Optimale mondverzorging bij palliatieve ouderen
Naam Studentnummer Opleiding AGZ/afstudeerstage Stage 1e beoordelaar 2e beoordelaar Werkbegeleidster Praktijkopleidster Datum
: Hananjah Schipper : 0801521 : HBO- Verpleegkunde Hogeschool Rotterdam : 06/02/2012 t/m 06/07/2012 : Laurens, zorg aan huis : Joan van Rheenen : Jannie Haitsma : Meredith Archer : Jenny Schemkes : 06/06/2012
1
Inhoudsopgave Voorwoord----------------------------------------------------------------------------------------------------------3
Samenvatting------------------------------------------------------------------------------------------------------4
Hoofdstuk 1: Inleiding--------------------------------------------------------------------------------------------5
Hoofdstuk 2: Literatuurverkenning----------------------------------------------------------------------------7 ●
Inleiding---------------------------------------------------------------------------------------------------------7
●
Zoekstrategie--------------------------------------------------------------------------------------------------8
●
Resultaten literatuurstudie-------------------------------------------------------------------------------10
●
Conclusie-----------------------------------------------------------------------------------------------------22
Hoofdstuk 3: Methodische verantwoording---------------------------------------------------------------23 ●
Onderzoeksdesign & onderzoeksvraagstellingen--------------------------------------------------23
●
Doelgroep----------------------------------------------------------------------------------------------------23
●
Onderzoekspopulatie--------------------------------------------------------------------------------------23
●
Soort onderzoek--------------------------------------------------------------------------------------------24
●
Werving en selectie----------------------------------------------------------------------------------------24
●
Methode van dataverzameling--------------------------------------------------------------------------24
●
Methode van data-analyse-------------------------------------------------------------------------------25
●
Maatregelen om kwaliteit van het onderzoek te verhogen---------------------------------------25
Hoofdstuk 4: De resultaten----------------------------------------------------------------------------------- 26 ●
Resultaten enquête/ nulmeting-------------------------------------------------------------------------26
●
Interview mondhygiënist----------------------------------------------------------------------------------29 2
●
Middag meegelopen met een mondhygiënist-------------------------------------------------------30
●
Cadenza------------------------------------------------------------------------------------------------------31
Hoofdstuk 5: Conclusie----------------------------------------------------------------------------------------32
Hoofdstuk 6: Discussie---------------------------------------------------------------------------------------- 34
Nawoord-----------------------------------------------------------------------------------------------------------37
Literatuurlijst------------------------------------------------------------------------------------------------------40
Bijlage 1: Begrippenlijst----------------------------------------------------------------------------------------42
Bijlage 2: Enquête/ nulmeting--------------------------------------------------------------------------------43
Bijlage 3: Topiclijst----------------------------------------------------------------------------------------------47
Bijlage 4: Interview mondhygiënist--------------------------------------------------------------------------48
Bijlage 5: Protocol-----------------------------------------------------------------------------------------------52
3
Voorwoord Voor u ligt mijn scriptie, het meesterwerk om mijn opleiding HBO-V aan de Hogeschool Rotterdam mee af te ronden. Tijdens het maken van dit product, liep ik stage bij Laurens, zorg aan huis, te Overschie. Dit verslag gaat over optimale mondverzorging bij palliatieve ouderen en heeft als doel om de kennis en deskundigheid van helpenden, verzorgenden en verpleegkundigen – werkzaam bij zorg aan huis te Overschie – te bevorderen. Goede voorlichting over optimale mondverzorging is belangrijk, zodat klachten van de mond worden voorkomen en/of worden behandeld. In eerste instantie wil ik mijn ouders hartelijk bedanken, dat ze mij de mogelijkheid gaven om te studeren en voor hun optimale steun en vertrouwen in mij. Veel dank gaat ook uit naar Jenny Schemkes, praktijkopleidster van Laurens, voor haar hulp, feedback, begeleiding en tijd. Daarnaast wil ik docent Joan van Rheenen bedanken om de feedback en begeleiding tijdens de action learning lessen en om het kritisch nakijken van mijn scriptiestukken. Ook ben ik dank verschuldigd aan mijn collega’s voor het invullen van de enquêtes en aan mijn werkbegeleidster Meredith Archer voor haar feedback. Tot slot bedank ik de mondhygiënist die ik heb geïnterviewd voor haar tijd en degenen die kritisch mijn conceptversie hebben gelezen en van feedback voorzien hebben.
Hananjah Schipper Rotterdam, juni 2012
4
Samenvatting Dit verslag gaat over mondverzorging bij palliatieve ouderen. Collega’s weten hier weinig van af en de mondzorg bij palliatieve cliënten gebeurt niet altijd waardoor er sneller mondklachten kunnen optreden. Het doel van dit project is: ● Klachten van de mond bij palliatieve ouderen in de thuiszorg voorkomen en/of behandelen door middel van voorlichting aan helpenden, verzorgenden, verpleegkundigen over hoe ze kunnen zorgen voor optimale mondverzorging. ● Deskundigheids/ kennisbevordering van helpenden, verzorgenden en verpleegkundigen op het gebied van mondverzorging bij palliatieve ouderen in de thuiszorg. De vraagstelling luidt dan ook: “Hoe kunnen helpenden, verzorgenden en verpleegkundigen (collega’s) – werkzaam bij Laurens, zorg aan huis te Overschie – zorgdragen voor optimale mondverzorging, zodat klachten van de mond bij palliatieve ouderen (65 plussers) in de thuiszorg worden voorkomen en/of worden behandeld?” “Mondverzorging omvat de dagelijkse door de cliënt zelf of zijn verzorgers te verrichten verzorgende en preventiegerichte handelingen die nodig zijn om het mondgebied gezond te maken of gezond te houden” (Schols:5). Hierdoor kunnen klachten van de mond worden voorkomen. Binnen de literatuur bestaat er eenduidigheid over wat onder mondverzorging verstaan wordt en welke handelingen bij mondverzorging horen. Ook is het zeker dat mondverzorging bij het beroep van een helpende, verzorgende en verpleegkundige hoort. Uit onderzoek is gebleken dat verpleegkundigen werkzaam in een ziekenhuis weinig afweten van mondverzorging. Aan de hand van een enquête is dit in de praktijk onderzocht. Collega’s vinden mondverzorging vooral belangrijk in verband met een goede mondhygiëne, een frisse adem en het voorkomen van mondproblemen. Geur, de kleur van de tong, het hebben van wondjes of etensresten zijn de punten waar collega’s het meest op letten. De enige twee handelingen die dagelijks gedaan worden, zijn tandenpoetsen en reinigen van de tong. Uit de enquêtes kan worden geconcludeerd dat collega’s weinig kennis hebben van mondverzorging, maar dat ze graag verschillende onderwerpen behandeld willen zien in een klinische les. Er is contact opgenomen met het palliatief huis van Laurens, Cadenza, om te weten te komen wat zij onder mondverzorging verstaan en hoe ze de mondverzorging doen. Mondverzorging wordt hier alleen toegepast bij cliënten die weinig/ tot niets drinken en heeft als doel ervoor te zorgen dat de mond heel blijft, mondklachten worden voorkomen. Ook is een mondhygiënist geïnterviewd om te vragen wat zij met mondverzorging te maken heeft. Een mondhygiënist verwijdert voornamelijk tandsteen en geeft veel adviezen met betrekking tot goed poetsen en het voorkomen van klachten, maar ze bleekt soms ook de tanden of vult gaatjes. Het is raadzaam om een mondhygiënist in te schakelen voor bijvoorbeeld adviezen. Collega’s kunnen zorgdragen voor optimale mondverzorging door in eerste instantie op de hoogte te zijn van mondverzorging. Dit kan door middel van scholingen of klinische lessen. Ook is het belangrijk dat ze alle handelingen horende bij mondverzorging grondig doen en zo vaak als het moet. Tot slot is een protocol/ richtlijn gemaakt, zodat collega’s weten hoe ze optimale mondverzorging bij palliatieve ouderen kunnen bieden en klachten van de mond worden voorkomen en behandeld. 5
Hoofdstuk 1: Inleiding 1.1 Probleemanalyse / aanleiding Binnen Laurens bestaat er weinig informatie over palliatieve zorg. Bovendien volgt praktijkopleidster Jenny Schemkes een cursus palliatieve zorg aan het Erasmus en is het de bedoeling dat ze binnen zorg aan huis een palliatief team start. Het lijkt mij een enorme uitdaging om dan ook een bijdrage te leveren aan het onderwerp palliatieve zorg, omdat dit nog maar in de beginfase is. Palliatieve zorg is een breed begrip, waardoor er gekozen is om uitsluitend het punt mondverzorging te behandelen. Helpenden, verzorgenden en verpleegkundigen, die werkzaam zijn bij Laurens zorg aan huis te Overschie, weten weinig af van mondverzorging en de mondzorg bij palliatieve cliënten gebeurt niet altijd waardoor er sneller mondklachten kunnen optreden. Binnen de literatuur en binnen Laurens bestaat alleen een protocol voor mondverzorging. Het lijkt mij dan ook interessant en noodzakelijk om een protocol/ richtlijn over mondverzorging in de palliatieve fase te schrijven. Door middel van het protocol kunnen collega’s optimale mondverzorging bieden en op die manier klachten van de mond bij palliatieve ouderen voorkomen en/of behandelen.
1.2 Doel- en vraagstelling Het doel van dit project is: ● Klachten van de mond bij palliatieve ouderen in de thuiszorg voorkomen en/of behandelen door middel van voorlichting aan helpenden, verzorgenden, verpleegkundigen over hoe ze kunnen zorgen voor optimale mondverzorging. ● Deskundigheids/ kennisbevordering van helpenden, verzorgenden en verpleegkundigen op het gebied van mondverzorging bij palliatieve ouderen in de thuiszorg. De vraagstelling is dan ook: “Hoe kunnen helpenden, verzorgenden en verpleegkundigen (collega’s) – werkzaam bij Laurens, zorg aan huis te Overschie – zorgdragen voor optimale mondverzorging, zodat klachten van de mond bij palliatieve ouderen (65 plussers) in de thuiszorg worden voorkomen en/of worden behandeld?”
1.3 Doelgroep Dit onderzoek is gericht op palliatieve ouderen, 65 plussers.
1.4 Kader waarbinnen het onderzoek is verricht Aan de hand van het onderzoek worden er aanbevelingen gegeven voor kennis en deskundigheidsbevordering van collega’s werkzaam bij Laurens, zorg aan huis te Overschie. Bovendien wordt een richtlijn/ protocol voor collega’s ontwikkeld, zodat klachten van de mond bij palliatieve ouderen worden voorkomen en/of worden behandeld.
1.5 Belang van het onderzoek Het onderzoek is voor Laurens erg belangrijk, want door middel van het onderzoek worden er aanbevelingen gegeven om de kennis en deskundigheid van collega’s te bevorderen. Betere kennis van mondverzorging, zorgt ervoor dat collega’s weten hoe ze klachten kunnen voorkomen en kunnen behandelen. Bovendien hebben ze een richtlijn wat hen helpt om optimale mondverzorging te geven. Belang van het onderzoek voor mij is, dat ik leer om bij te dragen aan kennis en deskundigheidsbevordering van collega’s, leer om gegevens te verzamelen, literatuur te verkennen, onderzoek te doen en een protocol te schrijven. 6
1.6 Opbouw verslag Na de inleiding, wordt door middel van een literatuurstudie antwoord gegeven op de deelvragen. Ook wordt de keuze voor de gebruikte literatuur en hoe naar bronnen is gezocht verantwoord. Daarna volgt een beschrijving van de methode van dataverzameling en dataanalyse die tijdens het onderzoek is gebruikt. Vervolgens worden de resultaten beschreven en een conclusie geformuleerd. Tot slot staan in de discussie de aanbevelingen en wordt in het nawoord een reflectie op het gehele proces gegeven.
7
Hoofdstuk 2: Literatuurverkenning 2.1 Inleiding De vraagstelling voor de literatuurverkenning: “Hoe kunnen helpenden, verzorgenden en verpleegkundigen (collega’s) – werkzaam bij Laurens, zorg aan huis te Overschie – zorgdragen voor optimale mondverzorging, zodat klachten van de mond bij palliatieve ouderen (65 plussers) in de thuiszorg worden voorkomen en/of worden behandeld?” Hieruit komen de volgende deelvragen voort: ● Wat is palliatieve zorg? ● Wat wordt onder mondverzorging verstaan? Welke handelingen horen daarbij? Hoort mondverzorging bij het beroep van een helpende, verzorgende en verpleegkundige? ● Wat is het doel van de mondverzorging tijdens de palliatieve fase? ● Wat zijn de klachten van de mond tijdens de palliatieve fase? Hoe onstaan deze klachten en hoe worden ze behandeld? Het is belangrijk om eerst te weten wat precies onder palliatieve zorg en mondverzorging verstaan wordt, aangezien deze begrippen de basis vormen voor de scriptie. De beschreven handelingen horende bij mondverzorging kunnen worden meegenomen in de uiteindelijke richtlijn. Het doel van mondverzorging tijdens de palliatieve fase achterhalen is ook enorm belangrijk, want om te zorgen voor optimale mondzorg moet eerst helder zijn waarom mondzorg zo noodzakelijk is en wat het doel is. Tot slot bevat het verslag een deelvraag over de mondklachten. Om deze te kunnen voorkomen en te kunnen behandelen, is kennis over wat voor klachten er zijn essentieel.
8
2.2 Zoekstrategie 2.2.1 Zoekcriteria De in- en exclusie criteria die zijn gehanteerd bij de zoekstrategie zijn hieronder beschreven: Inclusie criteria ● De bronnen zijn gericht op mondverzorging en bevatten informatie over de volgende trefwoorden: mondzorg, palliatieve fase/ zorg, mondklachten, protocol/ richtlijn, ouderen, verpleegkundigen. ● De bronnen kunnen worden gebruikt bij het literatuuronderzoek. ● De trefwoorden komen voor in de titel van het artikel. ● De bronnen zijn vanaf het jaar 2002. ● Bronnen moeten fulltext zijn. Exclusie criteria ● Bronnen van een commerciële site als Wikipedia. ● Bronnen ouder dan het jaar 2002. Tenzij de oudere bronnen relevant zijn en er geen of weinig recentere informatie over dat onderwerp te vinden is. ● De bronnen zijn gericht op een andere cliëntengroep dan ouderen. ● De bronnen hebben niets met mondverzorging door verpleegkundigen te maken.
2.2.2 Zoekresultaten: Datum 29/02
Zoektermen Mouth care
Databank Cinahl
Hits 10
Relevantie ● Guide to provide mouthcare for older people ●
Nurses knowledge of mouth care practices
Cinahl Cinahl
2499 0
● ● ●
Mouth care in cancer nursing Opdracht verfijnen Te specifiek
29/02
Palliative care Palliative care + mouth care Mouth care
Nursing
4
●
29/02
Mondverzorging
3
●
19/03
Richtlijn mondzorg
Hbokennis bank Google
Guide to provide mouthcare for older people Niet relevant
47200
●
Richtlijn mondzorg venvn
29/02 29/02
(1ste hit)
19/03
19/03
Mondzorg in de palliatieve fase
Mondzorg en de rol van vpk
Google
Google
46500
127000
9
●
Mondzorg richtlijn samenvatting (1ste hit)
●
Ppt mondzorg in de palliatieve fase (3e hit) Mondzorg richtlijn samenvatting (1ste hit)
●
2.2.3 Wijze beoordeling gevonden artikelen In eerste instantie is er op Cinahl gezocht naar Engelstalige artikelen, omdat deze databank de meeste artikelen bevat. Door middel van mouth care als zoekterm in te typen en alleen te zoeken op bovenstaande criteria, kreeg ik direct 10 hits. Na de titels gelezen te hebben, bleven er drie bruikbare over voor mijn onderzoek, die oppervlakkig zijn doorgenomen. De andere artikelen waren door middel van bovenstaande excluxiecriteria niet bruikbaar. Door specifiek op bovenstaande zoektermen te zoeken, werd al snel hetgene gevonden wat nodig was om de deelvragen te beantwoorden.
