KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN
Oplossingen bij het handboek MANAGEMENT ACCOUNTING
Prof. Dr. Ann Jorissen Prof. Dr. Filip Roodhooft
1
Hoofdstuk 2 : Besluitvorming
Oef. 8.1, p. 79 1.
Ondernemings-
Broodroosters Haardrogers
totaal
Verwarmingstoestellen
Verkopen
740.000
230.000
370.000
140.000
Var. kosten
296.000
78.000
148.000
70.000
Contributie
444.000
152.000
222.000
70.000
Dir. Vaste k.
262.000
68.000
116.000
78.000
Segment marge
182.000
84.000
106.000
-8.000
Verdeelde VK
111.000
34.500
55.500
21.000
Resultaat
71.000
49.500
50.500
-29.000
2. Ondernemingsresultaat = Segmentmarge broodroosters + haardrogers - totale vaste kosten =
3. Omzet na reclame = - var. kost na reclame = = Contributie
84.000
- directe vaste kost =
141.000
=
125.400
- verdeelde vaste k. =
55.500
=
-
111.000
(=
116.000
+
25.000
=
79.000
177.600 266.400
= Resultaat
106.000
444.000
=
= Segmentmarge
+
marketingkost)
69.900
Oef. 8.2, p. 79 Kosten afdeling onderhoud = 300.000 => variabel = 25.000 x 10 = 250.000 => vast = 50.000 Besparing :
a) Variabele kosten afdeling onderhoud = 250.000 b) Kosten geleverd van verwarming aan onderhoud = (5.000/95.000) x 400.000 = 21.053
=> Totaal = 250.000 + 21.053 = 271.053/25.000 = 10,84 eur/h > 10,75 => Uitbesteden!
2
Opmerking : Indien we zouden veronderstellen dat de onderhoudskosten aan verwarming proportioneel zijn met het geleverd aantal verwarmingsuren, moeten er ook minder onderhoudsuren aan verwarming geleverd worden, aangezien verwarming op haar beurt niets meer moet leveren aan onderhoud => extra besparing : 3.000 x (5/95) = 157,89 h onderhoud bespaart => uitbesteden = 24.842 h x 10,75 = 267.052,63 euro < 271.053 => uitbesteden!
Oef. 8.3, p. 80 a) Relevante kosten en opbrengsten van de productie tot en met split-off Productie JA
Productie NEEN
Verkopen
380.000
0
Kosten
400.000
0
Resultaat
-20.000
0
Wanneer men na splitt-off het productieproces zou beëindigen is het niet zinvol dit productieproces op te zetten. b) Relevante kosten en opbrengsten m.b.t. het verder verwerken van de 3 afzonderlijke producten A
B
C
Relevante opbrengsten
70.000
30.000
40.000
Relevante kosten
30.000
28.000
42.000
Relevant resultaat
40.000
2.000
-2.000
A & B verder verwerken is zinvol, C daarentegen niet.
⇒ Het gemeenschappelijk productieproces wordt opgestart en A & B worden verder afgewerkt. Het resultaat van deze acties i: A (einde)
B (einde)
C (split-off)
Totaal
Omzet
190.000
210.000
80.000
480.000
Kosten
400.000
30.000
28.000
458.000
Resultaat
22.000
3
Oef. 8.4, p. 80 Morning Delight
Breakfast Delight
Verkoopprijs
0,4
???
Direct materiaal
0,05
0,075
Directe arbeid
0,075
0,075
Variabele IK
0,05
0,05
Totale Variabele kost
0,175
0,2
Contributie
0,225
Verdeelde Vaste kost
0,075
Resultaat
0,15
1. De onderneming werkt tegen volledige productiecapaciteit.
De onderneming zal
"Breakfast Delight" slechts op de markt brengen, indien ze op "Breakfast Delight" een contributie van 0,225 haalt. Dit kan met een verkoopprijs van minstens 0,425 euro (=0,225 +0,2). 2. Bij gedwongen levering aan 0.275 euro haalt de onderneming XYZ per kg "Breakfast Delight" een contributie van 0,075 euro (= 0,275-0,2). D.w.z. dat op de aangekochte jam een contributie van 0,15 moet gehaald worden. Dit kan met een leverprijs van 0,25 euro (=0,4-0,15).
Oef. 8.5, p. 81 1. Reclamecampagne uitvoeren wanneer de relevante opbrengsten groter zijn dan de relevante kosten - Relevante opbrengsten: A : 20.000 x 9,95
- Relevante kosten:
= 199.000
B : 30.000 x 11,95
= 358.500
Totaal :
C : 25.000 x 22,95
= 573.750
1.430.500
D : 15.000 x 19,95
= 299.250
A : 20.000 x 6,5
= 130.000
B : 30.000 x 7,8
= 234.000
Totaal :
C : 25.000 x 16,5
= 412.500
1.275.750
D : 15.000 x 13,95
= 209.250
4
Relevante contributie = 1.430.500 - 1.275.750 = 154.750 => Reclamecampagne uitvoeren
2. Na de reclamecampagne heeft de onderneming in feite de volgende productiecapaciteit nodig: A : 200.000 x 0,6 = 120.000 MU B : 310.000 x 0,6 = 186.000 MU C : 285.000 x 1
= 285.000 MU
D : 165.000 x 0,9 = 148.500 MU Totaal: Beschikb.
739.500 MU 715.000 MU
=> Tekort: 24.500 MU A & C kunnen extern aangekocht worden, wat is hun contributie/schaarstefactor bij interne productie en hun contributie bij externe aankoop?
A (intern)
C (intern)
A (extern)
C (extern)
