Opleidingsplan Interne Geneeskunde 2013
1
2
Inleiding algemeen Dit document betreft het Opleidingsplan van het Flevoziekenhuis afdeling interne geneeskunde. Het plan bestaat uit drie delen. In deel A wordt een toelichting gegeven op de opleiding tot internist en de interne vooropleidingen. De verschillende onderdelen van de opleiding, zoals stagemogelijkheden, leerdoelen, leermiddelen, vaardigheden en toetsen, worden beschreven. Deel B geeft een toelichting op het (digitale) portfolio, een belangrijk opleidingsinstrument, en een beschrijving van de diverse leermiddelen. Tenslotte deel C, een bijlage met de nodige formulieren, zoals die gebruikt worden tijdens de opleiding in het Flevoziekenhuis ( FZ ). Naast dit opleidingsplan is er ook een AIOS klapper die de AIOS krijgt uitgereikt bij de introductie. Deze klapper handelt o.a. over de werkafspraken op de afdeling. Voorafgaand aan de introductie heeft het arbeidsvoorwaarden gesprek plaats gehad, waarbij o.a. de AIOS modelinstructie ter hand werd gesteld. Bij de aanvang van de opleiding in het Flevoziekenhuis vormen het opleidingsplan, de AIOS klapper en de modelinstructie één geheel van startdocumenten. Natuurlijk heten we de AIOS van harte welkom in het Flevoziekenhuis. Het opleidingsplan maakt inzichtelijk voor opleider en AIOS, wat de AIOS gaat en moet leren, hoe hij/zij dat leert en wanneer. Met deze wetenschap kan de AIOS zelf sturing geven aan zijn/haar opleiding. We streven naar een veilig opleidingsklimaat en werken continue aan het verbeteren van de kwaliteit. Dat kan alleen als er een open sfeer is, waarbij er ruimte is voor evaluatie en laagdrempelige feedback over en weer, van en door alle betrokkenen.
Namens de vakgroep interne geneeskunde: Servaas Peters, internist / opleider Judith Branger, internist / plaatsvervangend opleider
Almere Flevoziekenhuis 1 10 2013 Opleidingsplan 2.0
3
Inhoudsopgave Inleiding algemeen
3
Management samenvatting
6
DEEL A OPLEIDINGSPLAN INTERNE GENEESKUNDE
7
1 INLEIDING De afdeling Interne geneeskunde De opleidingsgroep Organisatie, taken en verantwoordelijkheden Communicatie Vooropleiding en stages 2 DE OPLEIDING De functie van het specialisme Interne geneeskunde en de interne opleiding in het FZ Opbouw van de opleiding Competenties, leerdoelen, klinische presentaties en stages Verplichte stages per specialisme Voortgang en beoordelen Wetenschap Cursorisch onderwijs 3 OVERZICHT OPLEIDING INTERNE GENEESKUNDE Toetsmatrix 4 STAGEBESCHRIJVINGEN Algemeen interne geneeskunde Diensten en SEH Consulten IC stage Poliklinisch werken Cardiologie Longziekten Nefrologie 5 LEERDOELEN TIJDENS STAGES 6 TOELICHTING VERSCHILLENDE BESPREKINGEN 1 Overdracht en ochtendrapport 2 Probleempatiëntbespreking 3 Chirurgische overdracht 4 Bespreking met de patholoog 5 Critically Appraised Topic (en critical appraisal of literature) 6 Referaat 7 Lokale en Regionale Onderwijsdagen Interne geneeskunde 8 Overzicht vaardigheden 9 Incidentbespreking / intervisie
7 7 7 8 9 11 12 12 13 14 15 16 17 18 20 21 35 44 49 53 59 67 73 79 87
4
DEEL B PORTFOLIO
111
INLEIDING PORTFOLIO Individueel opleidingsplan vs opleidingsschema Overzicht begeleiding individuele aios tijdens zijn opleiding Het maken van een curriculum vitae Het maken van een Individueel Opleidings Plan (IOP) Het voeren van een introductiegesprek bij aanvang opleiding en bij aangaan van een stage Het voeren van een voortgangsgesprek en geschiktheidsbeoordeling Het beoordelen d.m.v. Korte Praktijk Beoordelingen (KBP) Het beoordelen van het functioneren d.m.v. 360. feedback Het beoordelen van vaardigheden Critically Appraised Topic (en critical appraisal of literature) De briefbeoordeling Incidentbespreking / intervisie Het beoordelen van het portfolio
112
DEEL C FORMULIEREN
125
CV Introductiegesprek opleider Stage gesprek Competentiekaart door aios Competentiekaart door opleider Samenvatting competenties algemeen KPB Individueel opleidings plan IOP 360 graden feedback
BIJLAGE 1 Operationalisatie van competenties in leerdoelen per opleidingsjaar
157
5
MANGEMENT SAMENVATTING Het locale opleidingsplan beschrijft de opzet en indeling van de opleiding tot internist binnen het FZ . Tijdens de opleiding krijgen de AIOS de gelegenheid zich de competenties van de internist eigen te maken. Deze zijn: M : medisch handelen en kennis C : communiceren S : samenwerken W : wetenschap Ma: maatschappelijk handelen O : organiseren R : reflecteren P : professional Voor het medisch handelen zijn de competenties van de internist uitgewerkt als klinische presentaties, ziektebeelden en vaardigheden. Voor de overige competenties als leerdoelen ( Landelijk Opleidingsplan : resp. blz 42 bijlage 1 en blz 99 bijlage 3 http://www.internisten.nl/home/opleiding/opleidingseisen ). De opleiding is inzichtelijk opgedeeld in stages ( structuur ) , de daaraan verbonden thema’s ( inhoud ) en de toetsing en ijking ( besproken in voortgangsen beoordelingsgesprekken. Vanaf blz 20 in dit opleidingsplan is per stage een uitwerking gemaakt van leerdoelen, leermiddelen, klinische presentaties, vaardigheden, toetsen , werkzaamheden en weekindeling. De stages beschrijven samen het gehele vakgebied Interne Geneeskunde en vormen de kern van de verplichte leeractiviteiten. Zij zijn op de werkvloer voor de AIOS herkenbaar aan de aard van de betrokken patientenpopulaties. Individueel opleidingsplan De AIOS bespreekt de voor hem geldende leerdoelen per stage ( stage-afhankelijk, stage-onafhankelijk en individuele leerdoelen ) tevoren met de supervisor tijdens een begin-stageblokgesprek. Bijzondere aandacht dient hierbij uit te gaan naar de individuele leerdoelen. Deze worden vastgesteld tijdens een voortgangsgesprek met de opleider en gedocumenteerd in het individueel opleidingsplan. Van de AIOS wordt verwacht dat er een toename plaatsheeft in het zelfstandig functioneren c.q. afname van supervisie in steeds meer complexe situaties. Het kennen van de eigen grenzen en daarmee tijdig inschakelen van hulp zijn belangrijke competenties die gedurende de opleiding worden ontwikkeld. Toetsing en portfolio De voortgangsgesprekken met de opleider en plaatsvervangend opleider hebben plaats op basis van ervaringen en het portfolio. In het portfolio wordt in grote lijnen bijgehouden hoeveel patiënten met welke aandoeningen zijn gezien. Ook wordt het aantal fysiek bijgewoonde diagnostische en therapeutische ingrepen genoteerd. Referaten , casus , KPB’s , CAT’s en overige beoordelingen worden in het portfolio opgenomen. Bovendien reflecteert de AIOS in het portfolio met enige regelmaat op zijn/haar eigen functioneren.
6
Deel A Opleidingsplan Interne Geneeskunde FZ
1. Inleiding Landelijk opleidinsplan versus Locaal opleidingsplan Per 2009 is het landelijk opleidingsplan Interne Geneeskunde van start gegaan. Dit is de basis voor de opleiding tot internist in Nederland. Vervolgens is een vertaling gemaakt naar een regionaal opleidingsplan voor het Cluster OOR AMC. Dit plan is in te zien via: http://flevoziekenhuis.nl/werken-enleren/opleidingen/medisch-specialist#internist In het voorliggende document wordt het deel van de opleiding interne geneeskunde binnen het FZ beschreven. Dit locale opleidingsplan beschrijft de verschillende stages / onderdelen van de opleiding tot internist die in het FZ worden aangeboden. Het biedt daarmee de lokale opleider / supervisor en AIOS houvast bij de invulling van het individuele opleidingsplan van de AIOS.
De afdeling Interne geneeskunde Het FZ is een middelgroot opleidingsziekenhuis met één grote afdeling Interne Geneeskunde met een aanzienlijke patiënten toestroom. Het adherentiegebied voor de vakgroep Interne Geneeskunde is ongeveer 220.000 mensen. Dit waarborgt dat het vakgebied in de volle breedte en in al zijn aspecten uitgeoefend kan worden. De aandachtsgebieden van de interne groep zijn de oncologie , de endocrinologie, de vasculaire geneeskunde en de infectieziekten/HIV. Op de verpleegafdeling is een POCU ( palliatief oncologische care unit ). Er is een grote dialyseafdeling met nachtdialyse en CAPD. Tot slot beschikt het FZ over een closed format IC.
De opleidingsgroep In het FZ werken 9 internisten, die nauw samenwerken met 3 nefrologen, 6 maagdarm en leverartsen, 6 intensivisten, 6 longartsen en 7 cardiologen. Alle internisten zijn vakinhoudelijk breed georiënteerd op alle aspecten van de eindtermen van de opleiding en velen hebben daarnaast een specifieke verantwoordelijkheid voor een evt. enkelvoudig profiel. -
Jan Baars Koen de Heer Vera Lustig Robin Hes Henny van Houten Natalie Smit Marije ten Wolde Judith Branger Ser Peters
hematoloog / acuut geneeskundige hematoloog oncoloog algemeen internist / acuut geneeskundige algemeen internist / diabetoloog endocrinoloog vasculair geneeskundige infectioloog algemeen internist / acuut geneeskundige
-
Koen de Blok Arnold Boonstra Simo Sekkat
nefroloog / intensivist nefroloog nefroloog
-
Mike Craanen Marco Oudkerk Pool Marco Mundt
mdl arts mdl arts mdl arts
7
-
Ulrike Schlüter Rosalie Mallant Hanna Telleman
mdl arts mdl arts mdl arts
-
Edo Schubert Roos Breukers Annemieke Rijkeboer Mengalvio Sleeswijk Roel Sentjens
intensivist intensivist intensivist intensivist intensivist
-
Peter van Hengel Debby van den Bogaert Dewi Groeneveld Sabine de Haan Lemke Pronk Bas van der Maat
longarts longarts longarts longarts longarts longarts
-
Hans van der Heul Nick Bijsterveld Navin Bindraban Arthur Sadee Aukje van der Spank Ward Jansen Mikael Kortz
cardioloog cardioloog cardioloog cardioloog cardioloog cardioloog cardioloog
internist internist internist internist cardioloog
De opleidingsgroep is verantwoordelijk voor de kwaliteit, inhoud en vormgeving van de opleiding tot internist en de interne vooropleiding voor andere specialisaties . Alle specialisten werken actief samen voor een gewenste kwalitatief hoogstaande opleiding. Hierin hebben een aantal specialisten extra taken en verantwoordelijkheden.
Organisatie, taken en verantwoordelijkheden Dr. S.H.A. Peters, opleider Hij is primair verantwoordelijk voor alle zaken die de opleiding betreffen: - aannemen van a(n)ios; - introductiegesprek bij aanvang opleiding op de afdeling Interne geneeskunde; - stagerooster c.q. individueel opleidingsplan aios; - eerst verantwoordelijke en aanspreekpunt bij problemen van aios betreffende de opleiding; - stuurt de opleidingsgroep aan en bewaakt het nakomen van afspraken gemaakt in het lokaal opleidingsplan; -onderhoudt de contacten met regionale en landelijke gremia betreffende de opleiding; - lid centrale opleidingscommissie FZ; - voorzitter opleidingsvergaderingen van de vakgroep; - opstellen en implementeren van het nieuwe opleidingscurriculum; - ontwikkelen en implementeren van nieuwe kwaliteitsinstrumenten, ter verdere verbetering opleiding; - samenstelling onderwijsrooster; - monitoren en bijhouden van de voortgang van de opleiding van de individuele aios door: o bespreken portfolio’s aios o houden van voortgangsgesprekken en toetsingsmomenten conform regelgeving CGS/RGS; - aanvragen en voorbereiden van de opleidingsvisitatie; - als eerste verantwoordelijk voor het ochtendrapport.
8
Mevr. Dr. J. Branger, plaatsvervangend opleider. Neemt de verantwoordelijkheid van de opleider over als hij niet in staat is deze in te vullen door afwezigheid of ziekte. Voorts is zij medeverantwoordelijk voor de voortgangsgesprekken en als eerste verantwoordelijk voor: - de co-assistentengroep. Mevr. Dr. M. ten Wolde - coördinatie wetenschappelijk onderzoek van de aios begeleidt aios bij het verrichten van onderzoek en schrijven van een artikel. R.Hes - organisatie PA bespreking en refereersessies. Moderator KPC. Dr. S. Peters en R. Hes / mevr. B. Hooorn, bedrijfsmanager In een zgn. EVR model ( eenheid van verantwoord resultaat ) is men gedrie verantwoordelijk voor de aansturing van de totale vakgroep/afdeling en de kwaliteitsborging van de geleverde zorg. Verantwoording terzake is rechtstreeks aan de Raad van Bestuur. Alle internisten superviseren de aios bij (poli) klinische activiteiten en nemen actief deel aan overdrachten en onderwijsmomenten. Hiertoe hebben zij gevolgd of zullen zij gaan volgen (onder meer) de Teach the Teacher nascholingsprogramma’s. De opleidingsgroep bewaakt de (individuele) medisch-inhoudelijke en professionele voortgang van de aios en begeleiden hem/haar tijdens de gehele opleiding. De supervisoren worden door de opleider gehoord en waar nodig betrokken bij de beoordelingen en toetsmomenten van de aios. Binnen de a(n)ios groep wordt zo veel als mogelijk een ervaren a(n)ios gekoppeld aan een beginnende a(n)ios. De opleidingsgroep is verantwoordelijk voor het implementeren en bewaken van het lokale opleidingsplan. Dit opleidingsplan is afgeleid van het landelijk opleidingsplan van de opleiding tot internist. Het voldoet aan de daarin gestelde eisen en aan de regelgeving met betrekking tot het specialisme Inwendige Geneeskunde (kaderbesluit en specifiek besluit).
Communicatie Om de organisatie, de uitvoering en de kwaliteit van de opleiding vorm te geven is het noodzakelijk om met verschillende partijen op bepaalde momenten te overleggen en af te stemmen. Hieronder staan de verschillende overlegmomenten genoemd, inclusief doel, aanwezigen, frequentie, deelnemers en plaats waar notulen zijn te vinden. Regionaal Opleidersoverleg (ROC) Doel: - Volgen ontwikkeling aios over regionale instellingen heen - Toetsing en afstemming opleidingsschema’s regionale opleidingsinstellingen - Toetsing en afstemming lokale opleidingsplannen aan regionaal opleidingsplan - Toetsing en aanscherping regionaal opleidingsplan aan landelijke kaders - Evaluatie en afstemming opleidingszaken (organisatorisch en inhoudelijk) in regionaal verband - Selecteren van nieuwe AIOS middels een centrale sollicitatieprocedure voorbereiding: Op onderwerpen moeten stukken worden voorbereid en ideeën worden aangedragen (o.a. regionaal opleidingsplan, cursorisch onderwijs, opleidingsroosters, verdeling instroom internisten i.o., voortgang aios, selectie aios voor wetenschappelijk onderzoek).
9
Notulen en vergaderstukken worden elektronisch verspreid en gearchiveerd. ( Jaqueline Jaspers / opleidings coördinator AMC ) Centrale Opleidings Commissie (COC) van het FZ Doel: - Evaluatie en afstemming opleidingszaken (organisatorisch en inhoudelijk) in FZ verband met als doel om met elkaar de kwaliteit van de opleiding tot medisch specialist vorm te geven, te bewaken en te bevorderen conform de regelgeving CGS. Frequentie: 6x per jaar op woensdag van 12.30 – 14.00 uur. Deelnemers: Opleiders FZ of plaatsvervangend opleiders, afgevaardigde aios, afvaardiging Raad van Bestuur, Opleidingscoordinator Meta van Voorst Vader en afhankelijk van de agenda inhoudsdeskundigen (op uitnodiging). Voorbereiding: Op onderwerpen moeten stukken worden voorbereid en ideeën worden uitgewerkt. (o.a. lokaal opleidingsplan, vakgroep overstijgend onderwijs-VOO). Notulen: door secretaresse / Annet Slagt, die ook zorgt voor de archivering.
Lokale opleidingscommissie Interne geneeskunde FZ // AIOS-overleg Doel: - Alle opleidingszaken met o.a. evaluatie en afstemming opleidingszaken; toetsing en aanscherping lokaal opleidingsplan aan landelijke en regionale kaders. Frequentie: 12x per jaar (tweede maandag van de maand, 12.30-13.30 uur). Deelnemers: opleider, plv opleider, co-assistenten opleider, alle a(n)ios. Voorbereiding: Op onderwerpen moeten stukken worden voorbereid en ideeën worden uitgewerkt. (o.a. lokaal opleidingsplan, cursorisch onderwijs, stageroosters, etc) Notulen: worden gestuurd naar alle a(n)ios en supervisoren. Archivering door Peters Vakgroep vergadering Doel: - Alle relevante zaken betreffende de organisatie van de vakgroep worden besproken, inclusief opleidingszaken als vast agendapunt. Frequentie: 12 x per jaar. Deelnemers: alle vakgroepleden en bedrijfsmanager. Voorbereiding: Op onderwerpen moeten stukken worden voorbereid en ideeën worden uitgewerkt Notulen: elektronisch terug te vinden op “domein internisten”, archivering door vakgroepvoorzitter.
10
Vooropleiding en stages Naast de aios interne geneeskunde ( centrale sollicitatie / AMC, amsterdam / opleider Prof. Dr. J. Hoekstra ), worden ook aios aangetrokken die in opleiding zijn bij de volgende specialismen: - Reumatologie - MDL - SEH - klinisch geriatrie - nucleaire geneeskunde - radiotherapie - longgeneeskunde - cardiologie Voor deze vooropleidingen gelden na het eerste jaar algemeen interne geneeskunde andere individuele opleidingsplannen. Deze worden in overleg tussen opleider en aios in samenhang met de opleiding c.q. het opleidingsplan van het desbetreffende specialisme, waartoe de aios na de vooropleiding wordt opgeleid, afgestemd. Naast de verplichte stages zijn er ook mogelijkheden voor specifieke wensen. De verschillende stages buiten de interne geneeskunde worden verzorgd door c.q. de stagebegeleiders zijn : - Cardiologie dr. N. Bijsterveld - Nefrologie S. Sekkat - Longgeneeskunde P. van Hengel - IC M. Sleeswijk
11
2 De opleiding De functie van het specialisme Interne geneeskunde en de Interne opleiding. Het vakgebied van de internist richt zich op het voorkomen, herkennen en behandelen van ziekten van inwendige organen en orgaansystemen, geïsoleerd en in hun samenhang, bij adolescenten en volwassenen. Interne geneeskundige kenmerkt zich door een integrale benadering van patiënten, waarbij het professionele handelen zo veel mogelijk is gebaseerd op evidencebased medicine en vigerende pathofysiologische en farmacotherapeutische concepten. Ook psychosociale aspecten en maatschappelijke verwachtingen komen tot uitdrukking in het handelen van de internist. De interne geneeskunde heeft door haar aard raakvlakken met vrijwel alle andere intramurale specialismen en vervult een centrale rol in de intramurale gezondheidszorg. Acute en chronische ziektebeelden op haar terrein kunnen zich presenteren in klinische, poliklinische en consultatieve setting. De ziektebeelden zijn meer dan eens complex van aard, en zelden terug te brengen tot het falen of disfunctioneren van slechts één enkel orgaan(systeem). Mede door de breedte van het vak dienen zich regelmatig nieuwe ziektebeelden, diagnostische- en behandelmethoden en inzichten aan, die van invloed zijn op het professioneel handelen van de internist. Bij de diagnostiek en behandeling van patiënten met intern geneeskundige aandoeningen maakt de interne geneeskunde vaak gebruik van de diensten van andere intramurale poortspecialismen en ondersteunende specialismen. De discipline interne geneeskunde heeft intensief contact met medische beroepen in de eerste lijn en kenmerkt zich, door haar centrale rol in het ziekenhuis, ook door participatie in het management van ziekenhuizen en gezondheidszorg. Ten slotte spelen door de aard van het vakgebied internisten vaak een centrale rol bij het onderwijs in de initiële opleiding tot basisarts. De internist werkt direct of indirect samen met verpleegkundigen, functieassistenten, administratief medewerkers, alle in het ziekenhuis aanwezige specialisten en huisartsen. Continuïteit en coördinatie van medische zorg zijn sleutelbegrippen als het om de rol en positie van de internist gaat. De internist is hoofdbehandelaar van de aan zijn zorg toevertrouwde patiënten en coördineert de contacten met alle andere hulpverleners, medisch en paramedisch, in het ziekenhuis en daarbuiten. Hij is daarmee verantwoordelijk voor de coördinatie en continuïteit van zorg voor de aan hem toevertrouwde patiënt. De internist handelt volgens de in het FZ vastgestelde medische kaders en houdt rekening met de specifieke omstandigheden van de patiënt en zijn begeleiders. De internist ziet erop toe dat hij zich bekwaamt en blijft bekwamen in kennis en vaardigheden die van hem in de uitoefening van zijn functie worden verwacht. Hij participeert in de voor hem relevante overlegstructuren. Voorts zorgt hij voor onderlinge afstemming en overleg met collega internisten en draagt bij aan de ontwikkeling van het vakgebied. De internist draagt zorg voor regelmatig overleg met specialistische vakgroepen en huisartsen. In onderling overleg worden richtlijnen voor behandelingen opgesteld.
Opbouw van de opleiding De totale opleiding tot internist duurt 6 jaar, waarvan men maximaal 4 jaar in het FZ kan doorlopen. In de regel zal de AIOS 3 jaar in het FZ worden opgeleid en 3 jaar in het AMC te Amsterdam. In de opleiding krijgen de aios de gelegenheid zich de competenties van de internist eigen te maken, in samenwerking met de opleidingsregio Amsterdam 1.
12
Competenties, leerdoelen, klinische presentaties en stages De competentie medisch handelen van de internist is uitgewerkt in klinische presentaties, ziektebeelden en vaardigheden voor het medisch handelen. Voor de overige competenties zijn leerdoelen beschreven in het opleidingsplan. Om al deze leerdoelen te bereiken tijdens de opleiding zijn leermiddelen nodig. Van deze leermiddelen zijn een aantal verplicht en een aantal zijn door de aios te kiezen uit een gevarieerd aanbod. Ook kan het voorkomen dat een aios in overleg met de opleider een specifieke leermodule volgt naar aanleiding van geconstateerde lacunes tijdens het voortgangsgesprek. Een overzicht van de verschillende leermiddelen staat in tabel 1. Een aantal van deze leermiddelen worden getoetst middels een beoordeling, in de vorm van onder meer een Korte Praktijk Beoordeling (KPB).
Tabel 1 Overzicht leermiddelen en toetsen Leermiddelen Introductie / opleider BAGAGE cursus / BLS / ALS Ochtendoverdracht Röntgenbespreking Visite lopen Statusvoering Grote visite Gesprek met patiënten / familie Dienst Brieven Consult / aanvullend onderzoek aanvragen Chirurgische overdracht Begeleiden co-assistenten PA-bespreking Probleempatiënt bespreking CAT Refereerbijeenkomst Artikel/voordracht Patiëntenvoorlichting Protocollen maken/bijstellen Incidentbespreking / intervisie Oncologie bespreking lokaal Hematologie bespreking lokaal COIG Snapperdag / regionaal onderwijs Vakgroep overstijgend onderwijs Voortgangstoetsen Bijeenkomsten wetensch vereniging
Toetsen aanwezigheid certificaat KPB overdracht KPB algemeen KPB algemeen Fiatteren status door supervisor KPB grote visite KPB algemeen en KPB gesprek KPB dienst KPB brief KPB grote visite aanwezigheid Voortgangsgesprek KPB CAT/referaat/Probleempt/PA besprk KPB CAT/referaat/Probleempt/PA besprk KPB CAT/referaat/Probleempt/PA besprk KPB CAT/referaat/Probleempt/PA besprk Acceptatie/uitvoering voortgangsgesprek Beoordeling resultaat en werkwijze aanwezigheid aanwezigheid aanwezigheid certificaat certificaat aanwezigheid certificaat certificaat
De opleiding interne geneeskunde bestaat van oudsher naast het eerste jaar algemeen interne geneeskunde uit het volgen van stages in delen van het vakgebied gedurende zes jaar. Het opleiden vindt met name op de werkplek plaats, tijdens de patiëntenzorg. Op elk moment kan er dan ook geleerd worden. De stages beschrijven samen het gehele vakgebied Interne geneeskunde en vormen de kern van de verplichte leermiddelen. Zij zijn op de werkvloer voor de aios herkenbaar aan de aard van de betrokken patiëntenpopulaties. Alle stages bieden de mogelijkheid tot het groeien in de diverse competenties.
13
Verplicht voor alle aios interne is het eerste jaar algemeen interne geneeskunde. Daarna zijn er verplichtingen die per specialisatie kunnen verschillen. Tevens voorkeurs- en keuzestages. Aan de verplichte stage in het eerste jaar worden leerdoelen gekoppeld, die dus door alle aios moeten worden behaald. De overige leerdoelen zijn verdeeld over de stages na het eerste opleidingsjaar (deels stage en deels opleidingsjaar gebonden). De stages worden vooral gekenmerkt door de competentie medisch handelen, c.q.specifieke klinische presentaties. De aios neemt tijdens de stages deel aan de relevante opleidingsmomenten waar hij op dat moment stage loopt. De planning hiervan is verschillend per stageperiode (zie ook desbetreffende stageomschrijvingen). Sommige activiteiten zullen specifiek aandacht aan het leren besteden, dit zijn m.n. de onderwijsmomenten. Tijdens deze opleidingsactiviteiten komen verschillende zaken aan de orde die door een supervisor beoordeeld kunnen worden. Voor de ontwikkeling van kennis en wetenschap wordt onder andere gebruik gemaakt van referaten, probleempatiëntbespreking en CAT. In Deel B worden de verschillende instrumenten toegelicht. Door de groeicurve van de aios gedurende de gehele opleiding wordt het niveau van een medisch specialist bereikt voor alle competenties. Deze groei wordt bewaakt in de voortgangsgesprekken tussen opleider en aios. Verslaglegging en documentatie ten aanzien van deze groei zijn terug te vinden in het portfolio van de aios. De aios bespreekt de voor hem geldende leerdoelen per stage (stageafhankelijk, stageonafhankelijk en individuele) tevoren met de supervisor die de betreffende stage begeleidt in een begin-stageblokgesprek. Bijzondere aandacht dient hierbij uit te gaan naar het individuele leerdoel. Deze individuele leerdoelen worden vastgesteld tijdens het voortgangsgesprek met de opleider. Zo wordt niet nodeloos veel energie gestoken in competenties die al op het nodige niveau blijken te zijn ontwikkeld en slechts ‘periodiek onderhoud’ behoeven. Tevens wordt extra aandacht besteed aan achterblijvende competenties, zodat een evenwichtig competentieprofiel ontstaat tijdens de opleiding. Van de aios wordt verwacht dat er een toename plaatsvindt in het zelfstandig functioneren (afname supervisie) in steeds complexere situaties. Het kennen van eigen grenzen (en daarmee tijdig inschakelen van hulp) zijn belangrijke competenties die gedurende de opleiding ontwikkeld worden.
Verplichte stages per specialisme Verplichte stages voor aios Interne geneeskunde en aios reumatologie - Algemeen interne geneeskunde in jaar 1 - Poliklinisch werken minimaal 8 maanden - Consultatief werken minimaal 4 maanden - Intensive care 4 tot 6 maanden Verplichte stages voor aios MDL - algemeen interne geneeskunde in jaar 1 - IC (of stage met aandacht voor acute problemen circulatie en respiratoir) - nefrologie - oncologie Verplichte stages voor aios longziekten - algemeen interne geneeskunde in jaar 1 - stage cardiologie - aanverwant aan longziekten: IC, nefrologie, infectiologie, allergologie/immunologie, medische oncologie
14
Verplichte stages voor aios cardiologie - algemeen interne geneeskunde in jaar 1 - 4-6 mnd stage IC - 3-4 mnd stage longgeneeskunde. - 3-4 mnd stage nefrologie Verplichte stages voor aios klinische geriatrie - algemeen interne geneeskunde in jaar 1 Twee of drie stages / keuze uit (in volgorde van voorkeur): - cardiologie - MDL - nefrologie - consulten - longgeneeskunde
Vaardigheden De volgende vaardigeheden moet de aios, na 3 jaar, zelfstandig kunnen uitvoeren: Infuusbeleid Reanimatie ECG beoordelen Inbrengen lange lijn Arterie punctie Venapunctie Afname materiaal voor microbiologisch onderzoek Pleurapunctie Ascitespunctie Cytologische punctie Maagsonde inbrengen TPV Non invasieve RR meting en saturatie meting Voorschrijven van geneesmiddelen Beenmergpunctie Intubatie / beademing ( IC stage ).
Voortgang en beoordelen Middels zelfreflectie, op basis van de ervaringen van de afgelopen periode, en het portfolio vinden de voortgangsgesprekken plaats met afwisselend de opleider en plaatsvervangend opleider. Om de ontwikkeling en voortgang van de aios tijdens de stages te monitoren en bij te stellen zullen naast deze voortgangsgesprekken regelmatig gesprekken worden gevoerd. In de volgende tabel zijn deze overzichtelijk opgenomen. Deze gesprekken hebben als doel de totale vorderingen van de aios te bespreken. Op basis van het portfolio (en de directe beoordeling van supervisoren middels KPB´s) wordt de voortgang besproken.
15
Activiteit
Instrumenten
Actie
Introductiegesprek: Voor aanvang opleiding
introductieform
opleider en aios
Voortgangsgesprekken: beoordeling opleider iedere 3 mnd in eerste jaar, in overleg met de in tweede jaar 2 x en daarna opleidingsgroep jaarlijks
kennistoets kpb zelfreflectie verslag en portfolio
opleider en aios
Stagegesprek: Begin stage, halverwege en aan het einde van de stages
Gesprek nav KPB
supervisor die verantwoordelijk is voor de structurele begeleiding van de stage
stagebeschrijving aios en kpb zelfreflectie supervsr eindbeoordeling
KPB formulier
supervsr en aios
Wetenschap In het FZ speelt naast opleiden, wetenschap een belangrijke rol. Daarvoor is er een wetenschapsbureau opgericht met een secretaris en binnenkort ook een epidemioloog. Mevr. dr. ten Wolde is verantwoordelijk voor de onderzoekslijn cardiovasculair. Zij begeleidt tevens interne assistenten bij het verrichten van onderzoek, verwerken van gegevens en schrijven van een artikel en/of voorbereiden van een presentatie. Het is voor de afronding van de opleiding vereist dat de aios in een onderzoeksproject tenminste één publicatie in een peer- reviewed tijdschrift gepubliceerd heeft of een voordracht houdt op een internationaal congres. Naast het doen van onderzoek worden er voldoende opleidingsmomenten gecreëerd waarin aandacht is voor het wetenschappelijk denken en werken. Tweemaal per jaar doen de a(n)ios (in eerste jaar 1 maal) een CAT, zijn er refereersessies en worden aan de hand van probleempatiëntbesprekingen het evidenced based denken en werken gestimuleerd. De verschillende supervisoren die de bijeenkomsten begeleiden c.q. aanwezig zijn geven de aios met name feedback op de wetenschapscomponent(KPB CAT/referaat/probleempatiëntbespreking). Daarnaast worden er evt. verschillende cursussen aangeboden waarmee aios bepaalde onderzoeksvaardigheden kunnen ontwikkelen.
Cursorisch onderwijs Cursorisch onderwijs is onderwijs dat zich buiten de patiëntenzorg afspeelt, maar wel een duidelijk verband heeft met de patiëntenzorg. Het gaat hierbij om onderwijs op het gebied van algemene kennis, vakinhoudelijke kennis, vaardigheden en gedrag (waar mogelijk te realiseren deels met behulp van elearning). Op locatie worden Onderwijssessies Interne geneeskunde gehouden ( KPC - Snapperonderwijs ), waarbij naar aanleiding van casuïstiek cursorisch onderwijs wordt gegeven als onderdeel van de Regionale Onderwijsdagen Interne geneeskunde Amsterdam ( Snapperdagen ). Tot slot zijn er de landelijke verplichtingen in het kader van het COIG onderwijs. Het lokaal vakgroep overstijgend onderwijs is toegankelijk voor de aios. Deelnamecertificaten en behaalde resultaten worden opgenomen in het portfolio.
16
3. Overzicht opleiding Interne geneeskunde FZ 4 jaar opleiding Interne geneeskunde jaar 1 2 3 4 Mogelijke jaarervaring als anios interne geneeskunde voorafgaand aan de opleiding mag conform de regelgeving mee tellen voor de opleiding. Jaar 1 - Algemeen interne geneeskunde - Diensten Interne geneeskunde: acute zorg op SEH Jaar 2 - Verplichte- , voorkeurs- en keuzestages - Diensten Interne geneeskunde en diensten voor de stages cardiologie, longziekten en IC. - zaalstage interne *Nefrologie (interne, cardio, MDL, klinische geriatrie, longziekten) *Oncologie (longziekten, interne, MDL-ziekten) *MDL-ziekten (interne, geriatrie) - IC (interne, cardiologie, longziekten, MDL-ziekten, reumatologie) - Cardiologie (interne, klinische geriatrie, longziekten, MDL-ziekten) - Nefrologie ( interne, cardio, mdl , geriatrie, longziekten ) - Longgeneeskunde (interne, cardiologie, klinische geriatrie) - Consulten (interne, reumatologie, geriatrie) - Poliklinisch werken (interne, reumatologie) Jaar 3 - Verplichte- , voorkeurs- en keuzestages - Diensten Interne geneeskunde en diensten voor de stages cardiologie, longziekten en IC. - zaalstage interne *Nefrologie (interne, cardio, MDL, klinische geriatrie, longziekten) *Oncologie (longziekten, interne, MDL-ziekten) *MDL-ziekten (interne, geriatrie) - IC (interne, reumatologie) - Cardiologie (interne) - Nefrologie (interne, reumatologie ) - Longgeneeskunde (interne) - Consulten (interne, reumatologie) - Poliklinisch werken (interne, reumatologie) Jaar 4 - Verplichte- , voorkeurs- en keuzestages - Diensten Interne geneeskunde en diensten voor de stages cardiologie, longziekten en IC. - IC (interne) - Cardiologie (interne) - Nefrologie (interne) - Longgeneeskunde(interne - Consulten (interne) - Poliklinisch werken (interne)
17
Toetsmatrix: Schema met overzicht onderwijs- en toetsingsinstrumenten, competenties en beoordelingen Jaar 1
Jaar 2
Jaar 3
Jaar 4
Voortgangsgesprek Alle competenties Formatieve toets
4 x
2 x
1 x
1 x
Geschiktheidsbeoordeling Alle competenties Summatieve toets
x
x
x
x
kennistoets Medisch handelen. Kennis en wetenschap Formatieve toets
x
x
x
x
Probleempatientbespreking Medisch handelen. Kennis en wetenschap Formatieve toets
1 x
1 x
1 x
1 x
Stagebeoordelingen
-
1 à 3 x
1 à 3 x
1 à 3 x
CAT (Critical Appraised Topic) Kennis en wetenschap, Organisatie, communicatie formatieve toets 2 x
2 x
2 x
2 x
Structurele chirurgie besp Kennis en wetenschap, Organisatie, communicatie formatieve toets
1 x
1 x
1 x
1 x
PA bespreking Kennis en wetenschap, Organisatie, communicatie formatieve toets
1 x
1 x
1 x
1 x
Referaat Kennis en wetenschap, Organisatie, communicatie formatieve toets
1 x
1 x
1 x
1 x
Complicatie, Incidentbesp reflectie formatieve toets
1 x
1 x
1 x
1 x
KPB Alle competenties Formatieve toets
12 x pjr
10-12
10-12
10-12
5xSnapper coig farmaco NIV dagen VOO
5xSnapper coig water/zout NIV dagen VOO
5xSnapper coig molc biol NIV dagen VOO
5xSnapper coig kl genetica NIV dagen VOO
Cursorisch onderwijs (10 dagen per jaar) Alle competenties Formatieve toets
18
Artikel of voordracht Kennis en wetenschap Formatieve toets: Minimaal één voordracht of presenteert één poster of publiceert ten minste één artikel in een wetenschappelijk tijdschrift of medisch vakblad, tijdens de opleiding tot specialist.
19
4. Stagebeschrijvingen In het navolgende gedeelte zijn de stagebeschrijvingen en beschrijving dienstenblok opgenomen. Iedere stage is volgens een zelfde format uitgewerkt. Wordt de stage bij een ander specialisme gevolgd dan kan het format enigszins afwijken. Tijdens de stages worden specifieke ziektebeelden geleerd en aan algemene leerdoelen gewerkt. Als een stage in de verschillende opleidingsjaren gevolgd kan worden (bv nefrologie), dan kunnen de algemene leerdoelen per aios verschillen. Dit geldt ook voor de stages longziekten, cardiologie, etc. Welke leerdoelen dit zijn, staat in het overzicht na de beschrijving van de stages. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Algemeen interne geneeskunde Dienstenblok en SEH Stage consulten Stage IC Stage poliklinisch werken Stage cardiologie Stage longziekten Stage nefrologie
20
ALGEMEEN INTERNE GENEESKUNDE / eerste jaar. Plaats: Flevoziekenhuis Almere Duur: 12 maanden / eerste jaar opleiding dan wel vooropleiding. Begeleiders/supervisoren: kliniek-internisten COMPETENTIEDOMEINEN: -
medisch handelen samenwerken communicatie organisatie maatschappelijk handelen kennis en wetenschap reflectie.
