Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Gemeenteblad
R
Raadsnotulen
Jaar Afdeling Vergaderdatum Publicatiedatum
2013 2 19 december 2013
OPENBARE VERGADERING OP DONDERDAG 19 DECEMBER 2013. Aanwezig: de leden mevrouw Akel (PvdA), mevrouw Alberts (SP), de heer Benjamin (VVD), de heer Bouwmeester (D66), mevrouw Burke (PvdA), de heer Capel (D66), mevrouw Combrink (GL), mevrouw Van Doorninck (GL), de heer Van Drooge (CDA), de heer Evans-Knaup (RA), de heer Flos (VVD), de heer De Goede (GL), mevrouw Van der Heijden (PvdA), de heer Hoek (GL), de heer Ivens (SP), de heer Jager (PvdA), mevrouw Maasdijk (PvdA), de heer Manuel (D66), de heer Molenaar (GL), mevrouw Moorman (PvdA), de heer Mulder (PvdA), de heer Olgun (PvdA), mevrouw Ornstein (VVD), de heer Paternotte (D66), de heer Piek (VVD), mevrouw Van der Pligt (SP), mevrouw Poot (VVD), de heer Poorter (PvdA), de heer Prins (PvdA), de heer Van der Ree (VVD), mevrouw Van Roemburg (GL), mevrouw Roodink (D66), mevrouw Ruigrok (VVD), de heer Schimmelpennink (WS), mevrouw Shahsavari-Jansen (CDA), mevrouw De Soete (D66), de heer Toonk (VVD), mevrouw Ulichki (GL), de heer Ünver (PvdA), mevrouw Van der Velde (Trots), de heer Verbeet (PvdA), mevrouw Visser (D66), de heer Weevers (PvdA), de heer Winsemius (PvdA). Afwezig: het lid de heer Van Lammeren (PvdD). Aanwezig: de burgemeester de heer Van der Laan (Openbare Orde en Veiligheid, Algemene Zaken, Integraal Veiligheidsbeleid, Juridische Zaken, Internationale Samenwerking, Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving, Juridische Zaken, Communicatie) en de wethouders de heer Van der Burg (Zorg en Welzijn, Sport en Recreatie, Luchthaven, Personeel, Organisatie en Integriteit, Dienstverlening en Externe Betrekkingen en Dierenwelzijn), mevrouw Gehrels (Economische Zaken, Kunst, Cultuur, Lokale Media, Monumenten, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven, Deelnemingen en Water), de heer Hilhorst (Financiën, Onderwijs en Jeugd), de heer Ossel (Wonen en Wijken, Grotestedenbeleid, Armoedebeleid, Openbare Ruimte en Groen en Haven), de heer Van Poelgeest (Ruimtelijke Ordening, Bouw en Woningtoezicht, Grondzaken inclusief Bodem, Klimaat en Energie), de heer Wiebes (Verkeer Vervoer inclusief de Noord/Zuidlijn, ICT, Glasvezel en Luchtkwaliteit). Afwezig: wethouder mevrouw Van Es (Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering en Bestuurlijk Stelsel).
Middagzitting op donderdag 19 december 2013 Voorzitter: de heer Van der Laan, burgemeester, alsmede het raadslid mevrouw Ornstein, plaatsvervangend voorzitter. Raadsgriffier: mevrouw mr. M. Pe. Verslaglegging: de heer Seelen.
1
Jaar 2013 Afdeling 2 Vergaderdatum 19 december 2013
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Raadsnotulen
R
Voorzitter: mevrouw Ornstein De VOORZITTER heropent om 13.07 uur de op woensdagavond geschorste vergadering. De VOORZITTER: Ik wil beginnen met het voorlezen van de nog resterende spreektijden voor deze middagzitting. De PvdA: 45 minuten, de VVD: 36 minuten, GroenLinks: 23 minuten, D66: 29 minuten, de SP: 3 minuten, het CDA: 5 minuten, Red Amsterdam: 16 minuten, de Partij voor de Dieren: 27 minuten, Trots: 22 minuten, Witte Stad: 26 minuten. Het college moet ook opletten, want dat heeft nog slechts 16 minuten. Ten aanzien van de vanochtend rondgestuurde vergaderorde voor deze middag het volgende. Wij hadden gisteren al afgesproken dat agendapunt 42 over de NDSM-werf om 16.00 uur behandeld zou worden. Van verschillende kanten zijn er verzoeken binnengekomen om punt 10A over de erfpacht later te behandelen dan 13.00 uur zoals nu gepland is. Ons voorstel is om dat om 15.00 uur te behandelen. Tot slot nog een omissie in de lijst die nu voorligt. Daar staat agendapunt 25 niet meer op, maar de heer Ivens heeft verzocht om nog even in conclaaf te treden met de wethouder over de vraag of het punt vandaag wel of niet behandeld moet worden. We komen er dus later nog op terug. (De heer PATERNOTTE: Ik wil graag mede namens de fractievoorzitters van de Partij van de Arbeid en de SP vragen om het definitieve referendumverzoek aan het eind van de agenda te zetten.) Anderen over dit verzoek? (De heer FLOS: Dat zou dus een vergadering betekenen die tot heel laat duurt omdat we om 16.00 uur de NDSM-werf bespreken. Ik vind dat niet prettig. Voor mij hoeft het in elk geval niet.) Ik begrijp ook dat de burgemeester om 17.30 uur weg moet. Dan wordt het een ingewikkeld verzoek. Ik zie dat voor mevrouw Shahsavari-Jansen hetzelfde geldt. Ik denk toch dat het handigste voorstel is om het om 15.00 uur te behandelen. (De heer PATERNOTTE: Ik wil voorstellen om het referendumverzoek meteen na de NDSM-werf te behandelen.) Dat hangt af van de lengte van de bespreking van de NDSM-werf. Als dat meer dan 45 minuten duurt, dan hebben we een probleem als de burgemeester om 17.30 uur weg moet, net als mevrouw Shahsavari-Jansen. (De heer FLOS: Ik denk dat het debat over het referendum echt langer dan 45 minuten zal duren. Als het erop aankomt, dan vind ik de discussie over het referendum belangrijker dan het andere debat. Misschien kunnen we dat iets vervroegen.) Dames en heren, ik breng toch het voorstel van mij in stemming, om punt 10A om 15.00 uur te behandelen. (De heer PATERNOTTE: Als u voorstelt om dat punt om 15.00 uur te behandelen, dan hebben we nog steeds maar een uur voor het debat over het referendum terwijl ik net de fractievoorzitter van de VVD hoorde zeggen dat het debat veel langer zal duren. Dan lijkt het mij logischer om de NDSM-werf als laatste te behandelen en het referendumverzoek meteen daarvoor.) Het tijdstip van 15.00 uur is ook gecommuniceerd naar de initiatiefnemer van het referendum. Ik handhaaf daarom het voorstel om dit om 15.00 uur te bespreken.
2
Jaar 2013 Afdeling 2 Vergaderdatum 19 december 2013
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Raadsnotulen
R
(Mevrouw MOORMAN: Ik wil het verzoek dat de heer Paternotte net deed bespreken. We hebben de stukken vannacht gekregen. We proberen ze goed te bestuderen, maar we hebben nog vragen waar we graag antwoord op krijgen. We hebben daarvoor twee uur de tijd dus dat is ruim, maar ik ben toch bang dat dat te beperkt is. Als we punt 10A om 16.00 uur kunnen bespreken en daarna de NDSM-werf, dan zou dat ons allemaal erg helpen.) (De heer PATERNOTTE: Daar sluiten wij ons uiteraard bij aan.) Ik heb inmiddels van een van de wethouders het aanbod gekregen om contact te zoeken met mensen van de NDSM-werf. Ik vind het namelijk een beetje vervelend om de afspraak die we gisteren met hen hebben gemaakt – bespreking om 16.00 uur – niet gestand te doen. Het voorstel is nu dus om agendapunt 10A om 16.00 uur te behandelen. Gaat u daarmee akkoord? Ik zie links en rechts gemor en geknik, maar het lijkt erop dat u daarmee akkoord gaat.
35 Gewijzigd initiatiefvoorstel ter instemming van de raadsleden de heer Van der Ree, mevrouw Visser, mevrouw Alberts, de heer Evans-Knaup en mevrouw Van der Velde van 30 september 2013, getiteld: Openhouden Overdiemerweg (Nuonweg), en kennisnemen van de bestuurlijke reactie en van de aanvullende bestuurlijke reactie (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1124) Bij dit agendapunt wordt ingekomen stuk nr. 10 van de raadsvergadering van 27 november 2013 betrokken. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van der Ree. De heer VAN DER REE: Vijfduizend steunbetuigingen zijn er inmiddels binnen op de website van de Maxis. Hoofdzakelijk van IJburgers voor wie de bereikbaarheid van winkelcentrum Maxis belangrijk is, maar ook voor fietsers die in Diemen wonen en bijvoorbeeld op het IJburgcollege op school zitten is het belangrijk om via deze weg op IJburg te kunnen komen. Met dit initiatiefvoorstel sturen we de wethouder terug naar de onderhandelingstafel. Dat doen we met steun van D66, de SP, Red Amsterdam en Trots. Het onderwerp is liefst drie keer behandeld in de Raadscommissie voor Bouwen, Wonen en Klimaat en volgens mij zijn alle argumenten besproken. Ik wil hier nog twee zaken eruit lichten. Als eerste de kosten. Veiligheid vinden we allemaal erg belangrijk. Uiteraard moeten zowel de kruising als de Nuonweg veilig zijn en worden. Het is echter onduidelijk wat de kosten daarvan zijn. Er ligt een onafhankelijk advies van het Bureau WAGN dat uitkomt op 160.000 euro. Er ligt ook een berekening van de dienst van wethouder Van Poelgeest die uitkomt op 1,5 miljoen euro. Ik trek geen conclusies, maar we kunnen een project doorrekenen, maar ook doodrekenen. Daarnaast heeft de Maxis te kennen gegeven mee te willen betalen aan het onderhoud van de weg. Als er onderhandeld wordt, dan wil men misschien nog meer bijdragen. De wethouder vroeg in de Raadscommissie voor Bouwen, Wonen en Klimaat om een dekking. Dat vond ik een beetje vreemd, want toen de raad een halfjaar geleden een veilig fietspad wilde bij de Beethovenstraat vroeg de wethouder niet om een dekking.
3
Jaar 2013 Afdeling 2 Vergaderdatum 19 december 2013
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Raadsnotulen
R
Het tweede punt dat ik eruit wil lichten is de concurrentie. Concurrentie is volgens de VVD goed voor ondernemers. Het houdt ondernemers scherp en het is goed voor consumenten omdat het consumenten keuzevrijheid biedt. Als het sluiten van deze weg van zo groot belang is voor de ondernemers op IJburg, dan is er iets anders aan de hand, namelijk iets met het ondernemersklimaat op IJburg. We hebben weinig ideeën gehoord om dat te verbeteren. Het doet mij denken aan de discussie over de wortel en de stok. Dat zijn twee instrumenten om consumentengedrag te beïnvloeden. De wethouder kiest blijkbaar voor de stok en de VVD voor de wortel. (Mevrouw VAN DOORNINCK: U maakt een interessante vergelijking. U bent voor concurrentie. Op het Maxisterrein concurreren grote winkelketens met kleinere winkels op IJburg. Vindt u dat de gemeente die concurrentie moet faciliteren?) Ja, wij vinden het belangrijk dat IJburgers de keus hebben om op de fiets dan wel met de auto op IJburg hun boodschappen te doen of om naar de Maxis te gaan. (Mevrouw VAN DOORNINCK: Die keus hebben mensen. Volgens mij mag iedereen boodschappen doen waar hij wil. Ik woon zelf in de Indische Buurt. Daar is geen markt. Ik mag daar graag boodschappen doen en ik fiets er een stukje voor om. U zegt dat de overheid de concurrentie moet faciliteren en daarvoor een weg volledig moet aanpassen. De overheid moet dus de concurrentie van grote winkelketens met kleine winkels faciliteren.) Als de weg wordt afgesloten, dan hebben wij niet de illusie dat iedereen op zijn fietsje boodschappen doet op IJburg. Heel veel mensen zullen uitwijken naar Noord. Heel veel mensen zullen uitwijken naar Diemen. Voor veel mensen is het belangrijk dat ze gratis kunnen parkeren en dat er parkeerruimte is bij een groot winkelcentrum. Op dit moment blijkt dat 80% van de IJburgers regelmatig bij de Maxis komt. Vijfduizend mensen hebben getekend om de weg open te houden. Wie zijn wij om dat voor hen onmogelijk te maken door er een hek te plaatsen? (Mevrouw VAN DOORNINCK: Het wordt toch niet onmogelijk gemaakt? Mensen kunnen gewoon naar de Maxis. Ik herhaal mijn vraag: moet de overheid dat faciliteren? Moet de overheid er honderdduizenden euro’s in steken om ervoor te zorgen dat mensen sneller met de auto naar de Maxis kunnen gaan?) Ja, wij zijn voor het openhouden van de Nuonweg. Dat is de kern van het voorstel. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Visser. Mevrouw VISSER: D66 heeft een visie op IJburg. Onderdeel van die visie is dat IJburg zich heeft bewezen als een gewild woonmilieu voor velen en dat IJburg niet alleen aantrekkelijk is voor mensen die er wonen, maar ook voor bezoekers een enorme potentie heeft. IJburg is de tekentafel ontstegen en moet de kans krijgen om een open en organisch deel van de stad te worden. Geen afgesloten Vinex-suburb, maar een vitaal en dynamisch woon-, werk- en recreatiegebied. Een prachtig gelegen eilandenrijk met een unieke zon-, zee- en strandsfeer. Bij dit beeld van IJburg hoort de ultieme bereikbaarheid van IJburg. Het is voor D66 onvoorstelbaar dat het voorstel dat wij vandaag doen niet op instemming van de wethouder kan rekenen. Tegen geringe kosten stellen wij voor om hier de kans te benutten om een al bestaande weg te behouden om zodoende de bereikbaarheid te vergroten.
4
Jaar 2013 Afdeling 2 Vergaderdatum 19 december 2013
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Raadsnotulen
R
In de commissie zijn veel argumenten besproken. De argumenten voor het behoud van de weg winnen het in steeds sterkere mate van die voor sluiting. Voor het openhouden geldt dat de bewoners het willen, mede voor het doen van boodschappen buiten IJburg. Het biedt een extra fietsverbinding van en naar het IJburgcollege voor kinderen die van buiten IJburg komen. Het ontsluit IJburg extra voor bezoekers van buiten. Het is makkelijk en tegen geringe kosten veilig en definitief te realiseren. Voor 160.000 euro zoals de heer Van der Ree al zei en niet voor 800.000 euro of voor 1,5 miljoen euro. (Mevrouw VAN DOORNINCK: Mevrouw Visser, wat noemt u ‘geringe kosten’?) 160.000 euro. (Mevrouw VAN DOORNINCK: Wat geeft u het idee dat voor 160.000 euro die weg veilig gemaakt kan worden voor fietsers?) Dat idee wordt naar voren gebracht door het onafhankelijk bureau waar de heer Van der Ree net over sprak. Dat bureau schreef echter ook dat het geen inzicht heeft in de begroting waar het bedrag van 800.000 euro of van 1,5 miljoen euro op gebaseerd is. Daar moet nader onderzoek naar gedaan worden. Met 160.000 euro of 500.000 euro is te voorkomen dat er een hek om IJburg komt te staan en dat het een Vinex-suburb blijft. Dat is voor ons van doorslaggevend belang. De argumenten tegen beperken zich tot: het is nu eenmaal zo afgesproken. En: het winkelcentrum loopt niet. D66 is van mening dat we met het plaatsen van een hek om IJburg mensen echt niet dwingen om hun boodschappen dan maar op IJburg te doen. Het winkelcentrum moet zelf aantrekkelijker en concurrerender worden. Dat is de opgave van alle winkelcentra. Waarom geen geste gedaan op het gebied van de parkeertarieven zoals: de eerste twee uur gratis? Met volle overtuiging zijn wij daarom mede-indiener van het onderhavige voorstel om de weg definitief open te houden. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Mulder. De heer MULDER: Toen de oostelijke ontsluiting van IJburg nog niet gereed was, is de zogeheten Nuonweg tijdelijk geopend. Het fileprobleem is daardoor verminderd. De weg loopt over het grondgebied van Diemen en is eigendom van Nuon. Bij elkaar levert dat een complexe situatie op. Het is van groot belang dat IJburg goed bereikbaar is. Gelukkig is de oostelijke ontsluiting naar de snelweg nu klaar. De Nuonweg wordt nu door IJburgers gebruikt om naar het winkelcentrum bij de Maxis in Muiden te gaan. Deze IJburgers steunen wij door zo dadelijk voor het voorliggende voorstel te stemmen om wethouder Van Poelgeest op pad te sturen en met de betrokken gemeenten en Nuon te gaan praten. Het blijft belangrijk om te investeren in een goed winkelaanbod op IJburg. Veel kleine winkeliers die een gevarieerd aanbod mogelijk maken, hebben het in de hele stad moeilijk, maar op IJburg is dat zeker het geval. Wij willen dat de gemeente zich inspant om te kijken hoe IJburg goed op de kaart gezet kan worden. Bijvoorbeeld met hotels zodat er ook in de zomer meer activiteiten zijn – een periode waarin de winkeliers heel weinig klandizie hebben – Citymarketing en evenementen. Daarnaast willen we ons ook inzetten voor de ontwikkeling van voorzieningen in de haven van IJburg zodat watertoeristen iets langer op IJburg blijven en gebruikmaken van het winkelaanbod. Binnenkort zullen wij hiervoor een voorstel indienen. (Mevrouw VAN DOORNINCK: De PvdA heeft volgens mij een draai gemaakt. In de Nuonkrant staat u nog duidelijk vermeld als tegenstander van het nieuw investeren in de weg. U geeft nu allerlei voorbeelden om
5
Jaar 2013 Afdeling 2 Vergaderdatum 19 december 2013
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Raadsnotulen
R
IJburg aantrekkelijk te maken zodat meer mensen daarheen gaan. U wilt eigenlijk een dubbele investering van de gemeente. Een investering zodat mensen met de auto naar de grote winkelketens kunnen gaan en een investering om IJburg aantrekkelijker te maken. Welke kosten hebt u daarvoor in gedachten?) In het blaadje staat dat het onze inschatting is dat Diemen grote bezwaren heeft tegen het openhouden van de weg. De vraag is of het lukt. Dat heb ik in dat blaadje gezegd. Bovendien moeten we een goed oog hebben voor een goed aanbod op IJburg. (Mevrouw VAN DOORNINCK: U stuurt de wethouder op een kansloze missie naar Diemen, maar het is toch prettig om voor dit voorstel te stemmen?) Ik heb de missie niet kansloos genoemd. Dat zijn uw woorden. U kent de wethouder ook als een vindingrijk en kundig man. Laten we eens afwachten waarmee hij terugkomt. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Schimmelpennink. De heer SCHIMMELPENNINK: We praten hier over een stedelijke omgeving waarin we te maken hebben met een weilandwinkel die daar is neergezet zonder de normale kosten die in een stedelijke omgeving in een groot winkelcentrum geïnvesteerd moeten worden. Ditzelfde winkelagglomeraat wil nu een tijdelijke weg annexeren. Ik vind dat geen gezonde ontwikkeling. Een gezonde en vitale stad moet op een andere manier in elkaar gezet worden. IJburg moet zich ontwikkelen tot een groter gebied met winkels op korte afstand die mensen op de fiets kunnen bereiken. De Maxis is dat niet. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Doorninck. Mevrouw VAN DOORNINCK: In de jaren zestig bouwden we in deze stad wijken waar nauwelijks voorzieningen waren. Ze bevonden zich buiten de wijk in grote winkelcentra waar men met de auto naartoe ging om die twee keer per week vol te laden. Op die manier deed men boodschappen. We zijn nogal teruggekomen van dat idee van de ideale stad. We geloven veel meer in wijken vol voorzieningen, met winkels en een lokale economie. Dat is goed voor de leefbaarheid en voor de sociale cohesie. Het is zelfs goed voor de gezondheid van de bewoners van die wijken. Iedereen mag boodschappen doen waar hij wil. Moet de overheid dat faciliteren door een fikse investering te doen in het herinrichten van een weg en mensen naar een andere gemeente te laten gaan om daar boodschappen te doen en op die manier de lokale economie te ondermijnen? (De heer VAN DER REE: Mevrouw Van Doorninck houdt hier een heel mooi pleidooi voor de maakbaarheid van de samenleving. Hoe duidt mevrouw Van Doorninck de vijfduizend handtekeningen om de weg open te houden die er inmiddels binnen zijn?) Mijn pleidooi was niet zozeer voor de maakbaarheid van de samenleving, maar voor een leefbaar IJburg. Als mensen graag met de auto boodschappen doen, dan lijkt me dat prima. Als ze daar een stukje voor moeten omrijden, dan kiezen die mensen daar zelf voor. Dat lijkt mij geen enkel probleem. We gaan geen hek ergens omheen zetten. We gaan iets niet volledig onmogelijk maken. Ze moeten alleen iets langer rijden. Dat kan. (De heer VAN DER REE: Het is aardig dat mevrouw Van Doorninck over een hek begint, maar dat is juist wel het geval. Er komt gewoon een hek.)
