Opbrengsten studiereis Finland 2013 Kwaliteitszorg met impact op de werkvloer in het mbo
Rapport
Opbrengsten Studiereis Finland 2013. Kwaliteitszorg met impact op de werkvloer in het mbo
Auteurs
Marloes van Bussel en Alie Kamphuis
Datum
April 2014
CINOP/NCP EQAVET Postbus 1585 5200 BP ’s-Hertogenbosch Tel: 073-6800800 Fax: 073-6123425 www.cinop.nl, www.eqavet.nl
Inhoudsopgave 1 Voorwoord ...................................................................................................... 1 2 Opzet studiereis ............................................................................................. 2 2.1 Doelstelling studiereis ................................................................................................ 2 2.2 Achtergrond studiereis ............................................................................................... 2 2.3 De aanpak ............................................................................................................... 2 2.4 De deelnemers ......................................................................................................... 3 2.5 Vraagstelling ............................................................................................................ 3 2.6 Leeswijzer ................................................................................................................ 3 3 Resultaten studiereis ...................................................................................... 4 3.1 Het Finse onderwijs en samenleving ............................................................................ 4 3.2 De Finse kijk op onderwijs .......................................................................................... 5 3.3 Onderwijsbeleid op landelijk en instellingsniveau........................................................... 5 3.4 De kern van onderwijskwaliteit: de docent en het team ................................................. 7 3.5 Het onderwijs, de werkvloer, het primaire proces .......................................................... 8 4 Vertaling naar leerpunten voor de Nederlandse situatie ................................. 9 4.1 Team: verantwoordelijk en professioneel ..................................................................... 9 4.2 Instelling: betrokken, randvoorwaarden scheppend en faciliterend ................................ 10 4.3 Beleidsniveau: sturend, faciliterend en evaluerend ...................................................... 11 5 Afsluiting leerpunten en vervolg ................................................................... 13 Bijlage 1: Schematische weergave van het Finse onderwijssysteem................. 14 Bijlage 2: Overzicht van relevante websites...................................................... 15
III
1 Voorwoord In 2013 organiseerde het Nationaal Coördinatiepunt EQAVET (NCP EQAVET) in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) een studiereis naar Finland met als thema kwaliteitszorg. EQAVET is een Europees referentiekader voor kwaliteitsborging in het mbo en heeft als doel de ontwikkeling en implementatie van kwaliteitsborging te stimuleren en daarmee transparantie en vertrouwen te bevorderen tussen de lidstaten van de Europese Unie. Een belangrijke taak van het NCP EQAVET is het bevorderen van kwaliteitszorg in Nederland, gebruikmakend van ontwikkelingen in Nederland en Europa. Deze studiereis resulteerde in het voorliggende verslag met leerpunten voor het Nederlandse middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Het verslag beoogt een inspiratiebron te zijn voor iedereen in het Nederlandse mbo die zich wil inzetten voor het versterken van de kwaliteitszorg. De weergave biedt inzichten en aanknopingspunten voor verbetering van de kwaliteitszorg op alle lagen van het Nederlandse onderwijs systeem: van docent/teamniveau tot aan systeemniveau. Het verslag draagt bij aan de beweging