Verkoopprijs
9,95
22,95
9,95
22,95
Var. kost
6,50
16,50
8,9
20,00
Contributie
3,45
6,45
1,05
2,95
40.833
24.500
= A intern
= C intern
140.873,85
158.025
42.874,65
72.275
# stuks Totale contr.
Opmerking : # stuks = # stuks die we kunnen produceren met 24.500 MU (bv. A : 24.500/0,6)
=> A: 140.873,85 - 42.874,65 = 97.999,2
C : 158.025 - 72275 = 85.750
=> Het is bijgevolg het voordeligste om A intern te produceren, externe productie zou immers tot een groter contributieverlies lijden dan bij C. => A : 120.000 MU
B: 186.000 MU
(Bezetting 715.000 MU)
D : 148.500 MU
C : 260.500 MU
=> C intern : 260.500 stuks
=> C extern aankopen : 285.000 - 260.500 = 24.500 stuks
5
Oef.8.6., p. 82 Geval 2 : één keer maximum 25.000 (i.p.v. 2.500) banden van om het even welke categorie Geval 3 : één keer maximum 60.000 (i.p.v. 600) banden van om het even welke categorie
45 min
60 min
90 min
120 min
2
2,5
3,25
3,5
Hoes
0,1
0,1
0,1
0,1
Tape
0,11251
0,15
0,225
0,3
1,7875
2,25
2,925
3,1
45 min
60 min
90 min
120 min
Machine A
3 sec
3 sec
3 sec
3 sec
Machine B
3 sec
4 sec
5 sec
6 sec
6 sec
7 sec
8 sec
9 sec
VP - var.kosten
=contributie
Productietijd:
Nodig:
Totaal
Geval 1: Schaarse factor: beperkte productietijd -> 40 uren of 144.000 seconden op machine A en 40 uren of 144.000 seconden op machine B Maximum aantal videobanden per type dat hiermee geproduceerd kan worden: op machine A: voor elk type videoband, maximaal 144.000/3 = 48.000 stuks op machine B: 45 min -> 144.000/3 = 48.000 banden 60 min -> 144.000/4 = 36.000 banden 90 min -> 144.000/5 = 28.800 banden 120 min ->144.000/6 = 24.000 banden
Maximale contributie per type: 45 min -> 48.000 x 1,7875 = 85.800 60 min -> 36.000 x 2,25 1
= 81.000
½ (45/5) x 0,025 = 4,5 x 0,025 = 0,1125 6
90 min -> 28.800 x 2,925 = 84.240 120 min ->24.000 x 3,1
= 74.400
Maximale winst: 45 min -> 85.800 - 120 - 120 = 85.560 60 min -> 81.000 - 120 - 120 = 80.760 90 min -> 84.240 - 120 - 120 = 84.000 120 min -> 74.400 - 120 - 120 = 74.160
Oplossing: 48.000 stuks videoband 45 min, levert hoogste contributie (winst) op. Opmerking:
Ditzelfde
resultaat
kan
uiteraard
ook
bekomen
worden
met
de
contributie/schaarstefactor redenering, nl. Co/SF = A: 0,59583 B: 0,56250
C: 0,58500
D: 0,51667 => Co/SF A max. !
Bij geval 2 hebben we echter een extra knelpunt, waardoor we onze toevlucht zouden moeten nemen tot lineaire programmering. Op bovenstaande manier wordt dit echter vermeden.
Geval 2: De opgave kan op 2 manieren geïnterpreteerd worden: CASE 1: Men kan één keer maximum 25.000 banden van 1 bepaalde categorie afzetten CASE 2: Men kan maximum 25.000 banden afzetten van elke categorie (waarbij meerdere categorieën kunnen geproduceerd worden) CASE 1 24.000 stuks videoband 120 minuten (gevolg: 72.000 sec. over op mach.A en 0 sec. op mach.B) Reden: max. contributie per type: 45 min: 25.000 x 1,7875
= 44.687,50
60 min: 25.000 x 2,25
= 56.250
90 min: 25.000 x 2,925
= 73.750
120 min: 24.000 x 3,1
= 74.400
7
CASE 2 De contributie per eenheid schaarse factor voor de 4 videobanden zijn de volgende: 45 min: 0,59583
60 min: 0,56250
90 min: 0,58500
120 min: 0,51667
Zodat de volgorde van produceren wordt: video 45 min, video 90 min, video 60 min, video 120 min. Aangezien de tijdsbezetting van de 4 videobanden op machine A gelijk is, laten we de productie bepalen door de tijdsbezetting op machine B = het knelpunt. Produkt Max. te produceren Eenheden machine B van video 45 Overblijvende capaciteit op machine B Eenheden machine B van video 90 Overblijvende capaciteit op machine B
25.000 x 3 sec =
45 25000 25000 75000
144.000 - 75.000 =
69000
60 25000
1,7875 44687,5
120 25000
TOTAAL
25000 125000 > 69000 69000
25,000 x 5 sec = daarom 13.800 x 5 sec 0
Contributie per eenheid Totale contributie
90 25000
2,25 0
2,925 40365
3,1 0
85052,5
Operationele kosten Wekelijks resultaat
240 84812,5
Geval 3: De opgave kan op 2 manieren geïnterpreteerd worden: Case 1: Men kan één keer maximum 60.000 banden van 1 bepaalde categorie afzetten Case 2: Men kan maximum 60.000 banden afzetten van elke categorie (waarbij meerdere categorieën kunnen geproduceerd worden) CASE 1 Één keer maximum 60.000 banden van één categorie en 2 machines B Oplossing: 48.000 stuks videoband 120 minuten (rest: machine A: 0 seconden en machine B (2x): 0 seconden)
8
CASE 2 Op machine A kan elke type videoband 48.000 keer geproduceerd worden. 2 machines B laten een productie toe van 96.000 stuks van 45 min, 72.000 stuks van 60 min, 57.600 stuks van 90 min en 48.000 stuks van 120 min. Hieruit kan men afleiden dat machine A een beperking oplegt op het aantal stuks dat van elke categorie kan geproduceerd worden, namelijk 48.000. Produkt
45
60
90
120
60000
60000
60000
48000 x 3 sec =
60000 48000 144000
288.000 - 18.0000 =
144000
Max. te produceren Eenheden 2 machines B van video 120 Overblijvende capaciteit op machines B Eenheden machines B van video 90
48000 240.000 >144.000 144.000
48.000 x 5 sec = daarom 28.800 * 5
Overblijvende capaciteit op machines B Contributie per eenheid Totale contributie Operationele kosten
TOTAAL
108.000-108.000
0
1,7875
2,25
2,925
3,1
85800
0
84240
0
170040 240
Wekelijks resultaat
169800
Oef.8.7., p.82 Geval 1: MAX 35 C + 27,5 L n.v. 35 C + 30 L + 15 ≤ 2.400 C, L ≥ 0
Oplossing: C = 68,14 L=0
9
Geval 2: (kan niet meer grafisch opgelost worden wegens 4 onbekenden => valt buiten bestek cursus) MAX 90 C1 + 55 C2 + 65 L1 + 37,5 L2 n.v. 35 C1 + 35 C2 + 30 L1 + 30 L2 + 15 ≤ 2.400 0 ≤ C1 ≤ 40 0 ≤ L1 ≤ 40 C2, L2 ≥ 0
Oplossing: C = 40 L = 32,83
10
Oef. 8.8., p 83 1) Bepaling van de doelfunctie: Winst = (4*P) + (8*C) – 600.000 Bepaling van de nevenvoorwaarden: Nv 1: 2 P + 4C ≤ 400.000 Nv 2: 0,4P + C ≤ 90.000 Nv 3: P ≥ 0 Nv 4: C ≥ 0 Bepaling nulpunten: Doelfunctie: (150.000 ; 0) , (0; 75.000) Nv 1: (200.000 ; 0) , (0 ; 100.000) Nv 2: (225.000 ; 0) , (0 ; 90.000)
Antwoord: op alle punten tussen (200.000 ; 0) en (100.000 ; 50.000) van de nevenfunctie 1 bekomen we de winstmaximalisatie van 200.000
2) Berekening variabele indirecte kosten Passie: (1 * 0,4) + (2,5 * 2) = 5,4 / stuk Citro: (1 * 1) + (2,5 * 4) = 11 / stuk Bepaling doelfunctie: Winst = (1,8*P) + (5*C) – 650.000 Bepaling nevenvoorwaarden: Nv 1: 2 P + 4C ≤ 400.000 Nv 2: 0,4P + C ≤ 90.000 Nv 3: P ≥ 0 Nv 4: C ≥ 0 Bepaling nulpunten: Doelfunctie: (269.000 ; 0) , (0; 104.040) Nv 1: (200.000 ; 0) , (0 ; 100.000) Nv 2: (225.000 ; 0) , (0 ; 90.000) Welke punten bepalen de grenzen van het domein? 1) (0 ; 0) 2) (200.000 ; 0) 3) (100.000 ; 50.000) 4) (0 ; 90.000)
11
Antwoord: We bekomen een verliesminimalisatie van 200.000 bij de productie van 0 flessen Passie en 90.000 flessen Citro.
