116E JAARGANG • NUMMER 3 • 2013
116E JAARGANG • NUMMER 3 • 2013 OPWEKKING EN HERVORMING
Kerkge n ootsch ap de r Zeve n d e - d ags A d ve nt ist e n afdelin g Vormin g & Toe ru st in g Amersfoor tseweg 1 8 3 7 1 2 BC Hu is te r Heid e Nede rlan d
DIALOOG IN GESPREK MET HET WOORD
Opwekking en hervorming Kerkgenootschap der Zevende- dags Adventisten afdeling Vorming & Toerusting
116e jaargang • nummer 3 • 2013
Dialoog in gesprek met het woord
Opwekking en hervorming Kerkgenootschap der Zevende- dags Adventisten afdeling Vorming & Toerusting
© 2013 Departement voor Dagelijkse Bijbelstudie van het Kerkgenootschap der Zevende-dags Adventisten Nederlandse Unie afdeling Vorming & Toerusting Amersfoortseweg 18 3712 BC Huis ter Heide Nederland www.adventist.nl Eindredactie: Jurriën den Hollander Vormgeving: Pre Press Buro Booij, Huis ter Heide Dit boekje is vertaald en bewerkt vanuit het Engels Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Inhoud 7 9 19 29 39 49 59 69 79 89 99 109 119 129
Inleiding 1. Opwekking: onze grootste behoefte 2. Het gebed: kloppend hart van een opwekking 3. Het woord: hoeksteen van opwekking 4. Getuigenis en dienstbetoon: vruchten van opwekking 5. Gehoorzaamheid: vrucht van de opwekking 6. Belijdenis en bekering: voorwaarden voor opwekking 7. Eenheid: de band die opwekking smeedt 8. Geestelijk onderscheidingsvermogen 9. Hervorming: het gevolg van opwekking 10. Hervorming: bereidheid te groeien en te veranderen 11. Hervorming: een verandering in ons denken 12. Hervorming: gebroken relaties worden hersteld 13. De beloofde opwekking: Gods opdracht volbracht
dialoog in gesprek met het woord
3
Zonsondergangen
4
01
vrijdag sabbat
5 juli 6 juli
22:02 uur 22:01 uur
02
vrijdag sabbat
12 juli 13 juli
21:57 uur 21:56 uur
03
vrijdag sabbat
19 juli 20 juli
21:49 uur 21:48 uur
04
vrijdag sabbat
26 juli 27 juli
21:40 uur 21:38 uur
05
vrijdag sabbat
2 augustus 3 augustus
21:29 uur 21:27 uur
06
vrijdag sabbat
9 augustus 10 augustus
21:16 uur 21:14 uur
07
vrijdag sabbat
16 augustus 17 augustus
21:02 uur 21:00 uur
08
vrijdag sabbat
23 augustus 24 augustus
20:48 uur 20:46 uur
09
vrijdag sabbat
30 augustus 1 september
20:32 uur 20:30 uur
10
vrijdag sabbat
6 september 7 september
20:16 uur 20:14 uur
11
vrijdag sabbat
13 september 14 september
20:00 uur 19:58 uur
12
vrijdag sabbat
20 september 21 september
19:44 uur 19:41 uur
13
vrijdag sabbat
27 september 28 september
19:27 uur 19:25 uur
dialoog in gesprek met het woord
Praktische wenken 3 Doel van de nieuwe lessen • De Bijbel een centrale plaats geven in het leven van de adventist. Naar aanleiding van het onderwerp van de week staat één bijbeltekst centraal in de les. • Iedereen de kans geven een eigen overtuiging te vormen door van elke lezer, bezoeker of kerklid, te verwachten dat hij/zij zich verdiept in het lezen en beleven van het Woord. • De Bijbel lezen om te beleven door elke week te wijzen op concrete toepassingen in het dagelijkse leven, zowel individueel als in de gemeente.
3 Werkwijze bij het tot stand komen van de les • Zoveel mogelijk personen laten deelnemen aan de redactie van de geschreven tekst om daarmee rekening te houden met diverse nuances. • In teamverband werken. De les wordt bij voorkeur geschreven door een gemeentelid. Een predikant leest het manuscript als eerste en geeft commentaar. Deze samenwerking biedt ruimte om gezamenlijk de tekst te bestuderen, te bidden, en ideeën uit te wisselen. Op deze wijze wordt de tekst zo goed mogelijk uitgelegd, en leesbaar gemaakt voor de uiteindelijke lezer.
3 Hoe de nieuwe les is opgebouwd en waar uw aandacht voor wordt gevraagd • Het eerste deel richt zich op de context en het belang van de tekst. • In het volgende deel volgt een tekstanalyse. Di is de kern van de les. • In het laatste gedeelte van de les volgt de verwerking en toepassing. a. Waarnemen: Dit gedeelte bestaat uit vragen waarmee de lezer wordt geholpen oog te krijgen voor personen, plaats, tijd, handelingen. Slechts die elementen worden naar voren gehaald die kunnen helpen tot een beter begrip van de tekst te komen. Zo zal bijvoorbeeld, een beschrijving van de structuur van de tekst slechts interessant zijn in de mate dat deze kan bijdragen tot een beter verstaan van de tekst.
dialoog in gesprek met het woord
5
b. Begrijpen: in dit gedeelte probeert de schrijver de lezer tot een zorgvuldige studie te brengen. Wat staat er precies? Hier kunnen ook verwijzingen zijn opgenomen naar andere, gelijksoortige Bijbelteksten. Doel is echter de aandacht te blijven vestigen op de centrale tekst. c. Toepassing: Hier krijgt de lezer/gebruiker een aantal vragen voorgelegd die op het eigen, dagelijkse leven kunnen worden toegepast. De vragen zijn toegespitst op de geseculariseerde mens van de 21ste eeuw. Ook de verwondering en de emoties worden aangesproken door middel van vragen en citaten.
Gebruikte boeken • Lessen uit het Leven van Alledag, E.G. White, 2000 • Jezus, de Wens der Eeuwen, E.G. White, 1980 • Profeten en Koningen, E.G. White, 1979 • De Grote Strijd, E.G. White, 1975 • Karaktervorming, E.G. White, 1994 • Van Jeruzalem tot Rome, E.G. White Thema’s volgende kwartalen • 4e kwartaal 2013: Het heiligdom
6
dialoog in gesprek met het woord
Opwekking en hervorming In elke generatie houdt Gods Geest ervan om een opwekking teweeg te brengen in de harten van zijn volk. Opwekking is een voortdurende, dagelijkse ervaring. Ieder van ons zou de woorden van dit oud gezang in zich op moeten nemen dat zegt: ‘Behoed mij voor verdwalen door satans macht’ (2e couplet uit ‘Heer Jezus neem mijn handen’). Diep in ons hart weten we dat deze woorden waarachtig zijn.
H
et is inderdaad zo dat onze harten geneigd zijn af te dwalen. Onze geest dwaalt af van het eeuwige naar het wereldse. Onze gedachten schakelen zo snel over van hemelse zaken naar aardse verstrooiing. Maar al te vaak lijkt het alsof wij in gijzeling worden gehouden door diep ingesleten gewoonten. Vaak zijn het onze eigen houding en de manier waarop wij reageren die ons versteld doen staan. En dat komt omdat, door de zonde, onze menselijke natuur in zonde gevallen is (Jeremia 17:9). Het is onze natuurlijke neiging om van Gods weg af te dwalen naar onze eigen weg (Jesaja 53:6). Net als de apostel Paulus roepen wij uit, ‘Ik ellendig mens! Wie zal mij verlossen?’ (Romeinen 7:24). En net als koning David smeken wij God: ‘Zie hoe ik uw regels liefheb, HEER, laat mij leven, u bent trouw (Psalm 119:159)’.
dialoog in gesprek met het woord
7
De auteur Mark Finley komt oorspronkelijk uit de staat Connecticut in de VS. Hij is een wereldberoemd evangelist en hij was vicepresident van de Generale Conferentie in de jaren 2005-2010. Na zijn pensionering is hij assistent geworden van de voorzitter van de Generale Conferentie om in deeltijd het initiatief van opwekking en hervorming verder uit te werken. Mark Finley en zijn vrouw Ernestine hebben drie kinderen en twee kleinkinderen.
8
Opwekking draait helemaal om een liefdevolle God die zich in zijn relatie met ons wil verdiepen. Het initiatief voor de opwekking komt van hem. Zijn geest schept een verlangen naar hem in ons. Zijn geest overtuigt ons van onze noden. Zijn geest onthult ons de goedheid en genade van Jezus. In de loop van de geschiedenis heeft Gods Geest grote daden verricht om een opwekking teweeg te brengen. Toen het volk Israël afdwaalde van Gods doel en plan gebruikte de Here koning Josia om zijn volk naar hem terug te leiden en een machtige opwekking vond plaats. Tijdens de inwijding van de tempel zei God tegen Salomo: ‘en wanneer dan mijn volk, het volk dat mij toebehoort, het hoofd buigt, al biddend mijn aanwezigheid zoekt en terugkeert van zijn dwaalwegen, dan zal ik het aanhoren vanuit de hemel, zijn zonden vergeven en het land genezen (2 Kronieken 7:14)’. Het was Gods verlangen dat Israël aan de voorwaarden voor opwekking zou voldoen, dat zij de macht van opwekking zouden ervaren en dat zij het licht van zijn liefde aan de hele wereld zouden onthullen. Toen Gods volk reageerde op zijn oproepen voor hervorming deed hij een machtig werk voor hun welzijn. Dit was ook waar voor de christelijke kerk van het Nieuwe Testament, voor de Hervorming en voor de Adventbeweging. Het zal ook van toepassing zijn op God volk dat leeft in de eindtijd. Zijn heilige Geest zal in haar volheid uitgestort worden en de aarde zal ‘verlicht worden door zijn glorie’ (Openbaring 18:1). De lessen van dit kwartaal gaan nader in op de verschillende aspecten van opwekking en hervorming. Samen zullen we vragen doorgronden als: Welke voorwaarden heeft God gesteld aan het uitstorten van zijn Geest? Wacht God nu op een bepaald magisch moment om zijn Geest uit te storten op zijn kerk van de laatste dagen? Wat betekent het om een leven te leiden dat gevuld is door zijn Geest? Is er iets wat we kunnen doen om met God samen te werken om nu al de uitstorting van zijn heilige Geest te ontvangen? Waar begint opwekking en hervorming eigenlijk? Ellen G. White beschreef het belang van opwekking in de volgende woorden: ‘Een opwekking van ware godsvrucht onder ons is de grootste en meest dringende van al onze behoeften.’- Selected Messages, deel I, bladzijde 121. De hemel geeft aan opwekking voorrang boven alles. Wat zou nog belangrijker kunnen zijn? Dit kwartaal zullen we onderwerpen bestuderen zoals gebed en opwekking, het woord en opwekking, getuigen en opwekking, de voleinding van de wereld en opwekking en andere verwante onderwerpen. Maar laten we vooral bidden dat God op een machtige manier tot onze harten zal spreken en ons dichter tot hem zal trekken. Waarom uw hart niet openen voor zijn Geest die nu in u beweegt? Waarom vraagt u hem niet om vandaag iets bijzonders in uw leven te doen? Hij zal uw gebeden beantwoorden en hemelse zegeningen zullen stromen op manieren die wij nooit hadden kunnen bedenken.
dialoog in gesprek met het woord
30 juni - 6 juli
Lezen Openbaring 3:14 - 21, Hebreeën 12:7-11, Matteüs 25:1-13, Zacharia 3:1-5, Hooglied 5:2-5. Kerntekst ‘Ik sta voor de deur en klop aan. Als iemand mijn stem hoort en de deur opent, zal ik binnenkomen, en we zullen samen eten, ik met hem en hij met mij’ (Openbaring 3:20).
1
Opwekking: onze grootste behoefte Laodicea is de laatste gemeente in de reeks van zeven gemeenten die in het boek Openbaring worden beschreven. Haar naam betekent: ‘een volk dat veroordeeld wordt’. Het is ook een passend symbool voor Gods volk dat leeft in de laatste dagen.
L
aodicea was gelegen in een open vallei in het zuidwesten van Turkije. Het was een belangrijk financieel centrum, een Mekka voor mode, en ook een centrum voor onderwijs en medische zorg. Haar inwoners waren onafhankelijk, zelfverzekerd en rijk. Maar een belangrijke natuurlijke hulpbron dat de stad ontbeerde was vers drinkwater. Het water werd aangevoerd via de Romeinse aquaducten vanaf een bron die 8 km ten zuiden van de stad gelegen was. Tegen de tijd dat het water de stad Laodicea bereikte was het lauwwarm geworden. Jezus gebruikte dit beeld om de lauwwarme toestand van zijn kerk in de laatste der dagen weer te geven. Hij noemde hen zelfverzekerd, zelfgenoegzaam, apathisch en geestelijk onverschillig. Het is een gemeente die haar passie is kwijtgeraakt. Het is een kerk die een geestelijke opwekking dringend nodig heeft. Niettemin is de boodschap aan Laodicea gevuld met hoop. Christus richt zich tot zijn volk in liefde. Hij biedt aan in haar behoeften te voorzien en haar diepste geestelijke verlangens te vervullen.
dialoog in gesprek met het woord
9
01
Zondag 30 juni
Hoop voor een lauwwarm Laodicea Jezus richt zich tot elk van de zeven gemeenten in Openbaring 2 en 3 met een titel die van toepassing is op hun geestelijke toestand. De titels die hij gebruikt en zijn boodschap aan de kerk van Laodicea zijn doordrenkt met zijn verzekering dat een geestelijke vernieuwing mogelijk is voor een ieder die gehoor geeft aan zijn oproep.
02 03
Lees de volgende bijbelgedeelten: Openbaring 3: 14-15, 2 Korintiërs 1:20, Johannes 3:10-11, Kolossenzen 1:13-17. Waarom denkt u gebruikt Jezus woorden als: de ‘Amen’, ‘de trouwe en betrouwbare getuige’, ‘en het begin van Gods schepping’ als hij zich richt tot de gemeente van Laodicea?
04 05 06 07
In Openbaring 3:14 is het Griekse woord voor ‘begin’ het woord arche. Dit woord kan ‘begin’ betekenen in de zin van dat het betrekking heeft op iemand die een gebeurtenis of handeling in werking zet. In deze context verwijst het Griekse woord naar Jezus als de beginner of de oorzaak, de oorsprong van de hele schepping. Met andere woorden hij is de Schepper (Johannes 1:1-3, Efeziërs 3:8-9).
08 09
Dit is uiterst belangrijk. Jezus was degene die sprak en werelden kwamen tot stand. Hij was degene die de aarde geschapen heeft, hij was degene die het leven deed ontstaan. Deze zelfde Jezus spreekt en geeft hoop aan Laodicea. De almachtige Schepper kan nieuw leven geven. Hij kan nieuwe geestelijke verlangens in onze harten opwekken. Hij kan ons geestelijk leven veranderen.
10
Lees 2 Korintiërs 5:17 en Galaten 6:14-15. Wat betekenen deze teksten voor u persoonlijk?
11 12
Waarom is de boodschap aan Laodicea een boodschap van hoop? Welke bemoediging vindt u in de inleidende woorden van deze boodschap waarin Jezus de mensen vermaant? Welke van de drie titels die Jezus gebruikt in dit tekstgedeelte spreekt u het meeste aan en waarom?
13 10
dialoog in gesprek met het woord
Maandag 1 juli
Een liefdevolle berisping
01
Lees Openbaring 3:15, 16. Waarom geeft Jezus aan de kerk van Laodicea zo’n scherpe berisping? Wat betekent het om ‘lauwwarm’ te zijn? Welke andere woorden had Jezus kunnen gebruiken in plaats van ‘lauwwarm’?
02 03 04
In haar commentaar op Openbaring 3:15,16 schrijft Ellen G. White: ‘De boodschap aan de kerk van Laodicea is vooral bestemd voor hen wiens religieuze ervaring smakeloos is. Hun levens getuigen niet van de waarheid.‘ The SDA Bible Commentary, deel 7, bladzijde 962. Dit is een interessante observatie. Een smakeloze godsdienstige ervaring is een die levenloos is. Het heeft de uiterlijke schijn van christendom, maar is van binnen hol en leeg. Het heeft een uiterlijke verschijning maar is van binnen zonder leven. De gelovigen van Laodicea zijn geen ketters of vurige fanatici; ze zijn eenvoudigweg geestelijk totaal onverschillig. De inwoners van Laodicea wekken de schijn dat zij goede, morele mensen zijn. Zij houden dat wat Paulus noemt, ‘een schijn van godsvrucht maar zij ontkennen de kracht ervan’ (2 Timoteüs 3:5). Jezus spreekt over godsdienstige mensen tijdens zijn leven die ‘hem eren met hun lippen en hem vereren in hun leven, maar hun hart is verre van hem’ (Matteüs 15:8). Lees Hebreeën 12:7-11, Job 5:17-19, Psalm 94:12 en Spreuken 29:15, 17. Beschrijf met welke bedoeling God de mensen berispt.
05 06 07 08 09 10
De Heer houdt te veel van zijn volk dat hij hen zomaar verloren laat gaan. Hij zal alles doen wat nodig is om een geestelijke vlam opnieuw aan te wakkeren in hun hart. Zijn ernstige berisping is uitdrukking van die sterke liefde. Zijn kastijding is alleen maar omdat hij er naar verlangt ons te genezen. De profeet Hosea verwoordt dit gevoel in deze oproep tot bekering: ‘Kom, laten wij teruggaan naar de HEER! Hij heeft ons verscheurd, hij zal ons genezen; de hand die sloeg, zal ons verbinden’ (Hosea 6:1). Heeft God ooit pijnlijke, ja zelfs beschamende ervaringen gebruikt om u te vernederen en u dichter tot hem te brengen? Wat heeft u van deze ervaringen geleerd zodat u dergelijke ervaringen niet opnieuw hoeft door te maken?
dialoog in gesprek met het woord
11
11 12 13
01
Dinsdag 2 juli
Onze waarneming en de werkelijkheid Er gaapt een kloof tussen wat Laodicea zegt en doet. Maar er is een nog grotere kloof tussen de geestelijke ervaring die Laodicea denkt te hebben en diegene die ze feitelijk heeft.
02
Lees Openbaring 3:17. Hoe ziet de gemeente van Laodicea zichzelf? En hoe schat de Heer haar in?
03 04
Hoe kan het volgens u dat een volk zo verblind is geraakt voor haar ware geestelijke toestand?
05 Op welke manieren zouden wij blind kunnen zijn ten opzichte van onze eigen geestelijke toestand?
06
Eén van satans dodelijke verleiding is ons blind te maken voor onze geestelijke behoeften. Sommige leiders uit de tijd van Jezus waren onwetend en blind voor hun eigen geestelijke armoede. Zij lazen de Bijbel, zij vierden de sabbat, ze betaalden tienden aan de synagoge en zagen uit naar de komst van de Messias. En toch waren velen onwetend en blind voor de aard van het geestelijk koninkrijk dat Jezus hen wilde laten binnengaan. Jezus noemde hen ‘blinde leiders’ (Matteüs 23:24). Paulus schrijft in zijn brief aan de kerk van Korinte over mensen ‘van wie de gedachten door de god van deze wereld zijn verblind’(2 Korintiërs 4:4). Dit is waarom Jezus zei dat hij was gekomen om aan ‘blinden het herstel van hun zicht te geven’ (Lucas 4:18). Jezus zal ons geestelijk inzicht geven die wij zijn kwijtgeraakt als wij ons aan hem overgeven. Iedere keer dat Jezus blinde ogen opende en genas in het Nieuwe Testament liet hij zijn verlangen zien om de ogen te openen van ons hart en verstand om hem beter te kunnen zien.
07 08 09 10
Lees Matteüs 25:1-13. Wat zijn de overeenkomsten tussen de dwaze maagden en de leden van de kerk in Laodicea?
11 12 Welke manieren heeft u ontdekt om geestelijk alert te blijven? Waarom denkt u is het zo gemakkelijk om geestelijk onverschillig te zijn? Welke manieren zijn er om geestelijke apathie te bestrijden?
13 12
dialoog in gesprek met het woord
Woensdag 3 juli
01
Het goddelijke medicijn Er is hoop voor Laodicea, net zoals er hoop is voor allen die zijn neergeslagen met geestelijke apathie en onverschilligheid. Onze Heer heeft het goddelijke medicijn. Het feit dat de Heer zelf spreekt tot zijn kerk laat zien dat er hoop voor de kerk bestaat, als zijn volk zijn raad aanvaard en navolgt. Overdenk wat Jezus de gemeente aanraad in Openbaring 3:18, 19. Wat bedoelt Jezus als hij spreekt over ‘goud dat in het vuur gelouterd is’, en om gekleed te worden in ‘de witte kleren’, en dat onze ogen gezalfd zullen worden met ‘oog zalf’? (Lees ook 1 Petrus 1:7, Zacharia 3:1-5, Openbaring 19:7-9, Efeziërs 4:30)
02 03 04 05 06
‘Jezus gaat van deur tot deur en hij staat aan de deur van elke tempel-ziel en roept uit, ‘ik sta aan de deuren en ik klop’. Net als een hemelse handelsreiziger opent hij zijn koffer met koopwaar en roept uit, ‘Koop bij mij goud dat in het vuur beproefd is zodat u rijk kunt zijn, koop bij mij witte stof waarvan u mooie kleren kunt maken, zodat de schaamte van uw naaktheid niet te voorschijn komt.’ ‘Het goud wat hij aanbiedt is zonder verontreiniging en kostbaarder dan dat uit Ofir, want het is gemaakt van geloof en liefde. De witte geweven stof die hij ons uitnodigt om te dragen is zijn kleed van rechtvaardigheid en de olie waarmee hij zalft is de olie van zijn genade die geestelijk inzicht zal geven aan de ziel die verkeert in onwetendheid en duisternis, zodat hij onderscheidt kan maken tussen de werken van de Geest van God en die van de vijand. Opent toch uw deuren zegt de grote Handelsreiziger, de eigenaar van geestelijke rijkdom en doe zaken met mij. Want ik ben het, uw Verlosser, die u aanraadt om van mij te kopen.’ – Ellen G. White, The Advent Review and Sabbath Herald van 7 augustus 1894. Ellen G. White haalt Openbaring 3:20 aan en zegt van Jezus ‘ik sta aan de deur en ik klop…’. Jezus klopt bij ons aan, hij breekt de deur niet open en dringt niet bij ons binnen. Wat dit in feite betekent is dat uiteindelijk -los van wat God bereid is voor ons te willen doen- wij de keuze moeten maken om hem binnen te laten. Stel uzelf de volgende vraag, ‘hoeveel weerstand voel ik om de deur voor hem te openen?’ Als u twijfelt of aarzelt, vraagt u zichzelf dan, ‘waarom?’ Wat houdt u tegen? Welke zonde, welke verkeerde gewoonte is er die u niet kunt loslaten of wat is er in uw binnenste dat u zo moeilijk vindt om los te laten?
dialoog in gesprek met het woord
13
07 08 09 10 11 12 13
01
Donderdag 4 juli
Een liefde die niet van ophouden weet Vergelijk Openbaring 3:20 met Hooglied 5:2-5. Welke overeenkomsten vindt u in beide gevallen? Wat onthullen deze passages over Gods liefde?
02 03
In het Midden-Oosten was en is de avondmaaltijd heel belangrijk. Als het werk van de dag gedaan was en de mannen waren teruggekeerd van hun werk op de velden voor de avondmaaltijd, ging de hele familie samen aan tafel. In de meeste gevallen woonden de familieleden samen met elkaar. Zo kon het gebeuren dat een groot aantal mensen ‘s avonds aan de maaltijd zat. Opa en oma, broers en zusters, ooms en tantes, neven en nichten - zowel volwassenen als kinderen zaten aan tafel. Tijdens dit gezellig samenzijn na een dag hard werken werden allerlei verhalen verteld, ervaringen gedeeld en adviezen gegeven. Het was een tijd van genoeglijk samenzijn. Het was een tijd voor warmte en intimiteit binnen de familie. Jezus verlangt ernaar om ook op deze manier met ons samen te zijn.
04 05 06
Hoe laat de belofte van Christus in Openbaring 3:21 zijn diepe verlangen zien voor elk van ons?
07 Het boek Openbaring noemt de troon van God maar liefst 37 keer. Dit is meer dan in elk ander boek van de Bijbel. Het is om Gods troon dat we ons zullen voegen met het hemelse koor en vol blijdschap zullen uitroepen: ‘het lam dat geslacht is komt alle macht, rijkdom en wijsheid toe en alle kracht, eer, lof en dank’ (Openbaring 5:12). Hij belooft ons dat wij deel mogen nemen aan dit grootse feestelijke moment, als we ons zullen verblijden dat aan de lange heerschappij van de zonde een eind is gekomen. Christus gebruikt zijn grootste motivatie voor zijn onverschillig volk dat leeft in de eindtijd. Zijn liefde heeft voor ons de eeuwigheid gekocht. Er loopt koninklijk bloed door onze aderen. We zijn zonen en dochters van de Koning van het universum. We mogen heersen met hem, hij die voor eeuwig op zijn troon zit. Voor ons moet de grootste motivatie om te ontwaken uit onze geestelijke slaap Jezus’ oneindige liefde zijn. Want hij verlangt ernaar om in eeuwigheid met ons te zijn. Als dat niet genoeg is om ons wakker te schudden uit onze geestelijke apathie, wat is dan wel genoeg? Als dat niet genoeg is om ons te doen neerknielen om hem te vragen om een opwekking, wat is dan wel genoeg?
08 09 10 11 12
Christus verlangt ernaar om samen met u in gemeenschap te leven. En hoeveel wenst u om in gemeenschap met hem te leven? Het antwoord is eenvoudig. Hoeveel tijd brengt u door in gebed en gemeenschap met de Heer? Wat zegt uw antwoord over uzelf en, misschien, over hoe lauw u bent geworden?
13 14
dialoog in gesprek met het woord
01
Verdere studie
Vrijdag 5 juli
‘Opwekking en hervorming moeten plaatsvinden onder de bediening van de heilige Geest. Opwekking en hervorming zijn twee verschillende dingen. Opwekking betekent een vernieuwing van het geestelijke leven, een loutering van de machten van onze geest en ons hart, en een wederopstanding vanuit de geestelijke dood. Hervorming betekent een reorganisatie, een verandering van ideeën en theorieën, gewoontes en praktijken. Hervorming zal niet de goede vruchten van de rechtvaardigheid dragen, tenzij die verbonden is met een opwekking door de Geest. Opwekking en hervorming moeten hun toebedeeld werk doen en, in hun werk moeten die twee samensmelten.’ – Ellen G. White, The Advent Review and Sabbath Herald, 25 februari 1902. ‘De raadgeving van de Ware Getuige is vol aanmoedigingen en troost. Het is voor de gemeenten nog steeds mogelijk om het goud van de waarheid, het geloof en liefde te kopen en rijk te zijn in deze hemelse schatten. ‘Koop van mij goud dat in het vuur gelouterd is, en u zult rijk zijn: witte kleren om u te kleden en om uw naaktheid te bedekken, zodat u zich niet meer hoeft te schamen.’ De witte kleren zijn de rechtvaardigheid van Christus die in ons karakter moet worden ingeslepen. Een reinheid van hart, een zuiverheid in handelen zou een ieder moeten kenmerken die zijn kleren witwast in het bloed van het lam.’Ellen G. White, The Advent Review and Sabbath Herald, 24 juli 1888.
02 03 04 05 06 07 08 09
Gespreksvragen 1 Wat is zo gevaarlijk aan lauwwarm zijn? Waarom kan het ons zo makkelijk leiden naar geestelijk zelfbedrog?
10
2 Waarom is het dat sommige christenen zo stralen terwijl anderen zo onverschillig lijken? Is het een zaak van verschillende persoonskenmerken of is er iets diepers aan de hand? Indien ja, wat dan?
3 Bespreek met uw groep welke manieren er zijn om geestelijke onverschilligheid te vermijden. Hoe kunnen we onze geestelijke ervaring levendig en groeiend houden? Welke dingen kunnen we doen als gemeente, als een eenheid, om ons te beschermen tegen geestelijke lauwheid?
4 Waarom denkt u heeft God ons liever ‘koud’ in plaats van ‘lauwwarm’? Waarom is lauw zijn niet beter dan koud en kil zijn? Een tip: wat is aangenamer, je lauwwarm voelen of het koud hebben?
dialoog in gesprek met het woord
15
11 12 13
01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13
Openbaring 3:14-21
supplement Luisteren naar de bijbeltekst
16
3 IJsbrekervraag Een vriend is door zijn manier van leven een gevaar voor zichzelf en zijn omgeving. Wat doet/zegt u?
3 Benadering De tekst van deze week maakt deel uit van een groter geheel dat loopt vanaf Openbaring 1:9 tot 3:21. Dit gedeelte kan vervolgens weer in twee gedeelten worden onderverdeeld. 1:9-20 Het inwijdingsvisioen waarin de Zoon des Mensen centraal staat. Hij is bekleed met de goddelijke attributen en hij houdt het lot van de Kerk in zijn handen. Hij vraagt Johannes een brief te schrijven aan de zeven gemeenten. Hoofdstuk 2-3 De brieven aan de zeven gemeenten. De tekst van vandaag bevat de brief aan de laatste gemeente, Laodicea.
3 Studie • Probeer er achter te komen hoe de tekst is opgebouwd. In hoeveel tekstgedeeltes zou u dit gedeelte verdelen? Geef elk gedeelte een titel. • Onderstreep de kernwoorden die bij de persoon die tot de gemeentes spreekt horen. Waarom juist deze kernwoorden? • Onderstreep de werkwoorden (en hun vervoegingen) die bij Christus horen. Wat kunnen we op basis van deze woorden concluderen over zijn persoon, zijn kennis, zijn wens ten aanzien van de kerk en zijn handelen? • Onderstreep de werkwoorden die bij de gemeente horen. Wat kunnen wij hieruit opmaken? • Verdeel deze werkwoorden over twee categorieën; werkwoorden die betrekking hebben op de huidige situatie en werkwoorden die over de toekomst van de Kerk spreken. Wat valt u op? • Wat is volgens u het belangrijkste vers uit dit gedeelte? Kunt u uitleggen waarom? Vers 19: ‘Iedereen die ik liefheb, wijs ik terecht en bestraf ik.’ Net als in de Griekse grondtekst, is in de Nederlandse vertaling het werkwoord ‘liefhebben’ vooraan in de zin geplaatst. Het Griekse werkwoord ‘elegcho’ wordt doorgaans met terechtwijzen vertaald. Dit wijst op een dialoog waarin de ene partij z’n uiterste best doet om z’n gesprekspartner ervan te overtuigen dat hij ongelijk heeft. Het Grieke werkwoord ‘paideuo’ wordt vaak vertaald met bestraffen en tuchtigen. In deze tekst gaat het echter veel meer om opvoeden – de moeite die men doet om een kind te onderwijzen, op te voeden en hem inzicht te verschaffen.
dialoog in gesprek met het woord
supplement Luisteren naar de bijbeltekst
01
3 Begrip Jezus laat zich hier zien als het Amen, de trouwe en ware getuige, de oorsprong van de schepping. Wat betekent dit voor mijn leven en voor de gemeente waar ik deel vanuit maak? • Lees vers 15-16: Hoe kan ik mij nog meer bewust zijn van mijn geloofsovertuiging en de gevolgen hiervan? • In hoeverre is vers 17 op mijn geloofsleven van toepassing? Leg uit. • De Heer spoort ons aan werk te maken van ons geloof en er in te investeren. Waartoe roept hij mij op? Ben ik me bewust welke impact deze investeringen op de rest van mijn leven zullen hebben? Deel uw ideeën met de rest van de groep. • In hoeverre leidt het feit dat God van mij houdt mij tot berouw? • Welke beelden van Christus spreken er uit vers 20? Kunnen deze beelden mij helpen om hem te ontmoeten? Waarom wel, of waarom juist niet? • In vers 21 is sprake van een belofte. In hoeverre is deze belofte ook voor mij nog actueel? Welke overwinning ligt er op mij te wachten?
02 03 04 05
3 Overdenken
06
Spreek met iemand anders over hetgeen u in deze tekst het meest is opgevallen. Wat heeft u getroffen, wat verbaasde u of wat heeft u in verwarring gebracht? Spreek vervolgens voor elkaar een gebed uit waarin deze aspecten terug komen.
07 08 09 10 11 12 13
dialoog in gesprek met het woord
17
supplement Luisteren naar de bijbeltekst
01
3 extra gespreksvragen Dit is de eerste van dertien lessen waarin ‘Opwekking’ centraal staat. Wat roept dit woord bij je op? Ben je er klaar voor om door Jezus opgewekt te worden? Denk je dat er na dit kwartaal een zichtbare ‘Opwekking’ heeft plaats gevonden in jouw leven en in jouw gemeente? Wat is er nodig voor deze ‘Opwekking’?
02 03
Voordat je vanochtend naar de sabbatschool kwam moest er in een aantal ‘behoeften’ worden voorzien, welke? Konden die behoeften ook wel een dag of een week wachten? Welke geestelijke behoeften heb je? Lukt het je om die te vervullen?
04
Lees samen Openbaring 3:14-21 door.
05
Laodicea (=lauwwarm) Wat de mens ook begeerde was in deze stad te vinden (financieel centrum, mode, onderwijs, zorg). Laodicea voorzag in de behoeften van de mensen. Maar niet in alle (zie inleiding). Wat was de grootste behoefte? Kijk nu eens naar jouw woonplaats, ons land. Heb jij het gevoel iets te missen? Welke behoeften zijn noodzakelijk? Kan jij voorzien in behoeften van anderen?
06
Stelling: Je kunt beter lauwwarm zijn dan ijskoud! • Mee eens? • Wat is er aan die gesteldheid (lauwwarm of ijskoud) vooraf gegaan? • Wat zijn de gevolgen?
07 08
Wat kun je vertellen over het goud, de witte kleren en de ogenzalf (Openbaring 3:18,19)? Betrek het eens op jezelf. Wat doen deze begrippen met je?
09
Lees tot slot de verzen 20-22. Nodig Jezus deze week uit om bij je binnen te komen. Hij staat voor de deur te wachten. Kom in actie, deel je leven met hem. Hij voorziet in al je behoeften. Maak er samen met hem een opgewekte week van!
10 11 12 13 18
dialoog in gesprek met het woord
7 - 13 juli
2
Lezen Handelingen 1: 4,8, 14, Marcus 1:35, Lucas 5:16, Matteüs 18:19,20, 2 Korintiërs 10:3-5, Psalm 50:23. Kerntekst ‘Als jullie dus, ook al zijn jullie slecht, je kinderen al goede gaven schenken, hoeveel te meer zal jullie Vader in de hemel dan het goede geven aan die hem daarom vragen’ (Matteüs 7:11).
Het gebed: het kloppend hart van opwekking God handelt op een krachtige manier als zijn volk tot hem bidt. De dichter Alfred Lord Tennyson had het zeker bij het rechte eind toen hij zei: ‘Er komen meer dingen tot stand door gebed dan waar deze wereld ooit van kan dromen.’
Lezen: Openbaring 3:14 - 21, Hebreeën 12:7-11, Matteüs 25:1-13, Zacharia 3:15, Hooglied 5:2-5. Kerntekst: ‘Ik sta voor de deur en klop aan. Als iemand mijn stem hoort en de deur opent, zal ik binnenkomen, en we zullen samen eten, ik met hem en hij met mij’(Openbaring 3:20).
D
e grote opwekkingen die wij door de Bijbel heen vinden waren ingebed in het gebed. Het Oude Testament vertelt over de tussenkomst door de patriarchen en profeten die voor een opwekking probeerden te zorgen. Mozes, David en Daniël smeekten de Almachtige om kracht. Het boek Handelingen laat zien hoe de gelovigen in het Nieuwe Testament op hun knieën in gebed gingen in hun zoektocht naar de uitstorting van de heilige Geest. Het gebedsleven van Jezus onthult een constante afhankelijkheid van zijn hemelse Vader. Het evangelie geeft ons een vluchtige indruk van de bron van Jezus’ geestelijke kracht. Het was op zijn knieën, alleen in gebed tot de Vader dat onze Heiland zijn grootste geestelijke krachten ontving. ‘We kunnen alleen een opwekking verwachten in antwoord op onze gebeden.’ – Ellen G. White, Selected Messages, deel 1, bladzijde 121. In de les van deze week zullen wij de rol van het gebed onderzoeken in een aantal van de grootste opwekkingen in de Bijbel.
dialoog in gesprek met het woord
19
01
Zondag 7 juli
Het gebed en opwekking in Handelingen De gelovigen in het boek Handelingen werden met kracht van boven vervuld toen de heilige Geest werd uitgestort op een bijzondere manier. Harten werden aangeraakt en levens werden veranderd. Het evangelie drong door tot in de meest weerbarstige plaatsen. Duizenden werden bekeerd. In Handelingen twee werden 3000 zielen toegevoegd aan de kerk (Handelingen 2:41). Handelingen 4:6 vermeld dat het aantal mensen die tot geloof waren gekomen ‘aangroeide tot ongeveer 5000’. Zelfs van de godsdienstige leiders, die Jezus gedurende diens leven hadden tegengewerkt, wordt gezegd dat ‘een grotere groep priesters het geloof aanvaardde’(Handelingen 6:7). Het verhaal over deze fenomenale groei gaat verder in Handelingen 9, dat vermeld dat ‘in heel Judea, Galilea en Samaria de gemeente in vrede leefde en tot bloei kwam. Dankzij de bijstand van de heilige Geest nam hun aantal steeds meer toe’(Handelingen 9:31). In de hoofdstukken 10 tot en met 12 overschreed het evangelie culturele en geografische grenzen. De Romeinse centurion en de schatbewaarder van de koningin van Ethiopië werden gedoopt. Handelingen 1 zegt dat ongeveer 120 gelovigen samen kwamen in de bovenzaal (Handelingen 1: 13,15). Men schat dat aan het eind van de eerste eeuw tenminste 1 miljoen christenen leefden in het Romeinse rijk. Dit is hoe dan ook een meer dan opmerkelijke groei. Welk geheim lag hier achter?
02 03 04 05 06 07
Zoek de volgende bijbelteksten op. Wat was een belangrijke reden voor de groei van de kerk in het Nieuwe Testament? Lees Handelingen 1:4, 8,14; Handelingen 2:42; 4:31,33; Handelingen 6:3,4.
08 09 Dominee R. A. Torrey was een krachtige opwekkingsprediker in de late 19e en vroege 20e eeuw. Hij leidde een groot aantal opwekkingsbijeenkomsten in Groot-Brittannië in de jaren 1903-1905 en door heel Noord-Amerika in 1906 en 1907. Hij beklaagde zich over het feit dat veel christenen te druk met andere zaken waren toen hij schreef: ‘We hebben het te druk om te kunnen bidden en dus maken we ons druk en hebben wij geen kracht. We hebben veel dingen te doen maar we bereiken weinig. We houden veel diensten, maar weinig mensen bekeren zich. Wij hebben veel strategieën en technieken, maar bereiken weinig resultaten.’
10 11 12
Bent u ook te druk en kunt u niet bidden? Wie is dat niet? Hoe denkt u kunt u het wat rustiger aandoen om tijd te nemen om te bidden? Denk aan allerlei excuses die u hebt gebruikt om het uit te stellen, noem de redenen waarom u andere dingen moest doen. En stel uzelf tenslotte de volgende vraag: wat verliest u allemaal als u geen tijd vrijmaakt om te bidden?
13 20
dialoog in gesprek met het woord
Maandag 8 juli
01
Het gebedsleven van Jezus Vergelijk de volgende teksten: Marcus 1:35, Lucas 5:16 en 9:18. Welke drie specifieke zaken onthullen deze passages over het gebedsleven van Jezus?