LEERDOELEN: Algemene leerdoelen: De aios interne maakt een werkstart met de opleiding op de afdeling interne geneeskunde ,op de spoedeisende hulp en tijdens de dienstenblokken. (voor deze laatste twee zie stage beschrijving dienstenstage). De AIOS dient aan het eind van deze periode te beschikken over voldoende kennis betreffende het “internistisch denken”. Toont inzicht te hebben in laboratoriumdiagnostiek, beeldvormende diagnostiek en therapeutisch beleid, c.q. farmacotherapie. Heeft een goed probleemoplossend vermogen opgebouwd en is in staat om adequaat informatie aan patiënt en diens omgeving over te dragen. Kan samenwerken met andere zorgverleners rondom de patiënt en kent zijn eigen beperkingen. Specifieke leerdoelen: Het accent ligt tijdens deze stage op het aanleren van de anamnese, lichamelijk onderzoek, aanvragen vervolgonderzoek, statusvoering en het maken van adequaat beleid rondom een interne patiënt. Praktische kennis vergaren van veel voorkomende interne pathologie. Inzicht in aanvraagbeleid en interpretatie van laboratorium- en beeldvormende diagnostiek. Adequaat voorschrijfgedrag medicatie met oog voor interacties en bijwerkingen. Empathisch houding t.a.v. patiënten en familie. Afbakening eigen competenties en leren samenwerken met collegae (aanvragen consulten), verpleging en andere hulpverleners. Leren begeleiden van co-assistenten. Typen van ontslagbrieven en maken van korte SEH-brieven. Time management en ondersteuning werkzaamheden middels ICT mogelijkheden. LEERMIDDELEN: -
Introductie programma FZ / gesprek met opleider overdrachten röntgenbespreking visite lopen grote visite statusvoering gesprek met patiënten en familie overleg met verpleging omgang met co-assistenten. consult aanvragen röntgen onderzoek aanvragen zelfstudie nav casuïstiek ontslag- en SEH-brieven
21
Daarnaast diverse onderwijsmomenten en overlegsituaties zoals - probleempatiënt bespreking - referaat en CAT - PA-bespreking - infectiebespreking - ECG en thorax bespreking - BLS en ALS - laboratorium onderwijs - chirurgische overdracht - locale Onderwijssessie - Incidentbespreking / intervisie KLINISCHE PRESENTATIES: Daar hier in de eerste fase van de opleiding niet het accent ligt en een zo breed mogelijk palet van de interne geneeskunde aan bod komt wordt dit nu niet nader gespecificeerd. Dit in tegenstelling tot de periode van de dienst of werkzaamheden op de SEH, zie daarvoor beschrijving dienstenstage. VAARDIGHEDEN: -
infuusbeleid reanimatie ECG beoordeling arteriepunctie venapunctie afname materiaal voor microbiologisch onderzoek inbrengen maagsonde non-invasieve bloeddrukmeting en saturatiemeting voorschrijven van geneesmiddelen
TOETSEN: In totaal 12 KPB, verdeeld over: - KPB algemeen (directe observatie anamnese en/of onderdeel lich. onderzoek) - KPB overdracht - KPB grote visite - KPB dienst - KPB brieven - KPB probleempatiënt bespreking / referaat / PA bespreking / CAT - KPB vaardigheden (aftekenlijst met bovengenoemde vaardigheden) - KPB gesprek met patiënt (en familie) Verplicht: - 5 x Snapperdagen - Commissie Onderwijs Interne Geneeskunde (COIG) farmacologie - Kennistoets - Deelname aan 1 thema in het kader van Vakgroep Overstijgend Onderwijs (VOO) - Bijeenkomsten wetenschappelijke vereniging (bv Internisten Dagen) ; minimaal 1 dag per jaar - 12 KPB verdeelt over de verschillende competenties. - 4 voortgangsgesprekken met de (plv) opleider. - 2 x CAT, 1 x referaat en 1 x probleempatientbespreking.
22
Daarnaast: - Fiattering statusvoering - Participatie onderwijssessies - Participatie incidentbespeking - Certificaat Snapperdag / 5x in 1e jaar - Certificaat COIG farmacologie - Certificaat discipline overstijgend onderwijs. - Certificaat deelname wetenschappelijke vereniging - Resultaat kennistoets Tijdens de voortgangsgesprekken, in het eerste jaar iedere 3 maanden van de opleiding, wordt bovenstaande besproken en geëvalueerd.
23
Weekprogramma: Maandag 08.05 – 09.00 Rapport en Röntgenbespreking 13.00 - 14.00 1e ma: Klinische les / Probleempt aios 2e ma: AIOS vergadering 3e ma: bedside teaching / Peters 4e ma: Refereren aios/specialist 17.00 – 17.15 Dienstoverdracht 17.15 – 18.15 1e en 3e ma : vakgroepvergadering 2e ma : PA 4e ma : ECG onderwijs aios/coass 5e ma : vakgroepoverstijgend ondw Dinsdag 08.15 – 08.45 11.00 – 12.00 12.45 – 13.30 17.00 - 17.15 17.15 – 18.00 Woensdag 08.15 – 08.45 12.30 – 13.00 17.00 – 17.15 17.15 – 18.15
Vergaderruimte 2 Bestuurskamer V2 V2 auditorium
Rapport en Röntgen IBD overleg Onderwijs spec / Snapperdag / radiologie Dienstoverdracht Polibespreking
V2 / radiologie Vergruimte mdl V2 V2 V2
Rapport en Röntgenbespreking Co-ass / Patiëntbespreking Dienstoverdracht 1e wo : ( van de even mnd ) KPC 2e wo : protocol bespreking 3e wo : in retrospectie /compl.bespreking 4e wo : CAT / NIGA 5e wo : rheumatologie
V2 / radiologie V2 V2 Auditorium V2
Donderdag 08.15 – 08.45 Rapport en Röntgen 12.30 – 13.30 1e donderdag: MDL onderwijs 2e donderdag: hematologie / video amc 3e donderdag: Longen onderwijs 4e donderdag: hematologie / of Endo 16.45 – 17.00 dienstoverdracht 17.00 – 18.15 MDO CRC En op de : 2e do : oncologie/IKA e 4 do : oncologie/IKA 5e donderdag : intern/chir onderwerp Vrijdag 08.15 – 08.45 12.00 – 12.30 12.45 – 13.30 16.30 – 17.30
Vergaderruimte 2 / radiologie Vergaderruimte 2
Rapport en Röntgen Evaluatie Co-assistent Infectie ziekten overleg / of nefrologie Weekend overdracht
V2 / radiologie Bestuurskamer RT auditorium Bestuurskamer Bestuurskamer Auditorium RT Auditorium RT Auditorium RT
V2 / radiologie Polikliniek / dr Branger V2 Bestuurskamer
24
Leerdoelen en Koppelingen Onderstaande lijst toont alle leerdoelen in het eerste jaar conform het nieuwe opleidingsplan Interne Geneeskunde. Het is de bedoeling dat er een aanvang gemaakt wordt met deze leerdoelen in het eerste jaar, gedurende de verdere opleiding kan de aios zich hier verder in bekwamen.
Overzicht leerdoelen en toetsingsinstrumenten. Leerdoelen conform landelijk plan in het eerste jaar Deelcompetentie Medisch handelen en kennis 1; bezit kennis en vaardigheden naar de stand van het vakgebied. 1. De AIOS leert conceptueel te denken aangaande genese en pathofysiologie van aandoeningen in de interne geneeskunde en past dit conceptueel denken adequaat toe. Toetsing opleidingsmoment: - KPB dienst /overdracht /grote visite /probleempatiënt 2. De AIOS verwerft diepgaande kennis op het gebied van de basale vakken, zoals biochemie, pathologie, immunologie, moleculaire biologie, genetica, en past deze kennis adequaat toe. Toetsing opleidingsmoment: - KPB dienst /overdracht /grote visite /probleempatiënt; participatie onderwijssessie, certificaat Snapperdag en COIG 3. De AIOS kent de klinische presentaties van interne ziektebeelden beschreven in het opleidingsplan, en past deze kennis adequaat toe. Toetsing opleidingsmoment: - KPB dienst /overdracht /grote visite /probleempatiënt; participatie onderwijssessie, certificaat Snapperdag en COIG 4. De AIOS kent de overige aspecten van de ziektebeelden beschreven in het opleidingsplan, en past deze kennis adequaat toe. Toetsing opleidingsmoment: - KPB dienst /overdracht /grote visite /probleempatiënt; 5. De AIOS is in staat: * de interactie van meerdere (chronische) aandoeningen die gelijktijdig voorkomen, te onderkennen; * de hulpvraag naar urgentie te interpreteren (en zo nodig direct te handelen). Toetsing opleidingsmoment: - KPB dienst / KPB vaardigheden /overdracht /grote visite /probleempatiënt; participatie onderwijssessie, certificaat Snapperdag en COIG 6. De AIOS verwerft deskundigheid op het gebied van de indicatie en/of uitvoering van de in het Opleidingsplan Interne Geneeskunde genoemde procedures. Toetsing opleidingsmoment: - KPB dienst / KPB vaardigheden /overdracht /grote visite /probleempatiënt; participatie onderwijssessie, certificaat Snapperdag en COIG
25
Deelcompetentie Medisch handelen en kennis 2; past het diagnostisch en therapeutisch arsenaal van het vakgebied goed en waar mogelijk evidence-based toe. De aios verwerft specialistische kennis, en past deze adequaat toe, op het terrein van: Diagnostiek: 7. Anamnese: de AIOS beheerst de vaardigheid van de anamnese tot in de details. Tijdens de opleiding wordt daarom aandacht besteed aan het benadrukken van anamnestische aspecten van interne ziektebeelden. Toetsing opleidingsmoment: - KPB algemeen / dienst / overdracht / grote visite 8. Lichamelijk onderzoek: de AIOS moet bij uitstek de deskundige worden op het gebied van lichamelijk/fysisch-diagnostisch onderzoek. Toetsing opleidingsmoment: - KPB algemeen 9. Laboratoriumdiagnostiek: de AIOS leert gegevens uit het laboratoriumonderzoek te interpreteren en heeft kennis van afwijkende laboratoriumbevindingen behorend bij de specifieke interne ziektebeelden. Toetsing opleidingsmoment: - KPB dienst /overdracht / grote visite / probleempatiënt; participatie onderwijssessies / laboratorium onderwijs/ PA-bespreking en certificaat Snapperdag. 10. Beeldvormende diagnostiek: de AIOS leert gegevens uit beeldvormende diagnostiek (radiologie, CT, MRI, echografie, isotopenonderzoek) te interpreteren en adequaat toe te passen. Toetsing opleidingsmoment: - KPB dienst /overdracht / grote visite / probleempatiënt; participatie onderwijssessies /certificaat Snapperdag. 11. Functieonderzoek: de AIOS leert gegevens uit functieonderzoek te interpreteren en adequaat toe te passen. Toetsing opleidingsmoment: - KPB dienst /overdracht / grote visite / probleempatiënt; participatie onderwijssessies /certificaat Snapperdag. Probleemoplossend vermogen: 12. De AIOS beheerst het efficiënt opstellen van een probleemlijst met bijbehorende werkhypothesen in de vorm van een differentiaaldiagnose, daarbij gebruikmakend van de informatie direct bij de patiënt verkregen, alsmede integratie van overige diagnostische gegevens in combinatie met kennis en ervaring. Essentieel hierbij is de integratie van gegevens uit de anamnese, lichamelijk onderzoek en voortgezet onderzoek. Het bepalen van een effectief en doelmatig diagnostisch beleid behoort tot de specifieke deskundigheden van de internist. Toetsing opleidingsmoment: - KPB dienst /overdracht / grote visite / probleempatiënt; participatie onderwijssessies /certificaat Snapperdag. Therapeutisch beleid: 13. De AIOS is in staat om, op grond van de diagnostiek en context van de medische problemen, advies te formuleren over de behandeling, met name ten aanzien van leefstijl, voeding en farmacotherapie, niet-farmacologische behandelingen en prognose. Speciale aandacht dient de AIOS te geven aan bijwerkingen op korte en lange termijn van het ingestelde therapeutisch beleid. Deskundigheid wordt vereist tav de evaluatie van het therapeutisch beleid.
26
Toetsing opleidingsmoment: - KPB dienst /overdracht / grote visite / probleempatiënt; participatie onderwijssessies /certificaat Snapperdag. Farmacotherapie: 14. De AIOS verkrijgt specifieke deskundigheid op het gebied van de farmacotherapie, stoelend op kennis van de farmacokinetiek en farmacodynamiek, mogelijkheden en beperkingen van de farmacotherapie, interacties en bijwerkingen van geneesmiddelen en het effect van polyfarmacie. Met name wordt deskundigheid vereist op het gebied van individualiseren van farmacotherapie. Toetsing opleidingsmoment: - KPB grote visite /dienst; COIG farmacologie
Deelcompetentie Medisch handelen en kennis 3; Levert effectieve en ethisch verantwoorde patiëntenzorg: 15. De AIOS geeft blijk van een gevoel voor uiteenlopende morele opvattingen en respect voor andere meningen en opvattingen. (Professionaliteit 4) Toetsing opleidingsmoment: - KPB dienst /overdracht /grote visite / slecht nieuwsgesprek, participatie incidentbespreking 16. De AIOS handelt in overeenstemming met de eed/belofte die is afgelegd bij het artsexamen. (Professionaliteit 4) Toetsing opleidingsmoment: - KPB dienst /overdracht /grote visite / slecht nieuwsgesprek, participatie incidentbespreking 17. De AIOS herkent en incorporeert ethische aspecten die bij medische beslissingen in het geding zijn, en is in staat morele vragen die in het medisch handelen ontstaan te analyseren. (Professionaliteit 4) Toetsing opleidingsmoment: - KPB dienst /overdracht /grote visite / slechtnieuwsgesprek, participatie incident bespreking, certificaat VOO. 18. De AIOS neemt kennis van het binnen de afdeling geldende medische beleid en de regels, afspraken en protocollen, en past deze adequaat toe. Toetsing opleidingsmoment: - KPB dienst /overdracht /grote visite / probleempatiënt / participatie introductie bijeenkomst Deelcompetentie Medisch handelen en kennis 4; vindt snel de vereiste informatie en past deze goed toe: 19. De AIOS verzamelt op een adequate wijze informatie rondom de zorg van een patiënt waarvoor hij de verantwoordelijkheid heeft aanvaard; hiertoe weet hij op gepaste wijze gebruik te maken van raadpleging van andere betrokkenen in het zorgproces resp. medische en niet-medische deskundigen ( huisarts, specialisten, thuiszorg, GGZ, etc.). Toetsing opleidingsmoment: - KPB dienst /overdracht /grote visite / briefbeoordeling 20. De AIOS beschikt over kennis met betrekking tot het verkrijgen van medische informatie via ICT ten behoeve van patiëntenzorg en gebruikt deze mogelijkheden. Toetsing opleidingsmoment: - KPB cat / referaat
27
Deelcompetentie Communicatie 1; bouwt effectieve behandelrelaties met patiënten op: De AIOS geeft blijk van: 21. een open houding ten aanzien van patiënten, ongeacht de eigen sekse of die van de patiënt, ongeacht levensfase, sociale en economische status, opleiding, etnische achtergrond, cultuur, seksuele geaardheid en levensovertuiging, en ongeacht de aard, de prognose en het stadium van hun gezondheidsprobleem of handicap. Toetsing opleidingsmoment: - KPB algemeen / grote visite / slecht nieuwsgesprek 22. begrip (empathie) voor de situatie van de patiënt (ook in uitzonderlijke omstandigheden) en diens sociale achtergrond. Hij toont persoonlijke belangstelling voor de patiënt en zijn omgeving en is zich bewust van mogelijke gevolgen van ziekte voor de gezinsleden en verdere omgeving (ook werkomgeving) van de patiënt. Hij houdt met de persoonlijke omstandigheden van de patiënt rekening bij zijn onderzoek, advies, behandeling en begeleiding. Toetsing opleidingsmoment: - KPB algemeen / grote visite / slecht nieuwsgesprek, participatie incidentbespreking 23. aandacht voor de wijze waarop de patiënt met zijn klacht(en) omgaat en de betekenis die de ziekte voor de patiënt heeft. Toetsing opleidingsmoment: - KPB algemeen / grote visite / slecht nieuwsgesprek, participatie incidentbespreking De AIOS blijkt: 24. een voor de patiënt veilige omgeving te creëren met respect voor vertrouwelijkheid, privacy en autonomie Toetsing opleidingsmoment: - KPB algemeen / grote visite / slecht nieuwsgesprek, participatie incidentbespreking 25. een slechtnieuwsgesprek en een gesprek over beslissingen aan het einde van het leven te kunnen voeren. Toetsing opleidingsmoment: - KPB gesprek met patiënt, participatie incidentbespreking Deelcompetentie Communicatie 2; luistert goed en verkrijgt efficiënt relevante patiënteninformatie: De AIOS blijkt: 26. in staat om een volledige en gedetailleerde anamnese op te nemen (huidige lichamelijke en psychische klachten, voorgeschiedenis, psychische en sociale omstandigheden) met tevens aandacht voor de zorgen, verwachtingen en (ziekte)ervaringen van de patiënt. Anamnese verdieping, tot in detail vervolmaking. Toetsing opleidingsmoment: -KPB algemeen 27. in staat om informatie te verzamelen en te synthetiseren gebruikmakend van andere bronnen zoals de familie, artsen en andere hulpverleners. Toetsing opleidingsmoment: - KPB algemeen / grote visite / dienst / overdracht
28
Deelcompetentie Communicatie 3; bespreekt informatie goed met patiënten en familie (en anderen). de aios blijkt in de praktijk 28. de patiënt, diens omgeving en collegae adequaat op de hoogte te brengen van de aard, alsmede het te verwachten beloop van de ziekte. Toetsing opleidingsmoment: - KPB algemeen / grote visite 29. adequaat uitleg te geven over de bevindingen en over de redenen waarom (nog geen) verdere behandeling wordt voorgesteld. Toetsing opleidingsmoment: - KPB algemeen / grote visite, participatie incidentbespreking 30. de informatie en toestemmingsvraag in het kader van wetenschappelijk onderzoek of onderwijsactiviteiten adequaat te communiceren. Toetsing opleidingsmoment: - KPB algemeen / grote visite 31. op een gestructureerde en effectieve wijze medische informatie naar anderen te verwoorden. Toetsing opleidingsmoment: - KPB grote visite / dienst / briefbeoordeling Deelcompetentie Communicatie 4; doet adequaat mondeling en schriftelijk verslag over patiëntencasus: 32. deskundigheid en zorgvuldigheid op het gebied van statusvoering: verslag anamnese, lichamelijk onderzoek, problemenlijst, differentiaaldiagnose, aanvullend onderzoek, beloop, interpretatie adviezen en consulten. Toetsing opleidingsmoment: - Fiattering statusvoering 33. deskundigheid en zorgvuldigheid op het gebied van het schrijven van brieven betreffende de behandeling op het gebied van de interne geneeskunde (waarin o.a.: reden van opname, anamnese, lichamelijk onderzoek, laboratoriumonderzoek, röntgenonderzoek, verder onderzoek, consulten, conclusie, eventueel beloop of bespreking, medicatie bij ontslag, prognose, informatie gegeven aan de patiënt). Toetsing opleidingsmoment: - Fiattering statusvoering / KPB briefbeoordeling 34. zorgvuldigheid door in het medisch dossier vast te leggen wanneer en waarover de patiënt is geïnformeerd. Toetsing opleidingsmoment: - KPB grote visite / dienst; fiattering statusvoering Deelcompetentie Samenwerken 2; verwijst adequaat: 35. adequaat consult te vragen en hierbij de juiste vraag te stellen. Toetsing opleidingsmoment: - KPB grote visite / dienst; fiattering statusvoering en participatie chirurgiebespreking 36. consulten van andere specialisten juist te interpreteren. Toetsing opleidingsmoment: - KPB grote visite / dienst; fiattering statusvoering en participatie chirurgiebespreking
29
Deelcompetentie Samenwerken 3; levert effectief intercollegiaal consult: 37. De AIOS blijkt in staat om adequaat in teamverband te kunnen functioneren, en daarbij de verschillende hiërarchische en functionele rollen te herkennen en te respecteren. Toetsing opleidingsmoment: - KPB grote visite / dienst; fiattering statusvoering en participatie chirurgiebespreking Deelcompetentie Wetenschap 1; beschouwt medische informatie kritisch: 38. De AIOS heeft een gefundeerde kritische houding ten opzichte van de wetenschappelijke kennis waarop het medisch handelen is gebaseerd. Toetsing opleidingsmoment: - Participatie onderwijs / certificaat Snapperdag / COIG / VOO 39. De AIOS is in staat onderzoek te presenteren, te interpreteren en te evalueren. Toetsing opleidingsmoment: - KPB cat / referaat / probleempatientbespreking Deelcompetentie Wetenschap 3; ontwikkelt en onderhoudt een persoonlijk bij- en nascholingsplan 40. De AIOS is in de praktijk in staat eigen blinde vlekken en/of lacunes in de beroepsuitoefening op te sporen en tracht deze (via nascholing of anderszins) op te heffen. Toetsing opleidingsmoment: - Participatie onderwijs / certificaat Snapperdag / COIG / VOO Deelcompetentie Wetenschap 4; bevordert de deskundigheid van studenten, AIOS, collegae, patiënten, verpleegkundigen en andere betrokkenen in de gezondheidszorg 41. onderwijs te geven aan co-assistenten. Toetsing opleidingsmoment: - KPB grote visite; voortgangsgesprek Deelcompetentie Maatschappelijk handelen 1: kent en herkent de determinanten van ziekte bij het individu: 42. De AIOS heeft begrip voor de situatie van de patiënt (ook in uitzonderlijke omstandigheden) en diens sociale achtergrond. Toetsing opleidingsmoment: - KPB grote visite; voortgangsgesprek 43. Hij toont persoonlijke belangstelling voor de patiënt en zijn omgeving en is zich bewust van mogelijke gevolgen van ziekte voor de gezinsleden en verdere omgeving (ook werkomgeving) van de patiënt. Hij houdt met de persoonlijke omstandigheden van de patiënt rekening bij zijn onderzoek, advies, behandeling en begeleiding. (Professionaliteit 1) Toetsing opleidingsmoment: - KPB grote visite; voortgangsgesprek
30
Deelcompetentie Maatschappelijk handelen 3; handelt volgens de relevante wettelijke bepalingen: 44. De AIOS is in staat om te gaan met juridische aspecten van het systeem van de gezondheidszorg en handelt in overeenstemming hiermee. Voorbeelden van relevante wetgeving anno 2007: .. Wet op de Geneeskundige Behandelovereenkomst (WGBO); .. Wet BIG; .. Wet op de orgaandonatie; .. Wet op de lijkbezorging; .. Wet op de privacy (WBP); .. Wet op de levensbeëindiging (WOLB); .. klachtenprocedure, o.a. WKCZ, Colofon Klachtenrichtlijn gezondheidzorg 2004; .. calamiteiten (kwaliteitswet) en FONA; .. METC en de WMO; .. regelgeving m.b.t. co-assistenten; .. beleidsregels gunstbetoon VWS 2003; .. de eed/belofte bij het artsexamen Toetsing opleidingsmoment: - Participatie introductiebijeenkomst / certificaat DOO / KPB grote visite Deelcompetentie Maatschappelijk handelen 4; treedt adequaat op bij incidenten in de zorg: De AIOS kan verantwoordelijkheid dragen. Toetsing opleidingsmoment: - KPB dienst / grote visite Deelcompetentie organisatie 1; verdeelt de energie goed tussen patiëntenzorg, opleiding, persoonlijke ontwikkeling en andere (sociale) activiteiten: 45. De AIOS kan omgaan met stress. Toetsing opleidingsmoment: - KPB dienst 46. De AIOS past principes van timemanagement adequaat toe. Toetsing opleidingsmoment: - KPB dienst / grote visite 47. De AIOS is in staat om medisch handelen in de beroepsmatige en in de privésfeer te scheiden. (Professionaliteit 2) Toetsing opleidingsmoment: - voortgangsgesprek
Deelcompetentie organisatie 3; werkt effectief en doelmatig in een gezondheidszorgorganisatie: 48. De AIOS heeft een eigenstandige zorgplicht en zal tijdens de opleiding geen handelingen verrichten die buiten zijn kennis en vermogen liggen. (Professionaliteit 3) Toetsing opleidingsmoment: - voortgangsgesprek
31
Deelcompetentie organisatie 4; gebruikt ICT adequaat voor optimale patiëntenzorg en voor het eigen leerproces: 49. De AIOS beschikt over kennis met betrekking tot de mogelijkheden van verslaglegging met behulp van informatie- en communicatietechnologie, en gebruikt en past deze mogelijkheden toe. Toetsing opleidingsmoment: - Fiattering status / KPB briefbeoordeling 50. De AIOS beschikt over kennis met betrekking tot de elektronische communicatie en gebruikt en past deze toe. Toetsing opleidingsmoment: - Fiattering status / KPB briefbeoordeling 51. De AIOS beschikt over kennis met betrekking tot het verkrijgen van medische informatie via ICT ten behoeve van scholing en gebruikt deze mogelijkheden. Toetsing opleidingsmoment: - KPB CAT / referaat / probleempatiënt Deelcompetentie reflecteren 1; heeft een onbevangen, niet-oordelende grondhouding: 52. De AIOS blijkt in de praktijk in staat om onbevangen en met een nietoordelende grondhouding de interne geneeskunde uit te oefenen. Toetsing opleidingsmoment: - KPB algemeen / grote viste / voortgangsgesprek 53. De AIOS heeft een open houding ten aanzien van patiënten; ongeacht de eigen sekse of die van de patiënt, levensfase, sociale en economische status, opleiding, etnische achtergrond, cultuur, seksuele geaardheid en levensovertuiging en ongeacht de aard, deprognose en het stadium van hun gezondheidsprobleem of handicap. (Professionaliteit 1) Toetsing opleidingsmoment: - KPB algemeen / grote viste / voortgangsgesprek 54. De AIOS streeft naar excellentie. (Professionaliteit 1) Toetsing opleidingsmoment: - Voortgangsgesprek 55. De AIOS toont nieuwsgierigheid en de bereidheid om eigen gewoontes, vooroordelen, houding en fouten kritisch onder de loep te nemen. Toetsing opleidingsmoment: - Voortgangsgesprek 56. De AIOS geeft blijk van een gevoel voor uiteenlopende morele opvattingen en respect voor andere meningen en opvattingen. (Professionaliteit 4) Toetsing opleidingsmoment: - Voortgangsgesprek, KPB algemeen / grote visite Deelcompetentie reflecteren 2; kan reflecteren op eigen functioneren: 57. De AIOS wordt zich bewust van de emotionele aspecten (motieven, waarden, onzekerheid, onmacht, karaktereigenschappen, levenservaring, irrationele gedachten en gevoelens) in zijn handelen. Toetsing opleidingsmoment: - Voortgangsgesprek, KPB algemeen / grote visite
32
58. De AIOS gaat adequaat om met eigen gevoelens, remmingen, normen en waarden, in relatie tot bepaalde gevoelens opgeroepen door contact met een patiënt (of iemand in diens directe omgeving) zoals gevoelens van erotiek, irritatie, afkeer, schaamte, etc. (Professionaliteit 2) Toetsing opleidingsmoment: - Voortgangsgesprek 59. De AIOS signaleert gevoelens van onvrede, aanwezig bij de patiënt en/of zichzelf, met betrekking tot de arts-patiëntrelatie, en maakt deze bespreekbaar. Hij kan adequaat reageren als de relatie verstoord is (of dreigt te raken) of te intiem dreigt te worden. Indien adequaat reageren niet meer mogelijk is, zoekt hij zelf hulp. (Professionaliteit 2) Toetsing opleidingsmoment: - Voortgangsgesprek, KPB algemeen / grote visite 60. De AIOS handelt in overeenstemming met de eed/belofte die is afgelegd bij het artsexamen. (Professionaliteit 4) Toetsing opleidingsmoment: - Voortgangsgesprek, KPB algemeen / grote visite 61. De AIOS herkent en incorporeert ethische aspecten die bij medische beslissingen in het geding zijn, en is in staat morele vragen die in het medisch handelen ontstaan te analyseren. Toetsing opleidingsmoment: - Voortgangsgesprek, KPB algemeen / grote visite De aios blijkt 62. in de praktijk in staat disbalans in de verhouding tussen werk en privéleven te herkennen en deze naar waarde te schatten. Toetsing opleidingsmoment: - Voortgangsgesprek 63. in de praktijk in staat die maatregelen te nemen die het beste de disbalans kunnen verhelpen, waaronder eventueel het inroepen van professionele hulp. Toetsing opleidingsmoment: - Voortgangsgesprek Deelcompetentie reflecteren 3; kan reflecteren met de patiënt en familie; 64. De AIOS levert relatiegeoriënteerde zorg waarbij affectieve, emotionele en cognitieve dimensies van de patiënt een plaats krijgen in het medisch beleid. Toetsing opleidingsmoment: - KPB algemeen / grote visite / slecht nieuwsgesprek 65. De AIOS is in staat om in zijn beroepsuitoefening empathie te tonen. (Professionaliteit 1) Toetsing opleidingsmoment: - KPB algemeen / grote visite / slecht nieuwsgesprek 66. De AIOS luistert en observeert met aandacht. Toetsing opleidingsmoment: - KPB algemeen / grote visite / slecht nieuwsgesprek 67. De AIOS toont besef van de afhankelijke positie van de patiënt. (Professionaliteit 2) Toetsing opleidingsmoment: - KPB algemeen / grote visite / slecht nieuwsgesprek
33
68. De AIOS gaat adequaat om met gevoelens van de patiënt jegens hem. (Professionaliteit 2) Toetsing opleidingsmoment: - KPB algemeen / grote visite / slecht nieuwsgesprek Deelcompetentie reflecteren 4; kan reflecteren met een professional 69. De AIOS is in staat tot het geven en ontvangen van feedback. Toetsing opleidingsmoment: - Voortgangsgesprek 70. De AIOS kan fouten van zichzelf of anderen erkennen tegenover collega’s en kan er lering uit te trekken. (Professionaliteit 3) Toetsing opleidingsmoment: - Voortgangsgesprek / KPB grote visite 71. De AIOS laat zien in staat te zijn om een collegiale relatie op te bouwen, waarbij hij er blijk van geeft open te staan voor samenwerking, en deskundigheid van anderen te accepteren. Toetsing opleidingsmoment: - Voortgangsgesprek / KPB grote visite / dienst 72. De AIOS laat zien in staat te zijn om eigen taken af te bakenen ten opzichte van die van andere medische disciplines en verpleegkundige en paramedische professies. Toetsing opleidingsmoment: - Voortgangsgesprek / KPB grote visite / dienst
34
DIENSTENBLOK INTERNE GENEESKUNDE EN SEH OVERDAG Plaats: Flevoziekenhuis Duur: 2 maanden ( avond/nachtdienst), geincorporeerd in de zaalstage. SEH overdag 1 maand. Begeleiders/supervisoren: Overdag is er een internist vrijgepland voor de SEH en spoedpoli. Er is een dienstrooster en een lijst, inclusief MDL-ziekten, met wie, bij specifieke problemen, kan worden overlegd. COMPETENTIEDOMEINEN: -
medisch handelen samenwerken communicatie organisatie maatschappelijk handelen kennis en wetenschap reflectie
LEERDOELEN: Algemene leerdoelen: Leren acute interne en MDL-ziekten pathologie juist in te schatten en zorg te dragen voor de eerste opvang van een acuut verwezen patiënt of zelfverwijzer. Analyseren van problemen op internistisch gebied van patiënten verwezen door huisarts en andere specialisten, door gebruik te maken van noodzakelijke aanvullende diagnostiek. Adequaat te overleggen met supervisor en andere bij de acute zorg betrokken collegae en juiste overdracht van patiëntengegevens aan de collegae. Specifieke leerdoelen: Middels anamnese en lichamelijk onderzoek komen tot een probleemlijst en inschatten welk relevant vervolgonderzoek met spoed dient te worden ingezet. Begeleiden van patiënt en familie in deze fase in samenwerking met verpleging SEH. Overleg met supervisor of het voorgestelde beleid juist is. Adequaat overdragen van de zorg voor patiënt aan verpleging en de collegae die overdag de zorg hebben voor deze patiënt. Dit middels een adequate statusvoering en een korte computerbrief, die ook gebruik wordt als terugkoppeling naar verwijzer, cq eerste lijn. Leren omgaan met stress tijdens pieken in de werkbelasting, door prioriteiten te stellen in de te verrichten werkzaamheden. Voordragen van patiëntencasuïstiek tijdens het ochtendrapport, onder supervisie van de dienstdoende internist en MDL-arts. LEERMIDDELEN Overdracht, röntgenbespreking, statusvoering, korte brief , overleg met supervisor en consulent, ECG cursus, reanimatiecursus, BAGAGE cursus, lokaal onderwijs (probleempatiëntbespreking, PA-bespreking, chirurgische overdracht), regionaal ( Snapper ) en landelijk (COIG), kennistoets en vakgroep overstijgend onderwijs. KLINISCHE PRESENTATIES -
trombose en embolie thoracale pijn koorts hypotensie en shock collaps dyspnoe diabetes mellitus
35
-
dorst en polyurie huidafwijkingen hypothermie tr digestivusbloedingen veranderd defecatiepatroon buikpijn intoxicaties verwardheid zwangerschap acute medische problemen bewustzijnsdaling en coma electrolyt- en zuurbasestoornissen gewrichtsklachten hematurie zwelling in de hals transfusie presentaties op grensvlak
Van deze klinische presentaties zal men vooral de acute medische aspecten zien, zich uitent in o.a. de volgende ziektebeelden: Zelfstandige diagnose en therapie i.o. met dienstdoend internist - pneumonie, - pyelonefritis - anafylaxie / allergie - auto-intoxicaties - vasovagale collaps - hypertensieve crisis - CAPD peritonitis - nierinsufficientie - prerenaal (uitdroging) - renaal (glomerulonefritis, TIN of tubulusnecrose) - postrenaal (prostaathypertrofie, RIP, stenen) - koorts (bij neutropenie) - ontregelde diabetes mellitus, - ketoacidose of hyperosmoliare ontregeling - hypoglykemieen. - Addisonse crisis - gastro-enteritis - diverticulitis - erysipelas en andere huidinfecties - verhoogde bloedingsneiging - autoimuun of verworven thrombopenie / leucopenie / anemie - sikkelcel crise - DVT / longembolie - Acute artritis Initiële diagnose en therapie, tijdige consultatie en eventueel verwijzing - shock - acuut hartfalen en asthma cardiale - hartritmestoornissen - ACS / myocardinfarct - AAAA / dissectie - gastro-intestinale bloeding - acute buik / peritonitis - leverfalen - pancreatitis - colitis - galsteenlijden - niersteenkoliek
36
-
ileus meningitis, sepsis, endocarditis respiratoire insufficientie pneumothorax exacerbatie COPD zwangerschapstoxicose coma, CVA, TIA, acute psychiatrie, agressie, suicide
VAARDIGHEDEN -
infuusbeleid reanimatie ECG beoordelen arterie- en venapunctie afnemen materiaal voor microbiologisch onderzoek inbrengen maagsonde non-invasieve bloeddruk- en saturatiemeting voorschrijven geneesmiddelen.
TOETSEN -
Reanimatie certificaat ECG certificaat Aanwezigheid X-thoraxcursus KPB overdracht KPB dienst KPB probleempatiënt bespreking / CAT KPB SEH brieven Fiattering status Certificering ECG cursus / reanimatie cursus Participatie onderwijs/ probleempatiëntbespreking en chirurgische overdracht Certificaat Snapper en COIG Certificaten discipline overstijgend onderwijs. Voortgangsgesprekken conform fase van de opleiding.
In een dienstenblok worden twee KPB overdracht en twee KPB dienst ingevuld, door de directe supervisoren.