die gaande is om de kwaliteitszorg in het Nederlandse mbo effectiever te laten zijn, zodat de inspanningen die geleverd worden op het gebied van kwaliteitszorg ook direct te merken zijn in een betere onderwijskwaliteit voor de student. Als NCP EQAVET en organisator van deze studiereis, hebben wij de input van iedere deelnemer aan deze studiereis als zeer waardevol ervaren. De groep deelnemers aan deze studiereis, bestaande uit een brede vertegenwoordiging van de verschillende lagen en belanghebbenden uit het mbo-veld, nam op persoonlijke titel deel en beleefde vanuit ieders eigen referentiekader de studiereis. Vanuit dit eigen referentiekader ontvingen en verwerkten zij de verkregen informatie. Vervolgens leidde een samenbundeling van deze perspectieven tot de voorliggende weergave. Dit verslag is op persoonlijke titel samengesteld en kan dan ook niet verbonden worden aan de organisaties waarvoor de deelnemers werkzaam zijn. De wijze waarop men deze aanbeveling wil gebruiken, is aan ieder zelf en valt onder zijn of haar eigen verantwoordelijkheid. Het gaat om het maken van een vertaling naar de eigen situatie en het verslag zo te gebruiken dat er verbetering ontstaat in de eigen situatie. Uitgangspunt is dat verandering ontstaat in de mensen en organisaties zelf, het verslag geeft inspiratie om deze verandering vorm te geven. Tot slot wensen wij u veel leesplezier en inspiratie toe. Mocht u vragen of opmerkingen hebben, mail dan naar Alie Kamphuis,
[email protected] of Marloes van Bussel,
[email protected]. Hartelijke groet, Bas Derks, Bert Lichtenberg, Geert Wammes, Louise van de Venne, Michiel Steegers, Mieke Veenink, Natasja Kroon, Rini Weststrate, Rob Texier, Ruud Rabelink, Thea van den Boom, Theo Douma, Yvonne van der Heijden, Marloes van Bussel en Alie Kamphuis.
Opbrengsten studiereis Finland 2013 – Kwaliteitszorg met impact op de werkvloer in het mbo NCP EQAVET, april 2014
1
2 Opzet studiereis 2.1 Doelstelling studiereis Doelstelling van deze studiereis is het opdoen van nieuwe inzichten in kwaliteitszorg om het werken aan kwaliteit in het mbo in Nederland verder te versterken. Het gaat daarbij om kwaliteitszorg die leidt tot impact op de werkvloer. Het effect van de kwaliteitszorg moet tot merkbare verbeteringen en vernieuwingen op de werkvloer leiden. Doel is dat het onderwijsproces daadwerkelijk verbetert. De deelnemers aan de studiereis vertaalden hun opgedane inzichten in dit verslag met leermogelijkheden en aanbevelingen voor het Nederlandse mbo.
2.2 Achtergrond studiereis Het NCP EQAVET vervult een rol in het leren van elkaar in Europa. Om de mogelijkheid om te leren van andere lidstaten te benutten ten behoeve van het bevorderen van de kwaliteitszorg van het Nederlandse mbo, organiseerde het NCP in opdracht van het ministerie van OCW een studiereis naar het buitenland. Voor deze reis is gekozen voor Finland. Finland staat algemeen bekend om haar hoge onderwijskwaliteit. Ook de PISA-uitslagen1 van de afgelopen jaren wijzen in die richting.2 Een goede reden dus om Finland uit te zoeken als land waar wij meer van kunnen leren. Leren door middel van een studiereis is zinvol omdat je je verdiept in het onderwijs van een ander land waardoor nieuwe inzichten ontstaan. Deze input zet aan tot nadenken over het eigen systeem en vormt als het ware een spiegel voor de eigen praktijk. Door je te begeven in een andere context en cultuur en informatie van een ander land te ontvangen, houd je zaken uit je eigen onderwijssysteem kritisch tegen het licht. Zaken die normaal gesproken gewoon zijn, vallen ineens op. Verder leidt het geven van uitleg over je eigen onderwijs aan een buitenstaander ook tot nieuwe inzichten over je eigen systeem. Je gaat vanuit een ander perspectief naar je eigen onderwijs kijken, waardoor vragen over nut en noodzaak omhoog borrelen. Deze andere kijk geeft zicht op de sterke en zwakke punten van het eigen onderwijssysteem.