‘Christus stond in voortdurende verbinding met zijn Vader, zodat hij hem aan ons kon doorgeven. Jezus zei: ‘De woorden die u hoort, komen niet van mij, maar van de Vader die mij gezonden heeft.’ De mensenzoon kwam niet om gediend te worden, maar om anderen te dienen. Jezus leefde niet voor zichzelf, maar hij dacht aan en bad voor anderen. Hij bracht elke ochtend uren door met zijn Vader en daalde af naar de mensen om het licht van de hemel aan hen door te geven. Elke dag ontving hij een frisse doop met de heilige Geest. Het was in de vroege uren van de nieuwe dag dat de Here hem wekte uit zijn sluimering, en zijn ziel en zijn lippen werden gezalfd met genade zodat hij die kon doorgeven aan anderen.’ – Ellen G. White, The Review and Herald, 11 augustus 1910. Onderzoek de onderstaande gedeelten. Zoek de zaken op waarvoor Jezus bad. Wat was de grootste zorg voor Jezus in zijn gebeden? Wat is het meest onderscheidende onderdeel van elk van Jezus’ gebeden? Johannes 17:20-24:
03 04 05 06 07 08
Lucas 22:31,32:
09
Matteüs 26:36-44:
Het gebed was van levensbelang in Jezus’ leven. Het was zijn navelstreng met de Vader. Elke dag weer vernieuwde hij zijn relatie met zijn Vader door het gebed. Het gebedsleven van Jezus gaf hem de moed en de kracht om het hoofd te bieden aan de verleidingen van de vijand. Hij keerde terug van deze gebedsmomenten met een diepere toewijding om de wil van de Vader te doen. Het gebed gaf hem een geestelijke frisheid en macht. In zijn beschrijving van een van Jezus’ gebedsmomenten schrijft Lucas: ‘Terwijl hij aan het bidden was, veranderde de aanblik van zijn gezicht en werd zijn kleding stralend wit’ (Lucas 9:29). Elke dag van zijn gebedsleven ontving Jezus een geestelijke verfrissing en een vernieuwende ervaring met zijn vader. Denk enkele ogenblikken na over een paar bijzondere keren dat God met kracht uw gebeden ver- hoorde. Hoe kan uw herinnering aan deze ervaringen uw gebeds leven vandaag verrijken en verdiepen?
dialoog in gesprek met het woord
02
21
10 11 12 13
01
Dinsdag 9 juli
Samen bidden Hoewel Jezus vaak alleen tijd doorbracht in gebed, waren er tevens gelegenheden dat hij zijn naaste discipelen uitnodigde om samen met hem te bidden. Petrus, Jacobus en Johannes vergezelden Jezus naar de berg van verheerlijking (Matteüs 17:1,2). Hij drong er bij hen op aan om samen met hem in gebed te gaan in de hof van Gethsémane (Lucas 22:39-46). Er schuilt een ongewone kracht in het gebed wanneer wij samen onze gebeden verenigen.
02 03
Analyseer zorgvuldig Matteüs 18:19-20. Vat in uw eigen woorden samen wat Jezus zegt over het samen bidden.
04 05
‘De belofte wordt gedaan op voorwaarde dat de gezamenlijke gebeden van Gods volk worden opgezonden naar de hemel en het is in antwoord op deze gebeden dat wij een kracht mogen verwachten die groter is dan het antwoord op een individueel gebed. De kracht die wordt gegeven zal overeenkomstig zijn met de eenheid van de gelovigen en hun liefde voor God en voor elkaar.’ Ellen G. White, The Central Advance, 25 februari 1903.
06 07
John Bunyan merkte eens op: ‘U kunt meer doen dan bidden nadat u gebeden heeft, maar u kunt niets anders doen dan bidden totdat u gebeden heeft.’ Als wij oprecht en vanuit de grond van ons hart samen bidden zal Gods heilige Geest krachtig werken op een wondervolle manier door onze verenigde gebeden heen.
08 09
Lees Handelingen 12:1-16. In wat voor situatie bevond Petrus zich? Wat was de houding van de kerk? Wat vertelt deze passage ons over de kracht van gezamenlijk gebed?
10 11
Er is geen twijfel over het feit dat Petrus op een wonderbaarlijke manier bevrijd werd. Het was zo’n intense ervaring voor Petrus dat hij niet meer zeker wist of het werkelijk voor zijn ogen gebeurde of dat het een visioen was. Het was pas nadat het voorbij was dat Petrus besefte wat er was gebeurd. Het is belangrijk om op te merken dat in deze teksten tweemaal wordt vermeld dat mensen samen in gebed gingen. Gelet op de moeilijke omstandigheden is dat niet verwonderlijk. Er is geen twijfel aan het feit dat wij hetzelfde zouden moeten doen, vooral als wij als gemeenschap het hoofd moeten bieden aan uitdagingen die net als de eerste gemeente op ons pad kunnen komen.
12 13 22
dialoog in gesprek met het woord
Woensdag 10 juli
Onze vrijheid
01
Heeft u zich ooit afgevraagd waarom het gebed zo belangrijk is? Waarom moeten wij God vragen om de heilige Geest? Is hij dan niet bereid de heilige Geest aan ons te geven?
02 03
Het antwoord op deze vragen ligt in het begrijpen van Gods respect voor onze vrijheid om te kiezen. Hij heeft ons geschapen met de mogelijkheid om morele keuzes te maken. God doet alles wat hij kan voor ons en door ons, voordat we gaan bidden, maar hij wordt beperkt door onze keuzes (Psalm 78:41,42). In ons gebed erkennen wij openlijk dat wij totaal van God afhankelijk zijn en geven wij hem de vrijheid om in te grijpen in onze levens. Hoe meer wij bidden, des te meer erkennen wij dat zijn genade genoeg voor ons is. Als we bidden bereidt zijn heilige Geest ons hart voor om meer van hem te ontvangen. Hoe meer we bidden, des te meer staan wij de heilige Geest toe om onze zondige verlangens ‘te kruisigen’. In de grote strijd tussen goed en kwaad zorgt het gebed er voor dat God een machtig werk in ons leven kan doen. Bestudeer 2 Korintiërs 10:3-5. Hoe zou u deze passage willen uitleggen ‘de wapens waarmee wij ten strijde trekken dienen niet ons eigenbelang, maar zijn er om met kracht bolwerken te slechten voor God’? Wat voor wapens zijn het? Over wat voor strijd heeft Paulus het hier en waarom gebruikt hij deze beelden? Hoe moeten wij de strijd begrijpen waarbij bij betrokken zijn?
Als adventisten begrijpen wij de realiteit van de grote strijd tussen Christus en satan. Wij weten dat dit werkelijk gebeurt en dat wij allen bij de strijd betrokken zijn. Als wij in ons eentje moesten vechten zouden wij geen enkele kans maken tegen satan. Onze enige hoop is onze verbinding met Jezus, en centraal in die verbinding is ons gebed - een geestelijk wapen voor een geestelijke strijd, een wapen waar niemand van ons zonder kan. Als Jezus behoefte had om te bidden tijdens zijn dienstwerk op aarde, hoeveel te meer hebben wij dan het gebed nodig? ‘Wij moeten evenzo tijd nemen en reserveren voor meditatie en gebed en voor het ontvangen van een geestelijke verfrissing. Wij schatten de kracht en het effect van gebed niet naar waarde. Het gebed en het geloof zullen doen wat geen enkele macht op aarde kan volbrengen.’-Ellen G. White, The Ministry of healing, blz. 509. Op welke manieren heeft u in uw leven de harde werkelijkheid van de grote strijd tussen Christus en satan ervaren? Hoe heeft het gebed u geholpen in deze strijd? Waar zou u zijn zonder het gebed?
dialoog in gesprek met het woord
23
04 05 06 07 08 09 10 11 12 13
01
Donderdag 11 juli
Effectief gebed Er zijn vele effectieve manieren om te bidden. Sommige mensen hebben ontdekt om neer te knielen voor God met een geopende Bijbel. Ze lezen een paar verzen voor en praten met God over wat ze aan het lezen zijn. De psalmen zijn vooral inspirerend als onderwerpen voor gebed. Probeer eens te mediteren aan de hand van een bijzondere psalm tijdens uw gebedsmoment. Neem een vers tegelijk. Lees het hardop voor, en praat dan met God over wat dit vers u zegt. Anderen hebben ontdekt dat hun meest betekenisvolle moment is wanneer ze alleen met God zijn in een rustige natuurlijke omgeving. En dan zijn er ook anderen die het gebed met zingen combineren.
02 03 04
Wat leren wij over effectief bidden uit de volgende verzen? Psalm 34:1, 50:23, 67:3, 71:6.
05 06
De gebeden van David waren gevuld met aanbidding of lofzang. Wanneer wij mediteren over Gods goedheid en oneindige liefde zullen onze harten overlopen met eerbetoon.
07
Lees Daniël 9:8-13. Wat voor het gebed is dit?
08
Welk onderdeel voegt Paulus toe aan een effectief gebeds leven? Efeziërs 5:20.
09
Wat is de betekenis van de smeekbeden in Efeziërs 6:18 en Filippenzen 4:6 en waarom is dit een belangrijk onderdeel van het gebed?
10
12
Hoewel we hier geen formule voor gebed willen aanbieden zal een algemene aanwijzing de volgende kunnen zijn: we beginnen met lofzang en aanbidding, waarin wij God danken voor zijn goedheid voor ons. Dan belijden wij onze fouten en tekortkomingen en vervolgens vragen wij God voor zijn vergeving. We sluiten het gebed af met een smeekbede, waarbij we onze verzoeken aan hem kenbaar maken en dat in een geest van onderwerping en vertrouwen in zijn goddelijke macht.
13
Is uw gebedsleven niet geweest wat het zou moeten of zou kunnen zijn? Wat hebt u nodig om het anders te doen? Waarom concentreert u zich niet om meer tijd in het gebed door te brengen? Het kan uw leven veranderen.
11
24
dialoog in gesprek met het woord
Vrijdag 12 juli
01
Verdere studie ‘Maak steeds uw verlangens, vreugde, verdriet, zorgen en vrees aan God bekend. U kunt hem nooit overbelasten. U kunt hem niet vermoeien. Hij, die de haren van uw hoofd telt, staat niet onverschillig tegenover de noden van zijn kinderen. De Schrift zegt dat ‘de Here rijk is aan barmhartigheid en ontferming’. Zijn liefdevol hart wordt door ons verdriet geraakt, zodra we erover spreken. Ga met alles, wat u niet kunt oplossen, naar hem toe. Niets is voor hem te zwaar om te dragen. Hij houdt immers de werelden in stand en heerst over alle aangelegenheden in het heelal. Niets, dat op enige manier met onze vrede te maken heeft, is te klein voor hem om op te merken. Er is geen hoofdstuk in onze ervaring te zwart voor hem om te kunnen lezen. Er is geen probleem te moeilijk dat hij er niet uit kan komen. Geen ramp kan de geringste van zijn kinderen overkomen, geen vrees kan angst aanjagen, geen vreugde en geen ernstig gebed kan van onze lippen komen, of de hemelse Vader ziet het en stelt er belang in. ‘Hij geneest de verbrokenen van hart en verbindt hun wonden’.’ Ellen G. White, Schreden naar Christus, bladzijde 92, 93.
02 03 04 05 06 07 08
Gespreksvragen 1 Waarom moeten we bidden als God alles al weet? Hoewel wij deze vraag op vele manieren kunnen beantwoorden is de belangrijkste dat de Bijbel ons keer op keer vertelt dat we moeten bidden. Zelfs als we niet begrijpen hoe het werkt. U kunt een medicijn slikken dat uw lichaam genezing brengt, zelfs als u niet begrijpt hoe dat medicijn werkt. Dit gaat net zo met het gebed. Welke andere redenen kunt u geven voor het belang van het gebed, vooral als wij zoeken naar opwekking en hervorming?
2 Lees al biddend het citaat van Ellen G. White wat u vindt in het gedeelte van vrijdag voor verdere studie. Zoek alle bemoedigingen op die u in deze tekst kunt vinden, vooral in de laatste regel die beschrijft hoe de relatie is tussen God en de degenen die smekend bidt. Welke keuzes kunt maken om in een diepere gemeenschap met de Heer te leven zoals die hier wordt beschreven?
3 Spreek met de groep over de werkelijkheid van de grote strijd en hoe die zichtbaar wordt in uw eigen kerkgemeenschap. Bespreek hoe samen bidden u kan helpen om welke uitdaging dan ook het hoofd te bieden.
dialoog in gesprek met het woord
25
09 10 11 12 13
supplement Luisteren naar de bijbeltekst
01
03 04 05 06 07 08 09 10 11 12
Matteüs 26:36-46
02
3 Benadering
13 26
In deze studie richten we ons op een cruciaal (!) moment in de taak van Jezus op aarde. Deze laatste fase van Jezus’ aardse missie speelt zich af in en om Jeruzalem rond Pesach. Jezus heeft zojuist het avondmaal (of ‘Zijn laatste avondmaal’) gehouden met de twaalf leerlingen. Heel dicht waren zij bij Jezus en toch nog zo ver weg. Werden de woorden van de Heiland begrepen, dat hij pas tijdens het eeuwige ‘Koninkrijk van de Vader’ weer met hen zou drinken van ‘de vrucht van de wijnstok’? Ook had Jezus meermaals onheilspellende woorden laten vallen die te aangrijpend waren om te vatten. Judas vertrekt met een laaghartig doel en Jezus is met de elf overgebleven leerlingen op weg naar de Olijfberg. Onderweg laat Jezus hen weten dat zij hem allemaal zullen verloochenen. We kennen de onbedachtzame reactie van Petrus: ‘alle anderen misschien maar ik niet!’ (vrij vertaald) Hoe moeilijk is het in te schatten hoe je zult reageren wanneer je werkelijk in een bepaalde situatie komt te verkeren. We zullen trachten een stap dieper in het gebeuren op die avond aan de voet van de Olijfberg te komen, ten eerste vanuit het oogpunt van de leerlingen, maar daarna doen we een poging om de Messias te volgen in zijn lijden om zijn grote liefde voor ons wat beter te kunnen bevatten. Kom, we gaan Getsémané, ‘de olijfpers’, binnen!
3 Studie In Getsémané vraagt Jezus zijn leerlingen te gaan zitten terwijl hij zal gaan bidden. Petrus, Johannes en Jakobus mogen nog een stuk verder met hem mee. In aanwezigheid van deze drie begint Jezus heel angstig te worden. Een zielsberoering die zij niet eerder in deze vorm bij Jezus hebben waargenomen. Jezus raakte destijds in beroering tijdens het geweeklaag bij het graf van Lazarus, maar hier staat dat hij bedroefd en zeer angstig werd. Hadden zij Jezus ooit eerder angstig gezien? Het was juist Jezus die bemoedigde en aanspoorde geen angst te hebben. Dan openbaart Jezus hen de reden voor zijn angst: ‘Ik voel mij dodelijk bedroefd, blijf hier met mij waken….’. Jezus vraagt hen met hem te waken, d.w.z. door hun aanwezigheid steun te geven in zijn lijden. Hij blijft echter niet in hun directe nabijheid, maar gaat iets verder en werpt zich ter aarde. De drie vertrouwelingen van Jezus blijken niet in staat om Jezus in gebed te blijven steunen, als hij terugkomt blijken ze te slapen. De smeekwoorden van Jezus gericht aan de Vader omvatten slechts één vers, maar dit contact zal meer hebben omvat dan enkel deze woorden, want Jezus vraagt Petrus of hij niet één uur met hem kon waken. Hierna vraagt Jezus niet alleen te waken, maar ook te bidden dat zij niet in verzoeking zullen komen. Ook na deze keer zijn de drie door slaap overmand, en Jezus vermaand hun geen derde keer. Hij voelt zich bijna Godsverlaten alleen. Wat zelfs voor zijn meest nabije leerlingen verborgen blijft, is voor Jezus volledig helder. Dit is het moment waarop de geschiedenis van de wereld, ja van de Kosmos een wending gaat krijgen. De Heiland als Schepper van de mensheid heeft zijn schepselen zo lief dat hij zijn leven voor hen zal geven.
dialoog in gesprek met het woord
supplement Luisteren naar de bijbeltekst
01
Behalve het fysieke lijden zal hij een ziele-lijden doormaken die alleen hij kan doorstaan, en dat niet zonder de angst die daarmee gepaard gaat. Jezus verlangt in dit moment naar de bijstand van Petrus, Johannes en Jacobus. Hoewel een geselecteerd drietal, toch blijken het gewoon falende mensen die het laten afweten op de cruciale momenten.
02
3 Begrip
03
‘Vader, als het mogelijk is, laat deze beker dan aan mij voorbijgaan’. De gevangenneming, de voorleiding in het Sanhedrin, het verhoor door Pilatus, de bespotting en uiteindelijk de kruisiging dragen alle ongetwijfeld bij aan de onmetelijke pijn die de Heiland moest dragen. In geen van deze krijgen we echter de indruk dat er sprake is van de doodsangst zoals Jezus die doorstond in Getsémané. Behalve dan misschien in de kreet: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten’. Hieruit zou je kunnen afleiden dat de ziele-strijd en de daaruit voortkomende smeekbede aan de Vader een ultiem beslissingsmoment is geweest voor de Heiland, voor de mensheid, en dus ook voor jou en mij. Alles hing af van Jezus’ keuze als mens1: ‘…niet zoals Ik wil, maar zoals U wilt’. Alle keuzes die Jezus maakte in wat hierna zou volgen waren het gevolg van dit ‘zoals U wilt’. Het gewicht van deze keuze van Jezus op dit angstige moment kan niet onderschat worden. Wat was de drijfveer van Jezus om deze keuze te maken? In Johannes 15:13 zegt Jezus met betrekking tot het grote gebod van de liefde: ‘Niemand heeft een grotere liefde dan deze, namelijk dat iemand zijn leven geeft voor zijn vrienden.’ Het doel: de eeuwige verbintenis herstellen met alle schepselen die hij innig liefheeft. Drie van zijn leerlingen waren vlak in de buurt en Jezus had hen gevraagd met hem te waken. zij hebben gezien, en gehoord hoe de droefheid en angst bij Jezus toesloeg. Maar zij hebben de ernst van het gebeuren niet kunnen vatten. Heeft Jezus werkelijk hun steun nodig gehad of had Jezus een ander motief om hen mee te nemen? Je zou kunnen verwachtten dat Jezus wist dat Petrus, Johannes en Jacobus niet in staat waren om met hem te waken. Het geeft de eenzaamheid aan van Jezus op dat moeilijke moment. Eenzaamheid in aanwezigheid van vrienden, die het gevolg is van het niet kunnen delen van je hartzeer en je angsten. Voor jou en mij is het belangrijk om te blijven groeien in het kennen van die liefde van de Heiland. Petrus, Johannes en Jacobus zijn de getuigen van het lijden in Getsémané. Hoewel zij op dat moment de betekenis van het moment misten, hebben zij die later onder leiding van de heilige Geest leren begrijpen en vervolgens aan ons doorgegeven.
04 05 06 07 08 09 10 11 12
3 Toepassing Bevind je jezelf in je relatie tot Jezus wel eens in een situatie die vergelijkbaar is met de slapende discipelen in de hof? Je vindt jezelf enorm tekort schieten ten opzichte van het liefde-offer dat Jezus voor jou heeft gebracht. Kun je
13
Jezus maakte deze keuze als mens - en maakte zich hierdoor volkomen afhankelijk van God. Voor een verdere studie hierover, zie ook 1 Korintiërs 15:45-49.
1
dialoog in gesprek met het woord
27
supplement Luisteren naar de bijbeltekst
01
bemoediging halen uit het vervolg van de ervaringen van de apostelen voor jouw eigen falen? Bedenk daarbij dat Jezus achteraf zijn leerlingen als heel bruikbare instrumenten heeft kunnen inzetten voor de verspreiding van het Evangelie. Christenen roepen elkaar op om op te zien naar het kruis, wanneer iemand zich in een situatie bevindt die geen uitzicht meer biedt. Het kruis is een prachtig symbool van de ultieme liefde van Jezus voor degene die in hem gelooft. In hoeverre zou het ook een enorme steun kunnen bieden om te mediteren over de ervaring van Jezus in de hof van Getsémané?
02 03 04
3 Meditatie Kon dan niet één met hem waken? Eén in die smartelijke uren met hem de droefheid verduren van zijn verwerping, zijn smaad? Moest hij, die zwartste der nachten, Eenzaam de kruisdood verwachten, Eenzaam de bitterheid smaken Van de triomf van het kwaad?
05 06
Uit ‘Gethsemane’ door Jacqueline van der Waals
07 08 09 10 11 12 13 28
dialoog in gesprek met het woord
14 - 20 juli
Lezen Psalm 119:50,74,116; Hebreeën 4:12; 11:3, Johannes 5:39; Hebreeën 4:1,2; Handelingen 20:27-32. Kerntekst ‘Strijd voor mij en verlos mij, houd mij in leven zoals u hebt beloofd’ (Psalm 119:154).
3
Gods Woord: fundament voor opwekking Zoals ernstige bijbelstudie in het verleden vaak leidde tot de opkomst van allerlei opwekkingsbewegingen geloven wij dat er opnieuw een opwekking zal plaatsvinden in de laatste dagen.
D
e heilige Geest zal uitgaan naar een generatie van toegewijde christenen die zijn wil in zijn Woord hebben ontdekt en die een passie hebben om dit aan de wereld te verkondigen. Zij hebben genade en kracht en hoop in zijn Woord gevonden; ze werden aangetrokken door de onvergelijkelijke aantrekkingskracht van Christus in zijn Woord. Daarom zal God hun toewijding belonen door overvloedig zijn heilige Geest uit te storten, en de hele wereld zal verlicht worden door de glorie van de boodschap van de drie engelen. De heilige Geest zal overvloedig uitgestort worden en het evangelie zal verspreid worden naar de uiteinden van de aarde en Jezus Christus zal terugkeren (Matteüs 24:14). In de les van deze week zullen wij de rol van de Bijbel in opwekking bestuderen en hoe Gods Woord een levensveranderend verschil in ons kan aanbrengen, als we ons in geloof en gehoorzaamheid overgeven aan haar richtlijnen en waarheden.
dialoog in gesprek met het woord
29
01
Zondag 14 juli
Opgewekt door zijn Woord Zoek de volgende verzen op. Schrijf op de eerste regel de smeekbede. Schrijf op de tweede regel de situatie die ertoe leidde dat David de smeekbede doet:
02
1. Psalm 119:25
03
smeekbede: situatie:
04
2. Psalm 119:107 smeekbede:
05
situatie: 3. Psalm 119:153,154
06
smeekbede: situatie:
07
In de psalmen spreekt David over de zegeningen van Gods Woord in zijn eigen geestelijk leven. Lees de volgende verzen uit Psalm 119 en kies welk vers het beste de zegeningen samenvat die de psalmist in dat Woord heeft ontdekt (Psalm 119:50,74,116,130,160,169,170).
08 09
12
David vond moed en kracht in Gods Woord. Hij ontdekte hoop en goddelijke leiding in het Woord van God. Het Woord van God bracht licht in zijn verduisterde geest (Psalm 119:130). Het gaf voeding aan zijn hongerige hart en leste zijn dorstige ziel (Psalm 119:81). Toen koning Saul dreigde hem te doden klemde David zich vast aan Gods belofte van bevrijding (Psalm 34:4). Geplaagd door schuld na zijn overspel met Bathseba klemde hij zich vast aan Gods belofte van vergeving (Psalm 32:1,2). In de war gebracht door de toekomst hield hij vast aan Gods belofte van leiding (Psalm 32:8). Daarom jubelde David toen hij uitriep: ‘dat uw belofte mij doet leven’(Psalm 119:50). Het fundament voor opwekking draait om het vinden van nieuw leven in Gods Woord.
13
Hoe kunt u leren om meer hoop, kracht, zekerheid en licht te halen uit Gods Woord? Dat wil zeggen, hoe kunt u een diepere ervaring met de Heer hebben door hem te leren kennen zoals hij in de Bijbel zich aan ons openbaart?
10 11
30
dialoog in gesprek met het woord
Maandag 15 juli
De scheppende kracht van Gods Woord
01
Lees Hebreeën 4:12. Dit gedeelte beweert dat Gods Woord levend is, krachtig, en scherper dan een tweesnijdend zwaard dat doordringt tot in ons diepste binnenste. Hoe kan het dat Gods Woord levend is? Wat betekent dat?
02 03
Op welke manieren is Gods Woord anders dan de intelligente raadgevingen van een wijze leraar, predikant of raadgever? Wat zeggen de volgende teksten over de kracht van Gods Woord? Psalm 33:6,9; Hebreeën 11:3; 2 Timoteüs 3:16,17.
04 05
Menselijke raadgevingen kunnen waardevol zijn. Wij zijn in het verleden allemaal wel eens geholpen door het advies van anderen. Het probleem is dat de menselijke raadgevingen niet die kracht in zich dragen om het soort verandering teweeg te brengen dat Gods Woord wel kan. De Bijbel is een levend, dynamisch, krachtig hulpmiddel tot verandering. Dezelfde kracht die zich bevond in Gods gesproken woord bij de schepping bevindt zich ook in het geschreven Woord van God. Als wij Gods geboden en beloften in geloof aanvaarden, ontvangen wij de kracht van de heilige Geest om dat te volbrengen hetgeen Christus ons opdraagt. ‘De scheppende kracht die de werelden deed ontstaan, ligt in het Woord van God. Dit Woord verleent kracht; het verwekt leven. Elk gebod is een belofte; wanneer het door de wil wordt aangenomen en in de ziel opgenomen, brengt het met zich het leven van de Oneindige. Het verandert de natuur en herschept de ziel naar het beeld Gods.’ Ellen G. White, Karaktervorming, bladzijde 126. Het oppervlakkig lezen van Gods Woord zorgt maar zelden voor een geestelijke opwekking. Het bestuderen van de Bijbel teneinde onze eigen positie te rechtvaardigen, of om anderen te overtuigen van zijn of haar fouten, heeft maar weinig nut voor ons eigen geestelijk leven. Ware verandering vindt plaats wanneer wij in gebed Gods Woord lezen en als wij de heilige Geest vragen om ons kracht te geven om meer zoals Jezus te zijn. Ware transformatie vindt plaats wanneer wij de God van de schepping vragen om ons te herscheppen naar zijn beeld. Verandering vindt plaats wanneer de onderwijzingen van Jezus in de Schrift deel worden van ons leven, en als we leven ‘van ieder woord dat klinkt uit de mond van God’ (Matteüs 4: 4). Op welke manieren heeft de kracht van Gods Woord uw leven veranderd? In welke aspecten van uw leven moet u meer van die verandering zien?
dialoog in gesprek met het woord
31
06 07 08 09 10 11 12 13
01
Dinsdag 16 juli
Jezus en het Woord Op welke manieren zijn er overeenkomsten tussen hoe het Woord van God werkt en zijn heilige Geest? Lees Johannes 5:39; 16:14,15.
02 03
Het Woord van God getuigt van zijn Zoon Jezus. De heilige Geest getuigt ook van Jezus. De heilige Geest leidt ons naar een diepere ervaring met Jezus door zijn Woord. Het doel van de heilige Geest in opwekking is niet in de eerste plaats om zichzelf te openbaren door bovennatuurlijke tekenen en wonderen, maar om de Heer Jezus te verhogen door zijn Woord. De doop met de heilige Geest gaat niet over onze kracht om grote wonderen te volbrengen. Het gaat over Gods kracht om onze levens te veranderen-en dat is waar het bij opwekking en hervorming allemaal om draait. Het Woord van God levert het fundament of de basis voor elke oprechte opwekking. Onze ervaringen komen voort uit ons begrip van Gods Woord. Onze losprijs en aanbidding komen voort uit onze geest die doordrenkt is met het Woord. Een leven dat veranderd is, is het grootste getuigenis van een ware opwekking. Positieve gevoelens of lofprijzing kunnen een gevolg van opwekking zijn, maar zij vormen nooit de basis voor opwekking. Welke zogenaamde ‘opwekking’ ook die alleen maar gebaseerd is op uiterlijke gevoelens of ervaring is oppervlakkig in het beste geval, maar bedrieglijk in het ergste geval. Het is een illusie van spiritualiteit, niet een oprechte vroomheid. Wanneer opwekking is geworteld in het Woord van God is het een ervaring die blijvend verschil maakt in onze levens en die van de mensen om ons heen.
04 05 06 07 08 09
12
Het verhaal van de verschijning van Jezus aan de twee discipelen op de weg naar Emmaüs onthult de rol die de Bijbel speelt in het aanzetten tot een ware opwekking. Deze volgelingen van Christus waren vervuld met verwarring. Maar geleidelijk veranderde dat toen Jezus ‘hun verklaarde al wat er in de Schriften over hem geschreven stond’ (Lucas 24:27). Hij haalde de profetieën aan uit het Oude Testament die spraken over de Messias. Jezus had wonderen kunnen doen om zijn identiteit te bewijzen of hij had de littekens in zijn handen kunnen laten zien. Dat deed hij niet. In plaats daarvan leerde hij hen uit de Bijbel. Merk op hoe zij reageerden nadat zij nagedacht hadden over wat die dag was gebeurd. ‘Daarop zeiden ze tegen elkaar: ‘brandde ons hart niet toen hij onderweg met ons sprak en de Schriften voor ons ontsloot?’ (Lucas 24: 32). Wat een voorbeeld van oprechte opwekking is dit!
13
Waarom kunnen wij niet op onze gevoelens vertrouwen? Hoe kunnen onze gevoelens ons bedriegen? Welke rol spelen onze gevoelens in onze wandel met de Heer en welke rol moeten zij niet spelen?
10 11
32
dialoog in gesprek met het woord
Woensdag 17 juli
01
Opwekking, geloof en het Woord Toen hij sprak over de tijd vlak voor zijn wederkomst vertelde Jezus: ‘maar als de Mensenzoon komt, zal hij dan geloof vinden op aarde?’(Lucas 18:8). Het is duidelijk dat er weinig geloof zal zijn in de laatste dagen. Hoe zouden wij een bijbels geloof willen definiëren? Betekent geloof dat wij geloven dat God ons alles zal geven wat wij willen? Is het geloof geworteld in onze verlangens? Draait het geloof om God te vragen wat wij willen en dan geloven dat we het zullen ontvangen als we maar hard genoeg geloven? We zouden de antwoorden op deze retorische vragen moeten weten, nietwaar? Geloof, waarachtig geloof, is altijd gericht op Gods wil, niet op onze eigen wensen. Het draait om vertrouwen in God, geloven in zijn beloften, en handelen vanuit zijn Woord. Ons geloof groeit als we naar Gods Woord luisteren en het in de praktijk brengen (Romeinen 10:17; Jacobus 2:17,18). Ons geloof wordt opgebouwd als we onze geest openen voor het onderwijs van Gods Woord. En doen wat God zegt-zelfs als het tegengesteld is aan onze persoonlijke wensen-bereidt ons voor op het ontvangen van de kracht van de geest in al haar volheid. Waarom hebben sommige mensen weinig baat bij het lezen van de Bijbel? Hebreeën 4:1,2.
02 03 04 05 06 07
Onze geestelijke ervaringen wordt nieuw leven ingeblazen als wij Gods Woord accepteren en in geloof aanvaarden. We boeken weinig vooruitgang als we de Bijbel haastig lezen of vanuit een gevoel van verplichtingen of dwang. Wij worden veranderd als wij wat we lezen in ons opnemen, als wij het onderwijs uit de Bijbel toestaan om onze gedachten en levens te veranderen. Vergelijk het geloof van de Romeinse centurion, de verlamde in Bethesda, en de discipelen in de storm op het meer van Galilea (Matteüs 8:8-10, Johannes 5:6-9, Matteüs 14:29-33). Wat kunnen wij van elk verhaal leren?
08 09 10 11
Het geloof groei niet alleen door Gods Woord te lezen of ernaar te luisteren. Het geloof komt als wij aanspraak maken op zijn beloften wanneer wij geloven dat wat hij zei op ons persoonlijk van toepassing is. Paulus schrijft in Romeinen 12:3 dat ‘wij allen moeten denken overeenkomstig het geloof, want dat is de maatstaf die God ons heeft gegeven’. Wanneer we ons geloof uitoefenen, het geloof dat hij al in onze harten heeft gepland, kan dat geloof niet anders doen dan groeien.
dialoog in gesprek met het woord
33
12 13
01
Donderdag 18 juli
Gods Woord: bewaker van opwekking
05
De heilige Geest werkte op een machtige manier door het onderwijs en de prediking van de apostel Paulus toen hij de christelijke gemeente oprichtte in Efeze. Efeze was een stad met ongeveer 150.000 inwoners. De stad stond bekend als de marktplaats van Azië. Het was een grote bazaar. Terwijl schepen hun goederen aanvoerden vanuit heel Azië, trokken de mensen naar Efeze om fijne zijde, zeldzame juwelen, smaakvolle specerijen, handgeweven tapijten, exclusieve kunstvoorwerpen en exotisch voedsel te kopen. Maar de stad was ook het centrum voor de aanbidding van de godin Diana en de toekomstige basis van de beroemde Celsius bibliotheek, met 12.000 manuscripten. De stad Efeze bezat ook een indrukwekkend amfitheater dat plaats bood aan 15.000 mensen. Het theater werd gebruikt voor grote concerten en theaterproducties. Seksuele losbandigheid vierde er hoogtij. Als er ooit een onwaarschijnlijke plek was voor het christendom om wortel te schieten, te groeien en te bloeien dan was het zeker de stad Efeze.
06
Lees Handelingen 20:27-32. Waar was Paulus bezorgd over toen hij sprak met de gelovigen uit Efeze? Wat was zijn advies aan de kerkleden in Efeze? Welke rol kende hij toe aan het Woord van God?
02 03 04
07 08 Lees 1 Petrus 1:22,23; Jacobus 1:21,22 ; 1 Johannes 2:14. Vat in uw eigen woorden het onderwijs van Petrus, Jacobus en Johannes samen wat betreft het belang van de Bijbel in het leven van iedere christen. Let vooral op het onderwijs van de discipelen betreffende de impact van de Bijbel op ons geestelijk leven.
09 10 11 12
Welke overeenkomsten ziet u in alle teksten hierboven betreffende de rol van Gods Woord? Waarom moet dan het Woord van God centraal staan in een geestelijke opwekking, zowel op een persoonlijk als op een gemeenschappelijk niveau?
13 34
dialoog in gesprek met het woord
Vrijdag 19 juli
01
Verdere studie ‘Tot de wet en tot de getuigenis! Voor wie niet spreekt naar dit Woord, is er geen dageraad’. Gods volk heeft de Bijbel gekregen als een beveiliging tegen de invloed van dwaalleraren en de misleidende kracht van de geesten der duisternis. Satan gebruikt alle mogelijke listen om te voorkomen dat de mensen de Bijbel leren kennen, want de duidelijke uitspraken van de Bijbel brengen satans bedrog aan het licht. Elke herleving van Gods werk prikkelt de vorst van het kwaad tot grotere activiteit. Hij spant nu al zijn krachten in voor de laatste strijd tegen Christus en zijn volgelingen. Wij zullen binnenkort de laatste grote misleiding meemaken. De antichrist zal dan zijn wonderwerken voor onze eigen ogen verrichten. De vervalsing zal zó volmaakt zijn dat men alleen aan de hand van de Bijbel een onderscheid zal kunnen maken tussen wat waar is en wat vals is. Elke uitspraak en elk wonder zal op grond van Gods Woord moeten worden getoetst. Zij die alle geboden Gods willen gehoorzamen, zullen verdrukt en bespot worden. Zij kunnen alleen met Gods hulp stand houden. Willen ze de beproeving die hun te wachten staat overleven, dan moeten ze Gods wil begrijpen zoals die in zijn Woord is geopenbaard. Ze kunnen God alleen eren als ze een juist beeld hebben van zijn karakter, heerschappij en doelstellingen, en er ook naar handelen. Alleen zij die door de waarheid van de Bijbel zijn versterkt, zullen in de laatste grote strijd stand kunnen houden.’ Ellen G. White, De Grote Strijd, bladzijde 548.
02 03 04 05 06 07 08 09
Gespreksvragen 1 Lees zorgvuldig het citaat van Ellen G. White in het gedeelte voor verdere studie op vrijdag. Welke rol kent zij toe aan het Woord van God, vooral in de context van de laatste dagen en de de laatste misleidingen? Denk na over de gevolgtrekkingen van deze regel: ‘de vervalsing zou zo sterk op de waarheid lijken dat het onmogelijk zal zijn om hen van elkaar te onderscheiden, tenzij door bestudering van de heilige Schrift.’ Wat zegt dit ons over hoe wij voorzichtig moeten zijn met oordelen over de waarheid gebaseerd op persoonlijke ervaring of hoe wij ons voelen?
10 11
De afgelopen week lazen we Jacobus 1:22 waarin wij worden opgeroepen om ‘te doen wat wij 2
12
gehoord hebben.’ Wat wil dit zeggen en waarom is dit essentieel voor ons als we ook maar enige geestelijke opwekking in ons leven willen hebben? Waarom is lezen over geloof en onderwijzen over het geloof en praten over het geloof zoveel makkelijker dan je geloof uitleven? Denk aan de afgelopen week terug: hoe vaak heeft u gedaan wat u uit Gods Woord gehoord hebt?
13
dialoog in gesprek met het woord
35
supplement Luisteren naar de bijbeltekst
01
3 IJsbrekervraag
02
3 Benadering
Wat voor soort teksten lees je het liefst: verhalen, gedichten, nieuws, vakliteratuur of ...? Waarom? Hebben je favoriete delen uit de Bijbel hetzelfde genre?
We staan in deze les stil bij de rol die de heilige Schrift vervulde in het leven van de schrijver van Psalm 119 en die de Bijbel in ons leven vervult. Er zijn natuurlijk grote verschillen tussen onze situatie en die van de psalmist. Hij leefde in de tijd waarin het geschreven woord zeer schaars was. Omdat we niet weten wanneer en door wie Psalm 119 geschreven is, weten we ook niet exact welke boeken uit de Bijbel hij tot zijn beschikking had. Zeker is dat een belangrijk aandeel in ieder geval bestond uit de boeken van Mozes. Als we begrijpen wat de Bijbel voor de Psalmschrijver betekende, kunnen we dat spiegelen met onszelf. Geven wij de Bijbel een andere plaats in ons leven dan hij deed? Zitten we op dezelfde lijn als de schrijver, missen we misschien iets of zijn we nu wijzer geworden?
03 04 05
3 Studie
06
Bestudeer Psalm 119:129-136. Onderstaande vragen (een voor ieder vers) zijn bedoeld om daarbij te helpen. • Wat wordt in vers 129 met ‘wonderen’ bedoeld? In welk opzicht is dit van toepassing op de Bijbel? • Waarom wordt in vers 130 de Bijbel vergeleken met licht? • Waarom zou in vers 131 het verlangen naar Gods geboden vergeleken worden met het hongergevoel / verlangen naar voedsel? Welke overeenkomsten bestaan er tussen die twee? • In vers 131 snakt de schrijver naar de geboden, in vers 132 roept hij God op om dichtbij te komen en genadig te zijn. Wat is het verband tussen beide verzen? • Waarom vergelijkt de schrijver in vers 133 het in praktijk brengen van Gods instructies met lopen? Wat betekent het dat voetstappen vast staan in Gods Woord? • Onderdrukking beperkt de vrijheid van mensen. Welke gevaren signaleert de schrijver in vers 134? • Wat bedoelt de schrijver met zijn vraag in vers 135? • Welke verschillende termen heeft de schrijver in vers 129-136 allemaal gebruikt voor Gods Woord?
07 08 09 10 11
3 Begrip
12
De woorden van de psalmist maken duidelijk dat een ontmoeting met het Woord een ontmoeting met God is. Omdat God de bron van het leven is en de gever van wijsheid, rechtvaardigheid, genade en vrijheid is het ontvangen van zijn Woord een levens veranderende ervaring. In Psalm 119 worden verschillende woorden gebruikt voor het Woord van God. Zoals in onderstaande tabel kan worden gezien hebben veel termen een
13 36
dialoog in gesprek met het woord
supplement Luisteren naar de bijbeltekst
01
overlappende betekenis. Dat op zo veel manieren gesproken wordt over de Schrift laat zien hoe rijk en veelzijdig het Woord van God is.
02
Benamingen voor Gods Woord in Psalm 119 (bron: ESCV study Bible) Nederlands
Hebreeuws
Betekenis
wet
torah
instructie, leer
getuigenis
‘edot
de openbaring van Gods wil; datgene waarvan God duidelijk heeft laten blijken dat het zijn wil is
voorschriften
piqqudim
datgene wat God heeft opgedragen om te doen of uit te voeren
wetten
khuqqim; khuqqot
datgene wat God als wetgever heeft bepaald / voorgeschreven
geboden
mitswot
datgene dat God heeft opgedragen
regels
mishpatim
datgene wat de hemelse Rechter heeft aangewezen als rechtvaardig
woord
’imrah; dabar
dat wat God gezegd heeft
3 Toepassing en overdenking
03 04 05 06
• V ergelijk de manier waarop je zelf naar het Woord van God kijkt met die van de schrijver van Psalm 119. Wat zijn de overeenkomsten en verschillen? • Wat zijn je redenen/ motieven om met de Bijbel bezig te zijn? Waarnaar ben je op zoek als je de Bijbel leest? • Wat zou jou kunnen helpen om de Bijbel een grotere plaats in je leven te geven? • Welke plaats krijgt de Bijbel in de lokale gemeente waar je naartoe gaat? Wat vind je van die rol?