INDELING WERKZAAMHEDEN: Voor aanvang van een dienstenblok heeft men een BAGAGE certificaat en een reanimatie certificaat, kan de aios een ECG en X-thorax beoordelen. Is hij instaat een korte brief te maken. Heeft kennis vergaard met het werken met iDOC, alwaar ziekenhuisprotocollen te vinden zijn. Op werkdagen is er, indien mogelijk, in de ochtend van 07.45 tot 08.15 overleg met de interne supervisor over de patienten die de afgelopen dag/nacht gezien zijn op de SEH, n.a.v. de elektronische brieven gemaakt door de a(n)ios. De dienstdoend internist is overdag het aanspreekpunt voor huisartsen die een patient willen insturen en bepaalt of de patiënt op de SEH wordt gezien door de a(n)ios of op de spoedpoli, waar de internist zelf of de a(n)ios de patiënt nakijkt en het verdere beleid bepaalt. Assistenten overleggen altijd met de dienstdoend internist. Deze kan besluiten dat voor specifieke problemen overlegd wordt met de behandelend internist, of
37
nefroloog , of MDL-arts. Is deze afwezig dan met een collega van hetzelfde aandachtsgebied, c.q. specialisme. Buiten kantooruren is er een aios interne werkzaam voor de interne geneeskunde en MDL-ziekten, De afdeling cardiologie, longziekten en IC hebben een eigen dienstenpoule, waarin een aios interne participeert als hij deze stages loopt. De cardiologie en IC zijn (mede)verantwoordelijk voor de reanimaties in huis. Buiten kantooruren is de aios ook aanspreekpunt voor verwijzers naar de SEH. Ook onverwezen, niet traumatische patiënten (bij afwezigheid van een SEH-arts) worden gezien door de aios van dienst. Bij niet interne pathologie verricht men bij deze laatste groep alleen triage (geen interne status) en draagt er zorg voor dat de patiënt gezien wordt door de specialist op wiens terrein de pathologie thuishoort. Uiteraard kan men elkaar bij drukte ondersteunen. Alle patiënten gezien op de SEH worden overlegd met de dienstdoende internist of MDL-arts. De keuze voor welke van de twee supervisoren hangt af van de pathologie. De MDL-arts wordt gevraagd bij: -
Crohn en colitis Pancreatitis Cholangitis, choledochusstenen Cholecystitis Hoge bloedingen, hematemesis, melena Lage bloedingen, rectaal bloedverlies Diverticulitis Problemen met PEG-catheters Voedselimpactie c.q. acute passagestoornissen van de oesofagus Leverfalen, hepatitis
Voor patiënten met dialyse gerelateerde of nefrologische problematiek altijd eerst overleggen met de dienstdoend internist-nefroloog. Niet reanimeren De afspraak van niet reanimeren is een anticiperende afspraak die wordt gemaakt voorafgaande aan het moment waarop zich een ademhalings- en/of circulatiestilstand zou kunnen voordoen. Met andere woorden, de acute situatie bestaat nog niet maar zou kunnen optreden, vandaar dat een NR beleid in principe al bij presentatie op de SEH moet worden afgesproken Tot slot Een aantal patiënten zijn geïnstrueerd bij bepaalde noodsituaties zelf contact op te nemen met het ziekenhuis (altijd laten komen) of direct naar de SEH te gaan. 1. Oncologie patiënten met koorts na chemo 2. Peritoneaal-dialyse patiënten met buikpijn of troebele uitloop, 3. Gastro-enterologie patiënten met een stent in de galwegen en koorts. 4. Diabetes patiënten met een pomptherapie.
38
WEEK INDELING DIENSTENBLOK m d
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
C N A D
m d
w d
v
z
z
c
n
n c
n c
c n
c n
c n
d a c
d c a
d c a
c d a
c d a
d c a n
n
d c a c
c d a c
n
c d a c
w d
v
z
z
c n c
a n c
a c n
a c n
a c n
d a
d c
d c
c d
c d
m d
w d
v
z
z
a c n c
c a n c
c a c n
d a c n
d a c n
d a c n c
d c a n c
d
d
d
c
c
m d
w d
d c a c n
c d a c n
c d a c n
d a c n c
v
d c a n c
compensatie nachtdienst / 2300 – 0900 uur avonddienst / 1500 – 2300 uur dagdienst / 0800 – 1800 uur
Leerdoelen en koppelingen Dienstenblok interne geneeskunde en SEH overdag Beoordeling op geschiktheid door (plv) opleider voor een dienstenblok. Naast de stage-onafhankelijke leerdoelen afhankelijk van het opleidingsjaar van de aios. Deelcompetentie medisch handelen 1; bezit kennis en vaardigheid naar de stand van het vakgebied. 1. De AIOS leert conceptueel te denken aangaande genese en pathofysiologie van aandoeningen in de interne geneeskunde en past dit conceptueel denken adequaat toe. Toetsing: - KPB dienst/overdracht 2. De AIOS kent de klinische presentaties van interne ziektebeelden beschreven in het opleidingsplan, en past deze kennis adequaat toe. Toetsing: - KPB dienst/overdracht 3. De AIOS is in staat: * de interactie van meerdere (chronische) aandoeningen die gelijktijdig voorkomen, te onderkennen; * de hulpvraag naar urgentie te interpreteren (en zo nodig direct te handelen). Toetsing: - KPB dienst/overdracht
39
Deelcompetentie Medisch handelen en kennis 2; past het diagnostisch en therapeutisch arsenaal van het vakgebied goed en waar mogelijk evidence-based toe. De aios verwerft specialistische kennis, en past deze adequaat toe, op het terrein van: Diagnostiek: 4. Anamnese: de AIOS beheerst de vaardigheid van de anamnese tot in de details. Tijdens de opleiding wordt daarom aandacht besteed aan het benadrukken van anamnestische aspecten van interne ziektebeelden. Toetsing: - KPB algemeen / dienst / overdracht 5. Lichamelijk onderzoek: de AIOS moet bij uitstek de deskundige worden op het gebied van lichamelijk/fysisch-diagnostisch onderzoek. Toetsing: - KPB algemeen 6. Laboratoriumdiagnostiek: de AIOS leert gegevens uit het laboratoriumonderzoek te interpreteren en heeft kennis van afwijkende laboratoriumbevindingen behorend bij de specifieke interne ziektebeelden. Toetsing: - KPB dienst / overdracht 7. Beeldvormende diagnostiek: de AIOS leert gegevens uit beeldvormende diagnostiek (radiologie, CT, MRI, echografie, isotopenonderzoek) te interpreteren en adequaat toe te passen. Toetsing: - KPB dienst / overdracht Probleemoplossend vermogen: 8. De AIOS beheerst het efficiënt opstellen van een probleemlijst met bijbehorende werkhypothesen in de vorm van een differentiaaldiagnose, daarbij gebruikmakend van de informatie direct bij de patiënt verkregen, alsmede integratie van overige diagnostische gegevens in combinatie met kennis en ervaring. Essentieel hierbij is de integratie van gegevens uit de anamnese, lichamelijk onderzoek en voortgezet onderzoek. Het bepalen van een effectief en doelmatig diagnostisch beleid behoort tot de specifieke deskundigheden van de internist. Toetsing: - KPB dienst / overdracht / brief Therapeutisch beleid: 9. De AIOS is in staat om, op grond van de diagnostiek en context van de medische problemen, advies te formuleren over de behandeling, met name ten aanzien van leefstijl, voeding en farmacotherapie, niet-farmacologische behandelingen en prognose. Speciale aandacht dient de AIOS te geven aan bijwerkingen op korte en lange termijn van het ingestelde therapeutisch beleid. Deskundigheid wordt vereist bij de evaluatie van het therapeutisch beleid. Toetsing: - KPB dienst / overdracht / brief Farmacotherapie: 10. De AIOS verkrijgt specifieke deskundigheid op het gebied van de farmacotherapie, stoelend op kennis van de farmacokinetiek en farmacodynamiek, mogelijkheden en beperkingen van de farmacotherapie, interacties en bijwerkingen van geneesmiddelen en het effect van polyfarmacie. Met name wordt deskundigheid vereist op het gebied van individualiseren van farmacotherapie. Toetsing: - KPB dienst / overdracht / brief
40
Deelcompetentie Medisch handelen en kennis 3; levert effectieve en ethisch verantwoorde patiëntenzorg; 11. De AIOS neemt kennis van het binnen de afdeling geldende medische beleid en de regels, afspraken en protocollen, en past deze adequaat toe. Toetsing: - Introductie gesprek bij aanvang diensten. Deelcompetentie Medisch handelen en kennis 4; vindt de vereiste informatie en past deze goed toe. 12. De AIOS verzamelt op een adequate wijze informatie rondom de zorg van een patiënt waarvoor hij de verantwoordelijkheid heeft aanvaard; hiertoe weet hij op gepaste wijze gebruik te maken van raadpleging van andere betrokkenen in het zorgproces resp. medische en niet-medische deskundigen ( huisarts, specialisten, thuiszorg, GGZ, etc.). Toetsint: - KPB algemeen / dienst / overdracht 13. De AIOS beschikt over kennis met betrekking tot het verkrijgen van medische informatie via ICT ten behoeve van patiëntenzorg en gebruikt deze mogelijkheden. Toetsing: - Introductie gesprek bij aanvang diensten. Deelcompetentie Communicatie 3; bespreekt medisch informatie goed met patiënten en familie (en anderen). 14. De aios blijkt in de praktijk op een gestructureerde en effectieve wijze medische informatie naar anderen te verwoorden. Toetsint: - KPB dienst Deelcompetentie Communicatie C4; doet adequaat mondeling en schriftelijk verslag over een patientencasus. De aios geeft in de praktijk blijk van: 15. deskundigheid en zorgvuldigheid op het gebied van statusvoering: verslag anamnese, lichamelijk onderzoek, problemenlijst, differentiaaldiagnose, aanvullend onderzoek, beloop, interpretatie adviezen en consulten. Toetsing: - Fiattering status. 16. deskundigheid en zorgvuldigheid op het gebied van het schrijven van brieven betreffende de behandeling op het gebied van de interne geneeskunde (waarin o.a.: reden van opname, anamnese, lichamelijk onderzoek, laboratoriumonderzoek, röntgenonderzoek, verder onderzoek, consulten, conclusie, eventueel beloop of bespreking, medicatie bij ontslag, prognose, informatie gegeven aan de patiënt). Toetsing: - KPB brief. 17. zorgvuldigheid door in het medisch dossier vast te leggen wanneer en waarover de patiënt is geïnformeerd. Toetsing: - Fiattering brief.
41
Deelcompetentie Samenwerken 2; verwijst adequaat. De aios blijkt in de praktijk: 18. naar de juiste persoon of instantie te verwijzen, zowel in de eerste als in de tweede lijn en de mate van urgentie hierbij te bepalen. Toetsing ( vierde jaar ): - KPB dienst / overdracht 19. adequaat consult te vragen en hierbij de juiste vraag te stellen. Toetsing: - KPB dienst / overdracht 20. consulten van andere specialisten juist te interpreteren. Toetsing: - KPB dienst / overdracht Deelcompetentie Samenwerken 3; levert effectief intercollegiaal consult. De aios blijkt in de praktijk in staat: 21. een intercollegiale consultvraag adequaat te beantwoorden. Toetsing ( derde jaar ): - KPB dienst Deelcompetentie Samenwerken 4; draagt bij aan een effectieve interdisciplinaire samenwerking en ketenzorg. 22. De AIOS blijkt in staat om adequaat in teamverband te kunnen functioneren, en daarbij de verschillende hiërarchische en functionele rollen te herkennen en te respecteren. Toetsing: - KPB dienst 23. De AIOS is verantwoordelijk voor de patiënt waarvoor hij de zorg heeft aanvaard, tot het moment waarop hij zeker heeft gesteld dat de zorg voor de patiënt op correcte wijze met alle benodigde informatie is overgedragen aan een andere arts. Omgekeerd is de AIOS ook verantwoordelijk voor het verkrijgen van de noodzakelijke informatie indien hij een patiënt krijgt overgedragen van een collega-arts. Toetsing ( vijfde jaar ): - KPB dienst / overdracht Deelcompetentie Organisatie 1; verdeelt de energie goed tussen patiëntenzorg, opleiding, persoonlijke ontwikkeling en andere (sociale) activiteiten. 24. De AIOS kan omgaan met stress. Toetsing: - KPB dienst 25. De AIOS past principes van timemanagement adequaat toe. Toetsing: - KPB dienst
42
Deelcompetentie Organisatie 3; werkt effectief en doelmatig in een gezondheidsorganisatie. 26. De AIOS geeft er blijk van op de hoogte te zijn van de wijze waarop de afdeling en het ziekenhuis zijn ingericht, en maakt adequaat gebruik van de diverse informatiestromen, procedures en protocollen. Toetsing ( derde jaar ): - KPB dienst 27. De AIOS heeft een eigenstandige zorgplicht en zal tijdens de opleiding geen handelingen verrichten die buiten zijn kennis en vermogen liggen. Toetsing: - Introductiegesprek / KPB dienst Deelcompetentie Organisatie 4; gebruikt ICT adequaat voor optimale patiëntenzorg en voor het eigen leerproces. 28. De AIOS beschikt over kennis met betrekking tot de mogelijkheden van verslaglegging met behulp van informatie- en communicatietechnologie, en gebruikt en past deze mogelijkheden toe. Toetsing: - KPB brief
43
Stage Consulten
( in combinatie met poliklinisch werken )
Plaats: Flevoziekenhuis Duur: 12 maanden ( 4 + 8 ) / tweede, derde of vierde jaar van de opleiding. Begeleider /supervisor: vaste internist / internisten. De stage begint met een gesprek met de directe begeleider. Besproken wordt de stagespecifieke en stageonafhankelijke leerdoelen, evenals de individuele leerdoelen, naar aanleiding van het portfolio. Dit wordt schriftelijk vastgelegd. Halverwege is er een voortgangsgesprek, de stage wordt afgesloten met een eindgesprek. Ook de resultaten van deze gesprekken worden schriftelijk vastgelegd, gebruikmakend van de formulieren in het portfolio. COMPETENTIEDOMEINEN: -
medisch handelen samenwerken communicatie organisatie maatschappelijk handelen kennis en wetenschap reflectie
LEERDOELEN Algemene leerdoelen: Tijdens deze stage leert de aios op adequate en efficiënte wijze adviezen te geven, in samenspraak met de aanvrager over internistische vraagstellingen bij patiënten die niet op de eigen verpleegafdeling behandeld worden. Specifieke leerdoelen: Na lezen vraagstelling en eventuele navraag ter verduidelijking, wordt na inzage van de klinische gegevens, anamnese en lichamelijk onderzoek verricht, om een plan van aanpak te maken. Daarbij worden adviezen geven voor aanvullende diagnostiek en voorlopig beleid. In een latere fase worden de resultaten hiervan beoordeeld, om te besluiten tot afronden van het consult of inzetten van een medebehandeling of overname patiënt. Organisatie van de werkzaamheden is hierbij van groot belang evenals samenwerking met de andere zorgverleners op de consultafdeling. LEERMIDDELEN -
overdracht, röntgenbespreking, statusvoering, gesprek met patiënten en familie. omgang met co-assistenten. Ontslagbrieven. visite overleg supervisoren samenwerking assistenten consultafdelingen.
Daarnaast de diverse onderwijsmomenten en overlegsituaties: - bedside teaching - onderwijssessies / overleg interne geneeskunde - referaat en CAT, probleempatiëntbespreking - chirurgische overdracht - FCCS
44
-
Klinische les aan verpleging Groot thema-onderwijs aan verpleging Onderwijs lokaal (probleempatiëntbespreking) Regionaal Commissie Onderwijs Interne Geneeskunde (COIG) conform leerjaar Kennistoets (indien in periode valt) Per jaar deelname aan 1 thema in het kader van VOO Bijeenkomsten wetenschappelijke vereniging / b.v. NIV dagen minimaal lxpjr. portfoliobespreking
KLINISCHE PRESENTATIES: -
Trombose en embolie Verhoogde bloedingneiging Thoracale pijn Anemie Koorts Hypotensie en shock Oedeem Dyspnoe Hypertensie Diabetes mellitus Dorst en polyurie Tractus digestivus bloeding Klachten bovenste tractus digestivus Veranderd defeactiepatroon Buikpijn Intoxicaties Verwardheid Zwangerschapsgerelateerde problemen Bewustzijnstoornissen en coma Elektrolyt en zuur-base stoornissen Transfusie van bloed en bloedbestanddelen Palliatieve zorg Afwijkingen bij laboratorium onderzoek Toevalsbevinding bij beeldvormende diagnostiek
VRAAGSTELLING CONSULTEN MET PATHOLOGIE SPECIFIEK VOOR DEZE STAGE Heelkundige specialismen - preoperatieve beoordeling - Postoperatieve zorg inclusief infuusbeleid - Profylactische antistolling - Beoordeling voedingstoestand en indicatie (par)enterale voeding - Medicatie, waaronder antidiabetica - Indicatie postoperatieve bewaking - Antibioticaprofylaxe Neurologie - Post-CVA zorg - Indicatie sondevoeding / PEG Gynaecologie / verloskunde - (Pre)eclampsie, HELPP - Diabetes gravidarum en zwangere diabeten - Zwangerschapshypertensie Psychiatrie - Beoordeling delier - Internistische bijwerkingen van psychofarmaca
45
Cardiologie - Internistische gevolgen linkerventrikelfalen - Farmacotherapeutische interacties cardiovasculaire medicatie - Preventie contrastnefropathie
VAARDIGHEDEN -
infuusbeleid ECG beoordeling arteriepunctie ascitespunctie (par)enterale voeding non-invasieve bloeddruk- en saturatiemeting voorschrijven geneesmiddelen
TOETSEN - KPB probleempatiënt bespreking / CAT / gesprek / brief - Beoordeling ingevuld consultformulier - Fiattering status - Participatie locaal onderwijs/ probleempatiëntbespreking en chirurgische overdracht - Certificaat Snapperdag en COIG - Certificaten vakgroep overstijgend onderwijs. - Halverwege een beoordeling en eindbeoordeling door supervisor. - Voortgangsgesprek door opleider. - Eventueel kennistoets Verplicht tijdens deze stage: - Introductie, halverwege en eindgesprek door stagebegeleider - Participatie interne bespreking - 4-6 KPB verdeelt over de verschillende competenties. - 1 x CAT of 1 x referaat of 1 x probleempatiëntbespreking.
46
Specifieke Leerdoelen tav overige competenties Medisch handelen en kennis Levert effectieve en ethisch Verantwoorde patiëntenzorg
Leerdoelen de aios is in staat om de eigen morele standpunten met argumenten te verduidelijken en tegenover patiënten en collegae te verantwoorden.
Samenwerking Verwijst adequaat
Leerdoelen de aios blijkt in de praktijk te verwijzen naar de juiste persoon of instantie
Levert effectief intercollegiaal Consult
de aios blijkt in de praktijk een intercollegiale consultvraag adequaat te beantwoorden. De aios blijkt in de praktijk de gezondheidstoestand van een patient te optimaliseren in relatie tot de operatieve zorg. de postoperatieve patient goed te begeleiden en adequaat ter reageren op problemen in het postop traject.
Wetenschap Ontwikkelt en onderhoudt een Persoonlijk bij/nascholingsplan
Organisatie Besteedt de beschikbare middelen Verantwoord. Werkt effectief en doelmatig
Leerdoelen de aios houdt eigen wetenschappelijke kennis op peil en vermeerdert deze kennis in een continu leerproces.
De aios gaat waar mogeljk volgens richtlijnen te werk. de aios is op de hoogte van de wijze waarop de afdeling en het ziekenhuis zijn ingericht en maakt adequaat gebruik van de diverse informatiestromen, procedures en protocollen. De aios registreert en verwerkt gegevens die van belang zijn voor de bedrijfsvoering c.q. de organisatie van de patietenzorg.
Reflecteren Kan reflecteren op het eigen fuctioneren.
Leerdoelen De aios is zich bewust van de cognitieve aspecten in zijn handelen Kan eigen beperkingen onderkennen
47
De aios waarbij lacunes hij via
toont een actieve instelling, eigen blinde vlekken of worden opgespoord. Deze tracht bij/nascholing op te heffen.
De aios kan omgaan met fouten en kan er lering uit trekken. De aios is zich bewust van nonverbale signalen. De aios is in staat irrationeel gedrag te herkennen, en past zijn handelen daarop aan. Kan reflecteren met een professional
de aios herkent affect en emotie in intercollegiaal overleg. Schort desgewenst zijn oordeel op.
WERKWIJZE: Consulent telefonisch op 8921 Hoe te handelen: Maak met de afdelingen duidelijk afspraken wanneer je langs komt voor de consulten, dit voorkomt veel onnodige telefoontjes. Consulten worden middels consultformulier aangevraagd dan wel telefonisch indien spoed. Op papier of digitaal dossier decursus en in eerste aanleg ook adviezen / bevindingen op consultformulier. Het eerste consultvel is voor de aanvragend specialist, de doorslag + sticker (met daarop datum + afdeling) voor onze eigen administratie. Doorslag consultvel moet je in consultenmap houden tot consult beëindigd is, dan in consultenkast op poli, secretariaat vakgroep interne geneeskunde. Registeren van consult/medebehandeling in SAP is een absolute noodzaak. Supervisie: Deze wordt bij toerbeurt gedaan door een van de algemeen internisten. Zie week overzicht internisten of schema op de poli algemeen interne geneeskunde. Op een vaste dag ( verschillend per supervisor ) is er ruimte voor gestructureerd overleg over de consulten met de supervisor.
Na afsluiten consult : Eventueel digitale brief dicteren in overleg supervisor. Dus : ALTIJD consult registreren in SAP. Werklast komt niet tot uiting wanneer niet geregistreerd wordt !
48
STAGE INTENSIVE CARE Plaats: Flevoziekenhuis Duur: 4-6 mnd Begeleiders/supervisoren: Mengalvio Sleeswijk // intensivisten
COMPETENTIEDOMEINEN: -
medisch handelen, samenwerken, communicatie, organisatie, maatschappelijk handelen kennis en wetenschap, reflectie.
LEERDOELEN: Algemene leerdoelen: De AIOS dient aan het eind van deze stage te beschikken over voldoende kennis betreffende de systematische benadering van ernstig zieke patiënten. Toont inzicht te hebben in diverse vormen van diagnostiek (beeldvorming en laboratorium) en diverse mogelijkheden tot monitoring cq behandeling op de Intensive Care. Heeft een goed probleemoplossend vermogen opgebouwd en is in staat om een patiënt met een acute bedreiging van een of meerdere orgaanfuncties systematisch en adequaat op te vangen. Kan hierbij samenwerken met andere zorgverleners rondom de patiënt en kent zijn eigen beperkingen. Specifieke leerdoelen: Het accent ligt tijdens deze stage op het aanleren van de specifieke vaardigheden die nodig zijn bij de eerste opvang van ernstig zieke patiënten met een directe bedreiging of falen van een of meerdere vitale orgaanfuncties. Planmatige, systematische analyse van een complexe situatie en prioriteiten kunnen stellen ten aanzien van diagnostiek en therapie. Kunnen werken onder tijdsdruk. Het kunnen stellen van de indicatie voor en de technische uitvoering van het inbrengen van centrale lijnen, luchtwegmanagement, instellen van invasieve en non-invasieve beademing bij verschillende ziektebeelden als status asthmaticus en ARDS en nierfunctievervangende therapie. Het kunnen interpreteren van diverse hemodynamische parameters en het adequaat toepassen van interventies als volumetherapie en inotropica. Het kunnen coördineren van de opvang van ernstig zieke patiënten en reanimaties. Leren werken in multidisciplinair verband en zo nodig coördinerend optreden. Inzicht in aanvraagbeleid en interpretatie van laboratorium- en beeldvormende diagnostiek. Adequaat voorschrijfgedrag medicatie met oog voor interacties en bijwerkingen. Empathisch houding t.a.v. patiënten en familie. Afbakening eigen competenties en reflectie op eigen gevoelens en functioneren. Leren begeleiden van co-assistenten. Leren werken met het elektronisch patiëntendossier en maken van ontslagbrieven.
49
LEERMIDDELEN: -
lange-liggersbespreking overdracht, röntgenbespreking, visite aan bed, statusvoering, gesprek met patiënten en familie. omgang met co-assistenten. ontslagbrieven.
Daarnaast de diverse onderwijsmomenten en overlegsituaties: - bedside teaching - theoretisch en praktisch reanimatie onderwijs - multidisciplinaire patiënt bespreking (MDO), - IC-necrologiebespreking, - Complicatie bespreking, - referaat en CAT, probleempatiëntbespreking, - chirurgische overdracht, - FCCS - Klinische les aan verpleging - Groot thema-onderwijs aan verpleging - Onderwijs lokaal (probleempatiëntbespreking), - Regionaal - Commissie Onderwijs Interne Geneeskunde (COIG) conform leerjaar - Kennistoets (indien in periode valt) - Per jaar deelname aan 1 thema in het kader van VOO - Bijeenkomsten wetensch vereniging (bv Internisten Dagen); minimaal 1dg/jr
KLINISCHE PRESENTATIES: -
Trombose en embolie Verhoogde bloedingneiging Koorts Hypotensie en shock Oedeem Dyspnoe Hypertensie Hypothermie Tractus Digestivusbloedingen Intoxicaties Acute medische problemen Bewustzijnsdaling en coma Electrolyt- en zuurbasestoornissen Transfusie Afwijkingen bij laboratoriumonderzoek
VAARDIGHEDEN -
infuusbeleid reanimatie ECG beoordeling inbrengen lange lijnen arteriepunctie afname materiaal voor microbiologisch onderzoek pleurapunctie ascitespunctie inbrengen maagsonde
50
- (par)enterale voeding - non-invasieve bloeddruk- en saturatiemeting - voorschrijven geneesmiddelen
TOETSEN: In totaal 4-6 (afhankelijk stageduur), verdeeld over: - KPB overdracht - KPB grote visite /dienst - KPB probleempatiënt bespreking / CAT - KPB brieven - KPB vaardigheden (aftekenlijst met bovengenoemde vaardigheden) - KPB gesprek met patiënt (en familie) Daarnaast: - FCCS toets - Certificaat reanimatie onderwijs - Fiattering statusvoering - Participatie locaal onderwijs - Participatie Incidentbespreking - Certificaat Snapperdag conform leerjaar - Certificaat COIG conform leerjaar - Certificaat vakgroep overstijgend onderwijs. - Certificaat deelname wetenschappelijke vereniging - Resultaat kennistoets - Halverwege en eindbeoordeling stagist Verplicht voor deze stage: - Introductie, halverwege en eindgesprek door stagebegeleider - Participatie IC-besprekingen (lange liggersbespreking / IC-Necrologie / complicatiebespreking) - Participatie theoretisch en practisch reanimatieonderwijs - 4-6 KPB verdeelt over de verschillende competenties. - Certificaat FCCS - 1 x CAT of 1 x referaat of 1 x probleempatiëntbespreking.
51
Weekschema IC Dag indeling arts-assistent ICU 08:00-08:15: Overdracht ICU 08:15-08:45: Overdracht en röntgen bespreking interne geneeskunde. 08:45-10:30: Visite IC 10:00-10:15: Röntgen bespreking IC patiënten 10:30-12:00: Papieren visite en uitwerken van de gemaakte afspraken 12:45-13:30: Interne geneeskunde onderwijs 13:30-16:30: consulten/SEH presentaties/opname ICU/ fam. gesprekken 16:30-17:00: Overdracht IC 17:00-18:00: Interne geneeskunde bespreking. 22:30-23:00: Overdracht IC (onderdeel van het reanimatie team en spoed interventie team) Interne geneeskunde onderwijs: 12:45-13:30 MA: Patiënten bespreking of refereren DI: Onderwijs Snapperdag WO: Infectie overleg DO: MDL/Long/IC onderwijs/hematologie VR: Co-ass onderwijs
Lokatie vergaderruimte vergaderruimte vergaderruimte bestuurskamer vergaderruimte
Interne geneeskunde bespreking: 17:00-18:00 MA: PA of ECG onderwijs DI: poli bespreking WO: KPC/necrologie DO chirurgische overdracht VR: Overdracht
Lokatie vergaderruimte 2 vergaderruimte 2 auditor. XRT auditorium bestuurskamer
2 2 2 2
IC onderwijs. 2e donderdag van de maand IC onderwijs. Referaat door arts assistent, klinische les door intensivist. 2e woensdag van de maand onderwijs acute geneeskunde poortartsen Eens per maand casus bespreking voor verpleegkundigen icu ( 15:30-16:00 uur) ALS en BLS training. FCCS cursus
52
STAGE POLIKLINISCH WERKEN INTERNE GENEESKUNDE. ( in combinatie met consulten ) Plaats: Flevoziekenhuis Duur: 12 maanden ( 8 + 4 ) Invulling: één aios ; op termijn 2 aios. Begeleiders: Iedere aios heeft een vaste begeleider; één van de internisten van de vakgroep. De stage begint met een gesprek met de directe begeleider. Besproken wordt de stagespecifieke en stageonafhankelijke leerdoelen, evenals de individuele leerdoelen, naar aanleiding van het portfolio. Dit wordt schriftelijk vastgelegd. Halverwege is er een voortgangsgesprek, de stage wordt afgesloten met een eindgesprek. Ook de resultaten van deze gesprekken worden schriftelijk vastgelegd, gebruikmakend van de formulieren in het portfolio. COMPETENTIEDOMEINEN: -
medisch handelen samenwerken communicatie organisatie maatschappelijk handelen kennis en wetenschap reflectie
LEERDOELEN Algemene leerdoelen: De aios leert specifieke poliklinische interne geneeskunde problematiek zoals hypertensie, cardiovasculair risico management, anemie, diabetes mellitus, osteoporose, schildklierziekten, buikklachten, chronische moeheid en afwijkend aanvullend onderzoek te analyseren en behandelen. Middels voor- en nabespreken patiënten casuïstiek en zelfstudie. Specifieke leerdoelen: Analyseren van problemen door huisarts en andere specialisten verwezen. De indicaties van aanvullende onderzoeken (laboratorium, endoscopieën, radiologische en functieonderzoeken) leren kennen en interpreteren. Daarnaast verwerven de aio's specifieke deskundigheid in de behandeling en begeleiding van patiënten met chronische ziekten. Het diagnostisch beleid bij en begeleiding van patiënten met onverklaarde lichamelijke klachten. De aios moet besluiten kunnen nemen in beperkte tijd en op basis van eenvoudige technieken. Kunnen beoordelen wanneer de behandeling weer aan de verwijzer kan worden overgedragen, middels een brief. De aios heeft hierbij met name in de tweede fase meer zelfstandigheid. LEERMIDDELEN: -
statusvoering omgang met co-assistenten brieven zelfstudie n.a.v. casuistiek
53
Daarnaast de diverse onderwijsmomenten en overlegsituaties: - overdracht en röntgenbespreking - oncologiebespreking - nucleaire bespreking - referaat en CAT, probleempatiëntbespeking - chirurgische overdracht - onderwijs lokaal - regionaal (Snapperdag) - Commissie Onderwijs Interne Geneeskunde (COIG) conform leerjaar - Kennistoets (indien dit in deze periode valt) - Per jaar deelname aan 1 thema in het kader van VOO - Bijeenkomsten wetenschappelijke vereniging (bv Internisten Dagen); minimaal 1 dag per jaar KLINISCHE PRESENTATIES: - verhoogde bloedingsneiging - thoracale pijn - anemie - koorts - oedeem - dyspnoe - hypertensie - diabetes mellitus - dorst en polyurie - schildklierziekten - hepatitis en icterus - klachten bovenste deel tractus digestivus - buikpijn - veranderd defaecatie patroon - chronische moeheid - gewichtsverlies / gewichtstoename - gewrichtsklachten - afwijkende bij laboratorium onderzoek of toevalsbevinding bij beeldvormend onderzoek - hematurie - proteinurie - klierzwelling - zwellingen in de hals - hirsutisme - gynaecomastie - galactorrhoe VAARDIGHEDEN: -
voorschrijven geneesmiddelen in overleg met de hematoloog Cristabioptie waar mogelijk ascites punctie ecg beoordeling en noninvasieve tensie meting.
TOETSEN: -
KPB overdracht (voorbereiden poli) KPB algemeen KPB brieven Fiattering statusvoering Beoordeling voordracht protocol / artikel en/of wetenschappelijke voordracht KPB probleempatiënt bespreking / CAT / PA-bespreking
54
-
Participatie onderwijs Participatie incidentbespreking Certificaat Snapperdag en COIG Certificaten vakgroep overstijgend onderwijs. Resultaat kennistoets Certificaat deelname wetenschappelijke vereniging Voortgangsgesprekken met stagebegeleider en halfjaarlijks met (plv) opleider
Verplicht voor deze stage: - Introductie, halverwege en eindgesprek door stagebegeleider - 8 KPB verdeelt over de verschillende competenties. - Beoordeling voordracht - 1 x CAT of 1 x referaat of 1 x probleempatiëntbespreking. WERKINDELING Per week 10 ( of 8: parttime werken ) dagdelen: 6 (5)dagdelen polikliniek en administratie en/of studie en de overige 4 (3) dagdelen worden gevuld door consultatie. Voor een nieuwe patiënt wordt 45 minuten en voor een controle patiënt 15 minuten ingeroosterd. Poliklinische patiënten worden in de eerste fase voor en na besproken, in de tweede helft van deze stage alleen na. Bij problemen is er uiteraard direct overleg mogelijk met supervisor.
Weekrooster polikliniek Maandag middag Dinsdag ochtend Woensdag ochtend alternerend/wk Donderdag middag Vrijdag ochtend
2np/6cp 2np/4cp 2np/2cp 2np/6cp 2np/6cp
55
Specifieke Leerdoelen tav overige competenties tijdens polikliniekstage Medisch handelen (en kennis) M1 Bezit kennis en vaardigheid naar de stand van het vakgebied Leerdoel: De AIOS begrijpt epidemiologische principes en kan die toepassen in de patiëntenzorg M2 Past het diagnostisch en therapeutisch arsenaal van het vakgebied goed en, waar mogelijk, evidencebased toe Leerdoel: Behandeling op lange termijn van patiënten met chronische ziektebeelden • De AIOS verwerft praktische deskundigheid op het gebied van effectieve diagnostiek en therapie op lange termijn bij chronische ziektebeelden. • De AIOS verwerft praktische deskundigheid wordt vereist op het gebied van de persoonlijke begeleiding van patiënten met chronische ziekten op lange termijn. M3 Levert effectieve en ethisch verantwoorde patiëntenzorg. Leerdoel: De AIOS is in staat om de eigen morele standpunten met argumenten te verduidelijken en tegenover patiënten en collegae gezondheidswerkers te verantwoorden.
Communicatie C1 Bouwt effectieve behandelrelaties met patiënten op. Leerdoel: Specifieke deskundigheid in de begeleiding van patiënten met onverklaarbare lichamelijke klachten. C3 Bespreekt medische informatie goed met patiënten en familie, en anderen. Leerdoel: De aios blijkt in de praktijk: een psychische en/of sociale genese goed bespreekbaar te maken. De aios blijkt in de praktijk: gevolgen op lichamelijk, psychisch en sociaal gebied goed bespreekbaar te maken De aios blijkt in de praktijk: op een begrijpelijke en humane wijze te kunnen adviseren en voorlichten, met als doel om de patiënt zo veel mogelijk te betrekken bij de besluitvorming over het diagnostisch en therapeutisch beleid. De aios blijkt in de praktijk: op grond van een gemeenschappelijk begrip ten aanzien van de medische problemen een motiverend advies te formuleren aan patiënt, familie en andere relevante hulpverleners over de behandeling, met name ten aanzien van leefstijl, voeding en farmacotherapie, niet-farmacologische behandelingen en prognose.
Wetenschap W1 Beschouwt medische informatie kritisch. Leerdoel: De AIOS toont in de praktijk een gezondheidsprobleem systematisch te benaderen aan de hand van: theorieën over hypothesevorming en probleem oplossen; modellen; besliskundetheorieën.
56
Maatschappelijk handelen Ma 1 Kent en herkent de determinanten van ziekte bij het individu Leerdoel: De AIOS laat in de praktijk zien te beschikken over praktische kennis en inzicht met betrekking tot: de somatische, psychische en sociale structuur en functies • van mannen, vrouwen en kinderen, individueel en in onderlinge relatie; • de levensfasen en de mogelijk verstorende factoren daarin; • menselijk gedrag in verschillende omstandigheden met name in probleemsituaties en bij verschillende culturele achtergronden. de AIOS toont in de praktijk te beschikken over specifieke deskundigheid op het gebied van de sociale en maatschappelijke gevolgen van intoxicaties en verslaving; (geneesmiddelen, roken, alcoholmisbruik, verslavende middelen, eet- en gokverslaving). Ma 2 Draagt bij aan een betere gezondheid van patiënten (en van de gemeenschap als geheel) Leerdoel: De AIOS beschikt over kennis en inzicht met betrekking tot de volksgezondheid: • het belang zowel van preventie van langdurige arbeidsongeschiktheid als van het behoud van arbeidsgeschiktheid; • de relatieve omvang van ziekte, handicap en sterfte en de verdeling daarvan in de bevolking; • de determinanten van de volksgezondheid waaronder demografische, culturele, sociale en economische factoren. De AIOS laat in de praktijk zien te beschikken over: deskundigheid op het gebied van preventieve interne geneeskunde, gericht • op het voorkomen van ziektebeelden zoals atherosclerose, hypertensie, trombose, maligniteiten en obesitas; • deskundigheid m.b.t. complicaties van chronische ziektebeelden.
Organisatie Leerdoel: De AIOS gaat waar mogelijk volgens richtlijnen te werk. De AIOS houdt rekening met invloeden die het instellen van een behandeling positief en negatief kunnen beïnvloeden (onder andere inschatten van mate van therapietrouw, persoonlijke omstandigheden). O3 Werkt effectief en doelmatig in een gezondheidszorgorganisatie. Leerdoel: De AIOS geeft er blijk van op de hoogte te zijn van de wijze waarop de afdeling en het ziekenhuis zijn ingericht, en maakt adequaat gebruik van de diverse informatiestromen, procedures en protocollen. De AIOS registreert en verwerkt gegevens die van belang zijn voor bedrijfsvoering c.q. de organisatie van de patiëntenzorg. De AIOS levert een bijdrage aan de kwaliteitszorg en ontwikkeling in de patiëntenzorg van het ziekenhuis als geheel en op de afdeling.
57
Reflecteren R2 Kan reflecteren op het eigen functioneren. Leerdoel: De AIOS wordt zich bewust van de cognitieve aspecten (vaardigheden, beperkingen, denkgewoontes, voorkeuren) in zijn Handelen De AIOS geeft blijk van besef dat voor het functioneren als internist vereist is dat hij eigen beperkingen kan onderkennen. De AIOS toont een actieve instelling, waarbij hij eigen blinde vlekken en/of lacunes in de beroepsuitoefening opspoort en tracht deze (via nascholing of anderszins) op te heffen. De AIOS kan omgaan met fouten van zichzelf of anderen en kan er lering uit trekken De AIOS is zich bewust van het belang van non-verbale signalen, kan deze bij zichzelf herkennen en hier adequaat mee omgaan. R3 Kan reflecteren met de patiënt/familie. Leerdoel: De AIOS kan onderhandelen over het medisch beleid. met evt. voorkennis en angsten over de aard van de ziekte en de consequenties van de ziekte voor alle levensdomeinen De AIOS controleert voortdurend of de patiënt begrijpt wat er wordt gezegd en houdt hier rekening mee.