Oef. 8.9., p 84 Overzicht van de winst die kan gehaald worden in de verschillende situaties:
S1 Hoog p = 0,3
S2 Normaal p = 0,5
S3 Laag p = 0,2
a1 Prijs = 15
311.000
248.000
180.000
a2 Prijs = 20
388.000
308.000
168.000
1. Beslissing zonder informatie • Als men kiest voor prijs= 15, is de verwachte winst gelijk aan (311.000 * 0,3) + (248.000 * 0,5) + (180.000 * 0,2) = 248.900 • Als men kiest voor prijs= 20, is de verwachte winst gelijk aan (388.000 * 0,3) + (308.000) * 0,5 + (168.000 * 0,2) = 304.000 Besluit: ik kies voor prijs = 20
2. Beslissing met perfecte informatie • Computerprogramma weet perfect welke staat van conjunctuur zich zal voordoen – Bij hoogconjunctuur:
men kiest p = 20, met winst gelijk aan 388.000
– Bij normale conjunctuur:
men kiest p = 20 met winst gelijk aan 308.000
– Bij laagconjunctuur:
men kiest p = 15 met winst gelijk aan 180.000
• Men weet echter niet wat het computerprogramma zal voorspellen, daarom corrigeren voor de kansen dat de conjuncturen zich voordoen (388.000 * 0,3) + (308.000 * 0,5) + (180.000 * 0,2) = 306.400 • Wat kan men maximum betalen voor het computerprogramma: 2.400 (306.400 – 304.000)
12
3. Imperfecte informatie • p(y1) =
p(y1| s1) * p(s1) + p(y1 | s2) * p(s2) + p(y1 | s3) * p(s3)
= 0,283 • p(y2) = 0,413 • p(y3) = 0,304 • A priori kansen waren: p(s1), p(s2), p(s3) • A posteriori kansen zijn, voor elk van de signalen: p(s1| y1) = 0,742
p(s1| y3) = 0,128
p(s1| y2) = 0,123
p(s2| y1) = 0,088
p(s2| y3) = 0,411
p(s2| y2) = 0,847
p(s3| y1) = 0,170
p(s3| y3) = 0,461
p(s3| y2) = 0,029
Voor elk van de signalen moet nagegaan worden welke prijs de beste zou zijn Vb: bij signaal y1 bekomt men bij een prijs van 15: 283.215,54 winst bij signaal y1 bekomt men bij een prijs van 20: 343.618, 37 winst zodat men bij signaal y1 kiest voor een prijs van 20. Vervolgens met rekening gehouden worden met de kans op die signalen. y1:
prijs =20
→
343.618,37
* 0,283
y2:
prijs =20
→
313.811,14
* 0,413
y3:
prijs =20
→
253.789,47
* 0,304
304.000 cfr zonder info
Zonder informatie kiest men voor een prijs = 20. Met imperfecte informatie kies je ook telkens prijs = 20, dus de imperfecte informatie beïnvloedt de beslissing niet, zodat de waarde gelijk is aan 0.
13
Hoofdstuk 3: budgettering
Oef. 8.1., p 122
Product: S1 S2 S3
Product: S1 S2 S3
Product: S1 S2 S3 Totaal vereist mat.: Totale mat.kost (verbrkt): Tot. aan te kopen : gevormde EV : Totale mat.kost :
VERKOOPSBUDGET : (kost in euro) Totaal 3.000 5.000 7.000 Tot./Afd. :
Tot./Prod. : 1.800 2.500 3.150 7.450 euro = Totaal budget
PRODUCTIEBUDGET : (# eenh.) 3.500 5.350 7.500 DIRECT MATERIAALBUDGET : (# eenh.) G1 G2 G3 1.750 0 1.750 0 0 4.280 1.500 9.000 0 3.250 9.000 6.030 Totaal verbruik : 243,75 450,00 211,05 904,80 euro 4.000 9.000 8.000 750 0 1.970 Totaal aankopen : 300 450 280 1.030 euro DIRECT ARBEIDSBUDGET : (tijd in uren)
Product: S1 S2 S3 Totaal :
52,5 53,5 60,0 166,0 DIRECT ARBEIDSBUDGET : (kost in euro)
Product: S1 S2 S3 Totaal :
656,25 668,75 750,00 2.075,00
INDIRECTE KOSTENBUDGET : (kost in euro) Product: S1 S2 S3 Totaal :
553,46 564,01 632,53 1.750,00 = Totaal budget
Product: S1 S2 S3 Totaal :
MARKETING- & ADMINISTRATIEBUDGET : (kost in euro) Totaal : Distributiekosten Reclamekost 60 54 114 100 90 190 140 126 266 Totaal budget : 570 euro
Product: S1 S2 S3
KOST PER PRODUCT DEZE PERIODE : Materiaal Arbeid Overhead 0,055 0,188 0,158 0,028 0,125 0,105 0,075 0,100 0,084
Totaal : 0,401 0,258 0,259
Product: S1 S2 S3 Totaal :
BEREKENING KVG : Mat.kost verkochte prod. 192,50 149,80 562,50 904,80
Kost BV 0,00 37,50 0,00 37,50
+ + + =
Materiaalkosten : Arbeidskosten : Kosten Overhead : Subtotaal :
+ -
Kosten BV Kosten EV
=
Totale KVG :
Kost EV 200,32 129,21 129,67 459,20
KVG : 904,80 2.075,00 1.750,00 4.729,80 37,50 459,20 4.308,10 euro
15
+ -
Omzet KVG
= -
Contributie Vaste kosten marketingbudget overige kosten
= -
Resultaat Belastingen (40 %)
=
Netto-resultaat :
GEBUDGETTEERDE RR : 7.450,00 (= verkoopsbudget) 4.308,10 3.141,90 3.020,00 570,00 2.450,00 121,90 48,76 73,14 euro
Oef. 8.2., p 123 1e KW 20x1
2e KW 20x1 3e KW 20x1
4e KW 20x1
Totaal
Verkoopsbudget Verkopen Verkkoopprijs/eenheid Omzet
120
100 1.000 100.000
140 1.000 140.000
200 1.000 200.000
160 1.000 160.000
600.000
100 28 20 108
140 40 28 152
200 32 40 192
160 24 32 152
120 20 24 116
108 2 216 30,4 21,60 224,80
152 2 304 38,4 30,40 312,00