2.2.4 Keuze voor gebruikte literatuur Er is gekozen om literatuur te zoeken dat niet ouder is dan het jaar 2002. Helaas is niet zoveel informatie over mondzorg te vinden. Wel komt mondverzorging de laatste jaren meer onder de aandacht. Voor de literatuuronderzoek zijn vier boeken gebruikt, meer boeken over mondverzorging die voor mijn scriptie van toepassing zijn, werden niet gevonden. Vooral het boek ‘Palliatieve zorg, richtlijnen voor de praktijk’ en het zakboekje palliatieve zorg zijn erg bruikbaar. Hierin staan onder andere de klachten van de mond helder, duidelijk en uitgebreid beschreven. Ook is de ‘mondzorg richtlijn’ – geschreven door verschillende Nederlandse verenigingen – veel gebruikt. Deze richtlijn heeft een aparte samenvatting, waarin soms handig snel iets in op te zoeken valt en bovendien is de samenvatting af en toe duidelijker. Het bevat wat onder mondverzorging verstaan wordt, waarom het bij ons beroep van verpleegkundigen hoort en nog veel meer. In de zoekstrategie hierboven staat vermeld hoe de richtlijnen gevonden zijn. Voor de bronnen zie de literatuurlijst.
10
2.3 Resultaten literatuurstudie 2.3.1 Palliatieve zorg De World Health Organization (WHO), in het Nederlands de Wereldgezondheidsorganisatie, omschrijft palliatieve zorg als volgt: “Palliatieve zorg is een benadering die de kwaliteit van het leven verbetert van cliënten en hun naasten die te maken hebben met een levensbedreigende aandoening, door het voorkomen en verlichten van lijden, door middel van vroegtijdige signalering en zorgvuldige beoordeling en behandeling van pijn en andere problemen van lichamelijke, psychosociale en spirituele aard” (Stichting voorlichting palliatieve zorg 1997-2012). In deze definitie worden een aantal kenmerken van palliatieve zorg genoemd: ● Verbetert de kwaliteit van leven waardoor het beloop van de ziekte positief beïnvloed kan worden. ● Beschouwd de dood als een normaal, natuurlijk proces. ● Richt zich niet op uitstel of versnelling van de dood. ● Bestrijdt pijn en andere lichamelijke en psychische klachten. ● Integreert psychologische en spirituele aspecten van de zorg. ● Biedt steun aan cliënten en hun naasten om zo actief mogelijk te leven. ● Biedt emotionele ondersteuning voor de naasten om te leren omgaan met de ziekte van de cliënt en met eigen rouwgevoelens. ● Werkt vanuit een multidisiplinair team, zodat aan alle noden van cliënten en hun naasten tegemoet kan worden gekomen, indien nodig ook ondersteunen bij verliesverwerking na het overlijden van de cliënt (Stichting voorlichting palliatieve zorg 1997-2012)(Wiegman 2004:9).
Kwaliteit van leven Vaak wordt er gedacht dat afwezigheid van een symptoom, zoals pijn, bepalend is voor de kwaliteit van leven. Pijn wordt gezien als lijden, dus als iemand pijn heeft, heeft hij een slechtere kwaliteit van leven. Deze opvatting is echter achterhaald. Palliatieve ouderen met pijn verklaren vaak dat ze gelukkig zijn en dat ze deze periode niet graag zouden willen missen. Waar is het kwaliteit van leven dan wel van afhankelijk? Het hangt grotendeels af van karaktereigenschappen van de cliënt, de kwaliteit van de relaties, geestelijk evenwicht, vervulling van levensdoelen, de mate van aanpassing aan de ontstane situatie en de reacties van de omgeving (Graeff 2006:17)(Zylicz 2010:4).
De drie stadia van de palliatieve fase De palliatieve fase loopt vanaf het moment dat duidelijk wordt dat genezing niet meer mogelijk is tot aan het moment van overlijden en wordt ingedeeld in drie stadia: 1. In het eerste stadium heerst vaak chaos. Het slechte nieuws komt hard aan. Het ontbreken van de mogelijkheden om de ziekte te genezen kan leiden tot angst voor wat komen gaat. Het doel van deze fase is om de symptomen te bestrijden. 2. In de tweede, meer stabiele fase zijn de symptomen in evenwicht. De cliënt leert zich aan te passen aan zijn ziekte en hij leert de ziekte te verwerken. Deze periode kan, afhankelijk van het ziektebeeld, dagen tot wel jaren duren. 3. Vroeger of later schrijdt de ziekte voort. De cliënt verzwakt en wordt minder mobiel. Bestaande symptomen die tot dan toe in evenwicht waren, kunnen verergeren en er 11
ontstaan nieuwe klachten en problemen. Dit kan leiden tot een doodsstrijd, die enkele uren, dagen of langer duurt. Hoeveel resterende tijd iemand nog heeft, is veel minder belangrijk dan de kwaliteit ervan (Graeff 2006:17)(Zylicz 2010:4-5).
Iedere ziekte verloopt anders. Hoe een ziekte zich ontwikkelt, is onder te verdelen in drie trajecten: 1. Een traject met een min of meer stabiele fase waarna de ziekte in een korte tijd plotseling snel achteruitgaat. Bij kanker is hier onder andere sprake van. 2. Een traject met een langzame, toenemende acheruitgang, met tussendoor plotseling optredende verergeringen, zoals bij hartfalen en COPD. 3. Een traject met een langdurige, geleidelijke achteruitgang, bijvoorbeeld bij dementie (Zylicz 2010:5). Zie voor extra verduidelijking de figuur hieronder.
Figuur 1: (Zylicz 2010:5)
12
2.3.2 Betekenis en doel van mondverzorging “Mondverzorging omvat de dagelijkse door de cliënt zelf of zijn verzorgers te verrichten verzorgende en preventiegerichte maatregelen die nodig zijn om het mondgebied gezond te maken of gezond te houden” (Schols:5). Goede mondgezondheid wordt gedefiniëerd als het niet hebben van chronische pijn, mond- en keelkanker, mondzweren, geboortegebreken zoals een gespleten lip en gehemelte, losse tanden, en andere ziektes of stoornissen die de mondholte aantasten. Het is belangrijk om te weten dat soms een cliënt een mondinfectie kan hebben, terwijl hij geen pijn heeft. Een mond dat goed functioneert met een gebit, met eventueel vullingen, kronen, implantaten is het gevolg van een goede mondgezondheid (Bissett & Preshaw 2011:14). Optimale mondverzorging is erg belangrijk, omdat: ● Het invloed heeft op de algemene gezondheid en het welbevinden. ● Mondziektes pijn en lijden kunnen veroorzaken. ● Het belangrijk is voor communicatie, sociaal netwerk en uiterlijk. ● Het invloed heeft op het kwaliteit van leven (Bissett & Preshaw 2011:14). Het verliezen van tanden kan lijden tot het moeilijker kauwen, praten en lachen. Dit heeft als gevolg dat ouderen vooral zacht, makkelijk te kauwen voedsel gaan eten, waardoor ze selectief eten en niet voldoende van alles van de voedselschijf binnenkrijgen. Dit kan resulteren in afvallen en uitdroging. Slechte mondverzorging heeft niet alleen invloed op het kwaliteit van leven, algemene gezondheid en welbevinden, maar ook op de levensverwachting (Bissett & Preshaw 2011:14). Bij een gezonde mond hoort er sprake te zijn van: ● Een vochtig en roze slijmvlies, ● Schone tanden, ● Roze tong, ● Frisse adem, ● Gezond tandvlees, ● Een passend gebit (Honnor & Law 2002:1093).
13
2.3.3 Handelingen horende bij mondverzorging Afhankelijk van de mondstatus, moeten dagelijks de volgende handelingen uitgevoerd worden bij een zelfstandige cliënt: ●
Lippenverzorging. De lippen rijkelijk invetten met vaseline of lippencrème (bijvoorbeeld vaseline of labellostift of cacaoboter) (Graeff 2006:491).
●
Mondspoelen. Spoelen met fysiologisch zout vermindert de kans op bacteriën die zich aanhechten aan het mondslijmvlies. Het spoelen prikkelt niet en het lost taai speeksel op. Het is klaar te maken door één afgestreken theelepel zout op te lossen in een beker lauw kraanwater (Spreeuwenberg 2005:136).
●
Poetsen van tanden en kiezen. Gebruik een schone, zachte tandenborstel en milde fluoridehoudende tandpasta. Fluoride reduceert het ontstaan van tandbederf door het versterken van het glazuur en het bevorderen van de weerstand tegen zuren. Spoel de tandenborstel na gebruik grondig af onder stromend water en bewaar hem droog in een beker met de borstelkop naar boven gericht. Het is wenselijk om de tanden na iedere maaltijd en voor de nacht te poetsen. Als dit niet haalbaar is, is het belangrijk dat de tanden één keer daags erg grondig worden gepoetst. Tanden poetsen volgens Bass heeft de voorkeur. Bij deze methode worden alle tanden en kiezen, het tandvlees en het gebied tussen de tanden gereinigd. De haren van de tandenborstel worden schuin onder een hoek van 45 graden tegen de tandvleesrand aangezet, zowel aan de tong- als Afb 1: (Oncoline 2012) wangzijde. Zie illustratie hiernaast. Vervolgens worden korte, heen en weer gaande horizontale bewegingen gemaakt waarbij de borstel telkens twee of drie tanden tegelijk bestrijkt. De kauwvlakken van de kiezen worden met korte boenende bewegingen van voren naar achteren schoongemaakt. Aan de tongzijde van de voortanden wordt de borstel verticaal gehouden en worden kleine op- en neergaande bewegingen gemaakt (Graeff 2006:492).
●
Reinigen van implantaten. De implantaten tweemaal daags rondom poetsen met een tandenborstel met tandpasta. Soms is reiniging met een gaas noodzakelijk (Graeff 2006:492)(Schols:13).
●
Poetsen van de kaakwallen. Masseer de kaakwallen zachtjes met een schone, zachte tandenborstel en fluoridehoudende tandpasta (Graeff 2006:492).
●
Reinigen van de tong. Gebruik een schone, zachte tandenborstel. Ga voorzichtig van achter naar voren over de boven- en zijkant van de tong. Een tongschraper kan gebruikt worden indien de tong onvoldoende schoon wordt. Wel moet dan opgelet worden dat er bij een kwetsbaar slijmvlies geen wondjes gemaakt worden (Graeff 2006:493) (Schols:13).
●
Interdentaal reinigen. Om de ruimte tussen de gebitselementen te reinigen en hierdoor de kans op ontsteking van tandvlees te voorkomen is het gebruik van tandenstokers of ragers erg praktisch. Het is voldoende om dit éénmaal daags, het liefst voor de nacht, te doen. Het gebruik van flosdraad wordt afgeraden. De kans op tandvleesbeschadiging is met flossen veel groter (Graeff 2006:493).
●
Prothese onderhoud. Spoel het kunstgebit na iedere maaltijd met water af. Reinig de prothese met een speciale protheseborstel (kort, stevig en breed handvat met aan het uiteinde een grote borstel, of een combinatie van een grote en kleine borstel) en met ongeparfumeerde huishoudzeep. Indien er tandsteen of aanslag op het kunstgebit zit, kan deze een nacht in een oplossing van natuurazijn (theelepel azijn op 100ml water) 14
gelegd worden. Hierna en voor gebruik de prothese onder stromend water afspoelen. ’s Nachts de prothese droog bewaren. Water is namelijk een bron van bacteriën. Het niet inhebben van het gebit, ontziet de kaakwallen en voorkomt irritatie. Bij zich ontwikkelende en/of bestaande irritaties in de mond ook overdag de prothese uitlaten. De voordelen van het uitlaten van het gebit moeten afgewogen worden tegen de soms door de cliënt als ernstig ervaren cosmetische en sociale bezwaren ervan. Chemische reinigingsmiddelen en tandpasta maken de kunsthars van de prothese na een poos ruw. Hierdoor kunnen bacteriën en plaque zich makkelijker hechten. Tandsteenvorming en verkleuring van het gebit kunnen optreden. Bovendien is het drinken van de vloeistof waar het chemische reinigingsmiddel aan toegevoegd is, schadelijk voor de gezondheid (Graeff 2006:493-494)(Schols:18) (Spreeuwenberg 2005:136).
Aandachtspunten bij de mondverzorging van een niet zelfstandige cliënt: ● Overweeg het gebruik van een elektrische tandenborstel. ● Soms kan de cliënt nog wel zelfstandig poetsen als hij zijn hand en arm kan steunen. ● Een zwakke cliënt kan ondersteuning van de onderkaak als prettig ervaren. ● Maak voorzichtige en rustige poetsbewegingen met tijdig spoelpauzes. Houdt het hoofd schuin naar voren, naar rechts en naar links gericht, bij een cliënt die niet goed kan spoelen, om het vocht uit de mond op te vangen (Graeff 2006:494). Indien de cliënt niet aanspreekbaar is en niets per os mag, gelden de volgende richtlijnen: ● Draag uit hygiënisch oogpunt wegwerp handschoenen. ● Poets als het kan de tanden twee maal daags voorzichtig met een schone, zachte tandenborstel met weinig tandpasta. ● Verwijder een kunstgebit. ● Week korsten op de lippen los met vaseline. ● Bevochtig en maak het tandvlees, de wangzakken en het gehemelte schoon met een zacht vochtig gaas om de wijsvinger. Doe dit zo vaak als het nodig is, maar minimaal zesmaal daags als de cliënt niets per os neemt. ● Schoonmaken en bevochtigen van de tong met de tandenborstel waar een vochtig gaasje omheen zit. Ook voor dit geldt, doe het zo vaak als het nodig is, maar minimaal zesmaal daags. Schoonmaken in drie stappen door steeds een schoon gaas te gebruiken, eerst de tongpunt, dan het middengedeelte en tot slot de tongwortel. De tongpunt wordt met een gaas vastgepakt zodat deze niet wegglipt. ● Indien mogelijk interdentale reiniging. ● Spoel de mond met fysiologisch zout, eventueel met een kaakspoelspuit (Graeff 2006:494). ● Vocht in de mond tot een minimum beperken en verwijderen om stikken en aspiratie in de longen te voorkomen. ● Droge of kapotte lippen schoonmaken met een nat gaasje. Vet de lippen in met vaseline of lippencrème. Het hoofddoel van mondverzorging van niet aanspreekbare cliënten is het beschermen van de luchtweg (Bissett & Preshaw 2011:21).
In de volgende tabel wordt aangegeven hoe vaak de verschillende handelingen per dag moeten worden uitgevoerd om klachten van de mond te voorkomen: 15
Lippen
Mondspoelen
Volledig 4dd 4dd eigen gebit Ontbreken 4dd 4dd tanden en/of kiezen Plaatje 4dd 4dd boven/onder prothese Volledige 4dd 4dd gebitsprothese Figuur 2: (Graeff 2006:495).
Poetsen tanden en kiezen 4dd
Reinigen tong
Poetsen kaakwallen
4dd
Interdentaal reinigen 1dd
4dd
4dd
1dd
4dd
4dd
4dd
4dd
4dd
4dd
2dd
4dd
16
Prothese onderhoud
2.3.4 Mondverzorging als taak Helpenden, verzorgenden en verpleegkundigen hebben als taak om samen met de cliënt en zijn/ haar naasten te zorgen voor optimale mondverzorging. Mondverzorging hoort dus wel degelijk bij hun beroep. Zij signaleren mondproblemen bij een cliënt namelijk het eerst. Het valt hun op als een cliënt slechter gaat eten en drinken, vermagert, pijn heeft of last heeft van een slechte adem. Ook zijn zij degenen die zien als een cliënt niet zelf meer de tanden poetst of zijn kunstgebit niet meer in doet. Ze merken als iemand bang is of pijn heeft bij de dagelijkse mondverzorging. Dergelijke signalen melden zij aan de huisarts en/of tandarts, die dan verder actie ondernemen (Deerenberg-Kessler 2007:17). Uit onderzoek – van Costello & Coyne en van Honnor & Law – onder verpleegkundigen werkzaam in een ziekenhuis, is gebleken dat verpleegkundigen weinig afweten van mondverzorging. Ze kunnen mondproblemen moeilijk herkennen, weten niet goed hoe ze mondproblemen kunnen aanpakken, hoe je kan beoordelen of een mond gezond is. Tijdens de opleiding wordt wel aandacht besteed aan mondverzorging, dit is echter maar heel kort, zo’n anderhalf uur. Als je eenmaal gediplomeerd bent, komt mondverzorging niet veel meer ter sprake. De meeste verpleegkundigen vinden dat een praktijkcoördinator of een tandarts klinische lessen hiervoor moet organiseren. Ongeveer de helft van de verpleegkundigen vindt dat ze mondverzorging vaker kunnen doen. Nu gebeurt het niet zo vaak als het zou moeten. Ook ondervinden ze belemmeringen om optimale mondverzorging te bieden, zoals gebrek aan tijd, cliënten die niet meewerken, gebrek aan tandpasta of tandenborstels. Bovendien wordt mondverzorging niet altijd als een hoge prioriteit beschouwd (Costello & Coyne 2008:264-268)(Honnor & Law 2002:1093).