58
STAGE CARDIOLOGIE Plaats: Flevoziekenhuis Supervisie: vakgroep cardiologie / cardiologen / Stagebegeleider: Nick Bijsterveld Duur: 4-6 maanden, afhankelijk van het specialisme waarvoor men in opleiding is. COMPETENTIE DOMEINEN: -
medisch handelen samenwerken communicatie organisatie maatschappelijk handelen kennis en wetenschap reflectie
ALGEMENE LEERDOELEN VAN DE STAGE: De stage heeft als voornaamste doel dat de aios kennis en kunde opdoet met betrekking tot de meest voorkomende cardiologische aandoeningen, zowel de meer acute als de chronische. Afhankelijk van de achtergrond van de aios, de reeds aanwezige ervaring met cardiologie, en de duur van de stage zal een meer of mindere mate van zelfstandigheid van werken worden verworven. In elk geval zal gedurende de stage zowel theoretische als praktische kennis vergaard moeten worden. Meer specifiek richt de stage zich vooral (maar niet noodzakelijkerwijs limitatief) op: a) het zelfstandig kunnen voeren van een gerichte anamnese bij de patiënt met een vermeend cardiaal probleem. b) het zelfstandig betrouwbaar kunnen ausculteren van hart en longen en het lichamelijk onderzoek kunnen uitvoeren van de overige delen van de tractus circulatorius. c) het zelfstandig kunnen herkennen van een normaal ECG en van de meest voorkomende uitingen van pathologie (waaronder ritme- en geleidingsstoornissen, manifestaties van LVH, ST-T afwijkingen bij acute coronaire syndromen). d) het verkrijgen van inzicht in de mogelijkheden (en onmogelijkheden) van echocardiografisch onderzoek (zowel transthoracaal als transoesophageaal) en dat van andere imaging modaliteiten binnen de cardiologie. e) het zelfstandig, gericht en doelmatig kunnen aanvragen en (eventueel met hulp) kunnen interpreteren van aanvullende diagnostische modaliteiten binnen de cardiologie. f) het verkrijgen van inzicht in de meest voorkomende farmacologische therapieën bij acute coronaire syndromen. g) het verkrijgen van inzicht in de indicatie tot (spoed)PCI bij acute coronaire syndromen en de plaats van invasieve behandelingen bij chronische vormen van coronaria- en kleplijden. h) het verkrijgen van inzicht in de meest voorkomende farmacologische therapieën bij supraventriculaire en ventriculaire hartritmestoornissen en het zelfstandig kunnen toepassen van initiële behandelingen. i) het verkrijgen van inzicht in de therapie van acute en chronische uitingen van hartfalen en het zelfstandig kunnen initiëren van farmacologische behandelingen. j) het zelfstandig kunnen participeren in het reanimatieteam. k) het adequaat kunnen instrueren van verpleegkundig en ander ondersteunend personeel met betrekking tot verrichtingen voortvloeiend uit het bovenstaande. l) het adequaat (zowel mondeling als schriftelijk) kunnen rapporteren en overdragen aan verwijzer of verdere behandelaar.
59
Om de gestelde doelen te behalen zal de aios ingedeeld worden volgens een wisselrooster op de algemeen verpleegkundige afdeling, en CCU/SEH. Ten aanzien van de consultatieve functie: Algemene leerdoelen: De aios leert op adequate en efficiënte wijze adviezen te geven, in samenspraak met de aanvrager over cardiologische vraagstellingen bij patiënten die niet op de eigen verpleegafdeling behandeld worden. Specifieke leerdoelen: Na lezen vraagstelling en eventuele navraag ter verduidelijking, wordt na inzage van de klinische gegevens, anamnese en lichamelijk onderzoek verricht, om een plan van aanpak te maken. Daarbij worden adviezen geven voor aanvullende diagnostiek en voorlopig beleid. In een latere fase worden de resultaten hiervan beoordeeld, om te besluiten tot afronden van het consult of inzetten van een medebehandeling of overname patiënt. Organisatie van de werkzaamheden is hierbij van groot belang evenals samenwerking met de andere zorgverleners op de consultafdeling. LEERMIDDELEN: -
Overdrachtsmomenten gezamenlijk ochtendrapport, grote visite, statusvoering en supervisie, visite aan het bed, gesprek met patiënten en familie. Omgang met co-assistenten en collegae. Schrijven van ontslag c.q. SEH-brieven. probleempatiënt bespreking, referaat en CAT, PA-bespreking.
KLINISCHE PRESENTATIES: -
trombose en embolie thoracale pijn hypotensie en shock oedeem collaps hypertensie klachten bovenste deel tractus digestivus acute medische problemen presentaties op grensvlak met andere aandoeningen/tracti zoals buikpijn afwijkingen bij laboratorium onderzoek
TOETSEN: Toetsmomenten met betrekking tot de stage omvatten: 1. Directe beoordeling door de superviserende cardioloog, o.a. mbv KPB’s. 2. Beoordeling van statusvoering en ontslagbrieven, aangevuld met specifieke bespreking hiervan, door de superviserend cardioloog en de opleider. 3. Beoordeling door de stagebegeleider van patiëntbesprekingen tijdens het ochtendrapport en tijdens specifiek daartoe gereserveerde onderwijsmomenten. 4. Beoordeling door de stagebegeleider van referaten. 5. Verslagen van verpleging en patiënten aangaande het functioneren van de aios, uitgebracht op verzoek van de stagebegeleider.
60
PORTFOLIO: In het portfolio wordt in grote lijnen bijgehouden hoeveel patienten met welke aandoeningen zijn gezien. Ook wordt het aantal lijfelijk bijgewoonde diagnostische en therapeutische verrichtingen genoteerd (te denken valt aan fietstest, echocardiografie, coronairangiografie, PCI, pacemakerimplantatie etc.). De casus welke bij ''probleempatient'' besprekingen zelfstandig naar voren werden gebracht worden als zodanig gemerkt, terwijl eveneens de eigen referaten worden genoteerd, alsmede de bijgewoonde referaten en cursorisch onderwijsmomenten. In het portfolio worden tevens de KPB’s en overige beoordelingen opgenomen. Bovendien reflecteert de aios in het portfolio met enige regelmaat op zijn/haar eigen functioneren.
WEEKPROGRAMMA: De cardiologie stage voorziet in een 4 weeks wisselrooster voor de AIOS. - verpleegafdeling cardiologie. - CCU / SEH / Consulten. VERPLEEGAFDELING CARDIOLOGIE: Maandag: 08.00 uur overdracht / casus / onderwijs / 1x per maand refereren. 08.30 uur papieren visite afdeling met verpleging door AIOS 10.00 uur grote visite met afdelingscardioloog 12.30 uur onderwijsprogramma internisten klinische les / AIOS vergadering / bedside / refereren. 14.00 uur afdelingswerk 17.00 uur overdracht / pt overleg met kliniekcardioloog 17.15 uur PA / ECG en cardiologie onderwijs / vakgr overst onderwijs Dinsdag: 08.00 uur 08.30 uur 12.45 uur 13.30 uur 17.00 uur
overdracht / casus / onderwijs visite AIOS Snapper onderwijs / radiologie afdelingswerk overdracht / pt overleg met kliniekcardioloog
Woensdag: 08.00 uur 08.30 uur 14.00 uur 17.00 uur 17.15 uur
overdracht / casus / onderwijs grote visite CCU en afdeling met kliniekcardioloog afdelingswerk overdracht / pt overleg met kliniekcardioloog KPC 1x pmnd / CAT 1x pmnd
Donderdag: 08.00 uur 08.30 uur 14.00 uur 17.00 uur
overdracht / casus / onderwijs visite AIOS afdelingswerk overdracht / pt overleg met kliniekcardioloog
Vrijdag: 08.00 uur 08.30 uur 10.00 uur 14.00 uur 17.00 uur
overdracht / casus / onderwijs papieren visite afdeling met verpleging door AIOS grote visite met afdelingscardioloog afdelingswerk overdracht / pt overleg met kliniekcardioloog
61
CCU / SEH / CONSULTEN Maandag: 08.00 uur overdracht / casus / onderwijs / 1x per maand refereren. 08.30 uur AIOS grote visite CCU met kliniekcardioloog 10.00 uur CCU / SEH / consulten 12.30 uur onderwijsprogramma internisten klinische les / AIOS vergadering / bedside / refereren. 14.00 uur CCU / SEH / consulten 17.00 uur overdracht / pt overleg met kliniekcardioloog 17.15 uur PA / ECG en cardiologie onderwijs / vakgr overst onderwijs Dinsdag: 08.00 uur 08.30 uur 10.00 uur 12.45 uur 13.30 uur 17.00 uur
overdracht / casus / onderwijs AIOS grote visite CCU met kliniekcardioloog CCU / SEH / consulten Snapper onderwijs / radiologie CCU / SEH / consulten overdracht / pt overleg met kliniekcardioloog
Woensdag: 08.00 uur 08.30 uur 14.00 uur 17.00 uur 17.15 uur
overdracht / casus / onderwijs AIOS grote visite CCU met kliniekcardioloog CCU / SEH / consulten overdracht / pt overleg met kliniekcardioloog KPC 1x pmnd / CAT 1x pmnd
Donderdag: 08.00 uur 08.30 uur 10.00 uur 17.00 uur
overdracht / casus / onderwijs AIOS grote visite CCU met kliniekcardioloog CCU / SEH / consulten overdracht / pt overleg met kliniekcardioloog
Vrijdag: 08.00 uur 08.30 uur 10.00 uur 17.00 uur
overdracht / casus / onderwijs AIOS grote visite CCU met kliniekcardioloog CCU / SEH / consulten overdracht / pt overleg met kliniekcardioloog
LITERATUUR: 1. ESC Textbook of Cardiovascular Medicine (en andere tekstboeken) 2. medische richtlijnen FZ, NVVC, ESC, AHA-ACC
62
STAGEBESCHRIJVING VERPLEEGAFDELING. LEERDOELEN VERPLEEGAFDELING De aios dient zich minimaal de volgende competenties eigen te maken: 1. ten aanzien van medisch handelen: a) de aios kent de pathofysiologie en presentatievorm van niet-acute cardiale ziektebeelden, waaronder (maar niet limitatief) chronisch hartfalen, kleplijden, boezemfibrilleren en niet acute vormen van coronarialijden. b) de aios kan een adequate anamnese afnemen en lichamelijk onderzoek uitvoeren en is in staat de verkregen gegevens georganiseerd te presenteren en te interpreteren, zowel schriftelijk als mondeling. c) de aios kan efficiënt en doelmatig nader diagnostisch onderzoek aanvragen en kan aangeven wat de risico’s zijn verbonden aan deze onderzoekingen(bijvoorbeeld ten aanzien van coronair angiografie). d) de aios kan van de diverse onderzoeken aangeven wat de diagnostische, de therapeutische en de prognostische informatie is die kan worden verkregen, en kan dit toepassen op een individuele casus. e) de aios kan op grond van verkregen gegevens en in relatie tot zijn opleidingsfase een adequaat behandelplan opstellen en kan van de gekozen behandeling aangeven in hoeverre die behandeling symptoomverlichting zal geven danwel de prognose zal verbeteren. f) de aios is in staat normale en de meest voorkomende pathologische ECG’s en inspannings ECG’s te interpreteren binnen de klinische context van een gegeven casus. g) de aios is op de hoogte van hartrevalidatie en andere vormen van poliklinische en extramurale follow-up en begeleiding van patiënten met cardiale aandoeningen. 2. ten aanzien van communicatie: a) de aios toont respect voor en een adequate mate van betrokkenheid bij de patiënt b) de aios is in staat om aan de patiënt en diens familie op begrijpelijke wijze de vermoedde diagnose uit te leggen en grofweg aan te geven wat het aanvullende onderzoek inhoudt (inclusief de eventueel daaraan verbonden risico’s), wat de behandelopties zijn (inclusief de daaraan verbonden risico’s), en wat de prognose van de aandoening is. Bovendien kan de aios ten overstaan van de patiënt en diens familie een begrijpelijk en betrouwbaar overzicht geven van de klinische gebeurtenissen rondom de patiënt. c) de aios kan ten aanzien van de medische gegevens adequaat zowel schriftelijk als mondeling rapporteren aan andere health care professionals, met inbegrip van een gedegen verslaglegging in de medische status. 3. ten aanzien van samenwerking: a) de aios is in staat een goede relatie te onderhouden met andere personen die bij de patiënt betrokken zijn, de diverse taken onderling goed te communiceren, en adequate instructies te verschaffen aan ondersteunend personeel. b) de aios zorgt, tezamen met de verpleegkundige, voor een efficiënt verlopende visite. c) de aios is op de hoogte van de op de afdeling voor paramedisch personeel bestaande protocollen en voorschriften. 4. ten aanzien van kennis en wetenschap: a) de aios geeft blijk van het kritisch beschouwen van de medische informatie rondom een casus. b) de aios kan in grote lijnen aangeven welke discussiepunten er momenteel in de literatuur spelen rondom niet-acute cardiale ziektebeelden, inclusief discussies met betrekking tot invasief ingrijpen bij coronarialijden, hartklepchirurgie, en ritmestoornissen (ablatie, ICD implantatie).
63
5. ten aanzien van maatschappelijk handelen: a) de aios is grofweg bekend met de epidemiologie van chronische cardiale aandoeningen, waaronder coronarialijden, hartkleplijden, hartfalen en hartritmestoornissen. b) de aios toont aan nagedacht te hebben over ethische kwesties die de patiëntengroep met chronische niet-behandelbare cardiale aandoeningen betreffen (bijvoorbeeld aangaande het reanimatiebeleid). c) de aios kan ongeveer aangeven wat de kosten zijn van diverse diagnostische en therapeutische benaderingen. 6. ten aanzien van organisatie: a) de aios overziet het patiëntenaanbod en –bestand op de verpleegafdeling en kan in overleg met de supervisor de logistiek en efficiënte bezetting van de bedden organiseren. b) de aios weet adequaat prioriteiten te stellen en hulp in te roepen indien geconfronteerd met gelijktijdig optreden van problemen bij meerdere patiënten. c) de aios is punctueel met betrekking tot afspraken, o.a. betreffende gesprekken met familie. 7. ten aanzien van professionaliteit: a) de aios vertoont adequaat persoonlijk en interpersoonlijk professioneel gedrag. b) de aios kent de grenzen van de eigen competentie en handelt daarbinnen.
64
STAGEBESCHRIJVING CCU / Consulten en SEH De nadruk in deze stage zal liggen op de CCU en consultatie werkzaamheden. Op de SEH zijn in de avond en nachtelijke uren de poortarts / SEH arts en IC aios verantwoordelijk voor de eerste opvang van de cardiale patiënten. LEERDOELEN CCU SEH en consulten De aios dient zich minimaal de volgende competenties eigen te maken: 1. ten aanzien van medisch handelen: a. de aios kan een adequate anamnese afnemen en lichamelijk onderzoek uitvoeren, en in belangrijke mate het ECG interpreteren bin de veelal op de SEH gepresenteerde patiënt met een vermeend al dan niet acute acute cardiale aandoening en is in staat de verkregen gegevens georganiseerd te presenteren en grotendeels te interpreteren, zowel schriftelijk als mondeling. Onder de acute cardiale aandoeningen worden begrepen (maar niet limitatief) de acute coronaire syndromen, het acute hartfalen, en nieuw opgetreden hartritmestoornissen. b. de aios doorziet prioriteiten in de aandacht voor patiënten op de Hartbewaking en SEH, met een adequate triage op de spoedeisende hulp. Op tijd de hulp inroepen van de supervisor is een aandachtspunt. c) de aios kan efficiënt en doelmatig, eventueel in overleg met de supervisor, nader diagnostisch onderzoek aanvragen en kan aangeven wat de eventuele risico’s zijn verbonden aan deze onderzoekingen. d. de aios is in staat de meest voorkomende ECG presentaties van acute cardiale aandoeningen te beschrijven en te herkennen. e. de aios is bekend met de diagnostiek, risicostratificatie en belangrijkste behandelopties bij het acute coronaire syndroom (inclusief reperfusie strategieën en ondersteunende therapieën met zuurstof, nitraten, anti-platelet en anti-trombotische middelen, B-blokkers, ACE remmers, statines etc.) en past deze adequaat toe. f. de aios toont aan bekend te zijn met de indicaties, contraindicaties, toedieningsvorm en – dosering van farmacologische behandelingen van acute coronaire syndromen (inclusief fibrinolytica, aspirine, clopidogrel, GPIIbIIIa receptor blokkers, heparine, LMWH, fondaparinux). g. de aios is bekend met de mogelijke complicaties van acute cardiale aandoeningen, weet deze te herkennen en nader te evalueren, en kan deze in overleg met de supervisor behandelen. h. de aios is bekend met de indicaties, contraindicaties, risico’s en mogelijke voordelen van hemodynamische monitoring van de acuut zieke cardiale patiënt. i. de aios toont aan patiënten met acuut en/of ernstig hartfalen te kunnen beoordelen en een behandelplan op te kunnen stellen, inclusief de toepassing van vaatverwijders en inotrope middelen. j. de aios kent de belangrijkste indicaties voor het inbrengen van een tijdelijke (uitwendige) pacemaker. k. de aios is op de hoogte van de initiële behandeling van zowel supraventriculaire als sustained ventriculaire tachycardieën en kan deze, eventueel met hulp van de supervisor, uitvoeren. l. de aios is aantoonbaar bedreven in Advanced Cardiac Life Support. m. de aios is in staat cardioversie en defibrillatie uit te voeren. 2. ten aanzien van communicatie: a. de aios toont respect voor en een adequate mate van betrokkenheid bij de patiënt. b. de aios is in staat om de patiënt adequate uitleg te verschaffen omtrent het vervolgtraject na ontslag van de SEH naar huis of bij opname. c. de aios is in staat om aan patiënt en diens familie op begrijpelijke wijze de vermoedde diagnose uit te leggen en in grote lijnen aan te geven wat het
65
aanvullende onderzoek inhoudt (inclusief de eventueel daaraan verbonden risico’s), welke de behandelopties zijn (met de daaraan verbonden risico’s), en wat de prognose van de aandoening is. Bovendien kan de aios tijdens de opname aan de patiënt en diens familie een begrijpelijk en betrouwbaar overzicht bieden van de klinische gebeurtenissen tot op dat moment. d. de aios kan ten aanzien van de medische gegevens adequaat zowel schriftelijk als mondeling rapporteren aan andere health care professionals, met inbegrip van een gedegen verslaglegging in de medische status. 3. ten aanzien van samenwerking: a. de aios is in staat een goede relatie te onderhouden met andere personen die bij de patiënt betrokken zijn, de diverse taken onderling goed te communiceren, en (eventueel in overleg met de supervisor) adequate instructies te verschaffen aan ondersteunend personeel. b. de aios is op de hoogte van de op de afdeling voor paramedisch personeel bestaande protocollen en voorschriften. 4. ten aanzien van kennis en wetenschap: a. de aios geeft blijk van het kritisch beschouwen van de medische informatie rondom een casus. b. de aios kan in grote lijnen aangeven welke discussiepunten er momenteel in de cardiologie spelen rondom acute coronaire syndromen (inclusief de indicaties voor interventies), acuut opgetreden ritmestoornissen, en hartfalen. 5. ten aanzien van maatschappelijk handelen: a. de aios is grofweg bekend met de epidemiologie van acute coronaire syndromen en andere acute cardiale aandoeningen. b. de aios toont aan op de hoogte te zijn en nagedacht te hebben over ethische kwesties die de patiëntengroep met acute cardiale aandoeningen betreffen (bijvoorbeeld aangaande het reanimatiebeleid) 6. ten aanzien van organisatie: a. de aios overziet het patiëntenaanbod en –bestand op de CCU en SEH en kan in overleg met de supervisor de logistiek en efficiënte bezetting van de bedden organiseren. 7. ten aanzien van professionaliteit: a. de aios vertoont adequaat persoonlijk en interpersoonlijk professioneel gedrag. b. de aios kent de grenzen van de eigen competentie en handelt daarbinnen.
66
STAGE LONGZIEKTEN EN TUBERCULOSE Plaats: Flevoziekenhuis Duur: 4 –6 maanden Begeleider / supervisie: Peter van Hengel / superviserende longarts De vakgroep longziekten en tuberculose verzorgt voor de opleiding interne geneeskunde de stage longziekten. De stage vindt plaats na het eerste jaar van de opleiding voor onder meer internisten i.o. cardiologen i.o., reumatologen i.o en geriaters i.o. Aan het begin van de stage worden door de (plv) opleider en stagebegeleider longziekten samen met de aios de leerdoelen van deze stage vastgesteld. Halverwege en aan het eind van de stage vindt beoordeling plaats door de (plv) opleider en stagebegeleider longgeneeskunde. Hierbij worden de opleidingsverplichtingen en de KPB’s in de beoordeling betrokken. COMPETENTIEDOMEINEN: -
medisch handelen, samenwerken, communicatie, organisatie, maatschappelijk handelen, kennis en wetenschap, reflectie.
LEERDOELEN Algemene leerdoelen: Aan de hand van patiënten met pulmonale pathologie op de afdeling, SEH en indien mogelijk polikliniek leert de aios veel voorkomende longziekten herkennen en de eerste aanzet te geven voor diagnostiek en behandeling. Dit alles in afstemming c.q. overleg met de longarts. Specifieke leerdoelen: aan het einde van de stage heeft de aios voldoende kennis verkregen van de pathofysiologie, diagnostiek en therapie van de obstructieve longziekten (inclusief astma, COPD en bronchiëctasieën) maligne aandoeningen van long en pleura, interstitiële longziekten, ziekten van de pleura (inclusief pneumothorax en empyeem), pulmonale vaataandoeningen (longembolie, pulmonale hypertensie), lagere luchtweginfecties en pneumothorax. Verder moet de aios voldoende toegerust zijn om de klinische presentatie dyspnoe, haemoptoë, thoracale pijn en (chronische) hoest naar behoren te analyseren. Tevens wordt tijdens de stage voldoende aandacht besteed aan het interpreteren van thoraxfoto en (HR)CT-scan thorax, evenals gangbaar longfunctie onderzoek. Tot slot verkrijgt de aios tijdens de stage kennis en competentie in de indicatiestelling en uitvoering van pleurapuncties en thoraxdrainage. LEERMIDDELEN: - Verpleegafdeling en SEH patiëntenzorg. - radiologiebespreking - dagelijkse visite, - grote visite, - voor- en nabespreking casuïstiek met directe supervisor. - longbehandelkamer en meekijken bij longfunctie onderzoek - multidisciplinaire chirurgisch/oncologische bespreking aanwezig: radiologie, chirurgie, pathologie, radiotherapie, longartsen en aios
67
Daarnaast de diverse onderwijsmomenten en overlegsituaties als: - Algemeen oncologische bespreking - PA-bespreking, - Refereren, CAT en probleempatientbespreking (casusbespreking); - Locaal onderwijs longziekten (donderdagmiddag). - Onderwijs lokaal (probleempatiëntbespreking) - Regionaal (Snapperdag) - Commissie Onderwijs Interne Geneeskunde (COIG) conform leerjaar - Kennistoets (wanneer deze in de periode valt) - Per jaar deelname aan 1 thema in het kader van Vakgroep Overstijgend Onderwijs - Bijeenkomsten wetenschappelijke vereniging (bv Internisten Dagen); minimaal 1 dag per jaar
KLINISCHE PRESENTATIES -
Thoracale pijn Dyspnoe Hemoptoe Thrombose en embolie Acute longgeneeskunde (o,a respiratoire insufficiëntie) Presentaties op grensvlak Klachten bovenste deel tractus digestivus/respiratorius
VAARDIGHEDEN Pleurapunkties (diagnostisch en therapeutische), en pleuradrains plaatsen. TOETSEN In totaal 4-6 (afhankelijk stageduur), verdeeld over: - KPB algemeen (betreffende directe observatie anamnese en/of onderdeel lichamelijk onderzoek) - KPB overdracht - KPB grote visite - KPB probleempatiënt / referaat / PA bespreking / CAT - KPB brieven - beoordeling vaardigheden - KPB gesprek met patiënt (en familie) Daarnaast: - Fiattering statusvoering - Participatie onderwijs - Participatie Incidentbespreking - Certificaat Snapper conform leerjaar - Certificaat COIG conform leerjaar - Certificaat discipline overstijgend onderwijs. - Certificaat deelname wetenschappelijke vereniging - Resultaat kennistoets - Halverwege en eindbeoordeling stagist Verplicht voor deze stage: - Introductie, halverwege en eindgesprek door opleider longziekten - Participatie lokaal onderwijs longziekten (donderdagmiddag) - 4-6 KPB verdeelt over de verschillende competenties. - 1 x CAT of 1 x referaat of 1 x probleempatiëntbespreking.
68
WERKINDELING De aios draagt zorg voor de hem toegewezen patiënten. Visite: dagelijkse visite eerst op papier en daarna bij de patiënt aan bed. Tweemaal per week vindt dit onder begeleiding van de supervisor c,q, de longarts plaats en tweemaal per week door de aios zelfstandig. Op dinsdag is van 09.00-12.30 een grote multidisciplinaire visite. PRAKTISCHE ASPECTEN Afdeling De longafdeling bevindt zich op afdeling G3. De secretaresses bemannen de receptie en verzorgen de administratie van de afdeling. De longartsen en de supervisie De assistenten op de longafdeling worden ieder afzonderlijk gesuperviseerd door één longarts. Er zijn 4 superviserende longartsen waarbij elk tweetal een half jaar achtereen verantwoordelijk is voor de supervisie. Eén longarts heeft de even bedden, de ander de oneven. Deze laatste longarts draagt ook zorg voor de patiënten met een specifiek oncologisch probleem. Bij afwezigheid van een longarts wordt diegene in principe altijd vervangen door de andere supervisor of een van de overige stafleden. Op dinsdag, woensdag en vrijdag loopt de assistent zelfstandig visite met de verpleegkundige. De longarts doet dan supervisie tussen de overige werkzaamheden door, na afloop ervan en overlegt altijd aan het einde van de dag. De grote visite is op maandag. Aanwezig zijn beide arts assistenten, beide longartsen en de betreffende verpleegkundige. De dinsdag begint met een oncologiebespreking (8.15-8.45) en long röntgenbespreking (vanaf 8.45- ). Op donderdag begint de grote visite pas om 10 uur omdat de longartsen daar aan vooraf gaand vakgroepoverleg hebben. Vóór 10 uur vindt een kort overleg plaats van arts assistent met de verpleging om problemen te inventariseren. Vervolgens wordt afzonderlijk van elkaar grote visite gedaan door één longarts en één assistent. De arts-assistent bespreekt de patiënt en vervolgens wordt beleid gemaakt. Dit wordt teruggekoppeld aan verpleging waarna de ronde langs de patiënten wordt gemaakt met de verpleegkundige erbij. Van 11- 12 uur is er een Multi Disciplinair Overleg (even en oneven kant na elkaar) waar de patiënt wordt ingebracht door de verpleegkundige (kort), eventueel aangevuld door de arts-assistent. Waar nodig volgt bespreking met de fysiotherapeut, diëtist, medisch maatschappelijk werker en transferverpleegkundige. Opleiding interne Bij een grote visite wordt een samenvatting in de status gemaakt (waar mogelijk van tevoren), wijziging van beleid genoteerd met naam van betrokken supervisor erbij die dit vervolgens ook parafeert. Bij elke andere wijziging van beleid hoort te staan met welke supervisor dit is overlegd. De assistent in opleiding vraagt regelmatig om een KPB (korte praktijk beoordeling) ivm zijn/ haar port folio. De supervisor kan hier natuurlijk ook op attenderen. NB: per april 2013 is er een digitaal port folio voor de AA. Kleine visites worden in principe gelopen tussen 9-10.30 u waarbij de AA samen met de verpleegkundige aan het bed van de patiënt komt. Richtlijn lab en röntgen aanvragen: bij opname en nadien alleen iom supervisor. Polikliniek De opleidingsassistent doet elke week in elk geval 1 uur poli (2x NP of 4x CP) en plant dit zelf iom de polikliniekassistentes en een superviserende longarts. Er worden nieuwe patienten gezien zonder dat voorafgaand onderzoek is verricht (in het kader van de opleiding). Kan een patient niet terug worden gezien door de assistent dan volgt verdere follow up bij de longarts die betreffende casus
69
gesuperviseerd heeft. Een controle patient mag ook iemand zijn die de assistent tijdens de opname heeft gezien. Het is de verantwoordelijkheid van de opleidingsassistent elke week dat men aanwezig is een polispreekuur te regelen. Administratief Aanvragen voor lab, beeldvorming en longfunctie kun je tijdens de visite afspreken. Schrijf het op bij afspraken in de verpleegmap en teken het. De secretaresse zal het dan afspreken. Lab in principe een dag van te voren aanvragen, tenzij het spoed is. Bij röntgen: schrijf tussen haakjes waarom je die X-thorax of CT thorax wil. Aanvragen voor X-thorax die voor 12.00 uur beneden zijn worden diezelfde dag nog gemaakt. Ontslag: er wordt naar gestreefd zo spoedig mogelijk en vooral bij de grote visite een voorlopige ontslagdatum te plannen. Alle papierwerk is de middag voor ontslag klaar. De arts kan bij de visite de dag tevoren de wijzigingen in beleid (medicatie) nog eens samenvatten maar de verpleegkundige voert hierover met de patient een specifiek gesprek op de ochtend van ontslag. Brieven Essentiële items zijn: Correcte ontslagdiagnose, ontslagmedicatie en gevoerd reanimatiebeleid. Vermeld altijd kort of er een gesprek is geweest met patiënt en familie in geval van specifieke situaties (bv beperking verder onderzoek of beleid bij ernstige ziekte) en hoe de patiënt heeft gereageerd. De SEH assistent of spoedarts maakt een SEH verslag met conclusie en beleid. Bij opname wordt middels knippen-plakken een 1e bezoek aangemaakt aangevuld met de laatste gegevens van anamnese en lichamelijk onderzoek. Dit geldt als basis voor de latere ontslagbrief. Het beloop tijdens opname wordt schriftelijk vastgelegd in de status. Bij ontslag wordt een brief gemaakt waarin A/LO/ lab en rontgenuitslagen uit ishmed kunnen worden overgenomen. De bespreking wordt in de feitelijke brief gemaakt via ishmed. Hiervoor zijn voor de meest voorkomende diagnoses (COPD-Astma exacerbatie/pneumonie/longembolie/ luchtweginfectie/thoracale pijn , standaard tekstsjablonen beschikbaar. Zodra een brief klaar is wordt deze voorgelegd aan de supervisor (mailen!!, denk aan afwezigheid ivm vakantie/congres…..)die kan wijzigen, autoriseren en versturen. Brieven worden bij voorkeur binnen 3 dagen doch uiterlijk binnen 1 wk verstuurd aan de huisarts. In geval van een palliatieve of préterminale setting, ofwel overplaatsing naar een andere instelling wordt de brief de dag van ontslag verstuurd. Bij voorkeur is de betrokken huisarts eveneens telefonisch op de hoogte gebracht van het ontslag en specifieke zaken hieromtrent. Patienten met een exacerbatie COPD krijgen bij ontslag een controle afspraak volgens het COPD zorgpad protocol dwz na 1 wk een belafspraak met de longconsulente, na 6 wk bij haar een poliafspraak en na 4 maand een pk controle bij de longarts. Overige diagnose afspraken: Pneumonie pk 1-2mnd met Xthorax Longembolie pk 2 mnd Overige afspraken worden afgestemd met de supervisor.
Bekende patiënt Nieuwe patiënt
Brief ondertekenen door: Supervisor van de zaal bij ontslag Supervisor van de zaal bij ontslag
Poli afspraak bij: Poli specialist Overleg met supervisor
70
WEEKPROGRAMMA: In principe is de arts assistent aanwezig bij de overdrachten, besprekingen en onderwijs van interne geneeskunde. Elke ochtend is er om 8.15 overdracht in besprekingsruimte 2 voor de Interne Geneeskunde sectie. Aansluitend is er een “Interne” röntgenbespreking op de radiologie afdeling. Maandag 09.00 - 12.00
Grote visite
13.00 - 13.30
Interne Onderwijs
13.30 - 14.00
Assistenten vergadering
16.00 - 16.45 Longchirurgiebespreking Radiotherapie AMC) 17.00 - 17.30
(teleconferentie vergaderzaal
Interne Overdracht
Dinsdag 08.15 - 08.45 Oncologiebespreking (teleconferentie vergaderzaal Radiotherapie AMC) 08.45 - 09.00
Long röntgenbespreking
09.00 - 12.00
Grote Visite (medische zaken) Longziekten
12.45 - 13.30
Interne Onderwijs
17.00 - 17.30
Interne Poli Bespreking
17.30 - 17.45
Interne Overdracht
Woensdag 13.00
Bed side teaching “interne”
16.30 - 16.45
Interne Overdracht
Donderdag 09.00 - 10.00 Kort overleg AA en vpk over actuele problemen en voorbereiding GV 10.00
Visite langs patiënten met longarts
11.00 - 12.00
Multi Disciplinair Overleg longziekten
12.15 - 13.00
Casuïstiek Longziekten op poli/ Onderwijs AA
17.00 - 18.00
Hematologie / oncologie / KPC bespreking Interne
18.00 – 18.15
Interne Overdracht
Vrijdag 13.30 - 14.30
Co-praatje Interne
71
Overige activiteiten Op maandag woensdag en vrijdag vinden er bronchoscopieën plaats, op dinsdag en donderdag EUS en EBUS. Thoracoscopieën worden incidenteel gepland. Dagelijks kunnen longfunctieonderzoeken worden bijgewoond met op woensdag en donderdag ook fiets ergometrien. De opleidingsassistent plant zelf elke week een uur politijd en een supervisor, gebruikmakend van onderstaand schema.
AIOS GG3 / 6 patienten Buitengewesten SEH-longpatiënten Maandagochtend Maandagmiddag
Afdeling Poli
Dinsdagochtend Dinsdagmiddag
Adeling Poli
Woensdagochtend Woensdagmiddag
Afdeling , meehelpen met ingrepen op functiekamer Afdeling
Donderdagmorgen Donderdagmiddag
Afdeling meedoen met fietsergometrieen, meekijken longfuncties
Vrijdagmorgen
Afdeling Poli Afdeling
Vrijdagmiddag
(grote visite)
72
STAGE NEFROLOGIE Plaats: Flevoziekenhuis Duur: 4-6 maanden Begeleider /supervisoren; dr. Sekkat / internist-nefrologen De stage wordt begonnen met een introductiegesprek met de nefroloog die verantwoordelijke is voor de gestructureerde supervisie tijdens deze stage. Deze zorgt ook voor de begeleiding van het poliklinische deel. Halverwege en aan het einde volgt met dezelfde persoon een voortgangsgesprek. COMPETENTIEDOMEINEN: -
medisch handelen, samenwerken, communicatie, organisatie, maatschappelijk handelen kennis en wetenschap, reflectie.
LEERDOELEN: Algemene leerdoelen: De aios interne doet ervaring op in de behandeling en begeleiding van chronische hemo- en peritoneaaldialysepatiënten op de dialyseafdeling en klinische patiënten met acute en chronische nierinsufficiëntie op de intensive care en andere afdelingen. Daarnaast worden poliklinische patiënten gezien verwezen voor nefrologische pathologie. Specifieke leerdoelen: De AIOS hoort aan het einde van de stage nefrologie in staat te zijn: 1. Onderscheid te maken tussen acute en chronische nierschade. 2. De analyse van een patiënt met acute nierinsufficiëntie te kunnen doen en eerste behandeling in te zetten. 3. Volumestatus van een patiënt te beoordelen. Tools en valkuilen herkennen om deze zo adequaat mogelijk te bepalen. 4. De volumestatus van de patiënt te optimaliseren, rekening houdend met (nefrologische of cardiale) co-morbiditeit: nefrotisch syndroom, nierinsufficiëntie. 5. Systematisch electrolyt- en zuurbasestoornissen te analyseren en te corrigeren. 6. Preventieve maatregelen te kennen ter voorkoming van nierziekten en nierinsufficiëntie. 7. Symptomen van primaire nierziekte te herkennen (suspectie glomerulonefritis) en wanneer een nierbiopt is geïndiceerd of gecontraïndiceerd is. 8. Voorbereidingen te treffen voor nierbiopt. 9. Acute en chronische interstitiële nefritis herkennen, de meest voorkomende oorzaken hiervan te kennen en te behandelen. 10. Congenitale, erfelijke en verworven nierziekten te herkennen. 11. Nierafwijkingen tijdens zwangerschap te herkennen en te behandelen (alhoewel dit echte nefrologische expertise noodzakelijk maakt). 12. Metabole screening van patiënten met nierstenen goed te interpreteren en te behandelen (alhoewel slechts weinig nefrologen dit naar behoren zelf beheersen !). 13. Metabole ontregelingen van chronische nierinsufficiëntie herkennen en corrigeren.
73
14.