192 2 384 30,4 38,40 376,00
152 2 304 23,2 30,40 296,80
116 2 232
100 22.480
100 31.200
100 37.600
100 29.680
Productiebudget Verkopen + gewenste EV - BV = te produceren eenheden Materiaalbudget Te produceren eenheden Benodigd materiaal in kg/eenh. benodigd materiaal in kg + gewenste EV - BV aan te kopen hoeveelh mat in kg aankoopprijs per kg = aankopen materiaal
16
120.960
Direct arbeidsbudget Te produceren eenheden aantal uren per eenheid Totaal aantal uren uurloon Bezoldigingen
108 1 108 300 32.400
152 1 152 300 45.600
192 1 192 300 57.600
152 1 152 300 45.600
181.200
108 2 216 100 21.600
152 2 304 100 30.400
192 2 384 100 38.400
152 2 304 100 30.400
120.800
25.000
25.000
25.000
25.000
100.000
Indirect variabele kostenbudget Te produceren eenheden aantal machine-uren/eenheid Totaal aantal machine-uren Energiekost per machine-uur Totale energiekosten Indirect vaste kostenbudget Afschrijvingen Variabele kostprijs per eenheid Materiaal Arbeid Indirect variabele kosten Totale var kostprijs/stuk
2kg x 100 = 1 h x 300 = 2 h x 300 =
200 300 200 700
Previsionele RR
Handelsgoederen, gr&hst Inkopen Voorraadwijziging
120.800 Omzet 120.960 Voorraadwijz. GP -160
Diensten & diverse goederen Energie Bezoldigingen Afschrijvingen
120.800 120.800 181.200 100.000
Resultaat
600.000 2.800
80.000
Opmerking : Voorraadwijziging; (21,6 - 23,2)x100= -160
Voorraadwijziging; (24 – 20)x700= 2.800
17
Oef. 8.3., p 124 1e KW 20x1
Beginsaldo LM
2e KW 20x1
3e KW 20x1
4e KW 20x1
50
250
50
50
288,00 840,00 112,80
180,00 672,00 85,20
216,00 420,00 63,60
252,00 504,00 75,60 200,00
1.240,80
937,20
699,60
1.031,60
294,00 147,00
196,00 220,50
245,00 294,00
44,10
147,00 441,00 750,00 133,80
41,65
53,90
68,70 125,00
-48,60 125,00
21,95 125,00
21,70 125,00
+ Ontvangsten Verkopen 30 % contant 70 % in volgend kwartaal BTW op verkopen (betalen) Te ontvangen huur Totaal der ontvangsten - Uitgaven Materiaal 40 % contant 60 % in volgend kwartaal Aankoop machine BTW op aankopen (terugvord.) Effectief te betalen BTW Bezoldigingen Te betalen huur & verzekering
175,00
175,00
Totaal der uitgaven
678,80
1.723,20
605,10
914,60
Voorlopig saldo - min.saldo LM KW +1
612,00 -50,00
-536,00 -50,00
144,50 -50,00
167,00 -50,00
0,00
383,72
-222,51
-140,81
Overschot beleggen/ontlenen
562,00
-202,28
-128,01
-23,81
Beleggen Ontlenen
362,00 0,00
0,00 -202,28
0,00 -128,01
0,00 -23,81
Eindsaldo
250,00
50,00
50,00
50,00
Afrekening rente
Opmerking : Het negatieve getal bij effectief te betalen BTW wijst erop dat we geld terugkrijgen van de BTW-administratie. In realiteit zal men dit saldo in mindering brengen van hetgeen we volgend kwartaal zullen moeten betalen. Dit zou echter tot onnodige complexiteit in de oefening leiden.
18
Hoofdstuk 4: Managementcontrole Oef. 9.1., p 211 1) Wat zijn de werkelijke cijfers voor april 20X1? Omzet – materiaalkost – arbeidskost – indirecte kosten = resultaat. De materiaalkost, arbeidskost en indirecte kosten dienen eerst afgeleid te worden. 2) Wat is de werkelijke materiaalprijs? Materiaalprijsvariantie = (Ps – Pw) * Qw = - 360 (2 – Pw) * 9000 = - 360 Pw = € 2,04/kg 3) Wat is de werkelijk verbruikte arbeidstijd? Arbeidsefficiëntievariantie = (Qs – Qw) * Ps = - 1518 (1/60 * 9000 – Qw) * 180 = - 1518 Qw = 158,43 uren = 1, 0562 min/stuk 1) Wat zijn de werkelijke cijfers? Indirecte kostenvariantie = - 2000, zodat de werkelijke indirecte kosten = 42.000 Er is geen verkoopprijsvariantie, zodat de werkelijke contributie per stuk = gebudgetteerde contributie per stuk = 5 Er is geen materiaalefficiëntievariantie, zodat het werkelijke materiaalverbruik per stuk 1 kg is. Er is geen arbeidsprijsvariantie, zodat het werkelijke loon per uur tevens €180 is. Omzet – € 2,04 – (1,0562 min/stuk * € 180/uur) = € 5 Omzet = € 10,2086 per stuk Totaal resultaat = (5*9000) – 42000 = 3000
Oef. 9.2., p 211 Materiaalvolumevariantie: (Hs – Hw) * Ps = - 60.000 (3*6.000 – Hw) * 20 = - 60.000 Hw = - 21.000 of nog 3,5 kg/stuk Materiaalprijsvariantie: (Ps – Pw) * Hw = 105.000 ( 20 – Pw) * 21.000 = 105.000 Pw = € 15/stuk
19
Arbeidsefficiëntievariantie: (Hs – Hw) * Ps = 450.000 (2*6000 – Hw) * 150 = 450.000 Hw = 9.000 of nog 1,5 arbeidsuur / stuk Uurloonvariantie: (Ps – Pw) * Hw = 180.000 (150 – Pw) * 9000 = 180.000 Pw = 130
Oef.9.3., p.212 De voorgestelde oplossing is een mogelijke oplossing, uiteraard zijn er andere, evenzeer correcte, suggesties mogelijk.