07 08
3 Overdenking en gebed Het evangelie van Johannes opent met de belijdenis van het grootst mogelijke ontzag voor het Woord van God: ‘1 In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. 2 Het was in het begin bij God. 3 Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat. 4 In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen… 14 Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond, vol van goedheid en waarheid, en wij hebben zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader.’ (Johannes 1:1-4,14)
09 10 11
‘Lieve God, uw Woord geeft leven. Geef dat uw Woord diep in ons hart mag leven, dat het uzelf aan ons mag openbaren, ons mag vormen en in ons mag overstromen en leven geven aan de mensen om ons heen. Amen’
12 13
dialoog in gesprek met het woord
37
supplement Luisteren naar de bijbeltekst
01
3 extra gespreksvragen Lees de kerntekst, Psalm 119:154. • Wat doet deze tekst met je? • Word je er door gestimuleerd? • Hoe geef je er invulling aan in de praktijk?
02
David verwoordt heel mooi en krachtig de rol van Gods Woord in zijn leven. Welke tekst uit Psalmen of een ander bijbelboek geeft jou kracht en moed? Neem de tijd om deze op te zoeken, deel de teksten met elkaar. Met welke tekst kan jij de dag beginnen?
03 04
Stel je eens voor dat jij 1 van de Emmaüsgangers bent en je krijgt tijdens de wandeling bijbelles van Jezus. • Welke vragen zou jij hem willen stellen? • Waar zou je meer van willen weten?
05
Veel geloofservaringen kunnen we teruglezen in de Bijbel (zie o.a. enkele voorbeelden op woensdag). Jou wordt gevraagd naar je geloofservaringen in een interview met een bekende krant of tijdschrift. Welke momenten ga je delen? Welke ervaringen zouden andere mensen herkennen, stimuleren?
06 07 08 09 10 11 12 13 38
dialoog in gesprek met het woord
21 - 27 juli Lezen Matteüs 28:19, 20; Johannes 20:21; Handelingen 2; Handelingen 22:114; Johannes 6:1-11 ; Handelingen 8:26-38. Kerntekst ‘Maar wanneer de heilige Geest over jullie komt, zullen jullie kracht ontvangen en van mij getuigen in Jeruzalem, in heel Judea en Samaria, tot aan de uiteinden van de aarde‘ (Handelingen 1:8).
4
Getuigenis en dienstbetoon: dienstbetoon: vruchten van opwekking Het doel van opwekking is om onze harten te vullen met zo’n diepe liefde voor Jezus dat wij verlangen om deze liefde met ieder mens om ons heen te delen. Bij een ware opwekking ontwaken onze harten voor de goedheid, medeleven, vergeving en kracht van God. We raken zo betoverd door zijn liefde en worden veranderd door zijn genade dat wij niet langer kunnen zwijgen.
M
aar een ‘opwekking’ die zich alleen maar richt op ‘mijn geestelijke ervaring alleen’ schiet haar doel voorbij. Als wij er een kritische houding door krijgen, waarin wij anderen veroordelen die niet voldoen aan onze ‘standaard van vroomheid’, dan is een dergelijke opwekking niet door de hemel geïnspireerd. Als de nadruk in de opwekking alleen maar ligt op het veranderen van uiterlijk gedrag in plaats van een verandering van het hart, dan is er iets mis. Een veranderd hart leidt tot een ander gedrag. Ware opwekking leidt nooit tot egoïsme, of tot zelfgenoegzaamheid en zelfverheffing in het bijzonder. In plaats daarvan leidt het tot een grotere onbaatzuchtige zorg voor de ander. Wanneer onze harten worden vernieuwd door Gods genade verlangen wij er naar om anderen te zegenen en te dienen die in nood zijn. Elke oprechte opwekking leidt tot een hernieuwde nadruk op zending en dienstbetoon.
dialoog in gesprek met het woord
39
01
Zondag 21 juli
De laatste opdracht en belofte van Christus Christus heeft zijn kerk niet opgericht zodat zij zich alleen om zichzelf zou bekommeren. Jezus’ laatste woorden spraken over de zendingsopdracht van de kerk. Het was de bedoeling van Christus dat zijn kerk haar eigen grenzen zou overschrijden. Hij richtte zijn kerk op met het doel het licht van zijn liefde en de boodschap van zijn verlossing met de wereld te delen.
02 03
Lees en maak een samenvatting van de volgende teksten. Op welke manier laat elke tekst zien wat het diepste verlangen van Jezus is voor zijn kerk? Matteüs 28:19,20
04
Marcus 16:15
05
Lucas 24:45-49 Johannes 20:21
06
Nadat Christus ten hemel was gevaren, was het zijn bedoeling dat de kerk een zichtbare manifestatie van zijn liefde en genade aan de wereld zou zijn. De discipelen hadden een opdracht. Ze hadden een boodschap om te delen. Ze hadden een taak te volbrengen. Zij moesten het werk voortzetten dat Jezus was begonnen.
07
‘De kerk is het door God aangewezen werktuig om mee te werken aan de redding der mensheid. Zij werd ingesteld tot dienen en haar zending is het evangelie aan de wereld uit te dragen. Van meet af aan is het Gods bedoeling geweest dat zijn volheid en zijn algenoegzaamheid door zijn gemeente naar de wereld zullen worden weerkaatst. De leden van de kerk, die hij uit de duisternis heeft geroepen tot zijn wonderbaar licht, moeten zijn heerlijkheid verkondigen. De gemeente is de schatkamer van de rijkdommen van Christus’ genade; en door de gemeente zal ten slotte de laatste en volle uitstorting van Gods liefde openbaar gemaakt worden, zelfs aan ‘de overheden en machten in de hemelse gewesten’’. Ellen G. White, Van Jeruzalem tot Rome, bladzijde 9.
08 09 10
12
De redding van de mensheid is een last voor het hart van Jezus. De apostel Paulus schreef aan zijn jonge vriend Timoteüs dat het het verlangen van onze Heiland is dat ‘alle mensen worden gered en de waarheid leren kennen’(1 Timoteüs 2:4). De apostel Petrus voegt er aan toe dat de Heer ‘niet traag is met het nakomen van zijn belofte, zoals sommigen menen; hij heeft alleen maar geduld met u, omdat hij wil dat iedereen tot inkeer komt en niet verloren gaat’(2 Petrus 3:9).
13
Hoe laat u in uw leven zien welk belang u hecht aan het bereiken van de ander? Of is dat helemaal niet zichtbaar? Wat zegt uw antwoord over uzelf en uw prioriteiten?
11
40
dialoog in gesprek met het woord
Maandag 22 juli
01
De belofte ontvangen De opdracht om Jezus’ liefde en waarheid met de hele wereld te delen moet overweldigend zijn geweest voor de kleine groep van discipelen. De uitdaging was enorm, de taak was immens. Die opdracht voltooien gedurende hun levensloop moet zeker onmogelijk hebben geleken (net zoals het onmogelijk voor ons kan lijken). Men schat nu in dat de bevolking van het Romeinse Rijk in die eerste eeuw ongeveer 150 miljoen mensen betrof. Volgens het eerste hoofdstuk van het boek Handelingen was een groep van 120 gelovigen samen in de bovenzaal om het Pinksterfeest te vieren. Dat is een verhouding van één christen op ongeveer 1,4 miljoen mensen in het Romeinse rijk. Vanuit een menselijk gezichtspunt leek Jezus’ opdracht om het evangelie aan de wereld te brengen ondenkbaar. Lees Handelingen 2. Wat waren de gevolgen van de uitstorting van de heilige Geest voor de zending van de eerste gemeente?
De resultaten na die Pinksterdag waren verbluffend. De christelijke kerk ervaarde een groeiexplosie. Tienduizenden werden bekeerd. De boodschap van Jezus’ liefde werd gebracht tot in de verste uithoeken van het Romeinse Rijk. Plinius de jongere, gouverneur van de Romeinse provincie van Bithynië aan de noordkust van het huidige Turkije, schreef aan de keizer Trajanus in ongeveer 110 n.Chr. Plinius beschreef de officiële rechtszaken die hij voerde teneinde christenen te arresteren en te executeren. ‘Vele van hen zijn van alle leeftijden, van elke sociale klasse, zelfs van beide geslachten. Ze worden opgeroepen om voor de rechtbank te verschijnen en zullen verantwoording moeten afleggen. Niet alleen steden, maar zelfs dorpen tot in de meest landelijke gebieden zijn aangetast door de infectie van dit bijgeloof’ (christendom). Dit citaat is opmerkelijk. Het laat zien dat in een paar generaties het christendom zich over bijna elke laag van de maatschappij had verspreid. Zelfs tot in de ver afgelegen provincies. Negentig jaar later, omstreeks het jaar 200 na Christus, schreef Tertullianus, een Romeinse advocaat die christen was geworden, een uitdagende brief aan de Romeinse magistraat waarin hij het christendom verdedigde. Hij pochte dat ‘bijna alle burgers in alle steden christen zijn geworden’. Het verhaal van het boek Handelingen is het verhaal van een opgewekte kerk die toegewijd was om te getuigen van haar Heer. Geestelijke opwekking leidt altijd tot een vurig getuigenis. Delen met anderen is het natuurlijke gevolg van een veranderd leven. Jezus zei tegen zijn discipelen: ‘Volg mij en ik zal vissers van mensen van jullie maken’(Matteüs 4:19). Hoe dichter wij Jezus volgen, des te meer zullen we liefhebben wat hij liefheeft. Maar als wij maar weinig belang hebben in het delen van zijn liefde met anderen, kan het zijn dat we hem op een afstand volgen en dat we een persoonlijke - geestelijkeopwekking nodig hebben.
dialoog in gesprek met het woord
41
02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13
01
Dinsdag 23 juli
De kracht van een persoonlijk getuigenis Godsdienstige rituelen hebben maar weinig kracht om levens te veranderen. Religieus formalisme laat mensen geestelijk in grote armoede achter. Leerstellingen alleen zullen harten niet veranderen. De kracht van het getuigenis uit het Nieuwe Testament was geworteld in de oprechtheid van levens die werden veranderd door het evangelie. De discipelen voerden geen toneelstuk op. Evangeliseren was voor hen geen kunststukje opvoeren. Een ontmoeting met de levende Christus had hen veranderd, zij konden zich niet langer inhouden.
02 03 04
Welke rode draad loopt door de ervaringen van Paulus en Johannes dat hen tot zulke krachtige getuigen maakte? Handelingen 22:1-14 ; Filippenzen 3:1-7; 1 Johannes 1:1-4.
05 06
Tijdens het Pinksterfeest werden de levens van de discipelen veranderd. Iets veranderde in hen zodat de heilige Geest werk kon doen door hen. De heilige Geest had iets voor hen gedaan zodat hij iets kon doen met hen. De Geest deed hun levens overstromen zodat ze de levens van anderen konden opwekken. Jezus zei het op deze manier: ‘en rivieren van levend water zullen stromen uit het hart van wie in mij gelooft’(Johannes 7:38). De stam van het werkwoord ‘gelooft’ in het Grieks is hier het woord pistis. Het betekent zoveel meer dan een oppervlakkig geloof of een verstandelijk instemmen met. Het slaat op een rotsvast geloof of vertrouwen in zekerheid. Het is een dynamisch en levensveranderend geloof in Christus, die zijn leven uitstortte aan het kruis voor de zonden van de mensheid. Het gaat er Jezus om dat, wanneer zijn liefde onze geestelijke dorst heeft gelest, deze liefde zal overvloeien uit ons hart naar de mensen om ons heen.
07 08 09
‘Onze belijdenis van zijn trouw is het middel dat God heeft gekozen om Christus aan de wereld bekend te maken. Wij moeten zijn genade, zoals die aan Gods mannen in het verleden is bekend gemaakt, erkennen, maar vooral ons persoonlijk getuigenis is van grote betekenis. Wij zijn Gods getuigen als wij in ons leven de uitwerking openbaren van een macht die goddelijk is.’ Ellen G. White, Jezus, de Wens der Eeuwen, bladzijde 281, 282.
10 11
Het krachtigste getuigenis is die van een christen die Jezus persoonlijk heeft leren kennen. Er is geen plaatsvervanger voor het getuigenis dat op een natuurlijke manier uit het hart ontspringt. Uit een hart dat ondergedompeld is in de liefde van Jezus.
12 13
Wat voor persoonlijk getuigenis heeft u waarin u vertelt over wat de Heer voor u heeft gedaan? Kunt u leren om dit beter met anderen te delen?
42
dialoog in gesprek met het woord
Woensdag 24 juli
01
Geloof dat getuigt is een groeiend geloof In beweging blijven is een van de wetten van het leven. Om gezond te blijven heeft ons lichaam constante oefening nodig. Elk orgaan, spier en weefsel wordt versterkt en verlevendigd door oefening. Wanneer we oefening verwaarlozen raakt ons immuunsysteem aangetast en worden wij vatbaar voor ziekte. Iets dergelijks kan ons geestelijk overkomen als we ons geloof niet beoefenen door ervan te getuigen. De woorden van Jezus: ‘geven maakt gelukkiger dan ontvangen’ (Handelingen 20:35) zijn ook van toepassing op ons geestelijk leven. Hoe meer we van Jezus houden, des te meer zullen wij verlangen om te getuigen van zijn liefde. Hoe meer we getuigen van zijn liefde, des te meer zullen wij hem liefhebben. Het delen van ons geloof versterkt ons geloof. Wat zegt Jezus’ wonder, toen hij de broden en de vissen vermenigvuldigde, ons over het delen van ons geloof? Zie Johannes 6:1-11.
02 03 04 05 06 07
Hoe meer wij ons geloof weggeven, des te meer zal ons geloof zich vermenigvuldigen. Deze wet van vermenigvuldiging is een goddelijk principe van het geestelijk leven. Geef en groei, of houd vast en krimp in. Jezus doet ons geloof toenemen als we het delen met anderen, zelfs als ons geloof heel klein is. Als wij Jezus (het brood des levens) delen met de mensen om ons heen die geestelijk honger hebben, zal ons geloof zich vermenigvuldigen en wij houden meer over dan waar we mee begonnen. Toen Jezus de menigte te eten gaf, had hij vijf broden en twee vissen. Maar na het eten hadden 5000 mensen meer dan genoeg te eten gehad. Jezus hield meer over dan toen hij aan de maaltijd begon. Er bleven nog 12 manden met voedsel over. De instructies van Jezus aan zijn gemeente van het Nieuwe Testament laten geen ruimte voor misverstand. Hij verklaarde: ‘om niet hebben jullie ontvangen, om niet moeten jullie geven!’(Matteüs 10:8). Ons getuigenis is een zachte bries die de vonken van opwekking doen oplaaien tot de vlammen van het Pinksterfeest. Als getuigenis en dienstbetoon niet voortkomen uit een opwekking in gebed en bijbelstudie, zullen de vlammen van opwekking doven en de gloeiende kolen spoedig afkoelen. Het is waar, toch? Hoe meer we getuigen, des te meer zal ons geloof groeien. Wat is uw eigen ervaring met deze cruciale geestelijke waarheid?
dialoog in gesprek met het woord
43
08 09 10 11 12 13
01
Donderdag 25 juli
Opwekking, getuigenis, een God die ingrijpt Het opwindende verhaal over de snelle groei van het christendom in het Nieuwe Testament in het boek Handelingen is het verhaal van een kerk die is ontwaakt en getuigt van Jezus’ liefde. Het is het verhaal van een kerk die regelmatig ervaarde hoe God tussenbeide kwam. Getuigen was een manier van leven geworden voor deze eerste gelovigen. ‘Ze bleven dagelijks onderricht geven in de tempel of bij iemand thuis en gingen door met verkondigen dat Jezus de Messias is’(Handelingen 5:42). Later zorgde vervolging ervoor dat het evangelie verder verspreid werd. Toen door vervolging de gelovigen van de gemeente in Jeruzalem verstrooid raakten ‘trokken zij rond en verkondigden het Woord van God’ (Handelingen 8:4). Een van de meest opmerkelijke voorbeelden van hoe God tussenbeide komt is het verhaal van Filippus en de Ethiopische regeringsfunctionaris.
02 03 04 05
Lees het verhaal hoe Filippus ondericht geeft aan de Ethiopiër en hoe deze reageert in Handelingen 8:26-38. Wat kunnen wij leren uit dit verhaal over opwekking en getuigenis?
06 07 08
‘Een engel zond Filippus naar iemand die zocht naar licht en die bereid was het evangelie aan te nemen. Ook nu willen engelen de schreden leiden van die arbeiders die de heilige Geest willen toestaan hun tongen te heiligen en hun harten te louteren en te veredelen. De engel die tot Filippus gezonden was, had zelf het werk voor de Ethiopiër kunnen doen, maar dit is niet de wijze waarop God werkt. Het is zijn opzet dat mensen voor hun medemensen zullen arbeiden.’ Ellen White ,Van Jeruzalem tot Rome, bladzijde 80.
09 10
12
Er zijn drie belangrijke onderdelen in opwekking en dat zijn bidden, bestuderen van Gods Woord en getuigen. Als Gods volk hem in oprechtheid zoekt met een hartsgrondig smeekgebed, en wanneer hun hart verzadigd is met de waarheid van zijn Woord, en wanneer zij vurig getuigen van zijn liefde en waarheid aan anderen-zal God op een machtige manier ingrijpen en deuren openen voor de verkondiging van de waarheid.
13
Wees eerlijk tegen uzelf: wat gaat u doen als de gelegenheid om te getuigen zich voordoet? Durft u te getuigen of vindt u een excuus om het niet te doen? Wat zegt uw antwoord over uw eigen behoefte aan opwekking en hervorming?
11
44
dialoog in gesprek met het woord
Vrijdag 26 juli
01
Verdere studie ‘In zijn wijsheid brengt de Here diegenen die naar waarheid zoeken in aanraking met medemensen die de waarheid kennen. Het is Gods bedoeling dat zij die licht ontvangen hebben, het voor anderen in duisternis zullen laten schijnen. De mens die zijn kracht put uit de grote Bron van wijsheid, is het instrument, het kanaal, waardoor het evangelie zijn herscheppende macht op geest en hart uitoefent.’Ellen G. White, Van Jeruzalem tot Rome, bladzijde 102. ‘God had zijn doel om zondaars te redden kunnen bereiken zonder onze hulp. Maar om een karakter als dat van Christus te vormen moeten wij deelhebben aan zijn werk. Om in zijn vreugde in te gaan, de vreugde van te zien hoe zielen gered zijn door zijn offer, moeten wij deelhebben aan zijn werk voor hun verlossing.’ Ellen G. White, Jezus, de Wens der Eeuwen, bladzijde 108.
02 03 04 05 06 07
Gespreksvragen 1 Wat is de hoofdgedachte van de les van deze week? Zijn er veranderingen in uw leven aan te brengen waartoe God u oproept? Moet u opnieuw uw prioriteiten bekijken? Tot welke dadenacties zou God u op kunnen roepen?
2 Denk meer na over deze geweldige geestelijke waarheid dat, hoe meer wij van ons geloof getuigen, des te meer ons geloof zal groeien. Waarom denkt u dat dit waar is? Waarom is dit principe zo logisch?
3 Hoe vaak getuigt u van Jezus? Indien niet vaak-stel uzelf deze vraag:Waarom niet? Bent u bang om afgewezen te worden? Zo ja, denk dan aan Jezus en hoe vaak hij afgewezen werd. Als hij zich niet van de wijs liet brengen, zou u het zelfde moeten doen. Of faalt u in uw getuigenis omdat u niet goed weet wat u moet zeggen? Zo ja, wat zegt dit over uw behoefte aan een hechtere band met de Heer?
4 De afgelopen week hebben we kort besproken hoe een godsdienstig ritueel alleen niet voor een verandering van het hart kan zorgen. Dat is zo waar. Maar tegelijkertijd; wat voor plek nemen ritueel en traditie in wat betreft ons geloof en de kerk? Op welke manier dan ook kunnen ritueel en traditie van waarde zijn voor opwekking en hervorming?
5 Waarom krijgt u zoveel voldoening als God u gebruikt om zielen voor hem te winnen? dialoog in gesprek met het woord
45
08 09 10 11 12 13
01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13
Handelingen 8:26-40
supplement Luisteren naar de bijbeltekst
46
3 Benadering De tekst van vandaag komt uit Handelingen 8:26-40. Het gaat over Filippus, een evangelist, die een Ethiopiër tegenkomt die worstelt met de interpretatie van een bijbeltekst. Filippus vertelt hem over het evangelie, waarna de Ethiopiër zich wil laten dopen. Om deze bijbeltekst te begrijpen zullen we eerst een aantal teksten uit Handelingen doorlopen die voorafgaan aan deze gebeurtenis en bepalend zijn voor diens interpretatie. Dit is nodig, daar het verhaal over Filippus en de Ethiopiër een logisch vervolg van een serie verslagen omtrent de werking van de Geest en de gevolgen hiervan. Zo wordt na de dag van Pinksteren de heilige Geest ontvangen door de twaalf die, vervolgens onder invloed van deze Geest, nieuwe aanhangers mogen verwelkomen bij het door hun gestarte ‘Christus-beweging’ op dat moment beter bekend als ‘de weg’. Wanneer de aanhangers van deze beweging in aantal te groot worden voor de bediening door alleen maar de ‘twaalf’, wordt de Geest door handoplegging overgedragen aan onder andere Filippus wiens verhaal van vandaag weer een verslag vormt voor het resultaat van de werking van de Geest. We kunnen spreken van een getuigenissen en dienstbetoon door degenen die door de Geest zijn vervuld waarvan de vrucht van deze opwekking zich uit in ‘bekeerlingen’, individuen die zich graag willen aansluiten bij de beweging die ooit begonnen is door Christus. Dit zijn de kaders waar binnen het verslag over de diensten en getuigenissen van Filippus, alsmede de vruchten die hieruit voortkomen, het beste begrepen kunnen worden.
3 Studie Om de voorgeschiedenis van Filippus te begrijpen, moeten we eerst terug naar het begin van het boek Handelingen. Voordat Jezus naar de hemel ging, droeg hij de apostelen het volgende op: ‘Maar wanneer de heilige Geest over jullie komt, zullen jullie kracht ontvangen en van mij getuigen in Jeruzalem, in heel Judea en Samaria, tot aan de uiteinden van de aarde’ (Handelingen 1:8). In deze tekst wordt omschreven in welke systematische volgorde de apostelen het evangelie moesten verkondigen: in Judea, Samaria en daarna tot aan de uiteinden van de aarde. Filippus was niet een van ‘de twaalf’, maar wordt wel eerder in het boek Handelingen genoemd als één van de wijze mannen die vervuld waren van de heilige Geest. In Handelingen 6:5 worden de namen van deze mannen dus genoemd, waaronder de naam van Filippus. In de verzen die daarop volgen wordt verteld wat de resultaten van de werking van Geest na de ‘installatie’ van Filippus (door middel van handoplegging) zijn. Tegelijkertijd vormt het verslag over de dienst en getuigenis van Filippus in Handelingen 8 een transitie voor wat betreft de systematische volgorde waarin de apostelen door Jezus waren geïnstrueerd te getuigen. Als we kijken naar de ontwikkelingen binnen Handelingen 6-8 zien we dat Filippus naar de volgorde uit Handelingen 1 te werk is gegaan. Zo was hij dus aanwezig in Jeruzalem (Judea) waar hij door de ‘twaalf’ middels handoplegging werd geïnstalleerd als één van de wijze mannen en vanwaar zijn
dialoog in gesprek met het woord
supplement Luisteren naar de bijbeltekst
01
werkzaamheden van start gingen. Vervolgens wordt ons verteld over zijn werkzaamheden in Samaria (Handelingen 8:5), waar hij wederom over het evangelie getuigde en dienst deed aan de gemeenschap aldaar. Na deze gebeurtenissen in Samaria, komt Filippus in contact met een man uit een ver land, Ethiopië. Ethiopië ligt niet in Jeruzalem, noch Samaria. Ethiopië valt onder de categorie ‘de uiteinden van de aarde’. Wat we dus zien gebeuren in het verslag over het contact van Filippus met de Ethiopiër, is de werking van de Geest die het evangelie nu ‘naar de uiteinden van de aarde’ brengt. Opvallend is dat deze Ethiopiër een hoge functie bekleed. Dit wekt de indruk dat het evangelie, door de getuigenis en het dienstbetoon van Filippus, nu ook door de muren van koninklijke paleizen in verre oorden (‘uiteinden van de aarde’) zal binnendringen.
02 03 04
3 Begrip
05
In Handelingen 8:27 wordt omschreven dat Filippus een Ethiopiër tegenkomt, een eunuch, een hoge ambtenaar van de koningin van Ethiopië, die belast was met het beheer van haar schatkist. De opsomming van eigenschappen van deze man vertelt ons dat hij absoluut geen jood kon zijn; hij is een eunuch, hij komt uit Ethiopië en heeft ook nog een hoge functie in dienst van de koningin. Dan is het erg opvallend dat deze man op de terugweg was van een bezoek aan Jeruzalem om daar God te aanbidden. In Ethiopië aanbad men in die tijd namelijk verschillende natuurgoden. Het is mogelijk dat deze man juist door zijn hoge functie, en de reizen die hij daarvoor ondernam, in aanraking kwam met het evangelie en daar geïnteresseerd in raakte. In zijn wagen leest de Ethiopiër een stuk uit Jesaja: ‘Als een schaap werd hij naar de slacht geleid; als een lam dat stil is bij zijn scheerder deed hij zijn mond niet open. Hij werd vernederd en hem werd geen recht gedaan, wie zal van zijn nakomelingen verhalen? Want op aarde leeft hij niet meer.’ Het interessante aan dit Schriftgedeelte uit Jesaja 53, is dat daar de nadruk ligt op herstel via een zogenaamde ‘lijdende dienaar’. Via deze dienaar luidt God een algeheel herstel in. Het identificeren van deze lijdende dienaar in de persoon van Jezus Christus door Filippus moet dit Schriftgedeelte voor de Ethiopiër tot leven hebben gebracht. Geen verrassing dus, dat de Ethiopiër aan Filippus vraagt of de profeet het over zichzelf heeft of over een ander (vers 34). Als Filippus hem uitleg geeft over de bijbeltekst aan de hand van het evangelie van Jezus, wordt de man geraakt en wil hij zich meteen laten dopen. Met het dopen van de Ethiopiër heeft Filippus het evangelie in Afrika gebracht; een van de uiteinden van de aarde. Veel meer nog: het evangelie bereikt nu het paleis van een koninkrijk in Afrika. Wat wij in het verslag over Filippus in Handelingen 8 kunnen constateren is dat de werking van de heilige Geest, in de vorm van getuigenissen en dienstbetoon als resultaat heeft: groei in aantal aanhangers. Verslagen over Filippus en diens getuigenissen en dienstbetoon vormen samen een vakkundig verslag over hoe, onderleiding van de Geest, Christus zijn gemeente over de wereld sticht. Dit is de vrucht die ooit begon als een opwekking op Pinksteren (Handelingen 1:13 en 2:1).
dialoog in gesprek met het woord
06 07 08 09 10 11 12 13 47
supplement Luisteren naar de bijbeltekst
01
3 Toepassing Uit de tekst van vanmorgen kan het volgende worden geconcludeerd: ware opwekking door de heilige Geest kent als vrucht een tweedelige werking. Allereerst getuigen over de essentie van het evangelie van Christus met al het onderricht dat erbij hoort en ten tweede een vrijwel parallel lopend dienstbetoon in de vorm van maatschappelijke dienstverlening.
02 03
Op 2 februari 2013, verscheen er een artikel op Charismanews.org over Robyn Bomar. Bomar, overtuigd van het feit dat ze door de heilige Geest werd vervuld, besloot om haar 38ste verjaardag op een ander manier te vieren: ze besloot 38 activiteiten te verrichtten waarmee zij anderen kon helpen. De focus kwam hiermee niet op haarzelf, maar op anderen te liggen. Als gevolg hiervan is er een beweging ontstaan: ‘The Birthday Project’, waarmee talloze anderen na inspiratie door het initiatief van Bomar besloten zich aan te sluiten bij deze beweging, gestart door een opwekking van Bomar. Deelnemers hieraan zijn geraakt door de getuigenis van deze daad van liefde en hebben hierdoor het gevoel dat zij hiermee hun maatschappelijke verantwoording (deels) in de praktijk kunnen brengen.
04 05 06
Welke initiatieven kunnen wij ondernemen om de liefde van Christus en maatschappelijke betrokkenheid te doen floreren?
07
3 Gebed Opgestane Heer Jezus Christus, U hebt ons na uw opstanding de heilige Geest gezonden, opdat hij ons leven vernieuwt,
08
Uw heilige Geest daalde neer op uw leerlingen. Daardoor konden zij zo spreken dat er een vonk oversprong en alle mensen hen begrepen.
09
Schenk ons uw heilige Geest opnieuw vandaag, opdat ook wij een taal van liefde zullen spreken die de harten verwarmt.
10
Uw heilige Geest is uw liefde die u in onze harten hebt uitgestort. Sterk ons door uw heilige Geest, opdat wij met de kracht van uw Geest, ons leven aankunnen en op deze wereld iets van uw koninkrijk mogen vormgeven.
11 12
Amen
13 48
dialoog in gesprek met het woord
28 juli - 3 augustus Lezen Matteüs 26:69-74, Handelingen 5:28-32, 6:3-10, 9:1-9, Filippenzen 2:5-8. Kerntekst ‘De wapens waarmee wij ten strijden trekken dienen niet ons eigen belang, maar zijn er om met kracht bolwerken te slechten voor God. Wij halen spitsvondigheden neer en iedere verschansing die wordt opgetrokken tegen de kennis van God, we maken iedere gedachte krijgsgevangene om haar aan Christus te onderwerpen’ (2 Korintiërs 10:4,5).
5
Gehoorzaamheid als vrucht van opwekking Een illustratie van de gevolgen van opwekking voor het dagelijkse leven kunnen we zien in de opwekking in Wales van 1904.
E
van Roberts en een paar van zijn vrienden begonnen oprecht te bidden voor de uitstorting van de heilige Geest. Ze kwamen samen, bestudeerden de Schrift, en deelden hun geloof. In antwoord daarop werd Gods Geest uitgestort. Levens werden veranderd. In zes maanden tijd waren er 100.000 bekeerlingen in het kleine land Wales. De resultaten van deze opwekking waren in het hele land zichtbaar. Bijna elke dag dromden duizenden mensen samen in de kerken om te gaan bidden. De ruwe vloekende mijnwerkers werden veranderd in vriendelijke, hoffelijke heren. Zelfs de kleine trekponies in de kolenmijnen moesten nieuwe commando’s leren omdat de mijnwerkers niet meer tegen hen aan het vloeken waren! Veranderde, gehoorzame levens ontsprongen uit bekeerde harten. Dit is een onweerlegbaar bewijs van een ware opwekking.
dialoog in gesprek met het woord
49
01
Zondag 28 juli
Een leven dat veranderd is Opwekking leidt niet simpelweg naar een warm, knuffelig gevoel van een zogenaamde innige relatie met Jezus. Het resulteert in een veranderd leven. Er waren tijden dat de schrijvers in de Bijbel zich heel dicht bij Jezus voelden, maar het gebeurde soms ook dat zij zich veraf van hem voelden. Het gebeurde dat hun geest jubelde in extase en dat zij zich verblijdden in zijn aanwezigheid. Maar het gebeurde soms ook dat zij totaal niet de nabijheid van zijn aanwezigheid konden voelen. De resultaten van opwekking zijn niet noodzakelijkerwijs positieve gevoelens. De resultaten zijn een leven dat veranderd is. Onze gevoelens zijn niet de vruchten van opwekking. Nogmaals, gehoorzaamheid is dat wel. Dit is zichtbaar in de levens van de discipelen na het Pinksterfeest.
02 03 04 05
Analyseer de reacties van Petrus voordat Jezus stierf aan het kruis, na de opstanding en na Pinksteren. Wat valt u op? Wat voor verschil maakten het kruis, de opstanding en het Pinksterfeest in Petrus’ houding?
06
Matteüs 26:69-74: de reactie van Petrus voor het kruis.
07 08
Johannes 21:15-19: de reactie van Petrus na de opstanding.
09 Handelingen 5:28-32: de reactie van Petrus na Pinksteren
10 11
De uitstorting van de heilige Geest met Pinksteren maakte een dramatisch verschil in het leven van Petrus. Het veranderde hem van een zwakke, wankele gelovige in een met geloof vervuld en gehoorzaam discipel. Ooit was hij vol onbezonnen woorden en lege beloften. Maar nu werd Petrus vervuld met geloof, moed, en ijver om te getuigen. Het is een krachtig voorbeeld van wat de heilige Geest kan doen voor iedereen die zich overgeeft in geloof en gehoorzaamheid aan onze Heer.
12 13 50
dialoog in gesprek met het woord
Maandag 29 juli
01
De hoge prijs van gehoorzaamheid Een van de vroege voorbeelden van geloof, en de prijs die daarvoor betaald moet worden, vinden wij in het leven van Stefanus. Hoe wordt Stefanus beschreven in de volgende tekstgedeelte? Handelingen 6:310, 7:55.
Doordat zij met de heilige Geest vervuld waren leidden de discipelen een onbaatzuchtig, godsvruchtig leven. Hun geloof leidde hen tot gehoorzaamheid, en gehoorzaamheid kwam soms met een ongewoon hoge prijs. Alle discipelen op een na ondergingen de martelaarsdood. Zij werden gestenigd, in de gevangenis gegooid, op de brandstapel verbrand of leden schipbreuk. Hun geestelijke strijd was vaak hevig, maar Jezus, hun Heiland en Heer, was bij hen om hun geloof te versterken. In Handelingen 7 hield Stefanus een geweldige preek waarin hij de geschiedenis van Israël uiteenzette. Hij beschreef de ervaringen van Abraham, Izaak, Jakob, Jozef, Mozes, David en Salomo. In zijn oproep beschreef Stefanus Gods trouw in het licht van Israëls ontrouw. Stefanus sloot zijn preek af met de beschuldiging dat de godsdienstige leiders van Israël Gods verbond hadden verbroken en dat zij zich verzetten tegen de invloed van de heilige Geest. Wat gebeurde er met Stefanus vanwege zijn getuigenis voor Jezus? Wat leert dit ons wat de prijs van trouw in het geloof kan zijn?
02 03 04 05 06 07 08 09
Stefanus gehoorzaamde aan de oproep van God en hij bleef trouw aan zijn zendingsopdracht, zelfs toen het leidde tot zijn dood. Hoewel we niet allemaal geroepen zijn om voor ons geloof te sterven moeten we toegewijd zijn aan onze Heer zodat, als wij opgeroepen worden om te sterven, wij niet terugdeinzen maar, net zoals Stefanus, trouw blijven tot het eind. Het is niet ondenkbaar dat iemand die deze woorden nu leest op een dag zijn of haar leven zal moeten opgeven voor de zaak van onze Heer. Wat zou er gebeuren als u in een levensbedreigende situatie zou raken vanwege uw krachtige getuigenis? Hoewel u niet zou kunnen voorspellen wat u zou doen, hoe hebben uw daden uit het verleden iets laten zien over de manier waarop u zou reageren als u op een dag rekenschap moet afleggen van uw geloof?
dialoog in gesprek met het woord
51
10 11 12 13
01
Dinsdag 30 juli
Wanneer de Geest ons verrast Hoewel Saulus werd misleid in zijn vurige vervolging van de eerste christenen, geloofde hij dat hij Gods wil uitvoerde toen hij, naar wat hij geloofde een fanatieke sekte was, probeerde uit te roeien. Toen Saulus naar Damascus reisde om de christenen gevangen te nemen en ze mee terug te slepen naar Jeruzalem, zorgde Jezus voor een dramatische verrassing. De ervaring op de weg naar Damascus veranderde niet alleen Saulus’ leven, maar het veranderde ook de wereld.
02 03 04
Lees het verslag van de bekeringservaring van Paulus in Handelingen 9:1-9. Waarom stuurde de Heer hem onmiddellijk naar Ananias na deze ervaring? Welke belangrijke les kunnen wij hier uit halen?
05 06 07
‘Toen Saulus in zijn blinde vergissing en vooroordeel een openbaring van de Christus, die hij vervolgde, ontving, werd hij in onmiddelijke gemeenschap gebracht met de gemeente die het licht van de wereld is.’ Ellen G. White, Van Jeruzalem tot Rome, bladzijde 90.
08
Op welke manier verraste Jezus Ananias? Welke houding moet Ananias hebben gehad om de instructies van de Heer te kunnen opvolgen? Handelingen 9:10-16.
09 10 11 12
Probeert u zich te verplaatsen in de positie van Paulus na zijn ontmoeting met Jezus op de weg naar Damascus. Wat een schok moet het voor hem zijn geweest. Probeert u zich ook te verplaatsen in de huid van Ananias. Dit moet ook voor hem een schok zijn geweest.
13
Wat leren deze verhalen ons over de manier van waarop wij geroepen kunnen worden om voor de Heer dingen te doen die, op dat moment, wij niet begrijpen? Waarom moeten wij dan toch de Heer zonder enig bezwaar gehoorzamen?
52
dialoog in gesprek met het woord
Woensdag 31 juli
01
Gevoelig zijn voor de oproep van de Geest Door zijn zendingswerk heen werd Paulus geleid door de Geest, hij werd overtuigd door de Geest, hij kreeg instructies van de Geest, en hij kreeg kracht van de Geest. In zijn verdediging voor koning Agrippa beschreef hij het hemelse visioen dat hij had gehad op de weg naar Damascus. Hij getuigde daarna dat het doel van zijn bediening was voor zowel joden als heidenen ‘om hun de ogen te openen, zodat zij zich van de duisternis naar het licht keren, en van de macht van satan naar God. Door het geloof in mij zullen zij vergeving krijgen voor hun zonde, en samen met allen die mij toebehoren zullen ze deel krijgen aan mijn koninkrijk’ (Handelingen 26:18). In het licht van de leiding die hij kreeg van de heilige Geest, wat is zo belangrijk aan de reactie van de apostel Paulus op zijn visioen op de weg naar Damascus? Vergelijk de reactie van Paulus op de roep van de heilige Geest met die van koning Agrippa (Handelingen 26:19-32).
02 03 04 05 06 07
In directe tegenstelling tot Paulus gaf koning Agrippa zich niet over aan de overtuigende macht van de heilige Geest. Zijn zelfingenomenheid en egoïstische verlangens raakten in conflict met de aandrang van de Geest om een nieuw leven met Christus te beginnen. Jezus was duidelijk hierover toen hij zei: ‘Nog een korte tijd is het licht bij u. Ga nu op weg zolang het licht is en laat de duisternis u niet overvallen; die in het donker loopt weet niet waar hij heen gaat’ (Johannes 12:35,36). Als wij in gehoorzaamheid de leiding volgen van de heilige Geest en met hem wandelen in het licht van Gods waarheid, zal Jezus voortdurend meer licht en waarheid aan ons openbaar maken. Tegelijkertijd is het ook zo dat, hoe meer wij ons verzetten tegen de aandrang van de heilige Geest en hoe meer wij weerstand aan hem bieden, des te meer zullen onze harten zich verharden.
08 09 10 11
Agrippa zei tegen Paulus: ‘Dadelijk krijgt u mij zover dat ik mij voor christen uitgeef’ (Handelingen 26:28). Dit zijn enkele van de meest indringende, krachtige en trieste woorden in de hele Bijbel.
12
Op welke manieren kunnen wij het gevaar lopen om een zelfde houding aan te nemen? Bijvoorbeeld, hoe kunnen de compromissen die wij sluiten in onze wandel met de Heer een zelfde principe laten zien als die in de woorden van Agrippa?
13
dialoog in gesprek met het woord
53
01
Donderdag 1 augustus
Gehoorzaamheid geleid door de Geest De heilige Geest speelde een belangrijke rol in elk onderdeel van Jezus leven. Hij werd ‘verwekt door de heilige Geest’ bij zijn geboorte en hij werd ‘met de heilige Geest gezalfd en met kracht bekleed’ bij zijn doop-wat de geboorte was van zijn bediening (Matteüs 1:20; 3:16,17; Handelingen 10:34-38). Tijdens het hele leven van Christus was hij gehoorzaam aan de wil van zijn vader (Johannes 8:29, Hebreeën 10:7).
02 03
Lees Filippenzen 2:5-8. Welke onderdelen, van een leven dat vervuld is met de heilige Geest, komen naar voren in deze specifieke beschrijving van Jezus?
