - Baby: - 4-5 slaapjes per 24 uur - vanaf een maand of twee doorslapen - 24-uursritme vanaf vier maanden - 8 maanden ‘s morgens, ‘s middags een uur, ‘s nachts doorslapen
Normale ontwikkeling van slaap - Peuter: middagslaapje - Kleuter: 11-12 uur - Slaapbehoefte: 4 jaar 11 uur 12 jaar 9,5 uur - Puberteit: toename in behoefte aan slaap, sociale omgeving vraagt later naar bed, vroeger opslaaptekortmoeite met opstaanlangslapers in het weekend - In de volwassenheid weer een afname tot ongeveer 8 uur
Wat is goed slapen? - Slaap-/waakcyclus: alert wakker worden, ontspannen wakker, slaperig, lichte slaap, diepe slaap, REM-periode.
- Slaapeffectiviteit (>85%)
Gevolgen van gebrek aan slaap - Bij volwassenen, vermoeidheid - Bij kinderen veel eerder hyperactiviteit, rusteloosheid - Ernstige gevolgen voor het leren - Bij mensen met een VB belangrijke risicofactor voor zelfverwondend gedrag
Slaapproblemen in de normale ontwikkeling -
In- en doorslaapproblemen Slaapwandelen Pavor Nocturna Bedplassen Praten in slaap Tandenknarsen (bruxisme)
Veel vaker bij mensen met een verstandelijke beperking - Slaap apnoe; vooral bij klinisch genetische syndromen, samenhang gezichtsvorm; overgewicht, Down syndroom, keelproblemen - Hoofdbonken - Epilepsie - Hechtingsproblemen/angsten
Bij gesignaleerde problemen - In kaart brengen slaapgedrag - Vragenlijsten - Slaaphygiëne (gebruik genotsmiddelen, activiteiten in de avond en overdag, bedritueel, bed, omgeving) - Nachtregistratie (evt. met video)
Altijd bekijken - Slaapbehoefte persoon - Goede slaapomgeving (temperatuur, goed bed, vermijden licht en lawaai) - Vaste ritme - Slaapkamer als slaapkamer en niet spelkamer - Geneesmiddelen en genotsmiddelen - Goede voeding
Mike: 8 jaar EVB - 17.30 eten - 18.00 douchen en pyama aan - 18.30 t.v. kijken (doezelt op de bank) - 19.00 drinken en koek - 19.30 naar bed - Slaapt niet, gaat spelen, komt uit smeerpak en Zweedse band - 22.00 valt op de grond in slaap
-
17.30 eten 18.00 wandelen 18.30 t.v. kijken 19.00 drinken en koek - 19.30 wassen, pyama aan - 20.00 voorlezen, liedje zingen - 20.30 slaapt
Arousal hyper alert Activiteit
neutraal kalm hypo Tijd
Eten en drinken - Niet kunnen eten - Niet mogen eten - Niet willen eten
Normale ontwikkeling in eten en drinken - Behoefte aan eten en drinken is biologisch bepaald - Eten en drinken: proces van ingang tot uitgang - In normale ontwikkeling van vloeibaar naar steeds vaster (motoriek en vertering moet op gang komen) - Behoefte aan energie neemt af met de leeftijd
Normale ontwikkeling - Eerste drie maanden: drinken - Afstemming drinken/ademhalen - Voedingsreflexen verdwijnen, wordt bewust, rond zes maanden mond open doen bij zien lepel/fles - 4-6 maanden afhappen en slikken - 8 maanden kauwen - Gevoelige periode smaak 4-8 maanden - 2-4 jaar verdere ontwikkeling smaakvoor-/afkeuren
Voorwaarden - Tepelzoekreflex (hoofdje draaien en mondje openen) - Zuig/slikreflex - Bijtreflex ( - Drinken bij een baby: zuigenbijtenslikken - Wurg-/hoestreflex (zorgt dat voedsel niet in de longen komt) - speekselcontrole
Problemen in deze fase - Aanlegstoornissen - Stoornissen in mondmotoriek - Geen kracht/energie, gastrooesophageale reflux, problemen maag/darmspugen - Specifieke syndromen
Vanaf 3 maanden (start vaste voeding) - Stagneren ontwikkeling mondfuncties - Onvoldoende rijping - Problemen met prikkelverwerking (sonde, autisme) - Niet willen eten vanwege negatieve ervaringen - Voedselallergieën - Maag-/darmproblemen
Niet kunnen eten - Geen hongergevoel - Problemen met de mondmotoriek (reflexen nog in stand, niet kunnen slikken, verslikken) - Maag-/darmproblemen, reflux - Stress
Niet willen eten -
Negatieve ervaringen Koppigheidsfase Prikkelverwerkingsproblemen Sociale problemen Communicatieproblemen
Niet mogen eten - Allergieën - Diëten - Overeten
Eetstoornissen -
Pica Rumineren Failure to Thrive Anorexia Nervosa Boulimia Binge eating Disorder
Casus Niels -
25-jarige man Veel probleemgedrag Ernstige ondervoeding gebitsproblemen
Zoekmodel
TIJD
Intrapersoonlijk
Relatie
Biologisch
Oorzakelijke factoren
Ernstige prikkelverwerkingpro blemen Weerstand tegen veranderingen
Ondervoed Slap
Ontlokkende factoren
Mond gebrand als kind Verslikt
Rottend gebit
In stand houdende factoren
Leertheorie Macht
Drukte aan tafel Wanhoop begeleiders
Slap
Eetprobleem ontrafeld - Specifiek: - Weerstand tegen veranderingen (alleen chips, geroosterd brood, 1 soort sap, zoet/zout) - Patroon van niet eten
Eetprobleem ontrafeld II - Gerelateerd: - Problemen met drukte aan tafel - Uitputting/handelingsverlegenheid - Onjuist eetgedrag - Problemen met de communicatie; kan niet aangeven wat hij wel/niet lust, wil
Eetprobleem ontrafeld III - Niet-specifiek - Last van gaatjes in gebit - Zwak door ondervoeding - rigide
Aanpak I - Randvoorwaarden: - Gebit herstellen - 1:1 eten, aparte ruimte - Eigen placemat, bord, plastic bestek - Analyse eetgewoonten - Eetgedrag aanleren
Aanpak II - Nadat er weer eetgedrag was (2 weken): aanpak specifieke eetproblemen - Fading: chocolademelk aanlengen met steeds 10 ml. meer melk - Brood steeds minder hard roosteren - Brood beleggen (eerst boter, daarna smeerbaar beleg zoethartig)
Aanpak III - Gedrag corrigeren - Socialiseren: - 1:1 begeleidster gaat meeëten - In groep eten
Aanpak IV - Communicatie: - Leren kiezen - Invoeren pictogrammen
-
[email protected] -
[email protected]