- Aandeelhouders verlangen bepaalde winstgevendheid - Klanten verlangen
a) goede kwaliteit pizza's b) thuis geleverd binnen vooropgestelde tijd c) ruim assortiment d) correcte & juiste levering
- Leveranciers verlangen : correcte betaling & LT-relatie - Werknemers verlangen : werkzekerheid & werknemerstevredenheid - Financiële indicatoren : ROI, cash flow,kostpr. per pizza, gemiddelde kostprijs v/d levering - Marktgerichte indicatoren : marktaandeel, # nieuwe klanten, klantentevredenheid (via enquête) omtrent bv. kwaliteit pizza en/of service personeel, omzet per type pizza/klant, # verkeerd geleverde pizza's, … - Interne indicatoren : doorlooptijd (ontvangst telefoon - levering aan huis), # te laat geleverde pizza's, baktijd, bereidingstijd pizza, voorraadrotatie ingrediënten, … - Werknemers-indicatoren : werknemersverloop, # uren gevolgde opleiding, … - Innovatie-indicatoren : # nieuwe pizza's, # nieuwe ingrediënten, …
20
Oef.9.4, p.213
Financieel perspectief : - rendabiliteit eigen vermogen - rendabiliteit totaal vermogen - cash flow Klantenperspectief : - klantentevredenheid m.b.t. kwaliteit, levertijd & service na verkoop - # klachten - # herstellingen onder garantie - reactietijd service-technicus - marktaandeel - aandeel nieuwe producten in totaal van de omzet Interne bedrijfsprocessen :
- doorlooptijd - % defecte producten - % afval - kostprijs per eenheid product - aandeel materiaalkost in totale kostprijs - voorraadrotatie - machinebezetting - # procesvernieuwingen - # nieuwe componenten geïntroduceerd - # werkongevallen
Leer- & groeivermogen :
- ontwikkelingstijd nieuw product - # nieuwe ontwikkelingen versus vooropgestelde norm - personeelstevredenheid - # suggesties tot verbetering van het personeel - # gevolgde opleidingsuren
Oef.9.5, p.213 De keuze van de transferprijs (TP) hangt nauw samen met de functie van de rol van de TP in het bedrijf. Binnen management accounting speelt TP volgende rollen : a) evaluatie van de afzonderlijke afdelingen b) helpen het ondernemingsoptimum te bereiken 21
Indien het hoofdkantoor de fabricage-afdeling beschouwt als een kostencentrum, dan wordt deze op de efficiëntie van het productieproces beoordeeld en speelt de TP bij de beoordeling van de fabricage geen rol. Wanneer de verkoopsafdelingen beoordeeld worden als opbrengstencentra, die verantwoordelijk zijn voor de opbrengsten minus de verkoopkosten, dan heeft de TP ook hier geen invloed op de beoordeling.
De ondernemingsleiding kan dan de TP kiezen die het ondernemingsresultaat als geheel ten goede komt.
In de context van deze onderneming zullen de transferprijzen er dan als volgt uitzien : a) bij volledige bezetting productiecapaciteit; 1. Tuinhuis : TP = min. var. kost => TP : min. 3.000 eur 2. Blokhut : TP = min. var. kost + opportuniteitskost voor het nietmaken van een tuinhuis = 3.300 + (4.000 - 3.000) = min ; 4.300 eur b) bij overcapaciteit; 1. Tuinhuis : TP = min. var. kost => TP : min. 3.000 eur 2. Blokhut : TP = min. var. kost => TP : min. 3.300 eur
Hoofdstuk 5 : Strategisch management accounting
Oef 9.1., p 292 1) Bereken de productiekostprijs van de producten a) Traditioneel systeem Indirecte kost per direct arbeidsuur = 3.375.000 / (2*20.000 + 3*15.000 + 1*5.000) = 37,5 • A: 62,5 + 35 + 75 = 172,5 • B: 57,5 + 52,5 + 112,5 = 222,5 • C: 50 + 17.5 + 37,5 = 105 !!Verkoopkosten: geen productiekost, dus niet toewijzen aan de producten Komt ten laste van de klanten
22
b) ABC-systeem De kost per eenheid activity driver is: •Ontvangst van goederen: aankooporders € 300.000 over 20 +15 +25 aankoop orders = € 5.000 per aankooporder •Instellen machine: aantal productieloten € 600.000 over 2 + 4 + 6 productieloten = € 50.000 per lot •Assemblage: aantal machine-uren € 1.875.000 over 20.000 + 30.000 + 25.000 mu = € 25 per mu •Verpakking: verkooporders € 600.000 over 10 + 18 + 20 verkooporders = € 12.500 per verkooporder
De kost per eenheid product is bijgevolg: • A: 62,5 + 35 + 5 + 5 + 25 +6,25 = 138,75 • B: 57,5 + 52,5 + 5 +13,3 +50 +15 = 193,33 • C: 50 + 17.5 + 25 + 60 + 125 + 50 = 327,5
2) Bereken de winstgevendheid van de verschillende klanten a) Traditioneel systeem Uitwerking voor klant Bailleul Omzet: (10.000 * 190) + (8.000 * 237,5) =
3.800.000
Productiekosten: (10.000 * 172,5) + (8.000 * 222.5) =
3.505.000
Verkoopkosten: 1.500.000 over (20.000 + 15.000 + 5.000) producten = 37,5 per stuk (10.000 + 8.000) * 37,5
=
Winst:
675.000 - 380.000
Andere klanten: •Marien: 2.525.000 – 1.962.500 – 412.500 =
150.000
•Schollaert : 930.000 – 672.500 – 150.000 =
107.500
•Cornu: 1.045.000 – 962.500 – 187.500 = •Aerts: 625.000 – 210.000 – 75.000 =