04 05 06
12
‘Hij die de gestalte van God had’, oftewel de pure essentie van wie God was, ‘hij deed er afstand van’ (of zoals de oorspronkelijke Griekse tekst van het Nieuwe Testament zegt), ‘hij ontledigde zichzelf’ van zijn privileges en het voorrecht om gelijk aan God te zijn en in plaats daarvan ‘nam hij de gestalte aan van een slaaf’. Jezus was een dienaar van de wil van zijn Vader. Hij ‘heeft zich vernederd’ en hij werd ‘gehoorzaam tot in de dood-de dood aan het kruis’(Filippenzen 2:8). Jezus geeft ons een voorbeeld van hoe een leven dat vervuld is met de heilige Geest er uitziet. Het is een leven van bereid zijn te gehoorzamen en een nederige onderwerping aan de wil van de Vader. Het is een leven vol gebed toegewijd aan dienstbetoon en prediking, een leven dat verteerd wordt door het vurige verlangen om anderen gered te zien worden voor het Koninkrijk van de Vader. De apostel Paulus verklaart dat de gelovigen uit het Nieuwe Testament die door de Geest zijn vervuld net als hem ‘de genade zijn geschonken om apostel te zijn’, en ‘om aan alle volkeren geloof en gehoorzaamheid te verkondigen’ (Romeinen 1:5). Aan de andere kant is de heiden iemand ‘die handelt uit geldingsdrang, de waarheid niet eerbiedigt en zich laat leiden door onrecht’. God straft hem ‘met zijn toorn en woede‘ (Romeinen 2:8). In Romeinen 6:15-23 gebruikt Paulus twee tegengestelde uitdrukkingen, ‘slaven van de zonde’ en ‘dienaars van de gerechtigheid’. In Romeinen 8:12-17 gebruikt hij de woorden ‘slaven in angst’ en de ‘geest van Gods kinderen’.
13
Wat zeggen uw eigen ervaringen met de Heer, met het geloof, met de strijd tegen de zonde, en om aanvaard te worden door God, u over de betekenis van deze termen?
07 08 09 10 11
54
dialoog in gesprek met het woord
01
Verdere studie
Vrijdag 2 augustus
‘Bij de toegangspoort van het pad dat leidt naar eeuwig leven plaatst God het geloof, en hij beschijnt de hele weg met zijn licht, vrede en de blijdschap als wij gewillig gehoorzamen. De reiziger op dit pad houdt voor altijd het doel van zijn hogere roeping in Christus voor ogen. De uiteindelijke beloning is altijd in het zicht. Voor hem zijn Gods geboden rechtvaardigheid, blijdschap en vrede in de heilige Geest. ‘-Ellen G. White, In Heavenly Places, bladzijde 183. ‘De belofte van de heilige Geest is niet beperkt tot een bepaald tijdperk of tot een bepaald ras. Christus verklaarde dat de goddelijke invloed van zijn Geest tot aan het einde met zijn volgelingen zou zijn. Vanaf Pinksteren tot nu toe is de Trooster gezonden tot allen die zich geheel aan de Here en zijn dienst hebben overgegeven. Tot allen die Christus als hun persoonlijke Verlosser hebben aangenomen, is de heilige Geest gekomen als een raadgever, een heiligmaker, een gids en getuige. Hoe dichter gelovigen bij God hebben gewandeld, des te duidelijker en krachtiger hebben zij van de liefde van hun Verlosser en van zijn reddende genade getuigd. De mannen en vrouwen die zich tijdens de lange eeuwen van vervolging en beproeving in grote mate over de tegenwoordigheid van de heilige Geest in hun leven verheugden, hebben als tekenen en wonderen in de wereld gestaan. Voor engelen en mensen hebben zij de herscheppende macht van verlossende liefde geopenbaard.’ Ellen G.White, Van Jeruzalem tot Rome, bladzijde 36.
02 03 04 05 06 07 08 09
Gespreksvragen 1 Lees Handelingen 5:1-11. Wat kunnen we leren uit dit krachtige en in zekere zin angstaanjagende verhaal? Waarom denkt u moesten zij de vreselijke gevolgen ondergaan voor hun daden?
2 Overdenk nog een keer de studie van donderdag, die sprak over hoe Jezus ‘zichzelf ontledigde’ om te kunnen vervullen wat hij hier moest doen. Hoe kunnen wij dat principe overnemen en toepassen op onszelf, in onze wandel met de Heer? Gelet op onze zoektocht naar opwekking en hervorming, waarom is dit soort onbaatzuchtigheid en doden van je eigen ego zo belangrijk?
3 ‘Dadelijk krijgt u mij zover dat ik mij voor christen uitgeef’. Bespreek in uw groep de gevolgen van deze noodlottige woorden.
dialoog in gesprek met het woord
55
10 11 12 13
01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13
Handelingen 5:26-32
supplement Luisteren naar de bijbeltekst
56
3 IJsbrekervraag Uw buurman is op zakenreis en heeft zijn hond zonder eten in de tuin ach tergelaten. Het dier jankt en blaft dag en nacht. In de tuin staan echter bewakingscamera’s en uw buurman heeft al meerdere keren duidelijk gemaakt dat hij niet wil dat u zijn erf betreedt. Maar u wordt gek van het geblaf en het ziet er niet naar uit dat uw buurman snel terugkomt. Wat doet u?
3 Benadering De tekst van vandaag is afkomstig uit het eerste gedeelte van het boek Handelingen, het tweede boek dat door Lucas is geschreven. Centraal staat de verkondiging van het evangelie onder de Joden in Jeruzalem. In dit gedeelte speelt Petrus een hoofdrol. Lucas gebruikt in dit gedeelte 31 maal het werkwoord ‘apostello’ (en het daarvan afgeleide ‘exapostello’), hetgeen sturen of zenden betekent, en 28 keer het zelfstandig naamwoord ‘apostolos’ hetgeen boodschapper of gezondene betekent. We kunnen dus concluderen dat het idee van ‘de apostel’ in deze teksten centraal staat.
3 Studie • Hoeveel mensen komen er in de tekst voor en wie zijn zij? • Hoe zou u de algehele situatie omschrijven? • Hoe treden de gezagsdragers op tegen de apostelen? Hoe zou u hun gemoedstoestand beschrijven? • Hoe verdedigt Petrus zich? Welk werkwoord vinden we in vers 29, 32 dat typerend is voor de situatie? • Om wie draait het in deze redevoering? Welke namen worden hiervoor gebruikt (vers 30-32)? • In vers 31 spreekt Petrus over het doel dat God voor ogen staat. Welk doel is dit? 1. De situatie in hoofdstuk 5 lijkt in vele opzichten op die in Handelingen 4. Lees dit hoofdstuk en vergelijk het met Handelingen 5:12-42. Echter, pas in Handelingen 5:19-20 vinden we de werkelijke reden achter het optreden van de apostelen. Wat is er gebeurd? Vergelijk de teksten in Handelingen 4:19-20 en 29-31 met elkaar. De apostelen voelen dat zij, door de kracht van de heilige Geest, niet anders kunnen dan doorgaan met de verkondiging van de opstanding van Jezus en van Gods redding door ‘de naam’. 2. Het geschil gaat over het recht dat de apostelen willen hebben om ‘de naam’ (= Jezus) te verkondigen (Handelingen 4:17-18; 5:28,40). We zien echter ook dat er tijdens de rechtsgang niet gesproken wordt over het wonder van de bevrijding. Net als op andere plekken (Handelingen 12:4-10; 16:25-34), dient het wonder op deze plek om aan te tonen dat de verkondiging van de nieuwe godsdienst geschiedt met Gods goedkeuring en bescherming. Het zijn immers de plaatselijke leiders die Jezus, ‘deze man’, en zijn leer verwer-
dialoog in gesprek met het woord
supplement Luisteren naar de bijbeltekst
01
pen. De uitdrukking ‘zijn bloed kome over ons’ is een Hebreeuwse zegswijze die niet alleen uitgelegd kan worden als ‘de schuld aan iets of iemand toe wijzen’, maar ook als ‘reiniging/zuivering verschaffen’. Het Sanhedrin voelt zich dus niet alleen niet verantwoordelijk voor Jezus’ dood, maar weigert ook de reinigende werking van deze dood voor haar leden te accepteren.
02
3 Toepassing
03
• God is de hoofdfiguur in dit verhaal – hij stuurt, hij verricht wonderen en tekenen, hij inspireert de apostelen en hij geeft hen de kracht en de moed om te getuigen. Op welke manier laat ik zien dat God de hoofdpersoon in mijn leven is? • Israël had de taak om Gods heil te verkondigen. Petrus en de apostelen waren zich bewust van deze verantwoordelijkheid. Waar liggen mijn taken en verantwoordelijkheden in deze tijd? • De verkondiging van de apostelen zorgde voor nogal wat verwarring. De gewone man in de straat stond vaak heel open voor hun boodschap, terwijl de leiders van het volk er zeer afwijzend tegenover stonden. De apostelen lieten zich echter niet ontmoedigen door hun tegenwerkingen. De vreugde om gehoor te kunnen geven aan Gods oproep was vele malen groter dan de angst veroordeeld of vervolgd te worden. Hoe kan ik in mijn leven de angst om niet begrepen of afgewezen te worden overwinnen? • God heeft ons nodig als zijn getuigen in een wereld die niet staat te wachten op zijn woord. Hoe zou ik deze week kunnen getuigen van mijn geloof in God?
04 05 06 07 08
3 Overdenking Lees Handelingen 4:19-20 Spreek een gebed uit waarin u de hoop uitspreekt dat Jezus’ naam verkondigd mag worden. Vraag God of hij u de moed en de kracht wil geven om hem te gehoorzamen en zijn getuige te zijn.
09 10 11 12 13
dialoog in gesprek met het woord
57
supplement Luisteren naar de bijbeltekst
01
3 extra gespreksvragen • • • • • •
02 03
Wat versta jij onder gehoorzaamheid? Noem eens een voorbeeld van gehoorzaamheid uit de afgelopen week. Ben jij altijd gehoorzaam? In welke situatie lukt je dat niet? Wat is het gevolg van gehoorzaamheid? Ben je gehoorzaam aan God?
Neem het leven van Petrus eens onder de loep (zie teksten op zondag). Hoe kunnen zijn ervaringen je helpen bij gehoorzaamheid?
04
Het leven, maar vooral de dood, van Stefanus laat ons zien wat het kost om gehoorzaam te zijn. • Schrikt dit jou af? • Hoe lukt het je om kracht te putten uit Stefanus’ getuigenis?
05
Een belangstellende bezoekt jouw gemeente en vertelt dat hij/zij graag gehoorzaam wil zijn aan alle tien geboden. Op welke manier help jij deze persoon? Denk aan wat Saulus overkwam in Damascus: ‘Toen Saulus in zijn blinde vergissing en vooroordeel een openbaring van de Christus, die hij vervolgde, ontving, werd hij in onmiddelijke gemeenschap gebracht met de gemeente die het licht van de wereld is.’ Ellen G. White, Van Jeruzalem tot Rome, bladzijde 90.
06 07 08 09 10 11 12 13 58
dialoog in gesprek met het woord
4 - 10 augustus
Lezen Handelingen 5:30-32, 2 Korintiërs 7:9-11, Leviticus 5:5, 1 Johannes 1:9, Hebreeën 12:17, Psalm 32:1-8.
6
Kerntekst ‘Wie zijn fouten verbergt, zal geen voorspoed kennen. Wie ze toegeeft en vermijdt, krijgt vergeving’(Spreuken 28:13).
Schuldbekentenis en berouw: de voorwaarden voor opwekking Door de Bijbel heen hebben zowel berouw als schuldbekentenis de weg geplaveid voor geestelijke opwekking. God heeft altijd zijn volk voorbereid om een groot werk te doen voor hem door hen eerst naar oprecht berouw te leiden voor hun zonde. Op het moment dat we onze zonden erkennen en ze belijden zijn we op het goede spoor om die te overwinnen.
‘D
e Heer is niet traag met het nakomen van zijn belofte, zoals sommigen menen; hij heeft alleen maar geduld met u, omdat hij wil dat iedereen tot inkeer komt en niemand verloren gaat’ (2 Petrus 3:9). Berouw en schuldbekentenis zijn twee vereisten voor ons willen wij de kracht van zijn Geest overvloedig ontvangen. In de les van deze week zullen wij het belang ontdekken van oprecht berouw bij de uitstorting van de heilige Geest zoals die wordt beschreven in het boek Handelingen. We zullen ook waarachtig berouw vergelijken met vals berouw. Maar bovenal zullen we ontdekken dat berouw een gave is die de heilige Geest ons toekent om ons te helpen de liefde van Jezus te weerspiegelen naar de mensen om ons heen.
dialoog in gesprek met het woord
59
01
Zondag 4 augustus
Berouw: een geschenk van God Tijdens de weken voor het Pinksterfeest zochten de discipelen oprecht naar God in hun gebeden. Handelingen 1:14 zegt dat zij zich ‘vurig en eensgezind wijdden aan het gebed’. Deze ervaring van ‘eensgezindheid’ laat een sterke eenheid en verbondenheid zien onder de volgelingen van Christus die niet mogelijk was geweest zonder berouw en schuldbekentenis. Gebed en schuldbekentenis bereidden hen voor op wat er zou gaan gebeuren.
02 03
Lees Handelingen 5:30-32. Welke belangrijke punten kunnen we halen uit wat Petrus hier zegt?
04 05 06
Petrus noemt twee belangrijke punten. Ten eerste is berouw een geschenk. Wanneer wij onze harten openen voor de invloed van de heilige Geest, schenkt Jezus ons de gave van berouw. Ten tweede, de discipelen konden zelf getuigen van de werkelijkheid van berouw in hun eigen leven. Zij predikten niet alleen berouw en bekering, ze ervoeren die ook.
07
‘Terwijl de discipelen wachtten op de vervulling van de belofte, verootmoedigden zij zich in oprecht berouw en beleden zij hun ongeloof. Toen zij zich de woorden die Jezus vóór zijn dood tot hen had gesproken, weer te binnen brachten, begrepen zij daarvan steeds beter de betekenis. Als zij zijn rein en heilig leven overpeinsden, voelden ze dat geen inspanning te zwaar en geen offer te groot kon zijn, indien zij in hun leven slechts getuigenis van de lieflijkheid van Christus’ karakter konden afleggen.’ Ellen G. White, Van Jeruzalem tot Rome, bladzijde 25, 26.
08 09 10
12
Berouw en schuldbekentenis zijn twee hoofdthema’s door het boek Handelingen heen (Handelingen 17:30,31; 26:19,20). Het is de goedheid van de Heer die ons leidt tot berouw en inkeer; het is de overtuigende kracht van de heilige Geest die ons helpt te beseffen dat wij een Heiland nodig hebben die onze zonden vergeeft. Tegelijk moeten we onthouden dat de heilige Geest onbekeerde harten niet vervult met zijn Geest (Romeinen 2:8; Handelingen 2:38,39; 3:19). De heilige Geest vult harten die zelfzuchtige ambitie of het verlangen naar persoonlijke erkenning, of dadendrang naar persoonlijke roem en eer hebben opgegeven.
13
Waarom is het zo moeilijk om onze zonden te erkennen en ons te bekeren? Waarom is het zo makkelijk dat we ons eigen ik de weg naar oprechte bekering laten blokkeren?
11
60
dialoog in gesprek met het woord
Maandag 5 augustus
01
Een definitie van oprecht berouw Hoe beschrijft de apostel Paulus oprechte bekering? 2 Korintiërs 7:9-11.
02 03
Berouw is een door God aangestuurde bezorgdheid over de zonde. Het brengt ook een besluit met zich mee om, welke specifieke zonde dan ook waar de heilige Geest ons op wijst, op te geven (Ezechiël 14:6, Zacharia 1:4). Oprecht berouw leidt de christen niet naar een staat van diepe depressie vanwege zijn zondige natuur of zondige daden. ‘Verdriet dat God geeft leidt tot inkeer die men nooit berouwt en tot redding’ (2 Korintiërs 7:10). In plaats daarvan zorgt het er voor dat wij ons richten op de rechtvaardigheid van Jezus, en niet op onze zondige staat. Het zorgt voor een ‘inzet’ en zoals Paulus zegt ‘laten we daarbij de blik gericht houden op Jezus, de grondlegger en voltooier van ons geloof’ (2 Korintiërs 7:11, Hebreeën 12:2). In het Nieuwe Testament is de omvang van de zonde nooit groter geweest dan de overvloed van Jezus’ genade. ‘Maar waar de zonde toenam, werd ook de genade steeds overvloediger’ (Romeinen 5:20). Dit was zeker waar en de apostel Paulus had dit zelf ervaren.
04
Lees 1 Timoteüs 1:14-17 en Handelingen 26:10-16. Wat zeggen deze gedeelten u over de zonden van Paulus en Jezus’ rechtvaardigheid?
08
05 06 07
09 Toen de apostel Paulus zich realiseerde dat hij de Here God zelf aan het vervolgen was, viel hij vol berouw op zijn knieën en beleed zijn fouten. Gedurende zijn hele leven aarzelde hij nooit om het verhaal te vertellen van zijn eigen zonden en Gods genade. Zijn berouw stortte hem niet in een staat van depressie; in plaats daarvan dreef het hem in de armen van een liefhebbende en vergevende Verlosser. Het belijden van zijn zonden gaf hem niet meer schuldgevoel dan hij al had. Zijn blik was niet meer gericht op hoe onrechtvaardig hij was, maar op hoe rechtvaardig Jezus was. Heeft u ooit het gevoel gehad dat u zelf ‘de koning van alle zondaars’ was? Of als dat niet zo is, voelde u zich te zondig om nog gered te kunnen worden? Hoe kunt u leren om te vertrouwen op de verzekering dat de rechtvaardigheid van Christus voldoende is om u te redden?
dialoog in gesprek met het woord
61
10 11 12 13
01
Dinsdag 6 augustus
Oprecht berouw en schuldbekentenis Welke geestelijke principes kunnen we leren uit Leviticus 5:5 ; 1 Johannes 1:9; Jesaja 1:16-18; en Handelingen 26:19,20 met betrekking tot de aard van oprecht berouw en schuldbekentenis?
02 03 04 05
‘Een echte belijdenis is altijd specifiek, d.w.z. noemt de zonden bij name. Deze zonden kunnen van dien aard zijn, dat ze alleen voor God gebracht moeten worden. Maar er kunnen ook verkeerde daden zijn, die aan mensen moeten worden beleden, die er door zijn gekwetst; of ze kunnen van dien aard zijn, dat ze in het openbaar moeten worden beleden. Maar elke belijdenis moet scherp omlijnd zijn en de zonden, die u begaan hebt, moet u met name noemen.’ Ellen G. White, Schreden naar Christus, bladzijde 37.
06 07
Het doel van de overtuigende kracht van de heilige Geest is om ons de behoefte aan de reddende genade van Christus te laten zien. Berouw zorgt er niet voor dat wij meer van God gaan houden. In plaats daarvan zorgt berouw evoor dat wij Gods liefde meer gaan waarderen. Met het belijden van onze zonden verdienen wij Gods vergeving niet; in plaats daarvan stelt het ons in staat om zijn vergeving te ontvangen. God houdt niet meer van ons als we berouw tonen of minder van ons als wij dat niet doen. Zijn liefde voor ons is constant. De enige variabele is onze reactie op het werk van de heilige Geest in ons leven. De waarheid is dat onze harten worden belet om de overvloedige zegeningen te ontvangen die God voor ons heeft als onze geestelijke aderen verstopt zitten met het slijk van de zonde. De zonde dooft het zachte aandringen van de Geest en maakt het moeilijker voor ons om op hem te kunnen reageren. Berouw en schuldbekentenis openen de verstopte kanalen van ons geestelijke hart, zodat wij overvloedig de aanwezigheid en de kracht van de heilige Geest mogen ontvangen.
08 09 10 11 12
We moeten onthouden dat, hoezeer we ook verlangen naar vergeving, als wij berouw tonen en ons bekeren, dit een proces is dat tweezijdig werkt. Dat houdt in, hoe reageren wij naar de anderen die ons verkeerd behandeld hebben en die ons om vergeving vragen? Wie, en hoewel zij onze vergeving niet verdiend hebben, hebben toch onze vergeving nodig en waarom is het zo belangrijk voor ons om anderen te vergeven?
13 62
dialoog in gesprek met het woord
Woensdag 7 augustus
Het verschil tussen oprecht en vals berouw Er staan een aantal heel specifieke voorbeelden in de Bijbel van mensen die vol wroeging spijt betuigden, maar die geen vergeving ontvingen van God. Ze huilden, ze gingen gebukt onder hun schuld. Zij gaven hun zonde toe maar ontvingen geen vergeving. Lees de verslagen over Farao, Bileam, Esau en Judas in Exodus 12:29-32, Numeri 22:32-35, Hebreeën 12:17 en Matteüs 27:4. Welke rode draad vindt u in elk verhaal wat betreft berouw en/of schuldbekentenis?
01 02 03 04 05
Een zin uit Hebreeën 12:17 vat dit mooi samen. De tekst spreekt over Esau die ‘toen hij alsnog de zegen wilde verkrijgen’ afgewezen werd. Net als Farao, Bileam en Judas, werd Esau’s hart niet gebroken vanwege de pijn die zijn zonde had gebracht over zijn familie of aan het hart van God. Hij had verdriet om het eerstgeboorterecht dat hij had verloren. Het speet hem dat hij niet had ontvangen wat hem rechtmatig toe moest komen. Maar zijn motieven waren niet oprecht. Hij had alleen maar verdriet om zichzelf. Vals berouw richt zich op de gevolgen van de zonde in tegenstelling tot de zonde zelf. De wet van zaaien en oogsten is een goddelijk principe. Het is waar dat de zonde grote gevolgen met zich meebrengt, maar berouw wordt niet verteerd door de negatieve gevolgen van de zonde. In plaats daarvan richt berouw zich op de oneer en pijn die onze zonden God hebben aangedaan. Oprecht berouw wordt altijd gekenmerkt door tenminste drie dingen: ten eerste, verdriet omdat onze zonden Gods hart gebroken hebben. We lijden pijn omdat wij diegene pijn hebben gedaan die zoveel van ons houdt. Ten tweede, er is een eerlijke schuldbekentenis van de specifieke zonden die we hebben begaan. Oprecht berouw wordt niet bedekt met allerlei uitvluchten voor ons gedrag. Het geeft niet de schuld aan iemand anders. Het neemt de verantwoordelijkheid voor onze daden op zich. Ten derde, oprecht berouw houdt altijd het besluit in om afstand te doen van de zonde. Er kan geen oprechte bekering zijn, tenzij er een overeenkomstige gedragsverandering in het leven plaatsvindt. Vals berouw aan de andere kant is op zichzelf gericht. Het maakt zich zorgen over de gevolgen van onze zonden. We maken ons emotioneel zorgen omdat onze zonden vaak negatieve gevolgen met zich meebrengen. We verzinnen uitvluchten en geven de schuld aan iemand anders. Het is niet op zoek naar een verandering van het gedrag tenzij die verandering ons persoonlijk gewin oplevert.
dialoog in gesprek met het woord
63
06 07 08 09 10 11 12 13
01
Donderdag 8 augustus
De genezende kracht van schuldbekentenis Schuldbekentenis doorboort de zweer die gevuld is met schuld en zorgt ervoor dat de giftige pus van de zonde kan wegstromen. Schuldbekentenis is heilzaam op vele manieren. Het opent onze harten voor het ontvangen van Gods genade. Door onze schuld te bekennen aanvaarden wij de vergeving die Christus ons vrijelijk schenkt vanaf het kruis. Schuldbekentenis is heilzaam omdat het ons in staat stelt om genade te ontvangen. Schuldbekentenis slecht ook de muren tussen ons en andere mensen. Het geneest relaties.
02 03 04
Lees Psalm 32:1-8. Wat zegt dit vers ons over schuldbekentenis en berouw?
05
Lees Handelingen 24:16. De apostel Paulus schreef: ‘daarom tracht ik ook steeds mijn geweten zuiver te houden tegenover God en de mensen.’ Wat betekent dit?
06 Is schuld goed of slecht? Dan hangt er van af. Als de heilige Geest ons overtuigt van zonde, en als onze schuldgevoelens over die zonde leiden naar Jezus, is schuld goed. Als wij onze zonden hebben beleden en ons schuldig blijven voelen, kan schuld destructief worden. ‘Deze schuldgevoelens moeten neergelegd worden aan de voet van het kruis op Golgotha. Dit gevoel van zondigheid heeft de bronnen van leven en waar geluk vergiftigd. Nu zegt Jezus ons: ‘Leg het allemaal op mij neer. Ik zal uw zonden nemen. Ik zal u vrede geven. Verlies niet langer uw zelfrespect, want ik heb u gekocht met de prijs van mijn eigen bloed. U bent van mij. Ik zal uw verzwakte wil versterken; ik zal uw berouw over de zonden wegnemen.’ Ellen G. White, Manuscript Releases, deel 9, bladzijde 305. Het antwoord op onze schuldgevoelens is Jezus. Zijn genade neemt de verwoestende schuldgevoelens die de zonde op ons legt weg.
07 08 09 10
Het kan gebeuren dat wij ons nog steeds schuldig voelen nadat wij onze zonden beleden hebben. Waarom? Een reden zou kunnen zijn dat de duivel probeert ons te beroven van de verzekering van verlossing. Hij houdt er van om de gezegende verzekering van vergeving en verlossing die wij hebben in Jezus, weg te nemen. Ten tweede, de heilige Geest kan u wijzen op iets wat mis is tussen u en een ander persoon. Als wij een andere individu hebben pijn gedaan, zal ons bezorgde geweten tot rust komen wanneer wij het goed maken met de persoon die wij gekwetst hebben.
11 12
Hoe hebben schuldgevoelens uw relatie met de Heer en met anderen beïnvloed? Wat kunt u doen om de last van schuld die u met zich mee draagt te verlichten? Zelfs als u gezondigd hebt en schuldgevoel op zijn plaats is, op welke beloften uit de Bijbel kunt u aanspraak maken om u te helpen verder te leven?
13 64
dialoog in gesprek met het woord
Vrijdag 9 augustus
01
Verdere studie ‘God aanvaardt een schuldbelijdenis niet als er geen sprake is van oprechte spijt en van hervorming. Bepaalde dingen in het leven moeten veranderd worden. Alles, wat voor God aanstootgevend is, moet worden weggedaan. Dat is het gevolg van echt berouw over de zonde. Wat wij moeten doen, wordt ons duidelijk voorgehouden: ‘Wast u, reinigt u, doet uw boze daden uit mijn ogen weg; houdt op kwaad te doen; leert goed te doen, tracht naar recht, houdt de geweldenaar in toom, doet recht aan de wees, verdedigt de rechtszaak der weduwe’. ‘… de goddeloze geeft een pand terug, vergoedt het geroofde , wandelt naar de inzettingen die doen leven, zodat hij geen onrecht meer bedrijft – hij zal zeker leven, hij zal niet sterven’. Ellen G. White, Schreden naar Christus, bladzijde 38.
02 03 04 05 06 07
Gespreksvragen 1 Welke cruciale les kunnen wij leren uit de bereidheid van Jezus om diegenen te vergeven die hem aan het kruis hadden geslagen? Als hij bereid was dit te doen, hoeveel meer zouden wij bereid moeten zijn om hen te vergeven die ons gekwetst hebben? Hoe heeft u ervaren dat schuldbekentenis een zegen voor u is geworden? Op welke manieren 2 heeft het geholpen in uw relatie, niet alleen met de Heer maar ook met anderen? Hoewel we deze week hebben gelezen over de noodzaak om onze schuld te bekennen aan hen 3 die wij pijn hebben gedaan, waarom moeten we altijd erg voorzichtig zijn met wat we zeggen tegen anderen? We hebben gelezen dat oprecht berouw het weg doen van de zonde met zich meebrengt. Wat 4 gebeurt er echter als wij worstelen met de angst om weer in zonde te vervallen? Betekent het dat ons berouw niet oprecht was? Betekent het dat we niet opnieuw vergeving kunnen ontvangen? Als dit waar zou zijn, welke hoop zou er dan nog voor ons zijn? Hoe moeten wij de aard van bijbels berouw begrijpen terwijl we tegelijkertijd niet de realiteit van onze zondige aard uit het oog verliezen? Denkend aan wat we deze week geleerd hebben, waarom is berouw een vitaal onderdeel van 5 het hele begrip van opwekking en hervorming? Op welke manieren bevatten de begrippen ‘opwekking en hervorming’ in zich het idee dat wij berouw moeten hebben?
dialoog in gesprek met het woord
65
08 09 10 11 12 13
supplement Luisteren naar de bijbeltekst
01
03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13
2 Korintiërs 7:8-11
02
3 IJsbrekervraag
66
Waarom vinden wij het vaak zo moeilijk om ons ongelijk toe te geven?
3 Benadering De tekst van vandaag is een prachtig voorbeeld van wat er kan gebeuren als we de heilige Geest in ons hart toelaten; hij leidt ons tot berouw en bekering, hij is de bron van onze opwekking. In het jaar 51 sticht Paulus de gemeente in Korinte om daar vervolgens nog twee jaar te blijven. In 56 ontvangt hij echter een aantal verontrustende berichten over de gemeente; er is tweespalt en twist, en er heerst bandeloosheid zonder dat daar tegen wordt opgetreden. Na een aantal vruchteloze pogingen orde op zaken te stellen, ontvangt Paulus uiteindelijk berichten dat het beter met de gemeente gaat. Dit is voor hem aanleiding om de tweede brief aan de Korintiërs te schrijven. In de eerste zeven hoofdstukken schrijft Paulus onverbloemd over zijn liefde voor de gemeente. Hij verkondigt een boodschap van verzoening. Deze tekst laat zien hoe hij de gemeente moed inspreekt en hoe blij hij is met de veranderingen die er binnen de gemeente hebben plaatsgevonden.
3 Studie • In vers 8 begint een betoog. Waar gaat dit over? • Vers 8-9: Welke gevoelens hadden de Korintiërs in eerste instantie? Wat was hiervan de oorzaak? Wat was het resultaat? • Welke tegenstrijdige gevoelens ervaart Paulus? Op welke manier zijn zij tekenen van Paulus’ liefde voor de gemeente? • Vers 9-10: Waar verheugt Paulus zich over? Kennelijk zijn er twee soorten verdriet. Waarin verschillen deze soorten van elkaar? Wat is het eindresultaat? • Vers 11: Hoe toont Paulus de radicale ommekeer van de Korintiërs? (Let hierbij bijv. op bijvoeglijke naamwoorden, zelfstandige naamwoorden en leestekens). Wat zijn de gevolgen van deze verandering geweest? Om wat voor soort verandering gaat het hier? • Wat blijkt uit de conclusie die Paulus trekt m.b.t. de openheid van geest van de Korintiërs? • Onderstreep de vele voegwoorden (zelfs, toch, maar, etc.). Wat is de belangrijkste boodschap die deze tekst ons wil meegeven? Deze tekst behoort tot de beste teksten die Paulus ooit heeft geschreven; in heldere en krachtige bewoordingen, en met veel gevoel beschrijft hij zijn eigen emoties en probeert hij zich te verplaatsen in de gevoelens van zijn lezers. Hij laat geen middel onbenut om zijn gevoelens onder woorden te brengen en uit te drukken wat hij voor de gemeente voelde en nog steeds voelt.
dialoog in gesprek met het woord
supplement Luisteren naar de bijbeltekst
01
3 Toepassing • Wat kan ik van Paulus’ voorbeeld leren? Hoe zou ik dit in mijn eigen leven kunnen toepassen? • Waarom is het zo belangrijk om onze gedachten helder onder woorden te brengen met het oog op de relaties met onze medemensen? • Een gebrek aan moed kan de oorzaak zijn van het niet optreden tegen het kwade. Hoe kunnen we op een effectieve manier tegen het kwade optreden? Wat moeten we ons in dat geval eerst afvragen? • Hoe kan ik een open oog en oor hebben voor de geestelijke gezondheid van mijn medemens? • En omgekeerd: Sta ik open voor adviezen, opmerkingen of waarschuwingen van mijn broeders/zusters zonder me hierdoor aangevallen of gekwetst te voelen? • Op welke manier is de opwekking in mijn leven aanwezig? Welke aspecten zijn hieraan verbonden? • Hoe en waar vind ik de nederigheid die nodig is voor een opwekking? Welke voorbeelden of getuigenissen uit de Bijbel zou ik hierbij kunnen gebruiken? • De heftigheid waarmee de Korintiërs reageren, wijst op bewustwording, een opwekking. Hoe zou ik mijzelf weer (heel concreet) kunnen openstellen voor Gods opwekking?
02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13
dialoog in gesprek met het woord
67
supplement Luisteren naar de bijbeltekst
01
3 extra gespreksvragen Van kleins af aan is schuldbekennen een moeilijke zaak. Hoevaak schuiven we niet de schuld in andermans schoenen?
02
Bespreek voorbeelden met de groep waarin schuld werd bekend in de geschiedenis. Maar noem ook voorbeelden van gebeurtenissen waar dat niet het geval was (onlangs stierf in Argentinië oud-dictator Videla zonder dat hij schuld had bekend). Wat doen beide gevallen met daders en slachtoffers?
03
Lees de teksten uit Spreuken en 2 Petrus (zie inleiding). Bespreek samen de verschillende stadia die horen bij schuldbekentenis (tot inkeer komen, berouw hebben, vrij van schuld zijn). Zijn er mensen die hun ervaringen willen delen?
04
Citaat uit Van Jeruzalem tot Rome: ‘Terwijl de discipelen wachtten op de vervulling van de belofte, verootmoedigden zij zich in oprecht berouw en beleden zij hun ongeloof...’ • Waarom verootmoedigden zij zich? • Waarover hadden zij berouw? • Wat geloofden zij niet? • Kun jij iets met dit citaat in je eigen leven?
05 06
Bespreek de titel van deze les met elkaar. Waarom zijn dit twee noodzakelijke voorwaarden voordat er echt sprake kan zijn van ‘opwekking’?
07 08 09 10 11 12 13 68
dialoog in gesprek met het woord
11 - 17 augustus Lezen Johannes 17:9-11,20-24; 1 Korintiërs 12:12-18; Handelingen 4:32,33; Handelingen 1:8; 15:1-31; Matteüs 18:16-20. Kerntekst ‘Ik, die gevangen zit omwille van de Heer, vraag u dan ook dringend de weg te gaan die past bij de roeping die u hebt ontvangen: wees steeds bescheiden, zachtmoedig, en geduldig, en verdraag elkaar uit liefde. Span u in om door de samenbindende kracht van de vrede de eenheid te bewaren die de Geest u geeft’ (Efeziërs 4:1-3).
7
Eenheid: de band die opwekking smeedt Eenheid is een essentieel onderdeel van opwekking. Conflicten, verdeeldheid en strijd scheppen niet een omgeving die opwekking kan voeden en versterken. Tijdens het Pinksterfeest werd de heilige Geest uitgestort over een kerk die zich verenigd had om Christus’ zending aan de wereld te brengen.
H
un kleine meningsverschillen werden ondergeschikt gemaakt aan de grotere oproep die Christus deed. Het streven naar overheersing van de ander hield op in het licht van Christus’ opdracht om de verlorenen te bereiken met het evangelie. Als de eerste volgelingen van Christus druk waren geweest met het strijden om de macht, zou het werk vanaf het begin zijn belemmerd. In plaats daarvan overtuigde de heilige Geest hen ervan hun ego op te geven, zij werden een van zin in doel en missie. Kortom, daar waar geen eenheid is, kan geen opwekking plaatsvinden. Waar jaloezie, afgunst en vermaning heerst in de strijd om de macht, wordt de kracht van de heilige Geest tegengewerkt. Hoe cruciaal is het daarom, dat wij leren om de grenzen neer te halen die ons soms scheiden, zodat wij tot een staat van eenheid kunnen komen die Christus zoekt voor zijn kerk.
dialoog in gesprek met het woord
69
01
Zondag 11 augustus
Antwoord op Christus’ gebed voor eenheid Johannes 17 bevat Jezus geweldige hogepriesterlijk gebed. Het laat zien wat hem bezighield op dat belangrijke uur van de geschiedenis van de aarde.
02
Lees Johannes 17:9-11, 20-24. Wat was het diepste verlangen van Jezus? Waarom was dit zo belangrijk? Hoe liet de relatie tussen de discipelen onderling zien wat oprecht christelijk geloof is? Zie Handelingen 4:32,33.
03 04 05 06
Deze ‘eensgezindheid’ of eenheid die heerste onder de discipelen bereidde hun harten voor op het ontvangen van de volheid van de kracht van de heilige Geest. Christus’ gebed voor zijn kerk werd vervuld. Want zij gaven hun onderlinge verschillen op. Liefde voerde de boventoon, de strijdbijl werd begraven. ‘De groep mensen die het geloof had aanvaard, leefde eendrachtig samen. Geen van hen beschouwde zijn bezittingen als persoonlijk eigendom, want ze hadden alles gemeenschappelijk. De apostelen bleven met grote kracht getuigen van de opstanding van Jezus, en God begunstigde allen rijkelijk’ (Handelingen 4:32,33).
07 08 09
Dit gedeelte verbindt de discipelen die ‘een van hart en een van ziel waren’ met de ‘grote kracht’ van hun getuigenis. In de uitdagende omstandigheden van het Jeruzalem van de eerste eeuw toen het christendom nog impopulair was, deelden deze toegewijde christenen hun hulpbronnen met elkaar. Zij ondersteunden elkaar. Ze legden hun persoonlijke ambities terzijde. Hun onzelfzuchtige houding en de gulheid in de Geest bereidden hen voor om de volheid van de kracht van de heilige Geest te ontvangen om te kunnen getuigen.
10 11 12
‘Merk op dat, pas nadat de discipelen tot een volmaakte eenheid waren gekomen, toen ze niet langer vochten om de hoogste plaats, dat de heilige Geest werd uitgestort. Zij waren een van zin. Alle onderlinge verschillen waren weggedaan.’ -Ellen G. White, Counsels for the Church, bladzijde 98.
13
Waarom is de vervulling van het gebed van Jezus in Johannes 17 zo belangrijk voor onze kerk? Wat laat Jezus’ verlangen naar eenheid voor de kerk van de eerste eeuw zien over zijn verlangen voor onze kerk vandaag?
70
dialoog in gesprek met het woord
Maandag 12 augustus
01
Voorbeelden van eenheid De wereld in het Nieuwe Testament van de eerste eeuw was er een van verdeeldheid: in kaste, sociale status, en geslacht. Het was een maatschappij die gekenmerkt werd door sociale beroering. De concepten van gelijke rechten, vrijheid, en menselijke waardigheid waren toen nog niet geaccepteerde normen. En toen opeens deed het christendom haar intrede. Het veroorzaakte een sociale revolutie. Het onderwijs van Jezus over gelijkheid, rechtvaardigheid, zorg voor armen, en met respect voor de uitgestotenen maakte een radicale indruk. Tegelijkertijd werden de gelovigen uit het Nieuwe Testament eensgezind over de kernwaarden van de schepping en verlossing. Zij leerden dat alle menselijke wezens werden geschapen door God en dat verlossing mogelijk werd gemaakt voor alle mensen door het kruis van Christus. Het kruis liet zien dat ieder persoon, los van zijn of haar status op aarde, van grote waarde was in Gods ogen. Hoe illustreren de volgende beelden de manier waarop verschillende gelovigen samengingen in een harmonieus geheel, los van hun sociale achtergrond? Lees 1 Korintiërs 12:12-18; 1 Petrus 2:4,5.
02 03 04 05 06 07
Welke beelden zouden krachtiger kunnen zijn om de eenheid in de kerk te illustreren? De apostel Paulus gebruikt het menselijke lichaam om de kerk te verbeelden en haar leden. Het lichaam bestaat uit met elkaar verbonden onderdelen. Haar leden communiceren met elkaar en zijn gezamenlijk afhankelijk van elkaar. Alle onderdelen hebben hun eigen functie. Als een deel van het lichaam pijn lijdt, lijdt het hele lichaam ook mee (1 Korintiërs 12:18-26). Petrus voegt het beeld van een geestelijk gebouw toe waarbij de leden levende stenen zijn, en ieder perfect past in de opbouw van een glorierijke tempel die de naam van Jezus zal verheerlijken. In beide illustraties is ieder lid met de ander verbonden. Het was deze band van liefdevolle eenheid in een wereld vol gebroken relaties, strijd om de macht, en voor verdeeldheid zorgende schisma’s dat het een krachtig argument was voor het christendom. Jezus verwoordde deze universele waarheid heel duidelijk: ‘Ik geef jullie een nieuw gebod; heb elkaar lief. Zoals ik jullie heb liefgehad, zo moeten jullie elkaar liefhebben’ (Johannes 13:34,35). Hoe goed weerspiegelt uw lokale gemeente de eenheid waarover hier wordt gesproken? Stelt u zelf ook de volgende vraag: helpt u om eenheid te brengen, of welke overtuigingen kunt u koesteren die het probleem alleen maar verergeren?
dialoog in gesprek met het woord
71
08 09 10 11 12 13
01
Dinsdag 13 augustus
Bouwstenen van de eenheid De eenheid die werd ervaren door de gelovigen in het Nieuwe Testament was gebaseerd op veel meer dan emotionele warmte tussen de leden onderling.