6
Jaar 2013 Afdeling 2 Vergaderdatum 19 december 2013
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Raadsnotulen
R
Ik refereerde aan mevrouw Visser die sprak van een hek om heel IJburg. Dat leek mij een beetje overdreven. In dit debat valt het me op dat er zo gemakkelijk over gedaan wordt. Er wordt steeds gezegd dat er alleen een hek weggehaald moet worden terwijl er enorme investeringen gedaan moeten worden in de weg die opnieuw moet worden geprofileerd. Voor ons gaat het vooral om de veiligheid van fietsers. Als de weg openblijft, dan moet u zich voorstellen dat straks ik weet niet hoeveel schoolkinderen dagelijks de Gooiseweg moeten oversteken, waar auto’s 80 km/u rijden. Ook het onderzoek waarnaar verwezen wordt stelt dat het ideaal inrichten van een fietspad moeilijk is. Ruimte voor voldoende opstelruimte is er niet. Er zullen compromissen voor gesloten moeten worden die de kwaliteit van het ontwerp nadelig beïnvloeden. Ik weet niet welke compromissen de raad bereid is te aanvaarden. Ik hoop dat het financiële compromissen zijn die niet de veiligheid van schoolgaande kinderen in de waagschaal stellen. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Evans-Knaup. De heer EVANS-KNAUP: Red Amsterdam kiest voor vrijheid. Vrijheid om te kiezen waar mensen hun boodschappen doen. Of dat nu op IJburg is, in Oost of in Muiden, bij de Albert Heijn, de lokale groenteboer, de Lidl of de Maxis. De keuze is aan de IJburger zelf. Wij vinden niet dat we die keuze moeten beïnvloeden door de kortste weg naar een van die winkels af te sluiten. Ook uit milieuoverwegingen is sluiting niet de beste keuze. Er gaan nu achtduizend huishoudens een keer per week naar de Maxis. Als deze groep straks elke keer 10 km verder moet rijden, dan betekent dit 80.000 km per week extra. Dat is ruim 4 miljoen km per jaar, honderd rondjes om de aarde. Of de afstand die ruim driehonderd automobilisten gemiddeld per jaar rijden. Dan de fietsers. Op het IJburgcollege zit een steeds groter wordende groep leerlingen uit Muiden dat zelf geen voortgezet onderwijs kent. De enige veilige weg voor fietsers is de Nuonweg. De Schapendijk is langer, onverlicht en kan spekglad zijn. Daarnaast kan die in de winter afgesloten zijn. Voor deze groep zou afsluiting van de Nuonweg een langere en minder veilige route naar school betekenen. Wij willen de Overdiemerweg graag openhouden en nemen dus graag deel aan dit in initiatiefvoorstel. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van der Velde. Mevrouw VAN DER VELDE: Trots Amsterdam is net als veel partijen hier voor het openhouden van de Nuonweg voor auto- en fietsverkeer van en naar IJburg. Inwoners van IJburg hebben behoefte aan een betere ontsluiting van hun wijk en aan een goede verbinding met winkelcentra als het Maxisterrein. Door het niet realiseren van IJburg 2 waar een centrumfunctie gecreëerd zou worden, zijn bewoners voor grotere winkelketens aangewezen op het Maxiscomplex. Voor dagelijkse boodschappen zullen zij, zo is uit onderzoek gebleken, gebruik blijven maken van de slager, de bakker en de bloemist in hun eigen wijk. Wij denken daarom dat het openhouden van de weg geen concurrentie betekent voor de middenstand op IJburg. Een ander bezwaar dat genoemd is, is de vrees voor sluipverkeer. We kunnen ons dat voorstellen, maar de sluiproute over IJburg zal nauwelijks tot geen tijdwinst opleveren omdat de straten op IJburg niet geschikt zijn voor doorgaand verkeer. Wie dat een keer geprobeerd heeft, zal het daarna nooit meer doen. Kinderen uit Muiden gaan op de fiets op IJburg naar school. Het is voor hen de dichtstbijzijnde school. Als de Nuonweg afgesloten wordt, dan moeten zij omrijden. Wij hebben daarom geen bezwaar tegen het openhouden van de weg. Het college kan
7
Jaar 2013 Afdeling 2 Vergaderdatum 19 december 2013
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Raadsnotulen
R
voorstellen doen voor de kosten ervan. We hebben dit eerder in de Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit voorgesteld. Ik hoop daarom dat de beide wethouders bij de uitvoering kunnen samenwerken. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Poelgeest. Wethouder VAN POELGEEST: Laat één ding duidelijk zijn. Het college heeft unaniem een afweging gemaakt. Voor het college is het volstrekt duidelijk dat voor een grote groep mensen de Maxis gemakkelijk is. Ik kan me er ook iets bij voorstellen. Wie veel boodschappen moet halen, rijdt er in de auto heen, laadt die vol en rijdt weer naar huis. Dat belang moet worden afgewogen tegen een aantal andere zaken. Ik hecht eraan om die kort even te noemen. De Nuonweg had er volgens de oorspronkelijke plannen nooit moeten zijn. De oostelijke ontsluiting had allang klaar moeten zijn. Dat is langzamer gegaan vanwege de crisis in de bouw. Het aantal woningen waarbij de oostelijke ontsluiting klaar moest zijn, is helaas nog niet gebouwd. Dat aantal bedroeg 11.000. Als dat wel was gebeurd, dan had deze discussie nooit plaatsgevonden, had er een oostelijke ontsluiting gelegen en was de Nuonweg de Nuonweg gebleven, een weg over het eigen terrein van Nuon waar niemand mocht komen. Omdat het langer duurde, is een paar jaar geleden de vraag gesteld of we tijdelijk – omdat de oostelijke ontsluiting helaas nog niet gerealiseerd is – deze weg konden openstellen. Op dat moment waren de gemeente Muiden, de gemeente Diemen en Nuon daar tegen. Het college van de gemeente Amsterdam heeft zich indertijd ingezet om dat tijdelijk mogelijk te maken. Dat was geen gemakkelijke discussie. Muiden, Diemen en Nuon waren er immers tegen. We hebben echter kunnen afspreken om de weg tijdelijk open te stellen. Het college vindt dat we een soort verplichting hebben ten aanzien van de ondernemers op IJburg. Zij waren uitgegaan van het idee dat de oostelijke ontsluiting klaar zou zijn en dat deze rechtstreekse verbinding met de Maxis er nooit zou komen. Op een gegeven moment duurde het langer en kwam hij er wel, maar zou hij tijdelijk zijn. Het betekent daarom een breuk met de afspraak met de ondernemers op IJburg die het moeilijk hebben. Overigens om meer redenen dan alleen de Maxis. Er wonen minder mensen en ze hebben het moeilijk. Dat klopt allemaal. Ze hadden echter de verwachting dat dit slechts een tijdelijke voorziening zou zijn. Als we dat nu veranderen, dan breken we ons woord. We breken ook de belofte aan Muiden, Diemen en Nuon. Buurgemeenten vinden vaak dat wij de grote, arrogante stad zijn die altijd handelt zoals het haar uitkomt en haar zin doordrijft. Ook dat dient u af te wegen. Verder denk ik dat wij in deze stad een traditie kennen waarbij we proberen om zoveel mogelijk voorzieningen in de wijk te behouden. Mevrouw Van Doorninck zei er al iets over. Op die manier is IJburg ook ontworpen. (De heer VAN DER REE: Is de wethouder het met mij eens dat, naast de afspraken die herzien moeten worden, er helaas ook sprake van is dat Amsterdam de verwachtingen van de IJburgers over de ontwikkeling van IJburg niet kan nakomen? IJburg heeft immers geen 45.000 inwoners en geen groot stadsdeelwinkelcentrum.) Dar ben ik met de heer Van der Ree eens, maar ik heb al in het begin van mijn betoog gezegd dat het gaat om een afweging. Ik zal daarom niet ontkennen dat er ook argumenten voor het openblijven van de weg kunnen zijn. Laten we echter wel zijn, mijnheer Van der Ree, het gaat om een afweging van verschillende belangen. Ik hoop dat u dat met mij eens bent.
8
Jaar 2013 Afdeling 2 Vergaderdatum 19 december 2013
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Raadsnotulen
R
Ik zei u net dat wij in deze stad gewend zijn om de stad zo te ontwerpen dat er zoveel mogelijk voorzieningen in de wijk zijn. Zo hebben we ook IJburg ontworpen. Het helpt dus niet om dat te realiseren als deze tijdelijke weg een permanente weg wordt. Dan de kosten en de kruising als u toch hiertoe besluit. (Mevrouw VISSER: Voordat u op een ander onderwerp overgaat, wil ik vragen of we hier niet te maken hebben met voortschrijdend inzicht, met een eigen dynamiek en met het feit dat IJburg steeds aantrekkelijker wordt en er steeds meer voorzieningen komen die ook voor mensen van buiten IJburg interessant zijn. Zouden Diemen en Muiden er niet juist bij gebaat zijn om de weg open te houden omdat hun inwoners ook naar de voorzieningen op IJburg gaan?) Dat geldt slechts in beperkte mate. Een deel van de voorzieningen trekt ook mensen van buiten IJburg zelf. Misschien ook uit Diemen en Muiden, dat geloof ik allemaal wel. Er is nu concrete belangstelling om een tweede supermarkt op IJburg te openen. Ik denk dat de initiatiefnemers daarvan dat niet meer doen als deze weg permanent opengaat. Een grotere supermarkt, dichter in de buurt, op het oostelijk deel van het Haveneiland gaat dan niet door en wordt mensen ontzegd als we dit doen. Dat moet u ook in uw afweging betrekken. (Mevrouw VISSER: Dan blijft mijn vraag hetzelfde. Zijn alle winkels en ook een eventuele nieuwe supermarkt er niet bij gebaat dat er meer bezoekers naar IJburg komen? Daar profiteren zij toch ook van?) (De VOORZITTER: Ik waarschuw de wethouder dat hij al een kwart van de resterende spreektijd van het college heeft benut.) Ik ben mij er niet van bewust dat ik, gerekend over drie dagdelen, een kwart van de spreektijd van het college heb benut, maar dat is weer iets anders. We hebben bij drie dagdelen ongeveer anderhalf uur spreektijd en ik ben nog geen 25 minuten aan het woord. (De VOORZITTER: Ik heb net voorgelezen dat het college nog zestien minuten spreektijd had en u hebt inmiddels meer dan vier minuten gesproken. Het is een waarschuwing.) 4 minuten van de 150 minuten die het college heeft gebruikt. (De VOORZITTER: Mijnheer Van Poelgeest, ik zeg u net dat het college bij de aanvang van dit deel van de vergadering nog zestien minuten spreektijd had. U hebt er inmiddels vier minuten van gebruikt. Daarom wil ik u graag verzoeken om enige spoed te maken.) En ik meldde ik alleen maar hoeveel spreektijd het college in drie dagdelen heeft en hoeveel daarvan ik heb gebruikt. Dat was slechts mijn mededeling. Ik ga verder. De kruising met de weg en de kosten die ermee verbonden zijn. Mevrouw Visser zegt heel stellig dat het 160.000 euro kost. Ik houd mij aanbevolen voor die berekening. Ik kan u zeggen dat het een enorme kostenbesparing voor de gemeente Amsterdam betekent als wij alle kruisingen tegen die kosten konden aanpakken. Dan hebben we een enorme bezuiniging te pakken. De ambtenaren van de Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer hebben dit berekend. Ik wil u de berekening best opsturen, maar gelooft u mij dat het echt 800.000 euro kost om iets aan die kruising te doen. Er moet een extra afslag bij, de aardebaan moet verbreed worden en er moet een verkeersregelinstallatie komen. Dat telt erg snel op. Misschien is dat vervelend, maar u wilt ook een veilige kruising. Ik neem daarom aan dat u het geld er ook voor over hebt. Het is daarbij overigens de vraag of we een echt veilige kruising krijgen. We kunnen er verkeerslichten neerzetten, maar het is een vierbaans weg, zonder middenberm waar
9
Jaar 2013 Afdeling 2 Vergaderdatum 19 december 2013
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Raadsnotulen
R
‘s morgens een heleboel scholieren over moeten die niet altijd voor het rode licht stoppen. Ik denk dat die kruising hartstikke gevaarlijk is, wat u er ook voor bedenkt. Als ik u was, zou ik er nog eens goed over nadenken. Wilt u echt een dergelijke kruising? Ik weet niet wat voor ongelukken er kunnen gebeuren, maar het is geen pretje als er ’s morgens klassen met leerlingen een vierbaansweg moeten oversteken, zelfs niet als er een stoplicht staat. U moet daar echt niet te lichtvaardig over denken. Het andere deel van de kosten van 1,6 miljoen euro – 800.000 euro – heeft te maken met de weg zoals hij er nu ligt. Ik wil u de berekening best overleggen. Die klopt echt. De heer Van der Ree heeft nog gezegd dat ik soms makkelijk doe over een dekking terwijl ik er hier moeilijk over doe. Uw vergelijking gaat niet op. Bij Beethoven zijn wij de veroorzaker. Wij wilden daar grond uitgeven aan Akzo en Stibbe waardoor er een fietspad moest verdwijnen. Dat moeten we op een gegeven moment weer herstellen en dat kost ons geld. Het leverde ons ongeveer 60 miljoen euro aan grondopbrengsten op, maar het kost ons geld. Hier geldt dat wij geen enkele verplichting hebben. Dit was een tijdelijke voorziening die weer zou verdwijnen op het moment dat we de definitieve voorziening mogelijk hebben gemaakt. U kunt er om allerlei redenen voor kiezen om er het geld voor over te hebben. Ik heb immers gezegd dat het om een afweging gaat en ik snap ook dat er redenen vóór zijn. U kunt het geld ervoor echter niet uit de grondexploitatie halen. U vraagt aan mij om een strenge fondsbeheerder te zijn voor het vereveningsfonds. Dat ben ik ook. Als u deze kosten wilt betalen, dan kan dat, maar dan moet u ze gewoon uit de gemeentebegroting halen en niet uit het vereveningsfonds. Dat is in dit geval niet het fonds dat dit veroorzaakt heeft. Het kan om allerlei andere redenen wenselijk zijn, maar dan moet u dat in de algemene dienst van de gemeente regelen. Ik rond nu af. Als ik de inbreng hoor, dan is de meerderheid van deze raad van mening dat deze weg open moet blijven. De gemeenteraad van Amsterdam beslist daar niet over. Daar beslist de gemeenteraad van Diemen over. Ik begrijp dat u dan aan mij vraagt om met de gemeente Diemen te gaan praten. Dat doe ik graag. Ik weet niet of ik ver kom. Ik zal het proberen. U moet zich daarbij overigens wel realiseren dat de gemeente Diemen bijzonder goed weet wat het college van Amsterdam ervan vindt. Dat verandert u niet meer. Ik zal echter uitdrukkelijk zeggen dat de meerderheid van de raad een andere mening heeft. Als u mij echter enige kans op succes wilt geven, dan moet u mij wel geld meegeven. Dat zal de gemeente Diemen namelijk als eerste vragen. Dit is een wens van Amsterdam en die moet dan ook op kosten van Amsterdam worden uitgevoerd. Het college is dus van harte bereid om met de gemeente Diemen te praten, maar dan wil ik wel geld meekrijgen. Ik hoop dat dit vanmiddag nog geregeld wordt. De discussie wordt gesloten. Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1124). De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1124) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1124) is aangenomen met de stemmen van GroenLinks tegen. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 1124 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
10
Jaar 2013 Afdeling 2 Vergaderdatum 19 december 2013
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Raadsnotulen
R
36 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 5 november 2013 tot instemmen met de inkoopstrategie en de procesinrichting voor kwaliteitsborging van het project ZuidasDok en het besluitvormingsproces van de gemeente Amsterdam inzake het project ZuidasDok (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1114)
37 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2013 tot instemmen met aanpassing van de hoofdgroenstructuur aan de grens van de vastgestelde Structuurvisie ZuidasDok ten behoeve van de realisatie van het ZuidasDok (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1121)
38 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2013 tot instemmen met het door de projectorganisatie ZuidasDok realiseren van de ZuidasDok deelprojecten Kabels & Leidingen en Watercompensatie en met het kredietbesluit voor genoemde deelprojecten (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1116) De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Drooge. De heer VAN DROOGE: Ik ben gisteren zoveel aan het woord geweest in deze vergadering dat ik het vandaag houd bij twee moties. Twee uitermate vriendelijke moties. We hebben dit uitvoerig besproken en de moties spreken voor zich. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen: 53º Motie van het raadslid Van Drooge inzake de inkoopstrategie project ZuidasDok (tunnels niet op 10 m afstand bebouwing) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1177). Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: De eis dat de tunnels op tenminste 10 m afstand van de bebouwing moeten komen uit de aanbestedingsleidraad te halen zodat marktpartijen meer ruimte krijgen om met slimme voorstellen te komen voor de realisatie van de tunnels, zolang ze daarbij zelf het risico dragen. 54º Motie van het raadslid Van Drooge inzake de inkoopstrategie en de procesinrichting voor kwaliteitsborging van het project ZuidasDok (Buitenveldert en Amstelveen blijven per tram bereikbaar) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1178). Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: In de inkoopstrategie voor de kwaliteitsborging van het project ZuidasDok op te nemen dat Buitenveldert en Amstelveen gedurende het hele bouwproces per tram bereikbaar moeten blijven. De moties maken deel uit van de beraadslaging.
11
Jaar 2013 Afdeling 2 Vergaderdatum 19 december 2013
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Raadsnotulen
R
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Visser. Mevrouw VISSER: De wijze waarop de organisatie voor de uitvoering van het ZuidasDok wordt vormgegeven wekt vertrouwen. Het is een complex project met veel partijen met uiteenlopende belangen. Dan is het zaak om de verantwoordelijkheden duidelijk en eenduidig te beleggen. Dit lijkt in de gekozen projectstructuur te worden geregeld. Voor D66 is het belangrijk dat er grote waarde wordt toegekend aan wat in de flap omschreven staat als ‘kwaliteit in alle fases’. Tijdens de uitvoering moet worden gewaarborgd dat de gebieden leefbaar, bereikbaar en overzichtelijk blijven voor bewoners en gebruikers en dat problemen tijdig worden gesignaleerd en samen met de belanghebbenden worden opgelost. Dat die belanghebbenden een stem krijgen en worden gefaciliteerd, dat er middelen voor beschikbaar zijn en dat degene die hiervoor verantwoordelijk is deel uitmaakt van de topstructuur van de projectorganisatie. Kortom: excellent omgevingsmanagement als uitwerking van de lessen van de Noord/Zuidlijn. De wethouder heeft in de commissie al toegezegd om het gebiedsmanagementplan en het participatieplan aan de raad voor te leggen zodra ze gereed zijn. Ook de aanbestedingsleidraad zal aan de raad worden voorgelegd. Hierin zal worden aangegeven hoe aannemers punten kunnen scoren op excellent omgevingsmanagement. Met andere woorden: welke zwaarte zal worden toegekend aan omgevingsmanagement als een van de inkoopdoelen en hoe doorslaggevend omgevingsmanagement zal zijn als gunningscriterium. Ik roep de wethouder hierbij op om zich er hard voor te maken dat omgevingsmanagement een topprioriteit wordt in de aanbestedingsleidraad, nog voordat die aan de raad wordt voorgelegd. Het is immers beter om te anticiperen op onze verwachtingen dan om achteraf te repareren met moties. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Doorninck. Mevrouw VAN DOORNINCK: Een aanbestedingstraject is altijd een complex traject. Over alle stappen is in dit voorstel goed nagedacht. Er is veel overgenomen uit de aanbevelingen van de enquêtecommissie Noord/Zuidlijn en de tien lessen van de nota Aanbesteden. Dat is hartstikke mooi, maar dit aanbestedingstraject zal nog een tijd duren. De wethouder heeft het al toegezegd, maar ik wil het nog een keer herhalen omdat het een belangrijk punt is. Ook de nieuwe raad die hier straks mee moet gaan werken dient uitgebreid betrokken te worden bij alle stappen en moet ook gewezen worden op de cruciale momenten in de aanbesteding. Ik wil extra aandacht besteden aan twee punten. Een van de belangrijke kwesties in het voorstel is de integriteit van de aannemer. Dat wordt vooral financieel-economisch benoemd. Voor ons is het echter ook van groot belang dat een aannemer integer is op het terrein van de arbeidsomstandigheden. We weten allemaal dat de bouw een sector is die zeer kwetsbaar is voor uitbuiting of andere vormen van slechte arbeidsomstandigheden. Kijkt u maar naar wat er gebeurd is bij de A2 bij Maastricht waar Portugese werknemers uitgebuit zijn. Ik heb een motie opgesteld om ervoor te zorgen dat de hoofdaannemer, hoeveel onderaannemers hij ook heeft, altijd verantwoordelijk is voor de arbeidsomstandigheden en om ervoor te zorgen dat de opdrachtgevers, het Rijk en de gemeente, kunnen toezien op de naleving van die arbeidsomstandigheden. Dat is namelijk ook een les van de A2 bij Maastricht: de overheid zag dat de arbeidsomstandigheden niet juist waren, maar door het contract kon zij daar niets aan doen.
