Openb.2:1-7
Houten 29 aug 2010
Belijdenis van afhankelijkheid Vredegroet van God Z. GK 167 (samen in de naam van Jezus) Gebed L. 1 Joh.4 Z Ps.133 T. Openb.2:1-7 Woordverkondiging Z. Opw. 518 (Heer U doorgrondt…) Gebed Z GK 179a Collecte Z. Ps.111:1,4,6 Zegen
Een paar jaar geleden verscheen er een boekje van Adrian Plass. Dat boekje heette: Het bezoek. Het begint zo: "Het zat wel goed met onze kerk. We spraken met ontzag en gepaste dankbaarheid over onze Grondlegger. Alles liep op rolletjes, zoals dat hoort in een fatsoenlijke kerk. Natuurlijk hadden we het er wel eens over dat we Hem graag hadden willen ontmoeten toen Hij nog op aarde was. En dat we uitkeken naar het moment van zijn komst, ooit... maar vooral in de verre toekomst. Het nieuws dat Hij van plan was ons binnenkort op te zoeken, kwam dan ook op zijn zachtst gezegd onverwacht en was nogal schokkend. (....) Je kon je niet langer anders voordoen dan je was... Hij zou je doorhebben". Plass maakt er een verhaal van dat de Heer van de kerk in levende lijve op bezoek komt. Echt om over na te denken en aan het denken gezet te worden. In feite doet zich exact hetzelfde voor in de brieven die Johannes in opdracht van de Here Jezus Christus aan de zeven gemeenten in Asia schrijft. De Grondlegger komt op bezoek. En Hij kijkt dwars door die gemeenten heen. We worden uitgenodigd mee te kijken. Om, als we oren hebben te horen naar wat Christus' Geest tot ons vandaag zegt. HET BEZOEK VAN CHRISTUS AAN EFEZE 1. zijn waardering voor hun 'nee'zeggen 2. zijn verlangen naar hun 'ja' zeggen
Van de gemeente van Efeze weten we vanuit de Bijbel aardig wat. Er zijn gemeenten die we veel minder leren kennen, bijv. Filadelfia of Smyrna. We kennen uit de Handelingen van de Apostelen hoe er een gemeente door Paulus' werk tot stand is gekomen. We lezen van het hartveroverende afscheid van Paulus van de kerkenraad van Efeze, later, op het strand van Milete. We hebben zelfs van de hand van Paulus een hele brief die hij aan die gemeente schreef. Nu komen we diezelfde gemeente weer tegen. Het is blijkbaar, vanuit al die gegevens, een gemeente geweest die aardig sterk in haar schoenen stond. Ja, er staan aansporingen genoeg in die we ons vandaag nog net zo hebben aan te trekken. Over de wapenrusting van God; over de eenheid van de gemeente, over het nieuwe leven in Christus. Maar het zijn in die zin geen schokkende beelden zoals we tegenkomen in de brieven
aan Korinthe of aan de Galaten. Het evangelie heeft in de handelsstad Efeze behoorlijk wortel geschoten. Ondanks de aanwezigheid van de Joden die de christenen bijna het licht in de ogen niet gunden. Ondanks de aanwezigheid van de tempel van Artemis, de godin van de vruchtbaarheid. Overigens was dat een indrukwekkende tempel toentertijd: hij mat zo'n honderdtien bij vijftig meter! Een van de toenmalige zeven wereldwonderen! En uit de Handelingen vernemen we hoe diep de verering en de handel eromheen bepalend was voor Efeze als handelsstad en als havenstad. Dat laatste leverde ook problemen op. De kustlijn veranderde steeds vanwege wat de nabij gelegen rivier in zee dumpte: zand en stenen vulden steeds weer de haven. Het was een bedreiging voor het functioneren van Efeze als handelsstad. De stad liep gevaar compleet van de zee afgesloten te worden. Zo'n 100 jaar voor onze jaartelling had men op een indrukwekkende manier de haven leeg gebaggerd. Dat was gepaard gegaan met zwaar werk, inspanning en volharding. Met liefde! Maar ongeveer in het midden van de 1e eeuw was de haven opnieuw aan het dichtslibben. Als Efeze haar invloed als haven wilde behouden moest er wat gedaan worden. In het jaar 64 na Christus werd er opnieuw gestart met baggerwerkzaamheden