02
Lees Handelingen 1:8, 4:33, 5:42, 9:31, en 28:28-31. Wat was de alles verterende hartstocht van de kerk van het Nieuwe Testament? Hoe zorgde deze passie voor eenheid?
03 04
12
De discipelen werden verteerd door iets dat veel groter was dan zijzelf. Christus’ opdracht om het evangelie te brengen aan de hele wereld slokte hun persoonlijke ambities op. De kerk kan de maatschappij met het evangelie niet bereiken totdat zij verenigd is, maar het zal nooit een eenheid worden, tot het moment dat zij wordt verteerd met ijver om het evangelie te verkondigen. De zendingsopdracht is een grote samenbrengende factor. De eerste gelovigen kwamen samen om deze opdracht uit te voeren. Leven, dood, opstanding, priesterschap van de gelovigen, en de terugkeer van onze Heer bond hen samen. Nieuwe bekeerlingen werden verankerd in ‘het onderricht van de apostelen’ (Handelingen 2:41, 42). De onderwijzingen van Jezus zorgden voor het fundament van hun eenheid. De apostel Petrus gebruikt de term ‘tegenwoordige waarheid’ (2 Petrus 1:12). De boodschap van de ‘tegenwoordige waarheid’ in de dagen van Petrus verenigde de kerk en stuwde haar voorwaarts met een profetisch prikkel: Jezus Christus uit Nazareth was de vervulling van de Messiaanse profetie uit het Oude Testament. Zij werden verenigd met een dringende, boodschap vol tegenwoordige waarheid met betrekking op de vervulling van de profetie. En nu, in de laatste dagen van de geschiedenis van de aarde, heeft God zijn volk ook een dringende, boodschap vol tegenwoordige waarheid gegeven (Openbaring 14:6-12). Het is de boodschap van een ‘eeuwig evangelie’ in de context van het oordeel, van gehoorzaamheid, en van de terugkeer van de Heer. Dit is wat ons Adventisten verenigd tot een wereldwijde familie. Als deze boodschap wordt verdund, of naar het tweede plan wordt verwezen, of wordt betiteld als een overblijfsel uit het verleden, zal de eenheid van de kerk in stukken breken en haar zendingsopdracht zou haar dringende noodzaak verliezen. Als de boodschap van de kerk hetzij verkeerd begrepen, dan wel vervormd wordt weergegeven zal haar zendingsopdracht onduidelijk zijn. Het is de verkondiging van de profetische boodschap van de drie engelen die Adventisten de reden geeft voor haar bestaan.
13
Hoe verbonden bent u met onze boodschap en zendingsopdracht? Of bekijk het eens van deze kant: waarom bent u een Zevende-dags Adventist? Neem uw antwoorden mee naar de les op sabbat.
05 06 07 08 09 10 11
72
dialoog in gesprek met het woord
Woensdag 14 augustus
01
Organisatie: structuur voor eenheid Het Nieuwe Testament laat zien dat de kerk van de eerste eeuw een vast omlijnde organisatiestructuur had. Deze opbouw hielp om de puurheid in leerstellingen van de kerk te bewaren en om de kerk gericht te houden op haar zendingsopdracht. In Handelingen 6 kwam een kleine groep van discipelen bijeen om het probleem op te lossen van de verdeling van voedsel aan de weduwen van de Griekse bekeerlingen. Zij kozen diakenen uit om het dilemma op te lossen. De leden van de kerk respecteerden het gezag van deze kerkleiders. Toen de apostel Paulus werd bekeerd op de weg naar Damascus, werd hij geleid naar Ananias, een vertegenwoordiger van de kerk (Handelingen 9:1017). Nadat Paulus door Ananias was gedoopt leidde de heilige Geest hem naar een ontmoeting met de leiders van de kerk in Jeruzalem om hen te bevestigen in zijn zendingsopdracht (Handelingen 9:26-30). In Handelingen 20 ontmoette Paulus de ouderlingen van de gemeente in Efeze om hen aan te sporen op hun hoede te zijn voor valse leraren en hun ketterse leer (Handelingen 20:17,27-32). Hoe loste de kerk van het Nieuwe Testament het grote twistpunt over de besnijdenis op? Handelingen 15:1-31.
02 03 04 05 06 07 08
De vergadering van de kerk in Jeruzalem behoedde de kerk van de eerste eeuw voor een ernstige kerkscheuring. Kerkelijke organisatie, samen met een bestuurlijk gezag, was van levensbelang om de leerstellige integriteit van de kerk van het Nieuwe Testament te bewaren. In het geval van Handelingen 15 werden plaatselijke vertegenwoordigers van de gemeenten naar Jeruzalem gezonden om deel te nemen aan discussies over leerstellingen, die ernstige gevolgen zouden hebben voor de toekomst van de kerk. Op het moment dat deze groep vertegenwoordigers tot overeenstemming kwam, schreven zij hun besluit uit naar een comité en lieten het verspreiden onder alle gemeenten waar het probleem was ontstaan: Antiochië, Syrië en Cilicië (Handelingen 15:23). De gemeenteleden accepteerden het besluit van de vergadering in Jeruzalem en waren verheugd dat de heilige Geest hen had geleid naar een antwoord op hun dilemma (Handelingen 15:30-35). Als u op dit moment lid bent van de Adventkerk, dan bent u ook betrokken in de kerkelijke structuur. Wat is uw rol in die structuur en hoe zou u een meer opbouwende rol kunnen spelen?
dialoog in gesprek met het woord
73
09 10 11 12 13
01
Donderdag 15 augustus
Het bereiken van eenheid Hoe dichter wij tot Jezus raken, des te dichter zullen wij tot elkaar komen. Wij zien de dingen met een nieuwe geestelijke blik. De geest van Christus stelt ons in staat om elkaar in een ander daglicht te zien. De kleine ergernissen die ons bezighielden worden veranderd door de genade van Christus. Vijandigheden die wij koesterden worden opgegeven in het licht van zijn geweldige genade. Oude rekeningen en sluimerende conflicten worden voor zover mogelijk opzij gezet. Grenzen worden doorbroken. Het evangelie geneest gebroken relaties.
02 03 04
Toen de heilige Geest in haar volheid werd uitgestort op Pinksteren, werd de houding van de discipelen jegens elkaar dramatisch veranderd. In het licht dat stroomde vanaf het kruis zagen ze elkaar in een ander daglicht. ‘Iedere christen zag in zijn broeder een openbaring van goddelijke liefde en goedertierenheid. Eén gemeenschappelijk belang overheerste, één aanleiding tot naijver verzwolg alle andere. De eerzucht van de gelovigen was om zoveel mogelijk het karakter van Christus aan de dag te leggen en te arbeiden voor de uitbreiding van zijn koninkrijk.’ Ellen G. White, Van Jeruzalem tot Rome, bladzijde 35.
05 06
Maak een lijst van zaken die de eenheid onder de eerste christenen bevorderden. Waarom zijn deze dingen zo krachtig in het samenbrengen van gelovigen? Matteüs 18:16-20; Handelingen 1:14; 12:5, 12 ; Handelingen 6:7 ; Matteüs 28:16 - 20.
07 08 09
12
Eenheid komt niet tot stand door erop te hopen of ernaar te wensen. De kerk van het Nieuwe Testament bad samen en praatte samen. Ze bestudeerden samen Gods Woord, en samen deelden zij hun geloof met elkaar. Het gebed, studie van de Bijbel, en het getuigen zijn krachtige elementen die de eenheid van de kerk teweegbrengen, voeden en onderhouden. Naarmate wij voor elkaar bidden worden wij dichter tot elkaar getrokken. Deelnemen aan een evangelisatieactie ten bate van de lokale gemeenschap, creëert een gevoel van een zijn en samen zijn. Een levende, dynamische, verenigde en opgewekte kerk is een kerk waarin haar leden samen bidden, Gods Woord bestuderen, en die zich uitstrekt naar de wereld om haar heen.
13
Welke krachten denkt u spelen een rol die de eenheid van hun lokale gemeenten bedreigen, of die van de kerk als geheel? Waarom is het belangrijk om te begrijpen welke krachten dit zijn en om klaar te staan hen het hoofd te bieden?
10 11
74
dialoog in gesprek met het woord
Vrijdag 16 augustus
01
Verdere studie ‘Deze eerste discipelen legden een opmerkelijke verscheidenheid aan de dag. Zij moesten de leraren der gehele wereld worden, en zij vertegenwoordigden in hoge mate gevariëerde karaktertypen. Opdat zij met succes het werk waartoe zij geroepen waren, zouden uitvoeren, moesten deze mannen, zo verschillend in aanleg, van karakter en levensgewoonten, komen tot eenheid in gevoelen, gedachte en handeling. Het was Christus’ bedoeling deze eenheid te bewerkstelligen.’ Ellen G. White, Van Jeruzalem tot Rome, bladzijde 16.
02 03 04 05 06 07
Gespreksvragen 1 Waarom is de structuur van een verenigde kerk zo belangrijk voor ons? Wat zou er gebeuren met onze zendingsopdracht, met onze boodschap, en met onze kerk als geheel als gemeentes, conferenties, unies of divisies hun eigen weg zouden gaan? Probeert u zich de chaos die daaruit voortkomt voor te stellen.
2 Bespreek in uw groep het antwoord op deze vraag: waarom ben ik een Adventist? 3 Hoe belangrijk eenheid voor de kerk ook moge zijn, zijn er bepaalde dingen die nog belangrijker zijn? Zo ja, welke? Bijvoorbeeld, in zijn aanpak van mensen die leerstellingen verkondigen waarmee hij het oneens was, schreef Paulus dit: ‘Wanneer iemand u iets verkondigt dat in strijd is met wat ik verkondigd heb, al was ik het zelf of van een engel uit de hemel-vervloekt is hij!’(Galaten 1:8,9). Wat is hier met de eenheid of met deze mensen gebeurd?
4 Overdenk nog eens hoe belangrijk onze boodschap en opdracht zijn voor onze hele identiteit als Zevende-dags Adventisten. Zeg nou zelf, wat voor doel zouden we hebben zonder onze specifieke boodschap die niemand anders aan de wereld brengt? Tegelijkertijd, welke andere dingen verenigen ons als Adventisten? Hiermee bedoel ik, als we niets anders zouden hebben dan onze opdracht en boodschap, welke andere dingen hebben wij die ons helpen te bepalen wie we zijn, waarom zijn deze dingen ook belangrijk?
5 Waarom is eenheid zou cruciaal voor welke opwekking en hervorming dan ook voor onze kerk? dialoog in gesprek met het woord
75
08 09 10 11 12 13
supplement Luisteren naar de bijbeltekst
01
03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13
Johannes 17:20-26
02
3 IJsbrekervraag
76
Heeft u wel eens een uniform gedragen? Zo ja, welk uniform? Wat was de reden daarvan?
3 Benadering Hoofdstuk 17 is het slot van Jezus’ afscheidsrede (hoofdstuk 13-17). Jezus spreekt hier met zijn Vader. Eerst geeft hij een samenvatting van zijn leven op aarde. Vervolgens spreekt hij over de toekomst – niet alleen over zijn eigen toekomst, maar ook die van zijn volgelingen. Tot slot wijst hij ons op de eenheid – een eenheid die door de eeuwen heen zo kenmerkend is gebleken voor de volgelingen van Christus.
3 Studie • Hoe noemt Jezus degene tot wie hij het woord richt? Onderstreep de herhalingen in de tekst en probeer er achter te komen wat dit betekent. • ‘Laat hen allen één zijn’ (vers 21). Wat zou Jezus hiermee bedoelen? Let op hoe het woordje ‘één’ hier op meerdere personen slaat. • Welke woorden zouden ons kunnen helpen om erachter te komen hoe Jezus zijn gemeente ziet? • Welk persoonlijk voornaamwoord wordt het meest gebruikt in de verzen 20-23? Wat zou dit kunnen betekenen? • Waar is de ‘grootheid’ (vers 22,24) op gebaseerd? • Noem verschillende betekenissen van het werkwoord ‘kennen’. Welke betekenis heeft het in vers 25? Wat zou dit kunnen betekenen? Wat is het verband met de door Jezus gewenste eenheid? • In de les van deze week wordt een verbinding gemaakt tussen eenheid en opwekking. Lees nog eens aandachtig wat Jezus over eenheid zegt. Op welke manier vormen deze woorden een oproep tot opwekking (ondanks dat het woord opwekking niet in de tekst voorkomt)? In de tekst van vandaag wordt niet het Griekse woord hénotès voor eenheid gebruikt (zoals bijvoorbeeld het geval is in Efeziërs 4:13). In Johannes 17 betekent het woord ‘één’ geen eenvoudig, simpel verbond. Men kan het eerder vergelijken met Efeziërs 2:14, waar het woord ‘één’ ook wordt gebruikt. Ook hier blijft de verscheidenheid van de gelovigen die in Christus worden verenigd bestaan en is er ruimte voor diversiteit.
3 Toepassing • Lees de tekst van vandaag nogmaals goed door. Let daarbij vooral op de (bij) zinnen die beginnen met ‘opdat’ of ‘dan’. Deze woorden verwijzen naar de plannen die Christus niet alleen voor zijn discipelen, maar voor alle mensen heeft. Welke plannen zijn dit? Wat moeten wij doen (of worden) opdat deze plannen in vervulling kunnen gaan? Wat is Gods grootste wens voor de mensen? • Hoe kunnen wij ‘één’ zijn als wij zo verschillend zijn?
dialoog in gesprek met het woord
supplement Luisteren naar de bijbeltekst
01
• De eenheid van de gelovigen is het belangrijkste thema uit dit tekstgedeelte. Hoe zou u de identiteit van deze gelovigen omschrijven? Wat is het doel van deze identiteit: onderscheid maken (tussen goeden en kwaden, tussen degenen die rein zijn en degenen die dat niet zijn)? Als excuus (‘Zo zijn wij nu eenmaal’)? Of zou deze identiteit ook kunnen dienen om ‘door te geven’ en een gevoel van saamhorigheid te creëren? • Hoe ervaart u de verscheidenheid binnen de Kerk van vandaag? Hoe kun je nog van een ander houden en hem/haar respecteren als deze persoon zo anders dan jezelf is? En wat als hij/zij zo anders is dat het als storend wordt ervaren? • Wat is volgens u het belangrijkste woord dat eenheid en opwekking met elkaar verbindt? • Wat is voor u de betekenis van Jezus’ laatste woorden voordat hij het Lijden tegemoet gaat (vers 24-26)? Hoe ziet de toekomst van de discipelen er uit?
02 03 04 05
3 Overdenking ‘Onder deze eerste discipelen traden grote tegenstellingen aan de dag. Zij waren bestemd de leraars van de wereld te zijn, maar zij toonden zeer verschillende typen karakter. Daar was Levi-Matteüs, de tollenaar, geroepen uit een druk, aan Rome ondergeschikt leven; Simon, de ijveraar, de onbuigzame vijand van Cesars macht; de onstuimige, zelfvoldane medevoelende Petrus met Andreas, zijn broer; Judas, de Judeeër, beschaafd, bekwaam maar onoprecht van geest; Filippus en Thomas, trouw en ernstig, maar traag van hart om te geloven; Jacobus de jongere en Judas, onder de broeders niet zo op de voorgrond tredend, maar mannen van kracht, positief, zowel in hun fouten als in hun deugden; Nathanaël, een kind in oprechtheid en vertrouwen; en de eerzuchtige zonen van Zebedeüs, Jacobus en Johannes, toch met een vriendelijke aard.’ Uit: E.G. White, Karaktervorming, pag. 83.
06 07 08 09 10 11 12 13
dialoog in gesprek met het woord
77
supplement Luisteren naar de bijbeltekst
01
3 extra gespreksvragen • Waar denk je aan bij ‘eenheid’? • Wat vind jij een passend en goed symbool van ‘eenheid’? • Heb jij wel eens moeite gedaan om ‘de eenheid te bewaren’? • Hoe is je dat gelukt? • Wat was daarvan het uiteindelijke resultaat?
02 03
Lees samen Handelingen 4:32-35. • Zou deze manier van leven anno nu ook kunnen? • Of ben jij van mening dat het een verplichting is voor een christen? • Ook nu weer de vraag: wat houd je tegen om deze vorm van eenheid in de praktijk te brengen?
04
Citaat maandag: ‘Jezus verwoordde deze universele waarheid heel duidelijk: ‘Ik geef jullie een nieuw gebod; heb elkaar lief. Zoals ik jullie heb liefgehad, zo moeten jullie elkaar liefhebben’ (Johannes 13:34,35).’ Bespreek met elkaar hoe je dit in de praktijk kunt brengen, deel ervaringen met elkaar, bemoedig elkaar. Jij kunt net als die steen zijn die in het water wordt gegooid en kringen veroorzaakt. Neem de eerste stap in dit proces! Heb lief!
05 06 07 08 09 10 11 12 13 78
dialoog in gesprek met het woord
18 - 24 augustus
Lezen Johannes 17:3; 1 Johannes 2:3-6 ; Matteüs 23:27, 28; 2 Tessalonicenzen 2:9-12; 1 Korintiërs 12:4-7. Kerntekst ‘Zie hoe ik uw regels liefheb, Heer, laat mij leven, u bent trouw. Uw woord is volkomen betrouwbaar, elk van uw voorschriften rechtvaardig en eeuwig’(Psalm 119:159, 160).
8
Geestelijk onderscheidings onderscheidings vermogen In mijn vroege jaren als predikant gaf ik bijbellessen aan een gezin in het landelijke Tennessee. Op een dag kwam een boom van een kerel binnen die een grote sigaar rookte. Hij verklaarde mij dat de Heer hem had genezen van longkanker!
I
k moet vaak aan deze ervaring terugdenken. Deze man geloofde oprecht dat de heilige Geest hem op een wonderbaarlijke manier had genezen. Maar, was hij genezen vanwege zijn geloof? Zijn tekenen en wonderen altijd het bewijs van de werking van de heilige Geest? Kunnen wij ons geloof op tekenen en wonderen alleen baseren? Welke rol zouden tekenen en wonderen spelen in een valse opwekking? Met het oog op opwekking moeten wij ons afvragen is het mogelijk dat de duivel een valse godsdienstige opwinding veroorzaakt en daarmee de indruk achterlaat dat een oprechte opwekking heeft plaatsgevonden? Deze week zullen wij de geestelijke richtingaanwijzers voor een ware opwekking bestuderen en hen vergelijken met de zichtbare tekens van een valse opwekking. Het verschil kennen tussen deze twee zal ons redden van de misleidingen van de vijand.
dialoog in gesprek met het woord
79
01
Zondag 18 augustus
De wil van God en zijn Woord Alle oprechte spiritualiteit is gericht op het kennen van God en het doen van zijn wil (Johannes 17:3, Hebreeën 10:7). Elke zogenaamde ‘opwekking’ die zich richt op het ervaren in plaats van op een zich toewijden om Gods Woord te gehoorzamen, schiet haar doel volledig voorbij. De heilige Geest zal ons nooit leiden naar waar Gods Woord niet heen wijst. De heilige Geest leidt ons naar het Woord van God (2 Timoteüs 3:15,16). Het Woord van God is het fundament en kloppend hart van elke oprechte opwekking.
02 03 04
Wat laten de volgende gedeelten uit Psalm 119 zien over opwekking en Gods Woord? Schrijf alle geestelijke eigenschappen op die Gods Woord ontwikkelt in ons leven. Zie Psalm 119:25,28,49,50, 67,81,105,116,130,154. Wat betekenen deze beloften in praktische zin voor onze ervaring met de Heer?
05 06
In Jezus toespraak over het brood des levens legde hij uit wat de essentie was van elke opwekking en het fundament voor al het geestelijke leven. Hij verklaarde: ‘De Geest maakt levend, en het lichaam dient tot niets. Wat ik gezegd heb is geest en leven’(Johannes 6:63). Wat Jezus hier zegt is extreem belangrijk. De heilige Geest die de bron is van elke geestelijke opwekking, spreekt door Gods Woord teneinde een ieder die het in een geloof aanneemt een dieper geestelijk leven te schenken. Opwekking vindt plaats wanneer de heilige Geest de woorden van Jezus in onze harten prent. Dit is de reden waarom de Heiland zei: ‘De mens leeft niet van brood alleen, maar van ieder woord dat klinkt uit de mond van God’ (Matteüs 4:4).
07 08 09
‘De grote godsdienstige opwekkingsbewegingen van de toekomst zullen ongeveer dezelfde kenmerken hebben als vele van de opwekkingsbewegingen van de laatste vijftig jaar: de gevoelens worden opgezweept, waarheid en dwaling worden door elkaar gehaald, zodat velen worden misleid. Toch hoeft niemand te worden bedrogen. Aan de hand van Gods Woord kan men makkelijk de aard van deze bewegingen nagaan. Zodra de mensen de Bijbel verwerpen en de duidelijke uitspraken die de mens toetsen en zelfverloochening en verzaking van de wereld vereisen de rug toekeren, mogen wij er zeker van zijn dat Gods zegen er niet op rust.’ Ellen G. White, De Grote Strijd, bladzijde 431.
10 11 12
De essentie van een ware opwekking is het ontdekken van Gods wil zoals die zich openbaart in zijn Woord. Jezus leidde een leven dat vervuld was met de heilige Geest. Vanaf zijn geboorte tot aan zijn dood werd hij geleid en bekrachtigd door de heilige Geest.
13 80
dialoog in gesprek met het woord
Maandag 19 augustus
01
Gods liefde en zijn wet Bij opwekking draait het allemaal om het kennen van Jezus. Het is een wederopstanding van de geestelijke vermogens van de ziel. Het is een persoonlijke en levendige ervaring met de Heiland. Jezus kennen- hem werkelijk kennen als een vriend- is de essentie van elke opwekking. Vanuit de diepte van zijn persoonlijke ervaring met Jezus, was het de wens van de apostel Paulus voor de Efeziërs dat zij ‘ja de liefde van Christus kennen die alle kennis te boven gaat, opdat u zult volstromen met Gods volkomenheid’(Efeziërs 3:19). Dit staat in tegenstelling tot de gelijkenis van de tien maagden, waarvan er vijf de uiterlijke vorm van godsvrucht en godsdienst hadden, maar die geen intieme ervaring met Christus kenden. Toen hij sprak over hun grootste behoefte zei Jezus: ‘Ik ken jullie werkelijk niet’(Matteüs 25:12). Het kennen van God leidt altijd tot gehoorzaamheid. De wet van God laat de liefde van de Vader zien. Een diepere relatie met Christus leidt tot een groter verlangen om Christus te behagen. Gehoorzaamheid is de vrucht van de liefde. Hoe meer we van hem houden, des te meer verlangen wij ernaar om hem te gehoorzamen. Elke zogenaamde opwekking die niet de nadruk legt op berouw voor de keren dat wij met opzet zijn wet hebben verbroken is verdacht. Religieuze opwinding kan een tijdelijk geestelijk hoogtepunt veroorzaken, maar er komt geen blijvende verandering op geestelijk gebied. Wat zijn voor de apostel Johannes bewijzen van het feit dat men God werkelijk kent? Lees 1 Johannes 2:3-6; 4:7,8,20,21.
02 03 04 05 06 07 08 09
In deze tekstgedeelten noemt Johannes twee belangrijke punten. Ten eerste leidt het kennen van God tot het houden van zijn geboden. Ten tweede leidt houden van God tot het liefhebben van de naaste. Johannes is hier duidelijk over. Oprechte spiritualiteit resulteert in een veranderd leven. Het hart van opwekking is niet een warm gevoel van het dichtbij Jezus zijn. Het gaat om een veranderd leven dat gevuld is met de blijdschap van het dienen van Jezus. Gods grote doel in alle opwekkingen is om ons dichter tot hem te trekken, om onze overgave aan zijn doel voor ons leven te verdiepen, en ons vrij te maken voor getuigenis en dienstbaarheid voor zijn zaak. Hoe bent u in uw eigen persoonlijke relaties? Wat vertellen deze relaties u over uw wandel met de Heer? Op welke manieren zou u vooruitgang kunnen boeken in zowel de relatie met God als die met anderen?
dialoog in gesprek met het woord
81
10 11 12 13
01
Dinsdag 20 augustus
Formalisme, fanatisme en geloof Eén van de uitdagingen van een ware opwekking is het doorbreken van de ijzige bovenlaag van koud formalisme, terwijl tegelijkertijd de vurige vlammen van fanatisme vermeden moeten worden. Formalisme zit muurvast opgesloten in de huidige staat van dingen. Het neemt genoegen met de uiterlijke vormen van godsdienst, maar het ontkent de levende waarheid van het geloof. Fanatisme heeft de neiging om extreem te worden. Het dwaalt af van de geestelijke raaklijnen en verliest het contact met de werkelijkheid. Het heeft de neiging om uit balans te raken, waarbij de nadruk ligt op een enkel aspect van het geloof en alle anderen genegeerd worden. Fanatisme is vaak egocentrisch en veroordeelt de andere. De apostel Paulus verlangde ernaar dat de christelijke gemeente ‘... geen onmondige kinderen meer zijn die stuurloos ronddobberen en met elke wind meewaaien, met wat er maar verkondigd wordt door mensen die tot alles in staat zijn wanneer ze anderen listig en doortrapt op een dwaalspoor willen brengen’ (Efeziërs 4:14).
02 03 04 05
Wat leren wij over koud formalisme wanneer Jezus de farizeeën veroordeelt? Matteüs 23:27, 28; Lucas 11:39,40; Marcus 7:5-9.
06 07
Wat leren wij over diegenen die dachten dat tekenen en wonderen bewezen dat zij trouwe volgelingen van Jezus waren? Matteüs 7:21-23.
08 Het ware idee dat aan beide ervaringen ten grondslag ligt is de toewijding van het hart. Tekenen en wonderen kunnen nooit de plaats innemen van een authentiek bijbels geloof. Zij zijn niet een vervanging voor het overgeven van onze wil en het Woord van God. De essentie van een ware opwekking is een geloof dat zo diep is dat het leidt tot een gehoorzaam leven, toegewijd aan God om zijn wil te doen. Een opwekking die gebaseerd is op de Bijbel weerspiegelt de woorden van Johannes: ‘want ieder die uit God geboren is, overwint de wereld. En de overwinning op de wereld hebben wij behaald met ons geloof’(1 Johannes 5:4).
09 10 11 12
‘Welk geloof kan de wereld overwinnen? Het is dat geloof, wat Christus tot uw persoonlijke Verlosser maakt-het geloof dat, ziende op uw eigen hopeloosheid, uw volslagen onmogelijkheid om uzelf te redden, de hand grijpt van de Helper die machtig is om te redden, als de enige hoop.‘ – Ellen G. White, Reflecting Christ, bladzijde 21.
13
Naar welke kant neigt u: naar formalisme en traditie, of meer naar ervaring en opwinding? Als u misschien te veel naar een bepaalde richting neigt, hoe kunt u dan het juiste evenwicht vinden?
82
dialoog in gesprek met het woord
Woensdag 21 augustus
01
Zielenzorg en wonderen Valse opwekkingen leggen vaak de grootste nadruk op wonderen. Ware opwekking richt zich op zielenzorg. Valse opwekkingen focussen op spectaculaire tekenen en wonderen; oprechte opwekkingen erkennen dat het grootste wonder een veranderd leven is. De wonderbaarlijke genezingen van Jezus getuigden van het feit dat hij de Messias was. Als onze meevoelende Verlosser, was het de zorg van onze Heiland om het menselijke lijden te verlichten. Maar hij was nog meer begaan met de verlossing van iedereen die hij aanraakte met zijn genezende genade. Het doel van Jezus’ verlossend werk was om de verloren mensheid ‘te zoeken en te redden’(Lucas 19:10). In zijn gesprek met de godsdienstige leiders over zijn genezing van de verlamde verklaarde Jezus: ‘Ik zal u laten zien dat de Mensenzoon volmacht heeft om op aarde zonden te vergeven. Toen zei hij tegen de verlamde: ‘Sta op, pak uw bed op en ga naar huis’(Matteüs 9:6). Het antwoord van de menigte op dit wonder was dat zij God de eer gaven (Matteüs 9:8). Wonderen waren een uiting van Jezus’ verlossend werk, maar zij waren niet de belangrijkste reden waarom hij naar de aarde kwam. Wat kunnen we leren uit deze teksten over hoe de mensen misleid kunnen worden in de laatste dagen? Lees 2 Tessalonicenzen 2:9-12; Matteüs 24:11-13; Openbaring 19:20.
02 03 04 05 06 07 08 09
Deze mensen worden misleid door valse wonderen omdat zij niet de liefde voor de waarheid hebben opgevat. Wanneer de liefde voor het spektakel belangrijker is dan het verlangen naar een nieuw leven in Christus wordt de geest vatbaar voor misleiding. De gelijkenis van de rijke man en de arme Lazarus besluit Jezus met deze wijze woorden ‘maar Abraham zei: ‘als zij niet naar Mozes en de profeten luisteren, zullen zij zich ook niet laten overtuigen als er iemand uit de dood opstaat’ (Lucas 16:31). Met andere woorden: spectaculaire tekenen en wonderbaarlijke gebeurtenissen kunnen nooit de plaats innemen van het begrijpen en opvolgen van Gods Woord. Gehoorzaamheid aan God komt op de eerste plaats; tekenen en wonderen, als en wanneer zij plaatsvinden, komen altijd op de tweede plaats. Wat voor wonderen heeft uw ervaren in uw eigen leven, in uw eigen wandel met de Heer? Wat heeft u hiervan geleerd? Hoe belangrijk zijn ze voor uw geloof?
dialoog in gesprek met het woord
83
10 11 12 13
01
Donderdag 22 augustus
Geestelijke vruchten en gaven Wat zijn een paar van de belangrijkste redenen waarom God de gaven van zijn heilige Geest schenkt aan zijn kerk? 1 Korintiërs 12:4-7, Romeinen 12:4-8, Efeziërs 4:11-16.
02 03 04
De gaven van de heilige Geest kunnen in twee grote categorieën verdeeld worden: sommige gaven zijn kwaliteiten, andere uitgaven zijn een roeping. Bijvoorbeeld, de gaven van behulpzaamheid, gastvrijheid, bemoediging en onderwijs zijn kwaliteiten die God toekent aan individuele gelovigen (Romeinen 12:6-8). De gaven van de apostelen, profeten, evangelisten, en predikanten/ leraren zijn roepingen die geschonken worden aan individuele gelovigen (Efeziërs 4:11,12). Beide categorieën dienen een zelfde doel. Ze worden door de heilige Geest toegekend om het geestelijke leven van de kerk te versterken en haar toe te rusten voor haar zendingsopdracht. Geestelijke gaven zijn niet een doel op zich. Ze zijn geschonken door God ten bate van zijn gemeente.
05 06
Wat bedoelt de apostel Paulus wanneer hij de uitdrukking gebruikt ‘laat u leiden door de Geest’ in Galaten 5:16? Lees ook Galaten 5:22-25 en maak een lijstje van elke vrucht die voortkomt uit de leiding door de Geest. Zie ook Johannes 15:1-7.
07 08 09
Elke zogenaamde opwekking die weinig belang stelt in de vruchten van de Geest, maar geobsedeerd wordt door het bezitten van de gaven van de Geest is gevaarlijk. Als God de gaven van zijn Geest overvloedig schenkt aan gelovigen die niet de vruchten van de Geest in hun leven laten zien, zou de kerk het centrum worden van een egoïstisch exhibitionisme. Als God de krachten van de hemel inzet daar waar de geestelijke krachtlijnen rafelig worden, zou dat rampzalige gevolgen hebben. Wees voorzichtig in uw benadering van bewegingen die de nadruk leggen op de gaven en de kracht van de heilige Geest. Leg in plaats daarvan de nadruk op gehoorzaamheid aan Gods wil en een veranderd leven dat de vruchten van de Geest laat zien.
10 11 12
Wat zegt u tegen iemand die naar zijn/haar ervaring een bovennatuurlijke manifestatie van God heeft meegemaakt? Hoe kunt u hem of haar helpen om te weten of het waarlijk van God kwam of van de andere zijde? Hoe helpt ons begrip van de realiteit van de grote strijd ons als wij proberen om te begrijpen wie of wat er achter die wonderen schuil kan gaan?
13 84
dialoog in gesprek met het woord
Vrijdag 23 augustus
01
Verdere studie ‘De belofte van de Geest wordt niet naar waarde geschat zoals dat het geval had moeten zijn. De vervulling wordt niet gerealiseerd, zoals dat had kunnen gebeuren. De afwezigheid van de Geest maakt het evangeliewerk zo krachteloos. Studie, talenten, welsprekendheid, alle natuurlijke en aangeleerde gaven mag men bezitten, maar zonder de tegenwoordigheid van de heilige Geest zal geen hart worden bewogen en geen zondaar voor Christus worden gewonnen. Anderzijds, wanneer zij met Christus zijn verbonden, als zij de gaven van de Geest bezitten, zullen de armsten en eenvoudigsten van zijn discipelen een kracht bezitten die zijn invloed op de harten doet gelden. God maakt hen het middel waardoor de grootste invloed in het universum kan werken.’ Ellen G. White, Lessen uit het leven van alledag, bladzijde 199. ‘De ernstige waarschuwingen van de apostel waren niet tevergeefs. De Geest werkte met grote kracht, en velen wier voet had gewandeld op vreemde wegen, keerden tot hun eerste geloof in het evangelie terug. Voortaan bleven zij standvastig in de vrijheid waarmee Christus hen had vrijgemaakt. In hun leven openbaarden zich de vruchten van de Geest- ‘liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing’. Gods naam werd verheerlijkt, en velen uit die gehele streek werden aan het getal der gelovigen toegevoegd.’ Ellen G. White, Van Jeruzalem tot Rome, bladzijde 284.
02 03 04 05 06 07 08
Gespreksvragen 1 Bespreek met elkaar het verschil tussen koud formalisme en ongebreideld fanatisme. Of beantwoord de vraag: zijn die twee altijd in tegenstelling met elkaar? Ik bedoel, kan een gemeente fanatiek zijn en kil en formeel tegelijkertijd? Zo ja, hoe zou dat zichtbaar kunnen zijn? Waarom zou één van deze extreme houdingen, of beide, funest zijn voor hervorming en opwekking? En hoe is het met uw lokale gemeente gesteld? Waar staat zij wat betreft deze vraag? Hoe zou u kunnen helpen om de goede balans te vinden? Welk bewijs, indien mogelijk, kunnen wij zien van valse opwekkingen die plaatsvinden in de 2 wereld? Hoe kunnen wij weten dat deze niet echt zijn? Aan de andere kant, zou het verkeerd zijn om te geloven dat God aan het werk is met een opwekking voor hen die, hoewel zij van de Heer houden, niet weten van de dingen die wij weten?
3 Bespreek in uw groep uw antwoord op de vraag van donderdag met betrekking tot iemand die denkt dat hij of zij een bovennatuurlijke ervaring met God heeft gehad. Wat kunt u leren uit elkaars antwoorden?
dialoog in gesprek met het woord
85
09 10 11 12 13
supplement Luisteren naar de bijbeltekst
01
3 IJsbrekervraag
02
3 Benadering
04 05 06 07 08 09 10 11 12
Matteüs 7:15-23
03
Iemand claimt een visioen te hebben gekregen. Hoe reageert u?
13 86
Matteüs situeert Jezus’ magistrale redevoering op een berg (zie Matteüs 5:1). Hij verwijst hiermee naar de wetgeving op de berg Sinaï in het Oude Testament. Met deze rede over de ethiek en de moraal geeft Matteüs Jezus niet alleen de absolute macht, maar gebruikt hij het ook als bewijs dat Jezus de ware zoon van God is.
3 Studie • Welke verandering(en) kunnen we in de tekst ontdekken? • Wat is een profeet? • Hoe zou u een ‘valse profeet’ omschrijven op basis van hetgeen er in de voorafgaande verzen wordt geschreven? • De misleider kiest vaak een bepaalde tactiek. Wat is de tactiek van de valse profeten? • Waarom doen zij dit op deze manier? • Stel dat wij valse profeten zouden zijn. Wat zou onze tactiek dan zijn? • Welk onfeilbaar middel geeft Jezus ons, zodat wij ons niet laten misleiden? • Op welke manier helpt deze raad ons om ons niet te gedragen als valse profeten? • Direct hierop volgend legt Jezus uit hoe en waarom bepaalde mensen het koninkrijk der hemelen niet zullen binnengaan. Welke reden geeft Jezus hiervoor? Is er een overeenkomst met de manier waarop wij ons geloof beleven, als individu en/of als gemeente/kerk? • Laten we de tekst eens omdraaien: Wat zou het criterium kunnen zijn om wèl toegang te krijgen tot Gods koninkrijk? • Wat is de wens van God die in de hemelen is? • Veel mensen claimen dat zij wel degelijk recht zouden hebben om het koninkrijk binnen te mogen gaan. Welk argument gebruiken zij? • Wat is uiteindelijk het enige criterium waarop Jezus de mensen beoordeelt?
3 Toepassing • Wat is het resultaat van mijn manier van leven? • Wat is mijn Godsbeeld? Waarop baseer ik mijn overtuigingen en mijn handelen? Jezus heeft ons voorgeleefd hoe je in alle oprechtheid en bescheidenheid de naaste kan liefhebben. Hoe kan ik dit voorbeeld in mijn eigen leven navolgen, zodat het mij verandert en mij tot een vriendelijk en welwillend mens maakt? • Op welke manier beleef en ervaar ik mijn geloof? Welke elementen komen hierin voor? Vurige woorden en zichtbare daden? Een gevoel van onmacht omdat het steeds weer niet lukt om het goede te doen? Een voortdurende behoefte om vergeving te vragen? Daden van naastenliefde? • Waar ligt de oorsprong van mijn daden van naastenliefde? Wie doet ze? Welke effecten hebben deze daden op mij? En op mijn medemens?
dialoog in gesprek met het woord
supplement Luisteren naar de bijbeltekst
01
3 Overdenking God is de enige bron van goed en van leven. Hij laat zien wat goed is. Zijn daden zijn goed en hij laat het goede ontstaan. Hij regeert over hen die hun harten voor hem hebben opengesteld en zich door hem hebben laten veranderen. Over hen die geen behoefte hebben aan een spectaculair geloofsleven of een façade, maar die altijd proberen om hem te verheerlijken en zijn wil te doen. Laten we bidden dat Gods liefde ons er altijd toe zal bewegen om hem de eer te geven die hem toekomt!
02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13
dialoog in gesprek met het woord
87
supplement Luisteren naar de bijbeltekst
01
3 extra gespreksvragen Citaat maandag: ‘Jezus kennen- hem werkelijk kennen als een vriend- is de essentie van elke opwekking’. Hoe goed ken jij Jezus? Wie was hij, wat was zijn doel in het leven? Wat waren zijn wensen t.a.v. de mensen?
02
1. Ten eerste leidt het kennen van God tot het houden van zijn geboden. 2. Ten tweede leidt houden van God tot het liefhebben van de naaste. • Kan jij met deze twee punten uit de voeten? • Wat vind je lastig hieraan? • Waar kan je wel wat hulp bij gebruiken?
03 04
Helpen tekenen en wonderen jou om te geloven? In de praktijk blijkt het vaak dat ze niet leiden tot een blijvende opwekking. Op welke manier kunnen ze jou wel helpen dichter tot God te komen?
05
Ben jij het met de schrijver eens dat ‘opwekking’ beveiligd moet worden? Waarom? Wat zijn de gevaren?
06 07 08 09 10 11 12 13 88
dialoog in gesprek met het woord
25 - 31 augustus Lezen 2 Kronieken 20:17-20; 1 Korintiërs 6:19,20; Openbaring 2:1-6; Romeinen 1:16,17; Openbaring 14:6,7,12. Kerntekst ‘Hij die heiligt en zij die geheiligd worden hebben een en dezelfde oorsprong, en daarom schaamt hij zich er niet voor hen zijn broeders en zusters te noemen’ (Hebreeën 2:11).
9
Hervorming: het gevolg van opwekking Opwekking is een voortdurend proces. Elke dag nodigt onze Here ons uit om te komen in de blijdschap van zijn aanwezigheid. Net zoals Israël werd gevoed door het manna dat uit de hemel viel, verspreid Jezus elke dag een geestelijk banket aan voedsel voor ons. Dagelijks worden onze zielen gevoed, onze geest verfrist, en onze harten opgewekt wanneer wij rustig neerknielen voor zijn troon en zijn Woord overdenken. Ware geestelijke vernieuwing leidt tot een verandering in ons gedachtenpatroon, onze gewoonten, en levensstijl; dat is wat wij een ‘hervorming’noemen.
