OPLEIDINGEN_aanbod NVGPcursussen groepstherapeut2.doc © Tijhuis Praktijk
Het cursusaanbod in opleiding tot groepstherapeut: Cursussen in de NVGP – opleidingsroute tot groepstherapeutisch medewerker en tot groepspsychotherapeut Opleider: drs. L.Tijhuis Aangeboden aan de CCB van de opleidingscommissie NVGP: 8 juni 2005 •
Preambule
Dit opleidingsplan is geschreven ten behoeve van een beoordeling door de commissie contouren & beoordeling (CCB) van de opleidingscommissie NVGP. Dit opleidingsplan is geschreven vanuit een tweetal behoeften, namelijk: • De nieuwe opleidingsroutes tot groepstherapeutisch medewerker – nvgp en groepspsychotherapeut zoals door het bestuur en vereniging is vastgesteld in 2005, in te vullen met een coherent pakket aan cursusonderdelen die in hun samenhang en kwaliteit voldoen aan de leerpunten van zowel groepstherapeutische medewerkers zoals vaktherapeuten en sociotherapeuten, alsook groepspsychotherapeuten zoals klinisch psychologen, psychiaters en basispsychotherapeuten. • De jarenlange ervaring met het geven van de eerder vigerende opleidingsonderdelen, ttk-a en ttk-b, te benutten voor de nieuwe opleidingssystematiek van een route voor groepstherapeutisch medewerker – nvgp en een route voor groepspsychotherapeut. Door de jaarlijkse evaluaties1 van de gegeven cursussen is er een kwalitatief stevig raamwerk ontstaan voor de didactische opzet van een integrale opleiding waarin beide nvgp-groepstherapeut-disciplines op ieders specifieke vakgebieden aan bod kunnen komen. •
Verantwoording
Voor de didactische opbouw van de cursussen maakt de opleider in deze gebruik van de nieuwste inzichten omtrent de leerprocessen van ggz-professionals, zowel de vaktherapeuten (Kwakman 2003) als de psychotherapeuten (o.a. Hutschemaekers 2001). In de opleiding zijn deze leerprocessen het uitgangspunt. De theoretische inzichten omtrent de ‘practitioner- scientist’ en de ‘reflective principle’ (Schön 1983) zijn met een inhoudelijke vertaalslag omgezet naar het expliciteren van praktijkkennis en -theorie voor de GGz. Deze principes zijn uitgewerkt en theoretisch onderbouwd in van Praag-van Asperen en van Praag (2000;1993). Organisatie-theorie over opleiden werd ontleend aan Kamminga en Wiebenga (2001). Daarnaast is van de opleider in deze verschenen: • Groepssupervisie (2000 i.s.m. Ph. van Praag) • Supervisie over kinder- en jeugd-psychotherapie (2000) • Leertherapie voor groepstherapeuten: een existentieel aandachtspunt (2001) • Individuatiepraxis: opleiden tot goed genoeg psychotherapeut (2005) • Opleiden tot groepstherapeut (is aangeboden aan redactie groepspsychotherapie). In onderstaande uitgangspunten zal deze visie op leerprocessen kort uiteengezet worden. •
Didactische uitgangspunten
Eerste uitgangspunt in deze opleiding is het drievoudige basisprincipe van het leerproces van professionals: weten – doen – ervaren. Elementen van dit leerproces zijn te onderscheiden in: • Weten 1
Zie bijlage 1 voor een van deze evaluaties van een cursus groepsdynamisch werken met kinder- en adolescentengroepen
Pagina 1 van 7
OPLEIDINGEN_aanbod NVGPcursussen groepstherapeut2.doc © Tijhuis Praktijk
•
•
Doen -
Kennis in de zin van theoretische kennis verwerven Kennis in de zin van praktijkkennis expliciteren
Vaardigheden verwerven Houding ontwikkelen
Ervaren - Persoonlijk beleven - Professioneel reflecteren
In de cursusopbouw zijn deze elementen met elkaar verweven in een zogenoemde cursuswip. • De cursuswip is een didactische systematiek van stimuleren van elementaire leerprocessen binnen bovengenoemde drievoudige basisprincipe. •
•