2.3 De aanpak Gezocht is naar een aanpak om het leereffect van de studiereis zo groot mogelijk te maken. De studiereis stond daarom niet op zichzelf, maar was onderdeel van een reeks bijeenkomsten. De deelnemers aan de studiereis namen aan deze bijeenkomsten deel. In de bijeenkomsten vooraf is gesproken over de onderzoeksvraag en is de basisinformatie over Finland en het Finse onderwijssysteem besproken.3 In de bijeenkomsten achteraf zijn de ervaringen besproken en van betekenis voorzien en is de opbrengst van de studiereis vastgesteld. Deze opbrengst resulteerde in een aanbeveling. De studiereis zag er in grote lijnen als volgt uit:
dag 1: bezoek aan het ministerie van Onderwijs en Cultuur;
dag 2: bezoek aan twee mbo-instellingen;
dag 3: bezoek aan een lerarenopleider en ruimte voor reflectie op de opbrengsten.
Om de aanbeveling verder te vertalen naar de praktijk, blijven de deelnemers van de studiereis in de nabije toekomst bij elkaar komen. 1 PISA: Programme for International Student Assessment. 2 Over de prestaties van het mbo in Finland hebben we geen concrete informatie verworven. 3
Zie voor de kenmerken van het Finse onderwijssysteem de links in bijlage 2.
Opbrengsten studiereis Finland 2013 – Kwaliteitszorg met impact op de werkvloer in het mbo NCP EQAVET, april 2014
2
2.4 De deelnemers Om het volledige perspectief van het mbo te bestrijken in de opbrengst van de studiereis, is gekozen voor een zo divers mogelijke samenstelling van de groep. Deelnemers zijn werkzaam bij verschillende organisaties, op verschillende lagen. Ook is het studentperspectief meegenomen door een bijdrage van de Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB). De volgende organisaties namen deel:
JOB;
mbo-instellingen: docent, managers/ directeuren, bestuurders;
MBO Raad;
MBO 15;
Inspectie van het Onderwijs;
Ministerie van OCW;
de Nederlandse Raad voor Training en Opleiding (NRTO);
het Expertisecentrum Beroepsonderwijs (ecbo).
Iedere deelnemer heeft vanuit zijn positie en/of functie een unieke bijdrage aan deze studiereis kunnen leveren. De deelnemers vormen een rijk gezelschap, waarin de verschillende perspectieven en lagen van het mbo-veld goed vertegenwoordigd zijn.
2.5 Vraagstelling Tijdens de voorbereiding voor de studiereis is uitgebreid nagedacht en gediscussieerd over de vraagstelling voor de reis. Dit leidde tot de volgende vraagstelling: ‘hoe kunnen instellingen en teams kwaliteitszorg zodanig vormgeven dat dit een duurzaam effect heeft op de werkvloer en wat is daarvoor nodig?’. Onderwerpen die daarbij aan de orde kwamen:
de rol van de docent in kwaliteitszorg;
de rol van de student in kwaliteitszorg;
de rol van het management in kwaliteitszorg;
eigenaarschap van kwaliteit en kwaliteitszorg;
werken vanuit vertrouwen;
de balans tussen ontwikkeling en controle, leren en verantwoorden;
het samenspel van maatregelen op de verschillende lagen in het onderwijssysteem;
specifieke maatregelen vanuit het ministerie om kwaliteitszorg te stimuleren.