17
2.3.5 Doel van mondverzorging tijdens de palliatieve fase Bij mondverzorging tijdens de palliatieve fase staan de volgende drie zaken centraal: 1. Pijnbestrijding door de behandelaar. Dit kan door het aanpassen van medicatie en door kleine ingrepen in de mond. Het wordt uitgevoerd door de tandarts en huisarts. 2. Bestrijding van ongemak door de verzorgende. Voor het behandelen van een droge mond kan men mondverfrissende middelen, zoals ijslollies, spoelvloeistoffen of vochtige wattenstaven gebruiken. Ook is het belangrijk om regelmatig de mondholte te reinigen en tot slot de lippen met vaseline in te smeren. 3. Het zorgen voor een goede laatste herinnering door alle betrokkenen. Het bestrijden van een slechte adem is in de terminale fase erg belangrijk. Een kunstgebit is soms belastend. Nabestaanden waarderen het vaak wel dat de gebitsprothese na overlijden teruggeplaatst wordt (Deerenberg-Kessler 2007:15)(Schols:22). Het is opvallend dat bij mondverzorging tijdens de palliatieve fase pijnbestrijding door de behandelaar op nummer één staat. Dit spreekt de definitie van kwaliteit van zorg tegen. Zoals bij deelvraag palliatieve zorg genoemd, is de kwaliteit van leven vooral afhankelijk van karaktereigenschappen van de cliënt, de kwaliteit van de relaties, geestelijk evenwicht, vervulling van levensdoelen, de mate van aanpassing aan de ontstane situatie en de reacties van de omgeving. Dat pijn wordt gezien als lijden, is juist achterhaald. Daarom is het zo apart dat pijnbestrijding volgens Graeff en Zylicz toch op nummer één staat en daarna pas de bestrijding van het ongemak (Graeff 2006:17)(Zylicz 2010:4). Het doel van palliatieve mondzorg: ● Het gebit en het tandvlees schoon (vrij van tandplak) en intact te houden. ● De mondslijmvliezen schoon, vochtig en intact te houden. ● Korstvorming (door taai speeksel of bloedingen) tegen te gaan. ● Stomatitis (ontsteking van de mond en van het mondslijmvlies) te voorkomen of te verlichten. ● De voedselinname te vergemakkelijken. ● De lippen en mondhoeken soepel te houden. ● Mondinfecties te voorkomen. ● Pijn en ongemak te voorkomen of te verminderen. ● Slechte adem te voorkomen. ● Algemeen welbevinden te verhogen. ● De kauwfunctie te bevorderen (Gaasenbeek:6)(Graeff 2006:491)(Spreeuwenberg 2005:135).
18
2.3.6 Mondklachten tijdens de palliatieve fase Een droge mond door afnemende speekselproductie, pijn door beschadigde slijmvliezen en kapotte mondhoeken, slechte adem, smaakstoornissen, infecties en stomatitis kunnen bij palliatieve ouderen voorkomen. Deze klachten worden veroorzaakt door onder andere bijwerkingen van medicijnen, slechte mondverzorging, slechte voedingstoestand, dehydratie en oppervlakkig ademen met open mond. Mondklachten bemoeilijken het eten en drinken. Als de oorzaak niet kan worden aangepakt, zijn mondproblemen slecht te behandelen. Een goede mondverzorging die het gebit schoon houdt, de slijmvliezen vochtig en de lippen soepel en die de kauwfunctie bevordert, is daarom enorm belangrijk, want dit kan de klachten verminderen en soms voorkomen (Doornink 2006:210).
De oorzaken en behandeling van de klachten Xerostomie Xerostomie is een abnormale droogte van het mondslijmvlies, meestal veroorzaakt door een afname van de speekselproductie. Een volwassene produceert normaal per 24 uur ongeveer één liter speeksel. Bij xerostomie is dit minder dan 150 ml per dag. Speeksel beschermt het mondslijmvlies en helpt mee bij de voedselvertering, bij het proeven en het praten. Te weinig speeksel kan leiden tot taai, draderig speeksel, een stinkende adem, smaakstoornissen, pijnklachten, klachten met eten en ook minder eten, problemen met kauwen en slikken, infecties van de mondslijmvliezen, problemen met kunstgebit, tandbederf en belemmeringen bij spreken en slapen (Graeff 2006:496-500)(Gootjes 2010:117-121). Bij het ontstaan van xerostomie kunnen één of meer van de volgende factoren een rol spelen: Algemene factoren: ademen met open mond bij verstopte neus of bij een slechte algemene conditie, niet eten en drinken, uitdroging en psychische factoren zoals depressie en angst. Ziekten en aandoeningen: diabetes mellitus, aids, nierinsufficiëntie, neurologische aandoeningen, mondinfecties, ontstekingen van de speekselklieren, infiltratie van speekselklier of mondslijmvlies door tumor, hypothyreoïdie, syndroom van Sjögren. Gevolgen van behandeling: medicijnen, toediening van zuurstof, vaak uitzuigen van de mond- en keelholte, na chirurgische verwijdering of radiotherapie van speekselklieren, chemotherapie (Graeff 2006:496-500)(Gootjes 2010:117-121)(Spreeuwenberg 2005:134). Behandeling ● Behandelen van de onderliggende oorzaak door behandeling van de ziekte en/of infectie; of door het wijzigen of staken van medicatie. ● Optimale mondverzorging: - Spoelen met fluoridemondspoeling. - Een milde tandpasta (Zendium, Colgate, Biotene, Elmex) gebruiken. - Vermijd mondspoelingen met alcohol of glycerine: geeft extra uitdroging van de slijmvliezen van de mond. ● Vermijd hete, scherp gekruide en harde gerechten. Eten weg spoelen met drinken. Maak de voeding vochtig met jus of vruchtenmoes. Overweeg consult diëtiste. ● Stimulatie van speekselproductie door: koolzuurhoudende dranken, mondspoelmiddel, snoepjes, kauwgom of ananasblokjes. Lemonswabs niet gebruiken, zie begrippenlijst waarom niet. ● Plaatsvervanger van speeksel. - Kleine slokjes water of mondsprayen met zoutoplossing, ijsblokjes, regelmatig de mond vochtig maken met een wattenstokje of gaasje. - Kunstspeeksel (Graeff 2006:496-500)(Gootjes 2010:117-121).
19
Halitosis Halitosis of foetor ex ore zijn andere woorden voor een stinkende adem. Een slechte adem wordt soms niet door de cliënt zelf, maar door diens naasten opgemerkt. Het kan leiden tot problemen met intimiteit en sociale contacten. Halitosis kan worden veroorzaakt door slechte mondverzorging, tandplak en tandbederf, droge mond, roken en alcohol en bepaalde voedingsmiddelen zoals uien, knoflook, prei, radijs, vlees en vis. Ook kan het ontstaan door infecties van mond-, neus- en keelholte en longen, door een blokkade in de slokdarm, maag en dunne darm, door metabole processen of door een tumor in de mond- of keelholte. Medicijnen kunnen ook bijdragen aan het veroorzaken van een slechte adem. Halitosis kan op de volgende manieren worden behandeld: ● Stoppen met het gebruiken van oorzakelijke medicijnen, voedingsmiddelen, alcohol en/of tabak. ● Behandeling van infecties, abcessen en fistels. ● Indien mogelijk blokkade in het maagdarmkanaal opheffen. ● Bij opboeren, oprispingen: dimeticon 4dd 40-80mg per os of zo nodig een maagsonde. ● Bij stase van de maag: metoclopramide of domperidon 3-4dd 10-20mg po. ● Veel water drinken. ● Reinigen van de tong met een tongschraper. ● Gorgelmiddel of mondspray met chloorhexidine (Graeff 2006:501-502)(Gootjes 2010:343-345).
Smaakstoornissen Onder smaak verstaat men alle gewaarwordingen, die met het proeven in de mond samenhangen. Hierbij kan men denken aan prikkeling van de smaaksensoren, het tastgevoel van de tong en het mondslijmvlies, de temperatuur van het voedsel en de geur. Proeven heeft twee functies: informatie geven over de kwaliteit van het eten; en stimuleren van de afgifte van speeksel en maagsappen om te zorgen voor een goede spijsvertering. Bij smaakstoornissen wordt onderscheid gemaakt in: ● Verandering van de smaak en/of verhoogde gevoeligheid voor bepaalde smaken. ● Een vermindering van de normale smaak of totale afwezigheid van smaak. Veranderingen van de smaak kunnen leiden tot minder eten, afvallen, minder plezier in eten, een hekel hebben aan mondverzorgingsproducten en aan medicatie. Smaakstoornissen kunnen erfelijk zijn. Slechte mondverzorging, een droge mond, roken, een verstopte neus en een tekort aan zink kunnen een rol spelen in het ontstaan van smaakstoornissen. Andere oorzaken zijn: tumoren, mondinfecties, aandoeningen van de zenuwen die zorgen voor een optimale reuk en smaak, diabetes mellitus, nierinsufficïentie, CVA, leverfalen, ernstige bloedarmoede, medicijnen, chemo-, radiotherapie, chirurgie (onder andere verwijdering van gehemelte, missen van een stuk van de tong of de hele tong, beschadiging van reuk- en smaakzenuwen en wegnemen van het strottenhoofd). Behandeling ● Behandelen van de oorzaak: stoppen met roken, behandelen van infecties, een droge mond, bloedarmoede en van andere aandoeningen die een rol spelen in het ontstaan van smaakstoornissen. ● Verwijderen van onaangename geuren, zoals sterk ruikende planten en bloemen, koffie, parfum, sigaren- en sigarettenrook. ● Vermijden van metalen bestek indien er sprake is van een metaalsmaak. ● Extra aandacht geven aan de geur en de smaak van het eten, zonodig de smaak versterken door bijvoorbeeld extra kruiden. Zorgen dat het eten er smakelijk uitziet. 20
●
Veranderen van medicijnen en/of nieuwe medicijnen voorschrijven (Graeff 2006:503505)(Gootjes 2010:349-351).
Stomatitis Stomatitis is een ontsteking van het mondslijmvlies. De ernst is onder te verdelen in vier graden die ik hieronder kort zal toelichten: ● Graad 1: mondslijmvlies is rood, bevat rode vlekken; cliënt kan normaal drinken en eten. ● Graad 2: kleine zweertjes; eten en drinken gaat moeilijk, een beetje pijn. ● Graad 3: zweren met witte vlekken; eten gaat niet, wel drinken, matige pijnklachten. ● Graad 4: zweren met bloedingen; eten en drinken gaat absoluut niet, veel pijn, praten gaat moeilijk. Stomatitis kan worden veroorzaakt door één of meer van de volgende factoren: slechte mondverzorging, slecht passend gebit, tandbederf, droge mond, slechte voedingstoestand, infecties, ziekte van Sjögren en door chemo- en radiotherapie. Door het wegnemen van de onderliggende oorzaak kan men stomatitis behandelen. Ook is optimale mondverzorging belangrijk. Hieronder valt het goed spoelen van de mond (Graeff 2006:506-507).
Mondinfecties Mondinfecties kunnen worden veroorzaakt door schimmels, virussen of bacteriën. Bacteriële infecties komen bij palliatieve ouderen echter weinig voor. Factoren die een rol spelen bij het ontstaan van mondinfecties zijn: dragen van een kunstgebit, slechte mondverzorging, droge mond, roken, stress, dieet met veel koolhydraten, slechte voedingstoestand, verminderde weerstand, tumoren, diabetes en medicijngebruik. Ook kan het ontstaan na chirurgie van de mondholte of na radio-, chemotherapie. Mondinfecties zijn in eerste instantie te behandelen door optimale mondverzorging. Hieronder beschrijf ik per infectie hoe het behandeld kan worden met medicijnen: Schimmelinfecties worden bijna altijd veroorzaakt door Candida albicans: ● Fluconazol: 1dd 50-150mg po gedurende één week ● Itraconazol orale suspensie: 1dd 100mg gedurende één week Virusinfecties worden meestal veroorzaakt door het herpes simplex type 1 virus en kan worden behandeld met aciclovir 5dd 200mg po of valaciclovir 3dd 1g po gedurende één week. Bacteriële infecties: ● Aerobe infecties: antibiotica die speciaal voor dat soort bacterie dient. Wordt bepaald aan de hand van een kweek. ● Anaerobe infecties: metronidazol 3dd 500mg po of clindamycine 4dd 150mg po (Graeff 2006:509-511)(Gootjes 2010:253-255).
21
Pijn in de mond Cliënten kunnen last hebben van pijn en/of van een branderig gevoel in de mond. Hierdoor kunnen ze problemen hebben met eten, kauwen en slikken, eten ze minder, zijn er klachten bij de mondverzorging en hebben ze slaapproblemen. De pijn ontstaat door een slecht passend gebit, scherpe randen aan tanden of kiezen, tandrestauraties, slechte mondverzorging, droge mond, tumoren, infecties, stomatitis, ziekte van Sjögren, radiotherapie en/of chemotherapie. Behandeling: ● Optimale mondverzorging. ● Aanpassing van het eten: zachte, licht gekruide, niet te zure voeding, lauw of koud eten, niet te droge of te harde voeding. ● Systematische pijnstilling: paracetamol en/of opioïden. ● Plaatselijke pijnstilling: - xylocaïne 2% viskeus 3dd 10ml, of xylocaïne 10% spray 6dd een verstuiving (=10mg) - mondspoeling met morfine 2% viskeus15 ml gedurende 2 minuten, om de 3 uur. Er bestaat echter kans op verstikking door verdoving van de keelholte en op bijten op de tong of de wangslijmvliezen door gevoelloosheid (Graeff 2006:512-513)(Gootjes 2010:253-255).
22
2.4 Conclusie Binnen de literatuur bestaat er eenduidigheid over wat onder mondverzorging verstaan wordt en welke handelingen bij mondverzorging horen. Ook is het zeker dat mondverzorging bij het beroep van een helpende, verzorgende en verpleegkundige hoort. Dit komt namelijk in meerdere bronnen terug. Er wordt duidelijk en uitgebreid beschreven wat de klachten van de mond zijn, hoe deze ontstaan en hoe ze kunnen worden voorkomen en/of behandeld. Bij mondverzorging tijdens de palliatieve fase staat pijnbestrijding door de behandelaar centraal. Daarnaast heeft het als doel om ongemak te bestrijden en het zorgen voor een goede laatste herinnering. Het feit dat pijnbestrijding het hoofddoel is bij mondverzorging tijdens de palliatieve fase is tegenstrijdig aan de definitie van kwaliteit van leven. Kwaliteit van leven heeft juist te maken met karaktereigenschappen van de cliënt, de kwaliteit van de relaties, geestelijk evenwicht, vervulling van levensdoelen, de mate van aanpassing aan de ontstane situatie en de reacties van de omgeving. Pijn hoeft juist niet gezien te worden als lijden. In deze scriptie wordt niet dieper ingegaan op de invloed van pijn op de kwaliteit van leven. Door middel van een enquête/ nulmeting wordt onderzocht hoeveel helpenden, verzorgenden en verpleegkundigen – die werkzaam zijn bij Laurens zorg aan huis te Overschie – afweten van mondverzorging. Wat vinden collega’s het doel van mondverzorging? Hoe vaak voeren ze de mondzorg handelingen uit? Kunnen ze mondklachten herkennen? Uit onderzoek van Costello & Coyne en van Honnor & Law is namelijk gebleken dat verpleegkundigen die werkzaam zijn in een ziekenhuis weinig afweten van mondverzorging.