en zo behield Efeze haar handelsplaats. Later heeft men het er echt bij laten zitten. Wie nu in Efeze komt, vindt haar een kilometer of tien landinwaarts en wat vroeger de haven was is nu een vlakte, prijsgegeven aan weer en wind. Maar haar inwoners van toen wisten wat inzet en volharding en liefde voor hun stad betekenden! Men wilde overleven! Het lijkt wel alsof Christus in zijn schrijven daarbij aansluit. Bij de manier van het harde leven in Efeze om te overleven: no nonsens! Het had hen materieel en geestelijk weerbaar gemaakt en getekend. Gevormd. En ze hadden zich de woorden van Paulus goed aangetrokken toen hij hun oudsten had toegesproken, nu zo'n veertig jaar geleden. Hij had toen gewaarschuwd tegen verkeerde invloeden en valse leraars. Hij had ze wolven genoemd. En dat hadden ze met elkaar in Efeze goed in hun oren geknoopt tot en met de volgende generatie. Er was geen reactie van: och, Paulus was altijd al een beetje te... Wat emotioneel misschien en dan zeg je wel eens dingen... Nee, hun eigen situatie had hen geleerd dat wat Paulus toen zei en later had geschreven goed was en paste. En de wapenrusting van het geloof hadden ze echt aangetrokken. Christenen die er op uit waren het geloof zuiver te bewaren. Dat had hen heel wat gekost: zwaar werk, inspanning en volharding. En ze hadden zich het woord van Johannes ook aangetrokken, die in Efeze toentertijd zijn uitvalsbasis had: beproef de geesten of ze uit God zijn. En dat had echt zijn reden wel als het ging om de kwestie of Jezus nu wel echt God was. Daar hadden ze pal voor gestaan, voor die waarheid. Want als Jezus niet echt God en mens was geweest, hoe hadden ze reden om de blijde boodschap van het evangelie overeind te houden? En al waren er mensen gekomen met papieren, met aanbevelingsbrieven, al noemden ze zichzelf apostelen, gezondenen met een speciale boodschap: in Efeze hadden ze hen op hun waarde getoetst, hun boodschap en henzelf. En elke keer weer hadden ze 'nee' gezegd als het moest. Ze hadden hun wapenrusting niet tevergeefs gedragen. En dat was net zo geweest toen die beweging van de Nicolaïten ook Efeze had bereikt. Helemaal precies weten we niet wie die Nicolaus is geweest. Sommigen denken aan Nicolaus als een van de 7, die de apostelen hadden aangesteld. Zijn naam betekent: overwinnaar van het volk. In het Hebreeuws schrijf je die naam als Bileam, die we in vers 14 tegenkomen. Dat waren mensen die eveneens een verkeerde leer brachten. Nu niet zo zeer op wat je zou kunnen noemen dogmatisch-theologisch terrein maar op het terrein van de christelijke levenspraktijk. Dat waren de mens van 'het moet kunnen'. Niet zo benauwd als het gaat om het meedoen aan offerfeesten voor Artemis. Tenslotte leven we in Efeze, nietwaar? Niet te moeilijk als je daarbij ook nog eens op seksueel uitglijdt. Je moét wel als je jezelf wilt handhaven. Dat
hoeft je geloof helemaal niet te beïnvloeden. Het is tenslotte je buitenkant maar en voor God gaat het om je hart....Het aardse is tenslotte zo belangrijk niet, het gaat om het geestelijke..terwijl voor het gemak vergeten werd dat er geschreven was dat je lichaam een tempel van Gods Geest is en zo... En opnieuw hadden ze daar in Efeze 'nee' gezegd. Hardop, zonder mankeren. Ze droegen hun geestelijke wapenrusting niet tevergeefs. Maar het was wel zwaar werk geweest, inspannend. En ze hadden wat moeten dragen om vol te houden. Om niet overstag te gaan. Want het kwam allemaal van binnenuit. En dat is bitter! Ze hadden geweigerd hun leven met Christus te laten dichtslibben, zoals goede Efeziërs konden begrijpen. Want ze wisten wat er op het spel staat als je dat wel laat gebeuren, geestelijk of praktisch: je raakt van de bron