- 105.000 340.000
23
b) ABC-systeem Uitwerking voor Bailleul Omzet: (10.000 * 190) + (8.000 * 237,5) =
3.800.000
Productiekosten: (10.000 * 138,75) + (8.000 * 193,33) =
2.934.166,67
Verkoopkosten: 1.500.000 over (20 + 20 + 15 + 10+ 10) klantenbezoeken = 20.000 per bezoek 20.000 * 20 = Winst:
400.000 465.833,33
Andere klanten:
•Marien:
2.525.000 – 2.122.083,33 – 400.000 =
•Schollaert: 930.000 – 798.333,33 – 300.000 = •Cornu: 1.045.000 – 802.916,67 – 200.000 = •Aerts: 625.000 – 655.000 – 200.000 =
2.916,67 - 168.333,33 - 42.083,33 - 230.000
24
Oef 9.2., p 294 CONSUMER PROFITABILITY ANALYSIS OPBRENGSTEN GROOTHANDELAARS DETAILLISTEN PARTICULIEREN Omzet Tomaten Sla Bloemkolen Erwten Wortelen TOTAAL
2.250.000,00 625.000,00 1.100.000,00 2.100.000,00 787.500,00 6.862.500,00
440.000,00 520.000,00 455.000,00 1.050.000,00 312.500,00 2.777.500,00
TOTAAL
31.250,00 75.000,00 337.500,00 90.000,00 28.000,00 561.750,00 10.201.750,00
KOSTEN GROOTHANDELAARS DETAILLISTEN PARTICULIEREN TOTAAL Grondstoffen 5.612.500,00 1.947.500,00 375.125,00 7.935.125,00 Verpakkingskosten 188.982,32 61.117,68 0,00 250.100,00 Lonen Transportarbeiders 29.359,10 8.189,65 0,00 37.548,75 Opslagkosten 292.500,00 93.375,00 0,00 385.875,00 Lonen Verkopers aan Particulieren 0,00 0,00 37.500,00 37.500,00 Lonen aan GH en DE 120.000,00 40.000,00 0,00 160.000,00 Promotiekosten 10.931,03 4.424,18 894,79 16.250,00 Inspectiekosten 8.547,01 1.367,52 85,47 10.000,00 TOTAAL
6.262.819,46
2.155.974,03
413.605,26 8.832.398,75
599.680,54
621.525,97
148.144,74 1.369.351,25
RESULTAAT
Algemene kosten : Kosten van afval Opbrengsten van afval RESULTAAT VAN DE ONDERNEMING
125.000,00 612.375,00 79.375,00 711.351,25
de grondstofkosten hebben enkel betrekking op de verkochte goederen, aangezien de niet-verkochte goederen afval zijn en in rekening genomen worden als een kost van de onderneming in haar geheel.
Toelichting: bijhorende berekeningen
25
Aantal verpakkingen
GROOTHANDELAARS
DETAILLISTEN
PARTICULIEREN
TOTAAL
verhouding
Toewijzing kostprijs
Tomaten
1.000.000,00
160.000,00
0,00
1.160.000,00
1.160.000,00
93.284,89
0,08
Sla
125.000,00
80.000,00
0,00
205.000,00
410.000,00
32.971,38
0,16
Bloemkolen
200.000,00
70.000,00
0,00
270.000,00
540.000,00
43.425,72
0,16
Erwten
400.000,00
200.000,00
0,00
600.000,00
600.000,00
48.250,80
0,08
Wortelen
300.000,00
100.000,00
0,00
400.000,00
400.000,00
32.167,20
0,08
TOTAAL
2.025.000,00
610.000,00
0,00
2.635.000,00
3.110.000,00
250.100,00
0,08
Kostprijs / verpakking
= kostprijs per verpakking rekening houdend met de verschillen tussen sla & bloemkool en andere groenten.
Verpakkingskosten
GROOTHANDELAARS
DETAILLISTEN
PARTICULIEREN
Tomaten
80.418,01
12.866,88
0,00
Sla
20.104,50
12.866,88
0,00
Bloemkolen
32.167,20
11.258,52
0,00
Erwten
32.167,20
16.083,60
0,00
Wortelen
24.125,40
8.041,80
0,00
TOTAAL
188.982,32
61.117,68
0,00 250.100,00
(groenten aan particulieren worden nooit opgeslagen) Transportarbeiders
GROOTHANDELAARS
DETAILLISTEN
PARTICULIEREN
# verpakkingen
verhouding
Toewijzing kostprijs
KP arbeid / verpakking
Tomaten
15.452,16
Sla
0,00
2.472,35
0,00
1.160.000,00
1.160.000,00
17.924,51
0,01545
0,00
0,00
Bloemkolen
3.090,43
1.081,65
0,00
270.000,00
270.000,00
4.172,08
0,01545
Wordt onmiddellijk verkocht
0,00
Erwten
6.180,86
3.090,43
0,00
600.000,00
600.000,00
9.271,30
0,01545
Wortelen
4.635,65
1.545,22
0,00
400.000,00
400.000,00
6.180,86
0,01545
TOTAAL
29.359,10
8.189,65
0,00
2.430.000,00
37.548,75
37.548,75
0,01545
= toewijzing arbeidskosten transportarbeiders per karton
26
(groenten aan particulieren worden nooit opgeslagen) Opslagkosten
GROOTHANDELAARS
DETAILLISTEN
PARTICULIEREN
# verpakkingen
verhouding
Toewijzing kostprijs
KP arbeid / verpakking
Tomaten
112.500,00
Sla
0,00
18.000,00
0,00
1.160.000,00
1.160.000,00
130.500,00
0,11
0,00
0,00
Bloemkolen Erwten
22.500,00
7.875,00
0,00
270.000,00
270.000,00
30.375,00
0,11
90.000,00
45.000,00
0,00
600.000,00
1.200.000,00
135.000,00
0,23
Wordt onmiddellijk verkocht
Wortelen
67.500,00
22.500,00
0,00
TOTAAL
292.500,00
93.375,00
0,00
400.000,00
385.875,00 Kosten particulieren
GROOTHANDELAARS
DETAILLISTEN
0,00
0,00
9.375,00
2,00
Sla
0,00
0,00
4.687,50
1,00
Bloemkolen
0,00
0,00
4.687,50
1,00
Erwten
0,00
0,00
9.375,00
2,00
Wortelen
0,00
0,00
9.375,00
2,00
TOTAAL
0,00
0,00
37.500,00
8,00
37.500,00
4.687,50
verhouding Verdeling kosten
GROOTHANDELAARS
Kosten reclame Omzet verhouding Verdeling kosten TOTAAL
90.000,00
3.430.000,00
385.875,00
0,23
PARTICULIEREN Verhouding
DETAILLISTEN
PARTICULIEREN
3,00
1,00
0,00
120.000,00
40.000,00
TOTAAL
800.000,00
0,11 = toewijzing oplagkosten per verpakking.