De verschillende vormen van nierfunctievervangende therapie te kennen. De voor en nadelen van elke vorm te weten. 15. Risico patiënten voor contrastonderzoek te herkennen. De te nemen maatregelen kennen om het risico op contrastnefropathie te beperken. 16. Hypertensie (bij patiënt met chronische nierschade) aan te pakken: Pathofysiologische mechanismen van hypertensie te herkennen en adequate therapie te starten. 17. Vaattoegangscomplicaties bij dialyse patiënten te diagnosticeren en therapie voorstel te doen. Gezien de multidisciplinaire behandeling (o.a. verpleging, vaatchirurg, radioloog) van dialysepatiënten zijn de competenties communicatie, samenwerken en organisatie bij uitstek geschikt om in deze stage verder te leren. Daarnaast moet de aios goed op de hoogte zijn van wet- en regelgeving rondom dialyseren en het stoppen hiervan, idem orgaandonaties. LEERMIDDELEN: -
overdracht, röntgenbespreking, grote visite, statusvoering, overleg supervisor poli, gesprekken met patiënt en familie, ontslagbrieven, zelfstudie nav casuïstiek nefrologie bespreking regionale nefrologie bespreking
Daarnaast de diverse onderwijsmomenten en overlegsituaties als: - probleempatientbespreking - Incidentbespreking / intervisie - PA-bespreking, - Onderwijs lokaal - Regionaal (Snapper) - Eventueel landelijke kennistoets. - Commissie Onderwijs Interne Geneeskunde (COIG) conform leerjaar - Kennistoets (indien in periode valt) - Per jaar deelname aan 1 thema in het kader van VOO - Bijeenkomsten wetenschappelijke vereniging (bv Internisten Dagen); minimaal 1 dag per jaar KLINISCHE PRESENTATIES - oedeem - hypertensie - dorst en polyurie - buikpijn - complicaties tijdens de zwangerschap - acute medische problemen - electrolyt- en zuurbasestoornissen - hematurie - hypertensie - proteinurie - afwijkingen bij laboratoriumonderzoek. Differentiaal-diagnostiek en behandeling van de volgende ziektebeelden: - glomerulonefritis
74
-
interstitiële nefritis nefrotisch syndroom acute tubulus necrose postrenale nierinsufficiëntie nierarteriestenose
Diagnostiek en behandeling van acute en chronische nierinsufficiëntie - indicatie nierbiopsie - urine onderzoek - immunologisch onderzoek - verschillende methoden nierfunctiemeting - indicaties plasmaferese - indicaties prednison en cytostatica - analyse en behandeling hypertensie en hypertensieve crisis - analyse en behandeling van sec. hyperparathyreoïdie tgv nierinsufficiëntie - indicaties en methoden acute/chronische nierfunctievervangende therapie - analyse en behandeling vaattoegang - analyse en behandeling CAPD peritonitis - analyse nierfunctiestoornissen en zwangerschap
VAARDIGHEDEN: - infuusbeleid - doorspuiten Perm catheters en inbrengen van lieslijnen - arteriepunctie - non-invasieve bloeddruk- en saturatiemeting - voorschrijven geneesmiddelen TOETSEN / -
KPB overdracht (voorbereiden poli of nav nefroconsulten) KPB algemeen KPB brieven Fiattering statusvoering Beoordeling voordracht voor patiënten vereniging / patiëntenfolder / protocol artikel en, of wetenschappelijke voordracht KPB probleempatiënt bespreking / CAT / PA-bespreking Participatie nefrologie besprekingen / MDO dialyse / shuntbespreking Participatie locaal onderwijs Participatie incidentbespreking / intervisie Certificaat Snapper en COIG Certificaten vakgroep overstijgend onderwijs. Resultaat kennistoets Certificaat deelname wetenschappelijke vereniging (cq sectie nerologie) Voortgangsgesprekken met stagebegeleider en halfjaarlijks met (plv) opleider
Verplicht voor deze stage: - Introductie, halverwege en eindgesprek door stagebegeleider - Participatie Nefrologie / dialyse bespreking - Participatie regionale nefrologie bespreking - 4-6 KPB verdeelt over de verschillende competenties. - 1 x CAT of 1 x referaat of 1 x probleempatiëntbespreking.
75
WERKZAAMHEDEN Overdag is er een rooster van dienstdoend nefroloog. Daarnaast heeft iedere nefroloog zijn eigen dialyse groep en heeft men afspraken gemaakt, wie bij toerbeurt verantwoordelijk is voor de IC/CCU-consulten. Er wordt naast de dialyse gewerkt op de afdelingen (nefrologische consulten), IC (dialyse en CVVH), CCU en op de polikliniek. Toelichting werkzaamheden De eerste 2 weken van de stage worden beschouwd als inwerkperiode. Naast zaalwerk zal er ’s middags onderwijs gegeven worden door de nefrologen. (1) Gedurende de eerste 2 weken wordt nog geen spreekuur gedraaid door de AIOS maar hij kijkt mee met de nefroloog bij nefrologie spreekuur op dinsdag- en vrijdaochtend. Spreekuur AIOS: doet nieuwe eigen patiënten en houdt deze ook. Bij AIOS wissel gaan de controle patiënten naar de nefroloog zodat de nieuwe AIOS nieuwe eigen patiënten krijgt. (2) Gedurende de stage nefrologie is de AIOS verantwoordelijk voor de hemodialyse groep van de dinsdagmiddag. In eerste instantie loopt hij (zij) met de nefroloog de eerste 4 weken mee en bereidt zelfstandig de visite voor. Daarna loopt hij zelfstandig de visite en bespreekt deze elke keer na met de nefroloog. 1x per maand looopt de nefroloog mee. Verslaglegging en statusvoering vindt in Diamant plaats. (3) Als een patiënt van de AIOS wordt besproken tijdens het MDO dialyse dient hij deze goped voorbereid te hebben en zijn bijdrage leveren aan het beleid (onder supervisie van nefroloog) (4) AIOS woont predialyse MDO bij (5) AIOS woont shuntbespreking bij. Indien een van zijn patiënten besproken wordt hoort hij deze te voorbereiden. Wij zorgen dat hij of zij om 12.45 klaar is om het onderwijsprogramma niet te missen. (6) Indien de tijd het toelaat doet de ziet de AIOS nefrologie alle SEH presentaties voor de nefrologie en bespreekt deze na met de nefroloog. (7) Consulten zijn uitsluitend consulten Nefrologie, en vallen onder supervisie van de dienstdoend nefroloog en worden altijd per keer besproken. Naast deze activiteiten is het mogelijk voor de geïnteresseerde AIOS: - centrale lijnen te leren prikken. - maandelijkse nefrologieoverleg met internisten Lelystad bij te wonen.
Dialyse afdeling Visite bij hemodialysepatiënten vindt wekelijks plaats samen met de behandelend nefroloog. Tijdens deze visite worden de volgende aspecten altijd bekeken: - hematologische status - calcium/fosfaathuishouding - hemodynamiek en streefgewicht, - medicatie, - vaattoegang, - eventuele intercurrente medische problemen. Eenmaal per maand vindt bij alle dialysepatiënten standaard bloedonderzoek plaats. Extra bloedonderzoek kan eenvoudig gebeuren bij aanvang van de dialyse.
76
Voor patiënten opgenomen op de afdeling geeft de verpleging de aanvragen voor bloedbepalingen door aan de verpleging van de dialyseafdeling. Hemodialysepatiënten mogen niet worden geprikt in de shuntarm. Bij patiënten met een chronische nierziekte en/of nierinsufficiëntie moet de niet-dominante arm gespaard worden in verband met mogelijke toekomstige shuntaanleg. Ook in deze arm mag dus niet geprikt worden. Gedurende de hele week worden dialysepatiënten gezien en beoordeeld die zich presenteren met een intercurrent probleem. Van alle visites en intercurrente patiëntgebonden activiteiten worden aantekening gemaakt in de dialyse status.
Consulten Naast de begeleiding van dialysepatiënten op niet interne afdelingen, wordt er iedere dag visite gelopen op de IC/CCU ter beoordeling dialyse cq CVVHD behoefte van aldaar opgenomen patiënten. Indien hiertoe besloten wordt is de aios ook aanspreekpunt voor het begeleiden hiervan. Polikliniek Onder supervisie van een nefroloog wordt een maal per week gezamenlijk poli gedaan. Daarnaast worden er een maal per week nieuwe patiënten (45 min) gezien met het vermoeden op een nierfunctiestoornis. Na overleg met de supervisor worden deze voor controle gezien (15 min). De aios is ook verantwoordelijk voor de correspondentie over deze patiënten.
77
Weekprogramma Maandag
Dinsdag
8.15-8.45
8.45-12:00
12:45-13:30u
middag
Ochtendrapport
Zaalwerk / 1 – 6 pt
Onderwijsprogramma interne geneeskunde
Zaalwerk
Rö bespreking
consulten (7)
Consulten / 1 – 3 pt
evt contrast patiënt op poli
evt contrast patiënt op poli
SEH (6)presentatie voor de nefrologie
SEH presentatie voor de nefrologie
Zaalwerk
13.30-16.00: spreekuur (1) nefrologie onder supervisie nefroloog / 3 pt Zaalwerk.
Ochtendrapport Rö bespreking
Onderwijsprogramma interne geneeskunde
consulten
Vanaf 15 uur: visite bij hemodialyse groep (2), onder supervisie van nefroloog (A. Boonstra)
evt contrast patiënt op poli
Woensdag
Ochtendrapport Rö bespreking
SEH presentatie voor de nefrologie Grote visite op de afdeling
Onderwijsprogramma interne geneeskunde
13.30 tot 14.30: MDO dialyse (3) daarna Zaalwerk consulten evt contrast patiënt op poli
Donderdag
Ochtendrapport Rö bespreking
Zaalwerk
Onderwijsprogramma interne geneeskunde
SEH presentatie voor de nefrologie 13.15 tot 14.30: MDO predialyse (4)
consulten evt contrast patiënt op poli
Vrijdag
Ochtendrapport Rö bespreking
evt SEH presentatie voor de nefrologie Zaalwerk 12.30-12.45: Shuntbespreking (5) nefrologie Onderwijsprogramma consulten interne geneeskunde evt contrast patiënt op poli SEH presentatie voor de nefrologie
14.30-16.00: spreekuur nefrologie onder supervisie nefroloog / 3 pt
Zaalwerk consulten evt contrast patiënt op poli SEH presentatie voor de nefrologie
78
5. Leerdoelen tijdens stages Deelcompetentie medisch handelen 1; bezit kennis en vaardigheid naar de stand van het vakgebied. 1. De aios begrijpt epidemiologische principes en kan die toepassen in de patiëntenzorg. Toetsing (leerjaar 3): - Participatie stage gebonden onderwijs/ lokaal onderwijs; certificaat Snapper/ VOO en epidemiologie. Deelcompetentie Medisch handelen en kennis 2; past het diagnostisch en therapeutisch arsenaal van het vakgebied goed en waar mogelijk evidence-based toe. De aios verwerft specialistische kennis, en past deze adequaat toe, op het terrein van: Diagnostiek: 2. Anamnese: de AIOS beheerst de vaardigheid van de anamnese tot in de details. Tijdens de opleiding wordt daarom aandacht besteed aan het benadrukken van anamnestische aspecten van interne ziektebeelden. Toetsing: - Participatie stage gebonden onderwijs/ lokaal onderwijs; certificaat Snapper KPB algemeen / dienst 3. Lichamelijk onderzoek: de AIOS moet bij uitstek de deskundige worden op het gebied van lichamelijk/fysischdiagnostisch onderzoek. Toetsing: - KPB algemeen 4. Laboratoriumdiagnostiek: de AIOS leert gegevens uit het laboratoriumonderzoek te interpreteren en heeft kennis van afwijkende laboratoriumbevindingen behorend bij de specifieke interne ziektebeelden. Toetsing: - Participatie stage gebonden onderwijs/ lokaal onderwijs; certificaat Snapper KPB algemeen / brief 5. Beeldvormende diagnostiek: de AIOS leert gegevens uit beeldvormende diagnostiek (radiologie, CT, MRI, echografie, isotopenonderzoek) te interpreteren en adequaat toe te passen. Toetsing: - Participatie stage gebonden onderwijs/ lokaal onderwijs; certificaat Snapper KPB algemeen / brief Probleemoplossend vermogen: 6. De AIOS beheerst het efficiënt opstellen van een probleemlijst met bijbehorende werkhypothesen in de vorm van een differentiaaldiagnose, daarbij gebruikmakend van de informatie direct bij de patiënt verkregen, alsmede integratie van overige diagnostische gegevens in combinatie met kennis en ervaring. Essentieel hierbij is de integratie van gegevens uit de anamnese, lichamelijk onderzoek en voortgezet onderzoek. Het bepalen van een effectief en doelmatig diagnostisch beleid behoort tot de specifieke deskundigheden van de internist. Toetsing: - Participatie stage gebonden onderwijs/ lokaal onderwijs; certificaat Snapper KPB algemeen / brief
79
Therapeutisch beleid: 7. De AIOS is in staat om, op grond van de diagnostiek en context van de medische problemen, advies te formuleren over de behandeling, met name ten aanzien van leefstijl, voeding en farmacotherapie, nietfarmacologische behandelingen en prognose. Speciale aandacht dient de AIOS te geven aan bijwerkingen op korte en lange termijn van het ingestelde therapeutisch beleid. Deskundigheid wordt vereist de evaluatie van het therapeutisch beleid. Toetsing: - Participatie stage gebonden onderwijs/ lokaal onderwijs; certificaat Snapper KPB algemeen / brief Farmacotherapie: 8. De AIOS verkrijgt specifieke deskundigheid op het gebied van de farmacotherapie, stoelend op kennis van de farmacokinetiek en farmacodynamiek, mogelijkheden en beperkingen van de farmacotherapie, interacties en bijwerkingen van geneesmiddelen en het effect van polyfarmacie. Met name wordt deskundigheid vereist op het gebied van individualiseren van farmacotherapie. Toetsing: - stagegebonden onderwijs / Certificaat COIG farmacologie Behandeling op lange termijn van patiënten met chronische ziekten: 9. De aios verwerft praktische deskundigheid op het gebied van effectieve diagnostiek en therapie op lange termijn bij chronische ziektebeelden. Toetsing (leerjaar 2): - KPB overdracht / brief 10. De aios verwerft praktische deskundigheid op het gebied van de persoonlijke begeleiding van patiënten met chronische ziekten op lange termijn. Toetsing (leerjaar 2): - KPB overdracht / brief
Deelcompetentie C1; bouwt effectieve behandelrelatie met patiënten op; 11. De aios geeft blijk van specifieke deskundigheid in de begeleiding van patiënten met onverklaarbare lichamelijke klachten Toetsing (leerjaar 2): - KPB algemeen (video) Deelcompetentie Medisch handelen en kennis 3; levert effectieve en ethisch verantwoorde patiëntenzorg; 12. De aios is in staat om de eigen morele standpunten met argumenten te verduidelijken tegenover patiënten en te verantwoorden tegenover collegaegezondheidsmedewerkers. Toetsing (leerjaar 4 ): - KPB overdracht/gesprek, VOO, participatie incidentbespreking Deelcompetentie C3; bespreekt medisch informatie goed met patiënten en familie (en anderen); 13. De aios blijkt in de praktijk een psychische en/of sociale genese goed bespreekbaar te maken. Toetsing (leerjaar 2): - KPB algemeen/gesprek
80
14. De aios blijkt in de praktijk de gevolgen van lichamelijk, psychisch en sociaal gebied goed bespreekbaar te maken. Toetsing (leerjaar 2): - KPB algemeen/gesprek 15. De aios blijkt in de praktijk op een begrijpelijke manier en humane wijze te kunnen adviseren en voorlichten, met als doel om de patiënt zo veel mogelijk te betrekken bij de besluitvorming over het diagnostisch en therapeutisch beleid. Toetsing (leerjaar 3): - KPB algemeen/gesprek 16. De aios blijkt in de praktijk op grond van een gemeenschappelijk begrip ten aanzien van de medische problemen een motiverend advies te formuleren aan patiënt, familie en andere relevante hulpverleners over de behandeling, met name ten aanzien van leefstijl, voeding en farmacotherapie, niet-farmacologische behandelingen en prognose. Toetsing (leerjaar 3): - KPB algemeen/gesprek Deelcompetentie S2; verwijst adequaat; 17. De aios blijkt in de praktijk naar de juiste persoon of instantie te verwijzen, zowel in de eerste als in de tweede lijn en de mate van urgentie bepalen. Toetsing (leerjaar 4): - KPB overdracht / brief / dienst / fiattering status Deelcompetentie S3; levert effectief intercollegiaal consult; 18. De aios blijkt in de praktijk in staat een intercollegiaal consultaanvraag te beantwoorden. Toetsing (leerjaar 3): - KPB overdracht / brief / dienst / fiattering status 19. de gezondheidszorg van een patient te optimaliseren in relatie tot de operatieve zorg. Toetsing (leerjaar 3): - KPB overdracht / brief / dienst / fiattering status 20. de postoperatieven patiënt goed te begeleiden en adequaat te reageren op problemen in het postoperatieve traject Toetsing (leerjaar 3): - KPB overdracht / dienst
Deelcompetentie W1; beschouwt medische informatie kritisch; 21. De aios toont in de praktijk een gezondheidsprobleem systematisch te benaderen aan de hand van: theorieën over hypothesevorming en probleem oplossen; modellen ; besliskunde theorieën. Toetsing (leerjaar 4): - KPB overdracht / brief / dienst, participatie stagegebonden onderwijs / locaal onderwijs, certificaat Snapper, beoordeling artikel / protocol
81
22. De aios beschikt over kennis met betrekking tot: de beginselen van de klinische epidemiologie; de ontwikkeling van nieuwe (moleculaire) onderzoekstechnieken om de medisch informatie kritisch te beschouwen. Toetsing (leerjaar 3 ): - VOO / COIG moleculaire biologie Deelcompetentie W3; ontwikkelt en onderhoudt een persoonlijk bij- en nascholingsplan; 23. De aios houdt eigen wetenschappelijke kennis op pijl en vermeerdert deze kennis in een continu leerproces Toetsing (leerjaar 3 ): - Voortgangsgesprek, KPB CAT, certificaat deelname wetenschappelijke vereniging, beoordeling artikel / protocol Deelcompetentie Ma1; kent en herkent de determinanten van ziekte bij het individu; 24. De aios laat in de praktijk zien te beschikken over praktische kennis en inzicht met betrekking tot: * de somatische, psychische en sociale structuur en functies van mannen, vrouwen en kinderen, individueel en in onderlinge relatie; * de levensfasen en de mogelijke verstorende factoren daarin; * menselijk gedrag in verschillende omstandigheden met name in probleemsituatie en bij verschillende culturele achtergronden. Toetsing (leerjaar 4 ): - KPB overdracht / algemeen / gesprek; participatie lokaal onderwijs, certificaat Snapper. 25. De aios toont in de praktijk te beschikken over specifieke deskundigheid op het gebied van de sociale en maatschappelijke gevolgen van intoxicaties en verslaving; (geneesmiddelen, roken, alcohol- misbruik, verslavende middelen, eet- en gokverslaving). Toetsing (leerjaar 4 ): - KPB overdracht / algemeen / gesprek; participatie lokaal onderwijs, certificaat Snapper. Deelcompetentie Ma2; draagt bij aan een betere gezondheid van patiënten (en de gemeenschap als geheel); 26. De aios beschikt over kennis en inzicht met betrekking tot de volksgezondheid: * het belang zowel van preventie van langdurige arbeidsongeschiktheid als van behoud van arbeidsgeschiktheid. * de relatieve omvang van ziekten, handicap en sterfte en de verdeling daarvan in de bevolking. * de determinanten van de volksgezondheid waaronder demografische, culturele, sociale en economische factoren. Toetsing (leerjaar 3 ): - KPB overdracht / algemeen / gesprek; participatie lokaal onderwijs, certificaat Snapper. 27. De aios laat in de praktijk zien te beschikken over: * deskundigheid op het gebied van preventieve interne geneeskunde, gericht op het voorkomen vanziektebeelden zoals atherosclerose, hypertensie, trombose, maligniteiten en obesitas. * deskundigheid m.b.t. complicaties van chronische ziektenbeelden.
82
Toetsing (leerjaar 3 ): - KPB overdracht / algemeen / gesprek; participatie lokaal onderwijs, certificaat Snapper. Deelcompetentie Ma3; handelt volgens de relevante wettelijke bepalingen; 28. De aios is in staat om te gaan met binnen Nederland vigerende gedragscodes en handelt in overeenstemming hiermee. Toetsing (leerjaar 4 ): -VOO, KPB overdracht / dienst Deelcompetentie O2; besteedt de beschikbare middelen voor de gezondheidszorg verantwoord; 29. De AIOS laat zien over de kennis en vaardigheden te beschikken om op passende wijze gebruik te maken van de beschikbare middelen en voorzieningen in de zorg, en bij te dragen aan een zo effectief en efficiënt mogelijk zorgsysteem dan wel bedrijfsvoering en door de indicatie voor eventueel aanvullend onderzoek adequaat te stellen. De AIOS houdt daarbij in de afweging tussen wel of geen aanvullend onderzoek rekening met: * de te verwachten opbrengst (inclusief fout-positieve/fout-negatieve uitkomsten) * de relevantie voor het verdere besluitvormingsproces; * de wensen van de patiënt; * de belasting voor de patiënt en zijn sociale omgeving: * de eventuele complicaties en de kosten. Toetsing (leerjaar 2): - KPB overdracht / brief / CAT/ participatie stagegebonden onderwijs / Lokaal onderwijs / incidentbespreking /certificaat Snapper/ VOO 30. waar mogelijk volgens richtlijnen te werk te gaan. Toetsing (leerjaar 2): - KPB overdracht / brief / CAT/ participatie stagegebonden onderwijs / Lokaal onderwijs / incidentbespreking /certificaat Snapper/ VOO 31. een behandelingsvoorstel te doen, waarbij uitdrukkelijk ook de mogelijkheid van niet-behandelen wordt overwogen, en bij deze afweging ook het kostenaspect te betrekken. Toetsing (leerjaar 2): - KPB overdracht / brief / CAT/ participatie stagegebonden onderwijs / Lokaal onderwijs / incidentbespreking /certificaat Snapper/ VOO 32. rekening te houden met invloeden die het instellen van een behandeling positief en negatief kunnen beïnvloeden (onder andere inschatten van mate van therapietrouw, persoonlijke omstandigheden). Toetsing (leerjaar 2): - KPB overdracht / brief / CAT/ participatie stagegebonden onderwijs / Lokaal onderwijs / incidentbespreking /certificaat Snapper/ VOO 33. de betekenis van behandeling af te wegen in relatie tot levenskwaliteit en levensduur. Toetsing (leerjaar 2): - KPB overdracht / brief / CAT/ participatie stagegebonden onderwijs / Lokaal onderwijs / incidentbespreking /certificaat Snapper/ VOO
83
Deelcompetentie O3; werkt effectief en doelmatig in een gezondheidszorgorganisatie; 34. De AIOS geeft er blijk afdeling en het ziekenhuis diverse informatiestromen, Toetsing (leerjaar 3): - KPB overdracht / dienst/
van op de hoogte te zijn van de wijze waarop de zijn ingericht, en maakt adequaat gebruik van de procedures en protocollen. voortgangsgesprekken
35. De AIOS registreert en verwerkt gegevens die van belang zijn voor bedrijfsvoering c.q. de organisatie van de patiëntenzorg. Toetsing (leerjaar 2): - KPB overdracht / dienst/ voortgangsgesprekken 36. De AIOS levert een bijdrage aan de kwaliteitszorg en ontwikkeling in de patiëntenzorg van het ziekenhuis als geheel en op de afdeling. Toetsing (leerjaar 4): - KPB overdracht / dienst/ voortgangsgesprekken Deelcompetentie reflectie R2; kan reflecteren op eigen functioneren: de aios 37. wordt zich bewust van de cognitieve aspecten (vaardigheden, beperkingen, denkgewoontes, voorkeuren) in zijn handelen. Toetsing (leerjaar 2): - VOO / KPB overdracht / dienst 38. geeft blijk van besef dat voor het functioneren als internist vereist is dat hij eigen beperkingen kan onderkennen. (Professionaliteit 3). Toetsing (leerjaar 2): - Voortgangsgesprek, VOO, participatie incidentbespreking 39. toont een actieve instelling, waarbij hij eigen blinde vlekken en/of lacunes in de beroepsuitoefening opspoort en tracht deze (via nascholing of anderszins) op te heffen. Toetsing (leerjaar 2): - Voortgangsgesprek, VOO, participatie incidentbespreking 40. kan de analyse van eigen ervaringen omzetten in nieuwe perspectieven en daarnaar handelen. Toetsing (leerjaar 2): - Voortgangsgesprek, VOO, participatie incidentbespreking 41. kan omgaan met fouten van zichzelf of anderen en kan er lering uit trekken. (Professionaliteit 2) Toetsing (leerjaar 2): - Voortgangsgesprek, VOO, participatie incidentbespreking 42. is zich bewust van het belang van non-verbale signalen, kan deze bij zichzelf herkennen en hier adequaat mee omgaan. Toetsing (leerjaar 2): - KPB algemeen , VOO 43. laat zien over de kennis en vaardigheden te beschikken om op passende wijze gebruik te maken van de beschikbare middelen en voorzieningen in de zorg, en bij te dragen aan een zo effectief en efficiënt mogelijke bedrijfsvoering en gezondheidszorgsysteem. Toetsing (leerjaar 2): - Voortgangsgesprek / VOO
84
44. geeft blijkt van het besef dat het voor het functioneren als internist vereist is dat hij kan omgaan met onzekerheid, eigen beperkingen kan onderkennen. (Professionaliteit 2) Toetsing (leerjaar 3): - Voortgangsgesprek, participatie incidentbespreking 45. kan omgaan met onmachtgevoelens ( professionaliteit 3 Toetsing (leerjaar 3): - Voortgangsgesprek, participatie incidentbespreking 46. is in staat irrationeel gedrag te herkennen, en past zijn handelen daarop aan. Toetsing (leerjaar 3): - Voortgangsgesprek, participatie incidentbespreking 47. benoemt en analyseert de cognitieve en emotionele aspecten in zijn handelen, inclusief de effecten daarvan voor de interactie en communicatie met patiënten, familie en andere professionals. Toetsing (leerjaar 4): - KPB overdracht / algemeen / dienst / participatie incidentbespreking Deelcompetentie R3; kan reflecteren met de patiënt/familie; 48. De AIOS kan onderhandelen over het medisch beleid. Toetsing (leerjaar 4): - KPB overdracht / algemeen / dienst / participatie incidentbespreking 49. De AIOS durft fouten van zichzelf te erkennen tegenover patiënten en kan er lering uit trekken. (Professionaliteit 3) Toetsing (leerjaar 4): - KPB overdracht / algemeen / dienst / participatie incidentbespreking 50. De AIOS controleert voortdurend of de patiënt begrijpt wat er wordt gezegd en houdt rekening met evt. voorkennis en angsten over de aard van de ziekte en de consequenties van de ziekte voor alle levensdomeinen. Toetsing (leerjaar 4): - KPB overdracht / algemeen / dienst / participatie incidentbespreking 51. De AIOS is in staat de eigen morele standpunten te verduidelijken en tegenover patiënten en collegae gezondheidsmedewerkers te verantwoorden. (Professionaliteit 1) Toetsing (leerjaar 4): - KPB overdracht, participatie incidentbespreking
Deelcompetentie R4; kan reflecteren met een professional; 52. De AIOS herkent affect en emoties in intercollegiaal overleg. Toetsing (leerjaar 2): - KPB overdracht / dienst / voortgangsgesprek, participatie incidentbespreking 53. De AIOS laat zien in staat te zijn om zijn oordeel op te schorten bij intercollegiaal overleg. Toetsing (leerjaar 2): - KPB overdracht / dienst / voortgangsgesprek, participatie incidentbespreking
85
54. De AIOS gaat, zowel in de rol van meerdere als van mindere, adequaat om met hiërarchische professionele relaties zoals een opleidingsrelatie of hiërarchieën gebaseerd op macht, structuur of expertise. Toetsing (leerjaar 4): - KPB overdracht / dienst / voortgangsgesprek, participatie incidentbespreking 55. De AIOS is in staat de eigen morele standpunten met argumenten te verduidelijken en tegenover patiënten en collegae gezondheidsmedewerkers te verantwoorden. (Professionaliteit 4) Toetsing (leerjaar 4): - KPB overdracht / dienst / voortgangsgesprek, participatie incidentbespreking
86
6. Toelichting verschillende besprekingen In de volgende paragrafen worden de verschillende overlegmomenten/besprekingen besproken hoe deze optimaal gehanteerd kunnen worden voor het leerproces van de AIOS. Het betreft de volgende activiteiten: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Overdracht en ochtendrapport Probleempatiëntbespreking Bespreking met chirurg Bespreking met de patholoog Critically Appraised Topic Referaat Lokaal onderwijs en Snapper Vaardigheden Complicatie-Incidentbespreking / Intervisie
87
1 Overdracht en ochtendrapport Het ochtendrapport is een belangrijk leermoment en goede gelegenheid voor de beoordeling van de vorderingen van de aios, vooral wat betreft het klinisch denken. Het nodigt de aios uit tot reflectie op de klinische keuzes tijdens de dienst. Op deze wijze wordt er gewerkt aan verdieping van kennis en inzicht, tevens worden lacunes zichtbaar. Leerdoelen - Informatieoverdracht - Verantwoording afleggen over diagnostisch en therapeutisch handelen. Kader * Maandag: 30 minuten (08.00-08.30) 1. 2 patiënten worden uitvoerig besproken (bij voorkeur 1 interne en 1 MDL) 2. Rest wordt kort overgedragen: naam, afdeling en werkdiagnose met eventueel bijzonderheden voor de collega die de zorg overneemt * Dinsdag t/m vrijdag (08.15-08.30) * Dagelijks: 1. Röntgenoverdracht: alleen kort indicatie vermelden, er volgt eventueel terugkoppeling op de aanvraag of indicatiestelling 2. niet-verslagen CT en echo’s worden niet besproken tijdens röntgenoverdracht (aios en/of supervisor nemen zonodig na overdracht contact op met desbetreffende radioloog) 3. Een patiënt wordt uitvoerig besproken (interne of MDL) 4. Rest idem als bovenstaande bij punt 2. Structuur ochtendoverdracht In overleg met de ochtendrapportvoorzitter worden patiënten geselecteerd voor nadere bespreking; overige patiënten worden tbv bedrijfsvoering genoemd. Van de aios wordt verwacht dat de volgende gegevens kort en bondig worden verteld: - Naam, leeftijd, verpleegeenheid en specialisme (interne of MDL-ziekten) waarvoor patiënt is opgenomen; - Relevante voorgeschiedenis - Anamnese: klachten patiënt bij presentatie. Benoem alle positieve en negatieve bevindingen die de werkdiagnose ondersteunen; - Gegevens uit het lichamelijk onderzoek: algehele indruk, bloeddruk, pols, lichaamstemperatuur alleen die positieve (en z.n. negatieve) bevindingen die de werkdiagnose ondersteunen - Laboratoriumonderzoek: alleen die afwijkende (en z.n. normale) uitslagen noemen die de werkdiagnose ondersteunen; - Geef de conclusie, c.q.werkdiagnose; bevindingen samenvatten die tot werkdiagnose hebben geleid; expliciet die zaken uit probleemlijst noemen die niet in de werkdiagnose zijn onder te brengen! - Geef in het kort de ingestelde diagnostisch en therapeutisch beleid weer. Aandachtspunten voor feedback door de superviserende specialist (= dienstdoende achterwacht algemene interne geneeskunde). Tijdens overdracht van zorg, de aios: - Kan hoofd- en bijzaken onderscheiden - Benoemt reële differentiaal diagnose - Benoemt expliciet die zaken uit de probleemlijst die niet binnen de werkdiagnose vallen - Doet voorstellen voor aanvullend onderzoek - Betrekt prognose van patiënt in het gevoerde beleid - Neemt verantwoording voor gevoerd beleid - Benoemt eigen twijfels over diagnostisch en therapeutisch handelen - Is actief bij selectie van de te bespreken patiënten met rapportvoorzitter - Kan uit de voeten met instructie om patiënten zonodig kort te bespreken - Maakt problemen in de organisatie van zorg bespreekbaar (hulponderzoeken, samenwerking andere specialismen)
88
AANDACHTSPUNTEN voor de ochtendrapportvoorzitter De voorzitter: - bewaakt de structuur van de overdracht (bepaalt in overleg welke patiënten er uitvoerig worden besproken) en bewaakt de tijd; - stelt vragen die uitnodigen te reflecteren over zaken die bovengenoemde leerdoelen betreffen; - tracht de aanwezigen in de zaal actief hierin te betrekken, waarbij altijd de aios als eerste uitgenodigd worden te reageren; - supervisoren worden gevraagd relevante terminologie, interpretaties, denkprocessen of handelen te expliciteren; - draagt zorg voor veiligheid: o feedback op actueel gedrag en niet op beleving o positieve feedback o vermijdt gezichtsverlies o NB: 1 aios tegenover 4-15 supervisoren, 15-20 collega’s en meerdere coassistenten!; - aios moet werken (verhoogt daarmee het leerrendement) en niet de supervisor of voorzitter: o aios die overdraagt moet leren een patiënt over te dragen en verantwoording af te leggen over diagnostisch en therapeutisch handelen en niet de supervisor of voorzitter; o aios in het gehoor wordt actief betrokken; - fouten maken mag: o de geneeskunde gaat niet vooruit door allesweters en alleskunners, maar juist door de erkenning van niet weten en niet kunnen en de bereidheid daar iets aan te doen. Lacunes Vaststellen lacunes in kennis en kunde (concretisering probleemstelling en wanneer rapporteren over oplossing of een zoekvraag die door een aios wordt beantwoord middels een CAT (naam van aios die het gaat uitwerken, inclusief probleemstelling noteren) Frequentie De aios in het dienstenblok moeten twee maal beoordeeld worden op een weekenddienst overdag door de dienstdoende internist van dat weekend en worden twee maal beoordeeld na de ochtendoverdracht. De bevindingen worden op de KPB formulieren (KPB diensten en overdracht) genoteerd door respectievelijk de dienstdoende internist en voorzitter ochtendrapport. De zaalsupervisor doet dit met de zaalarts over de presentatie tijdens de röntgenoverdracht. De aios neemt de KPB op in het portfolio.
89
2 Probleempatiëntbespreking Op maandagmiddag is er altijd een mogelijkheid om een probleempatiënt te bespreken. De bedoeling is dat de a(n)ios de casus presenteert, waarbij het van belang is eerst het probleem te benoemen. Daarna worden de relevante gegevens uit de anamnese verteld, evenals de bevindingen bij lichamelijk onderzoek. In overleg met de aanwezigen wordt een differentiaal diagnose opgesteld. Vervolgens worden de laboratoriumgegevens en eventuele foto’s getoond. Tot slot wordt in samenspraak met de aanwezigen een plan van aanpak vastgesteld. NB In belang van het leerproces is het relevant om in een latere fase terug te komen op de casus, zeker als er een diagnose gesteld wordt.
90
3 Chirurgische overdracht Locatie: flevoziekenhuis/ xrt auditorium amc Voorzitter: MDL-arts, die tevens verantwoordelijk is voor het archiveren van de te bespreken patiënten. Iedere donderdagmiddag van 17.00 tot 18.00 uur overleg met de chirurgen over patiënten die in aanmerking komen voor een operatieve ingreep. Daarbij is het van belang dat mondeling en schriftelijk alle gegevens worden uitgewisseld, zodat op een verantwoorde wijze de patiënt kan worden overgedragen aan de chirurg. Tevens is terugkoppeling gewenst van door de interne voorgedragen patiënten, die een operatieve ingreep hebben ondergaan. Deze bespreking heeft steeds meer het karakter van een MDO / multidisciplinair overleg. Er is ook altijd een radiotherapeut aanwezig vanwege het aanbod van patiënten met een gastrointestinale maligniteit. Aanwezig: a(n)ios MDL-ziekten / interne en chirurgie; (plv) opleiders, MDLartsen, chirurgen, radioloog, radiotherapeut en internisten. In ieder geval is de internist aanwezig die verantwoordelijk is voor de supervisie van de aios interne die een patiënt voordraagt. Middels een sheet / digitaal wordt de patiënt gepresenteerd door de aios en eventueel röntgenonderzoek dat van belang is wordt getoond. Er wordt gezorgd dat de chirurg binnen een week na de bespreking een brief heeft betreffende de besproken patiëntencasuïstiek. MDO besluiten worden meteen tijdens de vergadering vastgelegd en verzonden. Elke 5e donderdag van de maand wordt extra tijd ingeruimd voor een belangrijk onderwerp op het raakvlak van snijders en niet snijders. Dat kan gaan over b.v. de indicatiestelling mbt veel voorkomende operaties, maar ook een caput selectum kan aan bod komen. De aios interne en chirurgie worden hiervoor ingedeeld, waarbij wisselend de een of de ander het voortouw heeft. Mogelijke onderwerpen - cholecystectomie - acute buik - ileus - schildkliernodus - maligniteiten dikke darm en sigmoid - miltextirpatie - diagnostische laparotomie - etc.
91
4 Bespreking met de patholoog Per maand op de maandagmiddag vindt er een bespreking plaats met de afdeling pathologie. Ad hoc en soms rondom een thema worden er biopten besproken. Daarnaast worden in principe alle geobduceerde patienten besproken.
Bespreking biopten Ad hoc biopt bespreking heeft plaats naar aanleiding van actueel klinisch/poliklinisch PA materiaal waarbij 2 weken tevoren de lijst van preparaten aan de patholoog kenbaar is gemaakt. Daarnaat zijn er meer thematische besprekingen die de ad hoc lijsten vervangen. Aan de hand van de onderstaande diagnoselijst is er een cyclische thematische bespreking, gedurende 2 jaar, van de meest voorkomende PA diagnoses op het gebied van de interne geneeskunde en MDL-ziekten. De opzet van deze bespreking is als volgt: 1. Een a(n)ios houdt gedurende 10 minuten een inleidende bespreking over de klinische aspecten van het te bespreken onderwerp. 2. Daarna volgt de patholoog met het bespreken van PA materiaal ter illustratie, gedurende 20 min. Daarbij wordt tevens aandacht besteed aan manier van aanvragen PA-onderzoek, insturen materiaal en problemen bij de PA-diagnostiek. Het materiaal wordt geselecteerd uit ingestuurd materiaal door de afdeling Interne geneeskunde / MDL-ziekten. 3. Daarna volgt een afsluiting van 10 minuten over de leermomenten van hetgeen besproken is, door de a(n)ios of door de begeleider. De besprekingen worden een half jaar van tevoren gepland. Wanneer een a(n)ios onverhoopt verhinderd is, dient hij/zij dit zelf te ruilen met een collega. De aios neemt twee weken van tevoren contact op met de afdeling pathologie om een afspraak te maken met de patholoog. Het secretariaat van de afdeling pathologie zorgt voor een selectie van patiëntenmateriaal dat voor de onderhavige bespreking in aanmerking komen. Enkele dagen later selecteren assistent en patholoog een 5-10 tal patiënten ter illustratie. Obductiebespreking Tijdens deze bespreking worden 3 à 4 obducties besproken, waarbij een a(n)ios, internist of MDL-arts middels een sheet de casus presenteert en afsluit met enkele concrete vragen aan de patholoog betreffende de obductie. De te bespreken obducties worden twee weken van tevoren geselecteerd uit het aanbod en doorgeven aan het secretariaat van de afdeling pathologie. Daarna worden deze verdeeld onder de a(n)ios en/of supervisoren. Bij de voorbereiding geeft de persoon die de casus presenteert zijn vragen één week van tevoren door aan de patholoog, zodat deze zich kan voorbereiden en eventueel extra kleuringen kan inzetten.