‘G
eliefde broeders en zusters: u weet van tevoren wat er gaat komen. Wees daarom op uw hoede en laat u niet meeslepen op de dwaalwegen van de wetteloze. Laat uw standvastigheid niet varen, maar groei in de genade en in de kennis van onze Heer en Redder Jezus Christus. Hem komt de eer toe, nu en in eeuwigheid. Amen’(2 Petrus 3:17,18). Het woord hervorming verwijst eenvoudigweg naar dit ‘groeien in de genade’; wij staan de heilige Geest toe om de aspecten van ons leven in overeenstemming te brengen met Gods wil. In die gebieden waar we zijn afgedwaald van gehoorzaamheid, versterkt opwekking ons verlangen om God te behagen. Hervorming leidt ons naar het maken van een uitdagende keuze om alles op te geven wat tussen hem en ons staat.
dialoog in gesprek met het woord
89
01
Zondag 25 augustus
De oproep van de profeet tot hervorming God stuurde vaak zijn profeten om Israël te leiden naar een opwekking. Een hervorming was vaak het resultaat in die tijden van opwekking. Het is belangrijk om op te merken dat zelfs toen Gods volk van hem afdwaalde, zij nog steeds zijn uitverkoren volk waren. Iedere keer opnieuw stuurde hij zijn boodschappers om zijn volk terug te leiden. De voorbeelden van opwekking en hervorming die staan opgetekend in het Oude Testament hebben vaak dezelfde kenmerken. Opwekking en hervorming vonden plaats in het Oude Testament wanneer er een vernieuwde toewijding van het hart was om Gods wil te gehoorzamen. Toen er in Israël geen koning was en ‘iedereen deed wat in zijn eigen ogen goed was ‘(Rechters 21:25), trok God zijn zegen terug en het volk Israël onderging rampspoed en werd verslagen. Bij een gebeurtenis, toen Gods volk een van haar grootste uitdagingen aanging-een veldslag met de Amonnieten en de Moabieten-toonde koning Josafat opmerkelijk geestelijk leiderschap. Door de hele crisis heen probeerde de koning om de ogen van heel Israël gericht te houden op de kracht van God (2 Kronieken 20:12). De koning erkende dat het kritieke punt voor opwekking en hervorming was aangebroken. Welke oprechte raadgevingen gaf hij aan zijn volk? Welk geestelijk patroon ontdekken we hier voor opwekking en hervorming?
02 03 04 05 06
Lees 2 Kronieken 20:1-20 en vat de instructies van de koning aan het volk Juda samen.
07 08 09
‘God was de kracht van Juda in deze crisis en hij is de kracht voor zijn volk vandaag. Wij moeten niet op prinsen vertrouwen of mensen in de plaats van God stellen. We moeten onthouden dat menselijke wezens feilbaar zijn en zich kunnen vergissen, en dat hij die alle macht heeft onze veilige toren van kracht is. Bij elk noodgeval moeten we voelen dat hij voor ons zal strijden. Zijn hulpbronnen zijn eindeloos, en schijnbare onmogelijkheden zullen onze overwinning alleen maar groter maken.’ Ellen G. White, Conflict and Courage, bladzijde 217.
10 11 12
De ervaring van koning Josafat toont de essentie van opwekking en hervorming. Hij leidde Israël naar een gezamenlijke tijd van vasten, gebed, vertrouwen en gehoorzamen aan God.
13
Hoe kunt u leren om in tijden van stress en uitdagingen de geestelijke principes toe te passen die hier worden genoemd? Wat is de enige manier om waarlijk ons geloof te beoefenen?
90
dialoog in gesprek met het woord
Maandag 26 augustus
01
De oproep van Paulus voor hervorming In zijn brief aan de Korintiërs uit de apostel Paulus zijn grote bezorgdheid voor hun geestelijke toestand. Veel gemeenteleden waren afgedwaald van Gods ideaal. De situatie was ernstig, zo heerste er een seksuele losbandigheid die, volgens Paulus, zelfs onder de heidenen ongehoord was (1 Korintiërs 5:1). Een groot aantal problemen dienden zich aan die Paulus moest aansnijden. Met het oog op deze achtergrond is het niet moeilijk te begrijpen waarom de gemeente in Korinte een opwekking en hervorming dringend nodig had. Welke raad gaf Paulus aan de Korintiërs met betrekking tot hun geestelijke leven? Wat is de hoofdgedachte in de volgende teksten? 1 Korintiërs 6:19,20 ; 9:24-27; 13:13; 15:1,2,27,28.
02 03 04 05 06
De apostel Paulus drong er bij hen op aan om standvastig vast te houden aan hun geloof en als belangrijkste doel in hun leven God de eer te geven. Hij verzekerde de Korintiërs van zijn liefde en hij bevestigde dat de macht van God groter was dan welke verleiding dan ook die zij het hoofd moesten bieden (1 Korintiërs 10:13).
07 08
Hoe reageerde de kerk van Korinte op Paulus’ adviezen? 2 Korintiërs 7:8-12.
09 Paulus was dolgelukkig en blij met de reactie van de Korintiërs. Hoewel hij nog steeds enige zorgen had schreef hij: ‘het verheugt me dat ik in alles op u kan vertrouwen ‘(2 Korintiërs 7:16). Wat een verandering! In zijn eerste brief aan de Korintiërs vermaande Paulus hen en betitelde hen als ‘aanhangers van het vlees’. In zijn tweede brief drukt hij zijn volledige vertrouwen uit in hun nieuwe ervaring met God. De heilige Geest zorgde voor een geestelijke opwekking bij de Korintiërs. Deze opwekking bracht een logische hervorming met zich mee. Hervorming leidt tot een verandering in de gewoontes, levens en relaties. De Korintiërs moesten nog steeds een aantal uitdagingen overwinnen. Ze hadden hun deel in zorgen en beproevingen, maar ze maakten belangrijke stappen voorwaarts in hun christelijk geloof. Opwekking en hervorming zijn niet een soort wondermiddel voor al onze geestelijke problemen. Ze zijn onderdeel van een voortdurende geloofsreis.
dialoog in gesprek met het woord
91
10 11 12 13
01
Dinsdag 27 augustus
De oproep in Openbaring voor hervorming De zeven gemeenten die worden beschreven in Openbaring 2 en 3 vertegenwoordigen de christelijke kerk door de eeuwen heen. Dit is een gezichtspunt die door veel bijbelgeleerden door de eeuwen heen gehanteerd is. Bijbelverklaarders van onze kerk hebben in de loop van de geschiedenis dit standpunt ook ingenomen. De engel geeft opdracht aan Johannes: ‘Schrijf daarom op wat je gezien hebt, wat nu is en wat hierna zal gebeuren’ (Openbaring 1:19). De visie over de zeven gemeenten heeft betrekking op het verleden, het heden en de toekomst. Het biedt een verslag van de successen van Gods kerk, maar ook van haar falen. Het deelt met ons de overwinningen en ook de nederlagen. Alhoewel de zeven gemeenten een historische reeks van het christelijke geloof door de eeuwen heen kunnen vertegenwoordigen, zijn er ook belangrijke lessen te vinden in elk van deze gemeenten voor Gods volk vandaag. Efeze bijvoorbeeld, biedt een opvallende illustratie van de oproep voor opwekking en hervorming die vanuit de hemel komt.
02 03 04 05
Lees Openbaring 2:1-6. Wat zijn de goeie dingen aan deze gemeente? Maar wat zijn hier ook de problemen?
06 07 08
Efeze, hier, komt overeen met de kerk van het Nieuwe Testament vanaf ongeveer 31 tot ongeveer 100 na Chr. Deze vroege christenen waren vol ijver voor hun geloof. Zij werkten onophoudelijk voor de verspreiding van het evangelie. De discipelen waren ijverig bezig om de reinheid in leerstellingen van de kerk te bewaren. Ze duldden geen ketterijen en waren vurige verdedigers van de waarheid.
09 10
12
Maar naarmate de tijd verstreek begonnen de gemeenteleden hun ‘eerste liefde’ te verliezen. Aanbidding maakte plaats voor verplichting. Het doen van Jezus’ werk op aarde werd belangrijker dan hun relatie met hem. Geleidelijk aan en bijna onmerkbaar begonnen hun ervaringen met Jezus weg te glijden. Ze waren hard bezig met het verdedigen van het geloof, maar iets vitaals ontbrak in hun eigen geestelijke ervaring. Er was een groot gebrek aan liefde voor Jezus en liefde voor elkaar.
13
Hoe was het toen u voor de eerste keer in aanraking kwam met Jezus? Hoe kunt u die ‘eerste liefde’ nog steeds in stand houden? Waarom is het belangrijk dat u dit doet? Welke dingen dreigen u af te dwalen van die liefde?
11
92
dialoog in gesprek met het woord
Woensdag 28 augustus
01
De oproep van Luther voor hervorming Wanneer we denken aan het woord hervorming, wordt onze geest natuurlijk getrokken tot de protestantse hervorming en Maarten Luther. Tot op dat moment zat het westerse christendom grotendeels opgesloten in traditie. De grondbeginselen van de kerk overschaduwden de leer van Jezus. Men citeerde vaker de traditie in plaats van de heilige Schrift. Het geloof van talloze mensen werd gedomineerd door angst. Zij hadden weinig tot geen enkele verzekering dat zij verlost waren. In de war gebracht en het spoor bijster, worstelden zijn met het geloof dat God er werkelijk naar verlangde hen te redden. Het was op dit cruciale moment in de religieuze geschiedenis dat God Maarten Luther, en vele anderen, riep om zijn volk naar een grondige hervorming te leiden. Luther zelf had jarenlang geworsteld met de schuldenlast van zijn eigen zonde totdat het licht van het evangelie in zijn leven doorbrak. Lees de volgende tekstgedeelten uit de brief aan de Romeinen. Waarom maakten deze verzen zo’n krachtige indruk op het leven van Luther? Waarom zijn ze zo belangrijk om ons te leiden naar een opwekking van het geloof en hervorming? Romeinen 1:16,17; 3:21-25; 5:6-11; 8:1-4.
02 03 04 05 06 07
‘Zondaars kunnen alleen door God gerechtvaardigd worden wanneer hij hun zonden vergeeft, de straf wegneemt die zij verdienen, en hen behandelt alsof zij werkelijk rechtvaardig zijn en niet hebben gezondigd. Hij schenkt hen zijn goddelijke genade en behandelt hen alsof zij rechtvaardig waren. Ze worden enkel gerechtvaardigd door de toegekende rechtvaardigheid van Christus. De vader aanvaardt de zoon, en door het verzoenend offer van zijn zoon aanvaardt hij ook de zondaar.’ Ellen G. White, Selected Messages, deel 3, bladzijde 194. Het begrijpen van genade verandert het leven. Het is de pure essentie van het christendom. Gods rijke onverdiende genade is de hoeksteen van ons geloof. Door het leven, de dood, opstanding en priesterlijk werk van Jezus wordt de gave van eeuwig leven aan ons geschonken. Als wij het in geloof aannemen hebben wij de verzekering dat wij gered worden. Opwekking heeft elke dag weer te maken met het waarderen van de gift van genade. Er is niets dat ons geestelijk meer kan bemoedigen dan de dagelijkse blijdschap om de goedheid en de genade van God. Hervorming is feitelijk het uitdragen en voorleven van die genade in alles wat we doen. Denk nog even na over de grote hoop dat verlossing rust in wat Christus voor u heeft gedaan. Waarom moet die waarheid het fundament zijn van elke opwekking en hervorming in uw leven?
dialoog in gesprek met het woord
93
08 09 10 11 12 13
01
Donderdag 29 augustus
Een oproep voor hervorming in de eindtijd De Kerk van de Zevende-dags Adventisten is een hervormingsbeweging. Zij werd door God opgericht om bijbelse waarheden die vele eeuwen geleden uit het oog waren verloren opnieuw te herstellen. Hoewel de heilige Geest krachtig had gewerkt door de hervormers waren er nog steeds vitale waarheden die zij niet volledig begrepen. God had nog meer waarheden die hij aan zijn volk wilde onthullen.
02 03
God is niet geïnteresseerd als wij de waarheid alleen maar willen begrijpen om onze geest te vullen met nog meer godsdienstige kennis. Bijbelse waarheden zijn de ramen die een blik tonen in zijn diepste hart. Zij onthullen iets over zijn karakter. Hoe helderder wij de waarheden van zijn Woord begrijpen, des te vollediger wij de diepte van zijn liefde zullen begrijpen. Valse leerstellingen tasten zijn karakter aan. De waarheid ontmaskert de leugens van de duivel en laat zien wie hij werkelijk is (neem bijvoorbeeld de eeuwig durende pijn in de hel als een helder voorbeeld van wat in satans hart schuilgaat).
04 05 06
Vanaf het begin van de grote strijd in de hemel heeft satan geprobeerd het karakter van God verkeerd weer te geven. Hij heeft gelogen over Gods bedoelingen voor zijn schepsels. Maar Jezus, in het leven dat hij leidde, in de waarheden die hij onderwees, en in de dood die hij stierf, heeft laten zien hoe zijn hemelse Vader in werkelijkheid was.
07
Lees Gods boodschap van hervorming en opwekking voor de eindtijd (Openbaring 14:6,7,12). Lees zorgvuldig wat hier gezegd wordt. Wat leren deze verzen ons over Gods karakter?
08 09
Gods boodschap voor de eindtijd is een ‘eeuwig evangelie’, een oproep om Gods wil te gehoorzamen in het licht van het uur van zijn oordeel. Het oordeel laat Gods rechtvaardigheid en genade aan het hele universum zien. In een tijd waarin men in de evolutie gelooft roept Jezus’ boodschap van hervorming zijn volk op om de Schepper te aanbidden op de ware bijbelse sabbat. De sabbat is een verbazingwekkende berisping van de dwaling van de Darwiniaanse evolutie, alsmede een correctie van het harde en gewelddadig beeld dat de evolutie van God schept.
10 11 12
Wat betekent het dat het hele fundament van deze boodschappen een ‘eeuwig evangelie’ is? Hoe kunt u dagelijks de verzekering hebben dat deze evangelieboodschap voor u bestemd is, wat uw fouten ook mogen zijn? Waarom is het zo belangrijk dat u dagelijks aanspraak maakt op de boodschap van het evangelie voor uzelf?
13 94
dialoog in gesprek met het woord
Vrijdag 30 augustus
01
Verdere studie ‘Een opwekking en hervorming moeten plaatsvinden onder de leiding van de heilige Geest. Opwekking en hervorming zijn twee verschillende zaken. Opwekking betekent een vernieuwing van het geestelijk leven, een loutering van de krachten van onze geest en hart, een wederopstanding uit de geestelijke dood. Hervorming betekent een reorganisatie, een verandering in ideeën en theorieën, gewoonten en praktijken. Hervorming zal niet de goede vrucht van rechtvaardigheid voortbrengen, tenzij die is verbonden aan een vernieuwing door de Geest. Opwekking en hervorming moeten hun toegekende taak uitvoeren en, in het uitvoeren daarvan moeten zij samen gaan.’ Ellen G. White, The Advent Review and Herald, 25 februari 1902. ‘Het is een feit dat zij die in hun geestelijk leven meer uit berekening dan op grond van principes handelen de wereld met hart en ziel dienen. Wij moeten het goede kiezen omdat het goed is en de gevolgen aan God overlaten. De wereld dankt haar hervormingen aan beginselvaste, gelovige en moedige mensen. Door zulke mensen moet de hervorming in onze tijd worden verwezenlijkt.’ Ellen G. White, De Grote Strijd, bladzijde 426.
02 03 04 05 06 07 08 09
Gespreksvragen 1 In de oproep om opwekking en hervorming, wat moet op de eerste plaats komen, opwekking of hervorming en waarom?
10
Waarom zijn opwekking en hervorming boven alles zaken die het hart aan gaan? Waarom 2 moeten wij individueel beginnen, waarbij een ieder van ons een bewuste keuze maakt om onze wandel met de Heer te vernieuwen, om dichter bij hem te leven, en om oprechter dan ooit zijn wil proberen te doen? Wat is het gevaar van wachten op de persoon naast u in de kerkbank om dit te doen, of te wachten op de predikant om dit op te starten? Waarom moet u, uzelf, op dit moment de keuze maken om u volledig aan de Heer over te geven zodat hij in u kan werken?
11 12
Niets kan de oproep tot opwekking en hervorming meer doden dan een harde en vooroorde3 lende houding jegens hen wiens leven niet voldoet aan de normen en waarden waarvan wij vinden dat zij dat wel moeten doen. Hoe kunnen wij die gevaarlijke valkuilen vermijden terwijl we op op hetzelfde moment pal staan voor de waarheden die ons zijn toevertrouwd?
dialoog in gesprek met het woord
95
13
supplement Luisteren naar de bijbeltekst
01
03 04 05 06 07 08 09 10 11 12
Openbaring 2:1-6
02
3 IJsbrekervraag
13 96
Waarom nemen ouders gewoonlijk de beslissingen voor hun kinderen wanneer deze nog jong zijn?
3 Benadering De tekst van vandaag is één van de zeven brieven aan de gemeentes uit het boek Openbaring van Johannes. Ondanks dat de brief expliciet aan één specifieke gemeente in Klein-Azië is gericht, is deze brief waarschijnlijk ook in andere gemeentes gelezen. De brief beschrijft in beeldende taal de situatie waarin de christelijke kerk zich aan het einde van de 1e eeuw bevond. Maar we kunnen deze brief ook lezen als een boodschap voor onze eigen gemeenten of ons persoonlijk.
3 Studie • Hoeveel personages komen er in de tekst voor? Wie zijn zij? • Onderstreep de termen die worden gebruikt om a. d e levenshouding te beschrijven (d.w.z. de manier waarop wordt gedacht en waarop mensen de werkelijkheid ervaren); b. d e manier van handelen van de u-figuur (wat doet hij en op welke manier); Waar plaatst de tekst de grootste vraagtekens bij: bij de daden of bij het karakter? • God geeft drie geboden (vers 5) die precies de vinger op de zere plek leggen. Wat zijn deze geboden? Hoeveel geboden gaan er over de mentaliteit en welke geboden gaan er vooral over het handelen? • Lees vers 4. Wat is het grootste verwijt dat God maakt aan de u-figuur? (Lees ook vers 5 om een beter beeld van deze verwijten te krijgen). 1. Het lijkt erop dat het hier vooral draait om de manier waarop de gelovigen in het leven staan. Hoewel er veel goeds valt te melden over de gemeente, is er kennelijk ook een aantal zaken dat niet door de beugel kan. Daarom worden de daden ook ter discussie gesteld omdat zij voortkomen uit een bepaalde (afkeurenswaardige) levenshouding. 2. De geboden van vers 5 hebben vooral betrekking op de houding ten opzichte van de boosdoeners, de leugenaars en de Nikolaïeten. Kennelijk werd de gemeente overspoeld door hun valse leer. We weten niet precies wie de Nikolaïeten waren, maar uit teksten blijkt dat zij een valse leer verkondigden (zie ook Openbaring 2:14-15), die elementen van de afgodendienst en tempelprostitutie bevatte (zie ook Numeri 31:16).
3 Toepassing • D e gemeente krijgt tot twee maal toe een compliment omdat zij zich niet heeft ingelaten met de valse profeten. Welke plaats heeft de ware leer in ons geloof?
dialoog in gesprek met het woord
supplement Luisteren naar de bijbeltekst
01
• In haar strijd tegen de valse profeten en voor het behoud van een zuivere leer, dreigde de gemeente in Efeze steeds wettischer te worden, meer beschuldigend en hartelozer. Zij had haar aanvankelijke liefdevolle houding verloren (vers 2-3). Hoe kunnen wij deze valkuil vermijden? • God vraagt de gemeente om de zaken weer in evenwicht te brengen en het gebod van de naastenliefde weer op de eerste plaats te zetten. Hij vraagt de gemeente gehoorzaam en vriendelijk te zijn (zonder daarbij de leugenaars een kans te geven), en volhardend en standvastig in de liefde te zijn. Hoe kunnen wij ons geloof met ons dagelijks leven in balans brengen? • In hoeverre kunt u zich vinden in de manier waarop er in de gemeente het geloof wordt beleefd? En op mondiaal niveau? • Wat zou u concreet kunnen doen om de liefde voor de medemens in praktijk te brengen, zonder daarbij Gods geboden tekort te doen? God roept ons op ons geloof nieuw leven in te blazen. Op welke manier kan ik God in mijn leven toelaten, opdat hij mijn leven verandert in een ‘lamp die over de heuvels schijnt’?
02 03 04 05
3 Overdenking
06
Spreek een gebed uit waarin u God vraagt of hij u en alle leden van de gemeente helpt om weer die diepe liefde te hervinden voor de naaste, voor God en voor zijn Woord. Vraag hem of hij u deze week wil helpen een licht voor anderen binnen de gemeente te zijn, een licht dat de duisternis verdrijft.
07 08 09 10 11 12 13
dialoog in gesprek met het woord
97
supplement Luisteren naar de bijbeltekst
01
3 extra gespreksvragen In de Bijbel was het de taak van de profeten om te hervormen. Welke profeet spreekt jou aan? Wie heeft een duidelijke boodschap, ook voor deze tijd?
02
Lees samen de teksten die genoemd worden bij maandag uit 1 en 2 Korintiërs. • Wat kunnen we van hen leren? • Hadden zij eigenschappen die wij ook bezitten? • Wie zou onze Paulus kunnen zijn? Wie zou ons een hart onder de riem kunnen steken?
03 04
Als wij horen over ‘Hervorming’ dan denken we allereerst aan Maarten Luther. Bespreek in de groep wat we over deze persoon weten en over de periode waarin hij leefde. Is zijn leven van betekenis geweest? Welk licht heeft hij ons gegeven?
05
Welk licht, welke hervorming kunnen wij aan onze tijd geven en de mensen om ons heen die leven in duisternis? Begin eens dicht bij jezelf. Van welke betekenis kan jij zijn in je familie, je buurt, stad en werkomgeving?
06 07 08 09 10 11 12 13 98
dialoog in gesprek met het woord
1 - 7 september Lezen 1 Johannes 2:1-9, Filippenzen 2:12-14, Matteüs 26:31-35, Johannes 20:24-29, Lucas 15:11-21, Johannes 5:1-14. Kerntekst ‘Maar de genade die hij schenkt is nog groter. Daarom staat er: ‘God keert zich tegen hoogmoedigen, maar aan nederigen schenkt hij zijn genade. Onderwerp u dus aan God, en verzet u tegen de duivel, dan zal die van u wegvluchten’’ (Jakobus 4:6,7).
10
Hervorming: de bereidheid om te groeien en te veranderen Voordat het Pinksterfeest aanbrak hadden de discipelen belangrijke geestelijke behoeften. Hun begrip van Gods plan was onduidelijk. Ze slaagden er niet in om Jezus’ zending op aarde te begrijpen. Tijdens het Pinksterfeest werden zij aangeraakt door de goddelijke genade, de liefde van Christus brak door in hun harten. Zij ervoeren opwekking en hervorming.
E
en opwekking is eenvoudigweg een herontwaken van diepere geestelijke verlangens. Onze geestelijke behoeften worden intensiever, naarmate onze harten dichter tot God worden getrokken door het werk van de heilige Geest. Een opwekking wil niet zeggen dat wij daarvoor geen ervaringen met Jezus hadden; in feite roept een opwekking ons op tot een diepere en rijkere ervaring. Hervorming roept ons op om te groeien en te veranderen. We worden opgeroepen om de status quo geestelijk te overstijgen. We worden uitgenodigd om ons leven opnieuw te bekijken in het licht van de bijbelse waarden en om de heilige Geest toe te staan ons kracht te geven de noodzakelijke veranderingen aan te brengen in ons leven, om in gehoorzaamheid aan Gods wil te kunnen leven. Deze week zullen wij de levens van de gelovigen in het Nieuwe Testament, die groei en verandering in hun eigen geestelijk leven ervoeren, nader bestuderen.
dialoog in gesprek met het woord
99
01
Zondag 1 september
De genade om te groeien De levens van de discipelen laten een constante geestelijke groei zien in hun wandel met Jezus. Toen Christus zijn discipelen riep, weerspiegelden hun houding en daden zeker niet de lieflijkheid van Jezus’ karakter.
02
Lees Lucas 9:51-56 en Matteüs 20:20-28. Wat laten deze gedeelten zien over hoe Jakobus en Johannes dachten?
03 04 05 06
Jakobus en Johannes hadden ernstige gebreken in hun karakter. Ze waren niet bereid de liefde van Christus aan de wereld te brengen. Ze waren niet toegerust om een boodschap van genade aan anderen te brengen die hun levens nog niet veranderd hadden.
07 08
Ondanks hun ernstige gebreken in karakter, verlangden Jakobus en Johannes ernaar om het karakter van Jezus nader te ontdekken. Ze verlangden naar een verandering en hervorming in hun houding en geest. Groei en verandering maken onderdeel uit van onze christelijke ervaring.
09
Lees 1 Johannes 2:1-9. Wat laten deze verzen zien over de grote veranderingen die Johannes meemaakte in die jaren na Jezus’ dood? Wat leren zij ons over wat het betekent om een volgeling van Jezus te zijn?
10 11 12
Het is zo makkelijk om ontmoedigd te raken over onze eigen geestelijke groei, vooral als we uitzien naar een opwekking en hervorming in ons leven. Wanneer we ontmoedigd zijn, wanneer we ons geestelijk een mislukking voelen en als we bang zijn verloren te gaan, op welke beloften kunnen we aanspraak maken die laten zien waarom we nooit moeten opgeven? En waarom kunt u, ondanks uw fouten en gebreken, verzekerd zijn dat u verlost bent?
13 100
dialoog in gesprek met het woord
Maandag 2 september
01
De macht om te kiezen Verandering vindt plaats op het moment dat wij een keuze maken. Hervorming gebeurt als wij ervoor kiezen ons over te geven aan de overtuigende macht van de heilige Geest en als wij onze wil aan Gods wil overgeven. God zal onze wil nooit forceren of manipuleren. Hij respecteert onze vrijheid. Zijn Geest spreekt tot ons verstand, overtuigt onze harten, en spoort ons aan om het goede te doen. Maar de keuze om te reageren op de oproep van de heilige Geest is, altijd en uitsluitend, onze eigen keuze. Lees Filippenzen 2:12-14. Hoe laat dit gedeelte de noodzaak zien om samen te werken met God in onze groei in genade? Wat bedoelt Paulus met ‘blijven inspannen voor uw redding’? Wat bedoelt hij met ‘want het is God die zowel het willen als het handelen in u teweegbrengt’?
Het is niet mogelijk voor ons om uit te werken wat God nog niet in ons begonnen is. Naarmate hij in ons werkt door zijn bovennatuurlijke macht, zijn wij in staat om de keuzes te maken die in ons leven de genade en de kracht goed uitwerken die hij in onze levens uitgestort heeft. ‘Als de eindige en de zondige mens zijn eigen verlossing zoekt in angst en beven, is het God die in hem werkt, zoals hem goed dunkt. Maar God zal niet werken in ons leven zonder de samenwerking met de mens. Die moet al zijn krachten aanwenden; hij moet als een leergierige en bereidwillige student deelnemen aan de school van Christus; en naarmate hij de genade aanvaardt die vrijelijk hem wordt aangeboden, zal de aanwezigheid van Christus in zijn gedachten en in zijn hart hem helpen om die bewuste keuze te maken om alle last van de zonde of te leggen, zodat zijn hart vervuld mag worden met de volheid van God en met zijn liefde. ‘-Ellen G. White, Fundamentals of Christian Education, bladzijde 134. Hervorming vindt plaats als wij samenwerken met God door onze keuze om alles aan hem over te geven waarop de heilige Geest ons wijst, de zaken die niet in harmonie zijn met met zijn wil. Tenzij wij deze keuzes maken (die soms ook heel erg pijnlijk kunnen zijn), zal een positieve geestelijke verandering niet plaatsvinden. God zal een zelfzuchtige gedachte niet uit onze geest weghalen. Hij zal niet op een mysterieuze wijze ongezonde gewoontes of geheime zonden wegsnaaien. Hij overtuigt ons van zonde. Hij laat ons zien wat de goede weg is, maar wij moeten kiezen. Op het moment dat we kiezen bekrachtigt hij onze keuze, maar wij moeten zelf dagelijks, zelfs ieder moment opnieuw, die keuzes maken. Wat betekent samenwerking met God in het uitwerken van onze redding? Wat betekent het niet? Wanneer was de laatste keer dat u tot in u diepste overtuigd was van iets verkeerds en, door Gods genade overwon, hoe moeilijk de worsteling ook was?
dialoog in gesprek met het woord
101
02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13
01
Dinsdag 3 september
Vertrouwen en twijfel Wat was er fout aan de houding van Petrus voor de kruisdood van Jezus? Matteüs 26:31-35.
02 03
Petrus was niet opgewassen tegen de listen van de boze. Hij probeerde de verleidingen van satan op eigen kracht te weerstaan. Hij was vervuld met een gevoel van opgeblazen zelfvertrouwen, maar hij had geen idee van de crisis die dichterbij kwam. Op de binnenplaats van Pilatus, en trillend bij het geluid van de vragende stem van een slavin verloochende Petrus zijn Heer (Matteüs 26:6975). Jezus had hem van tevoren gewaarschuwd. ‘Simon, Simon, weet dat de duivel jullie voor zich heeft opgeëist om jullie als graan te mogen zeven. Maar ik heb voor je gebeden opdat je geloof niet zou bezwijken. En als je eenmaal tot inkeer bent gekomen, moet jij je broeders sterken’(Lucas 22:31,32). Jezus’ waarschuwing geeft ons een boeiende analyse van de geestelijke toestand van Petrus. Omdat hij vertrouwde op eigen kracht dreef Petrus af van zijn Heer. Dit is de reden waarom Jezus de uitdrukking gebruikte ‘als je eenmaal tot inkeer bent gekomen’. Petrus moest dringend geestelijk wakker geschud worden. Hij moest zijn houding veranderen. Hij had een hervorming nodig.
04 05 06 07
Lees Johannes 20:24-29. Wat laat dit gedeelte zien over Thomas? Welke lessen moeten wij hier voor onszelf uithalen?
08 Zowel Petrus als Thomas hadden een belangrijke eigenschap gemeen. Ze benaderden het geloof vanuit een menselijk perspectief. Petrus stelde zijn vertrouwen in wat hij kon doen, Thomas in wat hij kon zien. Ze waren afhankelijk van hun gebrekkig menselijk oordeel. Maar Pinksteren maakte een verschil in hun leven. Een andere Petrus preekte die dag zonder angst en 3000 mensen werden gedoopt tijdens het Pinksterfeest (Handelingen 2:41). Petrus besefte dat hij zelf geen kracht had om een verlamde man te genezen, maar dat Jezus die macht had en toen gebeurde er een wonder (Handelingen 3:2-9). Toen de gezaghebbers probeerden hem het zwijgen op te leggen riep Petrus uit: ‘Maar we moeten immers wel spreken over wat we gezien en gehoord hebben’(Handelingen 4:20). Petrus was een ander mens geworden en Thomas werd ook veranderd. Er wordt gedacht dat hij naar India voer om daar het evangelie te verkondigen. Hoewel niet veel meer over hem wordt gezegd, kunnen wij er zeker van zijn dat hij ook een nieuw mens was geworden na het Pinksterfeest.
09 10 11 12 13
Op wie lijkt u meer qua temperament, op Petrus of Thomas? Wat kunt u leren van hun ervaringen zodat u niet dezelfde fouten maakt?
102
dialoog in gesprek met het woord
Woensdag 4 september
De overtuiging om terug te keren
01
Lees Lucas 15:11-21. Welke specifieke overtuigingen en handelingen leidden ertoe dat de verloren zoon besloot om naar huis terug te keren? Welke principes van opwekking en hervorming kunnen we ontdekken in deze passage?
02
Opwekking kunnen we op verschillende manieren definiëren. Welke manier wij ook kiezen, een factor moeten wij niet over het hoofd zien: opwekking draait om een terugkeer naar huis. Het gaat om een honger in ons hart om de liefde van de Vader dieper te leren kennen. Hervorming gaat om de keuze om te reageren op de leiding van de heilige Geest naar verandering en groei. Het is de keuze om wat dan ook op te geven wat in de weg staat van deze hechtere relatie met God. De verloren zoon kon niet zowel bij de varkens eten, als aanzitten bij de feestmaaltijd van zijn Vader. Om het eenvoudig te zeggen; de jongeman miste zijn thuis zo erg dat hij niet meer kon blijven waar hij was. Er was een verlangen in zijn hart om terug te keren naar huis. Het is deze pijn in het hart die verlangt naar de aanwezigheid van God, en dit verlangen leidt ons naar opwekking en hervorming. Het is deze schreeuw uit ons hart naar de warme omhelzing van de Vader die ons motiveert om de noodzakelijke veranderingen ook in ons leven aan te brengen.
03
Toen de jongen zijn terugkeer naar huis voorbereidde, had hij zijn spijtbetuiging van tevoren al gemaakt. Hij moet het talloze keren hebben geoefend. Lees zijn toespraak in Lucas 15:18,19 en de onderbreking van zijn Vader in de verzen 20-24. Wat laat deze onderbreking zien over de houding van de vader jegens zijn zoon en Gods houding ten opzichte van ons?
07
04 05 06
08 09
Hoewel zijn zoon ver weg uit de ogen van zijn vader was, was hij nooit ver weg van zijn hart. De ogen van de vader tuurden naar de wijde horizon, elke dag weer op de uitkijk naar zijn zoon. De grootste motivatie om veranderingen in ons leven aan te brengen is het verlangen om niet langer het hart te breken van diegenen die ons zo lief heeft. Toen de jongen rondwaadde in de modder bij de varkens leed de vader meer dan zijn zoon. Opwekking vindt plaats wanneer Gods liefde onze harten breekt. Hervorming voltrekt zich wanneer wij kiezen om te reageren op een liefde die ons nooit zal laten gaan. Het gebeurt wanneer wij de moeilijke keuze maken om die houding, gewoontes, gedachten en gevoelens op te geven die ons scheiden van hem. Op welke manier biedt de uitspraak ‘mijn zoon was dood en hij leeft weer ‘een wijze definitie van ware opwekking? Hoe is het om dood te zijn en dan weer tot leven te komen?
dialoog in gesprek met het woord
103
10 11 12 13
01
Donderdag 5 september
Het geloof om te handelen Jezus liet de compassie en de liefde van zijn Vader zien door de wonderen die hij deed. Hij genas verlamde ledematen om te laten zien dat hij een nog grotere macht had om verlamde zielen te genezen. Hij herstelde verwrongen armen en benen om een groter verlangen te laten zien om harten en geest te herstellen. De wonderen van Jezus leren ons hoe wij ons geloof moeten uitoefenen. Zij bieden ons waardevolle lessen over groei en verandering. Een van Jezus’ krachtigste illustraties van de macht van het geloof wordt gevonden in het wonder van geloof van de zieke bij het bad in Bethesda. De arme man lag al 38 jaar aan de rand van het bad. Hij was hopeloos. Zijn leven leek gedoemd in ellende, armoede en lijden totdat Jezus kwam.
02 03 04
Lees Johannes 5:1-14. Waarom, denkt u, vroeg Jezus de man ‘Wilt u gezond worden?’(Johannes 5:6). Is het niet duidelijk dat iemand die zo lang geleden heeft graag wil genezen? Wat was de motivatie van Jezus hier? En wat was de reactie van de man? (Johannes 5:7).
05 06 07
Jezus luisterde niet naar de excuses van de man. Hij sprak de redenen van de man niet tegen. Hij zei eenvoudigweg ‘Sta op, pak uw mat op en loop’(Johannes 5:8). De essentiële vraag hier was zou deze arme en zieke man het woord van Christus geloven en ernaar handelen ondanks wat hij al die tijd had meegemaakt? Op het moment dat de man besloot te doen wat Christus hem had gezegd werd hij genezen. De gave van genezing door Jezus school in zijn woord. Het woord van Christus droeg de macht van de heilige Geest in zich om te volbrengen dat wat Jezus had gezegd.
08 09 10
‘Als u de belofte gelooft – als u gelooft, dat u vergeving hebt ontvangen en gereinigd bent – zorgt God er voor dat dit ook zo is. U bent gezond, zoals de verlamde van Christus de kracht kreeg om te lopen, toen de man geloofde, dat hij genezen was. Als u gelooft, is dit een feit. Wacht niet totdat u het gevoel hebt dat u gezond gemaakt bent, maar zeg: ‘Ik geloof het. Het is zo, niet omdat ik het voel, maar omdat God het beloofd heeft.’ Ellen G. White, Schreden naar Christus, bladzijde 49.
11 12
Waarom is het zo belangrijk om te geloven in Gods beloften voor vergeving, vooral wanneer we voelen dat we schuldig en veroordeeld zijn vanwege onze zonden? Waarom moet vergeving voorafgaan aan hervorming in onze levens? Waarom is het belangrijk om te geloven dat we kunnen overwinnen door de macht van Christus in ons leven, zelfs nu?
13 104
dialoog in gesprek met het woord
01
Verdere studie
Vrijdag 6 september
‘Laat niemand zeggen dat de mens weinig tot niets te doen heeft in het grote werk van overwinning; want God doet niets voor de mens zonder diens medewerking. Zeg ook niet dat nadat u alles heeft gedaan wat u kon doen Jezus u zou helpen. Christus heeft gezegd: ‘Maar zonder mij kunt u niets doen ‘(Johannes 15: 5). Vanaf het begin tot het eind moet de mens samenwerken met God. Tenzij de heilige Geest werkt aan het hart van de mens zullen we bij elke stap struikelen en vallen. Alle inspanningen van de mens alleen zijn niets anders dan waardeloos; maar samenwerking met Christus geeft de overwinning….Laat nooit die gedachten bij je opkomen dat er weinig of niets te doen valt voor de mens; maar leer de mensen liever om samen te werken met God, zodat hij succesvol mag zijn in de overwinning. ‘-Ellen G. White,A new Life, bladzijde 38,39. ‘Alle ware gehoorzaamheid komt voort uit het hart. Christus werkte van harte. Als wij erin toestemmen, zal hij zich zozeer vereenzelvigen met ons denken en doen, zozeer onze harten en onze geest vormen overeenkomstig zijn wil, dat wij door hem te gehoorzamen slechts datgene doen waartoe we ons gedrongen voelen. De wil, die veredeld en geheiligd is, zal zijn grootste behagen vinden in het dienen van God. Als wij God kennen zoals wij hem mogen kennen, zal ons leven een leven van voortdurende gehoozaamheid zijn. Door het karakter van Christus naar waarde te schatten, door omgang met God zal de zonde door ons worden gehaat.’ Ellen G. White, Jezus, de Wens der Eeuwen, bladzijde 555.
02 03 04 05 06 07 08 09
Gespreksvragen Groei vindt plaats in het christelijke leven wanneer we aanspraak maken op Gods beloften in 1 geloof, in de overtuiging dat hij zal doen wat hij zegt. Welke beloften worden ons hier gedaan? (1 Johannes 1:7-9, Filippenzen 4:13, Jakobus 1:5-8, Romeinen 8:31-39). Hoe kunt u leren om die beloften ook zelf te geloven? En nog belangrijker, welke keuzes kunt u maken die u zullen helpen om deze beloften in uw leven te realiseren? Bespreek in uw groep het idee om de eigen verlossing uit te werken in ‘angst en beven’. Praat 2 in de groep over wat dit betekent, vooral in het licht van ‘verlossing door geloof alleen’. Wat zouden wij moeten vrezen, en wat kan ons angst aanjagen?
10 11 12
Wanneer was de laatste keer dat u, net als Petrus, een oprechte belofte deed aan God, maar 3 waarin u compleet faalde om die belofte gestand te doen? Wat leert u van deze fout? Welke principes kunnen we in de Bijbel vinden die ons zullen helpen om de overwinningen te behalen die ons zijn beloofd?
dialoog in gesprek met het woord
105
13
supplement Luisteren naar de bijbeltekst
02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13
3 IJsbrekervraag
Filippenzen 2:12-16
01
106
Wanneer heeft u voor het laatst gebeefd van angst?
3 Benadering De tekst die wij vandaag bestuderen wordt voorafgegaan door de prachtige, bekende lofzang waarin de nederigheid en grootsheid van Christus worden bezongen. De overeenkomst tussen deze lofzang en het gedeelte dat centraal staat is overduidelijk: Net zoals Christus ‘gehoorzaam is geweest, tot de dood’ (vers 8), worden de lezers van de brief aangemoedigd vol te blijven houden en de weg van gehoorzaamheid te blijven volgen (vers 12).