Tomaten
Kosten groot- & detailhandel
0,00
0,00 160.000,00
GROOTHANDELAARS
DETAILLISTEN
PARTICULIEREN
6.862.500,00
2.777.500,00
561.750,00
0,67
0,27
0,06
10.931,03
4.424,18
894,79 16.250,00
27
Oef 9.3 p 295
28
GEGEVENS : Verkoopprijs per stuk
Grondstoffen per eenheid
62,5 25
12,5 12,5
A B
Machine C D E F G
Extra Stof per Herstelling eenheid bedrading per eenheid 7,875 7,5 0 0
Directe arbeid per eenheid 0,875 0,875
Aankoopprijs 656250 131250 168750 375000 75000
Practische capaciteit in # banden Bandensoorten A B Machines C 250000 D 150000 E 150000 F 400000 G 150000 Verzekeringskosten Machines
Onderhoudskosten Machines
C D E F G
C D E F G
Nieuwwaarde 656250 131250 168750 375000 75000
Totaal 250000 0 0 200000 0
500000 150000 150000 600000 150000
1% 6562,5 1312,5 1687,5 3750 750
1250 1250 1250 1250 1250
29
OPLOSSING : JAAR 1
A
Omzet Verkochte aantal Kosten : R&D Grondstof Herstellingen stuks Totale kostprijs Arbeid Afschrijvingen C D E F G Verzekering C D E F G Onderhoud Reklame Resultaat
B
1.625.000,00 26.000,00
3.750.000,00 150.000,00
475.000,00 529.750,00
200.000,00 1.875.000,00
1.040,00 7.800,00 22.750,00 59.425,00 13.650,00 4.550,00 33.750,00 4.875,00 2.600,00 14.062,50 6.562,50 1.312,50 1.687,50 3.750,00 750,00 75.000,00 625.000,00
0,00 0,00 131.250,00 135.000,00 78.750,00 0,00 0,00 56.250,00 0,00 10.312,50 6.562,50 0,00 0,00 3.750,00 0,00 75.000,00 375.000,00
-183.787,50
948.437,50
JAAR 2
A
B
1.800.000,00 28.800,00
3.062.500,00 122.500,00
586.800,00
1.531.250,00
Arbeid Afschrijvingen C D E F G Verzekering C D E F G Onderhoud Reklame
1.152,00 8.640,00 25.200,00 62.190,00 15.120,00 5.040,00 33.750,00 5.400,00 2.880,00 14.062,50 6.562,50 1.312,50 1.687,50 3.750,00 750,00 75.000,00 375.000,00
0,00 0,00 107.187,50 110.250,00 64.312,50 0,00 0,00 45.937,50 0,00 10.312,50 6.562,50 0,00 0,00 3.750,00 0,00 75.000,00 250.000,00
Resultaat
653.107,50
978.500,00
Omzet Verkochte aantal Kosten : R&D Grondstof Herstellingen stuks Totale kostprijs
30
JAAR 3
A
B
Omzet Verkochte aantal Kosten : R&D Grondstof Herstellingen stuks Totale kostprijs Arbeid Afschrijvingen C D E F G Verzekering C D E F G Onderhoud Reklame
2.675.000,00 42.800,00
2.500.000,00 100.000,00
872.050,00
1.250.000,00
0,00 0,00 37.450,00 76.015,00 22.470,00 7.490,00 33.750,00 8.025,00 4.280,00 14.062,50 6.562,50 1.312,50 1.687,50 3.750,00 750,00 75.000,00 375.000,00
0,00 0,00 87.500,00 90.000,00 52.500,00 0,00 0,00 37.500,00 0,00 10.312,50 6.562,50 0,00 0,00 3.750,00 0,00 75.000,00 0,00
Resultaat
1.225.422,50
987.187,50
JAAR 4
A
B
Omzet Verkochte aantal Kosten : R&D Grondstof Herstellingen stuks Totale kostprijs Arbeid Afschrijvingen C D E F G Verzekering C D E F G Onderhoud Reklame
3.375.000,00 54.000,00
2.375.000,00 95.000,00
1.100.250,00
1.187.500,00
0,00 0,00 47.250,00 87.075,00 28.350,00 9.450,00 33.750,00 10.125,00 5.400,00 14.062,50 6.562,50 1.312,50 1.687,50 3.750,00 750,00 75.000,00 375.000,00
0,00 0,00 83.125,00 85.500,00 49.875,00 0,00 0,00 35.625,00 0,00 10.312,50 6.562,50 0,00 0,00 3.750,00 0,00 75.000,00 0,00
Resultaat
1.676.362,50
933.562,50
31
JAAR 5
A
B
Omzet Verkochte aantal Kosten : R&D Grondstof Herstellingen stuks Totale kostprijs Arbeid Afschrijvingen C D E F G Verzekering C D E F G Onderhoud Reklame
3.700.000,00 59.200,00
2.175.000,00 87.000,00
1.206.200,00
1.087.500,00
0,00 0,00 51.800,00 92.210,00 31.080,00 10.360,00 33.750,00 11.100,00 5.920,00 14.062,50 6.562,50 1.312,50 1.687,50 3.750,00 750,00 75.000,00 375.000,00
0,00 0,00 76.125,00 78.300,00 45.675,00 0,00 0,00 32.625,00 0,00 10.312,50 6.562,50 0,00 0,00 3.750,00 0,00 75.000,00 0,00
Resultaat
1.885.727,50
847.762,50
32
Bepaling van welk model zal geïntroduceerd worden, rekening houdend met de actualiatierentevoet : 10% MODEL A : Jaar Resultaat Geactualiseerd resultaat 1 2 3 4 5
-183.787,50 653.107,50 1.225.422,50 1.676.362,50 1.885.727,50
-167.079,55 539.758,26 920.678,06 1.144.978,14 1.170.888,41
5.256.832,50
3.609.223,34 Totaal
MODEL B : Jaar
Resultaat 1 2 3 4 5
948.437,50 978.500,00 987.187,50 933.562,50 847.762,50 4.695.450,00
Geactualiseerd resultaat 862.215,91 808.677,69 741.688,58 637.635,75 526.393,81 3.576.611,74 Totaal
Antwoord : Men opteert om Model A te produceren.