2.6 Leeswijzer In dit hoofdstuk is nader ingegaan op het kader voor de studiereis. In het volgende hoofdstuk komen de opbrengsten aan bod. Beschreven is welke informatie, ervaringen en indrukken opgedaan zijn in Finland. In hoofdstuk 4 is dit vertaald naar leerpunten voor de Nederlandse situatie. Het is belangrijk om te vermelden dat aan deze weergave geen rechten ontleend kunnen worden. Met dit stuk hebben zowel de organisator, als ook de deelnemers geen intentie om iets op te leggen of af te dwingen. Het is een weergave van opgedane ervaringen en waarnemingen. Het dekt niet de volledige werkelijkheid, is niet uitputtend en niet getoetst aan de literatuur. Daarnaast zijn er naast de aanbevelingen in dit verslag nog vele andere mogelijkheden tot verbeteren denkbaar. Bovendien is niet alles wat in Finland aan de orde is gekomen, per definitie een verbetering voor de Nederlandse situatie. Opbrengsten studiereis Finland 2013 – Kwaliteitszorg met impact op de werkvloer in het mbo NCP EQAVET, april 2014
3
3 Resultaten studiereis In dit hoofdstuk beschrijven we de informatie, ervaringen en indrukken die het reisgezelschap opdeed in Finland. Vanuit hun perspectief, gebaseerd op een aantal bezoeken aan organisaties – zoals het ministerie van Onderwijs en Cultuur, mbo-instellingen en een lerarenopleiding voor mbodocenten –, beschrijven we hoe het onderwijs in Finland en haar context eruit ziet. In drie dagen is het slechts mogelijk een impressie op te doen en ontstaan er wellicht meer vragen dan antwoorden. Het gaat dan ook om een impressie die niet de volledige werkelijkheid omschrijft. De informatie in dit hoofdstuk gaat over Finland en zegt verder niets over de situatie van het Nederlandse mbo. De informatie is opgedeeld in een aantal paragrafen. Eerst leest u meer over de brede context van het onderwijs en de samenleving in Finland. Daarna gaan we in op de visie die ten grondslag ligt aan het Finse onderwijs. De volgende paragrafen gaan over het onderwijsbeleid en het docentschap in Finland. Tot slot volgt een beschrijving van kwaliteitszorg in het dagelijks handelen van docenten in het primaire proces.
3.1 Het Finse onderwijs en samenleving Finland is een groot land met weinig inwoners. Finland kent een inwonersaantal van 5,4 miljoen en heeft ongeveer 150 instellingen die beroepsonderwijs aanbieden. Dit zijn kleine scholen die soms in afgelegen regio’s liggen. Het land kent vele onbewoonde gebieden met veel natuur. Mensen die in afgelegen regio’s wonen, zijn gericht op de regio. In vergelijking met Nederland, waar het reizen veel gemakkelijker gaat, is er een grote gebondenheid aan de regio waar je woont. Finland is een welvarend land. Het kent relatief weinig armoede en heeft een relatief homogene populatie. Een aantal zaken wat betreft de Finse cultuur valt op. De Fin lijkt gedreven door waarden en lijkt niet zo materialistisch ingesteld te zijn. Belangrijke waarden in het onderwijs zijn gelijkheid en verantwoordelijkheid. De Finnen maken een volgzame, betrouwbare, risicomijdende indruk. Dit wordt geïllustreerd door de anekdote dat Finland het enige land ter wereld is waar je iemand kunt vinden die om twee uur ’s nachts voor het rode licht staat te wachten in een straat zonder verkeer. Je voelt je veilig op straat. De stad maakt een dorpse indruk, de mensen zijn rustig en maken een betrouwbare indruk. Waarschijnlijk leidt dit ook tot een meer uniforme studentenpopulatie, die deze waarden ook met zich meedraagt. Onderwijs krijgt vanuit de politiek veel aandacht. Hierdoor lijkt het belang dat iedereen hecht aan goed onderwijs hoog te zijn. Zowel in de geschiedenis als nu wordt onderwijs gezien als de manier om als land en individu vooruit te komen. Een aantal algemene punten van het onderwijs van Finland zijn:
Gelijk basisonderwijs voor iedereen van 7 tot en met 16 jaar.
Twee vervolgopties na het basisonderwijs: voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs. Beide opties duren even lang en geven toegang tot de universiteit.
Een nationaal, veelzijdig curriculum met veel ruimte voor scholen, teams en docenten om dit verder in te vullen.
Opbrengsten studiereis Finland 2013 – Kwaliteitszorg met impact op de werkvloer in het mbo NCP EQAVET, april 2014
4
Een holistisch curriculum met veel aandacht voor persoonlijke ontwikkeling en een leven
Vooral ontwikkelingsgerichte toetsing in plaats van summatieve toetsing.