In het programma is er een afwisselend accent op deze elementen waardoor het leerproces in het geheel een balans krijgt die men zich zou kunnen voorstellen als een ‘wip-wap’ waarbij de verschillende leerprocessen afwisselend naar voren komen, oftewel aangeboden worden aan de opleidelingen Dit accentueren van leermomenten is het principe van dubbelslag – leren: ‘ontdekkend leren’, ‘lerend leren’ of ‘reflectief leren’ van de professional in opleiding
Deze didactische systematiek kan in een eenvoudig schema voorgesteld worden:
Theoretische kennis verwerven
Persoonlijk beleven
DOEN: vaardigheden houding
Praktijkkennis expliciteren
Professioneel reflecteren
Figuur 1: de cursuswip Deze systematiek is ontwikkeld op basis van de evaluaties van de deelnemers aan de jaarlijks gegeven cursussen in de periode 1989 – 2004 met betrekking tot de onderscheiden leer-elementen. De metafoor van de wip staat voor het wisselend accentueren van de facetten van leerprocessen in eenenhetzelfde curriculum •
Theoretische uitgangspunten
Pagina 2 van 7
OPLEIDINGEN_aanbod NVGPcursussen groepstherapeut2.doc © Tijhuis Praktijk
Het conceptueel basiskader voor deze opleiding tot beide nvgpdisciplines ‘groepstherapeut’ is de leer van de groepsfenomenen en groepsprocessen ten dienste van het werken met therapiegroepen en hun diverse formaten. De groepstherapie-formaten die in deze opleiding ter onderscheiding worden geëxpliciteerd, zijn: • Steunende en ontdekkende groepen, zowel als groeps -psychotherapie alsook als vaktherapie • Gesprekstherapeutische en niet-verbale, een medium gebruikende groepsbenadering • Methodiek-bepaalde groepstherapie voor doelgroepen Binnen deze opdeling in groepstherapie-formaten is er vervolgens een subdeling gemaakt in twee theoretische en technische aandachtspunten: • Modificaties in interventies, specifiek behorend bij format en doelgroep • Specifieke aspecten van groeps(psycho) therapeutschap behorend bij format en doelgroep. Voor een nadere toelichting en verantwoording van deze didactische opzet verwijs ik naar Tijhuis (2005a) en Tijhuis (2005 b) en Tijhuis (2005 c). •
Werkwijze volgens dit opleidingsmodel
In de hiernavolgende paragrafen zullen de verschillende opleidingsonderdelen separaat beschreven worden volgens de contouren zoals aangegeven in de NVGP –contouren nota 2004/2005. Vooraleerst dit per cursusonderdeel beschreven zal worden, volgt hieronder de boven in schema (figuur 1) aangeduide werkwijze van deze opleider. De voorgestelde drie pijlers zijn: theorie, techniek2 en eigen ervaring. • THEORIE 1. Het verwerven van theoretische kennis vindt plaats via literatuurbespreking: - in de vorm van een stellingendiscussie van een uur - 2 of 3 stellingen worden aan het begin van de bijeenkomst door docent uitgereikt - de stellingen zijn (ge-anonimiseerde) stellingen van deelnemers in eerdere cursussen - de stellingen hebben zo veel als mogelijk betrekking op de subitems die in de contourennota vermeld worden onder de afzonderlijke te behandelen onderwerpen - de discussie over de stellingen vindt plaats in de vorm van een groepsdiscussie onder gespreksleiding van een cursist - elke cursist maakt eigen notulen en aantekeningen voor zichzelf - facultatief worden groepsnotulen gemaakt 2. Het expliciteren van praktijkkennis vindt plaats middels: - het bespreken van casuïstiek aangeleverd door de docent - casuïstiek inbreng door cursisten wordt aangemoedigd en sterk gewaardeerd (= tijd en aandacht voor gemaakt) - een collega-cursist notuleert voor de casusinbrenger - observaties (door 2 observatoren) van specifieke/themagerichte groepsoefeningen worden plenair besproken - de video ‘De kracht van de groep’3 en bijbehorende tekst wordt bestudeerd - de video ‘Schijngestalten van de groep’4 over de groepsontwikkeling en – fasen van Levine wordt bediscussieerd.