92
Lijst van PA diagnoses relevant voor de internist Algemeen interne geneeskunde: - Artritis temporalis - Schildkliernodus - Bijschildklier nodus / hyperplasie - Bijnier adenoom / carcinoom - Carcinoid /pheochromocytoom MDL-ziekten: - Dikke darmpoliepen - Barret oesophagus - Coeliakie - IBD; Crohn / colitis ulcerosa - Leverpathologie : - virale hepaptis - autoimuun hepatitis - levercirrhose - primaire biliaire cirrhose Nefrologie: - Glomerulonefritiden - Diabetische nefropathie - Tubulusnecrose - Afstoting transplantatienier Oncologie: - Lymfomen: reactief / maligne - Hodgkin / non-Hogkin - Mammaca - Colonca - Adenocarcinoom van onbekende orgine
93
5 Critically Appraised Topic (en critical appraisal of literature) Doel De Critical Appraisal of Literature en Critically Appraised Topic (CAL/CAT) zijn vormen om de algemene competentie “kennis en wetenschap” te ontwikkelen. De principes van evidence based medicine met het kritisch beschouwen van de verschillende onderdelen van wetenschappelijke publicaties wordt hiermee beoordeeld. Daarnaast is het een instrument om de vakkennis te verbreden en de deskundigheid van collega en andere professionals in de gezondheidszorg te bevorderen. Uitwerking De aanleiding voor een CAT is een patiëntencontact, naar aanleiding waarvan een vraag gerezen is met betrekking tot de directe medische zorg aan die patiënt. Een CAT bestaat uit zeven onderdelen, zoals hieronder weergegeven.
Patiënt (Praktijk) 1 Klinisch scenario 2 Klinische vraag Vertaalslag (expert) / Wetenschap (literatuur) 3 Literatuur search 4 Kritisch beoordelen artikel 5 Evidence table Vertaalslag (expert) 6 Commentaar: besluitvormings proces EBM 7 Bottom line
1. Klinisch scenario Voor het beschrijven van een goed scenario is het noodzakelijk dat de patiënt helder en bondig wordt gepresenteerd en dat duidelijk wordt waarom het probleem relevant is. Het beschrijven van zo’n patiëntenpresentatie kan goed ondersteund worden met behulp van een lijst met noodzakelijke onderdelen: - naam - geslacht - leeftijd - anamnese - lichamelijk onderzoek - uitslag diagnostische tests - aandoening (of verdenking daarop) - specialisatie arts en setting - belangrijke aspecten uit medische voorgeschiedenis (o.a co-morbiditeit en medicatie - relevante leefstijlfactoren (roken, bewegen, alcohol, voeding etc) - verwachting patiënt - voorkeur patiënt en arts - klinisch dilemma/spanningsveld waaraan klinische vraag zijn relevantie ontleent. 2. Klinische vraag De vragen kunnen betrekking hebben op de diagnose, prognose, therapie en evaluatie van het gevoerde beleid betreffende een specifieke patiënt. Voor het vinden van het juiste antwoord is het van belang dat de vraag is opgebouwd uit concrete meetbare elementen, waardoor voor aanvang van de search duidelijk is wat belangrijk is bij de selectie van een artikel.
94
3. Literatuur search Het bewijs dat men zoekt moet verkregen zijn binnen een kwalitatief goed wetenschappelijk onderzoek (best evidence), om met voldoende zekerheid het antwoord op de klinische vraag te kunnen onderbouwen. 4. Kritisch beoordelen artikel In welke mate is een gevonden resultaat (een schatting van de werkelijkheid) reproduceerbaar als dat onderzoek opnieuw wordt uitgevoerd en binnen welke marges bevindt zich, met een bepaalde mate van zekerheid, werkelijke waarde van die uitkomstmaat (zie beoordelingsformulieren). 5. Evidence table Samenvatten en interpreteren van relevante cijfers uit een wetenschappelijke publicatie. Methodologische kwaliteit hoog of laag; geldigheid voor de patiëntencasus hoog of laag. 6. Commentaar De weging van alle componenten is een complex proces, evenals het goed verwoorden hiervan het leggen van de juiste accenten daarbij. 7. Bottom line Terugvertalen van conclusies uit het besluitvormingsproces naar de patiënt uit de klinische vraag.
Wanneer Iedere week wordt tijdens de overdracht of visite een onderwerp uitgekozen die volgens een vast rooster door een A(N)IOS wordt uitgewerkt en op een maandag middag gepresenteerd. Praktische aanpak in het kort: CAT’s zijn bedoeld als oefening in het wetenschappelijk denken over het klinisch handelen (aanvraaggedrag, therapiekeuze). Een CAT omvat de volgende stappen. - Beschrijving van een klinisch scenario (aan de hand van een patiënt van het ochtendrapport of naar aanleiding van casuïstiek besproken tijdens een grote visite). - Formuleren van een relevante klinische vraag naar aanleiding van dit scenario. - Beschrijven van het zoekproces met databronnen, sleutelworden en inclusiecriteria voor de gevonden artikelen. - Beschrijven van opzet en uitvoering van een wetenschappelijk onderzoek en beoordeling van de kwaliteit ervan. - Weergeven van de mate van ‘evidence’. - De CAT voorzien van commentaar en conclusie over het toepassen van de bevindingen voor het geschetste scenario. - Middels een PowerPointpresentatie van maximaal 15 minuten wordt het resultaat gepresenteerd. De presentatie wordt bewaard en verspreid onder alle a(n)ios en leden opleidingsteam. De CAT’s hebben betrekking op vier klinisch relevante domeinen: - Diagnostiek - Prognose - Therapie en (contra)indicaties - Evaluatie van het gevolgde beleid
95
Toets Supervisor en overige aanwezigen vullen naar aanleiding van de presentatie het KPB-formulier CAT in. De aios neemt dit op in zijn portfolio. Literatuur: Training critical appraisal of a topic. Een onmisbare handleiding in het tijdperk van Evidence Based Medicine. CPM de Brouwer, IJ Kant, LJM Smits, AC Voogd. Mediview BV, Maastricht augustus 2009. ISBN 978-90-77201-31-2.
96
Beoordelingsformulier CAT Diagnostiek Beoordeling : onvoldoende / voldoende / goed Onderdeel CAT Klinisch scenario: Relevante onderdelen aanwezig? (o.a. lft, sexe, kenmerken/symptomen patiënt, relevante risicofactoren, setting, range van priorkansen + bronvermelding) Is het klinisch probleem/dilemma goed benoemd? (focus gelegd bij een of meer van de volgende punten; risico missen diagnose, risico ten onrecht behandelen, kosten, belasting, plaats in diagnostisch traject) Goed geformuleerd? (helder, beknopt, juiste medische/epidemiologische terminologie Klinische vraag: Bevat vraag alle elementen: belangrijke symptomen en patiëntenkenmerken, die bepalend zijn voor prior-range, test, aandoening, gouden standaard en is vraag helder geformuleerd? Sluit de vraag goed aan bij klinisch scenario en klinisch probleem/dilemma? Search: Sluiten zoektermen goed aan bij klinische vraag? Is gekozen zoekstrategie goed opgebouwd? Is de motivering van keuze artikel toegelicht? (Diagnostiek: gouden standaard, patiëntenpopulatie, omvang populatie, primair artikel, taal, evt.datum+argumenten voor datum) Is het gekozen artikel een relevant artikel gezien het voorafgaande klinische probleem Beoordeling artikel: Zijn de belangrijkste sterke en zwakke methodologische punten uit de bijdrage hier genoemd? Zijn de belangrijkste methodologische criteria, zoals uitgebreid besproken in de bijlage, beknopt weergegeven en geïnterpreteerd in de CAT Evidence table: Zijn de belangrijkste uitkomsten samengevat in een tabel? Commentaar: Is een samenvattend oordeel over de methodologische kwaliteit van het beschreven onderzoek enerzijds en de methodologische kwaliteiten van de test anderzijds gegeven? Is kritische gekeken naar de bruikbaarheid van de test (kosten, belasting,behandelbare aandoening, invloed op beleid door toegenomen zekerheid over aan/afwezigheid aandoening? Zijn de overeenkomsten en verschillen tussen onderzoekspopulatie uit artikel en patiënt uit het scenario bediscussieerd? Zijn de DW+ en/of DW- zoals gevonden voor de patiënt vertaald in termen van medisch handelen?
97
Bottomline: Wordt in de bottomline een zinvol antwoord geformuleerd op de klinische vraag? Is de formulering van de bottom line kort, krachtig en toch volledig ?
98
Beoordelingsformulier CAT prognostiek Klinisch scenario: Relevante onderdelen aanwezig? (o.a. lft, geslacht, aard en ernst aandoening, klinische setting, moment van presentatie, beschrijving prognostische probleem, belangrijkste prognostische variabelen) Volledig en beknopt geformuleerd? Klinische vraag: Bevat vraag alle elementen: patiënt, moment, uitkomst, periode? Is de vraag als een goedlopende vraag geformuleerd? Sluit de vraag goed aan bij klinisch scenario? Search: Sluiten zoektermen goed aan bij klinische vraag? Is gekozen zoekstrategie goed opgebouwd? Is de motivering voor keuze artikel gegeven? (Past patiënt in patiëntenpopulatie, uitkomst, lengte follow-up, omvang populatie, primaire literatuur) Beoordeling artikel: Zijn de belangrijkste sterke en zwakke methodologische punten van het artikel hier genoemd? Zijn de belangrijkste methodologische criteria, helder, volledig en beknopt gepresenteerd en geïnterpreteerd? Evidence table: Zijn de voor de prognostische vraag belangrijkste uitkomsten op heldere wijze weergegeven? Bondig samengevat Commentaar m.b.t. toepasbaarheid: Is aangegeven in hoeverre de methodologische kwaliteit de bruikbaarheid van het artikel beïnvloedt? Is kritisch gekeken naar de bruikbaarheid van het artikel voor de patiënt (t0, setting, overeenstemming studiepopulatie- patiënt, verouderde diagnostiek / behandelingsmethoden)? Heeft student gekeken naar de implicaties van relevante prognostische factoren bij de patiënt? (ook als ze niet zijn vermeld in artikel) Heeft de student beredeneerd of prognose patiënt beter of somberder is o.b.v. afweging van algemeen oordeel in toepasbaarheid artikel en prognostische factoren? Bottom line: Wordt in de bottomline een zinvol relevant geformuleerd op de klinische vraag? Is de bottomline kort, krachtig en volledig geformuleerd?
99
Beoordelingsformulier CAT therapie Klinisch scenario: Relevante onderdelen aanwezig? (o.a. lft, geslacht, aard en ernst aandoening, klinische setting, moment van presentatie, beschrijving therapeutisch probleem en met de interventie na te streven doel) Volledig en beknopt geformuleerd? Klinische vraag: Bevat vraag alle elementen: patiënt, intervention, control, outcome, time (PICOT)? Is de vraag als een goed lopende vraag geformuleerd? Sluit de vraag goed aan bij klinisch scenario? Search: Sluiten zoektermen goed aan bij klinische vraag? Relevante combinatie van (voldoende) methodologische en medische zoektermen? Is de motivering voor keuze artikel gegeven? (Past patiënt in patiëntenpopulatie, interventie, uitkomst, lengte follow-up, omvang populatie, primaire literatuur, redenen van eliminatie overige artikelen) Beoordeling artikel: Zijn de belangrijkste sterke en zwakke methodologische punten van het artikel hier genoemd? Zijn de belangrijkste methodologische criteria, helder, volledig en beknopt gepresenteerd en geïnterpreteerd? Evidence table: Zijn de voor de prognostische vraag belangrijkste uitkomsten en effectmaten op heldere wijze weergegeven? Bondig samengevat Commentaar m.b.t. toepasbaarheid: Is aangegeven in hoeverre de methodologische kwaliteit de bruikbaarheid van het artikel beïnvloedt? Is kritisch gekeken naar de bruikbaarheid van het artikel voor de patiënt (t0, setting, uitvoering interventie, co-interventies, subgroepanalyses)? Heeft student gekeken naar eventuele praktische toepasbaarheid, kosteneffectiviteit, juridische en/of ethische dilemma’s? Bondig geformleerd? Bottomline: Wordt in de bottomline een relevant antwoord geformuleerd op de klinische vraag? Is de bottomline kort, krachtig en volledig geformuleerd?
100
6 Referaat Maandelijks wordt er op de vierde maandag van de maand van 12.30 tot 13.30 uur een refereersessie gehouden. Twee a(n)ios bespreken een artikel dat in overleg met een supervisor is gekozen. Een week van te voren wordt het artikel verspreid binnen de groep. De supervisor plaatst het onderwerp in een breder verband tijdens een korte inleiding , waarna de anios zal refereren. De opleider / supervisor vult na afloop ook een KPB formulier (KPB referaat) in en bespreekt dit kort na met de de a(n)ios. De lijst van referenten is eerder bekend en wordt vastgesteld door dr. Branger. Tips PowerPointpresentatie Leesbare didactische dia’s in PowerPoint maken is een kunst. Besef dat veel collega’s wellicht niet op hun best zijn, dus houd het boeiend en gemakkelijk leesbaar. - De ‘leesbaarheid’ van de dia’s blijft belangrijk. Denk er met name aan om tabellen uit een artikel sterk te vergroten en de belangrijke getallen duidelijk te markeren. Een andere mogelijkheid is om zelf een nieuwe tabel te maken met alleen de relevante getallen. - Letters dienen tenminste 18 punts en vet (bold) te zijn. - Beperk de tekst tot de essentie: vermijd volle tabellen (met ranges en betrouwbaarheidsintervallen, SD’s). Geef in de kop aan waar de tabel over gaat. Maak niet meer dan 5 kolommen. Verdeel een grote relevante tabel over meerdere dia’s. - Geef in de grafieken aan: o Waar het over gaat o Zorg dat bij de X- en Y-as staat wat ze voorstellen. o Zorg dat bij een serie grafieken de lay-out consequent is. o Geef bij een lijn aan wat deze voorstelt: vermijd aparte legenda o Gebruik niet te dunne lijnen of te fijne arcering - Houd gemiddeld 1 dia per minuut spreektijd aan. - Wanneer informatie van een dia later in de presentatie nodig is, maak dan meer dan één kopie van deze dia om die op de juiste plaats in de presentatie te zetten. Ga nooit terug naar de oorspronkelijke dia. - Een kleurendia is slechts zelden beter dan een zwart-wit of blauw-witte presentatie. Wil je toch in kleur werken, weersta dan de verleiding om veel kleuren te gebruiken. Maak het niet te “fancy”. Gebruik nooit rood tegen een blauwe achtergrond. Hoe presenteer ik boeiend....? - Praat naar het publiek toe. - Articuleer duidelijk, leg accenten, vermijd monotoon stemgebruik en gemompel. - Maak gebruik van pointer / aanwijsstok. - Bespreek tabellen en grafieken waarbij je eerst benoemd wat er wordt weergegeven, vervolgens bespreek je de resultaten, eventueel gevolgd door de conclusie. - Houd je aan de tijd. - Presenteer jezelf, straal enthousiasme uit. Format presentatie algemeen - Begin met een beknopte inleiding en stem deze af op die van je voorganger. - Formuleer de vraagstelling helder in vragende vorm (zelfs al doen de auteurs dit niet). Bespreek methoden, patiëntenselectie, design van de studie en resultaten (durf wat weg te laten!). o Methodologie .. Is de theorievorming goed uitgewerkt? .. Is/zijn de hypothese(n) duidelijk beschreven? (onderstreep die in het artikel)
101
.. Hoe zijn de te meten begrippen geoperationaliseerd? .. Zijn de condities goed beschreven en duidelijk onderscheiden? .. Hoe is de afname van de meetinstrumenten beschreven? o Patiëntenselectie .. Hoe is de selectie van de onderzochten tot stand gekomen? .. Voldoende proefpersonen aan de doelgroep in de hypothese? .. Is er geen bias in de selectie? .. Is de uitval van onderzochten vermeld, hoeveel en waardoor? Is er geen selectie drop-out. o Design .. Is duidelijk beschreven hoe het onderzoek verloopt? .. Is er controle o neveninvloeden (andere behandelingen e.d.)? .. Is er controle op neveneffecten (bijwerkingen)? -Houd de grote lijnen aan, wie het precies wil weten moet het artikel maar lezen! -Geef aan wat de auteurs concluderen en wat jij ervan vindt. o Conclusie; .. Zijn de resultaten in lijn met de hypothese .. Zijn de conclusies terecht .. Sluiten de conclusies aan bij de hypothese en theorievorming? .. Is generalisatie mogelijk? -Bediscussieer de resultaten. o Wordt de hypothese bevestigd en is deze juist? o Welke omstandigheden worden genoemd die het onderzoek hebben beïnvloed o Welke omstandigheden (bias) kun je zelf noemen o Wat is je oordeel over het onderzoek in het algemeen o Hoe zou het beter opgezet en uitgevoerd kunnen worden. -Voor specifieke artikelen zie onderstaande. Format presentatie specifiek naar onderwerp Artikel over prognose I. Are the results in the study valid? • Primary Guides . Was there a representative and well-defined sample of patients at a similar point in the course of the disease? . Was follow-up sufficiently long and complete? • Secondary Guides . Were objective and unbiased outcome criteria used? . Was there adjustment for important prognostic factors? II. What are the results? • How large is the likelihood of the outcome event(s) in a specified period of time? • How precise are the estimates of likelihood? III. Will the results help me in caring for my patients? • Were the study patients similar to my own? • Will the results lead directly to selecting or avoiding therapy? • Are the results useful for reassuring or counseling patients?
102
Artikel over therapie I. Are the results of the study valid? • Primary Guides: . Was the assignment of patients to treatments randomized? . Were all patients who entered the trial properly accounted for and attributed at its conclusion? . Was follow-up complete? . Were patients analyzed in the groups to which they were randomized? • Secondary Guides: . Were patients, health workers, and study personnel "blind" to treatment? . Were the groups similar at the start of the trial? . Aside from the experimental intervention, were the groups treated equally? II. What were the results? • How large was the treatment effect? • How precise was the estimate of the treatment effect? III. Will the results help me in caring for my patients? • Can the results be applied to my patient care? • Were all clinically important outcomes considered? • Are the likely treatment benefits worth the potential harms and costs? Artikel over diagnostische test I. Are the results in the study valid? • Primary Guides . Was there an independent, blind comparison with a reference standard? . Did the patient sample include an appropriate spectrum of patients to whom the diagnostic test will be applied in clinical practice? • Secondary Guides . Did the results of the test being evaluated influence the decision to perform the reference standard? . Were the methods for performing the test described in sufficient detail to permit replication? II. What are the results? • Are likelihood ratios for the test results presented or data necessary for their calculation provided? III. Will the results help me in caring for my patients? • Will the reproducibility of the test result and its interpretation be satisfactory in my setting? • Are the results applicable to my patient? • Will the results change my management? • Will patients be better off as a result of the test? Artikel over kwaliteit van leven I. Are the recommendations valid? • Primary Guides . 1. Have the investigators measured aspects of patients' lives that patients consider important? . 2. Did the HRQL instruments work in the way they are supposed to? • Secondary Guides . 3. Are there important aspects of HRQL that have been omitted? . 4. If there were tradeoffs between quality and quantity of life, or an economic evaluation, have they used the right measures?
103
II. What are the results? • 1. What was the magnitude of effect on HRQL? III. Will the results help me in caring for my patients? • 1. Will the information from the study help me inform my patients? • 2. Did the study design simulate clinical practice?
104
7 Lokale en Regionale Onderwijsdagen Interne geneeskunde Amsterdam Het onderwijs in de regio Amsterdam is vormgegeven in Lokale en Regionale Onderwijsdagen Interne geneeskunde. Volgens een vaste cyclus van 4 jaar wordt onderwijs verzorgd. In het lokaal onderwijs wordt voorafgaand aan de Snapperdagen met het desbetreffende onderwijs gestart. Dit houdt in dat het onderwijs op lokaal en regionaal niveau is afgestemd en elkaar aanvult c.q. versterkt. Alle aios zijn verplicht dit onderwijs te volgen. De certificaten worden opgenomen in het portfolio.
105
Snapperdagen 2012/2013/2014 ///5e serie
Regionale onderwijsdagen Inwendige Geneeskunde voor arts-assistenten in (voor)opleiding: Amsterdam Regio 1 Onderwerp
Organisatoren AMC
Organisatoren Perifeer
AIOS
Datum
Locatie
1. Endocrinologie
E. Fliers
J.J.de Sonnaville (TGZ)
Onno
22.08.2012
FLEVO
N. Smit (Flevo)
Holleboom
2. Nierfalen/dialyse/transplantatie
J.J. Homan van der
M.H.M. Raasveld
Danny Cohn
26.09.2012
AMC
Heide
(WFG)
J.J. Homan van der
Y.F.C. Smets/J.O.
Paul Krediet
24.10.2012
OLVG
Heide
Groeneveld (OLVG)
4. Hematologie
M.H. van Oers
S. Peters (FLZ)
Inge de Jong
28.11.2012
FLZ
5. Beeldvormende Technieken
J.S. Lameris B.L.F. van Eck-Smit S. Middeldorp
Annet Coumou
12.12.2012
AMC
Anniek Vlijm
23.01.2013
AMC
Geerte van
27.02.2013
AMC
Bregje van
20.03.2013
AMC
Zaane
Gewijzigd
3. Zuurbase evenwicht/ electrolyten
6. Trombo-embolie
D. Brandjes/ V. Gerdes (SLZ)
7. GE voor de internist
E. Dekker
G. de Groot (RKZ)
Sluis 8. Luchtweginfecties
J.M. Prins
S. Lobatto (TGZ)
9. Cardiologie voor de internist
R.J. Peters
Danny Cohn
17.04.2013
AMC
10. Communicatie patiënt-arts
M.M. Calff
Cardiologen (TGZ)
Hilje Wessel
15.05.2013
AMC
11. Febris/Importziekten
M. van Vugt
Anne Vrieze
05.06.2013
AMC
Gewijzigd 12. Acute Interne Geneeskunde
F. Holleman
W.E.M. Schouten
Bas van den
(OLVG)
Bogaard
26.06.2013
OLVG
13. Metaboolsyndroom/Diabetes
J.H. de Vries
C.B. Brouwer (OLVG)
Marleen Kok
24.07.2013
AMC
14. Sepsis en Shock
A.C. de Pont
H.M. Oudemans-Van
Raf Hamers
28.08.2013
AMC
15. Nierziekten/hypertensie
B.J. van den Born
S. Lobatto (TGZ)
Mart de Graaff
25.09.2013
TGZ
16. Oncologie
A.M. Westermann
R.C. Rietbroek (RKZ)
Marleen Kok
23.10.2013
AMC
17. Ouderengeneeskunde
S.E. de Rooij
S.J.M. Jong (OLVG)
nnb
20.11.2013
AMC
18. Antimicrobiële geneeskunde
J.M. Prins
Microbioloog (OLVG)
nnb
11.12.2013
AMC
19. KIR
N. de Vries
H.J. Dinant (SLZ)
nnb
22.01.2014
SLZ
20. Leverziekten
U.H.W. Beuers
A.H.J. Naber(TGZ)
nbb
19.02.2014
AMC
21. Voeding en Lipiden
M.J. Serlie
S. Peters (FLZ)
nnb
19.03.2014
FLZ
22. Longziekten voor de internist
E.H. Bel
P. Bresser (OLVG)
nnb
16.04.2014
AMC
23. Communicatie patiënt-arts
M.M. Calff
nnb
14.05.2012
AMC
24. Palliatieve Zorg
B.S. Wanrooij
nnb
28.05.2014
AMC
Straaten (OLVG)
Gewijzigd
L.J.A. Stalpers 25. Immuundeficiëntie ziekten
R.J. Ten Berge
K. Brinkman (OLVG)
nnb
25.06.2014
OLVG
26. Klinische Epidemiologie
S. Middeldorp
G. Sonke (NKI-AvL)
nnb
23.07.2014
AMC
106
8 Overzicht vaardigheden Vaardigheid - Infuusbeleid - Reanimatie - ECG (+ beoordeling) - Inbrengen lange lijnen: vena-subclaviakatheter, vena-jugulariskatheter - Arteriepunctie - Venapunctie - Afname materiaal voor microbiologisch onderzoek - Pleurapunctie - Ascitespunctie - Cytologische punctie - Inbrengen maagsonde - (Par)enterale voeding - Non-invasieve bloeddrukmeting en saturatiemeting - Het voorschrijven van geneesmiddelen - Beenmergpunctie (stage hematologie) - Intubatie(non-invasieve) beademing (stage IC)
107
9 Complicatie – en Incidentbespeking / intervisie Intervisie: De incidentbespreking is een vorm van intervisie met de aios. Tijdens deze besprekingen worden werkgerelateerde problemen en vraagstukken bespreekbaar gemaakt. Het gaat hierbij niet om medische zaken, maar om ervaringen op het terrein van communicatie, samenwerking, etc. Het zijn vooral de emotionele ervaringen, die aan bod komen. Hierdoor betreft het dan ook het professioneel handelen van de aios. De besprekingen worden gevoerd onder begeleiding van een staflid samen met twee mediatoren NHG getraind en gecertificeerd volgens de incidentmethode. Deze methode zorgt ervor dat iedereen actief deelneemt. Werkwijze - Elke aios meldt een voorval wat hij/zij de afgelopen periode heeft meegemaakt (actuele problemen/gebeurtenissen gaan voor) - Keuze van het incident; de groep maakt een keuze welk incident wordt besproken - Informatiefase: de inbrenger vertelt de feitelijke inhoud van het incident en de reden waarom hij het inbrengt - Vragenronde: open vragen om een duidelijker beeld van de situatie te krijgen en de relatie met de inbrenger: wat is zijn rol, wat zijn de beweegredenen en achterliggende gedachten? Iedeeeen komt aan de beurt. - Standpuntbepaling dor de groep: wat speelt hier en waarom? De inbrenger luistert - De inbrenger: wat deed/doet hij? - Afsluitende discussie - Afronding: welke inzichten en adviezen heeft deze bespreking opgeleverd? Voorbeelden van situaties: reanimatie, VIM, slecht nieuwsgesprekken, ontevreden of agressieve patiënten of familie, problemen tijdens overleg met andere werknemers in de zorg, moeilijke patiënten, etc. Eénmaal per 2 jaar wordt er in het kader van deze incidentbespreking een communicatiecursus ( Snapperdag ) gehouden. Hierbij wordt er ingegaan op alle aspecten van (non-)verbale communicatie, en ieders rol hierin. Frequentie: +/- 5 x per jaar.
Complicatiebespreking: Aanwezigen: internisten / A(N)IOS / coassistenten Werkwijze Bespreking van ingebrachte complicatie(s) uit de complicatieregistratie of incidenten uit het Decentrale Incident Melden (DIM) De presentatie verloopt als volgt: - casus met achtergrondinformatie - uiteenzetting complicatie of incident - toelichting leermoment, verbeterpunten - eventuele verbeteractie om complicatie of incident te voorkomen
108
Leerdoelen aan de hand van de volgende competenties: Medisch handelen: effectieve en medisch verantwoorde patiëntenzorg Communicatie: duidelijke presentatie, brengt medische informatie goed over Maatschappelijk handelen: incidenten in de zorg Organisatie: bijdrage aan kwaliteitszorg Reflectie: onbevangen grondhouding , reflectie op eigen functioneren Toets: KPB Frequentie: 1x per maand.
109
110
DEEL B PORTFOLIO
111
Inleiding portfolio Overeenkomstig de richtlijnen is de aios verplicht een verzameling bij te houden van documenten waarin op systematische wijze de voortgang in de opleiding wordt gedocumenteerd. Het portfolio en het voortgangsgesprek hangen nauw met elkaar samen. Het portfolio levert de informatie op basis waarvan het voortgangsgesprek wordt gevoerd. Daarmee vormen zij een leidraad in de opleiding. Het portfolio is een verzameling van informatiebronnen en beoordelingsgegevens op basis waarvan leerdoelen geformuleerd kunnen worden en reflectie op het functioneren van de aios door zichzelf en anderen kan plaatsvinden. Tevens worden verplichte onderdelen hierin afgetekend en toetsuitslagen verzameld. Aan het eind is een schema opgenomen dat laat zien wat er op welk moment in de opleiding minimaal in het portfolio opgenomen moet zijn. Daarin is tevens een overzicht opgenomen met de minimale toetsing gedurende de opleiding. Het portfolio van de aios omvat ten minste de volgende onderdelen: - een individueel opleidingsplan (IOP) inclusief opleidingsschema - reflectieverslagen - de documenten ten behoeve van de toetsing / beoordeling van de aios (KPB, CAT, verslagen , voortgangs- en beoordelingsgesprekken etc.) - stagebeoordelingen - de gehouden voordrachten en/of referaten - de gepubliceerde artikelen - de gevolgde cursussen, inclusief certificaten - deelname certificaten lokale, regionale en landelijke onderwijsdagen
Individueel opleidingsplan vs opleidingsschema Bij aanvang van de opleiding stelt de aios in samenspraak met de opleider een individueel opleidingsplan (IOP) op. In een begeleidend opleidingsschema worden de verschillende stages aangegeven . Daarnaast zijn in het IOP de individuele leerdoelen van de aios opgenomen. De inbreng van de aios in het individueel opleidingsplan (IOP). De aios dient over zijn ontwikkeling te reflecteren. Dit kan enerzijds aan de hand van de gekregen feedback (KPB, CAT), maar daarnaast is het noodzakelijk dat de aios bijhoudt welke ervaringen aan de ontwikkeling van de competenties gedurende de stages hebben bijgedragen. De doorgemaakte ontwikkelingen dienen in een individueel opleidingsplan (IOP) bijgehouden te worden. Hierin dient de aios per stage aan te tekenen hoe er aan is gewerkt: bijvoorbeeld welk soort patiënten of pathologie er is gezien, wat er is geleerd en hoe dit is ervaren. Naast de toetsingsverslagen (KPB, CAT etc.) reflecteert de aios middels het IOP over de vorderingen in de opleiding en bespreekt dit met de opleider tijdens de voortgangsgesprekken. De aios is zelf verantwoordelijk voor het bijhouden van zijn eigen portfolio. Zoals eerder gezegd is het portfolio een middel om tot een gefundeerd oordeel te komen, het is geen doel op zich. Daarom zijn slechts minimumeisen opgesteld waaraan de inhoud van het portfolio moet voldoen. Naar eigen wens en noodzaak kan de opleider dit (laten) uitbreiden.
112
Overzicht begeleiding individuele aios tijdens zijn opleiding Onderstaand geeft de globale structuur weer van de begeleiding van de individuele aios gedurende zijn opleiding. Kennismakingsgesprek met de opleider Bespreken: - CV - Opleidingstructuur - Modelinstructie aios - Opleidingsschema - Leerdoelen voor de komende periode - Klinische presentaties - Toetsing (KPB, CAT etc.) IOP Tijdens introductiegesprek stage afspreken conform plan: - Leerdoelen - Klinische presentaties Opleidingsactiviteiten: - Stage – KPB’s/ - CAT / referaten - Uitvoering taken - Onderwijs - Referaat etc. Voortgangsgesprek bespreken: - KPB’s (waaronder KPB van Critical incidents/complicaties) - CAT - Verrichtingen - Briefbeoordelingen - Reflectiegesprek - Leerklimaat - Dynamisch CV: - cursussen - voordrachten - publicaties - etc. - Afspreken: - Leerdoelen - Voorkeurstages - Toetsing - IOP / bijstelling - Toekomst
113
HET MAKEN VAN EEN CURRICULUM VITAE Zie CV formulier Doel Curriculum vitae volgens vast stramien, zodat voor iedereen een snel te bekijken overzicht ontstaat. Wanneer De aios werkt het CV bij voorafgaand aan elk voortgangsgesprek en geschiktheidsbeoordeling. Werkwijze Opbouw van CV: Statisch deel (voornamelijk): - Algemeen - Opleiding en diploma’s - Werkervaring Dynamisch deel: - Cursussen - Voordrachten - Publicaties - Lidmaatschappen, nevenactiviteiten, interesses Aandachtspunten Het dynamische deel wordt voor elk gesprek bijgewerkt door de aios.
114
HET MAKEN VAN EEN INDIVIDUEEL OPLEIDINGS PLAN (IOP) Zie IOP formulier stages Doel Overzicht over het opleidingsniveau van de aios en het beloop hiervan. Concrete beschrijving van (persoonlijke) leerdoelen. Wanneer De aios maakt in samenspraak met de (plv)opleider tijdens de voortgangsgesprekken zijn/haar individueel opleidingsplan. Werkwijze De aios blikt gestructureerd terug op zijn functioneren gedurende de afgelopen periode van 3 of 6 maanden, met name voor wat betreft zijn niveau van functioneren op de 7 verschillende competentiegebieden. Daarbij wordt de informatie gebruikt van de themakaarten, de toetsmomenten gedurende die periode en bewijsmaterialen dat is vergaard in de afgelopen periode (gevolgde cursussen, gegeven presentaties e.d.). De aios analyseert deze gegevens en schrijft zijn bevindingen op in het IOP formulier. Aandachtspunten - Wat waren de afspraken bij het vorige gesprek? - In hoeverre zijn de afspraken geëffectueerd? - Hoe kijkt de aios nu terug op de afgelopen 3-6 maanden? - Welke sterkte-zwakte analyse wordt nu gegeven en op basis van welk bewijs (bijv. worden alle competenties in de analyse betrokken; worden uitspraken gedaan die voortvloeien uit de verzamelde bewijsmaterialen; worden activiteiten genoemd die bijdragen tot het verbeteren van het functioneren voor wat betreft de “zwakke” punten dan wel het verder ontwikkelen van de “sterke” punten). - Welke afspraken dienen gemaakt te worden tot het volgende voortgangsgesprek. - Maak de afspraken zo specifiek mogelijk, haalbaar binnen een bepaalde tijdsperiode en toetsbaar.
115
HET VOEREN VAN EEN INTRODUCTIEGESPREK BIJ AANVANG OPLEIDING EN BIJ AANGAAN VAN EEN STAGE Zie formulieren introductiegesprek en stagegesprek Doel Afspraken te maken tussen de aios en opleider, c.q.supervisor over wederzijdse verwachtingen ten aanzien van het functioneren op de afdeling. Wanneer Bij de start van de opleiding en bij de start van de stages. Werkwijze Afgesproken wordt, afhankelijk van de voorgeschiedenis van de aios, welke (onderdelen van) leerdoelen in de komende periode aan bod zullen komen en getoetst zullen gaan worden. Zowel stagespecifiek (zie stageomschrijving) en stage onafhankelijke leerdoelen. Ook het aantal Korte Praktijk Beoordelingen en brief beoordelingen wordt afgesproken. Richtlijn is dat per aios per maand één KPB wordt afgenomen tot een totaal van 12 KPB’s per aios/ jaar. De aios en opleider bewaken beide of er tijdens de komende periode ook nog andere beoordelingen dienen te worden gegeven (360o feedback, CAT’s,vaardigheidstoetsen etc.). Aandachtspunten introductiegesprek - Wat waren de sterke en zwakke punten van de aios in de voorafgaande periode. - Wat zijn de leerdoelen van de aios in deze periode. - Wat kan de aios leren in komende periode. Hierbij moet niet alleen gedacht worden aan medisch handelen, maar ook aan andere competenties als communicatie, samenwerking en organisatie. - Afspraken over welke leerdoelen worden getoetst. - Afspraken over hoeveel KPB’s worden afgenomen. Ook worden afspraken gemaakt over het inhoudelijk domein waar de KPB’s over gaan. - Afspraken over hoeveel briefbeoordelingen zullen worden afgenomen. - Afspraken over het eventueel gebruik van andere beoordelingsinstrumenten tijdens de stage. Tijdstip van eerstkomend voortgangsgesprek. - Alle gebruikte formulieren van de introductiegesprekken dienen te worden opgenomen in het portfolio.