3 Studie • v ers 12-13: Met welke woorden beschrijft Paulus de gemeente in Filippi? Op welke manier worden de bemoedigingen die hij zijn lezers geeft door deze beschrijving gekleurd? Welk aansporing geeft hij? Op welke situatie uit het verleden baseert hij zich hierbij? Welke verband legt hij tussen deze aansporing en zijn aan- of afwezigheid? En wat is het verband tussen de aansporing en Gods handelen? Hoe omschrijft Paulus de achterliggende reden van Gods handelen? • vers 14-16: Welke nieuwe bemoediging geeft Paulus zijn lezers hier? Wat is het doel hiervan? Wat is de menselijke context? Wat zijn de gevolgen voor de mensen die deze bemoedigingen ter harte nemen? Wat is het effect op de apostel zelf?
3 Begrip De vrees roept een nederig en diepgevoeld ontzag op voor de heilige God. Wanneer hij zijn heil over ons uitstort, kan dat ons leven radicaal veranderen (zoals zo mooi wordt beschreven in de lofzang die aan de tekst van vandaag voorafgaat). Alleen Gods genade stelt de gelovigen in staat om van ‘ontvangers van het heil’ te veranderen in ‘wel-doeners’. De woorden die hiervoor worden gebruikt, spreken zeer tot de verbeelding: God is de motor van ons ‘willen en handelen.’ Zijn handelen geeft ons ‘leven’ zodat wij ‘onberispelijke kinderen van God’ zullen zijn. Het Woord des Levens is niet slechts een levend woord, het is het Evangelie, een woord dat leven geeft. Het zet ons in beweging en ons handelen (rein en zuiver), komt voort uit het heil dat ons reeds is toegezegd. Wij mogen hieruit leven en het uitstralen naar anderen. God roept zijn gemeente niet op tot goede bedoelingen, maar tot concrete daden van nederige gehoorzaamheid – daden die uit hem voortkomen! Wat is mijn doel? Waar haal ik de kracht vandaan om dit te behalen? Voor Paulus is het ‘omdat het moet’ geen optie. Het ‘moeten’ werkt destructief, omdat het vaak vanuit schuldgevoel ontstaat. Het belangrijkste (= Gods liefde die Jezus ons heeft laten zien), is immers al geschied, het is ons al gegeven. En het is deze kracht die ons in beweging zet. Geen beweging in de vorm van een ladder waarmee we stapje voor stapje dichter bij de volmaaktheid kun nen komen, of een weg naar een onbereikbaar doel. Het is de beweging naar
dialoog in gesprek met het woord
supplement Luisteren naar de bijbeltekst
01
een totale verandering van de manier waarop wij naar God, onze naaste en onszelf kijken. Het doel van deze verandering? We zouden het kunnen omschrijven als: om menselijker, oprechter te worden. Mensen die openstaan voor de noden van hen die ons omringen. Enige tientallen jaren geleden werd dit door gelovigen omschreven als ‘een kerk te worden voor mijn naaste.’
02 03
3 Toepassing • H oe kunnen wij het heil dat wij hebben ontvangen in ons dagelijks leven in praktijk brengen? • Waarom zouden wij ons ‘met diep ontzag voor God’1 moeten blijven inspannen voor onze redding? • Als God de motor achter ons handelen en ons willen is (vers 13), welke ruimte blijft er dan nog voor ons over om zelf iets te doen en te willen? • ‘Opdat u smetteloos en (. . . ) onberispelijk’ bent (vers 14). Hoe kunnen wij dit bereiken? • Wat betekent volgens u ‘vasthouden aan het woord dat leven brengt’ (vers 16)? • In het algemeen: Waar halen wij onze kracht vandaan om te groeien en te veranderen? • Op welke manier kan de zekerheid dat God mij heeft aangenomen mij tot steun zijn om de uitdaging aan te gaan en te leven als een ‘schitterende ster aan de hemel’ (vers 15)? • Op welke manier is de zekerheid van zijn onwankelbare liefde zowel een drijvende kracht als een veeleisende gids voor de weg die wij moeten gaan? • Tot hoever gaan de veranderingen waartoe wij worden opgeroepen als gemeenschap? Tot welke concrete veranderingen zou dit kunnen leiden?
04 05 06 07 08 09 10 11 12 13
De NBG’51 vertaalt dit als ‘met vreze en beven’.
1
dialoog in gesprek met het woord
107
supplement Luisteren naar de bijbeltekst
01
3 extra gespreksvragen Citaat inleiding: ‘Een opwekking is eenvoudigweg een herontwaken van diepere geestelijke verlangens.’ Vraag je in stilte af welke diepere geestelijke verlangens jij hebt. Benoem ze voor jezelf, leg ze voor in gebed aan God. Mocht de situatie zo zijn in de groep dat men zich prettig voelt om dit te delen, geef daar dan de gelegenheid voor.
02 03
Jakobus en Johannes worden in de les aangehaald als voorbeeld voor karaktervorming. Lees samen de teksten die op zondag genoemd worden. Zie de veranderingen die plaats vonden bij hen. Is dit een bemoediging voor jou?
04
Je kent het verhaal van Petrus die Jezus verloochende. Later wordt hij een trouwe apostel voor Jezus. Wat leer je uit het leven van deze discipel? Twijfel en vertrouwen staan centraal. Herken je iets van jezelf hierin?
05
Citaat woensdag: ‘opwekking draait om een terugkeer naar huis’. Leg dit uit!
06 07 08 09 10 11 12 13 108
dialoog in gesprek met het woord
8 - 14 september Lezen Kolossenzen 3:1-4; 2 Korintiërs 3:17,18; 10:3-5; Romeinen 12:2,3; Johannes 10:10; Matteüs 5:13-15. Kerntekst ‘Als u nu met Christus uit de dood bent opgewekt, streef daarom naar wat boven is, waar Christus zit aan de rechterhand van God. Richt u op wat boven is, niet op wat op aarde is’ (Kolossenzen 3:1,2).
11
Hervorming: het koesteren van nieuwe gedachten Er worden meer dan 750 gezangen toegeschreven aan Isaac Watts, en vele daarvan worden nog vandaag de dag gezongen door duizenden christenen. Op een dag werd er een optocht door Londen gehouden ter ere van Watts. Mensen dromden samen in de straat om een glimp op te vangen van deze beroemde man. Toen zijn koets onder een balkon reed dat gevuld was met toeschouwers, merkte een dame verbaasd op dat deze gedrongen, oude man die kromgetrokken was van ouderdom zoveel machtige gezangen had geschreven. Zij riep uit: ‘Wat, bent u echt Isaac Watts?’
W
atts gaf aan de koetsier een teken om te stoppen. Hij stond op en strekte zich tot in zijn volle lengte uit en de riep uit: ‘Mevrouw, al zou ik beide polen kunnen aanraken en de schepping in mijn hand gevangen houden, dan nog zou ik beoordeeld worden op mijn verstand, want het verstand is de ware maatstaf van een mens.’ Isaac Watts had gelijk. Het verstand en de geest zijn de maatstaf voor de mens, en bij hervorming gaat het helemaal om ons verstand. Als wij een hervorming in ons denken meemaken, zullen wij een hervorming beleven in onze daden. Hervorming vindt plaats wanneer de heilige Geest onze gedachten in harmonie brengt met de gedachten van Christus. Wanneer dit gebeurt zullen goede daden vanzelf volgen.
dialoog in gesprek met het woord
109
01
Zondag 8 september
Het verstand doet er toe Onze gedachten zullen uiteindelijk ons gedrag bepalen. De manier waarop wij denken beïnvloedt de manier waarop wij handelen. En het werkt ook andersom. Onze daden beïnvloeden ook onze gedachten. De christen is een ‘Nieuwe schepping’. Oude gedachtenpatronen worden vervangen door nieuwe (2 Korintiërs 5:17). Wanneer een zeilboot de haven verlaat om de zee op te gaan, worden de zeilen gehesen. De zeilen bepalen de koers van de boot. Gedurende de vaartocht moet de stand van de zeilen aangepast worden om het schip op koers te houden. Als de zeilen worden vergeten zal de boot snel van haar koers afwijken. Net zoals die zeilen geven onze gedachten richting aan ons geestelijk leven. Wanneer de apostel Paulus de christenen opdraagt om ‘te richten op wat boven is’ (Kolossenzen 3:1-4), spoort hij ons aan om onze gedachten op de hemel te richten. Ons verstand wordt gevormd door waar wij het mee voeden. Onze gedachten worden bepaald door waar wij onze tijd mee doorbrengen.
02 03 04 05
Welk wonder van genade vindt in ons leven plaats als wij ons richten op de glorie van God in zijn woord? 2 Korintiërs 3:17,18.
06 07
Als wij naar Jezus opzien in zijn Woord worden wij veranderd. Nieuwe gedachten vervangen oude. Door naar hem op te kijken gaan wij meer op hem lijken.
08
‘Het is een wet van het geestelijk en intellectueel leven dat wij door het aanschouwen worden veranderd. De geest past zich geleidelijk aan aan de onderwerpen waarop hij zich concentreert. De geest wordt zoals datgene wat hij liefheeft en waarvoor hij eerbied heeft. De mens zal nooit uitstijgen boven zijn eigen maatstaf van reinheid, goedheid of waarheid. Wanneer het eigen –ik het hoogste ideaal is, zal hij nooit iets hogers bereiken, maar steeds dieper wegzinken. Alleen Gods genade kan de mens verheffen. Als de mens aan zichzelf wordt overgelaten, zal hij onvermijdelijk bergafwaarts gaan.’ Ellen G. White, De Grote Srijd, bladzijde 508.
09 10
12
Hervorming gaat om het zien naar Jezus. Het gaat om Jezus die ons verstand vult. Het draait om Jezus die onze gedachten vormt. Het gaat om Jezus die onze daden leidt. Wanneer we naar Jezus opzien, zal hij ons leiden naar hogere normen, meer dan een rigide opvolgen van geboden. Wij kunnen niet werkelijk naar Jezus kijken en hetzelfde blijven. Wanneer we zijn gedachten koesteren, kennen wij een enkel verlangen, en dat is om zijn wil te doen.
13
Welk advies zou u geven aan iemand die worstelt om Jezus voorrang te geven in zijn of haar gedachtengoed? Wat bedoelt de Bijbel wanneer hij spreekt over Jezus ‘aanschouwen’ of naar hem ‘op zien’?
11
110
dialoog in gesprek met het woord
Maandag 9 september
01
Het verstand filtert Er zijn sommige ouders die zo bezorgd zijn over het internetgebruik van hun kinderen dat zij filters hebben geïnstalleerd om bepaalde sites te blokkeren. Andere ouders hebben iets dergelijks gedaan met televisie. Het doel van deze elektronische filters is om sommige dingen binnen te laten en anderen buiten te sluiten. God heeft voorzien in een geestelijk filter voor onze geest. Het is voorzichtig in elkaar gezet, zodat alleen die dingen ons verstand binnenkomen die ons een geestelijke ervaring met Jezus opleveren. Welke praktische instructie geeft Paulus aan zijn mede christenen, over een filter dat gemaakt is om hun geest te beschermen tegen de giftige invloeden van het kwaad? Hoe kunnen wij dit advies vandaag de dag toepassen op onze kijkgewoonten op TV, het internet en het kijken naar DVD’s? Lees Filippenzen 4:7,8; Romeinen 12:2.
02 03 04 05 06
Er is in feite een simpele waarheid. Het is niet mogelijk om diepere geestelijke gedachten te ontwikkelen, als onze geest en verstand worden aangetrokken tot geweld, immoraliteit, hebzucht en materialisme. Onze zintuigen zijn de poorten tot ons verstand. Als ons verstand wordt gebombardeerd met de prikkelende scènes van het entertainment uit Hollywood, zullen die worden gevormd door deze zinnenprikkelende ervaringen in plaats van door de principes van Gods Woord. Talloze miljoenen dollars worden uitgegeven door producenten in de media teneinde onze emoties te manipuleren, onze gedachten te conditioneren, en onze waarden aan te passen. Wij kunnen er zeker van zijn dat de grondvraag die deze producenten uit de entertainmentindustrie stellen niet is: ‘Hoe kunnen deze producties mensen voorbereiden op de spoedige wederkomst van Christus?’ Waar het allemaal om draait is geld verdienen. Christenen die zich voorbereiden op de tweede komst van Christus zouden zorgvuldig moeten nadenken voordat ze hun ziel offeren op het altaar van werelds vermaak. Er staat een prachtige kathedraal in Milaan, Italië, met drie grote houten toegangsdeuren. Boven de deur aan de linkerkant staat geschreven: ‘Alle vermaak is slechts tijdelijk’. Boven de rechter toegangsdeur staan deze woorden geschreven: ‘Alle zorgen duren maar tijdelijk’ en in het midden boven de grote toegangsdeuren staan deze pakkende zinnen: ‘Het eeuwige is het enige wat blijft’. Stel uzelf deze vraag: hoe vaak denkt u na over eeuwige zaken? Hoe weerspiegelen uw keuzes deze gedachten?
dialoog in gesprek met het woord
111
07 08 09 10 11 12 13
01
Dinsdag 10 september
De beveiliging van ons verstand ‘Dan zal de vrede van God, die alle verstand te boven gaat, uw hart en gedachten in Christus bewaren ‘(Filippenzen 4:7). Dit is een wonderbaarlijke belofte, maar het is een die wij actief moeten zoeken om haar in ons leven te kunnen realiseren. Er zijn vele manieren waarop wij onze bewaking kunnen verslappen. Wij kunnen de stortvloed van vermaak die deze wereld biedt binnenlaten. Onze geest kan overweldigd worden door woede, bitterheid en wrok. Ons verstand kan verzwolgen worden door een oceaan van giftige genoegens of verslavende gewoontes. Het goede nieuws is dat Jezus ons beloofd heeft om ons verstand te bewaren - als wij hem toelaten.
02 03 04
Lees 2 Korintiërs 10:3-5. Paulus schrijft dat we ‘niet met de wapens van de wereld’ vechten, maar dat wij geestelijke wapens hanteren. Wat bedoelt hij hiermee? Wat zijn de wapens van de wereld? En wat zijn onze geestelijke wapens? De apostel spreekt ook over ‘we maken iedere gedachte krijgsgevangene om haar aan Christus te onderwerpen’ (2 Korintiërs 10:5). Wat bedoelt hij hiermee en hoe kunnen wij dat tot stand brengen?
05 06 07 08
Billy Graham heeft ooit dit gezegd: ‘Je kunt niet voorkomen dat de vogels over je hoofd heen vliegen, maar je kunt ze wel verjagen als ze zich willen nestelen in jouw haar.’ Met andere woorden, gedachten zullen onze geest nog steeds binnenkomen. Er zijn verscheidene beelden, geluiden, en geuren die bepaalde gedachten stimuleren. Verschillende ervaringen roepen verschillende emoties op. We kunnen de gedachten die door ons hoofd schieten niet altijd kiezen. We kunnen er wel voor kiezen of wij deze gedachte overdenken en toestaan ons denken te domineren. Als wij elke gedachte in gehoorzaamheid naar Christus willen brengen moeten wij onze geest en verstand aan Jezus overgeven. Vleselijke gedachten worden niet verbannen door alleen maar te wensen dat zij weg waren. Ze worden uit ons verstand verdreven als dat gevuld wordt met iets anders. Het verstand dat zich richt op de positieve beginselen van Gods Woord is het verstand dat ‘beveiligd’ en ‘bewaakt’ wordt door Gods genade die de boze verdrijft.
09 10 11 12
Paulus zegt: ‘Laat onder u de gezindheid heersen die Christus Jezus had’ (Filippenzen 2:5). Wat bedoelt hij hier precies? Hoe is het voor ons mogelijk om de gezindheid van Christus te hebben? Waar leggen de woorden ‘laten’ en ‘heersen’ verantwoordelijkheid voor verandering neer?
13 112
dialoog in gesprek met het woord
Woensdag 11 september
01
De relatie tussen geest en lichaam De oude Grieken onderwezen een soort dualisme; zij geloofden dat er een groot verschil was tussen ons lichaam en onze ziel. De Bijbel daarentegen leert dat menselijke wezens een integrale eenheid zijn van fysieke, mentale, emotionele, en spirituele dimensies. Wat een deel van het menselijk wezen aantast, raakt alle delen aan. De discipelen onderwezen dat fysieke, mentale, emotionele, en spirituele gezondheid onderling met elkaar verbonden waren en niet van elkaar gescheiden konden worden.
02 03 04
Hoe wordt dit idee weerspiegeld in 1 Tessalonicenzen 5:23?
Voor de gelovigen in het Nieuwe Testament was fysiek, mentaal en emotioneel welzijn onlosmakelijk verbonden met geestelijk welzijn. De apostel Paulus riep de gelovigen op om ‘God te eren met hun lichaam.’ Hij geloofde dat de hele mensheid met een kostbare prijs was vrijgekocht en dat wij niet ons eigendom zijn (1 Korintiërs 6:19,20). Zorgen voor ons lichaam door een gezondere levenstijl op te pakken doet veel meer met ons dan enkele jaren aan ons leven toevoegen. Als wij dit doen met de juiste motieven kan het een daad van aanbidding op zich zijn. Hoe laten Romeinen 12:2,3; Johannes 10:10; en 1 Korintiërs 10:31 de intieme relatie tussen onze lichamelijke en geestelijke gezondheid zien?
05 06 07 08 09
De heilige Geest beperkt zich niet tot een enkel aspect van ons leven wanneer hij ons overtuigt van de noodzaak om te groeien. Hervorming is niet eendimensionaal. De Geest verlangt er naar om onze levens in volledige overeenstemming te brengen met de wil van Christus in alle gebieden van ons leven. Als er dingen zijn in onze lichamelijke levenstijl die niet in overeenstemming zijn met zijn wil, nodigt God ons uit om ze op te offeren ter ere van hem. Satan wil ons verstand domineren door ons lichaam; Jezus verlangt ernaar om onze lichamen te controleren door te werken via ons verstand. Onze lichamen zijn een tempel, niet een huis van plezier. Door het navolgen van de hemelse principes kunnen wij een overvloedig leven leiden gevuld met blijdschap, productiviteit en gezondheid. Wat zijn uw persoonlijke ervaringen die u helpen in te zien hoe onafscheidelijk ons lichaam en geest zijn? Welke keuzes kunt u maken die helpen om die twee meer in een gezonde harmonie te brengen?
dialoog in gesprek met het woord
113
10 11 12 13
01
Donderdag 12 september
Beelden die ons beïnvloeden Er zijn talrijke beelden die Jezus gebruikt om hemzelf en zijn kerk te beschrijven. Een daarvan is ‘licht’. Hij is het ‘licht van de wereld’ (Johannes 8:12). Hij is ook het ‘het ware licht dat ieder mens verlicht en naar de wereld kwam’ (Johannes 1:9). Jezus moedigt ons aan ‘Ga uw weg zolang het licht is’ en ‘Geloof in het licht zolang u het licht bij u heeft’ (Johannes 12:35,36).
02 03
Vergelijk Matteüs 5:13-15 met Filippenzen 2:14-16. Wat is het doel van de Heer met zijn volk op deze aarde? Wat betekent dit in praktische zin? Hoe kunnen wij worden waartoe hij ons heeft opgeroepen?
04 05 06
12
Het doel van elke opwekking en hervorming is om het licht van de liefde, genade, en waarheid van Christus door te laten schijnen in ons leven. Want het licht schijnt in tegenstelling tot de duisternis. Jezus heeft zijn volk opgeroepen om een levensstijl op te pakken die duidelijk anders is dan die in de wereld geleefd wordt. Om zo de superioriteit van zijn manier van leven aan de wereld te laten zien. Hij roept ons op om menslievend, betrokken en zorgzaam te zijn in een wereld vol met zelfzucht, hebzucht en egoïsme. Hij roept ons op om hogere normen en waarden te handhaven wat betreft ons vermaak in een maatschappij die vergiftigd is met het najagen van plezier (Kolossenzen 3:1,2). Hij roept ons op tot een gezonde levensstijl op het moment dat miljoenen jongeren sterven aan zelfaangedane degeneratieve ziekten (Johannes 10:10). Te midden van een schaamteloze, op seks beluste, en prikkels najagende generatie roept Jezus ons op tot iets geheel anders. Hij roept ons op tot bescheidenheid, fatsoen, en morele zuiverheid (1 Petrus 3:3,4). De profeet Jesaja uit het Oude Testament deed zijn heldere oproep aan Israël tot hervorming ongeveer 700 jaar voordat Christus geboren werd. Zijn woorden zijn ook nu nog van belang voor een kerk die wacht op de terugkeer van haar Heer. ‘Mijn gedachten zijn niet jullie gedachten, en uw wegen zijn niet mijn wegen luidt het woord des Heren.’ ‘Want zoals de hemelen hoger zijn dan de aarde, zo zijn mijn wegen hoger dan uw wegen en mijn gedachten dan uw gedachten’ (Jesaja 55: 8,9, NBG ‘51). Gods ideaal voor zijn gemeente en voor ons individueel is hoger dan we ooit kunnen bedenken. De hele hemel verlangt ernaar om zijn karakter van liefde door zijn volk op aarde te laten zien.
13
Kijk naar de normen en waarden die uw levenstijl bepalen. Op welke manieren laten zij zien dat u een volgeling van Jezus bent en dat uw leven gericht is op iets anders dan deze voorbijgaande wereld?
07 08 09 10 11
114
dialoog in gesprek met het woord
Vrijdag 13 september
01
Voor verdere studie ‘Velen beweren dat zij aan de kant van de Heer staan, maar dat zijn ze niet; het gewicht van al hun daden laat zien dat ze aan de kant van satan staan. Op welke manieren kunnen wij bepalen aan wiens kant we staan ? Wie regeert ons hart? Bij wie zijn onze gedachten? Wie willen wij in ons leven weerspiegelen? Wie heeft onze warmste liefde en krijgt onze beste energie? Als wij aan de kant van de Heer staan, zijn onze gedachten met hem, en onze diepste gedachten gaan over hem. Wij hebben geen vriendschap met de wereld; alles dat wij hebben en alles wat wij zijn hebben wij aan hem toegewijd. Wij willen graag zijn beeld dragen, zijn Geest in ademen, zijn wil doen, en hem eren in alle dingen. ‘-Ellen G. White, Testimonies of the church, deel 2, bladzijde 262. ‘Iedereen heeft het voorrecht een levend kanaal te zijn waardoor God aan de wereld de schatten van zijn genade, de onnaspeurlijke rijkdom van Christus, kan meedelen. Christus verlangt niets zozeer als mensen, die aan de wereld zijn karakter en zijn Geest bekend willen maken. Aan niets heeft de wereld zozeer behoefte als aan de openbaring van de liefde van de Heiland door de mens. De hele hemel wacht op kanalen waardoor de heilige olie kan stromen om een zegen en blijdschap te zijn voor menselijke harten.’ Ellen G. White, Lessen uit het leven van alledag, bladzijde 259.
02 03 04 05 06 07 08
Gespreksvragen Welke woorden gebruiken Paulus en Johannes om de hoge roeping van Gods volk te beschrij1 ven? 2 Korintiërs 5:18-20; 6:17,18. Wat betekenen deze beelden in praktische zin? Hoe laten onze levens zien dat dit op ons van toepassing is? Als we eerlijk en oprecht zijn, kunnen wij aanspraak maken op alle beloften die wij in de Bijbel 2 lezen, maar tenzij we een bewuste keuze maken op het moment dat we verleid worden om onze gedachten te richten op goede zaken, zullen wij vallen voor de verleiding. Welke principes of handelingen heeft u ontdekt die helpen om uw gedachten te controleren wanneer u verleid wordt? Wat zou uw antwoord zijn aan iemand die zegt dat ‘ja, mijn gedachten zijn niet altijd wat ze 3 zouden moeten zijn, maar mijn daden en mijn levensstijl zijn boven elke twijfel verheven’?
09 10 11 12
Naast de wonderbaarlijke spirituele en bijbelse waarheden die wij als Zevende-dags Adventis4 ten hebben ontvangen, hebben wij ook de gezondheidsboodschap. Hoe kunnen wij leren om deze principes beter te integreren in ons leven en in onze zending en getuigenis? Welke rol zou de gezondheidsboodschap moeten hebben in opwekking en hervorming?
dialoog in gesprek met het woord
115
13
01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13
Kolossenzen 3:1-11
supplement Luisteren naar de bijbeltekst
116
3 IJsbrekervraag Wat betekent het kopen van een nieuwe outfit of een nieuw kledingstuk voor u?
3 Benadering In de brief aan de Kolossenzen wordt beschreven hoe de gelovigen door de doop deelgenoot worden van de overwinning die Christus heeft behaald. Net als hij, zijn zij gestorven en worden zij opgewekt door de doop. De doop voert hen zo door de dood heen naar het leven. Christus heeft hen verlost en deze verlossing kan door geen enkele menselijke daad worden geëvenaard of worden vervangen. Met verschillende beelden probeert deze brief ons duidelijk te maken hoe dit nieuwe leven voor de gelovige eruit ziet.
3 Studie Vers 1-4: Het nieuwe leven • In welke tijd staan de werkwoorden die te maken hebben met de dood en de opstanding van de gelovige door de doop? Wat valt u op? • Hoe wordt het nieuwe leven in Christus beschreven vanuit ruimtelijk perspectief? • Met welke werkwoorden (in de gebiedende wijs) wordt degene die is opgestaan (i.e. de gedoopte), opgeroepen zich op een ander doel te richten? • Hoe zal dit nieuwe leven er in het heden en in de toekomst uitzien? Vers 5-11: Anders leren denken • Welke werkwoorden worden er in de tekst gebruikt om aan te geven dat de mens zich moet losmaken van zijn leven zonder Christus? • Lees de beide verzen waarin de gebreken worden opgesomd (vers 5,8). Hoe zou u beide lijsten typeren? • Hoe worden de dood van de ‘oude mens’ en het leven van de ‘nieuwe mens’ beschreven? Let hierbij op de kenmerken van beide bewegingen.
3 Begrip Vers 1-4 De tekst van vandaag stelt duidelijk dat wij reeds gestorven en opgestaan zijn met Christus. Wat een verrassende uitspraak! Uiteraard geldt dit niet voor ons leven hier op aarde, want elke dag sterven er nog mensen. Het is eerder een richting, een oriëntatiepunt in het leven van de gelovige. Onze gedachten en heel ons denken zijn gericht op dat wat de kern van ons leven zou moeten zijn, d.w.z. op Christus zelf. Met Christus is het leven van de gelovige verborgen in Gods handen, onzichtbaar voor de meeste mensen. Maar het is daarom niet minder echt! Wanneer wij in Christus leven, worden wij opgeroepen om ons te richten ‘op wat boven is’ (vers 2), daar waar Christus zit naast de almachtige God. Onze gedachten en ons denken, - het centrum waar al onze ideeën, gevoelens, woorden en daden vandaan komen - zouden op hem gericht moeten zijn
dialoog in gesprek met het woord
supplement Luisteren naar de bijbeltekst
01
Vers 5-11 Het losmaken uit ons oude leefpatroon zonder God wordt met twee krachtige beelden beschreven; die van het afsterven en die van het opgeven. Het gaat erom dat wij geloofwaardig zijn (bedrieg elkaar niet, vers 9) en niet meer kwetsen – niet onszelf (vergelijk de eerste lijst vers 5) noch onze medemens (vers 8-9). Wij moeten de dingen die niet verenigbaar zijn met een leven met God achter ons laten. Als het afleggen van de ‘oude mens’ een kwestie van kiezen is (zoals je een kledingstuk uitdoet), dan kan dit andere leven worden vergeleken met een nieuw kledingstuk voor een nieuwe mens – iemand die zich heeft ontwikkeld en zich heeft vernieuwd omdat hij is veranderd door de Macht die hem heeft geschapen. Leven wordt zo ‘een nieuw leven beginnen.’
02 03 04
3 Toepassing
05
Vers 1-4 • Wat betekent dat eigenlijk ‘streven naar wat boven is’? • Ervaart u spanning tussen het ‘niet van de wereld zijn’ maar wel ‘in de wereld leven’? Tussen gericht zijn op hetgeen ‘boven’ is, maar toch met beide benen op de grond blijven staan? Kunt u daar iets over vertellen? • Wat betekent het voor u dat uw leven verborgen met Christus is (vers 3)? Welke beelden en gevoelens roept dit bij u op?
06 07
Vers 5-11 • Probeer zoveel mogelijk synoniemen te vinden voor de uitdrukkingen ‘oude mens’ en ‘nieuwe mens’. • De tekst spreekt over het laten afsterven van alles wat aards is. Let op: er wordt dus niet gezegd dat de ‘oude mens’ moet sterven! Wat moet er dan wel met deze ‘oude mens’ gebeuren? • Hoe kunt u als iemand die ‘opgewekt’ is, het verschil met het oude leven op een positieve manier ervaren?
08 09 10 11 12 13
dialoog in gesprek met het woord
117
supplement Luisteren naar de bijbeltekst
01
3 extra gespreksvragen Citaat inleiding: ‘Als wij een hervorming in ons denken meemaken, zullen wij een hervorming beleven in onze daden.’ • Heb jij wel eens zo’n verandering van dichtbij bij iemand meegemaakt? • Is ‘hervorming in ons denken’ hetzelfde als ‘van gedachten veranderen’?
02 03
Hoe is het in de praktijk mogelijk om èn gericht te zijn op boven èn te leven op deze aarde? Hoe pak je dat aan in de omgang met vrienden, op je werk, in de buurt?
04
Noem eens drie dingen die er voor zorgen dat jij geestelijk en lichamelijk fit blijft. Wat lukt je beter: lichamelijk goed in vorm blijven of geestelijk? Sommige sporten worden in groepsverband georganiseerd, de sociale controle daarbij is handig. Werkt dit ook beter op het gebied van het geestelijk vlak? Noem eens voorbeelden.
05
Verdiep je met elkaar eens in het fenomeen ‘licht’ (kaars, gloeilamp, zaklantaarn). • Hoe werkt het? Wanneer werkt het niet meer? Wat levert het op? • Betrek het nu eens op jezelf: jij bent die kaars, etc. En je wilt je licht laten schijnen. • Aan welke voorwaarden moet jij voldoen? • Jezus is het Licht van de wereld. Kan hij in jouw leven volop schijnen? • Reflecteer jij zijn licht voldoende naar anderen?
06 07 08 09 10 11 12 13 118
dialoog in gesprek met het woord
15 - 21 september Lezen 2 Timoteüs 4:11, Filemon 1:1-25, 2 Korintiërs 10:12-15, Romeinen 5:8-11, Matteüs 18:15-17. Kerntekst ‘Werden wij in de tijd dat wij nog Gods vijanden waren al met hem verzoend door de dood van zijn zoon, des te zekerder is het dat wij, nu wij met hem zijn verzoend, worden gered door diens leven’ (Romeinen 5:10).
12
Hervorming: het genezen van verbroken relaties Zelfs na het wonder van Pinksteren waren de relaties tussen de gelovigen af en toe gespannen. Het Nieuwe Testament laat herhaaldelijk voorbeelden zien van de manier waarop kerkleiders en individuele leden omgingen met zulke uitdagingen. Deze principes zijn bijzonder waardevol voor de kerk vandaag. Zij onthullen de positieve resultaten die kunnen komen wanneer wij bijbelse principes gebruiken om met conflicten om te gaan.
I
n de les van deze week zullen we ons richten op relaties die hersteld werden. Grote geestelijke opwekkingen uit het verleden brachten genezing in relaties voor. Als Gods Geest een opwekking teweegbrengt komen de mensen dichter tot God en tot elkaar. Dit houdt in dat de muren in onze relatie met God en de barrières in onze relatie met elkaar worden afgebroken. Kortom, het grootste bewijs van de kracht van het evangelie is niet noodzakelijkerwijs wat de kerk zegt maar hoe de kerk leeft. ‘Aan jullie liefde voor elkaar zal iedereen zien dat jullie mijn leerlingen zijn’ (Johannes 13:35). Zonder deze liefde zou al ons gepraat over opwekking en hervorming tot niets leiden.
dialoog in gesprek met het woord
119
01
Zondag 15 september
Van een breuk terug naar vriendschap Paulus en Barnabas werkten samen in hun getuigenis voor Jezus. Maar er was een ruzie tussen hen ontstaan (Handelingen 15:36-39). Paulus kon niet langer vertrouwen op iemand die zo angstig was geworden als Johannes Marcus. De mogelijke gevaren van het verkondigen van het Evangelie had er bij Johannes Marcus toe geleid Paulus en Barnabas in de steek te laten en naar huis terug te keren.
02 03
‘Deze terugkeer werd voor Paulus de aanleiding om Marcus voor een tijd onvriendelijk en zelfs streng te beoordelen. Barnabas daarentegen was geneigd hem vanwege zijn onervarenheid te verontschuldigen. Hij hoopte vurig dat Marcus het predikambt niet zou opgeven, want hij zag hoedanigheden in Marcus die hem tot een bruikbare arbeider voor Christus zouden kunnen maken.’ Ellen G. White, Van Jeruzalem tot Rome, bladzijde 127.
04 05
Hoewel God gebruik maakte van alle drie mannen, moest de lucht tussen hen opgeklaard worden. Paulus, die als apostel over de genade predikte, moest leren om die genade te geven aan een jonge prediker die hem had teleurgesteld. De apostel van vergiffenis moest zelf leren te vergeven. Johannes Marcus groeide door de bevestiging en mentorschap van Barnabas en uiteindelijk werd het hart van Paulus geraakt door deze verandering.
06 07
Hoe laten de brieven van Paulus die hij schreef vanuit de gevangenis aan Timoteüs en de gemeente in Kolosse zijn vernieuwde relatie met Johannes Marcus zien en een nieuw vertrouwen in deze jonge prediker? Kolossenzen 4:10,11, 2 Timoteüs 4:11.
08 09 10
12
Alhoewel de details van de verzoening van Paulus met Johannes Marcus summier zijn, vinden wij genoeg bewijzen ervan in de Bijbel. Johannes Marcus werd uiteindelijk een van de toegewijde metgezellen van de apostel. Paulus beveelt dan Johannes Marcus aan als ‘medewerker’ aan de kerk in Kolosse. Aan het eind van het leven van Paulus moedigde hij Timoteüs dringend aan om Johannes Marcus mee te brengen omdat hij ‘mij goede diensten kan bewijzen’. De zending van Paulus werd verrijkt door de jonge prediker die Paulus blijkbaar had vergeven. De barrière tussen hen was neer- gehaald en zij konden weer samenwerken in de verkondiging van het evangelie.
13
Hoe kunnen wij leren om diegenen te vergeven die ons gekwetst of teleurgesteld hebben? En tegelijkertijd, waarom brengt vergeving niet altijd een volledig herstel van een vorige relatie met zich mee? Waarom hoeft dit niet altijd zo te zijn?
11
120
dialoog in gesprek met het woord
Maandag 16 september
01
Van slaaf tot zoon Toen hij gevangen zat in Rome, ontmoette Paulus een slaaf genaamd Onesimus die gevlucht was van Kolosse naar Rome. Paulus kende de meester van Onesimus persoonlijk. De brief aan Filemon is een persoonlijke oproep van Paulus aan zijn vriend om de verstoorde relatie met zijn weggelopen slaaf te herstellen. Relaties waren belangrijk voor Paulus. De apostel wist dat verbroken relaties schadelijk zijn voor geestelijke groei. Filemon was een leider van de kerk in Kolosse. Als hij bitterheid en wrok jegens Onesimus koesterde zou het zijn christelijk getuigenis aantasten. Lees Filemon 1:1-25 welke belangrijke grondbeginselen over herstelde relaties kunnen we hier vinden? Onthoud, het sleutelwoord hier is grondbeginselen.
02 03 04 05 06 07
Op het eerste gezicht is het nogal verrassend dat Paulus zich niet krachtig uitspreekt tegen het kwaad van slavernij. Maar uiteindelijk was de strategie van Paulus veel effectiever. Met haar idealen haalt het evangelie alle klasseverschillen neer (Galaten 3:28). De apostel stuurde Onesimus terug naar Filemon, niet langer als slaaf maar als zijn zoon in Jezus en als Filemons ‘geliefde broeder’ in de Heer (Filemon 16). Paulus wist dat slaven die weggelopen waren geen enkel perspectief hadden. Zij konden op elk moment gearresteerd worden. Ze waren gedoemd tot een leven in ellende en armoede. Maar nu, als Filemons broeder in Christus en bereidwillige arbeider, kon Onesimus een wonderbaarlijke toekomst tegemoet zien. Onder Filemons bescherming was Onesimus zeker van eten en drinken, onderdak en een baan. Het herstel kon een dramatisch verschil in het leven van Onesimus teweegbrengen. Hij werd ‘onze trouwe en geliefde broeder’ en een gewaardeerd medewerker in de verkondiging van het evangelie met Paulus (Kolossenzen 4:9). Als u kijkt naar de grondbeginselen van het evangelie zoals die hier worden weergegeven, wat kunt u meenemen dat u kan helpen om te gaan met alle zorgen en lasten, zelfs onderbrekingen, die u hebt in uw relaties met anderen?
dialoog in gesprek met het woord
121
08 09 10 11 12 13
01
Dinsdag 17 september
Elkaar aanvullen in plaats van afvallen Zoals we in een eerdere les zagen zat de gemeente in Korinte diep in de problemen. Welke beginselen legt Paulus neer in 1 Korintiërs 3:5-11, 12:1-11, en 2 Korintiërs 10:12-15 voor genezing en herstel, die allen zo van vitaal belang zijn voor opwekking en hervorming?
02 03 04 05
In deze gedeelten uit zijn brief aan de Korintiërs zet de apostel belangrijke principes voor eenheid binnen de kerk uiteen. Hij legt uit dat Jezus gebruik maakt van verschillende arbeiders om verschillende taken in zijn kerk uit te voeren, hoewel een ieder samenwerkt aan de opbouw van Gods koninkrijk (1 Korintiërs 3:9). God roept ons op om samen te werken, niet om met elkaar te wedijveren. Iedere gelovige krijgt van God een talent om samen te werken in de bediening van het lichaam van Christus en in dienstbetoon aan de gemeenschap (1 Korintiërs 12:11). Er zijn geen grotere of mindere talenten. Allen zijn noodzakelijk voor de kerk van Christus (1 Korintiërs 12:18-23). De talenten die God ons geeft zijn niet voor een zelfzuchtig vertoon. Zij worden toebedeeld door de heilige Geest om de ander te dienen.
06 07 08 09
Het is onverstandig om ons te vergelijken of te meten met anderen, omdat het ons of ontmoedigt of juist arrogant doet voelen. Als we denken dat anderen ‘superieur’ aan ons zijn, zullen we ons ontevreden voelen als wij ons met hen vergelijken. Als wij denken dat onze inspanningen voor Christus effectiever zijn dan het werk van anderen, zullen we ons trots voelen. Beide houdingen verlammen onze effectieve inzet voor Christus. Als we kunnen werken in de sfeer van invloed die Christus ons heeft gegeven, zullen we blijdschap en voldoening vinden in ons getuigenis voor Christus. Onze arbeid zal de inspanningen van andere leden aanvullen, en de kerk van Christus zal met reuzenstappen vooruit gaan voor zijn koninkrijk.
10 11 12
Kent u iemand wiens talenten in de kerk u jaloers hebben gemaakt? (Niet al te moeilijk, nietwaar?) Tegelijkertijd, hoe vaak bent u trots geweest op uw talenten in vergelijking met anderen? Het punt is: Paulus’ zorgen zijn terecht voor ons als gevallen wezens. Ongeacht of wij ons minderwaardig of trots voelen, hoe kunnen wij de onzelfzuchtige houding aanleren die nodig is om de valkuilen van hierboven te vermijden?
13 122
dialoog in gesprek met het woord
Woensdag 18 september
Van wrijving naar vergeving
01
Wat is vergeving? Is het zo dat vergeving het gedrag rechtvaardigt van degene die ons vreselijk gekwetst heeft? Is mijn vergeving afhankelijk van het berouw van de overtreder? Wat als degene die ik moet vergeven dit niet verdient?
02
Hoe helpen de volgende passages ons om de bijbelse aard van vergeving te begrijpen? Romeinen 5:8-11; Lucas 23:31-34; 2 Korintiërs 5:20,21; Efeziërs 4:26-30.