2
In de contourennota wordt deze pijler ‘oefening’ genoemd. Deze videoband is in eigen beheer gemaakt als instructiefilm over groepsvorming 4 Video uitgebracht door de NVGP (zeer gedateerde beeldpresentatie:1980) over groepsontwikkeling 3
Pagina 3 van 7
OPLEIDINGEN_aanbod NVGPcursussen groepstherapeut2.doc © Tijhuis Praktijk
• TECHNIEK Aan deze ‘pijler’ wordt op de volgende wijze gestalte gegeven. 1. groepsoefeningen met observatie-opdrachten corresponderend met onderwerp van bijeenkomst wordt themagerichte groepsoefening, o.a. focus op normen en rollen of focus op groepssamenwerking en cohesievorming, aangeboden; deze groepsoefeningen worden geobserveerd door minstens twee observatoren aan de hand van een instructie op een observatieformulier. In de plenaire nabespreking van deze observaties wordt naast het analyseren en bediscussiëren van de groepsfenomenen en interacties ook aandacht besteed aan de wijze van observeren, zoals het participerend observeren, het analytisch en het klinisch doen van observaties. 2. Simulatie van therapiegroep met patiënten Start, ontwikkeling en verloop van een therapiegroep met patiënten wordt middels een draaiboek met afgebakende leerpunten daadwerkelijk en in vivo vorm gegevens volgens een strict gestructureerd script. Door het hanteren van dit script wordt de groep zelf gebruikt ter illustratie en om te ervaren. Door de spelregels van het script wordt voorkomen dat het een leertherapiegroep wordt en dat de cursisten elkaars therapeut menen te moeten zijn.. Belangrijkste pluspunt van het werken met dit script is een didactische: de docent blijft docent, dat wil zeggen leerprocesbegeleider, en plaatst zichzelf niet/wordt niet beleefd als of gemaakt tot de therapeut van de cursusgroep of van groepsleden. Het script wordt aan het begin van de cursus besproken, toegelicht en schriftelijk aan de cursisten aangeboden. Het script wordt door de docent consistent en eenduidig gehanteerd en gehandhaafd., ter beveiliging van het leerklimaat (zie Tijhuis 2005a) en ter garantie van een verantwoord didactisch proces (zie Kamminga en Wielinga 2001). Het script bevat: - instructie van een therapiegroep die feitelijk start bij het begin van de (daartoe geëigende) cursus met bijbehorende werkrelatie-afspraken, therapieregels en sociale omgangsregels - instructie van cursisten omtrent hun rol als patiënten in deze simulatie, en mogelijke rolinvulling door de individuele deelnemers - instructie van de therapeut waarbij accent ligt op diens taak van procesbegeleiding en groepsvorming - instructie van de observatoren omtrent hun helicopter-view op het groepsproces en groepsfenomenen, en hun taak als rapporteurs van groepsthema’s en verslaggever van het groepsproces. Het simulatie-programma waarin het script uitgewerkt wordt, heeft de volgende structurele leerelementen: - voorbereiding rollenspel met keuze therapeut, observatoren en vaststelling context - het rollenspel van exact een half uur als afspiegeling van anderhalf uur - het post-session interview van de pijnrol (therapeut) door docent - verslag van de helicopter-view door de observatoren - analyse van het groepsproces op geleide van het groepsfocaal rubriceringssysteen GFS® door observatoren, therapeut en groepsleden in de hoedanigheid van cursisten met coaching van de docent. - thematisering en cognitising: gezamenlijk vaststellen van het groepsfocale conflictthema(‘s). - de observatieverslagen van de observatoren en de notulen van de analyse van de therapiegroepzitting door de cursistengroep worden bewaard in een therapie-logboek van de cursus
Pagina 4 van 7
OPLEIDINGEN_aanbod NVGPcursussen groepstherapeut2.doc © Tijhuis Praktijk