12
Jaar 2013 Afdeling 2 Vergaderdatum 19 december 2013
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Raadsnotulen
R
Een tweede punt dat ik per motie graag wil meegeven, gaat over station Zuid. We werken met een concurrentiegerichte dialoog en het mooie van deze manier van aanbesteden is dat de partijen die meedingen ook kunnen meedenken over de beste oplossingen en over optimalisering binnen de scope die is afgesproken. Een van de knelpunten die we kunnen verwachten is station Zuid. Daarin wordt fors geïnvesteerd, maar toch is de prognose dat het station rond 2030 al aan de top van zijn capaciteit zit. Een oplossing daarvoor kan de Parnassuspassage zijn, de extra passage waardoor de reizigersstromen beter worden geleid en die ook een mogelijkheid biedt voor een betere doorstroming tijdens de bouw. Daarom zien wij graag dat de mogelijkheid voor een passage opgenomen wordt in de aanbestedingsleidraad. Omdat wij de punten gevoegd behandelen, wil ik ook de compensatie voor de aanpassing van de hoofdgroenstructuur bespreken. Het ZuidasDok is een belangrijke ontwikkeling voor Amsterdam. Wij kunnen ons voorstellen dat voor een dergelijke ontwikkeling de hoofdgroenstructuur moet worden aangepast, maar niet zonder compensatie. Het onderdeel Compensatie wordt erg mager besproken. Er staat dat er met stadsdeel Zuid gekeken wordt naar eventuele kwantitatieve compensatiemaatregelen. Zo doen we dat niet in deze gemeente. We moeten dat expliciet vastleggen. Ook daarvoor heb ik een motie. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen: 55º Motie van het raadslid Van Doorninck inzake aanpassing van de hoofdgroenstructuur ten behoeve van de realisatie van het ZuidasDok (compensatie) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1179). Draagt het college van burgemeester en wethouders op: In samenwerking met het stadsdeel Zuid het gebied dat wordt onttrokken aan de hoofdgroenstructuur ten behoeve van de realisatie ZuidasDok kwalitatief en kwantitatief te compenseren, bij voorkeur binnen of in de buurt van het plangebied Zuidas. 56º Motie van het raadslid Van Doorninck inzake de inkoopstrategie project ZuidasDok (Parnassuspassage) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1180). Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Zich in te spannen om de Parnassuspassage een plek te geven in de aanbestedingsleidraad voor het ZuidasDok. 57º Motie van het raadslid Van Doorninck inzake de inkoopstrategie project ZuidasDok (arbeidsomstandigheden ) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1181). Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: In de aanbestedingsleidraad voor het ZuidasDok op te nemen: - de verantwoordelijkheid van de hoofdaannemer voor de arbeidsomstandigheden in de gehele keten; - de verplichting van de opdrachtgever om toe te zien op de naleving van arbeidsomstandigheden in de gehele keten en om in te grijpen als er onrechtmatigheden in de arbeidsomstandigheden blijken. De moties maken deel uit van de beraadslaging.
13
Jaar 2013 Afdeling 2 Vergaderdatum 19 december 2013
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Raadsnotulen
R
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Evans-Knaup. De heer EVANS-KNAUP: De werkzaamheden rondom het ZuidasDok zijn op zichzelf niet complex. Het gaat hier om bouwwerkzaamheden die al veel vaker zijn verricht en dus gedroomd kunnen worden. Ze worden echter complex gemaakt doordat ze van een veel te grote omvang zijn en in een veel te klein gebied plaatsvinden en ook nog eens in een te korte tijd. Daarom willen wij pleiten voor meer flexibiliteit in de besluitvorming. Met deze flexibiliteit kunnen we anticiperen op een veranderende visie op mobiliteit. Bijvoorbeeld als blijkt dat steeds minder jongeren autorijden of omdat we automatisch gaan rijden. Volgens de minister doen we dat al over tien jaar. Daarvoor is beduidend minder ruimte nodig. Een praktisch voorbeeld is om te beginnen met vier in plaats van zes rijbanen. Als later blijkt dat ze nodig zijn, dan kunnen we er alsnog zes van maken. Ook zouden we een van de rijbanen exclusief voor andere bestemmingen kunnen inrichten. Bijvoorbeeld voor openbaar vervoer. Meer complexiteit kan ook veroorzaakt worden doordat de vertraging bij een project de rest van de werkzaamheden tegenhoudt. Meer flexibiliteit in het ontwerp en de planning kan ook hier de oplossing voor zijn. Verder hebben wij een probleem met de aanpassing van de grenzen van de vastgestelde Structuurvisie ZuidasDok. De grenzen die in de structuurvisie buiten die van de hoofdgroenstructuur liggen. Dit is een serieus probleem omdat de hoofdgroenstructuur een minimum stelt waarvan niet kan worden afgeweken. Als er toch groen moet verdwijnen, dan dient dit op een ander plek te worden gecompenseerd. Dit is ook gebeurd bij stukken water waar aan de flanken is gecompenseerd door poeltjes aan te leggen. Dat zou ook hier van toepassing moeten zijn. Als dit niet gebeurt, dan is voor ons het hele idee van het begrip ‘norm’ zoek. De normen liggen dan niet vast en kunnen aangepast worden. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Poelgeest. Wethouder VAN POELGEEST: Omwille van de tijd beperk ik mij tot twee opmerkingen en neem daarna alle moties afzonderlijk door. Ja, mevrouw Visser, het college is het eens met al uw vragen over omgevingsmanagement. Wij willen dat dit een prominente plek krijgt in de aanbestedingsleidraad. Het is ook de bedoeling dat de aanbestedingsleidraad niet zozeer voorgelegd wordt aan de raad, maar via een procedure waarbij wensen en betekeningen door de raad geuit kunnen worden waarna hopelijk samen met het Rijk de aanbestedingsleidraad wordt vastgesteld. Dat gebeurt inderdaad op het moment dat er net een nieuwe raad is aangetreden. Volgens de planning zal dat in april zijn. U wilt dat de nieuwe raad daarbij goed betrokken wordt. Hier zitten allemaal mensen die de geschiedenis van dit dossier kennen, maar straks zitten er mensen die daar minder goed van op de hoogte zijn. Het college deelt uw zorg dus wij zullen daar ook iets aan doen. De heer Evans-Knaup vroeg of we het werk nog meer kunnen faseren. Dat wordt heel erg lastig, mijnheer Evans-Knaup. We hebben tussen de trein en de weg al gefaseerd, maar een tunnel moeten we echt in een keer aanleggen. We kunnen moeilijk een halve tunnel aanleggen als een soort doodlopende weg. Dat gaat niet. U wilt hem smaller maken en straks weer breder maken. Dat werkt ook niet. We moeten de tunnel ingraven. Dat is de kern van dit project. Als we hem weer breder willen maken, moeten we opnieuw een tunnel aanleggen. Dat wilt u ook niet. Ik snap dat hij volgens u misschien überhaupt smaller zou moeten worden, maar het idee dat hij in de toekomst weer breder
14
Jaar 2013 Afdeling 2 Vergaderdatum 19 december 2013
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Raadsnotulen
R
kan worden, moet u echt vergeten. Overigens maakt dat qua bouwlogistiek en management geen verschil. Het blijft even ingewikkeld. Dan de moties van de heer Van Drooge. Hij wil 10 m afstand tot de bebouwing. Het CDA zegt uitdrukkelijk dat het risico ervan bij de aannemer komt te liggen. Daardoor kunnen wij ermee instemmen en lijkt het ons een goede aanvulling. Motie nr. 1178 over de bereikbaarheid van Buitenveldert en Amstelveen. Ik kan op dit moment niet overzien of aan die wens volledig tegemoetgekomen kan worden. Dat moet blijken. Als dat kan, dan is het college het er van harte mee eens. Ik houd dus een kleine slag om de arm omdat het ook moet kunnen. Met de wens zijn wij het van harte eens. (Mevrouw SHAHSAVARI-JANSEN: Met die interpretatie kunnen wij uiteraard leven. Ik weet niet of het nodig is om de motie aan te passen.) Dat is volgens mij niet nodig, want alle moties drukken wensen uit die in de raad leven. Als de aanbestedingsleidraad verschijnt, kunt u toetsen of er naar uw smaak voldoende invulling aan is gegeven. Laten we het niet ingewikkeld maken door teksten te veranderen, dat vindt de voorzitter ook prettig. Dan motie nr. 1180 over de Parnassuspassage. Het college wil die van harte steunen. Amsterdam heeft hierbij een groot belang. Het station moet echt functioneren en daar is een extra passage echt voor nodig. Dat zal wel tot enige discussie met het Rijk leiden, maar het helpt daarbij als de gemeenteraad dit zo uitdrukkelijk uitspreekt. Het college wil daarom heel graag dat motie nr. 1180 gesteund wordt. Dan motie nr. 1179 over de hoofdgroenstructuur. Ook Red Amsterdam had er een aantal opmerkingen over. Ik kan me die opmerkingen wel voorstellen. Ik wil u toezeggen dat het college in samenwerking met stadsdeel Zuid een voorstel maakt over de manier waarop die gecompenseerd wordt. Het feit dat er iets van afgaat, is al sinds 2009 bekend. Dat stond in de visie Zuidas. Het is dus geen verrassing, maar ik snap dat we dat op een nette manier moeten compenseren. Er komt dus nog een voorstel voor. Tot slot de arbeidsomstandigheden. Ook daarvan kan het college zich heel goed voorstellen dat de raad dit nog eens extra benadrukt. Ik weet niet of het voor 100% is te regelen, maar het lijkt mij evident dat we dat in een aanbestedingsleidraad op de een of andere manier moeten kunnen vastleggen. De discussie wordt gesloten. Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1114). De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1114) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1114) met algemene stemmen is aangenomen. Aan de orde is de stemming over de motie-Van Drooge (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1177). De motie-Van Drooge (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1177) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
15
Jaar 2013 Afdeling 2 Vergaderdatum 19 december 2013
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Raadsnotulen
R
De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Drooge (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1177) met algemene stemmen is aangenomen. Aan de orde is de stemming over de motie-Van Drooge (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1178). De motie-Van Drooge (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1178) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Drooge (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1178) met algemene stemmen is aangenomen. Aan de orde is de stemming over de motie-Van Doorninck (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1180). De motie-Van Doorninck (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1180) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Doorninck (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1180) met algemene stemmen is aangenomen. Aan de orde is de stemming over de motie-Van Doorninck (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1181). De motie-Van Doorninck (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1181) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Doorninck (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1181) met algemene stemmen is aangenomen. Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1121). De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Evans-Knaup voor een stemverklaring. De heer EVANS-KNAUP (stemverklaring): Met de toezegging van het college dat er gecompenseerd wordt en met de aangenomen motie kunnen wij met de voordracht instemmen. De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1121) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1121) met algemene stemmen is aangenomen. Aan de orde is de stemming over de motie-Van Doorninck (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1179).
16
Jaar 2013 Afdeling 2 Vergaderdatum 19 december 2013
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Raadsnotulen
R
De motie-Van Doorninck (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1179) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Doorninck (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1179) is aangenomen met de stemmen van de VVD tegen. Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1116). De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1116) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1116) met algemene stemmen is aangenomen. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 1114 van afd. 1 van het Gemeenteblad. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 1121 van afd. 1 van het Gemeenteblad. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 1116 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
40 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 12 november 2013 tot vaststellen van het bestemmingsplan IJburg 1e fase CS (Centrale Stad) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1118) Bij dit agendapunt wordt ingekomen stuk nr. 24 betrokken. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Visser. Mevrouw VISSER: Als gevolg van voortschrijdend inzicht zie ik af van behandeling. De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 1118 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
41 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 12 november 2013 tot vaststellen van het bestemmingsplan Stationseiland (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1123) Bij dit agendapunt wordt ingekomen stuk nr. 28 betrokken. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van der Ree.
17
Jaar 2013 Afdeling 2 Vergaderdatum 19 december 2013
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Raadsnotulen
R
De heer VAN DER REE: In de Raadscommissie voor Bouwen, Wonen en Klimaat hebben wij gesproken over terrassen op het Stationsplein. De Nederlandse Spoorwegen wil aan weerszijden van de hoofdentree van het station graag twee kleine terrassen. Dat wil men uiteraard omdat men er geld mee kan verdienen, maar ook omdat men denkt dat het goed is voor de sociale veiligheid, voor de leefbaarheid en voor de levendigheid. Bovendien kan het verrommeling en verloedering van het gebied onder de rijtuigenkappen voorkomen. Wij zijn het daarmee eens en gaan daarom mee met de wens van de Nederlandse Spoorwegen om die terrassen daar mogelijk te maken. Die terrassen waren overigens ooit mogelijk in het masterplan. Ze zijn er later weer uitgehaald. Wij plaatsen ze er weer in. Ik heb een amendement dat medeondertekend is door de heer Mulder van de PvdA, mevrouw Visser van D66 en de heer Van Drooge van het CDA. Het is een amendement met een bijlage en een impressie van hoe de kaart eruit zou komen te zien. Ik heb de impressie 46 keer in kleur geprint. Dat hoeft nu dus niet te gebeuren en ze kan mee uitgedeeld worden om een indruk te geven van hoe het eruit kan komen te zien. Uiteraard is het besluit juridisch vastgesteld in het amendement zelf. Dit is slechts ter inspiratie. Ik zie de voorzitter kijken, maar als zij zo het besluit leest, dan denk ik dat dit binnen de regels van deze vergadering kan. Het volgende punt betreft de knip. Dat hebben we in de commissie ook besproken. De knip in de Prins Hendrikkade waar de VVD tegen was en tegen is. Die valt buiten dit bestemmingsplan. De verkeerscirculatie die eventueel kan veranderen als gevolg van de knip valt er wel onder. We hebben er uitgebreid over gesproken. Er was een inspreker die zeer aanhoudend was met mailen en inspreken. Wij denken dat de vragen die gerezen zijn ook buiten dit bestemmingsplan om opgelost kunnen worden. Er wordt verder over gesproken in de Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit aan de hand van een rapport van Royal Haskoning. Voor ons is het geen reden om dit bestemmingsplan nu niet aan te nemen. De VOORZITTER: Ik denk dat de heer Van der Ree het bij het juiste eind had. Wij stemmen over het amendement en niet over bijlagen of plaatjes die erbij horen. Als het de raadsleden helpt om tot een oordeel te komen, dan kunt u ze uiteraard uitdelen. De VOORZITTER deelt mee dat het volgende amendement is ingekomen: 58º Amendement van de raadsleden Van der Ree, Mulder, Visser en Van Drooge inzake het bestemmingsplan Stationseiland (terrassen) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1182). Besluit: 1. Het bestemmingsplan Stationseiland te wijzigen conform het masterplan Stationseiland in die zin dat aan weerszijden van de hoofdingang onder de rijtuigenkap bebouwing voor de functies horeca III en IV, alsmede een bijbehorende terrasfunctie wordt toegestaan tussen de gevel van het stationsgebouw en de stijgpunten van de metro. 2. De bebouwing voor de functies horeca III en IV mogen een maximaal bruto 2 vloeroppervlakte van 35 m per aanduidingsvlak en een maximale bouwhoogte van 3,5 m hebben. 3. De desbetreffende regels (artikel 9 – Verkeer-1) van het bestemmingsplan Stationseiland als volgt aan te passen:
18
Jaar 2013 Afdeling 2 Vergaderdatum 19 december 2013
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Raadsnotulen
R
a. artikel 9.1, onder f te wijzigen in: ‘f. ter plaatse van het aanduidingsvlak met de aanduiding ‘terras’ is een onbebouwd terras ten behoeve van de aanpalende horecavestiging toegestaan.’ b. aan artikel 9.1 een nieuw lid toe te voegen als lid i, namelijk: ‘i. ter plaatse van het aanduidingsvlak met de aanduiding ‘horeca’ is horeca III en horeca IV toegestaan.’ c. aan artikel 9.2.1 twee leden toe te voegen, namelijk als lid b en c: ‘b. ter plaatse van het aanduidingsvlak met de aanduiding ‘horeca’ mag de bruto vloeroppervlakte ten behoeve van horeca III en IV niet meer dan 2 35 m bedragen’; c. ter plaatse van het aanduidingsvlak met de aanduiding ‘horeca’ mag de maximale bouwhoogte niet meer dan 3,5 m bedragen’; d. artikel 9.4.1, onder b te wijzigen in: ‘b. ter plaatse van het aanduidingsvlak met de aanduiding ‘terras’ is een onbebouwd terras ten behoeve van horeca III en horeca IV toegestaan’. 4. De verbeelding overeenkomstig het bepaalde onder 3 aan te passen. Het amendement maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Visser. Mevrouw VISSER: Wat is er logischer dan bij aankomst met de trein in een vreemde stad even neer te strijken op een terras en de sfeer, de geluiden en de geur op te nemen? Even acclimatiseren en daarna: hup, verder. Wie kent niet het verschijnsel dat u met een bekende die met de trein aankomt afspreekt in de Eersteklasrestauratie op perron 2 of in het Noord- en Zuid-Hollands Koffiehuis alvorens met hem of haar naar de stad te gaan? Is het niet fijn om dat op een terras te kunnen doen? Kortom: wat is er logischer, leuker en aantrekkelijker dan straks terrassen op ons nieuwe Stationsplein te hebben? Die terrassen waren ook jarenlang de bedoeling. Ze stonden in het masterplan. Oorspronkelijk zelfs vijf stuks. Opeens waren ze weg. In het bestemmingsplan komt horeca op het Stationsplein niet meer voor. De argumenten die de wethouder hiervoor kortgeleden per brief aanvoerde zijn tamelijk zwak en weerlegbaar. We snappen niet waarom er zoveel uit de kast wordt gehaald om de terrassen tegen te houden. Ik heb geen bezwaar gezien waarvoor geen oplossing te vinden is. Zijn wij geen supercreatieve stad? Dan kunnen we dit toch gemakkelijk mogelijk maken? D66 dient dan ook vol overtuiging met de VVD, de Partij van de Arbeid en het CDA een amendement in om ervoor te zorgen dat die terrassen ook daadwerkelijk gerealiseerd kunnen worden. Verder speelt bij dit bestemmingsplan nog het probleem van de verkeerscirculatie een rol. Daarvoor sluit ik mij helemaal aan bij de opmerkingen die de heer Van der Ree net maakte. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Evans-Knaup. De heer EVANS-KNAUP: Een station is gemaakt om mensen te vervoeren. Het gebied eromheen moet erop zijn ingericht dat mensen die willen reizen van en naar dat station kunnen komen. De nadruk rondom een station moet daarom liggen op zaken als tramhaltes en taxistandplaatsen, bijvoorbeeld een specifiek voor elektrische taxi’s. Rond, in en onder het station moet voldoende ruimte zijn om fietsen op een fatsoenlijke manier
19
Jaar 2013 Afdeling 2 Vergaderdatum 19 december 2013
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Raadsnotulen
R
te stallen. Voetgangers, fietsers en ander langzaam verkeer moeten het station op een aangename manier kunnen passeren, ook als iemand niet in het station hoeft te zijn of door een winkelcentrum wil lopen. Het station en het Stationsplein moeten niet concurreren met de binnenstad die zij juist moeten bedienen en faciliteren. Het CS moet het centrum niet kannibaliseren en terrassen moeten de reizigers niet hinderen. Het voorliggende bestemmingsplan is onderdeel van een complex geheel. Een stukje binnenstad dat iedereen graag binnen zijn poorten zou willen hebben. Nu lezen we echter in de krant dat er allerlei geheime convenanten zouden bestaan die ons met handen en voeten binden op straffe van miljoenenclaims. We willen graag van het college horen hoe dat precies zit. Welke afspraak is er met de spoorwegbedrijven over horeca-uitbreidingen in de plinten gemaakt? Wat ligt er vast over het terugbrengen van water? Welke beloften zijn er gedaan aan andere ondernemers in en rond het gebied? Verder is ons nog veel onduidelijk over de samenhang van dit plan met bijvoorbeeld de Prins Hendrikkade. De rapporten van Royal Haskoning over de verkeerssituatie baren ons dan ook zorgen. Wat gebeurt er bij calamiteiten? Komt de veiligheid dan in gevaar? Dit hangt onder andere samen met de nieuwe Michiel de Ruytertunnel. Blijft er bij calamiteiten altijd een tunnelbuis open? Royal Haskoning schreef dat in situaties zoals in de tunnel bij de De Ruyterkade tegemoetkomend verkeer in één tunnelbuis volgens de Europese regels mogelijk is. Is dat echter daadwerkelijk het geval? Alles in deze stukken is onderbouwd met het oude GENBOD-model. Er is echter een nieuw model in de maak, het AVM, het Amsterdams vervoermodel dat in 2015 operationeel wordt. Dat is niet zonder reden. Besluiten we nu op basis van een gedateerd model? De verplichting om fietsonderdoorgangen en fietsenstallingen aan te leggen, wordt nu vervangen door ‘andere mogelijkheden’. Dat lijkt ons onwenselijk. Dan de bestemmingsplannen van de omliggende gebieden. Wij verzoeken het college om een integrale behandeling van het gebied en de verkeers- en vervoersvraagstukken. Zowel het ontwerpbestemmingsplan Stationseiland als het ontwerpbestemmingsplan Prins Hendrikkade en de aanpalende gebieden. De bestemmingsplannen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Bij het eerste ontwerpbestemmingsplan Stationseiland dat in het jaar 2000 ter visie is gelegd was er sprake van één overkoepelend bestemmingsplan voor het hele Stationseiland. Wij zullen dan ook tegen het voorliggende plan stemmen, maar de moties en amendementen zullen we nog grondig bekijken. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Poelgeest. Wethouder VAN POELGEEST: Ik wil bij het laatste punt van de heer EvansKnaup beginnen. Er is een wettelijke verplichting om elke tien jaar bestemmingsplannen te vernieuwen. In het kader daarvan ligt dit bestemmingsplan nu op deze manier voor. U stelt op zichzelf goede vragen over de manier waarop dit gebied wordt ingericht. Daarvoor zijn er bestaande plannen die herijkt worden. Een van die herijkingen is op dit moment onderweg naar de raad. Vorige week heeft het college er een besluit over genomen en het is onderweg naar de Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit. Als ik u was, zou ik al uw vragen dan weer opnieuw stellen omdat dit veelmeer een conserverend bestemmingsplan is vergeleken met wat er tot nu toe bedacht is. Misschien is het voor u een overweging om er nu niet tegen te stemmen, maar u houdt uiteraard het recht om in een later stadium te zeggen dat u het niet eens bent met de plannen als de antwoorden niet bevredigend zijn. U moet er maar even over nadenken.