23
Hoofdstuk 3: Methodische verantwoording 3.1 Onderzoeksdesign & onderzoeksvraagstellingen Uit onderzoek van Costello & Coyne en van Honnor & Law is gebleken dat verpleegkundigen die werkzaam zijn in een ziekenhuis weinig afweten van mondverzorging. Tijdens mijn onderzoek wordt dan ook aan de hand van een nulmeting/ enquête onderzocht wat collega’s afweten van mondverzorging. De vraagstelling luidt: ‘Wat weten helpenden, verzorgenden en verpleegkundigen (collega’s) – werkzaam bij Laurens, zorg aan huis te Overschie – af van mondverzorging in het algemeen en mondverzorging bij palliatieve ouderen (65 plussers)? Wat doen ze met betrekking tot mondverzorging en wat hebben ze nodig om optimale mondverzorging te bieden?’ Aan de hand van de resultaten worden aanbevelingen gegeven ter verbetering van de kennis. Ook wordt een protocol/ richtlijn gemaakt, zodat collega’s weten hoe ze optimale mondverzorging bij palliatieve ouderen kunnen geven en mondklachten kunnen worden voorkomen en behandeld. Bovendien is het handig om een mondhygiënist in te schakelen voor onder andere advies over de juiste manier van mondzorg en bij het voorkomen en/of behandelen van mondklachten. Om een beter beeld te krijgen van wat een mondhygiënist allemaal doet, wordt er één iemand geïnterviewd. De vraagstelling luidt: ‘Wat hebben mondhygiënisten te maken met mondverzorging en op welke wijze kunnen zij bijdragen aan de kennisontwikkeling van helpenden, verzorgenden en verpleegkundigen?’ Ook wordt telefonisch contact opgenomen met het palliatief huis van Laurens, Cadenza, om te weten te komen wat zij onder mondverzorging verstaan en hoe ze de mondverzorging doen. Dit heeft als doel, om te kijken als de theorie overeenkomt met de praktijk. De onderzoeksvraag wordt dan: ‘Wat verstaat Cadenza onder mondverzorging en hoe wordt de mondverzorging gedaan?’ Hieronder nogmaals mijn onderzoeksvragen: ● Wat weten helpenden, verzorgenden en verpleegkundigen (collega’s) – werkzaam bij Laurens, zorg aan huis te Overschie – af van mondverzorging in het algemeen en mondverzorging bij palliatieve ouderen (65 plussers)? Wat doen ze met betrekking tot mondverzorging en wat hebben ze nodig om optimale mondverzorging te bieden? ● Wat hebben mondhygiënisten te maken met mondverzorging en op welke wijze kunnen zij bijdragen aan de kennisontwikkeling van helpenden, verzorgenden en verpleegkundigen? ● Wat verstaat Cadenza onder mondverzorging en hoe wordt de mondverzorging gedaan? 3.2 Doelgroep Dit onderzoek is geschreven voor helpenden, verzorgenden en verpleegkundigen die werkzaam zijn bij Laurens, zorg aan huis te Overschie. Door de aanbevelingen en het protocol kunnen hun optimale mondverzorging bieden aan palliatieve ouderen. 3.3 Onderzoekspopulatie Het onderzoek richt zich op helpenden, verzorgenden en verpleegkundigen. Door middel van enquêtes wordt onderzocht wat deze populatie afweet van mondverzorging. Ook wordt een mondhygiënist geïnterviewd en contact opgenomen met het palliatief huis van Laurens, Cadenza. 24
3.4. Soort onderzoek Er is gekozen voor kwalitatief onderzoek. Kwalitatief onderzoek richt zich op het verkrijgen van informatie over belevingen van een bepaalde doelgroep en waarom. Dit onderzoek onderzoekt wat collega’s afweten van mondverzorging. Kwalitatief onderzoek is dan de beste methode om te gebruiken. Ook bij het interview en Cadenza is sprake van kwalitatief onderzoek, omdat er gekeken wordt wat de beleving van hun is met betrekking tot mondverzorging. Wat verstaan ze onder mondverzorging en wat doen ze als handelingen? Wel is er enigszins sprake van kwantitatief onderzoek. De resultaten van de enquête zijn namelijk zowel kwalitatief als kwantitatief weergegeven. Het gaat over hoeveel collega’s bijvoorbeeld frisse adem belangrijk vinden. De hoeveelheid is kwantitatief. Bij kwantitatief onderzoek gaat het over hoeveelheden, frequenties en omvang.
3.5 Werving en selectie De enquêtes zijn aan iedereen uitgedeeld. Mijn collega’s kregen twee weken de tijd om de formulieren in te vullen. Door op Google mondhygiënisten als zoekterm te gebruiken, kreeg ik als derde hit de site www.mondhygienisten.nl. Op deze manier is een mondhygiënist gevonden die vlakbij mijn stagekantoor werkzaam is. Via deze mevrouw, ben ik in contact gekomen met de kliniek waar de geïnterviewde werkzaam is. 3.6 Methode van dataverzameling Enquêtes De data’s zijn verzameld door middel van een enquête/ nulmeting om een globaal beeld te krijgen van wat collega’s afweten van mondverzorging. Door enquêtes te gebruiken, bereikt men namelijk iedereen. Ik vind dat door het afnemen van interviews maar een beperkt beeld gekregen wordt van de situatie. Alle collega’s kunnen niet worden geïnterviewd, omdat dit veel te veel tijd in beslag neemt. Bovendien is het dan de vraag wie men wel en wie men niet moet interviewen. Kortom: enquêtes zijn handiger om een goed antwoord te krijgen op mijn onderzoeksvraag. Voor de enquête vragen zie bijlage 2. Interviews Er is gekozen voor een semi-gestructureerde interview en er is gewerkt aan de hand van een topiclijst (zie bijlage 3). Dat is een lijst met onderwerpen die in het interview zowieso aan de orde moeten komen. Voor deze vorm van interviewen is gekozen, omdat op deze manier open vragen gesteld kunnen worden en toch zelf structuur in het interviewen kan worden aangebracht. Omdat ik bepaalde dingen van de mondhygiënist wil weten, lijkt mij het handigst om met een topiclijst te werken. De onderwerpen liggen dan al min of meer vast. Natuurlijk zal er worden doorgevraagd op onderwerpen voor verduidelijking en extra informatie (Baarda 2005: 226-256). Het stellen van vragen is een kenmerk van kwalitatief onderzoek. Het gaat dan om het verkennen en inzichtelijk maken van een onderwerp.
25
3.7 Methode van data-analyse Enquêtes Nadat de twee weken om waren en ik van de meeste collega’s enquêtes had teruggekregen, zijn de antwoorden met elkaar vergeleken. De uitkomsten staan geschreven in een tabel. Hieronder een voorbeeld. Alle vragen zijn op deze manier verwerkt. In de linkerkolom staan de punten die terugkwamen uit de enquête, dit is een kwalitatief resultaat. Daarnaast staat hoeveel helpenden, verzorgenden en verpleegkundigen dat vinden. Tot slot wordt in de laatste kolom het totaal aantal mensen dat iets zo vind gegeven. Wat vind jij het doel van mondverzorging? Doel Helpenden Goede mondhygiene 1 Frisse adem/smaak 2 Mondproblemen voorkomen 0 Voorkomen van gaatjes 2 Vochtig houden van de mond 0 Weinig eten en drinken 0 Smaak verbeteren 0 Hoort bij de adl 1
Verzorgenden 2 1 0 0 0 0 1 0
Vpk 2 1 4 1 2 2 0 0
Totaal 5 4 4 3 2 2 1 1
Op deze manier was overzichtelijk hoeveel mensen iets vonden, bijvoorbeeld hoeveel mensen vinden een frisse adem belangrijk. De hoeveelheden hoort bij kwantitatief onderzoek. Van deze bevindingen is een conclusie getrokken (zie Hoofdstuk 4: De resultaten). Interview De mondhygiënist is geïnterviewd aan de hand van de topiclijst. Het interview is vrijwel letterlijk uitgetypt. Daarna is eerst op de computer de niet relevante informatie weggehaald. De overgebleven tekst is uitgeprint en gelabeld. Labelen houdt in dat men de tekstfragmenten voorziet van een naam, code of van een omschrijving. Als labels zijn de onderwerpen van de topiclijst aangehouden. Voorbeelden van gebruikte labels: doel mondverzorging, klachten van de mond, handelingen, belemmeringen, doelgroep. Ieder label is met een ander kleur potlood of markeerstift gemarkeerd. Tot slot zijn per label de bevindingen opgeschreven, zie hiervoor het hoofdstuk resultaten (Baarda 2005: 318-321). Cadenza Telefonisch is er contact opgenomen met Cadenza. Het gesprek verliep aan de hand van een topiclijst. Vragen waren bijvoorbeeld: wat verstaan jullie onder mondverzorging en wat vinden jullie het doel van mondverzorging? Tijdens het interview, werden aantekeningen gemaakt. De antwoorden zijn verwerkt in een verslag, zie hiervoor Hoofdstuk 4: De resultaten. 3.8 Maatregelen om kwaliteit van het onderzoek te verhogen Doordat op de enquête de gelegenheid gegeven werd tot het invullen van hun naam, was duidelijk wie de formulieren al hadden ingevuld en wie niet. Hierdoor konden degenen die nog niets hadden ingeleverd, gevraagd worden om dit alsnog te doen. Op deze manier is gestreefd naar een zo groot mogelijke representativiteit. Ook is er vanuit verschillende invalshoeken gekeken naar het onderwerp. Zo is er eerst een literatuuronderzoek gedaan, dan enquêtes afgenomen, een mondhygiënist geïnterviewd en tot slot is er contact geweest met Cadenza.
26
Hoofdstuk 4: De resultaten 4.1 Resultaten enquête/ nulmeting Onder mijn collega’s zijn er enquêtes uitgedeeld om te onderzoeken wat zij afweten van mondverzorging. De vraagstelling luidt dan ook: ‘Wat weten helpenden, verzorgenden en verpleegkundigen (collega’s) – werkzaam bij Laurens, zorg aan huis te Overschie – af van mondverzorging in het algemeen en mondverzorging bij palliatieve ouderen (65 plussers)? Wat doen ze met betrekking tot mondverzorging en wat hebben ze nodig om optimale mondverzorging te bieden?’ Na twee weken hebben twaalf collega’s gereageerd, waaronder vier helpenden, twee verzorgenden en zes verpleegkundigen. Ongeveer vijf mensen lieten niets van zich horen.
Hieronder per vraag de bevindingen: Wat vind jij het doel van mondverzorging? Mondverzorging is belangrijk in verband met een goede mondhygiëne. Ook het hebben van een frisse adem/ frisse smaak, het voorkomen van mondproblemen en het voorkomen van gaatjes wordt als belangrijk doel van mondverzorging gezien. Sommigen vinden mondverzorging noodzakelijk om de smaak te verbeteren en het vochtig houden van de mond. Één collega vindt het horen bij de algemene dagelijkse verzorging. Weinig eten en drinken wordt ook als een motivatiefactor voor mondverzorging gezien.
Noem een aantal punten waar je op let als je de mond van een klant verzorgt. Sommige collega’s hebben deze vraag niet beantwoord of het antwoord was niet van toepassing. Geur en de kleur van de tong zijn de punten waar collega’s het meest op letten. Het hebben van wondjes of etensresten in de mond wordt ook als belangrijk gezien. Soms wordt gelet op de lippen, infecties, irritaties, ongemakken (zoals blaasjes, korstjes, rode plekjes) en op de slijmvliezen. Een enkeling let op pijnsignalen of slikproblemen. Op het tandvlees en op het gehemelte wordt ook niet veel gelet.
Welke van de volgende handelingen voer je dagelijks uit bij een palliatieve cliënt en hoe vaak per dag? Zou je dit vaker willen doen als nu wordt gegeven en waarom ? Twee collega’s hebben deze vraag niet beantwoord. Op de vraag als ze het vaker willen doen, hebben de meesten niet gereageerd. Van degenen die wel reageerden, willen sommige het vaker doen en anderen niet. Sommige collega’s vonden het moeilijk om deze vraag te beantwoorden, aangezien ze nog nooit een palliatieve cliënt geholpen hebben. Ook vinden sommige, dat de situatie per cliënt verschilt. Tandenpoetsen of het kunstgebit poetsen wordt gemiddeld zo’n twee of drie keer per dag gedaan. Reinigen van de tong gebeurt ongeveer twee keer per dag. Dit zijn de enige twee handelingen die dagelijks door bijna iedereen gedaan worden. Slechts één persoon reinigt de tong niet. Iets meer dan de helft van de collega’s vindt dat reinigen van implantaten dagelijks uitgevoerd moet worden en doet dit dan ook tussen de twee of vier keer per dag. Twee maal daags wordt het vaakst gedaan. Tussen de tanden reinigen gebeurt door de helft van de collega’s en wordt meestal twee keer daags uitgevoerd. De handelingen lippenverzorging, poetsen van de kaakwallen en mondspoelen gebeurt door minder dan de helft van de collega’s en vaak twee of drie keer daags.
27
Herkenning van mondproblemen Sommige collega’s hebben deze vraag niet beantwoord. Voor de meeste collega’s was het helder hoe een schimmelinfectie en een ontstoken mondslijmvlies eruitziet. Het verschil tussen droge mond en slechte adem was niet goed te zien, doordat de illustraties in zwart-wit niet zo duidelijk waren. De helft van de collega’s heeft deze twee symptomen dan ook verkeerd ingevuld door ze door elkaar te halen.
Wat vindt je van het gebruik van een elektrische tandenborstel? Raad je het aan of juist af en waarom? De meeste collega’s raden het gebruik van een elektrische tandenborstel aan, omdat men met behulp van een elektrische tandenborstel overal beter bijkomt. Ook is het handig voor mensen met weinig kracht in de armen, waardoor zij zelf langer kunnen blijven poetsen. De borstel maakt meerdere bewegingen en roteert rond tanden en kiezen. Het is kortom makkelijker en sneller. Bovendien geven sommige apparaten aan wanneer er te hard gepoetst wordt en hierdoor worden wondjes voorkomen. Twee mensen van de tien die het invulden raden het gebruik juist af. Dit doordat de meeste cliënten een kunstgebit hebben en het ouderen zijn. Ook hangt het van de cliënt, zijn of haar situatie af.
Wat voor belemmeringen ervaar je in het geven van mondverzorging? Bijv. gebrek aan tijd, middelen niet beschikbaar, niet meewerkende klanten. Het merendeel van mijn collega’s ervaart toch belemmeringen in het geven van mondverzorging. Dit uit zich het meest in het niet beschikbaar zijn van middelen, zoals tandpasta, tandenborstel of handschoenen. Ook werken de klanten niet altijd mee. Een enkeling vindt tijd en door de cliënt ervaren pijn bij het tandenpoetsen een belemmering. Een derde van mijn collega’s ervaren helemaal geen belemmeringen. Hun argumenten zijn dat de cliënt nog zelf de tanden poetst, cliënten het prettig vinden dat we de tanden poetsen en de middelen wel beschikbaar zijn. Hieruit kan er geconcludeerd worden dat er toch wat verschil in perspectief bestaat onder mijn collega’s. De één ervaart namelijk dat iedereen meewerkt en de ander heeft het over niet meewerkende klanten. Ook zijn bij de één de middelen altijd aanwezig en bij anderen niet.
Hoe en met welke middelen poets jij een kunstgebit? Iedereen poetst het kunstgebit met een tandenborstel en tandpasta. Een enkeling gebruikt hiervoor een speciale kunstgebitborstel. Ongeveer de helft laat ’s nachts het kunstgebit weken in een bakje water met een bruistablet. Sommige dragen handschoenen tijdens het poetsen. Één collega gebruikt mondwater om de mond van de cliënt te spoelen.