3.Rolinvulling van groepsdynamische functies in de cursusgroep Onder de pijler ‘techniek’ wordt ook beschouwd de invulling en het functioneren van de cursisten in de rol van groepsdiscussieleider, ‘groepsroldrager’ of ‘toegevoegd observerend cotherapeut’, en participatie in de cursistengroep als ‘werkgroep’. Hierbij balanceert de cursuswip (zie figuur 1) tussen doen – ervaren en praktijkkennis. De docent houdt aantekening van de prestaties van de cursisten, in vermeende sterke en minder sterke punten. • EIGEN ERVARING De pijler ‘eigen ervaring’ wordt ingevuld met een reflectiepracticum. Dit is een practicum in zelfreflectie op houding en beleving in een therapiegroep als professional en als persoon( zie Tijhuis 2005a,b). Doel is een persoonlijke reflectie op het functioneren in de cursusgroep als een groep-alsgeheel, oftewel feeling krijgen met de eigen groepsdynamische fenomenen. Tegelijkertijd is het een persoonlijke reflectie op eigen positie en gedrag in de cursusgroep als ‘werkgroep’. De warming up van het practicum geschiedt door het aanbieden van enkele individuatiethema’s waarbij de cursisten enkele associaties op schrift kunnen stellen om het reflectieproces te focussen. Het practicum bestaat uit een groepsgesprek van een half uur met vrije interactie en discussie, waarbij de docent als niet-participerend toehoorder aanwezig is. Na het groepsgesprek krijgen de cursisten tijd om met steekwoorden een aanzet te maken van hun reflectieverslag. Het persoonlijk reflectieverslag is een vereiste. Een copie van het verslag wordt de eerstvolgende bijeenkomst aan de docent gegeven. Voor de docent zijn deze reflectieverslagen de manier om het proces van de individuele cursisten te kunnen volgen tijdens de cursus. Uitgezonderd de basiscursus groepsdynamica waar dit niet aan de orde is, kunnen de cursisten hun reflectieverslagen benutten voor de ‘professional reports’ aan het eind van de cursus. De reflectieverslagen van de practicumsessies zijn in principe persoonlijk, ze worden niet meegenomen in de beoordeling of met de cursusgroep geëvalueerd. De cursist kan de eigen reflectieverslagen benutten voor zijn of haar ‘professional report’ waarbij de docent over de schouder mee kan kijken en kan coachen. De weerstand tegen deze werkwijze en de angst voor het onbekende leerproces wordt tijdens de introductiebijeenkomst van de cursusgroep uitgebreid besproken aan de hand van de toelichting op het draaiboek. Tevens krijgt de cursist de werkafspraken en cursusgroepsregels schriftelijk aangereikt. De docent presenteert de opzet van de cursus met een powerpointpresentatie. Overigens is de ervaring dat voor sommige cursisten zelfs een dergelijke uitgebreide en nadrukkelijke voorbereiding op de werkwijze in de cursus nog onvoldoende geruststelt. De docent herhaalt veelal in de tweede cursusbijeenkomst de regels en afspraken voor de ‘achterblijvers’. Het is derhalve niet zo verwonderlijk dat met name de evaluatie van het begin van de cursus door deze voor vele opleidelingen onbekende en verrassende werkwijze minder positief beoordeeld wordt. Deze kwestie wordt nader ge-analyseerd in Tijhuis (2005c). • beoordeling en toetsing De beoordeling en toetsing vindt in zijn algemeen plaats via een ‘professional report’. De cursist valueert de cursus vanuit de eigen praktijksituatie en evalueert het geleerde, respectievelijk middels de eigen ingebrachte casuïstiek en de opgedane theoretische inzichten. Hiertoe biedt de docent toegespitste vragen waarop de cursist in de eigen ‘professional report’ antwoord kan geven bij wijze van leidraad. De cursist kan voor het persoonlijke aspect in de eigen professional report gebruik maken van de reflectieverslagen van het practicum. Voor de reflectie op het functioneren als groepstherapeut kan hij gebruik maken van de observatieverslagen, en voor de reflectie over de verworven praktijkkennis gebruik van de casuïstiekaantekeningen Doel van de ‘professional report’ is een analyse te maken van de sterke en de minder sterke kanten in het functioneren als persoon en als therapeut in een groep, in de vorm van een persoonlijk reflectieverslag.