20
Jaar 2013 Afdeling 2 Vergaderdatum 19 december 2013
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Raadsnotulen
R
Ten aanzien van het terras heeft het college in zijn brief in extenso naar voren gebracht waarom het volgens ons niet verstandig is om terrassen toe te staan. Als de raad een andere afweging maakt, dan kan dat binnen dit bestemmingsplan. U dient zich overigens wel te realiseren dat het terras dan nog niet geregeld is. Er moet iemand komen die het wil uitbaten. Overigens is de vraag of de NS dan het monopolie heeft interessant. Die vraag zouden zeker de VVD en D66 interessant moeten vinden. Faciliteert u slechts één ondernemer of iedereen? Gezien de competenties van de NS en het Rijk denk ik overigens dat u aan de NS vastzit, maar dat weet ik niet zeker. (Mevrouw VISSER: De motie spreekt zich niet uit over de vraag wie de exploitant wordt. Het gaat erom dat er horeca en terrassen gerealiseerd worden. De NS verhuurt ook ruimten aan andere exploitanten. Wij zien daarom geen verschil met deze situatie.) Dat begrijp ik, maar vanwege de manier waarop het Rijk ooit de NS bediend heeft denk ik dat een exploitant sowieso aan de NS vastzit. Met dit bestemmingsplan bedient u dus de NS. Die zal echter als uitbater nog een plan moeten voorleggen en er een vergunning voor moeten krijgen. Dat is een aparte afweging die op dit moment onder verantwoordelijkheid van het stadsdeel valt. U kunt daar nog invloed uitoefenen, mevrouw Visser, want daar is de u welbekende mijnheer Oranje verantwoordelijk voor. Hij moet ook het monumentenbelang afwegen tegen het cafébelang. Het college wacht de uitkomst rustig af. De discussie wordt gesloten. Aan de orde is de stemming over het amendement-Van der Ree, Mulder, Visser en Van Drooge (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1182). De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Doorninck voor een stemverklaring. Mevrouw VAN DOORNINCK (stemverklaring): De woorden van de heer EvansKnaup – dat een station er is om mensen te vervoeren, dat er meer dan genoeg horeca in de buurt is en dat er erg veel mitsen en maren aan de terrassen daar zijn verbonden – hebben de fractie van GroenLinks doen besluiten om tegen dit amendement te stemmen. Het amendement-Van der Ree, Mulder, Visser en Van Drooge (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1182) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat het amendement-Van der Ree, Mulder, Visser en Van Drooge (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1182) is aangenomen met de stemmen van GroenLinks en Red Amsterdam tegen. Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1123). De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1123) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1123) is aangenomen met de stem van Red Amsterdam tegen.
21
Jaar 2013 Afdeling 2 Vergaderdatum 19 december 2013
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Raadsnotulen
R
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 1123 van afd. 1 van het Gemeenteblad, met inachtneming van de daarin als gevolg van aanneming van het amendement-Van der Ree, Mulder, Visser en Van Drooge (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1182) aangebrachte wijzigingen. De VOORZITTER schorst de vergadering. De VOORZITTER heropent de vergadering.
46 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2013 tot vaststellen van de nieuwe openingsbalans 2013 van het vereveningsfonds en systematiek van waarderen van onderhanden werk, kennisnemen van de 8maandsrapportage van het vereveningsfonds en instemmen met het Implementatieplan maatregelen verbetering beheer vereveningsfonds (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1056) Bij dit agendapunt wordt ingekomen stuk nr. 13 betrokken. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Visser. Mevrouw VISSER: In de commissie zijn er raadsbreed complimenten uitgedeeld over de nieuwe systematiek van het vereveningsfonds. Dat is terecht. We waren in een zich al jaren voortslepend en zich steeds zorgwekkender ontwikkelend keurslijf terechtgekomen. De nieuwe opzet is bevrijdend en zorgt voor beheersbaarheid en overzichtelijkheid. Natuurlijk wisten we in ons achterhoofd wel dat we met kapitalen aan grond in Amsterdam niet echt een probleem hebben, maar dat was tot nog toe nog niet erg inzichtelijk. Voor D66 was het grootste probleem de laatste jaren dat er maar doorgewerkt werd aan plannen waarvoor geen afnemer in zicht was. De massale hoeveelheid uren die op die projecten werd bijgeschreven. Dat er werd doorgegaan met tekenen, rekenen, overleggen, aanpassen, afstemmen en wijzigen. Kosten die torenhoge proporties aannamen. Daar is nu, eerst met Wijntjes en de kasstroomsturing, later met de naar kleur ingedeelde kavels en nu met de voorliggende systeemwijziging een goed sluitend eind aan gekomen. Grote complimenten voor de inzet en de deskundigheid van de ambtenaren die hieraan gewerkt hebben. Er ontbreekt nog een goede set spelregels waarmee de stad vanuit een opgeschoonde situatie verder ontwikkeld kan worden. Dat geldt ook voor het waarborgen van de juiste checks and balances door middel van het stevig positioneren van het fondsbeheer in het nieuwe cluster Ruimte. We vertrouwen erop om binnen enkele maanden voor beide onderdelen voorstellen voorgelegd te krijgen. Wij kijken daarnaar uit. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van der Ree. De heer VAN DER REE: De enige reden dat we dit niet gehamerd hebben, is omdat wij graag complimenten willen uitdelen aan de wethouder, maar uiteraard ook aan de ambtenaren die hieraan gewerkt hebben. Als het om meer dan 100 miljoen euro gaat, dan kunnen we in de commissie wel een compliment uitdelen, maar het is een beetje
22
Jaar 2013 Afdeling 2 Vergaderdatum 19 december 2013
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Raadsnotulen
R
flauw om deze voordracht dan te hameren. Die complimenten moeten ook in de raad gemaakt worden. Bij dezen. Wat hebben we gedaan? We zijn overgegaan naar een kasstroomsturing op kavelniveau. We hebben de balans opgeschoond en we hebben de projectaansturing gecentraliseerd. Drie maatregelen die ertoe hebben geleid dat in elk geval op papier de sterk negatieve uitkomst van het vereveningsfonds is omgebogen. Het is onwaarschijnlijk wat er het laatste halfjaar bereikt is. De VVD kan daarom van harte instemmen met deze voordracht. De complimenten die ik net maakte, maakte ik ook namens het CDA. Dat heeft mij gevraagd dat te doen omdat het waarschijnlijk een beetje slecht in de spreektijd zit. Dus ook de complimenten namens de heer Van Drooge. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Mulder. De heer MULDER: Ik kan natuurlijk niet achterblijven. Ik zwaaide nog naar de heer Van der Ree om onze complimenten ook mee te nemen. Onze complimenten. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Doorninck; Mevrouw VAN DOORNINCK: Anderhalve maand geleden hebben leden van de Partij van de Arbeid een voorstel in de Tweede Kamer gedaan om gemeenten die enorme problemen ondervonden met hun grondpolitiek vanwege de crisis te hulp te schieten. Amsterdam was een stad die tot een jaar geleden problemen had met de grondpolitiek, maar heeft daarvoor het Rijk niet nodig, want het probleem is op een geweldige manier opgelost. Niet alleen hebben wij het vereveningsfonds weer helemaal gezond gemaakt, maar we zijn ook overgestapt op een manier van financiering en een manier van bouwen die veel meer past bij deze tijd en veel meer past bij initiatieven van Amsterdammers en ontwikkelaars. Ik geef dan ook namens de fractie van GroenLinks mijn hartelijke complimenten aan de wethouder en al zijn ambtenaren. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Poelgeest. Wethouder VAN POELGEEST: Het college neemt de complimenten heel graag in ontvangst. Dank voor alle vriendelijke woorden en de complimenten. Ik had tegen de ambtenaren gezegd dat zij mochten komen, maar dat zij niet hoefden te komen. Ze zijn hard aan het werk, maar als zij via de buis meekijken, dan geeft het college de complimenten graag aan hen door. Ze hebben immers goed werk verricht en ook heel hard gewerkt. Dat is heel prettig. Er is één vraag van mevrouw Visser over de spelregels en het fondsbeheer. Ik weet dat op dit moment de laatste hand wordt gelegd aan de spelregels waardoor ze morgen naar de raad gestuurd kunnen worden zodat we er al begin januari over kunnen praten. Ik denk dat het fondsbeheer een plek krijgt bij de omvattende reorganisatie die op dit moment gaande is binnen het gehele gemeentelijke apparaat. Ik weet dus niet of dat separaat aan de commissie wordt aangeboden of dat het onderdeel wordt van het organisatiebeleid. Dat zult u echter tegen die tijd wel merken. De discussie wordt gesloten. Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1056).
23
Jaar 2013 Afdeling 2 Vergaderdatum 19 december 2013
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Raadsnotulen
R
De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1056) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1056) met algemene stemmen is aangenomen. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 1056 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
49 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2013 tot vaststellen van de nota van uitgangspunten (NvU) Rode Loper, Ferdinand Bolstraat (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1130) Bij dit agendapunt worden de ingekomen stukken nrs. 29 en 32 betrokken, alsmede ingekomen stuk nr. 15 van de raadsvergadering van 27 november 2013. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Hoek. De heer HOEK: In mijn beleving hebben we de nota van uitgangspunten al weken geleden in de commissie besproken. Daarna is er een flinke correspondentie op gang gekomen, met brieven van de wethouder over de tram, over het proces van totstandkoming van de nota van uitgangspunten en zijn toezegging om als tussenstap een voorlopig voorlopig ontwerp aan de commissie voor te leggen om te bezien of de uitgangspunten die in de nota zijn vastgelegd goed tot hun recht komen in de verdere uitwerking en ook goed functioneren. Ik wil graag een motie indienen om twee elementen daarin extra in de schijnwerpers te zetten. Het betreft het fietsparkeren en de breedte van de fietspaden. Voor het fietsparkeren zou ik het zeer gewenst vinden als de wethouder de ambitie omarmt om te zoeken naar vierhonderd extra inpandige parkeerplekken bovenop datgene wat hij zich nu al heeft voorgenomen. Voor de breedte van de fietspaden vraag ik hem om een maximum van 2,5 m aan te houden. Dat is namelijk de mooiste maat die we kunnen verzinnen bij het Hoofdnet Fiets en het Plusnet Fiets. Ik dien een motie in die vraagt om die verbeteringen te onderzoeken. Als de wethouder vindt dat dit niet of onvoldoende kan, dan nodig ik hem uit om dit ook aan de commissie duidelijk te maken als hij het voorlopig voorlopig ontwerp aan ons voorlegt. (De heer TOONK: Mijnheer Hoek, ik vind dat we hier niet op het niveau van centimeters moeten discussiëren. U doet dat wel. U vindt 2,5 m de mooiste maat. Kunt u uitleggen waarom dat mooier is dan 2,45 m, 2,55 m of 2,6 m?) Het uitgangspunt is fietspaden van 2,1 m. Dit is het Hoofdnet Fiets. In de regel wordt daarvoor een breedte van 2 m tot 2,5 m aangehouden. Hier gaan dagelijks heel erg veel fietsers overheen. Het is daarom zaak om hen binnen de uitgangspunten die we in de regel bij het ontwerpen in deze stad hanteren de maximale ruimte te geven. De Ferdinand Bolstraat leent zich daar op heel veel plekken uitstekend voor. Daar moeten we dat ook doen. Mijn motie stelt ook dat we het niet moeten doen waar het ten koste gaat van de toegankelijkheid van de straat voor mensen met een beperking.
24
Jaar 2013 Afdeling 2 Vergaderdatum 19 december 2013
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Raadsnotulen
R
(De heer TOONK: Mijnheer Hoek, bent u zich ervan bewust dat dit ten koste gaat van de loopruimte voor voetgangers en dat u met zulk een gedetailleerde ingreep heel erg op de stoel van het stadsdeel gaat zitten?) Ik ben me er terdege van bewust dat een stoep die een breedte van 4,5 m heeft door heel veel voetgangers ook gebruikt kan worden als hij 4,1 m is. Wij verzoeken de wethouder om dat in kaart te brengen. Als de stoep 2 m breed is, dan denk ik dat hij ons moet voorstellen om daar geen fietspad van 2,5 m breed te maken. Als het om details gaat: sommige terrassen bij sommige stations zouden door anderen als een detail opgevat kunnen worden. Ik wijs er verder op dat wij ons hebben voorgenomen om veel vaker op de stoel van stadsdelen te gaan zitten. Beschouw dit als een kleine vingeroefening. Tot slot: in de nota van uitgangspunten wordt bij het kruispunt van de Ferdinand Bolstraat en de Ceintuurbaan gerept van de keuze tussen een vrijliggend fietspad en een fietsstrook. Ik ga nog even door, mijnheer Toonk, want het gaat mij om de kwaliteit van het ontwerp. Daarvoor ga ik op elke stoel zitten. Bovendien is het onze stoel, want dit ligt hier voor. Wij moeten daarom de verantwoordelijkheid nemen en dat doet GroenLinks graag. Wij nodigen de wethouder uitdrukkelijk uit om zijn keuze te motiveren. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Winsemius. De heer WINSEMIUS: De discussie over de nota van uitgangspunten voor de Ferdinand Bolstraat heeft een nieuwe politieke uitdrukking opgeleverd. Een voorlopig voorlopig ontwerp in plaats van een voorlopig ontwerp. Wij zijn in ieder geval blij dat we zo meteen met de bewoners en de ondernemers verder kunnen praten over de manier waarop de inrichting er precies uit zal gaan zien. We verwachten nog een verhit debat omdat de Ferdinand Bolstraat nu eenmaal een maximale breedte heeft en alle eisen en uitgangspunten nooit met elkaar verzoend kunnen worden. De heer Hoek schrijft in zijn motie dat hij graag wil dat in het voorlopig voorlopig ontwerp op een aantal punten teruggekomen zal worden. Bewoners en bedrijven willen dat ook op een aantal punten. We zullen bij het voorlopig voorlopig ontwerp zien wat er precies mogelijk is. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 59º Motie van het raadslid Hoek inzake de nota van uitgangspunten Ferdinand Bolstraat (mogelijke verbeteringen) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1183). Besluit: Het college op te dragen de hierboven genoemde mogelijke verbeteringen uit te werken in het voorlopige voorlopig ontwerp, dan wel met argumenten omkleed aan te geven waarom deze niet kunnen worden doorgevoerd. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Bouwmeester. De heer BOUWMEESTER: Ik wil één opmerking maken over de zoektocht naar de extra inpandige fietsparkeerruimte die de wethouder zal ondernemen. Wij zouden het heel prettig vinden als er ook gekeken wordt naar de fondsen die de centrale stad
25
Jaar 2013 Afdeling 2 Vergaderdatum 19 december 2013
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Raadsnotulen
R
daarvoor beschikbaar heeft zodat we de rekening niet alleen bij Zuid neerleggen. Anders wordt het buitengewoon moeilijk om die garage te realiseren. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Toonk. De heer TOONK: In het ontwerp zitten naar ons idee twee politieke keuzes. De eerste is het afsluiten van de straat voor auto’s. De tweede is het weer laten rijden van een tram waar hij nu niet rijdt. U kunt met enig inlevingsvermogen vast wel bedenken wat de VVD daarvan vindt. In dit geval heeft het stadsdeel een integrale afweging gemaakt en zien wij geen reden anders te stemmen, ondanks het feit dat wij iets anders vinden. Wij willen wel graag het stadsdeel oproepen, niet alleen dit stadsdeel, maar ook andere stadsdelen, om op zijn minst een meningpeiling aan te leveren als zoiets op ons bordje wordt gelegd. In dit geval had dat zorgvuldiger gekund. Wij zien geen reden om op detailniveau met centimeters te gaan schuiven, mijnheer Hoek. U krijgt onze steun dus niet. Wij kijken uit naar het vervolg en naar het voorlopige voorlopig ontwerp. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Wiebes. Wethouder WIEBES: Zo spraken we in de gemeenteraad van de hoofdstad over de vraag of een bepaald fietspad over een lengte van 200 m 40 cm breder moet worden. De motie ligt er echter en ik geef u mijn definitieve definitieve preadvies. U vraagt om vierhonderd inpandige plekken. Dat noemt de indiener een ambitie. Ambities horen bij Amsterdam en ik heb geen bezwaar tegen die ambitie. We zoeken naar inpandige plekken en als die er zijn, dan zal ik ze aan u presenteren. We kunnen ook onderzoeken of het mogelijk is om het fietspad breder te maken. Ik wil daarbij twee waarschuwingen vooraf geven. De raad moet zich realiseren dat extra ruimte op het fietspad onherroepelijk door keizer voetganger moet worden prijsgegeven. Ik hoorde de indiener echter suggereren dat hij dit besefte. Ten tweede is een onherroepelijke consequentie dat het fietspad niet overal even breed is. Wanneer hadden de fietspaden in Amsterdam echter overal een standaardbreedte? Dat kunt u misschien ook accepteren. Onder die voorwaarden ga ik er graag mee akkoord. Ik heb verder goede nota genomen van de oproep van de indiener voor onderbouwing bij het voorlopig voorlopig ontwerp. Daarmee heb ik de vragen beantwoord. De discussie wordt gesloten. Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1130). De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1130) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1130) met algemene stemmen is aangenomen. Aan de orde is de stemming over de motie-Hoek (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1183). De motie-Hoek (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1183) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
26
Jaar 2013 Afdeling 2 Vergaderdatum 19 december 2013
R
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Raadsnotulen
De VOORZITTER constateert dat de motie-Hoek (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1183) is aangenomen met de stemmen van de VVD tegen. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 1130 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
53 Voordracht van de rekeningencommissie van 3 december 2013 tot vaststellen van het programma van eisen voor de accountantscontrole 2014 en de actualisatie van de rechtmatigheidmatrix 2013 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1139) De VOORZITTER geeft het woord aan de heer De Goede voor een stemverklaring. De heer DE GOEDE (stemverklaring): Ik verzoek de Rekeningencommissie dit nog eens onder de loep te nemen. Die komt ongetwijfeld in januari bijeen. We kunnen het punt nu hameren en we wensen de Rekeningencommissie veel succes. Wij danken de Rekeningencommissie voor het samenstellen van deze matrix. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Visser. Mevrouw VISSER: Misschien moeten we de voorzitter Rekeningencommissie even het woord geven om hier iets over te zeggen.
van
de
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van der Heijden. Mevrouw VAN DER HEIJDEN: Ik houd het heel kort. Het is zoals de heer De Goede het al zei. Wij hebben een stuk voorbereid waarin een extra opdracht aan de accountant gesuggereerd wordt. Wij komen in januari weer bij elkaar en het zou kunnen dat wij nog een ander voorstel zullen doen. Daar zullen we de raad dan van op de hoogte stellen. De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 1139 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
25 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 19 november 2013 tot intrekken van de Verordening op de heffing en invordering van leges 2013 en vaststellen van de Verordening op de heffing en invordering van leges 2014 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1099) De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ivens. De heer IVENS: Ik ben erachter gekomen dat wij binnenkort een verordening hebben die in strijd is met de wet, maar waardoor niemand gedupeerd zal raken. Ik vind het daarom prima om de behandeling van dit agendapunt uit te stellen.
27
Jaar 2013 Afdeling 2 Vergaderdatum 19 december 2013
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Raadsnotulen
R
Dit punt wordt van de agenda afgevoerd. De VOORZITTER: Dames en heren, er resteren nog twee agendapunten, te weten het definitieve referendumverzoek en de NDSM-werf. Het is nu 15.00 uur. Ik stel voor dat er in ieder geval bericht gaat naar de dames en heren die de behandeling van het punt over de NDSM-werf hadden willen bijwonen dat dit nu behandeld zal worden. Anders moeten we twee uur wachten totdat zij komen. Dat lijkt mij geen goed idee. We mochten niet om 15.00 uur beginnen met het erfpachtreferendum. Daarom gaan we nu door met agendapunt 42. Het is niet anders. Ik verzoek wel dat er bericht uitgaat naar de mensen die bij dit punt aanwezig wilden zijn. Dit is echter de consequentie van de eerder genomen besluiten. (De heer EVANS-KNAUP: Ik vind dit niet eerlijk ten opzichte van de mensen die er gisteren voor zijn gekomen, die vandaag op een bepaalde tijd verwacht werden en die door een wethouder zijn gebeld dat ze op een andere tijd moeten komen. Ik vind het niet juist om dit punt nu even snel te behandelen. Ik kies er eerder voor om nu toch met het referendum te beginnen.) Om de chaos compleet te maken, krijgt nu wethouder Gehrels het woord. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Gehrels. Wethouder GEHRELS: De skaters hebben een kerstdiner. Ze zitten nu nog op school, maar om 17.00 uur kunnen ze ook niet omdat ze dan terug naar school moeten voor het kerstdiner. Ik heb ze uitgelegd hoe het werkt, dat de raad zijn eigen agenda heeft en zoveel mogelijk rekening probeert te houden met de wensen van anderen. Ze waren heel ongelukkig met het tijdstip van 17.00 uur. Als ik ze nu bel, dan skaten ze misschien uit school en arriveren ze hier. (De VOORZITTER: Wijzigt de heer Evans-Knaup hiermee zijn voorstel aan de raad?) (De heer EVANS-KNAUP: Als ze in een kwartiertje hiernaartoe kunnen skaten, dan kunnen we er misschien heel even op wachten. Misschien kan de wethouder inzicht verschaffen in de snelheid waarmee ze hier kunnen zijn als ze nu op hun skatebord springen.) Ik heb geen idee, maar ik heb de indruk dat ze uit Amsterdam-Noord komen. De mevrouw die moeder is van een paar skaters werkt in Amsterdam Zuidoost. Dat is allebei ongeveer een half uur reizen. De VOORZITTER: We hebben het voorstel van de heer Evans-Knaup om te beginnen met het erfpachtreferendum. (De heer EVANS-KNAUP: Ik wil mijn voorstel wijzigen. We beginnen rustig en we hopen dat ze binnenkomen op het moment dat we tot besluitvorming overgaan.) Stelt u voor om nu met agendapunt 42 over de NDSM-werf te beginnen? (De heer EVANS-KNAUP: Ik ben ook enigszins in verwarring. Laten we het referendum behandelen.) (Mevrouw SHAHSAVARI-JANSEN: Ik wil graag weten of iemand er bezwaar tegen heeft om nu met het erfpachtreferendum te beginnen.