verwijderd! De bron van je leven! En daarom ook als het ging om het leven voor God: no nonsens. Gewoon geloven wat er stond geschreven. Gewoon doen wat God vraagt. En Christus prijst hen ervoor. Ze konden nee-zeggen. En dat prijzen meent Hij werkelijk. Hij wandelt immers tussen de kandelaren? Zorgzaam, bemoedigend, prijzend en erbij roepend? Dat is maar niet een ommetje dat Hij maakt, zoals wij op een avond na een warme dag een eindje kunnen omlopen. Nee, dat wandelen kenmerkt zijn actieve, intense en liefdevolle betrokkenheid. Hij prijst de mensen van Efeze om hun volhardendheid om tegen de stroom in te blijven bij het Evangelie dat hen is toevertrouwd. De Grondlegger komt op bezoek, de Heer van de kerk en ze hoeven zich niet mooier voor te doen dan ze zijn: want -en dat is een wonder- er valt veel goeds te zeggen! De Here Jezus doet dat hardop: waar te prijzen valt wordt het hardop gehoord. Zou dat bij ons hier in Houten ook het geval zijn? Geestelijk en ook christelijk-praktisch? Hou je eigen en ons gemeenschappelijk leven eens de niets maskerende spiegel voor van Gods Woord. Christus komt op bezoek. Wat treft Hij in je leven aan? We weten het allemaal zo goed, maar hoe staat het met onze praktijk? Maakt het je echt niet ongerust? Dan ben je gezegend en te feliciteren. Maar als het wel onrust in je hart veroorzaakt...dan weet je wat je doen moet: zorgen dat je leven met God open blijft en niet dichtslibt. Dan valt er een hoop te baggeren in je leven. Geestelijk gezien dus. Er valt van die Efeziërs wat principiële overtuiging betreft én de praktijk van die overtuiging heel wat te leren: blijf bij wat je in de Bijbel is toevertrouwd. 2 Maar dan klinkt er ook dat harde woord: "maar Ik heb tegen jullie dat je je eerste liefde hebt laten lopen". Het was een tweede generatie Efeziërs die geprezen wordt. Veel goede dingen hebben ze samen vastgehouden en bewaard. Maar op een kenmerkend punt zet de Here Jezus Christus zijn schijnwerpers: waar is jullie liefde, die eerste liefde? 't 'Ja' van je hart? Christus is eerlijk: Hij prijst waar het moet en Hij berispt waar het moet. Hij laat het een niet na ter wille van het ander. Zelfs temidden van die scherpe woorden laat Hij zien hoe lief Hij hen heeft: want Hij wil hun liefde terug! Eerste liefde...het doet denken aan vlinders in je buik. Aan een zonsondergang die je samen beleeft. Romantiek. Het doet denken aan wat de Here ooit bij monde van Jeremia tegen zijn volk zei over hun bruidstijd in de woestijn...weet je nog hoe mooi het was? Dat was een romantische opmerking, want de werkelijkheid was echt anders geweest. Het was veel meer een opmerking vanuit de schatkamers van Gods vergeving: en Hij meende het! Eerste liefde..Blijkens vers 5 was het vroeger anders geweest. Eerste liefde! Het is echt wel meer dan een verlangen naar de romantiek van de eerste dagen samen met Christus! Jezus zegt niet: dat eerste gevóel moet je weer terughalen...Hij zegt: doe weer als vroeger! Christus bekritiseert de Efeziërs niet omdat ze te orthodox zouden zijn, maar om het opgeven van hun liefde die hen eerst had gekenmerkt. Je bent het niet per ongeluk verloren of zo. Het pal staan voor de waarheid was op een gegeven moment daar in Efeze ontaard in