Op welke manier vergroot je je kennis en blijf je up to date omtrent mondverzorging? Sommige collega’s zijn niet bezig met hun kennis te vergroten of up to date te blijven. Anderen houden hun kennis bij door middel van Google of door een klinische les. Een enkeling blijft op de hoogte door het meekijken met collega’s en/of tips en ideeën van anderen. Ook door middel van vakbladen, tijdschriften, boeken, mondzorgprotocol of door school blijven enkele collega’s up to date. Uitleg van een palliatieve verpleegkundige of aan een tandarts vragen waar op te letten, zijn ook manieren om de kennis te vergroten.
28
Welke onderwerpen met betrekking tot mondverzorging zou je in een klinische les behandelt willen zien? Wat zou je nog willen leren over mondverzorging? Deze twee vragen zijn samengevoegd, omdat de antwoorden uit de enquêtes grotendeels samenvallen. Het antwoord op wat zou je nog willen leren, werd vaak niet ingevuld of er werd verwezen naar bovenstaande vraag over de klinische les. Een paar collega’s hadden geen idee voor een klinische les. Hieronder de onderwerpen die ik terugkreeg uit de enquêtes: ● Wat wordt verstaan onder goede mondverzorging? ● Hoe en hoe vaak moeten de handelingen worden uitgevoerd? Wat is het doel ervan en wanneer pas je ze toe? ● Wat voor middelen zijn nodig voor een goede mondverzorging? ● Punten waar tijdens mondverzorging op gelet moet worden. ● Gevolgen slechte mondverzorging. ● Manieren om te reinigen. ● Benadering/ uitleg naar cliënt toe wat je gaat doen. ● Juiste manier van tandenpoetsen. ● Mondverzorging bij een kunstgebit. ● Juiste manier van flossen en hoe tandenstokers gebruikt moeten worden. ● Hoe het gebit, tandvlees beschermd kan worden.
29
4.2 Interview mondhygiënist Hieronder een korte samenvatting van de belangrijkste bevindingen. In bijlage 4 staat het hele interview.
Mondverzorging is erg belangrijk ter voorkoming van klachten, zoals droge mond of een stinkende adem. Ook bij bepaalde ziektes is mondverzorging cruciaal. Veel mensen hebben geen klachten van tandvleesontsteking. Als tandvlees bloedt, is het al ontstoken. De ruimte tussen het tandvlees en tand in wordt gemeten. Als dat helemaal gezond is, is dat tussen de 0-3 mm, maar bij heel veel mensen is dat al 4-5 mm. Door dan goed schoon te maken en een goede instructie, krijgen ze al weer helemaal gezond tandvlees of is het tandvlees behoorlijk verbeterd. Alleen als er niets aan gedaan wordt, kan de ruimte alsmaar dieper worden en kunnen de tanden los gaan staan. Dit heet parodontitis en doet geen zeer. De voornaamste handelingen van een mondhygiënist zijn het verwijderen van tandsteen en instructie geven over bijvoorbeeld de juiste manier van poetsen en interdentaal reinigen. Ook worden de tanden soms gebleekt en geseald. In opdracht van een tandarts worden soms gaatjes gevuld. De taak van mondverzorging ligt bij de verpleegkundigen. Het is belangrijk dat er zowieso twee keer per dag goed gepoetst wordt en één keer per dag tussen de tanden wordt schoongemaakt. Mondspoelen heeft geen meerwaarde. Het geeft een schoon gevoel en het bijt een beetje, maar het doet niet het gewenste resultaat als twee keer daags goed poetsen en tussen de tanden flossen of stoken. Mondverzorging ligt heel erg aan de motivatie van de cliënten zelf. Sommige mensen hebben de motoriek niet, dan kan men wel blijven hameren dat ze het moeten doen, maar als ze het dan echt niet kunnen, dan moet naar een andere oplossing worden gezocht. Een klinische les van een mondhygiënist over hoe op een optimale manier mondzorg gegeven kan worden, is aan te bevelen. Ook is het aan te raden om als verpleegkundigen eens bij een mondhygiënist met 2-3 cliënten mee te kijken, zodat ze weten hoe het er aan toe gaat.
30
4.3 Middag meegelopen met een mondhygiënist Zoals hierboven vermeld staat, raad de mondhygiënist aan om als verpleegkundigen een paar uurtjes met een mondhygiënist mee te kijken. Ik heb dan ook een middag met de geïnterviewde meegelopen. Een consult duurt ongeveer 45 minuten per cliënt. Voornamelijk het verwijderen van tandsteen kwam voor. Hiervoor gebruikte de mondhygiënist soms eerst een plakverklikker, zodat de cliënt ervan bewust wordt hoe schoon of vies de tanden zijn. Bij een pocket van 10mm is de wortel goed zichtbaar. Dit kan komen door te hard poetsen of door ontstoken tandvlees en kan door goede mondverzorging minder worden. Na het verwijderen van tandsteen, worden de tanden altijd gepolijst. In het middel waarmee gepolijst wordt, zit fluoride. Het maakt de tanden gladder en haalt nog wat plak weg. Ook gaf de mondhygiënist meestal nog een instructie over de juiste manier van poetsen en hoe interdentaal gereinigd moet worden. De instrumenten moeten iedere week geslepen worden en eens per jaar worden ze vervangen. Op deze manier zijn de instrumenten altijd scherp. Ik vond het interessant om een middag met een mondhygiënist mee te lopen. Hetgeen tijdens de interview gezegd is, kan ik nu beter begrijpen doordat ik het zelf gezien heb. Zo begrijp ik nu hoe een pocket gemeten wordt, na de interview was dit nog een beetje vaag. Ook heb ik nieuwe dingen meegekregen, zoals dat men van een elektrische tandenborstel last van hoofdpijn kan krijgen.
31
4.4 Cadenza Er is telefonisch contact geweest met Cadenza, het palliatief huis van Laurens. De reden hiervoor is om te weten wat Cadenza, als palliatief huis, onder mondverzorging verstaat, hoe ze de mondverzorging doen enzovoort. Verloopt het hetzelfde als in de literatuur staat beschreven of toch heel anders? ‘Laurens Cadenza is een voorziening voor mensen met een levensbedreigende en/of ongeneeslijke ziekte, en hun naasten. Ze bieden diverse vormen van zorg en ondersteuning op het gebied van palliatieve zorg, niet alleen in de laatste weken, maar ook vanaf het moment dat iemand hoort dat hij ongeneeslijk ziek is’ (Laurens 2009). Er is plaats voor twintig cliënten en gemiddeld liggen de cliënten er drie weken. Hieronder wat Cadenza onder mondverzorging verstaat en hoe het bij hun verloopt: Mondverzorging wordt alleen toegepast bij cliënten die weinig/ tot niets drinken en heeft als doel ervoor te zorgen dat de mond heel blijft, mondklachten, zoals aften, schimmelinfecties, droge mond en een stinkende adem worden voorkomen. Bij mensen die goed drinken en eten is mondverzorging niet nodig, omdat deze mensen een goede intake hebben. Onder mondverzorging verstaan ze de mond en lippen bevochtigen met behulp van een nat gaasje om de pink. Ook gebruiken ze dentaswabs en een mondbevochtingsgel. De lippen worden ingesmeerd met vaseline. De cliënten hebben vrijwel nooit een kunstgebit meer in, en tanden poetsen wordt bij mensen die weinig/ tot niets drinken niet meer gedaan. Gedurende de mondverzorging letten ze op hoe de tong, lippen eruitzien en wat de cliënt zelf aangeeft, denk hierbij aan pijn. Bij mensen die sederen, wordt alleen op de lippen gelet, de rest geeft een prikkel en dat kan als vervelend ervaren worden. Soms zijn er cliënten met mondklachten, zoals bijvoorbeeld een droge mond of wit beslag op de mond. Een droge mond wordt meestal veroorzaakt doordat de cliënt niet meer drinkt en dit kan lijden tot een stinkende adem. Belemmeringen ervaren ze bij Cadenza niet. Ze nemen echt de tijd voor optimale mondverzorging. Scholingen of klinische lessen omtrent mondverzorging heeft de geïnterviewde niet meegemaakt, maar ze werkt er pas sinds februari 2012. Ook het in consult roepen van een mondhygiënist is tot nu toe niet nodig geweest, omdat ze als verzorgenden en verpleegkundigen altijd wel weten hoe ze iets (bijvoorbeeld mondklachten) moeten oplossen. Aanbevelingen om de mondverzorging te verbeteren, kan ze niet bedenken.
32
Hoofdstuk 5: Conclusie Hieronder een antwoord op de vraagstellingen: Conclusie enquête Wat weten helpenden, verzorgenden en verpleegkundigen (collega’s) – werkzaam bij Laurens, zorg aan huis te Overschie – af van mondverzorging in het algemeen en mondverzorging bij palliatieve ouderen (65 plussers)? Wat doen ze met betrekking tot mondverzorging en wat hebben ze nodig om optimale mondverzorging te bieden? Helpenden, verzorgden en verpleegkundigen – werkzaam bij Laurens, zorg aan huis te Overschie – weten weinig van mondverzorging af. Ze vinden het belangrijk in verband met een goede mondhygiëne, het hebben van een frisse adem, het voorkomen van mondproblemen en het voorkomen van gaatjes. Geur, kleur van de tong, het hebben van wondjes of etensresten zijn punten waar collega’s het meest op letten. Alleen tandenpoetsen en het reinigen van de tong gebeurt door bijna iedereen dagelijks. De andere handelingen, zoals bijvoorbeeld lippenverzorging en mondspoelen worden maar door enkele collega’s gedaan. Hieruit kan worden geconcludeerd dat collega’s het nut van bepaalde handelingen niet weten of van sommige handelingen nog nooit gehoord hebben. Hoe bijvoorbeeld een kunstgebit op de juiste manier gepoetst moet worden, is niet bekend. Ook doen de meesten niets om hun kennis te verbeteren. Wel zouden velen verschillende onderwerpen in klinische lessen behandeld willen hebben.
Conclusie interview Wat hebben mondhygiënisten te maken met mondverzorging en op welke wijze kunnen zij bijdragen aan de kennisontwikkeling van helpenden, verzorgenden en verpleegkundigen? Een mondhygiënist is handig om in te schakelen. Ze verwijderen tandsteen, geven instructies, bleken de tanden, vullen gaatjes, behandelen mondklachten enzovoort. Goede mondverzorging is erg belangrijk ter voorkoming van klachten. Bijvoorbeeld bij diabetes is een goede mondverzorging erg belangrijk, anders kan het ontregeld worden. Steeds meer onderzoeken wijzen uit dat je hartproblemen kan krijgen, omdat slechte bacteriën in de mond leven en die kunnen via de bloedbaan, als het ontstoken is, naar het hart toegaan. Ik wist niet goed wat een mondhygiënist allemaal doet. Het interview heeft me dan ook veel nieuwe informatie gegeven, bijvoorbeeld ook over wat sealen en wat pocket meten inhoudt. Een mondhygiënist kan bijdragen aan de kennisontwikkeling van mijn collega’s door een klinische les te geven of dat collega’s een paar uurtjes meekijken bij cliënten in een mondkliniek. Ook kunnen collega’s altijd voor adviezen terecht bij een mondhygiënist.
Conclusie Cadenza Wat verstaat Cadenza onder mondverzorging en hoe wordt de mondverzorging gedaan? Bij Cadenza wordt mondverzorging alleen toegepast bij cliënten die weinig/ tot niets drinken en heeft als doel ervoor te zorgen dat de mond heel blijft, klachten van de mond, zoals aften, schimmelinfecties, droge mond en een stinkende adem worden voorkomen. Onder mondverzorging verstaan ze de mond en lippen bevochtigen met behulp van een nat gaasje om de pink. Ook gebruiken ze dentaswabs en een mondbevochtingsgel. De lippen worden ingesmeerd met vaseline en het kunstgebit is meestal verwijderd.
33
Conclusie algemeen Hoe kunnen helpenden, verzorgenden en verpleegkundigen (collega’s) – werkzaam bij Laurens, zorg aan huis te Overschie – zorgdragen voor optimale mondverzorging, zodat klachten van de mond bij palliatieve ouderen (65 plussers) in de thuiszorg worden voorkomen en/of worden behandeld?” Collega’s kunnen zorgdragen voor optimale mondverzorging door in eerste instantie op de hoogte te zijn van mondverzorging. Wat wordt er onder mondverzorging verstaan, wat voor handelingen horen erbij, waar moet er op gelet worden enzovoort? Dit kan door middel van cursussen of klinische lessen. Ook is het belangrijk dat ze niet alleen maar de tandenpoetsen en de tong reinigen, maar dat ze ook de kaakwallen poetsen, tussen de tanden reinigen, de implantaten poetsen en de lippen verzorgen. Kortom: dat ze alle handelingen horende bij mondverzorging grondig doen en zo vaak als het nodig is.
34
Hoofdstuk 6: Discussie Terugkoppeling Uit onderzoek is gebleken dat verpleegkundigen die werkzaam zijn in een ziekenhuis weinig afweten van mondverzorging. Door middel van enquêtes is dit onderzocht bij collega’s en tot dezelfde conclusie gekomen. In de theorie staat dat bij niet aanspreekbare cliënten die, niet mogen drinken, het kunstgebit verwijderd wordt, de lippen met vaseline worden ingesmeerd, de mond met een zacht vochtig gaasje om de wijsvinger wordt bevochtigd en de tong wordt schoongemaakt met een tandenborstel met een nat gaasje eromheen. Indien mogelijk wordt er tussen de tanden gereinigd en de mond wordt met fysiologisch zout gespoeld. Eventueel kan een mondbevochtiger gebruikt worden. Het hoofddoel van de mondverzorging is het beschermen van de luchtweg. Bij Cadenza wordt mondverzorging alleen toegepast bij cliënten die weinig/ tot niets drinken en heeft als doel ervoor te zorgen dat de mond heel blijft, klachten van de mond, zoals aften, schimmelinfecties, droge mond en een stinkende adem worden voorkomen. Onder mondverzorging verstaan ze de mond en lippen bevochtigen met behulp van een nat gaasje om de pink. Ook gebruiken ze dentaswabs en een mondbevochtingsgel. De lippen worden ingesmeerd met vaseline en het kunstgebit is meestal verwijderd. Zowel in de theorie als bij Cadenza worden de lippen ingesmeerd, is het kunstgebit meestal verwijderd en wordt de mond met een zacht gaasje bevochtigd. Beide gebruiken ook een mondbevochtiger. Bij Cadenza spoelen ze de mond niet en gebruiken ze ook geen tandenborstel. Dit omdat deze handelingen extra prikkels kunnen geven. Kortom: sommige punten komen overeen met de theorie en anderen niet.
Beperkingen van de methode ● Een beperking is dat ik op sommige enquêtevragen weinig respons kreeg, waardoor er van deze vragen geen betrouwbare conclusie getrokken kan worden. De reden dat collega’s sommige vragen niet invulden, is waarschijnlijk dat ze geen antwoord erop hadden en het niet wisten. Misschien werden meer enquêtes teruggekregen als ze anoniem hadden kunnen worden ingevuld. Maar zoals onder het nawoord vermeld staat, vond ik het toch handiger dat ze hun naam konden invullen.