28
Jaar 2013 Afdeling 2 Vergaderdatum 19 december 2013
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Raadsnotulen
R
Mevrouw Moorman liet weten dat ze extra tijd nodig had voor haar voorbereiding. Wie weet is zij klaar voor de behandeling.) (Mevrouw MOORMAN: Ik heb nog een paar minuten nodig om mijn spreektekst te printen. Ik wil daarom voor een korte schorsing pleiten. Het zou kunnen. We moeten roeien met de riemen die we hebben.) (De heer PATERNOTTE: Ik kan er akkoord mee gaan als we om 15.15 uur beginnen met het erfpachtreferendum.) We beginnen om 15.15 uur met het erfpachtreferendum. De vergadering is nu geschorst. De VOORZITTER schorst de vergadering. De VOORZITTER heropent de vergadering. De VOORZITTER: Voordat we verdergaan, lees ik nog even de resterende spreektijden voor. De PvdA: 42 minuten, de VVD: 26 minuten, GroenLinks: 11 minuten, D66: 20 minuten, de SP: 3 minuten, het CDA: bijna 5 minuten, Red Amsterdam: 10 minuten, de Partij voor de Dieren: 27 minuten, Trots: 21 minuten, Witte Stad: 25 minuten. Het college – het zal u niet verbazen – is al 4 minuten over zijn spreektijd heen.
10A Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 17 december 2013 tot kennisnemen van het definitieve referendumverzoek van de heer De Lange inzake het raadsbesluit over erfpacht en vaststellen dat het referendumverzoek voldoende wordt ondersteund (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1157) De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Flos. De heer FLOS: Zoals bekend, is de VVD geen voorstander van referenda of volksinitiatieven. Wij hebben destijds dan ook tegen de verordening gestemd. Wij zijn voorstander van de representatieve democratie waarin elke vier jaar een referendum gehouden wordt. Eerlijk is eerlijk, met een grote meerderheid heeft deze raad een referendum mogelijk gemaakt. Een referendum moet daarom een eerlijke kans krijgen. De bevolking moet zich, conform de door de gemeenteraad vastgestelde verordening, kunnen uitspreken over een genomen raadsbesluit. Het is jammer dat de voordracht pas op het laatste moment beschikbaar was, maar we begrijpen ook dat de bevolking van Amsterdam en de indiener van het verzoek gebaat zijn bij een zo spoedig mogelijk besluit over het al dan niet doorgaan van het referendum als alle formaliteiten die nodig zijn achter de rug zijn. Dat is nu het geval. De stemmen zijn als het ware geteld. We hebben woorden van waardering voor de burgemeester voor de manier waarop hij dit proces heeft aangepakt. Meermalen heeft hij meegewerkt aan het mogelijk maken van het referendum. Ik noem kort 4 momenten. Hij heeft de termijn voor het zoeken van steunbetuigingen voor het inleidend referendumverzoek van 3 weken verlengd tot liefst 9 weken. De 2900 steunbetuigers in de aankondigingsfase zijn alsnog benaderd om meegeteld te kunnen worden voor de tweede en derde fase van het referendumverzoek. Ten derde is ook de termijn voor het zoeken van steunbetuigers voor het definitieve referendumverzoek verlengd. Bovendien heeft de burgemeester
29
Jaar 2013 Afdeling 2 Vergaderdatum 19 december 2013
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Raadsnotulen
R
toegestaan dat bij steunbetuigingen handtekeningen en mogelijke parafen allemaal zouden worden meegeteld. Ik ga nu in op de twee voornaamste besluitpunten van de voordracht. De overige zullen wij steunen. Het zijn de besluitpunten II en III. Besluitpunt II stelt vast dat het definitieve referendumverzoek voldoende gesteund wordt en dat het referendum dus doorgang kan vinden. O+S en de Dienst Basisinformatie hebben daarvoor een zeer gedegen controle uitgevoerd van de zowel elektronisch als schriftelijk aangeleverde handtekeningen. Hierbij zijn diverse handtekeningen afgevallen. Bijvoorbeeld omdat mensen niet in Amsterdam woonachtig waren of meermalen getekend hadden. Daardoor zijn er 600 mensen afgevallen. Of omdat ze niet kiesgerechtigd waren of niet op het opgegeven adres woonden toen ze hun handtekening zetten. Dat heeft bij de papieren handtekeningen gezorgd voor een daling van 22% en bij de elektronische handtekeningen van 11%. De conclusie van O+S en de Dienst Basisinformatie was dat met 99% zekerheid gesteld kan worden dat er 21.343 geldige handtekeningen in de derde en definitieve fase zijn verzameld. Met de handtekeningen uit de tweede fase, 6926, erbij geteld, waren er ruim voldoende handtekeningen verzameld, namelijk 28.259. Dit aantal is voor 99% zeker en is bovendien ruim meer dan 26.000. Ik denk daarom dat terecht wordt geconstateerd dat ervan uit mag worden gegaan dat er genoeg handtekeningen zijn opgehaald. Daarnaast heeft professor Nuijens van de UvA geconstateerd dat deze diensten dit volgens het protocol dat wij voor het referendum hebben en ook volgens de statistisch juiste methode hebben gedaan. Daarom heeft besluitpunt II, dat het referendum doorgang kan gaan, de steun van de VVD. Het andere besluitpunt betreft de vraagstelling van het referendum. Besluiten wij hier dat men bij het referendum ‘ja’ of ‘nee’ kan zeggen tegen de voordracht die wij in juni aangenomen hebben? Of bestaat de mogelijkheid om bij het referendum een uitspraak te doen over de alternatieve uitgangspunten die de indiener in juni heeft voorgesteld? Welnu, het referendum zoals het in Amsterdam bedoeld is – en zoals het ook door de VVD bedoeld is voor zover er een referendum komt – is een raadplegend correctief referendum. U kunt alle debatten erover erop naslaan. Het gaat om een raadplegend correctief referendum. Dat wil zeggen dat men ‘ja’ of ‘nee’ tegen een genomen raadsbesluit zegt. Voor het voorleggen van een alternatief aan de bevolking is een burgerinitiatief toegevoegd aan de verordening. Zo is het debat gevoerd en zo is ook de verordening bedoeld. Wij betreuren het echter wel dat de verordening op dit punt niet geheel duidelijk is. Op sommige plekken in de verordening lezen we heel duidelijk dat het gaat om een raadplegend correctief referendum. Op andere plekken, bijvoorbeeld in artikel 42, lijkt het net alsof men ‘ja’ of ‘nee’ kan zeggen tegen een door de indiener voorgesteld initiatief. Wij vinden dan ook dat de referendumverordening met spoed moet worden aangepast. Wij vinden het goed dat de Referendumcommissie, een onafhankelijke commissie onder voorzitterschap van de heer Jurgens, daarover een oordeel heeft uitgesproken. Zijn conclusie is dat het allemaal niet erg fraai is opgeschreven, maar dat er duidelijk een correctief referendum bedoeld is. Er heeft in feite een verschrijving plaatsgevonden ten aanzien van de inhoud van het referendum. Hij adviseert de burgemeester echter om duidelijk te maken dat het referendum daadwerkelijk gaat over de vraag of het raadsbesluit uit juni wel of niet de steun van de bevolking heeft. Wij volgen die gedachtegang waarbij we wel de burgemeester vragen om de verordening zo snel mogelijk aan te passen. Het alternatief van de indiener bevatte onder andere de mogelijkheid voor een kooprecht voor de grond. Als fractievoorzitter van de VVD wil ik ook namens de hele VVD Amsterdam geen onduidelijkheid laten bestaan over het feit dat de VVD Amsterdam voor
30
Jaar 2013 Afdeling 2 Vergaderdatum 19 december 2013
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Raadsnotulen
R
de vrijheid is om te kiezen voor erfpacht dan wel kopen. Het is heel mooi dat we daar een soort referendum over hebben. Dat vindt in feite plaats op 19 maart 2014 bij de gemeenteraadsverkiezingen. Dan kan er over dit soort principes fundamenteel worden gedebatteerd en kan er een besluit over worden genomen. Dit referendum daarentegen, dat tegelijk met de Europese verkiezingen zal worden gehouden, zal gaan over de vraag of het raadsbesluit uit juni wel of geen doorgang moet vinden. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Moorman. Mevrouw MOORMAN: Zoals bekend zal zijn in deze raadzaal en ook daarbuiten is de Partij van de Arbeid een groot voorstander van referenda. Wij feliciteren dan ook de initiatiefnemers met het slechten van de drempel van 27.000 handtekeningen voor het definitieve referendumverzoek. Een jaar geleden, toen we het hadden over de nieuwe Referendumverordening, zei ik al dat het juist voor de waarde van het referendum van belang is dat de spelregels goed worden gevolgd en dat het referendumproces eerlijk en via fair play plaatsvindt. Naar aanleiding daarvan hebben we hier tijdens de vorige raadsvergadering een aantal mondelinge vragen gesteld. Uit de voordracht die nu voorligt, blijkt dat de Referendumcommissie het niet als haar taak ziet om uitspraken te doen over de wijze waarop de handtekeningen zijn geworven en over de vraagstelling en de argumenten die daarbij zijn gebruikt. Dat is begrijpelijk, maar ook jammer omdat juist de Referendumcommissie die uitspraak zou kunnen doen. In de evaluatie van het referendumproces die zal plaatsvinden na afloop van het referendum zou het goed zijn om daar voor een volgende keer aandacht aan te besteden. In de voordracht lees ik dat de Referendumcommissie het gelukkig wel als haar taak ziet om de grens te bewaken tussen wat wel en wat niet acceptabel is tijdens de campagne voor het referendum. Kunt u toelichten hoe dat zal gebeuren? De heer Flos zei het al, het college is zeer coulant geweest in de manier waarop met het referendumverzoek is omgegaan. Er is tweemaal extra tijd gegeven om handtekeningen te verzamelen. Men heeft zich ingespannen om mensen die een ongeldige handtekening hadden gezet alsnog te laten tekenen. Ook nu weer is er heel coulant gekeken naar de handtekeningen die zijn gezet. Zo zijn ook parafen meegeteld, net als handtekeningen die niet overeenkomen met de handtekening die bekend is bij de Dienst Werk en Inkomen. Daarbij gaat het zelfs om 50 % . Ook wanneer hetzelfde handschrift bij meerdere handtekeningen voorkwam, zijn deze gewoon meegerekend. O+S heeft wel een aantal aanbevelingen gedaan en wij hopen dat deze aanbevelingen worden betrokken bij de evaluatie en bij de aanpassingen voor een volgend referendumverzoek. De drempel is behaald en er komt een referendum over het voorstel van het college over de uitgangspunten van het nieuwe erfpachtbeleid die de raad heeft vastgesteld. Zoals de heer Flos al zei, gaat het hier om een correctief referendum en niet om een volksinitiatief. (De heer PATERNOTTE: U zegt dat de drempel is behaald en u feliciteert de indieners daarmee. U maakt wel een aantal kanttekeningen en u wilt graag dat de Referendumcommissie de volgende keer wel beoordeelt of bij de werving de juiste argumenten zijn gebruikt. Is uw oordeel nu dat de juiste argumenten zijn gebruikt en dat het daarom goed is dat het referendum doorgang vindt?) Ik neem kennis van datgene wat de Referendumcommissie heeft gezegd. Ik had het fijn gevonden als de Referendumcommissie hierover een uitspraak had gedaan omdat wij er zo onze bedenkingen bij hadden. Die kent u ook. We hebben daar de vorige keer
31
Jaar 2013 Afdeling 2 Vergaderdatum 19 december 2013
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Raadsnotulen
R
duidelijk over gesproken. De Referendumcommissie zegt echter dat zij daar geen uitspraak over kan doen op grond van wat er in de Referendumverordening staat. Dat vind ik jammer en betreur ik. Ik hoop wel dat het bij een volgende keer wel kan. Het gaat mij erom dat fair play, duidelijkheid en eerlijkheid belangrijk zijn voor deze referenda. U kunt dat niet anders dan met mij eens zijn, ook als voorstander van referenda. Het moet namelijk niet gaan over wat het onderwerp is. Het referendum moet doorgang vinden. Daarom vind ik het belangrijk dat de Referendumcommissie dat kan beoordelen. Anders blijft het in de lucht hangen en het zou goed zijn als er een oordeel over gegeven wordt. (De heer PATERNOTTE: U vindt dus ook dat de Referendumcommissie een volgende keer de argumenten waarmee handtekeningen zijn geworven, zou moeten wegen. Vindt u het ook een goed idee als we na de gemeenteraadsverkiezingen een commissie laten oordelen over de argumenten waarmee politieke partijen stemmen hebben geworven?) Het gaat mij erom dat fair play en eerlijkheid heel belangrijk zijn bij referenda. Ik vind dat dit mooi in de voordracht beschreven is. Dat is de basis waarop een referendum plaatsvindt. Het heeft ook met de vraagstelling te maken. Daar wil ik nu graag op doorgaan, want de vraagstelling die aan mensen wordt voorgelegd en waar mensen hun handtekening voor zetten is uiterst belangrijk. Wij hebben er inderdaad vragen bij geplaatst. Het is mooi dat de Referendumcommissie tijdens de campagne gaat bekijken wat wel kan en wat niet kan. Er wordt dus al naar gekeken. Wij zeggen dat het goed zou zijn als dat in de toekomst – niet nu, maar in de toekomst – ook in de aanloop naar een referendum gebeurt. Dus bij het definitieve referendumverzoek. (De heer PATERNOTTE: Wij vinden fair play en eerlijkheid ook belangrijk. Als u dat ook vindt, vindt u het dan ook belangrijk om vooraf, voordat u een gesprek begint, te laten weten dat u een gesprek opneemt en dat op uw website wilt publiceren?) Het gaat om fair play en eerlijkheid. Dat betekent dat er geen leugens verspreid moeten worden. Er moet niet worden gezegd dat mensen uit hun huis worden gezet of dat huren worden verhoogd. Zaken die totaal niet aan de orde zijn. Ik vind niet dat een referendum op basis van dergelijke argumenten gehouden moet worden. Dat hebben we hier aan de orde gesteld. Het lijkt mij duidelijk dat dit ons standpunt is. De Referendumcommissie heeft er ook een duidelijk oordeel over gegeven, namelijk dat zij dat op dit moment niet kan beoordelen. Mijn vraag aan de burgemeester is of er in de toekomst rekening mee gehouden kan worden. (Mevrouw SHAHSAVARI-JANSEN: De commissie heeft gezegd dat zij daar geen oordeel over velt en het oordeel aan de raad overlaat. Wat is uw oordeel over de geldigheid van handtekeningen? Het oordeel is nu aan u.) Dat heb ik al gezegd. De drempel is gehaald. Ik heb ook gezegd dat het college op verschillende manieren zeer coulant is geweest. Op grond van de verordening zoals ze nu bestaat, is dat zeer geoorloofd. Ik vind het te prijzen dat het college zo coulant is geweest. Ik hoop dat u dat ook doet, want u was eerder enigszins kritisch. Nu u inmiddels zulk een fervent voorstander van referenda bent geworden, hoop ik dat u het college ook zult prijzen. Daar gaat het mij om. De Referendumcommissie heeft haar oordeel gegeven. (Mevrouw SHAHSAVARI-JANSEN: Het oordeel van de Partij van de Arbeid is dus dat er voldoende geldige handtekeningen zijn opgehaald en dat er geen redenen zijn om bepaalde handtekeningen ongeldig te verklaren.)