116
HET VOEREN VAN EEN VOORTGANGSGESPREK EN GESCHIKTHEIDSBEOORDELING Zie voortgangsformulier Doel De aios en opleider bespreken het functioneren van de aios van de afgelopen periode en meer specifiek: de voortgang en het niveau van de verschillende competenties die de aios ontwikkelt. Het voortgangsgesprek kan beschouwd worden als een tussentijdse evaluatie gericht op specifieke leermomenten voor de komende periode. Bij de geschiktheidsbeoordeling wordt door de opleider een oordeel uitgesproken over de geschiktheid van de aios als toekomstig specialist. Wanneer Voortgangsgesprekken: jaar 1: iedere drie maanden, jaar 2: iedere zes maanden en daarna éénmaal per jaar. De aios wordt ieder jaar in zijn opleiding door de opleider beoordeeld of hij geschikt is de opleiding voort te zetten. Dat is een unilateraal oordeel. Op deze momenten kan de opleiding van de aios tussentijds worden gestaakt. Deze beoordeling vindt plaats conform formulieren van de MSRC (A/B formulier). Bij een onvoldoende oordeel wordt dit formulier naar de MSRC gestuurd (geschiktheidbeoordeling). Werkwijze De aios en opleider bereiden beiden het voortgangsgesprek voor. De opleider stelt de agenda samen, mede op basis van de punten die door de aios worden aangedragen. Vraagt na bij leden opleidingsteam en andere medewerkers hoe de betreffende aios functioneert. De aios levert uiterlijk 1 week van tevoren de volgende stukken bij de opleider in: 1 Agendapunten voortgangsgesprek 2 Portfolio waaronder: a Zelfbeoordeling competenties (algemeen en specifiek); b Individueel Ontwikkelings Plan; c Leerdoel stageperiode; d Beoordeling KPB’s; e Andere beoordelingen; f CV g informatie met betrekking tot relevante activiteiten op één of meerdere competentiegebieden; h reflectie op eigen functioneren op basis van voorafgaande informatie. 3 Leerklimaat 4 Toekomst Aandachtspunten voortgangsgesprek/geschiktheidbeoordeling - Identificeren sterke en zwakke punten. - Vastleggen op welke wijze zwakke punten kunnen worden verbeterd. - Vastleggen hoe deze verbetering getoetst wordt. - Bespreken van zelfreflectie en mate van overeenkomst en eventuele discrepanties met het oordeel van de opleidingsgroep - Bespreken leerklimaat voor de aios - Alle verslagen dienen te worden opgenomen in het portfolio - De opleider ziet erop toe dat er van het voortgangsgesprek / de geschiktheidsbeoordeling een schriftelijke verslag gemaakt wordt dat zowel door de opleider als door de aios ondertekend wordt. Dit verslag wordt aan het portfolio toegevoegd. - Onvoldoende oordeel dient in het dossier dat opleider van de aios heeft opgenomen te worden
117
HET BEOORDELEN D.M.V. KORTE PRAKTIJK BEOORDELINGEN (KPB) Zie diverse KPB formulieren Doel Het vastleggen en het nabespreken van het functioneren van aios op onderdelen van competenties door middel van observatie m.b.v. een gestructureerd beoordelingsformulier. Wanneer Op ieder moment tijdens de opleiding kan een aios geobserveerd worden op onderdelen van het functioneren. Dat betekent dat de observatiemomenten primair worden bepaald door de mogelijkheden die de bedrijfsvoering biedt. Binnen deze conditie verdient het aanbeveling de observatiemomenten zoveel mogelijk te spreiden. Zwakkere onderdelen kunnen dan vaker geobserveerd worden om te beoordelen of er verbetering is opgetreden. Werkwijze Het initiatief tot het afnemen van een KPB kan zowel door de aios als door de opleider/ supervisor genomen worden. Als regel geldt dat bij elke aios eenmaal per maand een KPB wordt afgenomen minimaal 10 per jaar. Waarover de KPB gaat wordt deels bepaald door wat de aios wil leren en deels door de klinische presentaties en de voor de opleiding relevante activiteiten van de betreffende stageplek. De inhoud van een KPB beperkt zich tot het beoordelen van een beperkt aantal competenties. Mogelijkheden voor KPB - poli/SEH/afdeling consult (anamnese, LO, probleem, DD) (KPB algemeen) - overdracht (KPB overdracht) - (grote) visite (KPB grote visite) - dienst (KPB dienst) - status (fiattering door supervisor) - brief (KPB brief) - patiënt/familie/-gesprek (KPB gesprek) - slecht nieuwsgesprek (KPB gesprek) - probleempatienbespreking/voordracht/referaat/CAT (KPB - Cat/referaat/probleempatientbespreking) Aandachtspunten bij de beoordeling van de KPB - Bepaal welke activiteiten waardevol zijn om aios te observeren en feedback te geven. - Houdt bij de observatiemomenten rekening met de leerdoelen van de aios genoemd in het introductie- en voortgangsgesprek. - Spreek tijdens introductie- of voortgangsgesprek al af wanneer en over welke taken in ieder geval een KPB wordt afgenomen. - Beoordeel aios op een beperkt aantal competenties. - Bespreek de observatie direct na met de aios. - Alle gebruikte formulieren dienen te worden opgenomen in het portfolio. - Neem tijd voor de toetsing en de aansluitende bespreking van de resultaten. - Een onvoldoende oordeel dient in het dossier dat de opleider van de aios heeft opgenomen te worden.
118
HET BEOORDELEN VAN HET FUNCTIONEREN D.M.V. 360° FEEDBACK Zie formulier voor 360° feedback Doel Het verkrijgen van informatie over eigen functioneren door professionals die veel met de aios te maken hebben aan de hand van een gestructureerde vragenlijst. Wanneer In principe in het vierde jaar van de opleiding. De aios en opleider kunnen besluiten dit frequenter te doen. Zeker bij twijfel over functioneren is dit een wenselijke optie. Werkwijze De aios overlegt met de opleider welke personen gevraagd dienen te worden om een oordeel te geven over het functioneren. De waarde van de beoordeling zit in het aantal en de diversiteit van de personen die gevraagd worden. Als richtlijn wordt voorgesteld om twee oordelen te verzamelen van twee aios, van twee stafleden van het opleidingsteam, van een medewerker van de behandelkamer en van iemand uit de verpleegkundige staf. Uit deze minimaal 6 oordelen destilleert de opleider een sterkte/zwakte analyse en bespreekt deze met de aios. Deze analyse met de onderliggende beoordelingen wordt opgenomen in het portfolio. Er bestaan momenteel goede digitale mogelijkheden voor het afnemen van een 360° feedback. Aandachtspunten bij de beoordeling 360° feedback formulier - Tussen aios en opleider wordt afgesproken welke personen bijdragen aan de 360° feedback. - De aios vraagt de professionals de formulieren in te vullen voor zover mogelijk; - De beoordelingen worden in principe gegeven door personen die niet wezenlijk bijdragen aan het beoordelingsproces van de aios. - De formulieren worden verzameld door de opleider - De aios is verantwoordelijk voor het verkrijgen van de informatie en de analyse ervan. - De opleider bepaalt welke weging wordt gegeven aan de verzamelde beoordelingen. - Alle gebruikte formulieren dienen te worden opgenomen in het portfolio. - Een onvoldoende oordeel dient in het dossier dat de opleider van de aios heeft opgenomen te worden.
119
HET BEOORDELEN VAN VAARDIGHEDEN Zie formulier KPB Vaardigheden Doel Inzicht krijgen in het vaardigheidsniveau van de aios met betrekking tot relevante vaardigheden binnen de interne geneeskunde. Wanneer/werkwijze Tijdens de werkzaamheden van de aios op de afdeling en interne functie kan er door de supervisor een KPB vaardigheden worden ingevuld. Dit wordt uiteraard toegevoegd aan het portfolio van de aios. Aandachtspunten bij beoordeling vaardigheden -Maak de criteria aan de hand waarvan getoetst wordt van tevoren duidelijk aan de aios.
120
CRITICALLY APPRAISED TOPIC (EN CRITICAL APPRAISAL OF LITERATURE) Zie KPB CAT/referaat/probeempatiëntbespreking Doel De Critical Appraisal of Literature en Critically Appraised Topic (CAL/CAT) zijn vormen om de algemene competentie “kennis en wetenschap” te ontwikkelen. De principes van evidence based medicine met het kritisch beschouwen van de verschillende onderdelen van de wetenschappelijke publicatie wordt hiermee beoordeeld. Daarnaast is het een instrument om de vakkennis te verbreden en de deskundigheid van collegae en andere professionals in de gezondheidszorg te bevorderen. Wanneer Iedere week wordt tijdens de overdracht of visite een onderwerp uitgekozen die volgens een vast rooster door een A(N)IOS wordt uitgewerkt en op een woensdagmiddag gepresenteerd. Werkwijze - CAT's zijn bedoeld als oefening in het wetenschappelijk denken over het klinisch handelen (aanvraaggedrag, therapiekeuze). Een CAT omvat de volgende stappen: - Beschrijving van een klinisch scenario (aan de hand van een patiënt van het ochtendrapport of naar aanleiding van casuïstiek besproken tijdens een grote visite); - Formuleren van een relevante klinische vraag naar aanleiding van dit scenario; - Beschrijven van het zoekproces met databronnen, sleutelwoorden en inclusiecriteria voor de gevonden artikelen; - Beschrijven van opzet en uitvoering van een wetenschappelijk onderzoek en beoordeling van de kwaliteit ervan; - Weergeven van de mate van 'evidence'; - De CAT voorzien van commentaar en conclusie over het toepassen van de bevindingen voor het geschetste scenario. - Middels een PowerPointpresentatie van maximaal 15 minuten wordt het resultaat gepresenteerd. De presentatie wordt bewaard en verspreid onder alle a(n)ios en leden opleidingsteam. De CAT's hebben betrekking op vier klinisch relevante domeinen: - Diagnostiek; - Prognose; - Therapie en (contra)indicaties; - Evaluatie van het gevolgde beleid. Toets Supervisor en overige aanwezige vullen nav de presentatie het KPB-formulier CAT in. De aios neemt dit op in zijn portfolio.
121
DE BRIEFBEOORDELING Zie KPB briefbeoordeling Doel Het vastleggen en nabespreken van de kwaliteit van de brieven (ontslag-, polikliniek-, consultbrieven etc.) d.m.v. een gestructureerd beoordelingsformulier. Wanneer Op ieder moment van de opleiding kan een briefbeoordeling plaats vinden. Hiermee kunnen met name de competenties medisch handelen en communicatie getoetst worden. De aios en opleider waken ervoor dat de briefbeoordelingen verhoudingsgewijs min of meer gelijkelijk (ontslag-, polikliniek-, consultbrieven e.d.) verdeeld is. Werkwijze Het initiatief voor een briefbeoordeling kan zowel bij de aios als bij een lid van de opleidingsgroep liggen. Alle briefbeoordelingen worden samen met de aios nabesproken.
122
INCIDENTBESPREKING Doel Bespreken van situaties waar de aios veel van geleerd heeft / kan gaan leren. Wanneer Wanneer zich een bepaalde situatie heeft voortgedaan. Werkwijze De aios benoemt het incident tijdens deze bespreking. Te samen met alle aanwezigen wordt een keuze gemaakt welk incident besproken wordt. Met name de wat rol van de aios was en wat hier goed in was, wat er beter had gekund en wat het leerdoel van deze situatie is/is geweest. Voorbeelden van situaties: reanimatie, VIM, slecht nieuwsgesprekken, ontevreden of agressieve patiënten of familie, problemen tijdens overleg met andere werknemers in de zorg, moeilijke patiënten, etc. Aandachtspunten: -Beperken tot kern van de zaak; -Beperken in aantal; -Geen waarde oordeel, maar alternatieve oplossingen.
123
HET BEOORDELEN VAN HET PORTFOLIO Doel Inzicht krijgen in en zicht krijgen op alle competenties van de aios Interne geneeskunde. Werkwijze Het portfolio is het verzamelpunt van alle informatie die over de aios beschikbaar is. De aios is verantwoordelijk voor deze informatie. Het portfolio wordt gebruikt als onderliggend document bij het voortgangsgesprek. Het portfolio dient naast andere formulieren (zie voortgangsgesprek) een week van tevoren te worden ingeleverd zodat de opleider de tijd heeft deze informatie te bekijken en nog om aanvullende informatie te vragen. De hieronder vermelde aandachtspunten vormen voor een belangrijk deel de agenda van het voortgangsgesprek. Aandachtspunten - Is het portfolio op tijd ingeleverd? (Zegt iets over de competenties organisatie en timemanagement.) - Bevat het portfolio minimaal de volgende informatie: o Zelfbeoordeling algemene competenties; o Individueel Ontwikkelings Plan; o Beoordelingen KPB; o Andere beoordelingen; o Informatie met betrekking tot relevante activiteiten op één of meerdere competentiegebieden; o Reflectie op eigen functioneren op basis van voorafgaande informatie. - Het bespreken van discrepanties in de beoordeling van de opleider/supervisor o De kwaliteit van de reflectie wordt beoordeeld: o Goede aansluiting met sterke en zwakke punten; o Juiste conclusies uit reflectie; o Er worden toetsbare voornemens gemaakt. o Identificeren sterke en zwakke punten. o Vastleggen op welke wijze zwakke punten kunnen worden verbeterd. o Vastleggen hoe deze verbetering getoetst wordt. - Wat is de kwaliteit van het totale portfolio. De opleider dient de informatie ten opzichte van elkaar te wegen. Is er twijfel over de kwaliteit van het portfolio dan is het wenselijk leden van de opleidingsgroep in het oordeel te betrekken. - Hoe ervaart de aios het “leerklimaat” op de afdeling? - Komen de afspraken gemaakt bij het introductiegesprek overeen met de werkelijk verrichte activiteiten? - Wat dient voor de volgende keer te worden afgesproken? En hoe kan dit getoetst worden? - Neem tijd voor de bespreking van de resultaten (minimaal 30 minuten). - Alle verslagen dienen te worden opgenomen in het portfolio. - Een onvoldoende oordeel dient in het dossier dat de opleider van de aios heeft opgenomen te worden.
124
Deel C Formulieren
125
Curriculum Vitae Algemene informatie Curriculum Vitae bij aanvang opleiding Naam: Geboortedatum: Adres: BIG registratie: Telefoonnummer: E-mail: Ingeschreven opleiding In opleiding tot: In opleiding sinds: Lid van ... Behaalde diploma’s: Werkervaring: Voorgeschiedenis aios, reeds gelopen stages binnen Interne geneeskunde als anios of elders, of op een andere afdeling als cardiologie/ longziekten/IC Presentaties/congressen: Publicaties en werken aan promotie, doen van onderzoek (idem wensen en mogelijkheden) Opleidingsschema: schema tot op heden: huidige stage: opleidingsschema vervolg: wijzigingen opleidingsschema: Sociale omstandigheden en andere specifieke omstandigheden bv ten aanzien van gezondheid, Andere relevante gegevens:
126
Introductie/aanvangsgesprek Bespreekpunten bij aanvangsgesprek tussen opleider en aios: 1. Beoordeling reeds aanwezig portfolio, formulieren, punten van aandacht en van zelf benoemde leerdoelen 2. CV ingeleverd, gedateerd en gesigneerd? Arbeidscontract geregeld? 3. Verwachtingen van aios mbt (voor-)opleiding en eventuele specifieke wensen 4. Wijzen op assistentenklapper 5. Toewijzen persoonlijk emailaccount en geven van aanwijzingen tot gebruik 6. Werktijden, reeds geplande vakanties. Afspraken bespreken tav vakantieplanning. 7. Wat te doen bij ziekte 8. Uitleg opleidingsplan (stages, manier van visite lopen conform afspraken op de afdeling) 9. Verwachtingen mbt : a. verslaglegging, statusvoering, brieven: samenvatting status op vrijdag b. overleg met supervisor c. ontslagprocedures: trombosedienst, voorlopige ontslagbrief en dicteren ontslagbrief binnen 2 weken d. volgen onderwijs, casuspresentatie, refereren, intervisie, Snapper, COIG en voortgangstoets . 10. Verantwoordelijkheid mbt diensten, dienstrooster, vakantie, vrije dagen 11. Voor de dienst ECG, X-thorax kunnen beoordelen, procedure op interne afdelingen consulten, SEH-dienst meelopen. 12. Verantwoordelijkheid naar co-assistenten, wensen en ambitie mbt geven onderwijs. 13. Kennismaking met specialisten, unithoofden, secretariaat, omgangsvormen met verpleging en andere medewerkers. 14. Formele positie in zorgketen, verwijzen naar desbetreffende hoofdstukken assistentenklapper, omgangsvormen naar patiënten, duidelijk maken van positie 15. Wat te doen bij: a. Problemen b. Een klacht (zie gedragscode generiek plan) c. Prikaccidenten d. agressieve patiënten 16. Portfolio uitreiken en bespreken: a. Lokaal opleidingsplan, stagebeschrijvingen b. Toetsinstrumenten: KPB, CAT, etc c. Introductie- en voortgangsgesprekken d. Besprekingen e. IOP 17. Voortgangsgesprekken: melding van voorbereiding hierop middels invullen zelfbeoordelingformulier en formulier tav beoordeling opleiding. In het eerste jaar in ieder geval 4 beoordelingen door directe supervisor. 18. Diverse opmerkingen
127
Formulier introductiegesprek stage Introductiegesprek Naam aios Naam supervisor Stage Datum gesprek Periode/jaar Samenvatting gesprek Leerdoelen/competenties uit vorige stages Leerdoelen/competenties bij komende stage Te toetsen leerdoelen/competenties binnen deze stage, inclusief hoe Opmerkingen
128
Competentiekaart voor zelfbeoordeling door AIOS met de opleiders t.b.v. het voortgangsgesprek Naam AIOS: datum: Handtekening AIOS: ……………………………………………………………………………. Toelichting bij de beoordeelde competenties Medisch handelen -bezit kennis en vaardigheid naar de stand van het vakgebied -past het diagnostisch en therapeutisch arsenaal van het vakgebied goed toe -levert effectieve en ethisch verantwoorde patiëntenzorg -vindt snel de vereiste informatie en past deze goed toe Communicatie -bouwt effectieve behandelrelaties met patiënten op -luistert goed en verkrijgt efficiënt relevante patiënteninformatie -bespreekt medische informatie goed met patiënten en familie -doet adequaat mondeling en schriftelijk verslag over patiëntencasus Samenwerking -overlegt doelmatig met collegae en andere zorgverleners -verwijst adequaat -levert effectief intercollegiaal consult -draagt bij aan effectieve interdisciplinaire samenwerking en ketenzorg Organisatie -verdeelt uw energie goed tussen patiëntenzorg, opleiding en andere activiteiten -besteedt de beperkt beschikbare middelen voor de gezondheidszorg verantwoord -werkt effectief en efficiënt in een gezondheidszorgorganisatie -gebruikt ICT adequaat voor optimale patiëntenzorg en voor het eigen leerproces Maatschappelijk handelen -kent en herkent de belangrijkste determinanten van ziekte -draagt bij aan een betere gezondheid van patiënten en de gemeenschap als geheel -handelt volgens de relevante wettelijke bepalingen -treedt adequaat op bij incidenten in de zorg Kennis en wetenschap -beschouwt medische informatie kritisch -bevordert de verbreding en ontwikkeling van wetenschappelijke vakkennis -ontwikkelt en onderhoudt een persoonlijk bij- en nascholingsplan -bevordert de deskundigheid van studenten, collegae, patiënten en andere betrokkenen bij de gezondheidszorg Professionaliteit -levert hoogstaande patiëntenzorg op integere, oprechte en betrokken wijze -vertoont adequaat persoonlijke en interpersoonlijk professioneel gedrag -kent de grenzen van de eigen competentie en handelt daarbinnen -oefent de geneeskunde ethisch uit naar de normen van het beroep
129
Toelichting op de competentiekaart bij voortgangs-gesprek door AIOS Naam AIOS: Naam opleider(s): Datum: Competentie Medisch handelen/Zelfreflectie AIOS Competentie Communicatie/Zelfreflectie AIOS Competentie Samenwerking/Zelfreflectie AIOS Competentie Organisatie/Zelfreflectie AIOS Competentie Maatschappelijk handelen/Zelfreflectie AIOS Competentie Kennis en wetenschap/Zelfreflectie AIOS Competentie Professionaliteit/Zelfreflectie AIOS
Handtekening AIOS: ……………………………………………………………………………. Handtekening opleider: …………………………………………………………………………….
130
Competentiekaart voor beoordeling door opleider t.b.v. het voortgangsgesprek Naam opleider: Naam AIOS: datum:
Toelichting bij de beoordeelde competenties Medisch handelen -bezit kennis en vaardigheid naar de stand van het vakgebied -past het diagnostisch en therapeutisch arsenaal van het vakgebied goed toe -levert effectieve en ethisch verantwoorde patiëntenzorg -vindt snel de vereiste informatie en past deze goed toe Communicatie -bouwt effectieve behandelrelaties met patiënten op -luistert goed en verkrijgt efficiënt relevante patiënteninformatie -bespreekt medische informatie goed met patiënten en familie -doet adequaat mondeling en schriftelijk verslag over patiëntencasus Samenwerking -overlegt doelmatig met collegae en andere zorgverleners -verwijst adequaat -levert effectief intercollegiaal consult -draagt bij aan effectieve interdisciplinaire samenwerking en ketenzorg Organisatie -verdeelt uw energie goed tussen patiëntenzorg, opleiding en andere activiteiten -besteedt de beperkt beschikbare middelen voor de gezondheidszorg verantwoord -werkt effectief en efficiënt in een gezondheidszorgorganisatie -gebruikt ICT adequaat voor optimale patiëntenzorg en voor het eigen leerproces Maatschappelijk handelen -kent en herkent de belangrijkste determinanten van ziekte -draagt bij aan een betere gezondheid van patiënten en de gemeenschap als geheel -handelt volgens de relevante wettelijke bepalingen -treedt adequaat op bij incidenten in de zorg Kennis en wetenschap -beschouwt medische informatie kritisch -bevordert de verbreding en ontwikkeling van wetenschappelijke vakkennis -ontwikkelt en onderhoudt een persoonlijk bij- en nascholingsplan -bevordert de deskundigheid van studenten, collegae, patiënten en andere betrokkenen bij de gezondheidszorg Professionaliteit -levert hoogstaande patiëntenzorg op integere, oprechte en betrokken wijze -vertoont adequaat persoonlijke en interpersoonlijk professioneel gedrag -kent de grenzen van de eigen competentie en handelt daarbinnen -oefent de geneeskunde ethisch uit naar de normen van het beroep
131
Toelichting op de competentiekaart bij voortgangsgesprek door opleider Naam AIOS: Naam opleider(s): Datum: Competentie Medisch handelen/Evaluatie opleiders Competentie Communicatie/Evaluatie opleiders Competentie Samenwerking/Evaluatie opleiders Competentie Organisatie/Evaluatie opleiders Competentie Maatschappelijk handelen/Evaluatie opleiders Competentie Kennis en wetenschap/Evaluatie opleiders Competentie Professionaliteit/Evaluatie opleiders
Handtekening AIOS: …………………………………………………… Handtekening opleider: …………………...
132
Gezamenlijke evaluatie van competenties voortgangsgesprek Naam AIOS: Naam opleider(s): Datum: Belangrijke discrepanties Aandachtspunten
Afspraken
Handtekening AIOS: ………………………………………………………………………… Handtekening opleider: ……………………………………………………………………..
133
Vooruitblik komend jaar bij voortgangsgesprek Naam AIOS: Datum: Opleider: Visie AIOS
Visie opleider
Wensen stages 1. 2. 3. 4. Deeltijd/verlof
Ambitie aandachtsgebied Ambitie wetenschap Ambitie na de opleiding
MSRCcorrespondentie
Naam mentor
Nadere afspraken
134
Formulier samenvatting voortgangsgesprek oordeel opleider/AIOS algemene competenties Stage: Opleider: Aios: Datum:
1
2
3
4
5
6
M C S W MH O R
Basisarts
Internist
Schrijf uw overwegingen bij dit oordeel voor iedere competentie kort op. Welke individuele leerdoelen komen hieruit naar voren in de reflectie met de aios? Handtekening gezien aios: Handtekening gezien opleider:
135
Korte Praktijk Beoordeling algemeen
Naam Aios: Supervisor: Datum: Type Patiënt: Focus van het contact:
Wat is er goed? Wat kan er beter? Wat is er goed? Wat kan er beter? Handtekening gezien AIOS: Handtekening gezien supervisor Korte Praktijk Beoordeling algemeen Deelcompetentie 1: Bezit kennis en vaardigheid naar de stand van het vakgebied - De aios is in staat op een gestructureerde en effectieve wijze medische informatie naar anderen te verwoorden Deelcompetentie 2: Past het diagnostisch en therapeutisch arsenaal van het vakgebied goed en waar mogelijk evidence-based toe. De AIOS verwerft specialistische kennis, en past deze adequaat toe, op het terrein van: - Diagnostiek: Anamnese: de AIOS beheerst de vaardigheid van de anamnese tot in de details. Lichamelijk onderzoek: de AIOS is deskundig op het gebied van lichamelijk/fysisch-diagnostisch onderzoek. Laboratoriumdiagnostiek: de AIOS leert gegevens uit het laboratoriumonderzoek te interpreteren en heeft kennis van afwijkende laboratoriumbevindingen behorend bij de specifieke interne ziektebeelden. Beeldvormende diagnostiek: de AIOS leert gegevens uit beeldvormende diagnostiek (radiologie, CT, MRI, echografie, isotopenonderzoek) te interpreteren en adequaat toe te passen. Functieonderzoek: de AIOS leert gegevens uit functieonderzoek te interpreteren en adequaat toe te passen - Probleemoplossend vermogen: De AIOS beheerst het efficiënt opstellen van een probleemlijst met bijbehorende werkhypothesen in de vorm van een differentiaaldiagnose, daarbij gebruikmakend van de informatie direct bij de patiënt verkregen, alsmede integratie van overige diagnostische gegevens in combinatie met kennis en ervaring. Essentieel hierbij is de integratie van gegevens uit de anamnese, lichamelijk onderzoek en voortgezet onderzoek. Het bepalen van een effectief en doelmatig diagnostisch beleid behoort tot de specifieke deskundigheden van de internist.
136
- Therapeutisch beleid: De AIOS is in staat om, op grond van de diagnostiek en context van de medische problemen, advies te formuleren over de behandeling, met name ten aanzien van leefstijl, voeding en farmacotherapie, niet-farmacologische behandelingen en prognose. Speciale aandacht dient de AIOS te geven aan bijwerkingen op korte en lange termijn van het ingestelde therapeutisch beleid. Deskundigheid wordt vereist de evaluatie van het therapeutisch beleid. - Farmacotherapie: De AIOS verkrijgt specifieke deskundigheid op het gebied van de farmacotherapie, stoelend op kennis van de farmacokinetiek en farmacodynamiek, mogelijkheden en beperkingen van de farmacotherapie, interacties en bijwerkingen van geneesmiddelen en het effect van polyfarmacie. Met name wordt deskundigheid vereist op het gebied van individualiseren van farmacotherapie. Deelcompetentie M3: Levert effectieve en ethisch verantwoorde patiëntenzorg. De aios: - herkent en incorporeert ethische aspecten die bij medische beslissingen in het geding zijn, en is in staat morele vragen die in het medisch handelen ontstaan te analyseren. - is in staat om de eigen morele standpunten met argumenten te verduidelijken en tegenover patiënten en collegae gezondheidswerkers te verantwoorden. - neemt kennis van het binnen de afdeling geldende medische beleid en de regels, afspraken en protocollen, en past deze adequaat toe nover patiënten en collegae gezondheidswerkers te verantwoorden Deelcompetentie 4: vindt snel de vereiste informatie en past deze goed toe - De AIOS verzamelt op een adequate wijze informatie rondom de zorg van een patiënt waarvoor hij de verantwoordelijkheid heeft aanvaard; hiertoe weet hij op gepaste wijze gebruik te maken van raadpleging van andere betrokkenen in het zorgproces resp. medische en niet-medische deskundigen ( huisarts, specialisten, thuiszorg, GGZ, etc Communicatie deelcompetentie 1 - Is in staat om een voor de patiënt veilige omgeving te creëren met respect voor vertrouwelijkheid, privacy en autonomie - Heeft een open houding ten aanzien van patiënten, ongeacht de eigen sekse of die van de patiënt, ongeacht levensfase, sociale en economische status, opleiding, etnische achtergrond, cultuur, seksuele geaardheid en levensovertuiging, en ongeacht de aard, de prognose en het stadium van hun gezondheidsprobleem of handicap. Communicatie deelcompetentie 2 - Is in staat om informatie te verzamelen en te synthetiseren gebruikmakend van andere bronnen zoals de familie, artsen en andere hulpverleners. - Is in staat adequaat uitleg te geven over de bevindingen en over de redenen waarom (nog geen) verdere behandeling wordt voorgesteld.
137
Korte Praktijk Beoordeling Vaardigheid
Naam Aios: Supervisor: Datum: Type Patiënt: Vaardigheid: Wat is er goed? Wat kan er beter?
Handtekening gezien AIOS: Handtekening gezien supervisor
Korte Praktijk Beoordeling Vaardigheid Medisch Handelen De AIOS is deskundig op het gebied van de vaardigheden uit het Opleidingsplan Interne Geneeskunde genoemde procedures. Deskundigheid blijkt uit: - Voert de handeling conform richtlijn/protocol c.q.werkinstructie uit - Neemt alle noodzakelijke maatregelen in verband met hygiëne en persoonlijke veiligheid - Hanteert vloeiende bewegingen, kundig Communicatie deelcompetentie 1 - Is in staat om een voor de patiënt veilige omgeving te creëren met respect voor vertrouwelijkheid, privacy en autonomie - Heeft een open houding ten aanzien van patiënten, ongeacht de eigen sekse of die van de patiënt, ongeacht levensfase, sociale en economische status, opleiding, etnische achtergrond, cultuur, seksuele geaardheid en levensovertuiging, en ongeacht de aard, de prognose en het stadium van hun gezondheidsprobleem of handicap. Communicatie deelcompetentie 2 - Is in staat om informatie te verzamelen en te synthetiseren gebruikmakend van andere bronnen zoals de familie, artsen en andere hulpverleners. - Is in staat adequaat uitleg te geven over de bevindingen en over de redenen waarom (nog geen) verdere behandeling wordt voorgesteld.
138
KPB Overdracht
Naam aios: Supervisor: Datum: Wat is er goed? Wat kan er beter?
Handtekening gezien aios: Handtekening gezien supervisor: Leerdoelen Overdracht Communicatie deelcompetentie 4: - Doet adequaat mondeling en schriftelijk verslag over patiëntencasus. - De aios geeft blijk van deskundigheid en zorgvuldigheid op het gebied van statusvoering: verslag anamnese, lichamelijk onderzoek, problemenlijst, differentiaaldiagnose, aanvullend onderzoek, beloop, interpretatie adviezen consulten.
Samenwerking deelcompetentie 2: verwijst adequaat. - De aios is in staat naar de juiste persoon of instantie te verwijzen zowel in de eerste als in de tweede lijn en de mate van urgentie hierbij te bepalen. - De aios vraagt adequaat consult en stelt hierbij de juiste vraag. - De aios is in staat tot het interpreteren van consulten. Deelcompetentie 3: Levert effectief intercollegiaal consult. - De aios is in staat een intercollegiale consultvraag adequaat te beantwoorden. - De aios is in staat de gezondheidstoestand van een patiënt te optimaliseren in relatie tot de operatieve zorg - De aios is in staat de post-operatieve patiënt te begeleiden en adequaat te reageren op problemen in het post-operatieve traject. Deelcompetentie 4: draagt bij aan effectieve interdisciplinaire samenwerking en ketenzorg - De aios blijkt in staat om adequaat in teamverband te kunnen functioneren en daarbij de verschillende hiërarchische en functionele rollen te herkennen en te respecteren. - De aios levert in de praktijk een adequate bijdrage aan de continuitiet van zorg voor de patiënt.
Reflectie deelcompetentie 3: Kent de grenzen van de eigen competentie en handelt daarbinnen. - De aios geeft blijk van besef dat voor het functioneren als internist vereist is dat hij eigen beperkingen kan onderkennen - De aios geeft blijk om te kunnen gaan met onmachtsgevoelens. - De aios geeft blijk van besef dat het voor het functioneren als internist vereist is, dat hij grenzen en mogelijkheden van de gegeven situatie, van de eigen beroepsuitoefening en van de medische professie in het algemeen kan beoordelen.
139
- De aios geeft blijk van om te kunnen gaan met fouten van zichzelf of anderen, bij eigen fouten deze durft te erkennen tegenover ten en collega’s en er lering uit kan trekken. - De aios heeft een eigenstandige zorgplicht en zal tijdens de opleiding geen handelingen verrichten die buiten zijn kennis en vermogens liggen.
Aandachtspunten voor supervisor (= dienstdoende achterwacht algemene interne geneeskunde) Tijdens overdracht kan de aios: - Hoofd- en bijzaken onderscheiden - Benoemt reële differentiaal diagnose - Benoemt expliciet die zaken uit probleemlijst die niet binnen de werkdiagnose vallen - Doet voorstellen voor aanvullend onderzoek - Betrekt prognose van patiënt in het gevoerde beleid - Neemt verantwoording voor gevoerd beleid - Benoemt eigen twijfels over diagnostisch en therapeutisch handelen - Is actief bij selectie te bespreken patiënten met rapportvoorzitter - Kan uit de voeten met instructie om patiënten zonodig kort te bespreken - Maakt problemen organisatie zorg bespreekbaar (hulponderzoeken, samenwerking andere specialismen)
140
KPB Dienst
Naam aios: Supervisor: Datum: Wat is er goed? Wat kan er beter? Handtekening gezien aios: Handtekening gezien supervisor: Leerdoelen Dienst Communicatie deelcompetentie 4: Doet adequaat mondeling en schriftelijk verslag over patiëntencasus. - De aios geeft blijk van deskundigheid en zorgvuldigheid op het gebied van statusvoering: verslag anamnese, lichamelijk onderzoek, problemenlijst, differentiaaldiagnose, aanvullend onderzoek, beloop, interpretatie adviezen consulten. - De aios geeft in de praktijk blijk van zorgvuldigheid door in het medisch dossier vast te leggen wanneer en waarover de patiënt is geïnformeerd.
Samenwerking Deelcompetentie 2 Verwijst adequaat - De aios is in staat naar de juiste persoon of instantie te verwijzen zowel in de eerste als in de tweede lijn en de mate van urgentie hierbij te bepalen. Deelcompetentie 3: Levert effectief intercollegiaal consult. - De aios is in staat de gezondheidstoestand van een patiënt te optimaliseren in relatie tot de operatieve zorg - De aios is in staat de post-operatieve patiënt te begeleiden en adequaat te reageren op problemen in het post-operatieve traject. - De aios vraagt adequaat consult en stelt hierbij de juiste vraag. - De aios is in staat tot het interpreteren van consulten. - De aios is in staat een intercollegiale consultvraag adequaat te beantwoorden. Deelcompetentie 4 draagt bij aan een effectieve interdisciplinaire samenwerking en ketenzorg. - De AIOS blijkt in staat om adequaat in teamverband te kunnen functioneren, en daarbij de verschillende hiërarchische en functionele rollen te herkennen en te respecteren. - De aios levert in de praktijk een adequate bijdrage aan de continuïteit van zorg voor de patiënt
Deelcompetentie Besteedt de beschikbare middelen voor de gezondheidszorg verantwoord - De aios laat zien over de kennis en vaardigheden te beschikken om op passende wijze gebruik te maken van de beschikbare middelen en voorzieningen in de zorg, en bij te dragen aan een zo effectief en efficiënt mogelijke bedrijfsvoering en gezondheidszorgsysteem door: de indicatie voor eventueel aanvullend onderzoek adequaat te stellen. De aios houdt daarbij in de afweging tussen wel of geen aanvullend onderzoek rekening met:
141
- de te verwachten opbrengst (inclusief fout-positieve/fout-negatieve uitkomsten); - de relevantie voor het verdere besluitvormingsproces; - de wensen van de patiënt; - de belasting voor de patiënt en zijn sociale omgeving: -(bijvoorbeeld mantelzorg) en/of verwanten; -(bijvoorbeeld genetisch onderzoek); - de eventuele complicaties en de kosten. - waar mogelijk volgens richtlijnen te werk gaan Deelcompetentie 3 Werkt effectief en doelmatig in een gezondheidszorgorganisatie -De aios geeft er blijk van op de hoogte te zijn van de wijze waarop de afdeling en het ziekenhuis zijn ingericht en maakt adequaat gebruik van de diverse informatiestromen, procedures en protocollen
Reflectie deelcompetentie 3: Kent de grenzen van de eigen competentie en handelt daarbinnen. De aios geeft blijk: -van besef dat voor het functioneren als internist vereist is dat hij eigen beperkingen kan onderkennen -om te kunnen gaan met onmachtsgevoelens. -van besef dat het voor het functioneren als internist vereist is, dat hij grenzen en mogelijkheden van de gegeven situatie, van de eigen beroepsuitoefening en van de medische professie in het algemeen kan beoordelen. - om te kunnen gaan met fouten van zichzelf of anderen, bij eigen fouten deze durft te erkennen tegenover patiënten en collega’s en er lering uit kan trekken. - De aios heeft een eigenstandige zorgplicht en zal tijdens de opleiding geen handelingen verrichten die buiten zijn kennis en vermogens liggen.
142
KPB (grote) visite
Naam aios: Supervisor: Datum: Wat is er goed? Wat kan er beter?
Handtekening gezien aios: Handtekening gezien supervisor: Leerdoelen (grote) visite Communicatie deelcompetentie 1 - Is in staat om een voor de patiënt veilige omgeving te creëren met respect voor vertrouwelijkheid, privacy en autonomie - Heeft een open houding ten aanzien van patiënten, ongeacht de eigen sekse of die van de patiënt, ongeacht levensfase, sociale en economische status, opleiding, etnische achtergrond, cultuur, seksuele geaardheid en levensovertuiging, en ongeacht de aard, de prognose en het stadium van hun gezondheidsprobleem of handicap. Communicatie deelcompetentie 2 - Is in staat om staat om informatie te verzamelen en te synthetiseren gebruikmakend van andere bronnen zoals de familie, artsen en andere hulpverleners. Communicatie deelcompetentie 2 - Is in staat adequaat uitleg te geven over de bevindingen en over de redenen waarom (nog geen) verdere behandeling wordt voorgesteld. Communicatie deelcompetentie 4 - Doet adequaat mondeling en schriftelijk verslag over patiëntencasus. - De aios geeft blijk van deskundigheid en zorgvuldigheid op het gebied van statusvoering: verslag anamnese, lichamelijk onderzoek, problemenlijst, differentiaaldiagnose, aanvullend onderzoek, beloop, interpretatie adviezen consulten. - De aios is in staat op een gestructureerde en effectieve wijze medische informatie naar anderen te verwoorden
Samenwerking deelcompetentie 4: - De aios blijkt in staat om adequaat in teamverband te kunnen functioneren, en daarbij de verschillende hiërarchische en functionele rollen te herkennen en te respecteren. Deelcompetentie 3: Levert effectief (inter-)collegiaal overleg. - De aios is in staat een vraag adequaat te beantwoorden. - De aios is in staat de gezondheidstoestand van een patiënt te optimaliseren in relatie tot de operatieve zorg De aios is in staat de post-operatieve patiënt te begeleiden en adequaat te reageren op problemen in het postoperatieve traject.