Hoog opgeleide docenten en een hoge waardering voor het vak.
lang leren.
In bijlage 2 zijn links opgenomen met meer informatie over het Finse onderwijssysteem.
3.2 De Finse kijk op onderwijs Het ministerie van Onderwijs en Cultuur in Finland heeft een algemene folder uitgebracht over het Finse onderwijs. De folder beschrijft de zes basiswaarden van het Finse onderwijs en gelden voor het hele onderwijssysteem: 1. Gelijkheid voor iedereen. 2. Een onderwijssysteem gebaseerd op vertrouwen en verantwoordelijkheid. 3. Focus op een leven lang leren. 4. Twee leerroutes na het basisonderwijs: beroepsonderwijs en algemeen onderwijs. 5. Hoger onderwijs met een duale structuur. 6. Hoogopgeleid onderwijspersoneel.4 De visie op onderwijs in Finland is duidelijk geëxpliciteerd, lijkt breed gedragen en lijkt echt ten grondslag te liggen aan het onderwijs. De punten zijn simpel, lijken door iedereen uitgedragen en komen terug in het dagelijks handelen. Kortom, deze visie – voor zover dat mogelijk is te concluderen na een bezoek van drie dagen – lijkt diep geworteld in het Finse onderwijs. Meerdere malen zeiden docenten en andere medewerkers waar we te gast waren, dat het in Finland niet gaat om het onderwijzen, maar om het leren. Het onderwijs is gericht op het leren en ontwikkelen van haar studenten in plaats van op het bereiken van de eindstreep. Iets wat onderstreept zou kunnen worden door de woorden ‘teach less and learn more’. Een concreet voorbeeld dat hier bij past, is dat bij toetsen vooral ingestoken wordt op voortgang. De focus ligt minder op het borgen van de kwaliteit of het juiste eindniveau van de toets.
3.3 Onderwijsbeleid op landelijk en instellingsniveau Tijdens het bezoek aan het Finse ministerie van Onderwijs en Cultuur is veel verteld over het beleid en de organisatie van het onderwijs. Het ministerie voert haar beleid zoveel mogelijk gericht op de lange termijn. Zo ontstaat er stabiliteit in het systeem. De basis voor het huidige systeem is jaren geleden gelegd en langzaam in kleine stapjes doorgegroeid tot de huidige situatie. Scholen weten waar ze aan toe zijn en veranderingen zijn lang van tevoren helder. Het beleid kent geen snelle wisselingen. Het algemene beeld is dat het gehele onderwijsbestel goed op elkaar aansluit. Het is eenvoudig en holistisch met weinig niveaus en differentiatie. Er zijn bijvoorbeeld maar een beperkt aantal basiskwalificaties: 52 kwalificaties en 300 aanvullende en specialistische kwalificaties. Per kwalificatie is de inhoud in enkele bladzijden beschreven. Deze inhoud blijft over de jaren heen redelijk stabiel. Doelen worden vertaald van beleid naar instelling naar teamniveau. Verteld is dat het ministerie heldere kaders biedt, waarbinnen scholen hun eigen onderwijs mogen organiseren 4
Ministry of Education and Culture, Finnish National Board of Education, CIMO (2012). Finnish Education in a Nuttshell, Kopijyvä, Espoo, ISBN: 978-952-13-5387-1. Opbrengsten studiereis Finland 2013 – Kwaliteitszorg met impact op de werkvloer in het mbo NCP EQAVET, april 2014
5
met veel vrijheid. Door deze heldere kaders steekt de overheid meer in op sturing vooraf dan op controleren achteraf. Tijdens het studiebezoek ontstond wel de vraag in hoeverre de gestelde doelen door het Finse ministerie ambitieus genoeg zijn. Om te controleren wat de resultaten zijn, voert elke school een zelfevaluatie uit. Deze gegevens gebruikt het ministerie om de resultaten van het onderwijs in kaart te brengen. Gegevens van scholen worden over meerdere jaren in kaart gebracht. De gegevens van enkele jaren geleden worden als norm gebruikt om de prestaties van