32
Jaar 2013 Afdeling 2 Vergaderdatum 19 december 2013
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Raadsnotulen
R
Wij volgen het oordeel van de Referendumcommissie. Wij hebben gevraagd of de Referendumcommissie er anders over zou kunnen oordelen. Zij geeft daar een duidelijk antwoord op en wij volgen de Referendumcommissie. We hebben de Referendumcommissie niet voor niets ingesteld. Het lijkt mij echter ook logisch dat we er af en toe vragen aan kunnen stellen. Daar is ze nu eenmaal voor. (De heer PATERNOTTE: De vraag is dan toch waarom u denkt dat Amsterdammers niet slim genoeg zijn om zelf te bepalen waarvoor ze tekenen.) Dat denk ik helemaal niet. U maakt heel vreemde vergelijkingen. Stel dat er in de raad iets over onderwijs voorligt en er wordt ineens een referendum gehouden over de vraag of bepaalde scholen moeten worden afgeschaft. Dat zou toch ook heel vreemd zijn? Dat kunnen we niet doen. Het is logisch om de juiste vraag voor te leggen aan mensen aan wie u een handtekening vraagt. Ik kan me niet voorstellen dat u het daar niet mee eens bent. (De heer PATERNOTTE: Stel dat u vraagt: als u op mij stemt, dan gaan de belastingen voor werkende mensen met 1000 euro omlaag. Na de verkiezingen doet u dat toch niet. Moet er dan een commissie over oordelen? Of zullen we dan gewoon nog een keer verkiezingen houden?) Ik neem aan dat de heer Paternotte daar dan over oordeelt en dat hij mij hier ter verantwoording roept in de gemeenteraad. Zo doen we dat in een democratisch proces. U mag dan tegen mij zeggen: u hebt dit in de campagne tegen iemand gezegd. Ik hoop dat u dat ook doet, want ook dat moet eerlijk verlopen tijdens verkiezingen. (De heer PATERNOTTE: Het is natuurlijk heel vreemd dat iemand in de raad ter verantwoording moet worden geroepen als mensen stemmen lokken en daardoor andere partijen aan minder zetels helpen of misschien aan geen zetels. Het is natuurlijk vreemd dat u verdedigt dat het referendum doorgang moet vinden omdat het eigenlijk geen doorgang zou moeten vinden als de regels beter waren geweest omdat er oneigenlijke argumenten zijn gebruikt. Kunnen we afspreken dat u 3 keer een voorbeeld vindt waarvan u zegt dat er oneigenlijke argumenten zijn gebruikt, maar dat er desondanks 36.000 handtekeningen zijn ingeleverd dus dat het referendum er hoe dan ook moet komen?) Dat laatste klopt sowieso niet. We hebben het hier vaak over steekproeven. Er zijn adviezen over gegeven door hoogleraar Nuijens. 3 uit 36.000 is een heel kleine steekproef. Als u dan fouten vindt, dan betekent het dat waarschijnlijk een heel groot deel van de steekproef fouten bevat. Dat zullen alle statistici beamen. (De heer FLOS: Ik heb toch nog een vaag. U zegt dat u voor de geldigheid de Referendumcommissie volgt. U volgt echter niet de Referendumcommissie, want die doet hierover geen uitspraak. U doet zo dadelijk een uitspraak. Mijn conclusie is dat, als u instemt met het referendum, u zelf ook inhoudelijk vindt dat de geworven stemmen op een voldoende geldige manier zijn geworven om dit besluit te nemen. U doet dus wel degelijk een inhoudelijke uitspraak, in tegenstelling tot de Referendumcommissie die dat niet doet. Verbetert u mij als het niet zo is.) Nee, de voorstelling van zaken van de heer Flos klopt niet. Wij hebben de Referendumcommissie gevraagd of zij er een oordeel over kon geven. Dat kan zij niet. Op dat moment liggen hier ruim 27.000 handtekeningen. Wij kunnen niet vaststellen of die op een goede manier zijn geworven. In het vervolg willen we dat wel graag kunnen. Wij denken namelijk dat dit belangrijk is omdat wij referenda zo waardevol vinden. Wij wel,
33
Jaar 2013 Afdeling 2 Vergaderdatum 19 december 2013
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Raadsnotulen
R
mijnheer Flos. Daarom vinden we het ook mooi dat de initiatiefnemers de drempel hebben gehaald en we feliciteren hen daarmee. Het gaat ons echter om eerlijkheid en fair play. Daar kunt u het toch niet mee oneens zijn? (De heer FLOS: Vindt u dan dat de stemmen die voor het referendum geworven zijn op een faire manier zijn geworven? Dat er fair play is toegepast waarbij past dat u de uitkomst accepteert?) Wij hebben er inderdaad vraagtekens bij gezet. Als er tegen mensen wordt gezegd dat de huren worden verhoogd en dat ze hun huis uit worden geschopt waarna gevraagd wordt: wilt u hier uw handtekening zetten?, dan vind ik dat een manier waarbij ik vraagtekens plaats. Vervolgens zegt de Referendumcommissie dat ze er geen oordeel over kan vellen en ligt nu deze voordracht voor. Daar nemen we een besluit over. Ik vind wel dat het in het vervolg, als we straks een evaluatie houden, belangrijk is om dit erbij te betrekken. Ik blijf dat benadrukken. Het is goed dat straks de campagne wordt bekeken, maar ik zou ook graag het voorgaande proces willen onderzoeken. Niet alleen omdat ik vind dat mensen op basis van de juiste informatie hun handtekening moeten zetten, maar ook omdat mensen in deze stad niet bang gemaakt moeten worden. (De heer PATERNOTTE: U zegt dat u vraagtekens hebt gezet. De Referendumcommissie had uw vragen eigenlijk moeten beantwoorden, maar deed dat niet en liet het aan u over. Wat is uw antwoord? Zijn de handtekeningen op een eerlijke en faire manier verzameld?) Deze vraag heb ik al beantwoord en hoef ik niet nog een keer te beantwoorden. Ik begrijp echt niet dat de heer Paternotte, juist als groot voorstander van referenda, hier keer op keer iets verdedigt waarvan hij zelf weet dat er vraagtekens bij gezet kunnen worden. Ik vind dat heel vreemd. (De heer PATERNOTTE: Ik vind dat u als voorstander van referenda iets heel vreemds doet. U zegt dat mensen niet goed genoeg kunnen nadenken en dat gecontroleerd moet worden met welke argumenten zij overtuigd worden. U wilt dus dat de Referendumcommissie de volgende keer de argumenten die bij de werving zijn gebruikt gaat wegen. Vindt u dat de Referendumcommissie daarbij dezelfde instrumenten moet hanteren die u hebt gebruikt, namelijk naar mensen stappen, beluisteren welke argumenten er in dat gesprek gebruikt worden en dat zonder dat ze het weten op een website publiceren? Vindt u dat een goede manier om argumenten in kaart te brengen?) Ik constateer dat de heer Paternotte heel veel vertrouwen heeft in mensen. Dat heb ik overigens ook, maar bij hem leidt het ertoe dat hij het volstrekt normaal vindt dat er leugens tegen mensen worden verteld. Daar ben ik het niet mee eens. (Mevrouw SHAHSAVARI-JANSEN: Ik constateer dat de PvdA nog steeds vindt dat het geoorloofd is om burgers af te luisteren en vervolgens niet te vertellen dat dit is gedaan en de gesprekken op een website te plaatsen. Laat ik duidelijk zijn: het CDA vindt dit zeer kwalijk.) Voor de goede orde: er is nergens en nooit afgeluisterd en zeker geen burgers. Ik werp dat ver van me. Dat is niet gebeurd. Ik wil niet dat dit mij voor de voeten geworpen wordt. (Mevrouw SHAHSAVARI-JANSEN: Er is niet afgeluisterd, maar er zijn wel transcripten gemaakt van de gesprekken die u hebt opgenomen. Dat noem ik afluisteren, want die mensen wisten van niets. Als u een gesprek tussen twee mensen opneemt waarbij een van de gesprekspartners niet weet dat het wordt opgenomen en het vervolgens online plaatst, dan
34
Jaar 2013 Afdeling 2 Vergaderdatum 19 december 2013
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Raadsnotulen
R
noem ik dat afluisteren. Als u zegt dat een bedrijf geen burgers in dienst heeft, dan ben ik benieuwd wat die mensen dan wel zijn.) Dat u het afluisteren noemt, is duidelijk. Dat hebt u al vaker gezegd. Het is echter geen afluisteren. Gelukkig constateert u dat zelf ook. (De heer PATERNOTTE: Kan ik de volgende keer dat ik mevrouw Moorman probeer te overtuigen van het nut van een motie van D66 verwachten dat zij mij op dat moment afluistert?) Dat lijkt mij helemaal buiten de orde van deze vergadering. Ik ga verder met mijn betoog. De drempel is gehaald en er komt een referendum over het voorstel van het college over de uitgangspunten van het nieuwe erfpachtbeleid. Het gaat hierbij om een correctief referendum zoals de heer Flos ook al zei. Geen volksinitiatief dus. Er kan dus ook geen alternatief worden voorgelegd. Dat lijkt nog niet helemaal doorgedrongen te zijn bij de initiatiefnemers zoals meermalen in de media is gebleken. Ook in het definitieve referendumverzoek worden opnieuw alternatieven voorgelegd. Dat verwondert ons. Wij hebben er een brief van de Referendumcommissie over gekregen. Is de brief die de raad via het college van de Referendumcommissie heeft gekregen niet met de heer De Lange besproken? Kunt u dat toelichten, want blijkbaar is de boodschap daarvan nog niet volledig duidelijk? De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Doorninck. Mevrouw VAN DOORNINCK: De felicitaties van GroenLinks gaan uit naar de initiatiefnemers van dit referendum. Het vereiste aantal handtekeningen is gehaald. Dat betekent dat er op 22 mei een correctief referendum komt waarbij Amsterdammers zich kunnen uitspreken over de modernisering van het erfpachtstelsel. De dank van de fractie van GroenLinks gaat uit naar de burgemeester en naar het college die zich erg coulant hebben opgesteld ten aanzien van de termijnen. Ze hebben ruimte geboden aan mensen om een handtekening die in eerste instantie ongeldig was toch nog geldig te laten maken. Ook de heer Flos noemde al voorbeelden. We krijgen dus een referendum over de vraag of het erfpachtstelsel in Amsterdam gemoderniseerd moet worden of niet. Of het erfpachtstelsel transparanter moet worden, duidelijker en makkelijker te behappen voor Amsterdammers. Het is goed dat die vraag aan Amsterdammers wordt voorgelegd, want erfpacht leeft heel erg in Amsterdam. Het is echter van heel groot belang dat Amsterdammers ook echt weten dat dit de vraag is die aan hen wordt voorgelegd. Dat is immers niet altijd de vraag die tot nu toe aan hen is voorgelegd bij het werven van de handtekeningen. Het college gaat niet onderzoeken hoe de handtekeningen zijn geworven. Het geeft er de voorkeur aan om de positieve waarde van het instrument referendum centraal te stellen. Daar is GroenLinks het mee eens. De gemeente heeft vooral de taak om uit te dragen waar dit referendum over gaat en waar de Amsterdammers straks voor kiezen. Het lijkt mij daarom goed om een goede evaluatie te houden. De heer Flos en mevrouw Moorman wezen er allebei al op dat de Referendumverordening, maar ook de manier waarop dit referendum verlopen is, goed onderzocht moeten worden om erachter te komen waar de onduidelijkheden zitten. Op die manier kunnen Amsterdammers of mensen die een referendum willen aanvragen precies te weten komen hoe ze dat moeten doen en waar het over gaat. (De heer PATERNOTTE: Een evaluatie lijkt mij ook een goed idee, maar misschien om andere redenen. U zegt dat niet altijd de juiste argumenten zijn gebruikt. U hebt met uw collega’s van de Partij van de Arbeid die
35
Jaar 2013 Afdeling 2 Vergaderdatum 19 december 2013
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Raadsnotulen
R
oneigenlijke argumenten verzameld. Waarom hebt u ervoor gekozen om de geluidsfragmenten niet op uw website te zetten?) Wij hebben die geluidsfragmenten verzameld om voor onszelf bewijzen te hebben van wat er gebeurd is. We hebben dat hier in de raad besproken. Wij hoeven niet altijd hetzelfde te doen als een andere partij. Wij hebben het op deze manier gedaan. Het ging ons erom dat we bewijzen hadden van wat er gebeurde. Dat vonden we belangrijk, juist omdat het hier om een belangrijk referendum gaat. Elk referendum is belangrijk. Het is ook belangrijk dat Amsterdammers precies weten waar het over gaat en dat ze met de juiste informatie en de juiste voorstellen weten waar ze hun handtekening wel of niet onder zetten. (De heer PATERNOTTE: Vindt u het een prettig idee dat mensen weten dat zij in een omgeving zijn waar hun woorden worden opgenomen?) De mensen die voor SEBA handtekeningen ophaalden, waren bezig met een campagne. Ik ga straks, in de komende maanden, campagne voeren voor GroenLinks en uitdragen waarvoor GroenLinks staat. Ik zal waarschijnlijk ook vertellen waarmee wij de verkiezingen ingaan en wat wij graag voor Amsterdam willen realiseren. Mijnheer Paternotte, als u dat opneemt en met de rest van de wereld deelt, dan ben ik u zeer dankbaar. (De heer FLOS: GroenLinks neemt niet zomaar gesprekken met mensen op. U had vermoedelijk grote bezwaren tegen de manier waarop de handtekeningen werden verzameld. Ik heb aan u dezelfde vraag als aan mevrouw Moorman. Tot welke conclusie komt u over de manier waarop handtekeningen zijn verzameld? Is dat op een eerlijke manier gegaan en kunnen we op basis daarvan ervan uitgaan dat dit het aantal handtekeningen is? Of vindt u dat het niet eerlijk is gegaan? Als het niet eerlijk is gegaan, dan neem ik aan dat u deze voordracht niet steunt.) Mijnheer Flos, wij vragen ons af of het altijd eerlijk is gegaan. Wij hebben bewijzen die aantonen dat het niet altijd eerlijk is gegaan. Wij weten niet hoe vaak dat is gebeurd. Wij hebben het meerdere keren gehoord en wij hebben dat ook 3 keer vastgelegd. Het college doet nu een voorstel. Wij vinden het instrument referendum belangrijk. Wij gaan ervan uit dat het college nu zelf een goede campagne gaat voeren. Het is namelijk van groot belang dat Amsterdammers weten waar ze straks voor gaan stemmen. Dat vinden wij nu belangrijker dan alsnog een onderzoek te beginnen. Het college schrijft terecht dat dit de positieve kant van het referendum aantast. Wij hebben twijfels bij de argumenten die gebruikt zijn, maar wij volgen de lijn van het college dat deze handtekeningen geldig zijn. (De heer PATERNOTTE: Ik vind het mooi om te horen dat GroenLinks niets te verbergen heeft. Mevrouw Moorman heeft net uitgelegd dat de Referendumcommissie de gebruikte argumenten moet wegen om te bezien of wel de juiste argumenten gebruikt zijn. Vindt u dat ook een goed idee? Op welke manier moet de Referendumcommissie die argumenten gaan verzamelen?) Ik weet niet of de Referendumcommissie hét instrument is om dat te doen. Ik denk dat het goed is om een goede evaluatie te houden van de manier waarop het nu gegaan is en dat we afspraken kunnen maken over de manier waarop er geworven wordt en hoe er ingegrepen kan worden als we het idee hebben dat er met onjuiste informatie en vooral met bangmakerij handtekeningen worden geworven. (De heer PATERNOTTE: U hebt blijkbaar nog geen idee hoe dat moet gebeuren. In ieder geval niet op de manier waarop u dat nu gedaan hebt.
36
Jaar 2013 Afdeling 2 Vergaderdatum 19 december 2013
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Raadsnotulen
R
Waarom hebt u de evaluatie niet afgewacht, maar hebt u ervoor gekozen om gesprekken van mensen te beluisteren, op te nemen en te publiceren terwijl zij dat niet van tevoren wisten? Als lid van een partij die net als GroenLinks privacy hoog in het vaandel heeft staan, was ik echt teleurgesteld in u.) Dan ben ik een beetje teleurgesteld in u, mijnheer Paternotte, omdat u niet precies weet wat privacy is. Een gesprek vastleggen in een openbare ruimte waarbij duidelijk is dat de andere persoon iemand aanspreekt en waarbij het gaat om een campagnepraatje, een verkooppraatje, is geen aantasting van de privacy. Het is ook geen afluisteren, mijnheer Paternotte. (De heer PATERNOTTE: Mevrouw Van Doorninck zegt dat ik niet weet wat privacy is. Ik wil u vragen of u dat nog een keer wilt herhalen.) Ik heb gezegd dat u in dit geval privacy niet goed definieert, mijnheer Paternotte. (De heer PATERNOTTE: Dan constateer ik dat privacy voor GroenLinks een juridisch concept is. Als het volgens uw regels allemaal mag, dan is het prima om gesprekken op te nemen en vervolgens te publiceren zonder dat de betreffende mensen dat van tevoren weten. Ik hoop dat ik dit niet vaker van een GroenLinks’er zal horen.) Ik heb geen vraag van de heer Paternotte gehoord. Ik heb net uitgelegd waarom wij de gesprekken hebben opgenomen. Ik heb ook uitgelegd dat wij dat niet graag doen, maar dat wij het wel van groot belang vinden dat Amsterdammers goed worden geïnformeerd. Als er zulke flagrante leugens worden verkondigd, dan vinden wij het nodig om een gesprek vast te leggen. (De heer PATERNOTTE: Is privacy voor u een juridisch begrip?) Privacy is onder andere een juridisch begrip, maar het is nog veel meer. Het vastleggen van een gesprek tussen twee mensen in de openbare ruimte waarbij een van de twee heel duidelijk een verkooppraatje houdt en waarschijnlijk heel graag wil dat zijn woorden verder verspreid worden, vinden wij geen aantasting van de privacy, mijnheer Paternotte. (Mevrouw SHAHSAVARI-JANSEN: Hebt u kennisgenomen van de mening van advocaat Christiaan Alberdingk Thijm over deze zaak?) Ja, dat heb ik. (De VOORZITTER: Mijnheer Paternotte, u rekt het aantal interrupties wel erg op. Ik wil met u afspreken dat dit uw laatste interruptie op het betoog van mevrouw Van Doorninck is.) (De heer PATERNOTTE: Dat snap ik, maar ik heb hier principieel moeite mee. U zegt dat het in dit geval een juridisch begrip is. U geeft wel eerlijk antwoord als ik vraag of het alleen een juridisch begrip is. Dan zegt u dat het veel meer is dan dat. Als wij praten over preventief fouilleren of over cameratoezicht, dan praten we ook over een gevoel van vrijheid, over de beleving van privacy en over wat het betekent als iemand gediscrimineerd wordt. In dit geval zegt u dat het alleen een juridisch begrip is. Is het niet het een of het ander en moet privacy niet een waarde zijn die in alle gevallen, ook als het u of mij even niet goed uitkomt, geldt?) Mijnheer Paternotte, ik ben bang dat ik uw vraag niet helemaal begrijp. We zouden dan niets kunnen doen omdat de privacy wordt aangetast. Ik snap niet waarom u discriminatie en al die andere zaken erbij haalt. Ik geef toe dat ik dit liever niet had gedaan. Het is geen kwestie van schending van de privacy. Wij wilden niet per definitie een gesprek vastleggen. Wij wilden een gesprek vastleggen omdat we bewijzen nodig
37
Jaar 2013 Afdeling 2 Vergaderdatum 19 december 2013
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Raadsnotulen
R
hadden waar anders geen oor voor zou zijn en die weggewimpeld zouden zijn. Het valt mij op dat de discussie vooral gaat over de vraag of het vastleggen van een gesprek geoorloofd is of niet. Er is trouwens één jurist die heeft gezegd dat er sprake was van schending van de privacy, mevrouw Shahsavari-Jansen. De anderen hebben gezegd dat dit niet het geval was. U vindt dit kennelijk veel belangrijker dan het feit dat Amsterdammers stelselmatig verkeerd zijn voorgelicht, bang zijn gemaakt en dat er vreemde verhalen zijn gehouden over het onderwerp van dit referendum en over wat de gemeente Amsterdam van plan was met de modernisering van het erfpachtstelsel. Daar heb ik niemand over gehoord. Dat vind ik een probleem, mijnheer Paternotte. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Shahsavari-Jansen. Mevrouw SHAHSAVARI-JANSEN: Ik heb niet heel veel spreektijd dus ik kom meteen ter zake en wel ten aanzien van besluitpunt III van de voordracht. Het besluit om het verzoek van de heer De Lange om de alternatieve uitgangspunten in de vraagstelling op te nemen, af te wijzen. Het alternatief van het kooprecht kan nu niet worden voorgelegd als wij deze voordracht aannemen. De Referendumcommissie schrijft dat artikel 42 van de verordening naar de mening van de commissie verwarrend is. De commissie stelt vervolgens voor om artikel 42 op een bepaalde manier te lezen zodat een alternatief voorleggen niet meer kan. Dit zou blijken uit de rest van de verordening en de intentie van de bespreking hier. Voor toekomstige gevallen kan de CDA-fractie zich daarin vinden. Wij denken inderdaad dat dit klopt. Het zou echter niet netjes zijn om deze onduidelijkheid nu tegen de initiatiefnemers te gebruiken, die van de letterlijke tekst van artikel 42 van de verordening zijn uitgegaan. Volgens de letterlijke tekst is het voorleggen van een alternatief wel mogelijk. Ook de heer Flos heeft dit betoogd. Op grond van het rechtszekerheidsbeginsel moet de overheid haar besluiten zo formuleren dat de burger precies weer waar hij aan toe is en wat de overheid van hem verlangt. Daarom vinden wij dat het gemeentebestuur – raad en college – duidelijk moet maken dat, als de procedure door ons toedoen onduidelijk is en daarbij steek ik ook de hand in eigen boezem, want ook wij hebben voor de verordening gestemd, de consequenties daarvan niet voor rekening moeten zijn van burgers die er gebruik van willen maken. De burgemeester zei het al eerder: als wij een fout maken, dan moeten wij coulance betrachten ten opzichte van Amsterdammers. Het bestuur moet voorspelbare en voor iedereen te begrijpen regels stellen. Dat hebben we niet gedaan, zo stelt de commissie. Daarvan mag een burger volgens ons niet de dupe worden. Daarom stellen wij voor om besluitpunt III te schrappen. Daartoe heb ik een amendement. Als laatste de vraag hoe het staat met mijn via de burgemeester aan de Referendumcommissie gedane verzoek om te kijken naar de opschortende werking van dit referendum waarover we eerder in de commissie hebben gesproken. De VOORZITTER deelt mee dat het volgende amendement is ingekomen: 60º Amendement van het raadslid Shahsavari-Jansen inzake het definitieve referendumverzoek van de heer De Lange met betrekking tot het raadsbesluit over erfpacht (schrappen besluitpunt III, wel alternatief voorleggen) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1185). Besluit: Beslispunt III uit de voordracht te schrappen.