Pagina 5 van 7
OPLEIDINGEN_aanbod NVGPcursussen groepstherapeut2.doc © Tijhuis Praktijk
Bij de beoordeling ten behoeve van de evaluatie van de deelnemers wordt in meer of mindere mate devolgende beoordelingsdimensies gebruikt die door de NVGP-oplei- dingscommissie worden voorgesteld: (van kennis naar ervaren) - processen herkennen op groeps- en individueel niveau - samenhang tussen theoretische kennis en klinische praktijk aan kunnen brengen - kennis van persoonlijkheidstheorieën (voorzover noodzakelijk) - oog hebben voor non-specifieke factoren - kunnen alterneren van interventies op groeps- en individueel niveau - leren verdragen van allerlei gevoelens zoals kritiek, woede, verdriet, intimiteit - kennis van eigen gevoelens voor wat betreft zich in de groep en in de therapeut afspeelt - kennis van hoe men als therapeut beweegt op de dimensie afstand-nabijheid en activiteit-passiviteit - zicht hebben op tegenoverdracht en daar constructief gebruik van kunen maken Deze beoordelingsdimensies zijn onveranderd, maar wel in een gewijzigde volgorde overgenomen uit de Contouren-nota (NVGP 2004-2005). De evaluatie van de basiscursus en toetsing vindt plaats via een evaluatie-vragenformulier dat op de laatste (vijfde) bijeenkomst wordt uitgereikt. In de specialistische cursus en specifieke modules worden de ‘personal reports’ gebruikt ter evaluatie. ‘Personal reports’ zijn door cursisten geschreven reflectieverslagen gebaseerd op hun ervaringen in het reflectiepracticum en simulatie therapiegroep. Voor het schrijven van een ‘personal report’ wordt door de docent een schriftelijke instructie gegeven. De personal reports worden in groepsverband besproken. De cursist ontvangt aan het eind van de evaluatie de uitgereikte exemplaren van zijn personal report terug van zijn medecursisten. De docent behoudt zijn exemplaar ten behoeve van de toetsing. DE BEOORDELING DOOR DE DOCENT De docent beoordeelt de personal reports op de volgende aandachtspunten: - geeft de cursist blijk van een vermeerdering van zijn theoretische kennis en een verdieping van zijn praktijkkennis. Kan hij deze kennis expliciteren in de reflectie - kan de cursist aangeven in zijn reflectie op zijn functioneren waar zijn sterke en minder sterke kanten liggen en op welke wijze hij in de cursus aan deze aspecten heeft gewerkt - op welke wijze reflecteert de cursist op zijn functioneren als therapeut en als persoon en kan hij zijn groei tijdens de cursus concretiseren.
Pagina 6 van 7
OPLEIDINGEN_aanbod NVGPcursussen groepstherapeut2.doc © Tijhuis Praktijk
LITERATUUR Hutschemaeckers,G. (2001) Onder professionals. Professionalisering in de GGZ. Nijmegen: SUN. Kamminga, W. en Wielinga,U. (2001). Opleiden: van vakspecialist naar opleider, didactische vaardigheden. Zaltbommel: SN trainersacademie. Kwakman, K. (2003) Anders leren, beter werken. Nijmegen: HAN. Praag – van Asperen, van H. en van Praag, Ph. (red) (2000). Handboek supervisie en intervisie. Leusden: de Tijdstroom. Praag, van Ph. en Tijhuis, L. (2000). Groepssupervisie. In Praag – van Asperen, van H. en van Praag, Ph. (red) (2000). Handboek supervisie en intervisie. Leusden: de Tijdstroom. Schön,D.(1983) The reflective practitioner: How professionals think in action. Aldershot:Arena. Tijhuis, L. (2001). Leertherapie voor de groepspsychotherapeut: een existentieel aandachtspunt. Groepspsychotherapie, Verantwoording Tijhuis, L. (2005 a) Individuatiepraxis: opleiden tot goed genoeg psychotherapeut. Tijdschrift voor cliëntgerichte psychotherapie, Tijhuis, L. (2005 b).Opleiden tot groepstherapeut: leertherapie en supervisie in groepsverband. Groepspsychotherapie, Tijhuis, L. (2005 c). Anders leren, praktijkgericht werken: een herstart van een theoretischtechnische opleiding tot groepstherapeut. Groepspsychotherapie
© L. Tijhuis / Nijmegen 2005 TIJHUIS PRAKTIJK VOOR KINDER- EN JEUGDPSYCHOTHERAPIE Marterstraat 6 6531 KB Nijmegen tel 024-3563462 fax +31 243553548 www.tijhuiskindenjeugd.nl email
[email protected]
Pagina 7 van 7