Implicaties van de resultaten voor de praktijk Hieronder verschillende aanbevelingen voor de praktijk: 1. Verplichte scholing – die jaarlijks herhaald wordt, zodat de kennis niet wegebt – voor collega’s over mondverzorging waarbij de volgende onderwerpen worden behandeld: - Wat is goede mondverzorging? - Wat is het doel van mondverzorging? - Op welke punten moet je letten tijdens de mondverzorging? - Wat voor handelingen horen bij mondverzorging en hoe vaak moet zo’n handeling gedaan worden? Welke handelingen voer je wanneer uit? - Wat zijn de klachten van de mond, met andere woorden de gevolgen van slechte mondverzorging, en hoe voorkom en/of behandel je deze klachten? - Wat is de juiste manier van tanden poetsen en van tanden flossen? - Hoe en met welke middelen poets je een kunstgebit? - Hoe benader je de cliënt of geef je uitleg aan de cliënt over wat je gaat doen? 2. Protocol/ richtlijn voor collega’s zodat collega’s weten hoe ze optimale mondverzorging kunnen bieden en op die manier klachten van de mond bij palliatieve ouderen kunnen worden voorkomen en/of behandeld. 35
3. Folder mondverzorging voor cliënten over wat onder mondverzorging verstaan wordt, het belang van mondverzorging, consequenties van slechte mondverzorging enzovoort. Dit heeft als doel, dat cliënten bewuster worden van hoe belangrijk mondverzorging is en dat ze dan ook goed zorgdragen voor hun mond. Tijdens een gesprek met Jenny Schemkes kwam naar voren dat een folder handig zou zijn. Verder komt dit punt niet terug uit de conclusies van het onderzoek. 4. Mondhygiënist: - Klinische les van een mondhygiënist waarin verteld wordt wat zij met betrekking tot mondverzorging doen en hoe helpenden, verzorgenden en verpleegkundigen kunnen zorgen voor een betere mondverzorging. - Een paar uur meelopen met een mondhygiënist, zodat collega’s echt de indruk krijgen van zo gaat er het ook echt aan toe. Van meelopen leer je een hoop, dan ervaar je het zelf ook. Er kan wel een leuk verhaal verteld worden, maar als je het zelf hebt gezien, dan onthoud je het beter en heb je er een beter beeld van. - Mailen, bellen of langsgaan voor advies. - Een mondhygiënist in dienst nemen die kan worden ingeschakeld bij klachten, advies en cliënten kan behandelen. 5. Klinische les van een palliatieve verpleegkundige over wat verstaan wordt onder palliatieve zorg, wat de kenmerken zijn van palliatieve zorg, de drie stadia van de palliatieve fase, waar je op moet letten qua klachten enzovoort. 6. Palliatief team oprichten bestaande uit geschoolde palliatieve verzorgenden of verpleegkundigen. Dit team wordt ingeschakeld bij palliatieve ouderen en geeft adviezen met betrekking tot palliatieve zorg.
Implicaties voor vervolgonderzoek ● Invloed van pijn op de kwaliteit van leven met betrekking tot mondverzorging. In dit verslag is hier niet op in gegaan, maar voor een vervolgonderzoek is het wel interessant om te onderzoeken hoe pijnklachten van de mond ervaren worden bij palliatieve ouderen, heeft het invloed op de kwaliteit van leven? Waarom wel of waarom niet? Bij mondverzorging tijdens de palliatieve fase staat pijnbestrijding namelijk op nummer één, terwijl bij de definitie van kwaliteit van leven pijn juist niet wordt gezien als lijden. Hoe dit precies zit en hoe dit in de praktijk wordt ervaren, is interessant om in een ander onderzoek te verklaren. ●
Op welke manier heeft de scholing van collega’s en het implementeren van een mondverzorgingsprotocol bijgedragen aan de verbetering van mondverzorging? Wat vinden collega’s van het protocol? Is het handig of juist niet, wordt het gebruikt? Kortom: een onderzoek om te achterhalen of de scholing en het implementeren van het protocol ervoor gezorgd heeft dat de kennis over mondverzorging verbeterd is en dat collega’s weten wat ze moeten doen bij klachten van de mond. Ook wordt het nut van een protocol onderzocht.
●
Heeft het in dienst nemen van een mondhygiënist bijgedragen aan de verbetering van mondverzorging? Er wordt onderzocht of het inschakelen van een mondhygiënist een meerwaarde heeft.
36
Tips voor een volgende keer ● Eerder contact opnemen met de mondhygiënist en met Cadenza. Nu was het een beetje uitgesteld, waardoor pas in de laatste week voor het inleveren van het concept de interviews gehouden konden worden. Ik had er niet bij stilgestaan dat sommige mensen misschien geen tijd voor een interview hebben of dat sommige moeilijk te bereiken zijn of op vakantie zijn. Uiteindelijk was het wel op tijd klaar, maar toch is het handig om op tijd te beginnen.
37
Nawoord De reflectie is onderverdeeld in kopjes. Dit maakt het overzichtelijker en duidelijker waarover er gereflecteerd wordt.
Vraagstelling Het bedenken van een concreet, helder en duidelijke vraagstelling was vrij lastig. Dit komt onder andere doordat het onderwerp niet te breed mag zijn. Nadat gekozen is voor een subject, werden alle vragen waaraan gedacht werd genoteerd. De vraagstelling die hieruit ontstaan is, is na wat feedback concreter en specifieker gemaakt.
Literatuurstudie Daarna is gestart met het zoeken naar literatuur. Praktijkopleidster Jenny Schemkes gaf een lijst met daarop bronnen, die zij voor haar cursus moet gebruiken. Hier stonden onder andere de richtlijnen voor de praktijk, het handboek en het zakboekje op. In de mediatheek op school waren alle drie de boeken beschikbaar. Ook werd nog een boek genaamd ‘Leidraad voor voedingsdeskundigen bij kanker’ gevonden. De Engelstalige artikelen werden gevonden via Cinahl, de richtlijnen over mondzorg en de richlijnen voor de palliatieve fase via Google. Het zoeken naar informatie ging vrij vlot. Mondverzorging krijgt de laatste jaren steeds meer aandacht, waardoor er voornamelijk recente bronnen zijn gevonden. Echter is nog niet veel informatie over mondverzorging te vinden. Nadat voldoende bronnen gevonden waren, was de vraag hoe te beginnen met de literatuurstudie. Is het handig om eerst de literatuur te lezen en dan antwoord te geven op de deelvragen of juist deelvraag per deelvraag te beantwoorden? Uiteindelijk is eerst gekeken wat voor nuttige informatie in de bronnen staat. Daarna werd deelvraag per deelvraag beantwoord. Deze methode was het overzichtelijkst. Alle bronnen eerst lezen en aantekeningen maken, kost enorm veel werk en bovendien wordt het dan juist onoverzichtelijk voor mij en niet meer te overzien. Deelvraag per deelvraag beantwoorden is dan ook veel beter. Er werd informatie gezocht over die deelvraag en de bronnen werden met elkaar vergeleken. Hierdoor is vaak per alinea gebruik gemaakt van meerdere bronnen. Soms zegt een bron net ietsje beter. Nadat alle vragen beantwoord waren, zijn de Engelse artikelen in de tekst verwerkt. Ik vind zelf dat ik de literatuurstudie op deze manier goed heb aangepakt. Zoals hierboven beschreven staat, vind ik het zo overzichtelijker en makkelijker te overzien. De volgende keer, zou ik het dus weer zo aanpakken. Ik heb geen knelpunten ondervonden.
Enquête Mijn action learning docent raadde het mij af om enquêtes te doen. Ze vond dat je vaak weinig respons krijgt of de antwoorden heel beknopt zijn, waardoor je weinig tot geen betrouwbare conclusies kunt trekken. Ondanks haar advies, heb ik toch besloten om wel enquêtes te doen. Ik vind namelijk, zoals ik onder methode van dataverzameling ook al beschreef, dat ik door middel van enquêtes iedereen bereik en een globaal beeld krijg van wat collega’s vinden van mondverzorging. Na twee weken heb ik van de meeste collega’s respons gekregen. Uit de meeste antwoorden kon ik een nuttige conclusie trekken. Sommige vragen waren niet ingevuld en soms was het antwoord niet van toepassing, waardoor ik geen betrouwbare conclusie kon trekken van die vragen. Ook had ik de enquête beter in kleur kunnen uitprinten, want nu waren de illustraties wat onduidelijk. Hierdoor was het verschil tussen droge mond en stinkende adem niet te zien. Maar ik vind dat ik met behulp van de informatie uit de enquêtes goede aanbevelingen kon geven. Kortom: ik ben blij dat ik toch voor enquêtes gekozen heb. Een collega zei dat ik misschien beter de formulieren anoniem had kunnen laten invullen, 38
zodat ik meer respons zou krijgen. Misschien is dit inderdaad zo. Toch vind ik dat doordat ik het niet anoniem deed, ik de kans had om de collega’s die nog niets hadden ingevuld hierop aan te spreken. Bovendien heb ik van de meeste collega’s respons gekregen zonder dat ik ze hoefde te vragen om te reageren.
Interview Het vinden van een mondhygiënist verliep vrij vlot, ondanks het laat beginnen met zoeken. Door op Google mondhygiënisten als zoekterm te gebruiken, kreeg ik als derde hit de site www.mondhygienisten.nl. Via deze site heb ik een mondhygiënist gevonden die vlakbij mijn stagekantoor werkzaam is. Helaas had deze mevrouw geen tijd. Ze heeft me de contactgegevens gegeven van een mondhygiënisten clinic (www.mondclinic.nl). Telefonisch heb ik een afspraak voor het interview gemaakt. De topiclijst is samengesteld aan de hand van het boek ‘Basisboek kwalitatief onderzoek’. Daarin staat precies beschreven wat in een inleiding ter sprake moet komen, zoals het doel van het interview, duur van het interview en toestemming vragen om het gesprek op te nemen. De onderwerpen/ topics werden opgesteld aan de hand van de enquêtevragen en van dingen die ik zowieso wou weten. Het gesprek verliep prima. Door middel van de topiclijst kon ik het gesprek sturen en zo vragen wat ik wilde weten. Natuurlijk heb ik over onderwerpen doorgevraagd en kwamen ook onderwerpen die niet op de lijst stonden ter sprake, bijvoorbeeld wat voor studie je moet volgen om mondhygiënist te worden en of je altijd een verwijzing van de tandarts nodig hebt. Veel nieuwe en interessante informatie is verteld, onder andere dat mensen met hartproblemen antibioticaprofylaxe nodig hebben en mondspoelen op zich geen meerwaarde heeft. Het uittikken van het interview was goed te doen. Stukje voor stukje is het interview letterlijk uitgetikt door middel van steeds weer opnieuw terug te spoelen. Op deze manier werd geen tekst gemist. Het labelen gebeurde aan de hand van de topics. Doordat ik meestal vraag voor vraag beantwoorde, waren de labels makkelijk in de tekst terug te vinden. Bovendien was het zo overzichtelijk waar welke topic beantwoord word. Alleen het onderwerp handelingen komt vaker terug. Tot slot schreef ik de bevindingen per topic op. Kortom: ik heb geen problemen ondervonden en ik zou het de volgende keer weer zo aanpakken. Op het eind kreeg ik zelfs nog een rondleiding door de kliniek en extra uitleg over de behandelkamer, waar apparaten voor dienden en dergelijke. Ook kreeg ik ragertjes van verschillende groottes mee en wat tandenstokers, handig voor mijn presentatie.
Cadenza Het bellen van Cadenza heb ik uitgesteld. Toen ik eindelijk belde, was de contactpersoon met vakantie. Een week later kon ik terugbellen. Ik heb geleerd om de volgende keer op tijd contact te zoeken met mensen die ik wil bereiken.
Protocol Voor het maken van het protocol (zie bijlage 5) heb ik als voorbeeld het protocol mondhygiëne regio Centrum van Laurens gebruikt, te vinden op Intranet. Mijn protocol heb ik op precies dezelfde manier opgebouwd. Het mondhygiëne protocol vind ik nuttig. Het gaat over hetzelfde onderwerp en zo kan ik dus punten met elkaar vergelijken en ervoor zorgen dat mijn protocol niet teveel afwijkt van het mondhygiëne protocol. De punten onder voorbereiding heb ik letterlijk overgenomen uit dit protocol, alleen een klein beetje aangepast. Het maken van het protocol vond ik vrij vlot gaan. Dit komt, omdat ik alle informatie uit mijn literatuurstudie kon halen en omdat ik een goed voorbeeld protocol had. Wel vond ik het lastig om te bepalen of ik sommige punten in het protocol wilde of niet. Zoals bijvoorbeeld het doel van palliatieve mondverzorging is dat belangrijk voor mijn protocol of 39
niet? Uiteindelijk besloten om dit aspect er toch in te doen, aangezien mijn protocol natuurlijk specifiek is voor palliatieve ouderen, dan vind ik het wel handig als het helder is voor iedereen wat het doel van palliatieve mondverzorging is. Het protocol moet wel overzichtelijk en duidelijk blijven, dus ik kan ook niet teveel informatie toevoegen, vandaar dat de afweging wat wel en niet toevoegen ook lastig was. Tot slot denk ik, dat ik een handige richtlijn gemaakt heb die mijn collega’s kunnen gebruiken bij de mondverzorging bij palliatieve ouderen zodat mondklachten worden voorkomen.
Scriptie algemeen Ik vond het interessant om een scriptie te schrijven, vooral omdat het onderwerp me enorm interesseert en ik er graag meer over wilde weten. Bovendien verliep alles vrij vlot, de literatuurstudie had ik snel klaar en ook het onderzoek ging prima. Ik wist van te voren precies wat ik wilde doen, zoals enquêtes onder collega’s verspreiden en een mondhygiënist interviewen. Doordat het een boeiend onderwerp is, ga ik er graag mee aan de slag. Kortom: ik vond het erg interessant, leerzaam en leuk om een scriptie te schrijven en dingen te onderzoeken in de literatuur en in de praktijk.