38
Jaar 2013 Afdeling 2 Vergaderdatum 19 december 2013
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Raadsnotulen
R
Het amendement maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ivens. De heer IVENS: Dank aan het college voor het vele werk en aan de ambtenaren die veel werk hebben verricht om dit allemaal goed voor te bereiden. Het is in ieder geval duidelijk dat er nog heel wat lessen geleerd moeten worden voor hoe wij in het vervolg omgaan met referendumverzoeken. De burgemeester wordt terecht geprezen voor zijn coulante houding. Misschien moet die coulance iets definitiever worden zodat het makkelijker is om referenda te houden. De SP wil slechts één opmerking maken. Wij feliciteren de initiatiefnemer omdat het gelukt is om de benodigde handtekeningen bij elkaar te krijgen. Dat is altijd een grote uitdaging. Het is gelukt. Het referendum komt er. Gefeliciteerd. We zien er nu al naar uit om in gesprek te gaan met de Amsterdammers over het erfpachtstelsel. Daarna weten we of de erfpachtverbeteringen wel of niet doorgaan. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Paternotte. De heer PATERNOTTE: Ook ik kan zeggen dat onze fractie de indieners van het referendumverzoek kan feliciteren met het feit dat ze ruim voldoende handtekeningen hebben binnengehaald. Dat is een heel knappe prestatie. Het is mooi dat er weer een referendum in Amsterdam komt. Ik wil nog twee dingen zeggen. Als we kijken naar de manier waarop dit gegaan is, dan denk ik dat we de burgemeester kunnen complimenteren met de coulance die hij heeft betracht. Het feit dat hij de termijn van 3 weken naar 9 weken heeft opgerekt, heeft het in eerste instantie mogelijk gemaakt dat het referendum er komt. Dank daarvoor aan de burgemeester. Ten tweede zien we dat we op dit moment een tamelijk slordige Referendumverordening hebben. Dat zal hersteld worden, maar het feit dat de indiener daarmee op het verkeerde been is gezet, is niet goed. Dat neemt niet weg dat het voor D66 duidelijk is dat de verordening een correctief referendum mogelijk maakt. Dat betekent dat de kiezer ‘ja’ of ‘nee’ kan zeggen tegen een raadsbesluit. Het feit dat dit niet in alle artikelen even duidelijk terugkomt, doet daar uiteindelijk niets aan af. Het gaat om het raadsbesluit van afgelopen juni. Dat wordt aan de kiezer voorgelegd. Als dat raadsbesluit verworpen wordt, dan is dat een heel duidelijk signaal. Dat is het moment om alternatieven te bekijken. Wat ons betreft organiseert het college na 22 mei, als het raadsbesluit verworpen wordt, op zeer korte termijn een hoorzitting om over de alternatieven te praten, laten we die alternatieven doorrekenen en kan er ook het alternatief van de Stichting Erfpachtersbelang deel van uitmaken. Het referendum is echter een correctief referendum. Een initiatief van het volk is een volksinitiatief. Zo moet het werken. De VOORZITTER geeft het woord aan burgemeester Van der Laan. Burgemeester VAN DER LAAN: De plaatsvervangend voorzitter sist mij toe dat we door onze spreektijd heen zijn. Dat is juist. Geachte raadsleden, ik veroorloof mij toch een inleidende opmerking die een heleboel spreektijd en misschien zelfs een aantal interrupties zal besparen. Wij zijn in onze parlementaire democratie onze eigen scheidsrechter. Dat heeft ook te maken met de vraag in hoeverre de argumenten juist of
39
Jaar 2013 Afdeling 2 Vergaderdatum 19 december 2013
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Raadsnotulen
R
onjuist kunnen zijn. Er is niemand die dat kan vaststellen. In het debat mag u alles zeggen en de enige scheidsrechter is de kiezer die na vier jaar kan afrekenen. Ik ben het eens met mevrouw Moorman dat in het debat een correctie plaatsvindt op argumentatief niveau waarna de kiezer beslist. Ik snap wel haar zorgen. Ik herinner mij het referendum over Europa. Dat is ook naar voren gekomen in een gesprek met de Referendumcommissie over deze thematiek. Oud-minister Brinkhorst, die ik zeer hoog heb zitten, zei: als Nederlanders dit verdrag verwerpen, dan gaat het licht uit. Ik weet niet of u hier last hebt van de duisternis, maar het licht is niet uitgegaan. Toch mag hij zoiets zeggen, want hij bedoelt ermee dat de situatie in Nederland heel ellendig wordt. Dat geeft aan hoe moeilijk het is. Ik kom zo terug op de precieze rol van de Referendumcommissie hierbij. Mijn inleidende opmerking luidt als volgt. Ik zal het niet ingewikkeld maken, maar zal juist proberen om het eenvoudig te houden. Ik moest denken aan een matrix waarbij op de ene as staat wat iemand van een referendum vindt en op de andere as wat iemand van het onderwerp vindt. Dat laatste verandert per referendum. In dit geval is het erfpacht. Een partij kan dan sterk voor een referendum zijn en bij een bepaald onderwerp ook sterk voor het initiatief zijn. Het tegenovergestelde kan ook. Daarnaast zijn er twee vakken waar ze elkaar afwisselen. Ik wil vandaag een compliment uitdelen aan de heer Flos, maar ook aan de heer Paternotte. Ik zag dat de heer Flos zich in het ongunstigste vakje van de matrix bevindt omdat hij met zijn VVD niet of nauwelijks van een referendum houdt, maar wel vindt dat we het netjes moeten organiseren als we er eenmaal in hebben toegestemd. Inhoudelijk wil hij al sinds mensenheugenis niets liever dan een kooprecht in de erfpacht. Wie dan toch deze positie inneemt, heeft van mij een dubbel compliment verdiend. Bij de heer Paternotte en D66 lag dat iets genuanceerder. Hij is voorstander van het referendum, iets wat nooit ten nadele van iemand mag gelden. Inhoudelijk is zijn standpunt echter anders. Als we er een driedimensionale matrix van zouden maken, dan vind ik het heel knap dat vanwege de ingewikkelde thematiek – de aard van het referendum – de heer Paternotte en D66 niet bezwijken voor de verleiding om als oppositiepartij zoete broodjes te bakken met de initiatiefnemers, maar uitspreekt dat dit een correctief referendum is. Daarvoor verdient hij een compliment. Ik richt mij nu tot deze twee raadsleden, maar ik vind dat er allerlei verstandige dingen gezegd zijn. Dit zijn echter voorbeelden waarbij mensen tegen hun eigen belang in handelen. Dat waren mijn algemene opmerkingen. Hoe kijken de gemeenteraad en het college naar deze thematiek? We moeten de inhoud loslaten vanaf het moment dat een dergelijke beweging gaande is en we moeten zoveel mogelijk proberen om de verordening zo zuiver mogelijk toe te passen. We hebben een ingewikkelde en op sommige punten verwarrende verordening. Ik zal daar uitvoerig op ingaan, want daar gaat het volgens mij vandaag om. Eerst de heer Flos. Ik heb u complimenten gemaakt. Ik grijp uw bijdrage aan om iets over de handtekeningen te zeggen, maar ik wil dat ook de heer De Lange en zijn mensen snappen dat we zo zuiver mogelijk te werk gaan. In de aanloop naar deze raadsvergadering is er in het college ook gesproken over de handtekeningen, parafen, enzovoort. We hebben vastgesteld dat er op het papieren formulier een klein beetje ruimte is om te tekenen. Dat kan ertoe hebben bijgedragen dat mensen niet voluit hun handtekening hebben gezet, maar slechts een paraaf. Dat laten we niet ten nadele van de initiatiefnemers komen. We hebben echter ook vastgesteld dat sommige mensen meerdere keren hebben getekend of dat het daarop lijkt. We hebben ook vastgesteld dat er handtekeningen zijn die in geen enkel opzicht lijken op de handtekeningen die bij de Dienst Werk en Inkomen bekend zijn op grond van identiteitspapieren. Daarom kwam de vraag op of we de handtekeningen moesten gaan bekijken. Toen sloeg de schrik me om
40
Jaar 2013 Afdeling 2 Vergaderdatum 19 december 2013
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Raadsnotulen
R
het hart, niet voor mezelf, maar voor het instrument van het referendum als aanvulling op ons democratisch proces. Toen schoot mij te binnen wat er in Amerika gebeurde na de verkiezing tussen Bush en Gore. Die vraag vertaalde zich daar naar de vraag: is dit stembiljet geperforeerd of niet geperforeerd omdat er nog een stukje papier aan het stembiljet vastzit? Ik zei: bespaar me dat. Degenen die erbij waren, weten dat ik het letterlijk zo gezegd heb. Bespaar me dat, want we maken zo het gezag van de gemeente stuk en we maken het gezag van het instrument stuk. Ik ben heel blij dat het college zei: dat besparen we u graag, want wij hechten aan het instrument. Hier was het ook echt zo gegaan: is die handtekening wel echt van die persoon? Iemand kan zijn handtekening wijzigen. Mijn handtekening toen ik 14 was, verschilde totaal van mijn handtekening toen ik 18 was. Daarom is het fijn dat dit niet gebeurd is. Het is echter een voorbeeld dat terecht door de heer Flos is aangehaald. Wij hebben die weg dus niet gevolgd. Dat was het antwoord op een concrete vraag. De heer Flos vraagt verder om dit misverstand met spoed uit de verordening te halen. Ik zal zo bij de beantwoording van mevrouw Shahsavari-Jansen nog ingaan op de aard van het misverstand. Ik heb gezien dat er zoveel dingen niet kloppen in de verordening dat ik ze liever allemaal tegelijk aanpak. Ik gok er dan op dat er tot die tijd geen referendum komt. We moeten dit zo spoedig mogelijk na 22 mei doen. Ik beloof u: als er een initiatief komt, dan vraag ik aan AT5 een uur zendtijd om uit te leggen hoe het precies werkt, voordat we het initiatief in behandeling nemen. Ik snap uw zorg dus heel goed. Er zijn echter ook nog andere wezenlijke punten. Ik ga snel verder, want dit was de voornaamste vraag van de heer Flos. Ik dank mevrouw Moorman voor haar bijdrage. Ik wil voor haar nog een keer onderstrepen wat ik heel geserreerd heb opgeschreven. Ik ben blij dat ik niet ingegaan ben op de vraag wat de reikwijdte van privacy is, wanneer er wel of geen sprake is van afluisteren en hoe het zit met de geldigheid van de argumenten. Dat hebben we al te veel gehad. We zagen net ook weer even dat het debat voor een te groot deel daarover ging en te weinig over de vraag: is dit voldoende, houden we een referendum en wat vinden we van de vraagstelling? Ik vind dat het mijn taak is om daar zo veel mogelijk van weg te blijven. (De heer PATERNOTTE: Ik snap goed dat u zich daar buiten wilt houden. Ik vind het ook mooi dat u dat zegt. Mag ik u een vraag stellen als voorzitter van de gemeenteraad? Vindt u het de taak van de gemeenteraad om de motieven te beoordelen van de mensen die hebben getekend voor het referendum?) Ik wil dit onderwerp heel graag later bij de evaluatie bespreken. Het zou namelijk kunnen dat elk argument dat ik gebruik een zelfstandige bijdrage levert aan de niet geheel zuivere lucht die er op dit moment is. Ik denk dat we nu vooral de taak hebben om de lucht te klaren en een goede campagne te organiseren. Dat is de enige reden dat ik het niet doe, maar u houdt dat van mij tegoed in de evaluatiefase. Ik was net bij de kwestie die de heer Paternotte aanroerde in zijn discussie met mevrouw Moorman. In artikel 3, lid 3 van de verordening staat nu dat de Referendumcommissie op een klacht kan reageren, maar pas vanaf de fase die we nu ingaan. De eindverantwoordelijkheid voor de campagnekrant ligt wel degelijk bij de Referendumcommissie. Wij hebben dus op inhoudelijk niveau al een soort bemoeienis georganiseerd via de klachtenprocedure en de eindverantwoordelijkheid voor de campagnekrant opdat er, mag ik het heel huiselijk zeggen, niet compleet gelogen wordt. Wij hebben ons dit dus aangetrokken en we moeten ons dat ook aantrekken. Ik ben het echter met u en met andere sprekers eens dat dit heel marginaal zal moeten gebeuren. Dit kon echter niet voor de fase waarin we nu komen. Dat schreef de
41
Jaar 2013 Afdeling 2 Vergaderdatum 19 december 2013
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Raadsnotulen
R
Referendumcommissie onder verwijzing naar de discussie die we daarover voerden. Het is een van de punten voor de evaluatie. Moeten we de commissie vanaf het begin inschakelen? Ik zou dan zeggen dat we haar zeer marginaal moeten laten toetsen. We komen er echter later op terug. Ik doe dus geen enkele inhoudelijke uitspraak. Ik neem de aanbevelingen van O+S zeer serieus, want waar we kunnen controleren, moeten we dat ook doen omdat het spel door iedereen eerlijk gespeeld moet worden, mevrouw Moorman. Ik ben het ook met haar eens dat de correctieve aard van het referendum niet lijkt te zijn doorgedrongen tot de initiatiefnemers. Daar ben ik echter voorzichtig in, want ik ga uit van ieders goede trouw, ook bij de heer De Lange. Ik wil de raad echter wel één ding zeggen. In het gesprek dat ik op 3 oktober met hem had, is dit onderwerp uitvoerig aan de orde gekomen. Ik heb toen aan de heer De Lange gevraagd, want uw burgemeester blijft een jurist en is niet helemaal gek: mijnheer De Lange, waarom hebt u niet gekozen voor een volksinitiatief en een volksstemming in plaats van dit correctieve referendum. De heer De Lange zit op de tribune en hij zal zeggen dat ik zijn antwoord volstrekt feitelijk juist herhaal. Hij zei dat dit niet kon omdat hij dan zou stuiten op de bepaling dat er niet binnen vier jaar daarvoor een besluit over mag zijn genomen. Hij moest zich daarom beperken tot een correctief referendum. Ik kom zo nog terug op artikel 42. Het was dus al bekend bij de heer De Lange hoe dit zat voordat het bij de burgemeester bekend was. Begrijpt u? Er waren vijf getuigen bij en ik zie hem knikken. Zo is het gegaan. (De VOORZITTER: Burgemeester, u bent al 10 minuten aan het woord terwijl het college geen spreektijd meer had. Ik ben erg coulant geweest, maar ik maan u toch tot spoed aan.) Kan ik als spreker als ordevoorstel aan de raad voorstellen om het college nog een paar minuten te geven of mag ik dat niet doen? Ik zal mijn best doen. Zullen we proberen om een aantal geschiedenissen achter ons te laten en ervoor zorgen dat de Amsterdammers krijgen waar ze recht op hebben? Een volkomen eerlijke campagne. (De VOORZITTER: Zeker, maar dat kan ook kort.) Hier moeten we later nog eens een glaasje over drinken, mevrouw de voorzitter. Ik heb de brief ook met de Referendumcommissie besproken, want ik heb na dat gesprek op 3 oktober nog een gesprek georganiseerd met de Referendumcommissie, de heer De Lange en een collega van hem. Hij heeft het advies toen ook gekregen. Ik dank ook mevrouw Van Doorninck. Zij begrijpt dat ik de gang van zaken niet verder onderzoek. Veel van wat ik tegen mevrouw Moorman zei, geldt ook voor u. Dan kom ik bij mevrouw Shahsavari-Jansen. Mevrouw Shahsavari-Jansen, u bent degene die een concreet voorstel doet. Ik ben het er niet mee eens. Ik ben het er volstrekt niet mee eens en ik zal u uitleggen dat er geen sprake is van een misverstand in de verordening waarbij de ene kant of de andere kant gekozen kan worden. Ik kom nu bij artikel 42. Alles, en dit is niet overdreven, alles wijst erop dat we voor de ene kant moeten kiezen zoals ook de Referendumcommissie gedaan heeft. Ik wil hier geen enkel misverstand over laten bestaan. Ik begin bij datgene waar de heer De Lange nu een beroep op doet terwijl hij wist dat het referendum correctief was. Artikel 42 is op een verwarrende manier geformuleerd. Ik heb dat hier al diverse keren gezegd en ook in brieven geschreven. Er staat dat de vraagstelling van het referendum luidt: bent u voor of tegen het referendumverzoek. Dat biedt alle ruimte aan de initiatiefnemer om te denken: ik schrijf het referendumverzoek dus ik mag alles zeggen. Zo is het gegaan. De heer De Lange wist echter beter, maar hij mag het zo doen, want hij mag een beroep doen op de verordening. Dat zei u terecht.
42
Jaar 2013 Afdeling 2 Vergaderdatum 19 december 2013
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Raadsnotulen
R
Er zijn echter vier argumenten die daartegen pleiten. Ik ga u overtuigen, want dit is geen politieke discussie. We vertolken nu de rol van de democratie en ik ben overtuigd van uw democratische gezindheid. Artikel 1, sub f stelt: “Een referendum is een volksraadpleging over een beslissing die door de raad is genomen, anders dan naar aanleiding van een volksinitiatief.” Dat is argument nummer één. Artikel 26e met daarbij de toelichting is nog veel en veel duidelijker en laat helemaal niets te raden over. Dat stelt: “Een kiesgerechtigde, zie lid 1, kan een referendumverzoek indienen over een beslissing van de raad.” Dat is het correctieve aspect waar de heer Paternotte en anderen op wezen. Het referendum kan alleen gaan over een beslissing van de raad. Dan kom ik bij het derde argument. Kijk ook in de toelichting waarin het nog drie keer herhaald wordt. Artikel 31 van de verordening stelt: “Een referendum over het besluit van de raad op de voorstellen in de aankondiging en de geagendeerde beslissing is mogelijk.” Dus op de beslissing van de raad. Het laatste argument staat in artikel 32: “Het verzoek is gedateerd en vermeldt om welke beslissing het gaat.” Een beslissing van de raad. Vooral artikel 26 is glas- en glashelder. De onduidelijke formulering van artikel 42, waarvoor ik verantwoordelijk ben, is daarmee van de baan. U bent er ook verantwoordelijk voor, maar ik ben de eerstverantwoordelijke. Nu een kleine verontschuldiging aan ons allemaal. Als wij elk jaar een referendum hadden, dan was dit allang naar voren gekomen en hadden we dat allang gerepareerd. In 2002 hadden we het laatste referendum. Toen is er gerept van een evaluatie en elf jaar later voeren we de verordening in. Niemand van u was er in 2002 bij, behalve mevrouw Alberts en nog een enkeling. (De VOORZITTER: Burgemeester, er is een interruptie van mevrouw Shahsavari-Jansen en ik geloof dat u naar een negatief preadvies neigde.) (Mevrouw SHAHSAVARI-JANSEN: Volgens mij ook. Ik heb in mijn bijdrage gezegd dat ik snap dat de commissie stelt dat we de verordening moeten lezen op de manier die u voorstelt. Laten we het rechtbreien door de verordening te verbeteren. Het enige waaraan ik refereer is dat de commissie letterlijk schrijft: “Deze tekst is, ook naar de mening van de commissie, verwarrend.”) Dat zeg ik ook. (Mevrouw SHAHSAVARI-JANSEN: Mijn verzoek is dus om het feit dat die tekst verwarrend is niet tegen Amsterdammers te gebruiken. Dat is het hele verzoek. Dat laat onverlet dat ik uw uitleg begrijp. Dit vraag ik u echter.) Mijn antwoord is dat ik u iets anders vraag. Om, gehoord deze argumenten, uw amendement in te trekken. Ik ga niet alles herhalen, want dan krijgt de heer Toonk bewegingsproblemen. U passeert onze onafhankelijke scheidsrechter. Die hebben we niet voor niets. Dat is één. Twee: U passeert de vier keiharde argumenten die ik net noemde in diezelfde verordening. Daar staat een enkele onduidelijkheid in artikel 42 tegenover. De burger die u niet het slachtoffer van een verwarring wilt laten worden, wist precies waarover het ging, want dat heb ik op 3 oktober vastgesteld. Het was hem al duidelijk voordat wij überhaupt wisten dat hij een initiatief wilde. Ten slotte: als u dit doet, dan brengt u de politiek in het democratische instrumentarium. Ik twijfel niet aan uw gezindheid, mevrouw Shahsavari-Jansen, maar nu u deze argumenten kent, kunt u niet volhouden dat u een burger beschermt. U kunt heel wat andere burgers ermee beschadigen. (Mevrouw SHAHSAVARI-JANSEN: Dit vind ik heel vervelend, want nu trekt u mijn integriteit in twijfel.)
43
Jaar 2013 Afdeling 2 Vergaderdatum 19 december 2013
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Raadsnotulen
R
Nee, dat doe ik juist niet. (De VOORZITTER: Mijnheer de burgemeester, een debat loopt hier via de voorzitter.) Sorry, mevrouw de voorzitter. (Mevrouw SHAHSAVARI-JANSEN: Ik vind het ook vervelend dat u suggereert dat de initiatiefnemers willens en wetens iets verkeerd doen terwijl de commissie heel duidelijk stelt dat de tekst verwarrend is. Als we uitgaan van het rechtszekerheidsbeginsel, dan moeten we een duidelijk besluit nemen. Iedereen heeft kunnen lezen dat de adviescommissie schrijft dat het geen duidelijk besluit is. Daar refereer ik aan, niet meer en niet minder. Ik vind het heel vervelend dat u het op deze manier framet.) Ik zeg dit niet snel, want als ik een discussie met iemand heb of een misverstand, dan ben ik geneigd te zeggen dat ik niet duidelijk ben geweest. Ik geloof echter dat ik nu durf te zeggen dat u niet goed hebt geluisterd. Ik stel uw integriteit niet ter discussie. Ik stel ook niet de integriteit van de heer De Lange ter discussie. Ik zeg namelijk niet dat hij ergens misbruik van maakt. Ik zeg alleen dat u hem misschien wilt beschermen tegen iets wat hij niet wist, maar dat hij wist dat hij niet de weg van het volksinitiatief en de volksraadpleging kon kiezen, want dat heeft hij mijzelf eerlijk verteld. Die twee dingen heb ik wel gezegd en dat is anders dan u het nu voorstelt. Ik herhaal mijn punt en dat is enkel dit: u hebt nu de argumenten gehoord. U hebt de bron gehoord, onze scheidsrechter, de Referendumcommissie. U hebt gehoord dat de initiatiefnemer wist dat hij de weg van het volksreferendum niet kon kiezen. U hebt ook gehoord dat u schade bij andere burgers kunt aanrichten als u nu met de hand over het hart strijkt en de hele verordening terzijde schuift. We kunnen stemmen, mevrouw Shahsavari-Jansen, daar ben ik helemaal niet bang voor, maar ik zou zo graag eenheid willen. Dat u zegt: burgemeester, u hebt me, ook al is het ternauwernood, een beetje overtuigd. (Mevrouw SHAHSAVARI-JANSEN: Ik schuif de verordening niet ter terzijde. Ik zeg dat ik uw uitleg begrijp. Laten we haar zo snel mogelijk repareren. Ik zeg ook dat ik vind dat we een verwarrende tekst niet tegen een burger mogen gebruiken. Niet meer en niet minder. U haalt er allerlei andere dingen bij, maar hiertoe beperkt mijn argument zich. U gaat op allerlei andere zaken in. Dit is mijn argument. Dit is mijn verzoek.) Mijn laatste opmerking is: ik heb er helemaal niet van alles bijgehaald. Ik heb er enkel relevante zakelijke argumenten bijgehaald die de heer Paternotte ook al had ontdekt, die de heer Flos zelf al had ontdekt en anderen ook. Weet u wat ik doe? Ik trek mijn verzoek aan u in, want anders blijft er iets in de lucht hangen. Ik hoop dat een stemming van de gemeenteraad duidelijk maakt hoe de gemeenteraad ertegen aankijkt, want anders blijft er iets hangen. Ik heb liever dat 43 stemmen in de raad zeggen: de burgemeester mag een sukkel zijn, maar nu heeft hij gelijk. Mijn laatste opmerking: ik heb niets meer te zeggen tegen de heer Ivens. Ik vind dat hij de spijker op de kop sloeg. Wij hebben een aantal fouten gemaakt en ik vind het heel goed dat u zegt: in plaats van daarvoor sorry te zeggen, kunnen we beter snel de verordening repareren. Dat spreken we vanmiddag met elkaar af, maar wel graag meteen na 22 mei tenzij er provisioneel iets nodig is om een ramp te voorkomen. Ik ben begonnen bij de heer Paternotte en ik eindig bij de heer Paternotte. Ik ben blij dat u de discussie zo zakelijk voert en daarmee bijdraagt aan een democratisch goede gang van zaken.
44
Jaar 2013 Afdeling 2 Vergaderdatum 19 december 2013
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Raadsnotulen
R
(Mevrouw SHAHSAVARI-JANSEN: Ik wil graag even schorsen. We kunnen ook eerst het andere agendapunt bespreken en daarna hiermee verdergaan. Ik wil graag even overleggen.) De VOORZITTER: We volgen de suggestie van mevrouw Shahsavari-Jansen, want inmiddels zijn de skaters op de publieke tribune aanbeland. De skaters weten als geen ander dat ze zich in deze raadzaal, in het hart van de democratie, heel erg netjes dienen te gedragen. Ze hebben al even geduld moeten hebben omdat we een heel interessant ander debat hadden. Nu is echter het moment aanbeland waarop we het langverwachte agendapunt 42 gaan behandelen. De verdere behandeling van punt 10A wordt even aangehouden.