33
Oef 9.4., p 297 1) Bepaal welke leverancier uitgekozen wordt op basis van een minimalisering van de volledige aankoopkosten. De verschillende prestaties die kunnen foutlopen, met de bijhorende activiteiten zijn: •Te late levering –2 setups –1 planningsactiviteit •Te weinig geleverd –1 planningsactiviteit –2 setups –1 ontvangst –1 administratie •Kwaliteitsproblemen –1 productiestop (per stuk)
De totaalscore van een leverancier wordt in formulevorm voorgesteld als: S i = ( pi - p
min
)xq + ∑ j c j x Dij
De uitwerking voor Lincon: Het prijsverschil ten opzichte van de goedkoopste leverancier is (10-9,8)*5000 stuks = 1000 Wanner Lincon te laat levert, brengt dit volgende kosten met zich mee: ((2 setups * 125) + (1 planning * 60)) * 5 orders = 310 * 5 orders = 1550 Wanneer Lincon te weinig levert, brengt dit volgende kosten met zich mee: ((1 planning * 60) + (2 setups * 125) + (1 ontvangst * 50) + (1 administratie * 30)) * 3 orders= 390 * 3 orders = 1170 Wanneer Lincon slechte kwaliteit levert, brengt dit volgende kosten met zich mee: (1 productiestop * 25) * 100 stuks = 2500
De totale score voor Lincon is bijgevolg: 1000 + 1550 + 1170 + 2500 = 6220
34
De uitwerking voor Malsey: Prijsverschil: 0
Malsey is immers de goedkoopste leverancier
Te late levering: ((2 setups * 125) + (1 planning * 60)) * 5 orders = 310 * 5 orders = 1550 Te weinig geleverd: ((1 planning * 60) + (2 setups * 125) + (1 ontvangst * 50) + (1 administratie * 30)) * 8 orders= 390 * 8 orders = 3120 Kwaliteitsproblemen: (1 productiestop * 25) * 130 stuks = 3250
De totale score voor Malsey is bijgevolg: 0 + 1150 + 3120 + 3250 = 7920
De uitwerking voor Tubar: Prijsverschil: (10,3 – 9,8) * 5000 stuks = 2500 Te late levering: ((2 setups * 125) + (1 planning * 60)) * 3 orders = 310 * 3 orders = 930 Te weinig geleverd: ((1 planning * 60) + (2 setups * 125) + (1 ontvangst * 50) + (1 administratie * 30)) * 6 orders= 390 * 6 orders = 2340 Kwaliteitsproblemen: (1 productiestop * 25) * stuks = 2000
De totale score voor Tubar is bijgevolg: 2500 + 930 + 2340 + 2000 = 7770
We kunnen besluiten dat Lincon de laagste totale aankoopkosten zal veroorzaken, zodat deze leverancier uitgekozen wordt.
2) Beoordeel de actuele prestatie van de gekozen leverancier De verwachte prestaties van Lincon kunnen vergeleken worden met de werkelijke prestaties. Op dezelfde manier als bij de verwachte score, kunnen nu de werkelijke aankoopkosten berekend worden. De werkelijke aankoopkosten van Lincon liggen lager dan de gebudgetteerde aankoopkosten.
Gebudgetteerde prestatie
Actuele prestatie
Te late levering Hoeveelheidsproblemen Kwaliteitsproblemen
1550 1170 2500
1220 1548 2415
Prijsverschil
1000
1000
Score
6220
6183
35
Er kan nu onderzocht worden of deze betere prestaties te danken zijn aan de leverancier zelf of aan Rovapo. Rovapo kan enkel verantwoordelijk gesteld worden voor de kost om een activiteit binnen de onderneming uit te voeren. Lincon daarentegen kan enkel verantwoordelijk gesteld worden voor het aantal keer dat Rovapo de activiteiten moet uitvoeren. We onderscheiden de verantwoordelijkheden aan de hand van een verschillenanalyse.
Aangezien Rovapo verantwoordelijk is voor de kost van de activiteiten, kan het verschil tussen gebudgetteerde en werkelijke resultaten als volgt worden uitgedrukt: (Ps – Pw) * Hw Te late levering:
Te weinig geleverd:
Kwaliteitsproblemen:
Ps: 2 * 125 + 1 * 60 = 310
Ps: 60 + 2 * 125 + 50 +30 = 390
Ps: 25
Pw: 2 * 125 + 1 * 55 = 305
Pw: 55 + 2 * 125 + 52 + 30 = 387
Pw: 23
Hw: 4
Hw: 4
Hw: 105
(310 – 305) * 4 = 20
(390 – 387) * 4 = 12
(25 – 23 ) * 105 = 210
Hieruit kunnen we afleiden dat, voor elke fout die Lincon maakt, Rovapo erin geslaagd is de corresponderende activiteiten uit te voeren tegen een lagere kost dan gebudgetteerd.
Aangezien Lincon verantwoordelijk is voor het aantal keer dat hij bepaalde fouten maakt, kan het verschil tussen gebudgetteerde en werkelijke resultaten als volgt worden uitgedrukt: (Hs- Hw) *Ps Te late levering:
Te weinig geleverd:
Kwaliteitsproblemen:
Hs: 5
Hs: 3
Hs: 100
Hw: 4
Hw: 4
Hw: 105
Ps: 310
Ps: 390
Ps: 25
(5 – 4 ) * 310 = 310
(3 – 4 ) * 390 = - 390
(100 –105) * 25 = - 125
Hieruit blijkt dat de leverancier beter presteert op het vlak van te late leveringen, echter zijn prestaties op het vlak van hoeveelheidproblemen en kwaliteitsproblemen laten te wensen over. Rovapo dient deze informatie te evalueren en ofwel een nieuwe leverancier te kiezen voor volgende jaren ofwel met de leverancier afspraken te maken om het aantal fouten in de toekomst te reduceren.
36
Oef. 9.5., p298 Kostprijs per machine-uur
Kostprijs van 1 thermosfles
Theoretische capaciteit
10.000.000/8.640 = 1157,40
1157,4 / 75 + 5,5 = 20,93
Praktische capaciteit*
10.000.000/7.476,25 = 1337,56
1337,56 / 75 + 5,5 = 23,33
Normale capaciteit
10.000.000/7.040 = 1420,4
1420,4 / 75 + 5,5 = 24,44
Gebudgetteerde capaciteit
10.000.000/7.200 = 1.388,88
1.388,88 / 75 + 5,5 = 24,02
Actuele capaciteit
10.000.000/6.800 = 1470,58
1470,58 / 75 + 5,5 =25,11
* 8640 uur – (30 * 24) – (12 * 24) = 7632 uur beschikbaar Na een productie van 48 uur komt 1 uur onderhoud = cyclus van 49 uur. 7632 uur / 49uur per cyclus = 155,75 cyclussen * 48 productie-uren = 7476,25 beschikbare uren
37