40
Literatuurlijst ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ●
● ● ● ● ● ● ● ●
Baarda, D.B e.a. 2005. Basisboek kwalitatief onderzoek. Groningen/Houten: WoltersNoordhoff Bissett, S & Preshaw, P. 2011. ‘Guide to providing mouth care for older people.’ Nursing older people. December 2011 (volume 23, nummer 10):14-21 Costello, T & Coyne, I. 2008. ‘Nurses’ knowledge of mouth care practices’. British Journal of Nursing. January 2008 (vol 17, no 4):264-268 Deerenberg-Kessler, W e.a. 2007. Mondzorg & de rol van verzorgenden en verpleegkundigen. [Internet]. NVVA, 2007 [aangehaald 08/03/12]. Bereikbaar op http://www.venvn.nl/Portals/20/publicaties/RichtlijnMondzorgNVVA_samenvatting.pdf Doornink, N e.a. 2006. Leidraad voor voedingsdeskundigen bij kanker. Haarlem: De Toorts [1992] (Encyclo). Opzoeken: ... [Internet]. Online encyclopedie, [aangehaald 11/03/2012]. Bereikbaar op http://www.encyclo.nl/begrip Gaasenbeek, E. Mondzorg in de palliatieve fase. Netwerk palliatieve zorg Waardenland Graeff, A e.a. 2006. Palliatieve zorg, richtlijnen voor de praktijk. Utrecht: Vereniging van Integrale Kankercentra (VIKC) Gootjes, J.R.G. e.a. 2010. Palliatieve zorg zakboekje. Utrecht: Vereniging van Integrale Kankercentra (VIKC) Honnor, A & Law, A. 2002. ‘Mouth care in cancer nursing: using an audit to change practice.’ British Journal of Nursing. July 2002 (vol 11, no 16):1087-1096 (Laurens) 2009-2012. Zorglocatie Cadenza. [Internet]. Laurens, [aangehaald 01/05/2012]. Bereikbaar op http://www.laurens.nl/voor-klanten/locaties/23/cadenza (Mondclinic). Over Mondclinic. [Internet]. Mondclinic, [aangehaald 26/04/2012]. Bereikbaar op http://www.mondclinic.nl/ (NVM) 2011. Welkom bij de Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten! [Internet]. Nederlandse Vereninging van mondhygiënisten, [aangehaald 26/04/2012]. Bereikbaar op http://www.mondhygienisten.nl/ (Oncoline) 2012. Zelfstandige patient [Internet]. Integraal Kankercentrum Nederland, 2012 [aangehaald 02/03/2012]. Bereikbaar op http://www.oncoline.nl/index.php?pagina=/richtlijn/item/pagina.php&id=32467&richtlijn_id =763 Persoonlijke verzorging van huid en haar [Internet]. De bewuste winkel, [aangehaald 14/02/2012]. Bereikbaar op http://www.debewustewinkel.nl/producten-persoonlijkeverzorging-c-342_196.html (Provalue) 2011. Laurens [Internet]. Provalue, 2011 [aangehaald 14/02/2012]. Bereikbaar op http://www.zorgnieuws.nl/rijnmond/laurens.html (reumafonds) 2010. Sjögren, syndroom van [Internet]. Reumafonds, [aangehaald 11/03/2012]. Bereikbaar op http://www.reumafonds.nl/informatie-voordoelgroepen/patienten/vormen-van-reuma/syndroom-van-sjogren Schols, A. Richtlijn mondzorg voor zorgafhankelijke cliënten in verpleeghuizen. [Internet]. NVVA, NMT & NVG. [aangehaald 08/03/2012] Bereikbaar op http://www.venvn.nl/Portals/20/publicaties/RichtlijnMondzorgNVVA_web.pdf Spreeuwenberg, C e.a. Handboek palliatieve zorg. Maarssen: Elsevier gezondheidszorg [2002] Staa, A.L e.a. 2005. Schrijfwijzer Bachelor in Nursing Basisjaren. Uitgever: Hogeschool Rotterdam (Stichting voorlichting palliatieve zorg) 1997-2012. Definitie WHO 2002 [Internet]. Stichting voorlichting palliatieve zorg, 1997-2012 [aangehaald 01/03/2012]. Bereikbaar op http://www.palliatievezorg.nl/page_867.html (UMC St Radboud). Palliatieve of ondersteunende zorg [Internet]. Umc St Radboud, [aangehaald 14/02/2012]. Bereikbaar op http://www.umcn.nl/Zorg/Afdelingen/AnesthesiologiePijnenPalliatieveGeneeskunde/Pallia tieveZorg/Pages/default.aspx 41
● ●
Wiegman, A. 2004. Palliatief terminale zorg in het AMC [Internet]. Amsterdam: Academisch Medisch Centrum Universiteit, 2004 [aangehaald 08/03/2012]. Bereikbaar op http://www.huidziekten.nl/richtlijnen/richtlijn-palliatief-terminale-zorg-2004.pdf Zylicz, Z e.a. 2010. Algemene inleiding richtlijn palliatieve zorg. [Internet] Integraal Kankercentrum Nederland. [aangehaald 08/03/12]. Bereikbaar via http://www.pallialine.nl/
42
Bijlage 1: Begrippenlijst ● ● ● ● ● ● ● ● ● ●
Aeroob = met behulp van zuurstof (Encyclo) Hypothyreoïdie = verminderde werking van de schildklier (Encyclo) Lemonswabs = lemon glycerine swabs. Citroenzuur kan het tandglazuur ontkalken en de glycerine kan leiden tot uitdroging van het mondslijmvlies. Bovendien kunnen de swabs pijnklachten in de mond veroorzaken (Graeff 2006:491). Metabole processen = diabetes, nier- of leverinsufficïentie (Graeff 2006:501) Opiaat = pijnstillend geneesmiddel, bijv morfine, codeïne (Encyclo) Po = per os, oraal/ via de mond in te nemen (Graeff 2006:502) Stase = stilstand, vertraging in de voortbeweging (Encyclo) Syndroom van Sjögren = auto-immuunziekte. De traan- en speekselklieren raken ontstoken, waardoor droge ogen en een droge mond ontstaan. Ook vermoeidheid en gewrichtsklachten komen vaak voor. (reumafonds 2010) Tandplak = een kleverige laag van bacteriën die zich binnen een paar minuten na verwijdering weer aanzet. (Bissett & Preshaw 2011:16) Viskeus = stoperigheid, taaiheid, dikvloeibaar (Encyclo)
43
Bijlage 2: Enquête/ nulmeting Mijn naam is Hananjah Schipper en ik loop stage bij Laurens, zorg aan huis, te Overschie. Mijn afstudeerproject doe ik over mondverzorging bij palliatieve ouderen. Palliatieve zorg is een benadering die de kwaliteit van leven verbeterd van cliënten en hun naasten, die te maken hebben met een levensbedreigende aandoening. Door middel van deze enquête wil ik onderzoeken hoeveel mijn collega’s van mondzorg af weten met als doel uiteindelijk tips te geven om de kennis over mondzorg te vergroten. Graag wil ik jullie dan ook vragen om de enquete eerlijk en compleet in te vullen. Leg ook steeds uit waarom je iets vind. Alvast hartelijk bedankt!
Naam:
Functie:
Wat vind jij het doel van mondverzorging? --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Noem een aantal punten waar je op let als je de mond van een cliënt verzorgt. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Welke van de volgende handelingen voer je dagelijks uit bij een palliatieve cliënt en hoe vaak per dag? Zou je dit vaker willen doen als nu wordt gegeven en waarom ? Handeling Hoe vaak per dag? Vaker willen doen? Lippenverzorging Mondspoelen met fysiologisch zout Tandenpoetsen of kunstgebit poetsen Reinigen van implantaten Poetsen van de kaakwallen Reinigen van de tong Tussen de tanden reinigen ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------44
Herkenning van mondproblemen Wat zie je op de illustraties hieronder? Schrijf de juiste klacht eronder. Je kan kiezen uit: ● droge mond ● schimmelinfectie ● slechte adem ● ontstoken mondslijmvlies
------------------------------------------------------
---------------------------------------------------
------------------------------------------------------
------------------------------------------------------
Wat vindt je van het gebruik van een elektrische tandenborstel? Raad je het aan of juist af en waarom? --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Wat voor belemmeringen ervaar je in het geven van mondverzorging? Bijv. gebrek aan tijd, middelen niet beschikbaar, niet meewerkende cliënten. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------45
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Hoe en met welke middelen poets jij een kunstgebit? --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Op welke manier vergroot je je kennis en blijf je up to date omtrent mondverzorging? ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Welke onderwerpen met betrekking tot mondverzorging zou je in een klinische les behandelt willen zien? --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Wat zou je nog willen leren over mondverzorging? ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------46
ijlage 3: Topiclijst ● ●
Interview van ongeveer 30 minuten Interview met een mondhygiënist
Vraagstelling: ‘Wat hebben mondhygiënisten te maken met mondverzorging en op welke wijze kunnen zij bijdragen aan de kennisontwikkeling van helpenden, verzorgenden en verpleegkundigen?’ Topiclijst Inleiding ● Doel interview ● Toestemming om interview op te nemen ● Duur interview (ong 30 minuten) Onderwerpen die betrekking hebben op de mondhygiënist ● Doel mondverzorging - Hoe belangrijk vindt u mondverzorging en waarom? ● Beroep en mondverzorging - Wat heeft u te maken met mondverzorging? Onderwerpen die betrekking hebben op helpenden, verzorgenden en verpleegkundigen ● Mening mondverzorging - Wie vindt u dat mondverzorging moet uitvoeren en waarom? Wat vindt u van de geleverde mondverzorging? - Wat zou u met betrekking tot mondverzorging anders willen zien? Bijv vaker tandenpoetsen, mondspoelen enz. ● Aanbevelingen om mondverzorging te verbeteren - Wat zou u als aanbevelingen kunnen geven om de mondverzorging te verbeteren? ● Belemmeringen - Wat ziet u als belemmeringen in het geven van mondverzorging? Bijv. gebrek aan tijd, middelen niet beschikbaar, niet meewerkende cliënten. ● Kennis van helpenden, verzorgenden en verpleegkundigen - Welke onderwerpen met betrekking tot mondverzorging zou u in een klinische les behandelt willen zien? - Wat zouden hun nog kunnen leren over mondverzorging? - Hoe zou u kunnen bijdragen aan de kennisontwikkeling? Afsluiting ● Samenvatting? ● Vragen/opmerkingen? ● Bedanken ● Bellen/mailen als nog iets belangrijks te binnen schiet ● Wat er met de gegevens gebeurt
47
Bijlage 4: Interview mondhygiënist De bevindingen zijn per label geordend. Doel mondverzorging Mondverzorging is heel erg belangrijk ter voorkoming van klachten. Ook hebben we steeds meer te maken met bepaalde ziektes. Bijvoorbeeld bij diabetes is het erg belangrijk dat je een goede mondverzorging hebt, anders kan het ontregeld worden. Steeds meer onderzoeken wijzen uit dat je hartproblemen kan krijgen, omdat de bacteriën in de mond leven en die kunnen via de bloedbaan, als het ontstoken is, naar het hart toegaan. Het zijn hele slechte bacteriën, dus als je problemen met het hart hebt is optimale mondverzorging erg belangrijk. Op jonge leeftijd zal dat minder uitmaken dan als je oud bent. Mensen met een aangeboren hartafwijking mogen we ook niet zomaar behandelen, die hebben antibioticaprofylaxe nodig, vanwege bacteriën die het hele lichaam door kunnen gaan. Profylaxe wordt gegeven ter voorkoming van ontstekingen. Dat is hetzelfde met kunstheupen. Kunstheupen en eigenlijk grote protheses mogen we niet zomaar behandelen, die hebben ook antibioticaprofylaxe van te voren nodig. Dus ja, mondhygiëne is echt heel erg belangrijk.
Klachten van de mond Veel mensen hebben geen klachten, dat is het gevaar van tandvleesontsteking. Maar wij zien de klachten wel. Als tandvlees bloedt, is het al ontstoken en dat is een slecht teken. Ook meten we de ruimte tussen het tandvlees en tand in. Als dat helemaal gezond is, is dat tussen de 0-3 mm, maar bij heel veel mensen is dat al 4-5 mm en door dan goed schoon te maken en een goede instructie, krijgen ze al weer helemaal gezond tandvlees of is het tandvlees behoorlijk verbeterd. Alleen als ze er dus niets aan doen, kan dat alsmaar dieper worden en kunnen de tanden los gaan staan. Dat heet parodontitis, doet geen zeer, en dat is een beetje het gevaar dat op de loer ligt. Als ze iets voelen, zullen ze er sneller iets aan doen, dan wanneer ze niets voelen. We zien best veel mensen met een droge mond of stinkende adem, maar dat is allemaal op te lossen. Droge mond, soms is dat medicijn gerelateerd, want heel veel medicijnen hebben natuurlijk bijwerkingen en wat dan vaak helpt is speciale biotene. Dit is een soort mondspray om te bevochtigen en is bij de apotheek verkrijgbaar. Kauwgom zorgt ook voor extra speekselvorming. Wel moet het suikervrij zijn, zodat er geen gaatjes van komen. Een droge mond heeft ook heel veel invloed op de spijsvertering. Dan kunnen ze eten moeilijker weg krijgen en het is vaak pijnlijk voor die mensen. Ja heel veel oorzaken, beginnen al bij de mond en hebben invloed op het rest van het lichaam. Een stinkende adem komt toch vaak doordat ze tandvleesproblemen hebben en dan moet het tandvleesprobleem worden aangepakt. Als ze het dan goed verzorgen, gaat de stinkende adem vanzelf over. Ik geloof dat maar iets van 10% uit de maag komt, en dat kunnen we niet verhelpen qua geur en dan moeten ze naar de huisarts toe of naar de specialist.
Handelingen ● Bleken. Als mensen binnenkomen vragen we als eerste wat hun wensen zijn, wat ze zelf willen, want sommige mensen komen hier en willen mooie witte tanden, dus dat houdt in dat ze gebleekt willen worden en kijken we of dat kan. ● Instructie geven. Sommige mensen willen graag van bloedend tandvlees af, dan geven we een goede instructie en dan door middel van flos of tandenstokers of ragertjes en een goede poetsinstructie, elektrisch of met de hand, dan laten we ze een korte keer daarop terugkomen en gaan we zien of ze het ook op de goede manier verzorgen. Dat doen we door plakverklikker. Dat zijn van die paarse tabletten en als je die goed door je mond heen laat gaan, blijven die precies aan al het plak hechten. Dus das een test om te zien of ze het goed schoonmaken of niet. Als het goed schoon is, plakt het niet, dan zijn de 48
●
●
● ● ●
● ●
tanden mooi wit, maar als het paars is of rozepaars dan is het niet goed. Dan gaan we weer instructie geven. Tandsteen verwijderen. We maken natuurlijk heel goed schoon. Want al het tandsteen dat er zit, iedereen heeft altijd wel wat tandsteen, moet goed weggehaald zijn. Dat kan je zelf echt niet, want tandplak zit er elke dag en binnen een paar dagen wordt het eigenlijk gewoon hard door speeksel, want speeksel verkalkt de plak, en dan krijg je tandsteen. Tandsteen is ruw en daar blijft elke keer weer een nieuw laagje aan zitten en zo wordt het steeds meer. Gaatjes vullen. Dit moet wel in opdracht van een tandarts, maar in deze praktijk wordt het wel gedaan. We hebben hier een kinderarts, dus vooral bij kinderen, maar dat is dan wel vaak op een dag dat de tandarts ook aanwezig is. Bij volwassen doen we het hier verder niet, maar het kan dus wel. Als ik in een andere praktijk bij een tandarts zou werken, zou het in principe wel kunnen. Pocket meten, dat is de ruimte tussen tandvlees en tand in. Zie ook het kopje klachten van de mond. Alles noteren in statussen. Zo schrijven we bijvoorbeeld de pocket op. Sealen. Als de melktanden er uitgaan en de volwassenkiezen komen door, leggen we een speciaal laagje in de groeven om de kiezen te beschermen. Je hebt de kies en bovenop zitten van die groeven en daar leggen we dus een laagje in. Normaal gesproken zijn de groeven best wel diep en daar komt de tandenborstel net niet helemaal in. Dus als de kies net door komt bij een kind, meestal vanaf 6 jaar, vullen we die groeven zodat de tandenborstel er makkelijk bij kan. Zo blijft er minder troep tussen zitten, qua etensresten. Klachten voorkomen. Zie kopje klachten van de mond. Tussen de tanden reinigen. Hoe er tussen de tanden gereinigt wordt, ligt aan de opening, als de opening wat groter is, dan gebruiken we een borsteltje/ragertje. Als de ruimte krapper is, kan er een tandenstoker tussen. En als de ruimte heel krap is, een flosdraadje. Flossen is wel wat lastiger, schiet je sneller mee uit, maar heel vaak past er dan nog wel een tandenstoker tussen. Veel mensen die hier komen hebben heel ontstoken tandvlees en de eerste keren dat ze tussen de tanden gaan reinigen gaat het bloeden, maar op gegeven moment wordt het tandvlees gezonder en dan bloedt het dus ook niet meer.
Verwijzing Sinds 2006 is geen verwijzing van de tandarts meer nodig. Het wordt dan evengoed vergoed door de verzekering als als je met een verwijskaart zou komen, dus dat maakt niet uit. Sommige mensen verwijzen we wel eens door naar de parodontologiekliniek. Daar kunnen ze tandvlees ook opereren. Soms komen mensen en zeggen we dat alle tanden eruit moeten, het is gewoon niet meer haalbaar, de tanden zitten te los en er is haast geen bot meer waar de tanden aan vast zitte. Deze mensen verwijzen we ook door.
Mening mondverzorging De taak van mondverzorging ligt bij de verpleegkundigen. Alleen denk ik dat jullie daar te weinig in de opleiding van meekrijgen en ik snap ook wel dat tegenwoordig de verpleegkundigen het al gigantisch druk hebben en dat als ze dit in hun schema erbij moeten doen, dat het bijna niet haalbaar is. Terwijl het wel erg belangrijk is, want haar borstelen zie je natuurlijk direct en ja je tanden zie je niet direct, maar is wel belangrijk. De geleverde zorg wisselt soms wel per instelling. Sommige verpleeghuizen hebben een mondhygiëniste, die daar ook werkt of, die daar af en toe langskomt. Bij verpleeghuizen waar helemaal geen mondhygiënist komt, merk je wel dat de mondzorg minder is. Ja, het is maar net of ze er veel in contact mee komen of niet, denk ik. Maar ik denk nog wel dat dat wel een verbeterpunt zou kunnen zijn in heel Nederland. Wat ik anders zou willen zien is dat er zowieso twee keer per dag goed gepoetst wordt en één keer per dag tussen de tanden wordt schoongemaakt. Dat zou echt het allerbeste zijn. 49
Op zich mondspoelen is meer als het echt niet haalbaar is om iets anders te doen. Het is niet zo’n hele goede oplossing. Veel mensen spoelen wel, maar doen verder niks. Je moet nog steeds poetsen. Dat goedje geeft wel een heel schoon gevoel en het bijt een beetje, maar het doet niet het gewenste resultaat als twee keer daags goed poetsen en tussen je tanden flossen of stoken. Bovendien heeft mondspoelen geen meerwaarde. Het geeft een lekker smaakje, dus voor het smaakje kan je het doen. Er zijn wel een paar mondspoelmiddelen die bij de apotheek te verkrijgen zijn, ook zonder recept, en die zijn wat agressiever (perio-aid) en die doden wel bacteriën, maar die mag je niet langdurig gebruiken, want je hebt wel nog heel veel goede bacteriën in de mond. Daar staat ook vaak bij, niet langer dan 3 weken achter elkaar en dat is eigenlijk de enige die we wel aanraden als mondspoelmiddel. En als mensen echt een probleem hebben, dat ze heel veel gaatjes hebben, adviseren we fluoridespoeling. Dat is een mondspoelmiddel, maar er zit dan een hoge dosis fluoride in om gaatjes te voorkomen. Mondspoelen met zout zou ook kunnen, kan niet zoveel kwaad. Je doet een theelepeltje zout in een glas lauw water, maar ja das niet echt lekker. Het doodt een beetje bacteriën en wondjes genezen er sneller door. Zoals die parodontax tandpasta is ook heel zout en smerig.