hardvochtigheid tegenover de broeders en zusters. En buitenstaanders. Dat hoeft helemaal niet zo te zijn. Want liefde en waarheid staan niet tegenover elkaar, maar liggen in elkaars verlengde. Eerste liefde...dat is je verliezen aan Jezus Christus en aan elkaar. Dat is je geluk uitzingen en tonen en erover praten, omdat je hart er vol van is. Dat is weten van genade en ontferming voor jezelf door het bloed van Golgotha. En dat geeft zachte ogen en een warm hart voor de ander die je in Christus is gegeven. Het gaat om veel meer dan gevoel: Het gaat om daden en woorden die Christus' liefde voor jou weerkaatsen. Zoals bij Hem geen aanzien van de persoon was; geen georganiseerde liefde of goedpraterij. Hij was uit op behoud en leven! Johannes schreef daarover: wie God liefheeft, moet ook zijn broeder liefhebben. Hij heeft het dan over de manier van omgaan met elkaar, in Christus. Om Christus' wil. Zuiverheid in de leer en de uitspraak dat je voor de waarheid staat kan niet zonder een hart dat klopt voor je God en Heiland en voor degenen die God op je weg zet in zijn gemeente en daarbuiten. De vasthoudendheid om de goede strijd van het geloof te strijden -en Christus prijst dat!- kan zomaar leiden tot koude harten en hete hoofden. En dan is liefde lastig. Want liefde is uit op behoud, op ruimte, op saamhorigheid en vriendelijkheid. Liefde is uit op het elkaar gewoon groeten en aanvaarden om Christus' wil. Waarachtige orthodoxie, vertelt onze Heer ons hier, kan niet zonder liefde! Je hoeft noch voor het een noch voor het ander bang te zijn, als je jezelf laat leiden door Christus, de vleesgeworden liefde van God. Dan zullen we ons die vraag ook moeten stellen: als we het allemaal geloven van Christus, hoe bewijzen wij dan Christus' liefde voor elkaar? Meer dan in woorden alleen? De Heer van de gemeente, van de mensen die samen die gemeente vormen roept op tot bezinning. Tot inzet en inspanning en volharding. Maar Hij zegt ook: als je dat weigert kom Ik je tegen. Hij haalt de kandelaar weg van zijn plek. Dat kan een langzaam proces zijn. Een proces van dichtslibben. En als je je niet bekeert helpt baggeren niet meer. Bekeren in de zin van: zet die knop van je manier van denken helemaal om! Denk anders en dan ook: doe anders! Het lijkt er op dat Efeze zich heeft bekeerd. Bisschop Ignatius schrijft zo rond het jaar 110 een brief aan de gemeente van Efeze: "u leeft nl. allen overeenkomstig de waarheid en er is onder u geen enkele scheuring. Integendeel, u luistert naar niemand anders dan naar Jezus Christus die in waarheid tot u spreekt....Stenen als gij zijt van de tempel van de Vader, gereedgemaakt voor het bouwwerk van God de Vader, omhoog gehesen door de hijskraan, nl. het kruis. Hierbij gebruikt u de Heilige Geest als kabel, uw geloof trekt u omhoog, de liefde is de weg die naar God leidt...". Opnieuw: ze hebben zich het woord van Christus aangetrokken. En dat is ook voor vandaag ongelooflijk bemoedigend. Maar dan zullen ook wij de boodschap van Christus niet naast ons kunnen en mogen neerleggen. Want liefde kun je leren. Liefde tot God en mensen als je zelf geleerd hebt te leven uit de verzoening die door Christus tot stand is gebracht: een levende werkelijkheid en veel meer dan een theologisch geijkt dogma. Laat het niet zijn zoals iemand schreef: de eerste generatie kent de liefde, de tweede de leer en de derde verwereldlijkt... Wie een oor heeft om te horen.... het doet me denken aan het verhaal over twee vrienden die temidden van het drukke verkeer elkaar nauwelijks verstaan. De eerste zegt plotseling: hè hoor je die krekel in de muur? Als zijn vriend bankier is zal hij het geluid van geld herkennen. Is het een musicus dan hoort hij muziek. Is het een insectenkenner dan weet hij wat hij daar hoort. Christus spreekt: wat voor oren hebben wij? Horen we Hem echt…. Wie overwint heeft Christus' belofte van leven voor vandaag en de toekomst. Wie overwint, is
zelf éérst overwonnen. Er is niets zo mooi als die eerste liefde: vol zijn van Christus, die liefde is en liefde geeft. Dan zien we hier al de contouren van het paradijs dat is toegezegd aan hen die in Christus meer dan overwinnaars zijn.