143
Maatschappelijk handelen deelcompetentie 1: - De AIOS heeft begrip voor de situatie van de patiënt (ook in uitzonderlijke omstandigheden) en diens sociale achtergrond. Hij toont persoonlijke belangstelling voor de patiënt en zijn omgeving en is zich bewust van mogelijke gevolgen van ziekte voor de gezinsleden en verdere omgeving (ook werkomgeving) van de patiënt. Hij houdt met de persoonlijke omstandigheden van de patiënt rekening bij zijn onderzoek, advies, behandeling en begeleiding. Deelcompetentie 2 De AIOS beschikt over kennis en inzicht met betrekking tot de volksgezondheid: .. het belang zowel van preventie van langdurige arbeidsongeschiktheid als van het behoud van arbeidsgeschiktheid; .. de relatieve omvang van ziekte, handicap en sterfte en de verdeling daarvan in de bevolking; .. de determinanten van de volksgezondheid waaronder demografische, culturele, sociale en economische factoren. .. De AIOS laat in de praktijk zien te beschikken over: deskundigheid m.b.t. complicaties van chronische ziektebeelden. Deelcompetentie 3: - De AIOS is in staat om te gaan met juridische aspecten van het systeem van de gezondheidszorg en handelt in overeenstemming hiermee Deelcompetentie 4 - De AIOS kan omgaan met complicaties ten gevolge van het klinisch handelen
144
KPB gesprek met patiënt
Naam aios: Supervisor: Datum: Wat is er goed? Wat kan er beter? Handtekening gezien aios: Handtekening gezien supervisor: Leerdoelen gesprek met patiënt Communicatie deelcompetentie 1 - Is in staat om een voor de patiënt veilige omgeving te creëren met respect voor vertrouwelijkheid, privacy en autonomie - Heeft een open houding ten aanzien van patiënten, ongeacht de eigen sekse of die van de patiënt, ongeacht levensfase, sociale en economische status, opleiding, etnische achtergrond, cultuur, seksuele geaardheid en levensovertuiging, en ongeacht de aard, de prognose en het stadium van hun gezondheidsprobleem of handicap. Communicatie deelcompetentie 2 - Is in staat om staat om informatie te verzamelen en te synthetiseren gebruikmakend van andere bronnen zoals de familie, artsen en andere hulpverleners. - Is in staat adequaat uitleg te geven over de bevindingen en over de redenen waarom (nog geen) verdere behandeling wordt voorgesteld. Communicatie deelcompetentie 3 - Op een begrijpelijke en humane wijze te kunnen adviseren en voorlichten, met als doel om de patiënt zo veel mogelijk te betrekken bij de besluitvorming over het diagnostisch en therapeutisch beleid. Communicatie deelcompetentie 4 - Doet adequaat mondeling en schriftelijk verslag over patiëntencasus. - De aios geeft blijk van deskundigheid en zorgvuldigheid op het gebied van statusvoering: verslag anamnese, lichamelijk onderzoek, problemenlijst, differentiaaldiagnose, aanvullend onderzoek, beloop, interpretatie adviezen consulten. - De aios is in staat op een gestructureerde en effectieve wijze medische informatie naar anderen te verwoorden
Maatschappelijk handelen deelcompetentie 1: De AIOS heeft begrip voor de situatie van de patiënt (ook in uitzonderlijke omstandigheden) en diens sociale achtergrond. Hij toont persoonlijke belangstelling voor de patiënt en zijn omgeving en is zich bewust van mogelijke gevolgen van ziekte voor de gezinsleden en verdere omgeving (ook werkomgeving) van de patiënt. Hij houdt met de persoonlijke omstandigheden van de patiënt rekening bij zijn onderzoek, advies, behandeling en begeleiding. De AIOS laat in de praktijk zien te beschikken over praktische kennis en inzicht met betrekking tot:
145
- de somatische, psychische en sociale structuur en functies van mannen, vrouwen en kinderen, individueel en in onderlinge relatie; - de levensfasen en de mogelijk verstorende factoren daarin; - menselijk gedrag in verschillende omstandigheden met name in probleemsituaties en bij verschillende culturele achtergronden. Deelcompetentie 2 De AIOS beschikt over kennis en inzicht met betrekking tot de volksgezondheid: - het belang zowel van preventie van langdurige arbeidsongeschiktheid als van het behoud van arbeidsgeschiktheid; - de relatieve omvang van ziekte, handicap en sterfte en de verdeling daarvan in de bevolking; - de determinanten van de volksgezondheid waaronder demografische, culturele, sociale en economische factoren. - De AIOS laat in de praktijk zien te beschikken over: deskundigheid m.b.t. complicaties van chronische ziektebeelden. Deelcompetentie 3: - De AIOS is in staat om te gaan met juridische aspecten van het systeem van de gezondheidszorg en handelt in overeenstemming hiermee Deelcompetentie 4 - De AIOS kan verantwoordelijkheid dragen - De AIOS kan omgaan met complicaties ten gevolge van het klinisch handelen Reflectie deelcompetentie 3 - geeft er blijk van eigen gevoelens, normen en waarden te onderkennen in relatie tot existentiële vragen over leven, dood, ziekte en gezondheid en kan omgaan met medisch-ethische vragen. - geeft blijk van besef dat het voor het functioneren als internist vereist is, dat hij grenzen en mogelijkheden van de gegeven situatie, van de eigen beroepsuitoefening daarin, en van de medische professie in het algemeen daarin, kan beoordelen. - De AIOS herkent irrationeel gedrag tussen professionals en maakt dit bespreekbaar.
Reflectie deelcompetentie 3: - Kent de grenzen van de eigen competentie en handelt daarbinnen. - De aios geeft blijk van besef dat voor het functioneren als internist vereist is dat hij eigen beperkingen kan onderkennen - De aios geeft blijk om te kunnen gaan met onmachtsgevoelens. - De aios geeft blijk van besef dat het voor het functioneren als internist vereist is, dat hij grenzen en mogelijkheden van de gegeven - situatie, van de eigen beroepsuitoefening en van de medische professie in het algemeen kan beoordelen. - De aios geeft blijk van om te kunnen gaan met fouten van zichzelf of anderen, bij eigen fouten deze durft te erkennen tegenover - patiënten en collega’s en er lering uit kan trekken. - De aios heeft een eigenstandige zorgplicht en zal tijdens de opleiding geen handelingen verrichten die buiten zijn kennis en vermogens liggen. - De aios kan onderhandelen over het medisch beleid - De aios is in staat eigen morele standpunten te verduidelijken en tegenover patiënten en collegae gezondheidsmeedwerk te verantwoorden.
146
CAT/referaat/probleempatiëntbespreking
Naam aios: Reflectant: Datum: Wat is er goed? Wat kan er beter? Handtekening gezien aios: Handtekening gezien supervisor: Leerdoelen CAT/referaat/probleempatiëntbespreking Communicatie Deelcompetentie 3 Bespreekt medische informatie goed De aios is in staat op een gestructureerde en effectieve wijze medische informatie naar anderen te verwoorden. Aandachtspunten - Technische aspecten: lay-out dia’s, bewaken tijd, heldere agenda, afgebakend onderwerp, - vermijd afdwalen, gebruik pointer - Verbale communicatie: Contact met zaal, intonatie, tempo, dia’s ter ondersteuning dwz niet - voorlezen van..., woordkeus - Houdt rekening met kennisniveau publiek - Presentatie, houding, uitstraling, boeiend? - Het adequaat samenvatten - Kan met powerpoint een presentatie vorm geven
Kennis en Wetenschap Deelcompetentie 1 Beschouwt medische informatie kritisch. Kennis en Wetenschap Deelcompetentie 2 Bevordert de verbreding en ontwikkeling van wetenschappelijke vakkennis. Kennis en Wetenschap Deelcompetentie 4 Bevordert de deskundigheid van studenten, AIOS, collegae, patiënten, verpleegkundigen en andere betrokkenen in de gezondheidszorg.
Organisatie Deelcompetentie 4 Gebruikt ICT adequaat voor optimale patiëntenzorg en voor het eigen leerproces (incl. bij- en nascholing). Aandachtspunten : - Focus, afbakenen onderwerp - Relevantie - Samenhang - Niveau van detaillering - Wetenschappelijk niveau (kritische waardering (appraisal): beoordelen van de - Wetenschappelijke kwaliteit van de literatuur, inclusief design, methode en analyse; dit gaat over interne en externe validiteit en vormen van vertekening (bias en confounding)
147
CAT: formuleert PICO; licht zoekstrategie toe; licht selectie literatuur toe - Is in staat elektronische databestanden te ontsluiten - Begripsverduidelijking (uitleggen methodologische of fysiologische begrippen bv ROC curve, kappawaarde, LH ratios etc.)
Reflecteren Deelcompetentie 2 Kan reflecteren met zichzelf. Reflecteren Deelcompetentie 4 Reflecteren met een professional. Aandachtspunten - Wetenschappelijke reflectie: - wat is de betekenis van deze kennis, wat zijn de implicaties, wat voegt het toe aan de -praktijkvoering, zowel persoonlijk als in het algemeen. Eigen visie, onderkent onzekerheden. - ‘reflection-on-action’: terugkijkend op handelingen uit het verleden, de ‘evidence’ - plaatsen in de context van een individuele klinische gebeurtenis; dat kan ook betekenen gemotiveerd afwijken van deze “evidence” . - Autonomie - Selectie onderwerp (CAT: door eigen praktijk ingegeven; Referaat: doet voorstel dat past bij het thema van de week) - Geeft onzekerheden of onduidelijkheden aan - Kan omgaan met feedback en vragen uit gehoor. Heeft zich hierop voorbereid - Volgt eerder gegeven adviezen ter verbetering op, zoekt wanneer aangewezen hulp bij derden - Nodigt inhoudsdeskundigen actief uit om aanwezig te zijn
148
KPB Briefbeoordeling
Naam Aios: Reflectant: Datum: Wat is er goed? Wat kan er beter?
Handtekening gezien AIOS: Handtekening gezien supervisor: Leerdoelen Briefbeoordeling Medisch Handelen deelcompetentie 2 Past het diagnostisch en therapeutisch arsenaal van het vakgebied goed en waar mogelijk evidence-based toe De aios geeft blijk dat hij pathofysiologisch kan denken en juiste conclusies heeft getrokken op basis van (differentiaal) diagnose, onderzoeken, ziekteverloop en behandeling. Dit wordt kort, bondig en op heldere wijze weergegeven: de integratie van gegevens uit de anamnese, lichamelijk onderzoek en voortgezet onderzoek. Voorgeschiedenis: - Is chronologisch en volledig weergegeven met vermelding van jaar ziekte/operatie. (Tip: controleer op volledigheid oa mbv oudere correspondentie. Zie ook in de PC en verwijs typiste hiernaar, vul ontbrekende gegevens aan). Anamnese: - De relevante, ernstige hoofdklacht(-en) is kort bij de tractus anamnese (dus niet alle tracti vermelden) beschreven - De huidige status-quo is duidelijk vermeld - De ziektegeschiedenis is bondig en adequaat weergegeven - Onderzoeksbevindingen en conclusies - Bevindingen lichamelijk onderzoek is bondig en volledig beschreven, inclusief bloeddruk, etc - Bevindingen van diagnostiek zijn helder weergegeven: - volledig, vermeld ook aanvullend laboratorium onderzoek na de dag van opname! - Bij afwijkende waarden: vermeld de hoogte en de eenheden van de bepaling. - Bij verbetering of verslechtering van bepaalde bepalingen: beschrijf beloop: dus bijv. Hb 3,2 stijgend tot 7,0 mmol/l na transfusie. - Bij normale waarden: vermeld niet de uitslag, maar alleen dat de bepalingen normaal waren: bijv. normaal bili, AF, GammaGT, ASAT, ALAT, Amylase . Vergeet urine onderzoek niet: algemeen onderzoek (of sediment) en 24 uurs verzameling. - Kweken: Kort met datum en uitslag - Röntgen onderzoek: vermeld kort de conclusie. - ECG: idem - relevante conclusies zijn helder weergegeven - Bespreking: - hoofddiagnose is kort beschreven - therapie en in het kort het verloop staan beschreven - vervolgens zijn neven diagnosen met therapie en verloop beschreven - Medicatie bij ontslag: - volledig met juiste dosering, inclusief evt. stopdatum van medicatie - Follow-up - gepland follow-up beleid is goed aangegeven - de reden van follow-up is aangegeven
149
Communicatie Deelcompetentie 4 Doet adequaat mondeling en schriftelijk verslag over patiëntencasus De aios geeft in de praktijk blijk van: deskundigheid en zorgvuldigheid op het gebied van het schrijven van brieven betreffende de behandeling op het gebied van de interne geneeskunde (waarin o.a.: reden van opname, anamnese, lichamelijk onderzoek, laboratoriumonderzoek, röntgenonderzoek, verder onderzoek, consulten, conclusie, eventueel beloop of bespreking, medicatie bij ontslag, prognose, informatie gegeven aan de patiënt). Aandachtspunten * Communicatie familie - het inlichten van familie/omgeving is vermeld * Helderheid brief - De brief is compact - Aanhef brief is correct: opnameperiode en reden van opname - De brief heeft een logische opbouw: adressering aan huisarts, aanvang, voorgeschiedenis, anamnese, bevindingen lichamelijk onderzoek, bespreking en samenvatting kopie gestuurd aan: - Specialisten waar patiënt onder controle is (of recent nog was) - Specialisten, die patiënt in consult hebben gezien tijdens opname - Dialyse afdeling als patiënt behandeld wordt met hemodialyse of peritoneaal dialyse -De brief bevat geen irrelevante informatie -overbodig jargon is vermeden * Samenvatting: - medische diagnose is puntsgewijs beschreven (geen nadere toevoegingen als therapie noodzakelijk) Tot slot aandachtspunten bij dicteren: - Bandjes verkrijgbaar op secretariaat / veelal digitale dictatie - Binnen 2 weken na ontslag moet de brief aan de huisarts gedicteerd zijn en bij de huisarts en andere behandelaars binnen zijn! - Er mogen geen statussen van de polikliniek meegenomen worden naar huis of naar de afdeling. - Dicteer de brief namens de specialist die “kliniekarts/supervisor” was tijdens opname. Meld daarbij: specialist die de huidige opname superviseerde. Patiënt wordt teruggezien door: (naam van specialist bij wie patiënt bekend is) Deze brief bevat de informatie die ik graag heb als ik de volgende arts ben die de patiënt ziet
150
IOP begin stage
Naam Aios: Supervisor: Datum: Stage: Stage specifieke leerdoelen zie stagebeschrijving Individuele leerdoelen: Handtekening gezien AIOS: Handtekening supervisor:
IOP einde stage
Naam Aios: Supervisor: Datum: Stage: Stage specifieke leerdoelen: Wat is er goed? Wat kan er beter? Individuele leerdoelen: Wat is er goed? Wat kan er beter?
Handtekening gezien AIOS: Handtekening supervisor:
151
Overzicht vaardigheden Vaardigheid 1 infuusbeleid 2 reanimatie 3 ECG (+ beoordeling) 4 inbrengen lange lijnen: vena-subclaviakatheter, venajugulariskatheter 5 arteriepunctie 6 venapunctie 7 afname materiaal voor microbiologisch onderzoek 8 pleurapunctie 9 ascitespunctie 10 cytologische punctie 11 inbrengen maagsonde 12 (par)enterale voeding 13 non-invasieve bloeddrukmeting en saturatiemeting 14 Het voorschrijven van geneesmiddelen 15 Beenmergpunctie (stage hematologie) 16 Intubatie(non-invasieve) beademing (stage IC)
Paraaf opleider/supervisor bekwaamheidsverklaring
152
Formulier 360 graden feedback Naam aios: Datum: 1= Geheel mee oneens; 2= Mee oneens 3= Deels mee eens/deels mee oneens 4= Mee eens; 5= Geheel mee eens NVT: Niet te beoordelen of niet van toepassing
Uw naam: Functie: medicus Afdeling: Periode waarover u aios beoordeelt: afgelopen week / 2 weken / maand / > 1 maand / > 3 maanden Deze AIOS ken ik goed genoeg om zijn/haar functioneren te beoordelen:
MH Diagnosticeert patiëntproblemen effectief 1 2 3 4 5 NVT Handelt complexe patiëntproblemen zelfstandig af 1 2 3 4 5 NVT Weegt kosten en baten bij diagnostiek en behandeling goed af 1 2 3 4 5 NVT Communicatie Communiceert goed met patiënten en familie 1 2 3 4 5 NVT Communiceert goed met collegae 1 2 3 4 5 NVT Staat open voor verbale en non-verbale reacties en emoties 1 2 3 4 5 NVT Presenteert tijdens besprekingen patiëntencasus accuraat en beknopt 1 2 3 4 5 NVT Is zowel duidelijk als volledig in schriftelijke verslaglegging 1 2 3 4 5 NVT Samenwerking Draagt de zorg voor patiënten effectief en zorgvuldig over 1 2 3 4 5 NVT Overlegt tijdig met andere zorgverleners 1 2 3 4 5 NVT Waardeert en respecteert de kennis en ervaring van anderen 1 2 3 4 5 NVT Houdt zich aan afspraken en aan afgesproken beleid 1 2 3 4 5 NVT Neemt verantwoordelijkheid voor het eigen handelen 1 2 3 4 5 NVT Draagt bij aan de samenwerking en conflictoplossing in het team 1 2 3 4 5 NVT
153
Organisatie Coördineert de zorg voor patiënten op effectieve wijze 1 2 3 4 5 NVT Is bereikbaar en toegankelijk 1 2 3 4 5 NVT Deelt de tijd effectief in met juiste prioriteiten 1 2 3 4 5 NVT Organiseert het werk naar een balans in patiëntenzorg en persoonlijke ontwikkeling 1 2 3 4 5 NVT K&W Is bereid en in staat anderen te trainen of onderwijs te geven 1 2 3 4 5 NVT Handelt evidence-based waar mogelijk 1 2 3 4 5 NVT Geeft correct feedback op het functioneren van anderen 1 2 3 4 5 NVT Professionaliteit Stelt tijdens de dagelijkse werkzaamheden het belang van de patiënt centraal 1 2 3 4 5 NVT Is op de hoogte van het dossier en de toestand van de patiënt 1 2 3 4 5 NVT Is zich bewust van eigen grenzen en handelt daarbinnen 1 2 3 4 5 NVT Accepteert feedback van anderen 1 2 3 4 5 NVT Handelt volgens de ethische gedragsregels 1 2 3 4 5 NVT Deze arts zou ik aanraden aan mijn eigen familie of vrienden 1 2 3 4 5 NVT Deze collega vertrouw ik de volgende kritische verantwoordelijkheid toe om zelfstandig uit te voeren: Voeren van een slecht nieuwsgesprek 1 2 3 4 5 NVT Het leveren van een intercollegiaal consult 1 2 3 4 5 NVT Tips of opmerkingen om het functioneren van deze arts te verbeteren. Gebruik zo nodig de achterzijde.
154
Formulier 360 graden feedback Datum: Naam aios: Uw naam: (collega uit de zorg) Functie: Afdeling: OMCIRKELEN 1= Geheel mee oneens; 2= Mee oneens 3= Deels mee eens/deels mee oneens 4= Mee eens; 5= Geheel mee eens NVT: Niet te beoordelen of niet van toepassing Periode waarover u aios beoordeelt: afgelopen week / 2 weken / maand / > 1 maand / > 3 maanden Deze aios ken ik goed genoeg om zijn/haar functioneren te beoordelen:
Communicatie Communiceert goed met patiënten en familie 1 2 3 4 5 NVT Communiceert goed met collegae 1 2 3 4 5 NVT Staat open voor verbale en non-verbale reacties en emoties 1 2 3 4 5 NVT Geeft heldere en volledige mondelinge opdrachten 1 2 3 4 5 NVT Geeft helder geformuleerde schriftelijke opdrachten 1 2 3 4 5 NVT Is duidelijk en volledig in schriftelijke verslaglegging 1 2 3 4 5 NVT Samenwerking Draagt de zorg voor patiënten effectief en zorgvuldig over 1 2 3 4 5 NVT Overlegt tijdig met andere zorgverleners 1 2 3 4 5 NVT Waardeert/respecteert de kennis en ervaring van anderen 1 2 3 4 5 NVT Houdt zich aan afspraken en aan afgesproken beleid 1 2 3 4 5 NVT Neemt verantwoordelijkheid voor het eigen handelen 1 2 3 4 5 NVT Organisatie Coördineert de zorg voor patiënten effectief 1 2 3 4 5 NVT Is bereikbaar en toegankelijk 1 2 3 4 5 NVT Deelt de tijd effectief in met de juiste prioriteiten 1 2 3 4 5 NVT
155
Geeft afspraken en/of wijzigingen in beleid tijdig door 1 2 3 4 5 NVT K&W Is bereid en in staat anderen te trainen of onderwijs te geven 1 2 3 4 5 NVT Geeft correct feedback op het functioneren van anderen 1 2 3 4 5 NVT Profess. Stelt tijdens de dagelijkse werkzaamheden het belang van de patiënt centraal 1 2 3 4 5 NVT Houdt bij lichamelijk onderzoek rekening met de privacy van patiënten 1 2 3 4 5 NVT Kent het dossier en de toestand van de patiënt 1 2 3 4 5 NVT Is zich bewust van eigen grenzen en handelt daarbinnen 1 2 3 4 5 NVT Accepteert feedback van anderen 1 2 3 4 5 NVT Handelt volgens de ethische gedragsregels 1 2 3 4 5 NVT
Tips of opmerkingen om het functioneren van deze arts te verbeteren. Gebruik zo nodig de achterzijde.
156
BIJLAGE 1. Operationalisatie van competenties in leerdoelen voor de AIOS jaar 2 MEDISCH HANDELEN (EN KENNIS) M2 Past het diagnostisch en therapeutisch arsenaal van het vakgebied goed en, waar mogelijk, evidence based toe
LEERDOELEN Behandeling op lange termijn van patiënten met chronische ziektebeelden: De AIOS verwerft praktische deskundigheid op het gebied van effectieve diagnostiek en therapie op lange termijn bij chronische ziektebeelden De AIOS verwerft praktische deskundigheid; wordt vereist op het gebied van de persoonlijke begeleiding van patiënten met chronische ziekten op lange termijn
COMMUNICATIE C1 Bouwt effectieve behandelrelaties met patiënten op C3 Bespreekt medische informatie goed met patiënten en familie, en anderen
SAMENWERKING WETENSCHAP MAATSCHAP.
De AIOS verwerft specifieke deskundigheid in de begeleiding van patiënten met onverklaarbare lichamelijke klachten De AIOS blijkt in de praktijk een psychische en/of sociale genese goed bespreekbaar te maken De AIOS blijkt in de praktijk: gevolgen op lichamelijk, psychisch en sociaal gebied goed bespreekbaar te maken -
HANDELEN ORGANISATIE
O2 Besteedt de beschikbare middelen voor de gezondheidszorg verantwoord
O3 Werkt effectief en doelmatig in een gezondheidszorgorganisatie
De AIOS laat zien over de kennis en vaardigheden te beschikken om op passende wijze gebruik te maken van de beschikbare middelen en voorzieningen in de zorg, en bij te dragen aan een zo effectief en efficiënt mogelijke bedrijfsvoering en gezondheidszorgsysteem door: • de indicatie voor eventueel aanvullend onderzoek adequaat te stellen. De AIOS houdt daarbij in de afweging tussen wel of geen aanvullend onderzoek rekening met: - de te verwachten opbrengst (inclusief fout-positieve/fout-negatieve uitkomsten); - de relevantie voor het verdere besluitvormingsproces; - de wensen van de patiënt; - de belasting voor de patiënt en zijn sociale omgeving: (bijvoorbeeld mantelzorg) en/of verwanten; (bijvoorbeeld genetisch onderzoek); • de eventuele complicaties en de kosten De AIOS laat zien waar mogelijk volgens richtlijnen te werk te gaan De AIOS laat zien een behandelingsvoorstel te doen, waarbij uitdrukkelijk ook de mogelijkheid van niet-behandelen wordt overwogen, en bij deze afweging ook het kostenaspect te betrekken. De AIOS laat zien rekening te houden met invloeden die het instellen van een behandeling positief en negatief kunnen beïnvloeden (onder andere inschatten van mate van therapietrouw, persoonlijke omstandigheden). De AIOS laat zien de betekenis van behandeling af te wegen in relatie tot levenskwaliteit en levensduur. De AIOS registreert en verwerkt gegevens die van belang zijn voor bedrijfsvoering c.q. de organisatie van de patiëntenzorg.
REFLECTEREN R2 Kan reflecteren op het eigen functioneren
R4 Kan reflecteren met een professional
De AIOS wordt zich bewust van de cognitieve aspecten (vaardigheden, beperkingen, denkgewoontes, voorkeuren) in zijn handelen De AIOS geeft blijk van besef dat voor het functioneren als internist vereist is dat hij eigen beperkingen kan onderkennen (Professionaliteit 3) De AIOS toont een actieve instelling, waarbij hij eigen blinde vlekken en/of lacunes in de beroepsuitoefening opspoort en tracht deze (via nascholing of anderszins) op te heffen De AIOS kan de analyse van eigen ervaringen omzetten in nieuwe perspectieven en daarnaar handelen De AIOS kan omgaan met fouten van zichzelf of anderen en kan er lering uit trekken (Professionaliteit 2) De AIOS is zich bewust van het belang van non-verbale signalen, kan deze bij zichzelf herkennen en hier adequaat mee omgaan De AIOS laat zien over de kennis en vaardigheden te beschikken om op passende wijze gebruik te maken van de beschikbare middelen en voorzieningen in de zorg, en bij te dragen aan een zo effectief en efficiënt mogelijke bedrijfsvoering en gezondheidszorgsysteem De AIOS herkent affect en emoties in intercollegiaal overleg De AIOS laat zien in staat te zijn om zijn oordeel op te schorten bij intercollegiaal overleg
157
Operationalisatie van competenties in leerdoelen voor de AIOS jaar 3 MEDISCH HANDELEN (EN KENNIS) M1 Bezit kennis en vaardigheid naar de stand van het vakgebied
Leerdoelen De AIOS begrijpt epidemiologische principes en kan die toepassen in de patiëntenzorg
COMMUNICATIE C3 Bespreekt medische informatie goed met patiënten en familie (en anderen)
De AIOS blijkt in de praktijk: op een begrijpelijke en humane wijze te kunnen adviseren en voorlichten, met als doel om de patiënt zo veel mogelijk te betrekken bij de besluitvorming over het diagnostisch en therapeutisch beleid De AIOS blijkt in de praktijk op grond van een gemeenschappelijk begrip ten aanzien van de medische problemen een motiverend advies te formuleren aan patiënt, familie en andere relevante hulpverleners over de behandeling, met name ten aanzien van leefstijl, voeding en farmacotherapie, nietfarmacologische behandelingen en prognose
SAMENWERKING S3 Levert effectief intercollegiaal consult
De AIOS blijkt in de praktijk een intercollegiale consultvraag adequaat te beantwoorden De AIOS blijkt in de praktijk de gezondheidstoestand van een patiënt te optimaliseren in relatie tot de operatieve zorg
WETENSCHAP W1 Beschouwt medische informatie kritisch
W3 Ontwikkelt en onderhoudt een persoonlijk bij- en nascholingsplan
De AIOS beschikt over kennis met betrekking tot: - de beginselen van de klinische epidemiologie; - de ontwikkeling van nieuwe (moleculaire) onderzoekstechnieken om de medische informatie kritisch te kunnen interpreteren De AIOS houdt eigen wetenschappelijke kennis op peil, en vermeerdert deze kennis in een continu leerproces
MAATSCHAP HANDELEN Ma 2 Draagt bij aan een betere gezondheid van patiënten (en van de gemeenschap als geheel)
De AIOS beschikt over kennis en inzicht met betrekking tot de volksgezondheid: - het belang zowel van preventie van langdurige arbeidsongeschiktheid als van het behoud van arbeidsgeschiktheid; - de relatieve omvang van ziekte, handicap en sterfte en de verdeling daarvan in de bevolking; - de determinanten van de volksgezondheid waaronder demografische, culturele, sociale en economische factoren. De AIOS laat in de praktijk zien te beschikken over - deskundigheid op het gebied van preventieve interne geneeskunde, gericht op het voorkomen van ziektebeelden zoals atherosclerose, hypertensie, trombose, maligniteiten en obesitas; - deskundigheid m.b.t. complicaties van chronische ziektebeelden.
ORGANISATIE O3 Werkt effectief en doelmatig in een gezondheidszorgorganisatie
De AIOS geeft er blijk van op de hoogte te zijn van de wijze waarop de afdeling en het ziekenhuis zijn ingericht, en maakt adequaat gebruik van de diverse informatiestromen, procedures en protocollen.
REFLECTEREN R2 Kan reflecteren op het eigen functioneren
De AIOS geeft blijkt van het besef dat het voor het functioneren als internist vereist is dat hij kan omgaan met onzekerheid, eigen beperkingen kan onderkennen. (Professionaliteit 2) De AIOS kan omgaan met onmachtsgevoelens. (Professionaliteit 3) De AIOS is in staat irrationeel gedrag te herkennen en past zijn handelen daarop aan
158
Operationalisatie van competenties in leerdoelen voor de AIOS jaar 4 MEDISCH HANDELEN (EN KENNIS) M3 Levert effectieve en ethisch verantwoorde patiëntenzorg
COMMUNICATIE SAMENWERKING S2 Verwijst adequaat S3 Levert effectief intercollegiaal consult
Leerdoelen De AIOS is in staat om de eigen morele standpunten met argumenten te verduidelijken en tegenover patiënten en collegae gezondheidswerkers te verantwoorden (Professionaliteit 4) De AIOS blijkt in de praktijk naar de juiste persoon of instantie te verwijzen, zowel in de eerste als in de tweede lijn en de mate van urgentie hierbij te bepalen De AIOS blijkt in de praktijk de postoperatieve patiënt goed te begeleiden en adequaat te reageren op problemen in het postoperatieve traject
WETENSCHAP W1 Beschouwt medische informatie kritisch
De AIOS toont in de praktijk een gezondheidsprobleem systematisch te benaderen aan de hand van theorieën over hypothesevorming en probleem oplossen; modellen; besliskundetheorieën
MAATSCHAP HANDELEN Ma 1 Kent en herkent de determinanten van ziekte bij het individu
Ma 3 Handelt volgens de relevante wettelijke bepalingen
De AIOS laat in de praktijk zien te beschikken over praktische kennis en inzicht met betrekking tot de somatische, psychische en sociale structuur en functies • van mannen, vrouwen en kinderen, individueel en in onderlinge relatie; • de levensfasen en de mogelijk verstorende factoren daarin; • menselijk gedrag in verschillende omstandigheden met name in probleemsituaties en bij verschillende culturele achtergronden De AIOS toont in de praktijk te beschikken over specifieke deskundigheid op het gebied van de sociale en maatschappelijke gevolgen van intoxicaties en verslaving; (geneesmiddelen, roken, alcoholmisbruik, verslavende middelen, eet- en gokverslaving) De AIOS is in staat om te gaan met binnen Nederland vigerende gedragscodes en handelt in overeenstemming hiermee. Voorbeelden van relevante codes anno 2007: • FMWV gedragscode gezondheidsonderzoek 2004; • Colofon gedragscode goed gebruik 2002 (lichaamsmaterialen); • KNAW werkgroep opdrachtonderzoek, rapport wetenschap op bestelling, sept. 2005
ORGANISATIE O3 Werkt effectief en doelmatig in een gezondheidszorgorganisatie
De AIOS levert een bijdrage aan de kwaliteitszorg en ontwikkeling in de patiëntenzorg van het ziekenhuis als geheel en op de afdeling
REFLECTEREN R2 Kan reflecteren op het eigen functioneren R3 Kan reflecteren met de patiënt/familie
R4 Kan reflecteren met een professional
De AIOS benoemt en analyseert de cognitieve en emotionele aspecten in zijn handelen, inclusief de effecten daarvan voor de interactie en communicatie met patiënten, familie en andere professionals De AIOS kan onderhandelen over het medisch beleid De AIOS durft fouten van zichzelf te erkennen tegenover patiënten en kan er lering uit trekken (Professionaliteit 3) De AIOS controleert voortdurend of de patiënt begrijpt wat er wordt gezegd en houdt rekening met evt. voorkennis en angsten over de aard van de ziekte en de consequenties van de ziekte voor alle levensdomeinen De AIOS is in staat de eigen morele standpunten te verduidelijken en tegenover patiënten en collegae gezondheidsmedewerkers te verantwoorden (Professionaliteit 1) De AIOS gaat, zowel in de rol van meerdere als van mindere, adequaat om met hiërarchische professionele relaties zoals een opleidingsrelatie of hiërarchieën gebaseerd op macht, structuur of expertise. (knoop S.4.1) De AIOS is in staat de eigen morele standpunten met argumenten te verduidelijken en tegenover patiënten en collegae gezondheidsmedewerkers te verantwoorden. (Professionaliteit 4) (knoop M3.5)
159
Operationalisatie van competenties in leerdoelen voor AIOS jaar 5 en 6 MEDISCH HANDELEN (EN KENNIS)
LEERDOELEN
M1 - M4
Ziektebeelden bij profiel Procedures/vaardigheden: specifiek voor profiel -
COMMUNICATIE SAMENWERKING S1 Overlegt doelmatig met collegae en andere zorgverleners
De AIOS blijkt in de praktijk collegiale relaties op te bouwen, waarbij hij eigen inbreng en die van anderen blijkt te kunnen combineren bij zijn handelen
S4 Draagt bij aan effectieve interdisciplinaire samenwerking en ketenzorg
De AIOS beschikt over kennis en inzicht met betrekking tot de organisatie van multiprofessionele zorgverlening, en past deze kennis adequaat toe De AIOS levert in de praktijk een adequate bijdrage aan de continuïteit van zorg voor de patiënt De AIOS is verantwoordelijk voor de patiënt waarvoor hij de zorg heeft aanvaard, tot het moment waarop hij zeker heeft gesteld dat de zorg voor de patiënt op correcte wijze met alle benodigde informatie is overgedragen aan een andere arts. Omgekeerd is de AIOS ook verantwoordelijk voor het verkrijgen van de noodzakelijke informatie indien hij een patiënt krijgt overgedragen van een collegaarts De AIOS geeft blijk van een adequaat vermogen ten aanzien van het voorkomen, onderhandelen en oplossen van een interprofessioneel conflict en respecteert daarbij verschillen, misverstanden en beperkingen van anderen
WETENSCHAP W2 Bevordert de verbreding en ontwikkeling van wetenschappelijke vakkennis W4 Bevordert de deskundigheid van studenten, AIOS, collegae, patiënten, verpleegkundigen en andere betrokkenen in de gezondheidszorg
De AIOS levert een bijdrage aan de ontwikkeling, verspreiding en toepassing van nieuwe medische kennis AIOS beschikt over kennis van ethische en medisch maatschappelijke aspecten van onderzoek De AIOS is in de praktijk in staat samen met anderen de onderwijsbehoeften en de door dezen en door derden gewenste leerdoelen vast te stellen De AIOS is in de praktijk in staat effectieve onderwijsmethoden te selecteren en het leerproces van anderen te faciliteren
MAATSCHAPPELIJK HANDELEN
Ma 4 Treedt adequaat op bij incidenten in de zorg
De AIOS kan omgaan met fouten van zichzelf of anderen, durft bij eigen fouten deze te erkennen tegenover patiënten en collega’s en kan daar lering uittrekken. De AIOS kan omgaan met complicaties ten gevolge van het klinisch handelen
ORGANISATIE O2 Besteedt de beschikbare middelen voor de gezondheidszorg verantwoord
O3 Werkt effectief en doelmatig in een gezondheidszorgorganisatie
De AIOS beschikt over praktische kennis met betrekking tot: • mogelijkheden van interventie door paramedici; • taakverschuiving c.q. delegatie De AIOS geeft blijk van besef dat het voor het functioneren als internist vereist is dat hij grenzen en mogelijkheden van de gegeven situatie, van de eigen beroepsuitoefening daarin, en van de medische professie in het algemeen daarin kan beoordelen. (Professionaliteit 3) De AIOS participeert in de organisatie van de gezondheidszorg door deel te nemen aan overleg, werkgroepen etc. gericht op het verbeteren van de werkorganisatie en samenwerking met anderen
REFLECTEREN R1 Heeft een onbevangen, nietoordelende grondhouding R2 Kan reflecteren op het eigen functioneren
R4 Kan reflecteren met een professional
De AIOS is in staat om in alle omstandigheden met onverdeelde aandacht te werken De AIOS geeft er blijk van eigen gevoelens, normen en waarden te onderkennen in relatie tot existentiële vragen over leven, dood, ziekte en gezondheid en kan omgaan met medisch-ethische vragen. (Professionaliteit 2) De AIOS geeft blijk van besef dat het voor het functioneren als internist vereist is, dat hij grenzen en mogelijkheden van de gegeven situatie, van de eigen beroepsuitoefening daarin, en van de medische professie in het algemeen daarin, kan beoordelen. (Professionaliteit 3) (knoop M3.1-5) (knoop O 2.8) De AIOS herkent irrationeel gedrag tussen professionals en maakt dit bespreekbaar
160
Peters en Branger Oktober 2013.
161