Studie Om mondhygiënist te worden, moet je HBO studeren. Het is tegenwoordig vier jaar en je moet ervoor loten om binnen te komen, want de studie wordt slechts op vier locaties in Nederland aangeboden. Er zijn ook wel best veel tandartsassistentes die de assistenten opleiding hebben gedaan die dan doorstromen/ doorgaan tot mondhygiënist.
Doelgroep Hier krijgen we moeilijke kinderen, waarvan de tandarts zegt van dit lukt ons niet, dit gaatje vullen. Dan komen ze hier en moeten ze langzaam wennen, want ze zijn bang om bijvoorbeeld in de stoel te zitten of met de afzuiger. Dit kost best wel veel tijd. We krijgen veel pubers en een hoop dertigers, veertigers. En ook krijgen we wel een hele groep ouderen, rond de 70-80 jaar.
Aanbevelingen & kennis ● Juiste manier van goed poetsen is wel heel belangrijk en misschien toch iets van hoe tussen de tanden te reinigen. ● Het allermooiste zou zijn als er twee keer daags goed gepoetst wordt en dan één keer per dag tussen de tanden wordt schoongemaakt. ● Bij mensen die helemaal niets meer kunnen, de mond spoelen. ● Dat verpleegkundigen een goede instructie van ons krijgen, van hoe het zou moeten. ● Het meekijken met 2-3 cliënten, dat jullie echt de indruk krijgen van zo gaat het er ook echt aan toe. Misschien dat jullie dan met wat oudere mensen meekijken. En het hoeft echt geen hele dag te zijn, als je bijvoorbeeld twee uurtjes meekijkt, zie je al veel. Bovendien leer je er dan ook wat meer van. ● Bellen, mailen of langskomen voor advies.
50
Belemmeringen Mondverzorging ligt heel erg aan de motivatie van de cliënten zelf. Sommige mensen hebben de motoriek gewoon helemaal niet, dan kan je wel blijven hameren dat ze het moeten doen, maar als ze het dan echt niet kunnen, dan moet je naar een andere oplossing gaan zoeken. Dat kan zijn, dat ze de mondverzorging door iemand anders laten doen, of dat ze meer de focus op het goed poetsen leggen, dan dat ze er tussen echt goed schoonmaken. Maar ja het is gewoon lastig, je moet echt per persoon kijken van hoe en wat. Het mooiste is natuurlijk als het helemaal goed schoon is.
Consulten De consulten duren meestal 45 minuten. Het ligt er een beetje aan waarvoor ze komen. Dat vragen we dan eerst even en dan nemen we altijd een anamnese door. We kijken hoe de mond eruitziet en meten de pocket op. En aan de hand daarvan zeggen we hoe vaak het moet worden schoongemaakt, misschien twee keer, misschien vier keer. Sommige mensen zeggen, ik wil het één keer schoongemaakt hebben en dan eens per half jaar het bijhouden. We vinden dat prima, want klant is koning. We geven alleen adviezen wat wij denken dat het beste is voor ze.
51
Bijlage 5: Protocol
Titel:
Mondverzorging bij palliatieve ouderen
Versie:
1
Algemeen Publicatiedatum: 01-05-2012
Overigen Auteur Documentbeheerder (eigen naam) DocumentID Doelgroep Onderwerp Proces eigenaar of documenthouder Regio Regio onderdeel Synoniemen
Schipper; Hananjah Zorg aan huis, regio Noord-West Mondverzorging bij palliatieve ouderen Schipper; Hananjah Noord-West Zorg Mondverzorging; palliatieve ouderen
Doelstelling/omschrijving Mondverzorging bij palliatieve ouderen. Toepassingsgebied Laurens Zorg aan huis, regio Noord-West. Definities/afkortingen Dit protocol is een beschrijving van hoe helpenden, verzorgenden en verpleegkundigen kunnen zorgdragen voor optimale mondverzorging, zodat klachten van de mond bij palliatieve ouderen (65 plussers) in de thuiszorg worden voorkomen en/of worden behandeld. Lezen door Verpleegkundigen niveau 4 & 5, verzorgenden niveau 2 & 3. Inhoud/werkwijze Algemene opmerkingen De uitvoerende moet op de hoogte zijn van de inhoud van het protocol. Dit protocol is een beschrijving van hoe helpenden, verzorgenden en verpleegkundigen kunnen zorgdragen voor optimale mondverzorging, zodat klachten van de mond bij palliatieve ouderen (65 plussers) in de thuiszorg worden voorkomen en/of worden behandeld. Een goede mondverzorging is van belang ter voorkoming van klachten van de mond, zoals een droge mond, stomatitis, stinkende adem, infecties en pijn. Bij een gezonde mond hoort er sprake te zijn van een: vochtig en roze slijmvlies, schone tanden, roze tong, frisse adem, gezond tandvlees en een passend gebit.
52
Wat wordt onder mondverzorging verstaan? Mondverzorging omvat de dagelijkse door de cliënt zelf of zijn verzorgers te verrichten verzorgende en preventiegerichte maatregelen, die nodig zijn om het mondgebied gezond te maken of gezond te houden. Goede mondgezondheid wordt gedefinieerd als het niet hebben van chronische pijn, mond- en keelkanker, mondzweren, geboortegebreken zoals een gespleten lip en gehemelte, losse tanden, en andere ziektes of stoornissen die de mondholte aantasten. Het is belangrijk om te weten, dat soms een cliënt een mondinfectie kan hebben, terwijl hij geen pijn heeft. Een mond die goed functioneert met een gebit, met eventueel vullingen, kronen, implantaten is het gevolg van een goede mondgezondheid. Optimale mondverzorging is erg belangrijk, omdat: ● Het invloed heeft op de algemene gezondheid en het welbevinden. ● Mondziektes pijn en lijden kunnen veroorzaken. ● Het belangrijk is voor communicatie, sociaal netwerk en uiterlijk. ● Het invloed heeft op de kwaliteit van leven.
Doel van de mondverzorging tijdens de palliatieve fase Het doel van palliatieve mondzorg: ● Het gebit en het tandvlees schoon (vrij van tandplak) en intact te houden. ● De mondslijmvliezen schoon, vochtig en intact te houden. ● Korstvorming (door taai speeksel of bloedingen) tegen te gaan. ● Stomatitis (ontsteking van de mond en van het mondslijmvlies) te voorkomen of te verlichten. ● De voedselinname te vergemakkelijken. ● De lippen en mondhoeken soepel te houden. ● Mondinfecties te voorkomen. ● Pijn en ongemak te voorkomen of te verminderen. ● Slechte adem te voorkomen. ● Algemeen welbevinden te verhogen. ● De kauwfunctie te bevorderen.
Benodigdheden ● Handschoenen ● Fluoridehoudende tandpasta (o.a. Zendium, Colgate, Biotene, Elmex) ● Tandenborstel ● Handdoek ● Gaasjes ● Glas met lauw water ● Theelepel zout en een theelepel azijn ● Tongschraper ● Kaakspoelspuit ● Tandenstokers of ragers ● Vaseline, labellostift of cacaoboter ● Luchtbevochtiger ● Kunstspeeksel ● Evt. gebittenbakje, steradent, kukident
53
Voorbereiding ● Informeer de cliënt over de handeling. ● Geef informatie over hoe de handeling gaat verlopen. ● Geef, indien nodig, aan dat de handeling onplezierig of pijnlijk kan zijn. ● Vraag toestemming aan de cliënt. ● Zet alles klaar op een schoon, ruim werkvlak. ● Zorg voor de privacy van de cliënt. ● Help de cliënt zonodig in een goede houding (zoveel mogelijk zittend). ● Was je handen. ● Zorg voor een goede werkhouding. ● Doe, indien nodig, handschoenen aan. ● Bescherm de kleding van de cliënt met een handdoek.
Werkwijze ● Poets de tanden volgens Bass. Bij deze methode worden alle tanden en kiezen, het tandvlees en het gebied tussen de tanden gereinigd. De haren van de tandenborstel worden schuin onder een hoek van 45 graden tegen de tandvleesrand aangezet, zowel aan de tong- als wangzijde. Vervolgens worden korte, heen en weer gaande horizontale bewegingen gemaakt waarbij de borstel telkens twee of drie tanden tegelijk bestrijkt. De kauwvlakken van de kiezen worden met korte boenende bewegingen van voren naar achteren schoongemaakt. Aan de tongzijde van de voortanden wordt de borstel verticaal gehouden en worden kleine op- en neergaande bewegingen gemaakt. ● Reinig de tong. Ga voorzichtig met een tandenborstel van achter naar voren over de boven- en zijkant van de tong. Een tongschraper kan gebruikt worden indien de tong onvoldoende schoon wordt. Wel moet dan opgelet worden dat er bij een kwetsbaar slijmvlies geen wondjes ontstaan. ● Masseer de kaakwallen zachtjes met een schone, zachte tandenborstel en fluoridehoudende tandpasta. ● Interdentaal reinigen. Om de ruimte tussen de gebitselementen te reinigen en hierdoor de kans op ontsteking van tandvlees te voorkomen is het gebruik van tandenstokers of ragers erg praktisch. Het is voldoende om dit éénmaal daags, het liefst voor de nacht te doen. ● Reinig de implantaten met een tandenborstel met tandpasta. Soms is reiniging met een gaas noodzakelijk. ● Prothese onderhoud. Reinig de prothese het liefst met een speciale protheseborstel (kort, stevig en breed handvat met aan het uiteinde een grote borstel, of een combinatie van een grote en kleine borstel) en met ongeparfumeerde huishoudzeep. Indien er tandsteen of aanslag op het kunstgebit zit, kan deze een nacht in een oplossing van natuurazijn (theelepel azijn op 100ml water) gelegd worden. Hierna en voor gebruik de prothese onder stromend water afspoelen. ’s Nachts de prothese droog bewaren. Water is namelijk een bron van bacteriën. Wel kan ’s nachts de prothese in een bakje water met steradent of kukident gelegd worden. Het niet inhebben van het gebit, ontziet de kaakwallen en voorkomt irritatie. ● Laat de cliënt met fysiologisch zout de mond spoelen. Dit vermindert de kans op bacteriën die zich aanhechten aan het mondslijmvlies. Het spoelen prikkelt niet en het lost taai speeksel op. Het is klaar te maken door één afgestreken theelepel zout op te lossen in een beker lauw kraanwater. ● Indien gewenst de mond bevochtigen met kunstspeeksel. ● Dep de mond van de cliënt schoon en droog. ● Breng vaseline, labellostift of cacaoboter aan op de lippen. ● Help de cliënt in de door hem gewenste houding. ● Ruim na afloop de benodigdheden op en laat een schoon werkblad achter. ● Was je handen. ● Schakel bij klachten van de mond altijd de tandarts in. 54
Aandachtspunten bij de mondverzorging van een niet zelfstandige cliënt: ● Overweeg het gebruik van een elektrische tandenborstel. ● Soms kan de clënt nog wel zelfstandig poetsen als hij zijn hand en arm kan steunen. ● Een zwakke cliënt kan ondersteuning van de onderkaak als prettig ervaren. ● Maak voorzichtige en rustige poetsbewegingen met tijdige spoelpauzes. Houd het hoofd schuin naar voren, naar rechts en naar links gericht, bij een cliënt die niet goed kan spoelen, om het vocht uit de mond op te vangen. Indien de cliënt niet aanspreekbaar is en niets per os mag, gelden de volgende richtlijnen: ● Draag uit hygiënisch oogpunt wegwerp handschoenen. ● Poets als het kan de tanden twee maal daags voorzichtig met een schone, zachte tandenborstel met weinig tandpasta. ● Verwijder een kunstgebit. ● Week korsten op de lippen los met vaseline. ● Bevochtig en maak het tandvlees, de wangzakken en het gehemelte schoon met een zacht vochtig gaas om de wijsvinger. Doe dit zo vaak als het nodig is, maar minimaal zesmaal daags als de cliënt niets per os neemt. ● Schoonmaken en bevochtigen van de tong met de tandenborstel waar een vochtig gaasje omheen zit. Ook voor dit geldt, doe het zo vaak als het nodig is, maar minimaal zesmaal daags. Schoonmaken in drie stappen door steeds een schoon gaas te gebruiken, eerst de tongpunt, dan het middengedeelte en tot slot de tongwortel. De tongpunt wordt met een gaas vastgepakt zodat deze niet wegglipt. ● Indien mogelijk interdentale reiniging. ● Spoel de mond met fysiologisch zout, eventueel met een kaakspoelspuit. ● Overweeg het gebruik van een luchtbevochtiger bij een terminale cliënt die ademt met open mond. ● Vocht in de mond tot een minimum beperken en verwijderen om stikken en aspiratie in de longen te voorkomen. ● Droge of kapotte lippen schoonmaken met een nat gaasje. Vet de lippen in met vaseline, labellostift of cacaoboter. In de volgende tabel wordt aangegeven hoe vaak de verschillende handelingen per dag moeten worden uitgevoerd om klachten van de mond te voorkomen:
Volledig eigen gebit Ontbreken tanden en/of kiezen Plaatje boven/onder prothese Volledige gebitsprothese
Lippen
Mondspoelen
Reinigen tong
4dd
Poetsen tanden en kiezen 4dd
4dd
Poetsen kaakwallen
4dd
Interdentaal reinigen 1dd
4dd
4dd
4dd
4dd
4dd
4dd
4dd
4dd
1dd
4dd
4dd
4dd
4dd
4dd
4dd
2dd
4dd
55
Prothese onderhoud
Bijlage 1: Niet-waarden, m.n. geldend voor protocol ● Vermijd mondspoelingen met alcohol of glycerine: geeft extra uitdroging van de slijmvliezen van de mond. ● Het gebruik van flosdraad wordt afgeraden. De kans op tandvleesbeschadiging is met flossen veel groter. ● Gebitsprothese niet met tandpasta poetsen. Tandpasta maakt de kunsthars na een poos ruw. Hierdoor kunnen bacteriën en plak zich makkelijker hechten. Tandsteenvorming en verkleuring van het gebit kunnen optreden. Aandachtspunten Een goede mondverzorging is van belang ter voorkoming van klachten van de mond, zoals een droge mond, stomatitis, stinkende adem, infecties, pijn enzovoort. Te gebruiken formulieren/gerelateerde documenten Rapportage in het zorgdossier Literatuurverwijzing ● Protocol ‘Mondhygiëne regio Centrum’ ● Bissett, S & Preshaw, P. 2011. ‘Guide to providing mouth care for older people.’ Nursing older people. December 2011 (volume 23, nummer 10):14-21 ● Graeff, A e.a. 2006. Palliatieve zorg, richtlijnen voor de praktijk. Utrecht: Vereniging van Integrale Kankercentra (VIKC) ● Honnor, A & Law, A. 2002. ‘Mouth care in cancer nursing: using an audit to change practice.’ British Journal of Nursing. July 2002 (vol 11, no 16):1087-1096 ● Schols, A. Richtlijn mondzorg voor zorgafhankelijke cliënten in verpleeghuizen. [Internet]. NVVA, NMT & NVG. [aangehaald 08/03/2012] Bereikbaar op http://www.venvn.nl/Portals/20/publicaties/RichtlijnMondzorgNVVA_web.pdf ● Spreeuwenberg, C e.a. Handboek palliatieve zorg. Maarssen: Elsevier gezondheidszorg [2002]
56