03 04
Christus nam het initiatief om ons met hem te verzoenen. In zijn brief aan de Romeinen schrijft Paulus: ‘Weet u niet dat zijn goedheid u tot inkeer wil brengen?’ (Romeinen 2:4). In Christus werden wij met God verzoend terwijl we nog zondaars waren. Het is niet ons berouw en schuldbekentenis die verzoening mogelijk gemaakt hebben. Het was de dood van Christus aan het kruis; ons aandeel is om te aanvaarden wat voor ons werd gedaan. Het is waar dat wij niet de zegeningen van vergeving kunnen ontvangen tenzij wij onze zonden belijden. Dit wil niet zeggen dat onze bekentenis vergeving in het hart van God losmaakt. Vergeving was de hele tijd al aanwezig in het hart van God. Schuldbekentenis daarentegen stelt ons in staat om die vergeving te ontvangen (1 Johannes 1:9). Schuldbekentenis is van levensbelang, niet omdat het Gods houding jegens ons verandert, maar omdat het onze houding naar hem toe verandert. Als wij ons overgeven aan de overtuigende macht van de heilige Geest en ons bekeren terwijl we onze zonden belijden, worden wij veranderd. Vergeving is ook zo belangrijk voor ons eigen geestelijk welzijn. Als wij er niet in slagen om iemand te vergeven die ons onrecht heeft aangedaan, zelfs als deze persoon vergeving niet verdient, kan dit ons meer pijn doen dan dat het hem pijn doet. Als een persoon u onrecht heeft aangedaan en de pijn blijft etteren en zweren in uw binnenste omdat u er niet in slaagt om te vergeven, laat u toe dat u nog meer gekwetst wordt. Vergeving betekent elkaar vrij maken van veroordeling omdat Christus ons heeft vrijgesproken van het oordeel. Het rechtvaardigt niet het gedrag van de andere jegens ons. Wij kunnen ons met een ander verzoenen als die persoon ons pijn heeft gedaan, omdat Christus ons met hem verzoend heeft toen wij hem pijn deden. Wij kunnen vergeven omdat wij worden vergeven. Wij kunnen liefhebben omdat wij geliefd zijn. Vergeving is een keuze. We kunnen kiezen om te vergeven ondanks de daden of houding van die andere persoon. Dat is de ware geest van Jezus. Hoe kan het ons helpen als wij ons richten op de vergeving die wij ontvangen in Christus om te leren anderen te vergeven?
dialoog in gesprek met het woord
123
05 06 07 08 09 10 11 12 13
01
Donderdag 19 september
Van haatgevoelens naar herstel Lees Matteüs 18:15-17. Welke 3 stappen geeft Jezus ons die ons helpen om conflicten op te lossen wanneer wij worden benadeeld door een ander gemeentelid? Hoe kunnen wij deze woorden toepassen op onze hedendaagse situaties?
02 03 04
In de raad die hij geeft in Matteüs 18 is het de wens van Jezus om het conflict zo klein mogelijk te houden en in de kiem te smoren. Zijn bedoeling is dat de twee mensen om wie het gaat het probleem zelf oplossen. Dit is de reden waarom Jezus zegt: ‘Als een van je broers of zusters tegen je zondigt, moet je die daarover onder vier ogen aanspreken’ (Matteüs 18:15). Naarmate er meer mensen betrokken worden bij een conflict dat speelt tussen twee personen, zal ook de wrijving en strijd toenemen. Mensen kiezen een kant en de scheidslijn wordt getrokken. Maar wanneer christenen proberen om hun geschillen onder vier ogen bij te leggen, en dat in een geest van christelijke liefde en wederzijds begrip, wordt een klimaat van verzoening geschapen. Dit is de juiste sfeer voor de heilige Geest om met die personen te werken terwijl zij proberen hun geschillen bij te leggen.
05 06 07
Het kan gebeuren dat onze persoonlijke pogingen om het conflict op te lossen niet effectief zijn. In deze gevallen nodigt Jezus ons uit om een of twee anderen met ons mee te nemen. Deze tweede stap in het verzoeningsproces moet altijd worden gevolgd door de eerste stap. Het doel is om mensen samen te brengen, niet om ze verder uit elkaar te drijven. Die ene of de twee personen die de partij van het slachtoffer kiezen komen niet mee om diens grieven uit te leggen of om de andere persoon te beschuldigen. Zij komen in christelijke liefde en medeleven als raadgevers en gebedspartners samen om deel te nemen in het proces om de twee gebrouilleerde mensen weer samen te brengen. Er zijn momenten dat alle pogingen die gedaan worden om een probleem op te lossen niet werken. In dit geval draagt Jezus ons op om het geschil naar de kerk te brengen. Hij bedoelt natuurlijk niet dat wij de eredienst op sabbatmorgen onderbreken om ons persoonlijk conflict naar voren te brengen. De juiste plek om dit onderwerp aan te kaarten, als de eerste twee stappen niet hebben geholpen om de twee partijen te verzoenen, is het kerkbestuur. En opnieuw is het doel van Christus verzoening. Het is niet zijn bedoeling om de ene partij te beschuldigen en de andere vrij te spreken.
08 09 10 11 12
‘Laat uw wrok niet omslaan in boze haatgevoelens. Laat de wond niet verder zweren en voorkom dat giftige woorden de geest van de toehoorders schaden. Laat niet toe dat bittere gedachten uw geest en die van de andere zullen vullen. Ga naar uw broeder, en spreek in nederigheid en oprechtheid met hem over de zaak.’ Ellen G. White, Gospel Workers, bladzijde 499.
13 124
dialoog in gesprek met het woord
Vrijdag 20 september
01
Voor verdere studie ‘Wanneer de arbeiders Christus hebben die hun ziel vervult, wanneer hun zelfzucht dood is, wanneer er geen rivaliteit is, geen strijd om de macht, wanneer er eenheid bestaat, wanneer ze elkaar heiligen, zodat de liefde voor elkaar wordt gezien en gevoeld, dan zullen de stortregens van de genade van de heilige Geest zeker op hen vallen zodat Gods beloften volledig vervuld zullen worden.’ Ellen G. White, Selected Messages, boek 1, bladzijde 175. ‘Als wij op de grote dag van de Heer bij Christus staan als onze toevlucht, onze veilige toren, moeten wij alle jaloezie, alle strijd om de macht weg doen. We moeten de wortels van deze onheilige dingen uitroeien, zodat zijn niet weer tot leven komen. We moeten ons volledig aan de kant van de Heer scharen.’ Ellen G. White, Last Day Events, bladzijde 190.
02 03 04 05 06 07
Gespreksvragen 1 Lees Kolossenzen 3:12-17 met uw groep. Bespreek de christelijke eigenschappen die de apostel Paulus de gemeente in Kolosse aanmoedigt om te zoeken. Waarom zijn deze kwaliteiten de basis voor het oplossen van al onze conflicten? Hoe leiden ze ons om de beginselen toe te passen die Jezus geeft in Matteüs 18:15-18?
2 Kijk opnieuw naar Kolossenzen 3:12-17 en het onderwijs dat in deze verzen wordt gevonden. Waarom zijn deze zaken zo belangrijk voor de opwekking en hervorming die wij zo dringend nodig hebben in de kerk?
3 Als wij naar onze kerk kijken, dat is, de kerk in zijn geheel, wat is het belangrijkste dat ons tegenhoudt voor die manier van opwekking en hervorming die wij nodig hebben om de wereld te bereiken? Zijn dat onze leerstellingen en dogma’s? Natuurlijk niet. Dat zijn juist die zaken die God ons heeft gegeven om aan de wereld te verkondigen. Het probleem ligt uitsluitend bij ons, in onze onderlinge relaties, onze kleine jaloezietjes, ons gekibbel, ons egoïsme, ons verlangen om te overheersen en een heleboel andere zaken. Waarom moet u, ja u en niet de persoon naast u in de kerkbank, niet de predikant-maar u, uzelf niet de heilige Geest smeken om zijn kracht om die veranderingen teweeg te brengen in uw leven voordat wij opwekking en hervorming in de hele kerk kunnen meemaken?
dialoog in gesprek met het woord
125
08 09 10 11 12 13
supplement Luisteren naar de bijbeltekst
01
3 IJsbrekervraag
02
3 Benadering
04 05 06 07 08 09 10 11
Filemon 1:8-21
03
Heeft u wel eens bemiddeld in een conflict tussen twee personen? Zo ja, op welke manier?
12 13 126
In zijn brief vraagt Paulus aan Filemon om zijn slaaf Onesimus goed te ontvangen. Deze is namelijk gevlucht en heeft daarna zich tot het christendom bekeerd.
3 Studie Lees de hele brief goed door en beantwoord daarna de volgende vragen: • Aan wie is de brief geadresseerd? (Er zijn verschillende geadresseerden.) Waarom en op welke manier is de gemeente hierbij betrokken? • Wie is Filemon? Wat voor soort gelovige is hij? Wat zijn zijn goede eigenschappen? • Beschrijf de relaties tussen: Paulus en Filemon; Paulus en Onesimus; Filemon en Onesimus. Lees nu de verzen 8-21. Beantwoord de volgende vragen: • Met welk doel schrijft Paulus deze brief? Op grond waarvan doet hij een beroep op Filemon? • Onderstreep alle argumenten die Paulus gebruikt om Filemon te overtuigen. Wat is Paulus’ belangrijkste argument? • In een poging een oplossing te vinden, bemoeit Paulus zich persoonlijk met het probleem. Hoe ver gaat hij hierin? Wat is hij bereid op te offeren? Welke oplossing heeft Paulus op het oog?
3 Toepassing • P aulus doet Filemon een verzoek ‘vanwege zijn liefde’ (vers 9). Kennelijk stond Filemon hierom bekend (vers 5,7). Het is opvallend dat wanneer Paulus iemand aanspreekt, hij altijd eerst de goede eigenschappen van die persoon noemt. Hoe zit dat met ons? Wat zien wij als eerste? De goede dingen of juist de slechte? • Wat kan ware liefde in de weg staan? De christelijke liefde is geen dogma; het is een werkelijkheid die wij elke dag weer kunnen ervaren in alle aspecten van ons leven. Is het waar dat liefde het resultaat is van een levend geloof? Maar wat als dit resultaat uitblijft? Hoe zouden wij dit kunnen veranderen? • Het probleem van de slavernij: Paulus spreekt zich niet inhoudelijk over dit onderwerp uit. Hij veroordeelt de slavernij niet, maar accepteert het als een gegeven dat deel uit maakt van de samenleving waarin hij leeft. Voor Paulus spelen de veranderingen zich op een heel ander niveau af – niet alleen in de relatie tussen meester en knecht, maar in de relaties tussen alle mensen. Want in Christus zijn alle mensen gelijk – wij zijn immers broeders – en wij leven onder de heerschappij der liefde.
dialoog in gesprek met het woord
supplement Luisteren naar de bijbeltekst
01
Voor Paulus staan hier het sociale en het geestelijk niet op hetzelfde niveau; hij stelt de één boven de ander. De gelijkheid en de broederschap in Christus overstijgen alle sociale structuren van alle tijden, waar ook ter wereld.
02
• P aulus noem een aantal argumenten. Welk argument spreekt u het meeste aan? • Verandert het feit dat u christen bent iets aan de manier waarop u uw vriendschappen aangaat en onderhoudt? En geldt dat ook voor uw houding ten opzichte van mensen onder wiens gezag u valt of die onder uw gezag vallen? • Stel dat u in de plaats van Filemon had gestaan. Hoe had u op Paulus’ brief gereageerd? Wat zou Filemon moeten doen om tot een oplossing te komen? En Onesimus? • Wat kunnen wij leren van de manier waarop Paulus naar een oplossing zoekt voor de meningsverschillen tussen geloofsgenoten? Hoe zouden wij moeten omgaan met verzoening?
03 04 05
3 Overdenking
06
Onze Vader, wij weten maar al te goed dat de liefde voor onze medemens (net als de verzoening en de vergeving) alleen van u afkomstig kan zijn. Wees ons genadig en laat ons uit deze liefde leven. Mochten wij iemand hebben gekwetst, geef ons dan de moed om vergeving te vragen. Mochten wij zelf zijn gekwetst, geef ons dan de kracht om te vergeven. Geef ons de genade van de vergeving en de verzoening. Want dit is de ware kracht van de liefde.
07 08 09 10 11 12 13
dialoog in gesprek met het woord
127
supplement Luisteren naar de bijbeltekst
01
3 extra gespreksvragen Al vlot na de scheppingsdagen werd de relatie tussen mens en God verbroken. • Wat was de oorzaak hiervan? • Wat was de rol van beide mensen hierin? • Veranderde er ook iets van God uit naar de mensen?
02
In de les worden voorbeelden genoemd van relaties (Paulus met Barnabas en Johannes Marcus, Paulus en Onesimus). • Hoe lagen de verhoudingen? • Wat waren de problemen? • Waarom ging het met deze relatie (uiteindelijk) goed?
03 04
Hoe gaan wij om met spanningen, jaloezie in relaties in de kerk? Is er een remedie tegen dat prima werkt? Wat is jouw ervaring hiermee?
05
Sta eens met de groep stil bij het werk dat Jezus voor ons heeft gedaan (zie woensdag). In de les op donderdag reikt Jezus 3 stappen aan om conflicten op te lossen. Bespreek die stappen nog eens met elkaar. Heb je deze stappen al eens toegepast? Werkten ze?
06 07 08 09 10 11 12 13 128
dialoog in gesprek met het woord
22 - 28 september Lezen Matteüs 28:18-20; Jakobus 5:7,8; Zacharia 10:1; Matteüs 3:11; Openbaring 18:1; 19:11-16. Kerntekst ‘Heb geduld, broeders en zusters, totdat de Heer komt. Denk eens aan de boer, die geduldig blijft wachten op de opbrengst van zijn land, totdat de regens van najaar en voorjaar zijn gevallen. Wees net zo geduldig en houd moed, want de Heer zal spoedig komen’(Jakobus 5:7,8).
13
De belofte van opwekking: Gods werk volbracht De uitdaging om het evangelie te verkondigen in de context van de drie- engelenboodschap aan de hele wereld kan een onmogelijke opgave lijken. Alhoewel onze kerk een snelle groei meemaakt, verloopt die niet synchroon met de groei van de wereldbevolking. Er zijn vele gebieden in de wereld waar de naam ‘Zevende-dags Adventist’ (en nog minder onze boodschap) niet bekend is.
D
e realiteit van dit harde feit dwingt ons tot serieuze vraagstellingen. Is het mogelijk dat het evangelie aan de hele wereld verkondigd kan worden tijdens deze generatie? Zal er een of andere ongewone doorbraak komen die de verkondiging van de boodschap van de drie engelen dramatisch zal versnellen? Er is altijd een ding dat we voor ogen moeten houden wanneer we dit onderwerp bespreken: de opdracht komt van God, en hij zal die volbrengen. Niettemin moeten wij tegelijkertijd onthouden dat wij opgeroepen worden om ook een cruciale rol te spelen in die laatste opdracht.
dialoog in gesprek met het woord
129
01
Zondag 22 september
De belofte van kracht De grote opdracht van Christus in Matteüs 28:18-20 wordt vergezeld door zijn grote belofte. Wat is die belofte, wat betekent die in praktische zin, en hoe kunnen wij er troost uit putten? Waarom is die belofte zo belangrijk voor ons?
02 03
De discipelen predikten het evangelie niet uit eigen kracht maar in de kracht van Christus. Volgens Paulus was het in feite zo dat het evangelie verkondigd zou worden aan elk schepsel op aarde in slechts enkele jaren (Kolossenzen 1:23). Alhoewel sommigen de exacte betekenis van Paulus’ woorden in twijfel kunnen trekken, valt niet te ontkennen dat het evangelie een krachtige indruk maakte op de maatschappij van de eerste eeuw. Het veranderde de wereld. Christus beloofde aan zijn discipelen: ‘Ik zal er voor zorgen dat de belofte van mijn Vader aan jullie wordt ingelost’ en dat zij ‘met kracht uit de hemel bekleed’ zouden worden (Lucas 24:49). De Heiland voegde hier aan toe: ‘Maar wanneer de heilige Geest over jullie komt, zullen jullie kracht ontvangen en van mij getuigen in Jeruzalem, in heel Judea en Samaria, tot aan de uiteinden van de aarde’(Handelingen 1:8).
04 05 06 07
Hoe groot de uitdaging om de taak te volbrengen ook mag zijn, wij kunnen rekenen op Gods beloften. Jezus’ voorspelling: ‘Pas als het goede nieuws over het koninkrijk in de hele wereld wordt verkondigd als getuigenis voor alle volken, zal het einde komen’(Matteüs 24:14) is een belofte. De verkondiging van het evangelie aan de hele wereld mag onmogelijk lijken, maar de macht van God zal elke hindernis overwinnen. Ieder mens op de planeet aarde zal een redelijke kans krijgen om Gods boodschap van liefde en waarheid te horen en te begrijpen voordat de Heer terugkeert (zie Openbaring 18:1).
08 09
‘Ik zag engelen heen en weer vliegen in de hemel, ze daalden neer naar de aarde en stegen weer op ten hemel in voorbereiding van de vervulling van een belangrijke gebeurtenis. Toen zag ik hoe een andere machtige Engel werd opgedragen om af te dalen naar de aarde, om zijn stem te voegen met die van de derde engel, en om macht en kracht te geven aan diens boodschap. Grote macht en glorie werden toebedeeld aan de engel en, terwijl hij neerdaalde, werd de aarde verlicht met zijn glorie. Het licht dat deze engel vergezelde drong overal door.’ Ellen G. White, Early Writings, bladzijde 277.
10 11 12
God zal zijn werk volbrengen. Hij zal zijn Geest met grote kracht uitstorten en volbrengen dat wat volgens menselijke plannen onmogelijk lijkt te zijn.
13
Wat zijn de manieren waarop u, in uw onmiddellijke invloedssfeer, een effectievere getuige kunt zijn voor de Heer? Wat kunt u doen om te helpen bij de vervulling van Matteüs 24:14?
130
dialoog in gesprek met het woord
Maandag 23 september
01
De vroege en late regen Zowel het Oude als het Nieuwe Testament gebruiken de symboliek van water om de heilige Geest weer te geven. De profeet Jesaja citeert deze woorden van onze Heer: ‘Ik zal water uitgieten op dorstige grond… Ik zal mijn geest uitgieten over je nazaten’ (Jesaja 44:3). Jesaja gebruikt een literaire stijlvorm die veel voorkomt in het Hebreeuws, wat men parallellisme noemt. De tweede zin in het gedeelte verklaart de eerste zin. De profeet Joel bespreekt ook de symboliek van water. God belooft de velden van Israël water te geven en verklaart dan: ‘Daarna zal zich dit voltrekken: Ik zal mijn geest uitgieten over al wat leeft’ (Joël 3:1). Jezus gebruikt de symboliek van water om de heilige Geest weer te geven (Johannes 7:37-39). Wat zijn de twee symbolen die elk van de volgende teksten gebruikt met betrekking tot de uitstorting van de heilige Geest? Joël 2:21-24; 3:1-5; Jakobus 5:7,8. Hoe moeten wij de betekenis van deze verzen begrijpen?
In bijbelse tijden werd er gezaaid en geploegd vanaf het midden van de maand oktober, kort nadat de eerste regens gevallen waren. Deze vroege regens zorgden ervoor dat het zaad ontkiemde en gaven voeding aan de eerste groei. De late regen kwam aan het eind van de lente om de oogst van het gerijpte graan mogelijk te maken. De gerstoogst en de graanoogst waren hoogtepunten in de lente, en ze werden gevolgd door de oogst van het fruit in de zomer en herfst. God gebruikt de symboliek van de vroege en late regen op twee manieren. De vroege regen van de Geest viel op de discipelen bij Pinksteren om te helpen de christelijke zending te beginnen. De late regen zal uitgestort worden op Gods Kerk aan het einde van de tijd om te helpen zijn opdracht op aarde te voltooien. De term ‘vroege regen’ verwijst ook naar het dagelijkse werk van Gods Geest als die overtuigt, onderwijst, leidt en kracht geeft aan elke gelovige. De ‘late regen’ is een term die gebruikt wordt om de speciale schenking van Gods heilige Geest aan de kerk van Christus vlak voordat hij wederkomt te beschrijven. ‘Onder het zinnebeeld van de vroege en de spade regen, die in oosterse landen valt ten tijde van zaaiing en oogst, voorspelden de Hebreeuwse profeten de gave van geestelijke genade in buitengewone mate op Gods gemeente. De uitstorting van de Geest in de dagen der apostelen was het begin van de vroege regen, en glorierijk was het resultaat... Maar tegen het einde van de oogst op aarde is een speciale uitstorting van genade beloofd, om de gemeente op de komst van de Zoon des mensen voor te bereiden. Deze uitstorting van de Geest wordt met het vallen van de spade regen vergeleken. Om deze verhoogde kracht des Geestes moeten de christenen hun gebeden tot de God van de oogst opzenden, ‘ten tijde’ van de late regen’. Ellen G. White,Van Jeruzalem tot Rome, bladzijde 40
dialoog in gesprek met het woord
131
02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13
01
Dinsdag 24 september
Voorwaarden voor de late regen Wat zeggen de volgende teksten ons over de voorbereiding die nodig is om de heilige Geest in haar volheid te kunnen ontvangen? Lees Handelingen 1:14, Zacharia 10:1, Handelingen 3:18-20, 4:31, Psalm 119:25, Johannes 6:63.
02 03
De Schrift nodigt ons uit om God te vragen om zijn heilige Geest (Lucas 11:13). De discipelen geloofden in de belofte van Christus, ze wachtten eendrachtig tezamen, en baden om de uitstorting van de heilige Geest (Handelingen 1:8,14). De reden waarom God ons vraagt om voor zijn heilige Geest te bidden is niet omdat hij niet bereid zou zijn om ons de Geest te geven, maar omdat we nog niet klaar zijn om die te ontvangen. Wanneer wij bidden voor de uitstorting van de heilige Geest werkt God in ons hart om ons te leiden naar een dieper berouw. Samen bidden in kleine groepjes met andere gemeenteleden zorgt voor een hechtere band van eenheid en gemeenschap. Zowel gebed als bijbelstudie bereiden onze geest voor om ons open te stellen voor het werk van de heilige Geest in ons leven.
04 05 06
Wat is het natuurlijke gevolg van geestelijke vernieuwing in ons leven? Waar leiden alle geestelijke-opwekking en hervorming naartoe? Psalm 51:10-13; Handelingen 4:13,20; 5:33; 8:4.
07
Elke geestelijke opwekking en oprechte hervorming leidt tot een hartstochtelijk verlangen om te getuigen. Wanneer onze harten gevuld worden met een diepe waardering voor alles wat Jezus voor ons heeft gedaan, dan zeggen wij net als Petrus en Johannes: ‘We moeten immers wel spreken over wat we gezien en gehoord hebben’(Handelingen 4:20). De uitstorting van de heilige Geest in de vroege regen op de Pinksterdag bekrachtigde de discipelen om effectief te getuigen. Hun getuigenis was zo machtig dat een opstandige menigte in Tessaloniki in angst uitriep: ‘de mensen die in het hele rijk de orde verstoren, zijn nu ook hier gekomen!’ (Handelingen 17:6). Net zoals de uitstorting van de heilige Geest op het Pinksterfeest de discipelen in staat stelde om een geweldige getuige voor hun generatie te zijn, zo zal de uitstorting van de heilige Geest in haar macht van de late regen Gods Kerk de kracht geven om de wereld te bereiken in de laatste generatie. Niets minder dan de macht van de late regen zal nodig zijn om Gods werk op aarde te volbrengen en God biedt ons niets minder dan dat. De meest kostbare gaven van de hemel wordt ons aangeboden met een oneindige hoeveelheid zodat wij de meest dringende en belangrijkste taak die ooit aan zijn kerk werd toevertrouwd kunnen volbrengen.
08 09 10 11 12 13
De eerste discipelen zetten de hele wereld op zijn kop met hun prediking en getuigenis. Waarom wordt dat niet van ons gezegd?
132
dialoog in gesprek met het woord
Woensdag 25 september
01
De doop met vuur Zowel het Oude als het Nieuwe Testament gebruikt een groot aantal verschillende symbolen, zoals water, wind en olie, om het werk van de heilige Geest te beschrijven. Johannes de Doper voegt nog een ander beeld toe, dat van vuur om het werk van de heilige Geest weer te geven (Matteüs 3:11, Lucas 3:16). Er zijn veel mensen die de uitspraak van Johannes verkeerd hebben begrepen. De tekst zegt niet ‘hij zal jullie dopen met de heilige Geest of met vuur’. De tekst zegt: ‘Hij zal jullie dopen met de heilige Geest en met vuur’. De tweede uitdrukking ‘en met vuur’ is een verklaring van de eerste uitdrukking, ‘de doop met de heilige Geest’. De doop met de heilige Geest is de vuurdoop. Het wordt doop wordt in het Nieuwe Testament 80 keer gebruikt en heeft betrekking op een volledige onderdompeling. Lees de volgende gedeelten en beschrijf wat de symboliek van vuur betekent in de Bijbel. Lees Exodus 3:2-4; 24:17; 1 Koningen 18:24; Maleachi 3:2,3, Handelingen 2:1-4; Hebreeën 12: 29.
02 03 04 05 06
De symboliek van het vuur is een symbool voor de glorie, aanwezigheid en macht van God die zich manifesteert in het werk van de heilige Geest. Gedoopt worden met vuur betekent ondergedompeld worden in de glorie van Gods aanwezigheid door het werk van de heilige Geest. Om te kunnen getuigen met zijn kracht. Mozes ontmoette God bij de brandende braamstruik en verliet toen de glorie van Gods aanwezigheid om te getuigen bij de Farao. Elia getuigde aan Israël van de glorie van Gods vurige aanwezigheid op de Berg Karmel. Toen tongen van vuur verschenen bij het Pinksterfeest, getuigden de discipelen in talen die zij voor deze dag nooit hadden gekend. De doop met de heilige Geest betekent een onderdompeling in de aanwezigheid en kracht van God zodat wij effectiever kunnen getuigen van zijn glorie. En opnieuw, in de laatste dagen van de geschiedenis van de aarde, zal Gods volk ondergedompeld worden in zijn aanwezigheid, vervuld worden van zijn macht en uitgezonden worden om van zijn glorie te getuigen in de wereld. De aarde zal vervuld worden met de glorie van God. ‘Maar zoals de zee vol water is, zo zal de aarde vol kennis van de grootheid van de Heer zijn’(Habakuk 2:14). In een profetisch visioen zag Johannes hoe een boodschapper uit de hemel neer daalde en ‘zijn luister verlichtte de aarde’(Openbaring 18:1). De glorie van God en zijn liefdevolle karakter zullen geopenbaard worden door het werk van de heilige Geest aan een wereld die wacht en een universum dat toekijkt. Ieder persoon op de planeet aarde zal de kans krijgen om zowel de boodschap van God voor de laatste dagen te horen en te begrijpen. De glorie van God en zijn liefdevolle karakter zullen geopenbaard worden aan de wereld. Hoe kunt u, op dit moment, in uw eigen invloedssfeer die glorie in uw leven laten zien? Wat moet u doen om dit te bereiken?
dialoog in gesprek met het woord
133
07 08 09 10 11 12 13
01
Donderdag 26 september
Het einde van de grote strijd Het hele boek Openbaring kan samengevat worden in slechts een paar woorden: Jezus overwint, satan verliest. Lees Openbaring 12:17; 17:13,14; 19:11-16. Wat is de centrale boodschap van deze teksten?
02 03 04
Hier is het goede nieuws: dezelfde Jezus, die satan versloeg aan het kruis, zal terugkeren en triomferen over de machten van de hel en een volledig einde maken aan het kwaad (Openbaring 19:19-21; Ezechiel 28:18,19). Het kwaad zal niet het laatste woord hebben. Armoede en ellende zullen niet het laatste woord hebben. Ziekte en lijden zullen niet het laatste woord hebben. Misdaad en chaos zullen niet het laatste woord hebben. Ziekte en dood zullen niet het laatste woord hebben. In plaats van dit alles zal de Here God het laatste woord hebben! Tot op dat moment, zullen de Vader, Zoon en heilige Geest al het mogelijke doen om ieder mens te bereiken. Gods hart is gevuld met pijn over deze verloren wereld. Spoedig zal zijn volk aan de wereld de verbazingwekkende genade en waarheid van Jezus laten zien, in zowel het getuigenis van hun woorden als in hun daden. Natuurlijk zal satan al het mogelijke wat in zijn macht ligt doen om dit getuigenis te weerstaan. De laatste crisis zal uitbreken over deze wereld. Jezus zal zijn Geest uitstorten met de kracht van de late regen en het werk van God op aarde zal volbracht worden.
05 06 07 08
‘De gezichten van Gods boodschappers zullen stralen van heilige toewijding. Ze zullen van de ene plaats naar de andere gaan om de boodschap van de hemel te verkondigen. De waarschuwing zal door duizenden stemmen aan de hele aarde worden gebracht. Er zullen wonderen gebeuren, zieken zullen worden genezen en de gelovigen zullen tekenen en wonderen meemaken.’ Ellen G. White, De Grote Strijd, bladzijde 565.
09 10
Het werk van God op aarde zal voltooid worden. Jezus zal terugkomen. De hele hemel en aarde zullen zich verblijden. Er is geen grotere prioriteit in ons leven dan het ervaren van een opwekking van Gods genade in ons hart elke dag weer en het uitnodigen van zijn heilige Geest om ons naar zijn beeld te vormen (1 Johannes 3:1-3).
11 12
Deze wereld gaat verloren. Wie kan dat niet zien? Is er iets dat belangrijker is dan het openen van ons hart en smeken om de opwekking en hervorming die zo nodig is? Niet alleen voor ieder van ons individueel maar voor onze kerk als geheel? Wat zou er gebeuren als wij ons hart volledig overgeven aan hem en als wij volledig toegewijd waren om zijn boodschap aan de wereld te brengen?
13 134
dialoog in gesprek met het woord
Vrijdag 27 september
01
Voor verdere studie ‘De boodschap zal niet zozeer door argumenten, maar wel door de grote overtuigingskracht van Gods Geest worden gesteund. De argumenten zijn al aangevoerd. Het zaad is reeds uitgestrooid. Nu moet het ontkiemen en vruchtdragen. De publikaties die door geschriftenevangelisten zijn verspreid hebben hun uitwerking niet gemist. Velen waren wel onder de indruk van de boodschap gekomen, maar hadden de waarheid niet ten volle begrepen of gehoorzaamd. Nu dringen de stralen van het licht overal door en wordt de waarheid volledig begrepen. Gods oprechte kinderen verbreken de banden die hen vastketenden. Hun familiebanden en het feit dat ze tot een bepaalde kerk behoren, kunnen hen niet langer tegenhoden. De waarheid is belangrijker dan alle andere bijkomstigheden. Ondanks het feit dat vele krachten zich gezamenlijk tegen de waarheid keren, zullen velen Christus volgen.’ Ellen G. White, De Grote Strijd, bladzijde 565,566.
02 03 04 05 06
Gespreksvragen 1 In het citaat hierboven schreef Ellen G. White: ‘De boodschap zal niet zozeer door argumenten, maar wel door de grote overtuigingskracht van Gods Geest worden gesteund.’ Bespreek in uw groep wat u denkt dat deze woorden betekenen. Wat betekent het in elk geval niet? Uiteindelijk is onze boodschap heel logisch, heel redelijk, en hij wordt gebracht met een aantal krachtige argumenten die voor zich spreken. Hoe moeten wij dan begrijpen wat zuster White ons hier wil vertellen?
2 Welke geestelijke toepassing hebben de beloften die God gaf aan zijn volk in het Oude Testament voor zijn kerk vandaag? Lees Deuteronomium 11:13-18, Hosea 6:1-3, 10:12.
3 Dokter Stephen Hawking, een van de grootste wetenschappers ter wereld, noemde het idee van een leven na de dood een ‘sprookje voor mensen die bang in het donker zijn’. Waarom laat een uitspraak als deze zien hoe belangrijk en hoopvol onze boodschap is voor een wereld die noch God kent, noch zijn liefde?
4 Alhoewel we niet weten wanneer Jezus gaat terugkomen, weten we wel dat we graag willen dat hij komt en dat we willen dat aan deze wereld vol zonde een einde komt en een nieuwe wereld gaat beginnen. Dat is de reden waarom wij geloven dat opwekking en hervorming zo cruciaal zijn voor ons als volk, en daarom roepen onze leiders op tot deze zaken. Uiteindelijk echter, zal het alleen maar aan het werk van de heilige Geest in onze harten zijn, en dat zal niet gebeuren totdat wij, als individuele leden apart, een bewuste keuze maken om ons over te geven met al ons hart, ziel en verstand aan de Heer. Hoe kunnen wij, zonder anderen te veroordelen, zonder onszelf te vergelijken met de ander, ons deel doen om elkaar aan te moedigen om voorbereid te zijn voor het werk van de heilige Geest in ons leven?
dialoog in gesprek met het woord
135
07 08 09 10 11 12 13
supplement Luisteren naar de bijbeltekst
01
3 IJsbrekervraag
02
3 Benadering
U ziet dat de natuur ernstig te lijden heeft onder de milieuvervuiling die door de mens wordt veroorzaakt. Wat doet u?
04 05 06 07 08 09 10
Joël 2:21-27
03
11 12
Het boek Joël is slechts een klein boek in het Oude Testament. Het is echter een boek vol met bemoedigingen. Een paar voorbeelden: Petrus citeert uitgebreid het boek Joël tijdens zijn redevoering op Pinksteren wanneer hij spreekt over de uitstorting van de heilige Geest (zie Handelingen 2:16-21). De uitdrukking ‘de dag des HEREN’ is ook uit Joël afkomstig en richt onze aandacht op de beloftes die aan Gods volk worden gegeven. Vlak voordat ‘de dag’ komt, zal er herstel zijn – het is het resultaat van een hartstochtelijke oproep tot bekering en opwekking.
3 Studie Gods profetie kunnen we in drie gedeelten verdelen. We kunnen deze gedeelten op het spoor komen door de verschillende personen die worden aangesproken op te sporen en te letten op de manier waarop de werkwoorden zijn vervoegd. Deel 1 • Op welke verrassende manier worden wij aangesproken? • Tot wie richt de profeet zich in eerste instantie? • Welke opdracht krijgen zij mee? Welke drie redenen worden hiervoor gegeven? Deel 2 • Welke herhaling van woorden is kenmerkend voor dit gedeelte? • Het onderwerp van dit gedeelte lijkt erg op het onderwerp van het voorafgaande gedeelte. Toch zijn er ook verschillen. Welke? Deel 3 • Welk woord zou hier heel goed als titel kunnen dienen (ondanks dat het woord zelf niet in de tekst voorkomt)? • In welke tijd staat het grootste gedeelte van de werkwoorden vervoegd? Slechts enkele zinnen staan in de tegenwoordige of verleden tijd. Welke? Op welke manier versterkt dit de bedoeling van de tekst? • Onderstreep de momenten waar de HEER zich in de ik-vorm uitspreekt. Welk effect heeft dit op ons als lezer? • Welke natuurrampen worden er beschreven? Wie eist hier de verantwoordelijkheid voor op? Met welk doel? • Onderstreep de zinnen waar het woord ‘jullie’ niet in voorkomt.
13 136
dialoog in gesprek met het woord
supplement Luisteren naar de bijbeltekst
01
3 Toepassing In Deuteronomium 11:13-17 belooft God dat hij het in het voor- en najaar zal laten regenen. Zo is het volk verzekerd van een goede oogst. Maar hij kan ook zijn genade wegnemen! In de tijd van Joël heerste er grote droogte en werden de oogsten door de insecten opgevreten. In antwoord op het gebed van de profeet (zie Joël 1:19-20), spreekt de HEER eerst tot de planten en de dieren. Zij hadden als eerste te lijden gehad onder de zonden van de mensen.
02 03
• K unnen wij in onze tijd ook nog stellen dat de natuurrampen en hongersnoden het gevolg zijn van onze zonden (individueel of als samenleving? Ziet u de milieurampen als waarschuwingen van God? Of zijn het volgens u eerder de logische gevolgen van menselijk dwalen? • Tot twee maal toe zegt God ons toe dat we niet meer bang moeten zijn, omdat er een tijd van overvloed zal komen. Hoe kunnen wij nu al blij zijn, terwijl de situatie om ons heen nog niet verbetert? Hoe kunnen wij ons geloof behouden in dergelijke situaties? • God wil ons hier op aarde een vreugdevol leven geven. Hoe zouden wij ons kunnen openstellen, zodat wij zijn handelen in ons dagelijks leven blijven herkennen?
04 05 06
3 Overdenking U kent iemand die zich in een ‘dorre woestijn’ bevindt. Stel hem voor om voor en/of met hem te bidden en er zo achter te komen waarom God ‘dit grote leger’ (vergelijk Joël 2:25), op hem heeft afgestuurd.
07
Bid ook voor uzelf opdat God u de nederigheid en de zachtheid mag geven om deze persoon te steunen in de eenzaamheid en het lijden dat hij op dit moment ervaart.
08 09 10 11 12 13
dialoog in gesprek met het woord
137
supplement Luisteren naar de bijbeltekst
01
3 extra gespreksvragen Als het goed is heb je nu na 12 lessen gesproken te hebben over ‘Opwekking en hervorming’ een goed beeld gekregen van dit onderwerp. Heb je ook inspiratie gekregen om aan de slag te gaan? Toch begint les 13 met ‘geduld’. Remt dit niet alle enthousiasme? Kan je iets met de teksten die worden aangehaald? Noem voorbeelden waaruit bleek dat geduld meer opleverde uiteindelijk.
02 03
Opdrachten gaan bij Jezus gepaard met beloften. Als voorbeeld wordt Matteüs 28 aangehaald. • Ken je nog meer opdrachten en beloften? • Heb jij het nodig om die beloften ook al vervuld te zien? • Hoe lukt het je om te kunnen wachten?
04
We hebben in 13 lessen stappen en voorwaarden besproken die nodig zijn om tot Opwekking en Hervorming te komen. Herhaal nog kort deze stappen. • Ben jij klaar voor een grote Opwekking en Hervorming? • Waar wil je nog aan werken?
05 06
Wanneer je als groep in het afgelopen kwartaal gegroeid bent en tot het besef bent gekomen dat de heilige Geest aan jullie werkt, nodig hem dan uit om mee te gaan. Zodat een grote Opwekking zal plaatsvinden. Getuig van Gods Woord in een wereld waar het steeds donkerder wordt!
07 08 09 10 11 12 13 138
dialoog in gesprek met het woord
dialoog projecten sabbatschool collecte
Atlantische Oceaan
Portugal Spanje
Noordzee
inter-europese divisie
8.420.000
Inwoners
7.476.000
3.971
Leden
7.431
49
Kerken
123
Oostenrijk Bulgarije
76.071.000
15.660.000
47.245.000
61.261.000
9.688
9.518
15.254
19.628
21.848.000
10.782.000
149
9.249
184
345
109
66.867
Frankrijk-België
97
Tsjechië-Slowakije
Noord-Duitsland
Italië
1.092
47.043.000
34.510.000
Roemenië
Portugal
16.338
7.926.000
15.420
388.242.000
108
4.377
220
177.741
Zuid-Duitsland
50
Zwarte Zee
2.526
Spanje Zwitserland
1. 2. 3. 4.
Hulpverleningscentrum en kerk voor immigranten in de buurt van Lissabon, Portugal Evangelisatie onder studenten van universiteiten in Tsjechië en Slowakije Kerk voor de Roma-zigeuners in West-Bulgarije Kinderproject: voorzieningen voor kinderen van de Roma-zigeuners in de hierboven genoemde kerk in West-Bulgarije
Bulgarije
Roemenië
Totaal Tsjechië Slowakije Oostenrijk
Duitsland België Luxemburg
Frankrijk
Zwitserland Italië
Middellandse Zee
139
dialoog in gesprek met het woord
dialoog ruimte voor aantekeningen
140
dialoog in gesprek met het woord
dialoog ruimte voor aantekeningen
dialoog in gesprek met het woord
141
dialoog ruimte voor aantekeningen
142
dialoog in gesprek met het woord
dialoog ruimte voor aantekeningen
dialoog in gesprek met het woord
143
dialoog ruimte voor aantekeningen
144
dialoog in gesprek met het woord
116E JAARGANG • NUMMER 3 • 2013
116E JAARGANG • NUMMER 3 • 2013 OPWEKKING EN HERVORMING
Kerkge n ootsch ap de r Zeve n d e - d ags A d ve nt ist e n afdelin g Vormin g & Toe ru st in g Amersfoor tseweg 1 8 3 7 1 2 BC Hu is te r Heid e Nede rlan d
DIALOOG IN GESPREK MET HET WOORD
Opwekking en hervorming Kerkgenootschap der Zevende- dags Adventisten afdeling Vorming & Toerusting