42 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 12 november 2013 tot instemmen met uitgifte in erfpacht van de rijksmonumentale Scheepsbouwloods op de NDSM-werf aan de Stichting Kinetisch Noord en met aanwending van 4 miljoen euro uit de pijler Stedelijke Ontwikkeling en Bereikbaarheid van het Amsterdams investeringsfonds ten behoeve van de Scheepsbouwloods (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1119) Bij dit agendapunt worden de ingekomen stukken nrs. 14, 20, 30 en 31 betrokken. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Alberts. Mevrouw ALBERTS: De SP stemt in met de voordracht die ervoor zorgt dat de rijksmonumentale Scheepsbouwloods kan blijven. Ik zet er wel twee kanttekeningen bij. Een ervan betreft de skatebaan. Wij vinden het heel erg jammer dat de skatebaan verdwijnt. De gemeente had veel meer haar best moeten doen dan ze nu gedaan heeft. Er is heel veel behoefte aan. De formele houding van de gemeente was dat ze alternatieven heeft aangedragen. Dat vinden we veel te weinig. Ik realiseer me dat ik hier vandaag geen oplossing heb. Ik wil de wethouder wel vragen of hij begrijpt dat er heel veel behoefte is aan een dergelijke skatebaan. Als het antwoord daarop ‘ja’ is, dan is de vraag: gaat u ook uw best doen om met een goed alternatief te komen? Een goed alternatief dat voor goede skatemogelijkheden zorgt, zou ons een lief ding waard zijn. Ik hoop ook dat meer mensen straks zeggen dat de wethouder wel erg weinig gedaan heeft. Dan kunnen we er over enige tijd misschien iets positiefs van maken. Mijn tweede kanttekening betreft de raad van toezicht. Wij vinden dat er in die raad van toezicht ook een vertegenwoordiging van de bewoners, de mensen die gebruik hebben gemaakt van het pand, moet komen. Straks zal D66 daarvoor een motie indienen die wij mede hebben ondertekend. Zorg ervoor dat er goede plekken voor de skaters zijn en niet het kleine beetje wat wij doen. Amsterdam blijft op dit gebied ver achter bij Rotterdam en ik geloof niet dat we dat willen. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Visser.
45
Jaar 2013 Afdeling 2 Vergaderdatum 19 december 2013
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Raadsnotulen
R
Mevrouw VISSER: Na het besluit over de uitruil van de helling en de loods tussen de centrale stad en stadsdeel Noord in juni ligt er nu een plan om de Scheepsbouwloods te restaureren, de broedplaatsfunctie te behouden en commerciële functies toe te voegen om het geheel haalbaar te maken. Wij zijn een groot voorstander van het behoud van het NDSM-terrein als bijzondere plek in de stad. Dat is echter geen eenvoudige opgave. De Stichting Kinetisch Noord doet haar uiterste best om dit tot een goed einde te brengen en is in staat gebleken om een sluitende businesscase op te stellen en financiering aan te trekken, onder andere via een lening van de gemeente. Een dergelijke ingewikkelde opgave met behoorlijke risico’s is wel nieuw voor de Stichting Kinetisch Noord. Ter compensatie van deze ontbrekende ervaring legt de wethouder nu het voorstel voor om de top van de organisatie van Stichting Kinetisch Noord, die bestaat uit de directie en het bestuur, te verstevigen met een toezichthoudend orgaan. Volgens mij is dat een heel verstandige keuze, want de organisatiekracht van Stichting Kinetisch Noord heeft zich nog niet bewezen. Zo is er de communicatiestoring tussen directie en huurders. D66 vindt dat een belangrijke kwetsbaarheid voor een succesvolle ontwikkeling. Daarom stellen wij voor om de uitspraak van de directeur dat hij de positie van de huurders fors wil verbeteren die hij vorige week in de commissie deed, met een motie te ondersteunen. De motie stelt voor dat een lid van de raad van toezicht zal worden benoemd op voordracht van de gezamenlijke huurders. Het is bij maatschappelijke organisaties zonder aandeelhouders zoals corporaties, zorgorganisaties en dergelijke een goed gebruik om op deze wijze de positie van de voor hen belangrijkste stakeholders zoals de huurders formeel in de structuur te verankeren. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 61º Motie van de raadsleden Visser, Alberts, Evans-Knaup en Van der Velde inzake de Scheepsbouwloods op de NDSM-werf (geef huurders een stem) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1184). Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Eén lid van de raad van toezicht op voordracht van de gezamenlijke huurders te benoemen om zo de positie van de huurders als de belangrijkste stakeholders ook formeel in de structuur te verankeren. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van der Ree. De heer VAN DER REE: Mevrouw Visser zei het al, eerder dit jaar hebben wij het besluit genomen om het ensemble zoals het zo mooi heet te behouden. Het enige relict van de roemruchte scheepsbouwhistorie in Amsterdam, het complete NDSM-terrein, nu met een schitterend gerestaureerde kraan waarin hotelkamers zijn gebouwd. Nu ligt er een uitwerking voor. Wij zijn voor de uitwerking. Wij zijn ook voor de erfpacht en voor de dotatie uit het AIF. In juni hebben we een motie aangenomen om de Scheepsbouwloods, naast de broedplaats, zoveel mogelijk commercieel in te vullen. Wij vinden dat nog steeds belangrijk. Het feit dat de skatebaan daar weg moet, heeft hiermee te maken. De skatebaan weet natuurlijk al heel lang dat men daar niet langer kan blijven. Ik weet niet hoe de motie precies luidt, die moet ik eerst nog lezen. Wij zijn niet tegen de skatebaan.
46
Jaar 2013 Afdeling 2 Vergaderdatum 19 december 2013
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Raadsnotulen
R
Wij zouden het geweldig vinden als de skatebaan elders in Amsterdam een plek kan krijgen. Het lijkt mij wel duidelijk dat dit niet kan in de loods waar de skatebaan nu is. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Evans-Knaup. De heer EVANS-KNAUP: Het is heel fijn dat we een duurzame oplossing hebben gevonden voor het behoud van de NDSM-werf. Toch wil ik twee dingen opmerken die zonet ook al gezegd zijn. De gebruikers van de NDSM-werf hebben laten weten dat zij nauwelijks invloed hebben gehad op de plannen van Kinetisch Noord. Dat is natuurlijk jammer, want zij maken de plek bijzonder. Het lijkt ons daarom goed dat zij op de een of andere manier gehoord worden. Dat kan bijvoorbeeld door ze een plek te geven in de raad van toezicht van de stichting. Wij hebben de motie die net daarover is ingediend medeondertekend. Dan de mensen op de tribune, de skaters. Zij hebben nu nog een unieke indoorplek. Die moet weg en dat is doodzonde. Dat is geen verkiezingsretoriek, want de meeste skaters hebben nog geen stemrecht, maar toch willen wij graag dat de baan behouden blijft. Ik wil daarom graag van de wethouder weten of daar iets aan te doen is. Het liefst op de NDSM-werf, maar als dat niet kan op een andere geschikte plek. Ik wil daarom graag de toezegging van de wethouder hebben dat hij zich daarvoor gaat inzetten. Misschien lukt hem dat in samenwerking met zijn collega van Sport. We hebben er vorige week ook in de commissie over gesproken. Hij leek er wel zin in te hebben om iets meer te doen voor dit soort sporten. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Doorninck; Mevrouw VAN DOORNINCK: Ook GroenLinks is heel erg blij met de plannen die hier voorliggen. Het NDSM-terrein kent natuurlijk een heel lange ontwikkeling, van krakers en de eerste kunstenaars die erin trokken tot een gebied waar iedereen in Amsterdam heen wil en waar veel te doen is. Het feit dat er nu een plan voorligt, betekent ook dat niet alles wat er is behouden kan blijven. Als het pand goed gerenoveerd wordt, dan zullen er ook commerciële functies in moeten komen. De heer Van der Ree zei: zo commercieel mogelijk. GroenLinks zegt: zoveel commercieel als nodig is om ervoor te zorgen dat die mooie broedplaats daar blijft. Een van de gevolgen is helaas dat de skatebaan op die plek moet verdwijnen. Er is gezocht naar alternatieven, maar die zijn tot nu toe niet gevonden. Ik wil er daarom bij de wethouder op aandringen om samen met de eigenaar van de skatebaan te blijven zoeken naar andere mogelijkheden om in Amsterdam een skatebaan te vestigen. Hoe moet Kinetisch Noord verdergaan? Er begint nu een omvangrijk proces waarbij de stichting een raad van bestuur krijgt. Wij vinden dat huurders daarin gehoord moeten worden. Wij weten echter niet of de gemeenteraad een uitspraak moet doen over hoe dat er precies komt uit te zien. Ik hoor graag van de wethouder welk traject volgens hem daarvoor het beste is. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Mulder. De heer MULDER: De NDSM-werf is een heel mooie plek waar de toekomst ons toelacht, met de wind in de haren. Het is een interessante en mooie plek die exemplarisch is voor de gebiedsontwikkeling in deze tijd: investeren in de bestaande stad. Het is hartstikke goed dat deze plek op deze manier aantrekkelijker wordt gemaakt. Er is
47
Jaar 2013 Afdeling 2 Vergaderdatum 19 december 2013
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Raadsnotulen
R
namelijk veel om te doen geweest. De hellingbaan stond op instorten. Er is een ingewikkelde ruil met het stadsdeel geweest. Het is heel mooi dat we nu via het AIF in deze plek in de stad kunnen investeren, dat de broedplaatsfunctie behouden kan worden en dat er nieuwe functies toegevoegd worden. Het restauratiefonds voor de monumenten betaalt mee. Natuurlijk moeten we in de stad ook ruimte voor skaters hebben. Het lijkt me dan ook goed als de wethouder eerst nog even toelicht wat er precies gebeurd is en wat er kan. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Poelgeest. Wethouder VAN POELGEEST: Dit is een historische dag voor de NDSM-hal. Het is een gebied met een heel rijke historie. Niet alleen in de laatste vijftien jaar, maar ook daarvoor vanwege de scheepsbouw in deze stad en vanwege de grote hellingen die er nog liggen. Deze loods is, in combinatie met de hellingen en de rails die er liggen, niet voor niets als ensemble tot rijksmonument verklaard. Het vertelt heel veel over een deel van de geschiedenis van Amsterdam-Noord en van Amsterdam als geheel. Er waren momenten waarop we ons afvroegen of we dit rijksmonument en daarmee ook het levend houden van deze herinnering in stand konden houden. Ik denk nog steeds dat er daarin een heel cruciaal moment is geweest. Ik weet dat een deel van de mensen op de tribune daarbij zeer nauw betrokken was. In 1998 zaten er al mensen, maar daarna zijn er nieuwe mensen bijgekomen, die een nieuwe betekenis wilden toevoegen aan deze plek. Op dat moment was de gemeente heel hard aan het werk om de zuidelijke IJ-oevers te ontwikkelen. Een aantal grote gebouwen die al jarenlang gekraakt waren, hadden een grote toegevoegde waarde voor de stad. Bij de herontwikkeling zijn deze gebouwen niet zozeer fysiek verdwenen, maar ze zijn wel van betekenis veranderd. De NDSM-werf bood een kans om ook dat deel van de historie van de stad vast te houden. Ik vind dat dit ook gelukt is met de kunststad die er in de grote hal is gekomen. Het ligt mij in ieder geval nauw aan het hart. Het is heel ingewikkeld om het rijksmonument, met die historie en die functies, overeind te houden. Het gaat daarbij om de maat der dingen. Ik denk echter dat we dat voor de toekomst kunnen vasthouden door wat we vandaag besluiten. Het college maakt zich wel zorgen over de vraag of dat ook in de verre toekomst goed gaat. Niet alleen met het rijksmonument, maar ook met de broedplaats. Als dit een plek wordt die interessant wordt en steeds meer ontdekt wordt, dan kan de geschiedenis die zich op de zuidelijke IJ-oever heeft afgespeeld zich op de NDSM-werf herhalen. Dan wordt de broedplaatsfunctie eruit gedrukt. Volgens mij wil niemand in deze raad dat. De motie vraagt of er voldoende rekening wordt gehouden met de huurders. Ik vat die motie ook deels op als een zorg daarover. Het is een zorg die ik ook heb. Ik weet niet of een vertegenwoordiger namens alle huurders in de raad van toezicht de enige manier is om aan die zorg tegemoet te komen. Ik kan me echter heel goed voorstellen dat er iets geregeld moet worden op dat punt. Ik denk dat mevrouw Visser gelijk heeft, dat een stap met een structuur met een raad van toezicht, een directie en huurders alvast een begin is. (Mevrouw VISSER: Ik zie dat er op dit moment ter plekke niet bepaald een harmonieuze situatie bestaat. Ik dacht hiermee een impuls te kunnen geven om die wel tot stand te laten komen. Als de huidige huurders en de toekomstige huurders gezamenlijk een voordracht kunnen doen voor een plaats in de raad van toezicht, dan ontstaat er een situatie waarbij de verschillende werelden kennis van elkaar nemen en van elkaar leren zodat samenwerking in de toekomst wel gewaarborgd is. Wat vindt u daarvan?)
48
Jaar 2013 Afdeling 2 Vergaderdatum 19 december 2013
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Raadsnotulen
R
Het college is dat met u eens, maar het is de vraag of dat via een vertegenwoordiger moet. Ik denk dat er in de toekomst heel veel verschillende soorten gebruikers komen. Als we niet oppassen, dan zijn de gebruikers die nu in de kunststad zitten over vijftien jaar de zwakste partij. Omdat we dat willen voorkomen, is het de vraag of we dat moeten doen via de verkiezing van één iemand namens alle huurders in de hal in de raad van toezicht. Misschien moeten we daar een iets andere structuur voor kiezen. Als dat uw motief is, dan ben ik het met u eens dat we dat moeten waarborgen, maar ik vraag mij af of dit de juiste methode is. Ik wil u voorstellen dat het college hiervoor zelf nog een voorstel doet en dat aan u toestuurt. U kunt het dan beoordelen. Weet dat het vasthouden van de geschiedenis en het waarborgen van de broedplaatsfunctie in een omgeving waar ook commerciële activiteiten een plek krijgen, mijnheer Van der Ree, ook de zorg van het college is. Als u met die toezegging de motie intrekt, dan beloof ik u dat u een nader uitgewerkt voorstel krijgt. Ik wil ook nog iets zeggen over de skaters. In de commissie is daar veel minder lang over gesproken. De harde waarheid is dat de herontwikkeling van de grote loods niet mogelijk is met het skatepark in de loods. Dat is geen nieuws, want dat is al heel lang bekend. Ik weet dat al in maart 2012 de huur per 1 augustus 2012 is opgezegd. We zijn nu al een eind verder. Als we de stichting een kans willen geven, dan komt het punt waarop de skaters de loods helaas moeten verlaten. In de afgelopen maanden is er naar een alternatieve plek gezocht. Dit is samen met de heer Thijs van den Berg gebeurd. Degenen die hem kennen, weten dat de heer Van den Berg daar oog voor had. Het is niet iemand die gemakzuchtig door de stad is gegaan. Er is serieus naar gekeken. Dat heeft tot nu toe nog geen succes opgeleverd. Ik weet dat ook de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling nog verder wil zoeken. Het is ook van belang dat er een plek gevonden wordt, maar dat moet op een redelijke manier gebeuren. Dat moeten we ook tegen elkaar zeggen: op een redelijke manier. De gemeente is niet in de positie om gouden bergen te beloven. Volgens mij wil de raad dat ook niet. We hebben ons al ingespannen om de skaters een plek te bezorgen. Ik snap best dat de hal een mooie plek is, maar daarvan is al anderhalf jaar bekend dat dat een keer ophoudt. Dat moment is nu gekomen. Dit is wat ik erover kan zeggen. Op dit moment ligt deze kwestie niet formeel voor, maar op deze manier wil het college er verder mee gaan. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Visser. Mevrouw VISSER: Ik kan heel kort zijn. Ik vind het voorstel van de wethouder zeer adequaat. Dat geldt ook voor de mede-indieners van de motie. We wachten de voorstellen af en gaan er vervolgens met hem over in gesprek. De motie-Visser, Alberts, Evans-Knaup en Van der Velde (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1184), ingetrokken zijnde, maakt geen onderwerp van behandeling meer uit. De discussie wordt gesloten. Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1119). De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1119) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
49
Jaar 2013 Afdeling 2 Vergaderdatum 19 december 2013
R
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Raadsnotulen
De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1119) met algemene stemmen is aangenomen. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 1119 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van agendapunt 10A. 10A Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 17 december 2013 tot kennisnemen van het definitieve referendumverzoek van de heer De Lange inzake het raadsbesluit over erfpacht en vaststellen dat het referendumverzoek voldoende wordt ondersteund (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1157) De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Shahsavari-Jansen. Mevrouw SHAHSAVARI-JANSEN: Mijn mening is onveranderd. Ik vind dat we in dit geval onzorgvuldig omgaan met het rechtszekerheidsbeginsel. Gelukkig vindt de hele raad dat de verordening verbeterd moet worden. Die wordt ook aangepast. Omdat ik het echter op dit moment belangrijker vind dat we eensgezind naar het referendum toewerken, trek ik het amendement in. Het amendement-Shahsavari-Jansen (Gemeenteblad afd. ingetrokken zijnde, maakt geen onderwerp van behandeling meer uit.
1,
nr.
1185),
De VOORZITTER geeft het woord aan burgemeester Van der Laan. Burgemeester VAN DER LAAN: Ik wil mijn grote waardering aan het adres van mevrouw Shahsavari-Jansen uitspreken. We laten nu alles achter ons en ik weet zeker dat we er een geweldig referendum van gaan maken. Dank u wel. De VOORZITTER: Met de naderende kerst geeft dat toch een warm gevoel. Vrede op aarde, heel fijn. De discussie wordt gesloten. Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1157). De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1157) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1157) met algemene stemmen is aangenomen. De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 1157 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
50
Jaar 2013 Afdeling 2 Vergaderdatum 19 december 2013
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Raadsnotulen
R
De VOORZITTER: Dames en heren, ik wens u heel fijne feestdagen en zie u graag gezond en wel weer terug in 2014. De VOORZITTER sluit de vergadering om 16.57 uur.
51
Jaar 2013 Afdeling 2 Vergaderdatum 19 december 2013
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Raadsnotulen
R
INDEX 1056 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2013 tot vaststellen van de nieuwe openingsbalans 2013 van het vereveningsfonds en systematiek van waarderen van onderhanden werk, kennisnemen van de 8maandsrapportage van het vereveningsfonds en instemmen met het Implementatieplan maatregelen verbetering beheer vereveningsfonds .......................................................22 1099 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 19 november 2013 tot intrekken van de Verordening op de heffing en invordering van leges 2013 en vaststellen van de Verordening op de heffing en invordering van leges 2014 ...............27 1114 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 5 november 2013 tot instemmen met de inkoopstrategie en de procesinrichting voor kwaliteitsborging van het project ZuidasDok en het besluitvormingsproces van de gemeente Amsterdam inzake het project ZuidasDok .....................................................11 1116 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2013 tot instemmen met het door de projectorganisatie ZuidasDok realiseren van de ZuidasDok deelprojecten Kabels & Leidingen en Watercompensatie en met het kredietbesluit voor genoemde deelprojecten ..................................................................11 1118 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 12 november 2013 tot vaststellen van het bestemmingsplan IJburg 1e fase CS (Centrale Stad) .......17 1119 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 12 november 2013 tot instemmen met uitgifte in erfpacht van de rijksmonumentale Scheepsbouwloods op de NDSM-werf aan de Stichting Kinetisch Noord en met aanwending van 4 miljoen euro uit de pijler Stedelijke Ontwikkeling en Bereikbaarheid van het Amsterdams investeringsfonds ten behoeve van de Scheepsbouwloods ........45 1121 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2013 tot instemmen met aanpassing van de hoofdgroenstructuur aan de grens van de vastgestelde Structuurvisie ZuidasDok ten behoeve van de realisatie van het ZuidasDok .......................................................................................................................11 1123 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 12 november 2013 tot vaststellen van het bestemmingsplan Stationseiland .......................................17 1124 Gewijzigd initiatiefvoorstel ter instemming van de raadsleden de heer Van der Ree, mevrouw Visser, mevrouw Alberts, de heer Evans-Knaup en mevrouw Van der Velde van 30 september 2013, getiteld: Openhouden Overdiemerweg (Nuonweg), en kennisnemen van de bestuurlijke reactie en van de aanvullende bestuurlijke reactie .....3 1130 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2013 tot vaststellen van de nota van uitgangspunten (NvU) Rode Loper, Ferdinand Bolstraat ........................................................................................................................................24 1139 Voordracht van de rekeningencommissie van 3 december 2013 tot vaststellen van het programma van eisen voor de accountantscontrole 2014 en de actualisatie van de rechtmatigheidmatrix 2013..............................................................................................27 1157 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 17 december 2013 tot kennisnemen van het definitieve referendumverzoek van de heer De Lange inzake het raadsbesluit over erfpacht en vaststellen dat het referendumverzoek voldoende wordt ondersteund ..................................................................................29, 50 1177 Motie van het raadslid Van Drooge inzake de inkoopstrategie project ZuidasDok (tunnels niet op 10 m afstand bebouwing)......................................................................11
52
Jaar 2013 Afdeling 2 Vergaderdatum 19 december 2013
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Raadsnotulen
R
1178 Motie van het raadslid Van Drooge inzake de inkoopstrategie en de procesinrichting voor kwaliteitsborging van het project ZuidasDok (Buitenveldert en Amstelveen blijven per tram bereikbaar) ........................................................................11 1179 Motie van het raadslid Van Doorninck inzake aanpassing van de hoofdgroenstructuur ten behoeve van de realisatie van het ZuidasDok (compensatie) 13 1180 Motie van het raadslid Van Doorninck inzake de inkoopstrategie project ZuidasDok (Parnassuspassage) .......................................................................................................13 1181 Motie van het raadslid Van Doorninck inzake de inkoopstrategie project ZuidasDok (arbeidsomstandigheden) ...............................................................................................13 1182 Amendement van de raadsleden Van der Ree, Mulder, Visser en Van Drooge inzake het bestemmingsplan Stationseiland (terrassen) ................................................18 1183 Motie van het raadslid Hoek inzake de nota van uitgangspunten Ferdinand Bolstraat (mogelijke verbeteringen) ................................................................................25 1184 Motie van de raadsleden Visser, Alberts, Evans-Knaup en Van der Velde inzake de Scheepsbouwloods op de NDSM-werf (geef huurders een stem) .................................46 1185 Amendement van het raadslid Shahsavari-Jansen inzake het definitieve referendumverzoek van de heer De Lange met betrekking tot het raadsbesluit over erfpacht (schrappen besluitpunt III, wel alternatief voorleggen) .....................................38
53