nu tegen af te zetten.5 Op basis van deze gegevens wordt een lijst opgesteld, waar de school die het best presteert bovenaan staat. Scholen gebruiken de lijst om inzicht te krijgen in hun eigen prestaties. Deze lijst is zonder kennis van zaken redelijk moeilijk te doorgronden en leidt niet tot ruchtbaarheid bij de pers. Finland kent geen Inspectie van het Onderwijs zoals in Nederland. Ook is er geen basisnorm, die bepaalt of je voldoende of onvoldoende scoort. Er is echter wel controle op de eindresultaten van de instellingen. Indien het resultaat te laag blijkt te zijn, grijpt het ministerie in. Ook stimuleert het ministerie het werken aan kwaliteit op diverse manieren. Het ministerie stelt het maximaal aantal studenten per instelling vast. Hierdoor ontstaat er stabiliteit in de studentenaantallen, waar makkelijk op te anticiperen is. De studentenaantallen stelt het Finse ministerie vast op basis van het arbeidsmarktperspectief. Scholen ontvangen bekostiging op basis van het aantal studenten dat zij maximaal mogen toelaten. Als de scholen minder studenten hebben, ontvangen ze minder geld. Ze krijgen echter geen extra geld bij meer studenten. Hierdoor is het voor scholen eerder helder hoeveel bekostiging ze zullen ontvangen. Een aantal scholen heeft met krimp te maken. Dit komt voornamelijk doordat zij gelokaliseerd zijn in afgelegen regio’s. Hier speelt het probleem van minder financiële middelen, waardoor personeel ontslagen moet worden. Andere scholen hebben de luxe van selectie. Zij krijgen meer aanmeldingen dan dat er plaatsen zijn. Hierdoor kunnen zij de betere studenten selecteren, wat ten goede komt aan de resultaten van de instelling. Zo ontstaat een impuls tot kwalitatieve groei in plaats van kwantitatieve groei. Bekostiging is een andere manier om instellingen te stimuleren tot kwaliteit. 3% van de bekostiging is gebaseerd op de prestatie van de instelling: performance-based funding. Of deze bekostiging wordt toegekend, is onder andere gebaseerd op de gerealiseerde diploma’s en de investering in professionalisering van docenten. Een andere belangrijke stimulans tot kwaliteit is de quality award. Dit is een award die instellingen kunnen verdienen wanneer ze het best scoren op een aantal indicatoren. Verder speelt mee wat betreft de organisatie van het onderwijs, dat het gaat om kleine scholen met een grote invloed van de gemeente en betrokkenheid van de regio. Gemeentebesturen nemen vaak zitting in het bestuur van een instelling en zijn verantwoordelijk voor een deel van de financiering. Zij hebben daarmee een sturende rol in de kwaliteit van de scholen. Betrokkenheid van de regio blijkt uit de rol van leerbedrijven in de examinering. Scholen lijken vrij om zich te specialiseren in een type opleiding of een bepaalde doelgroep. We kregen de indruk dat sommige scholen zich richten op bijvoorbeeld de onderkant van de markt. Ook dit leek positieve effecten te
5
Tijdens de studiereis kregen we moeilijk zicht op wat de werkelijke prestaties en normen waren.
Opbrengsten studiereis Finland 2013 – Kwaliteitszorg met impact op de werkvloer in het mbo NCP EQAVET, april 2014
6
hebben op de resultaten van de instelling. Door de focus lukte het beter om het onderwijs goed te organiseren. De bezochte scholen leken te karakteriseren als leergemeenschappen. Tot slot gebruikt het ministerie een administratiesysteem om naar de resultaten van het mbo in Finland te kijken en de kwaliteit ervan te borgen. In dit systeem is ieder individu geregistreerd en is het mogelijk om individuele studenten te volgen. Als een student uitstroomt, kan bijvoorbeeld worden gezien of hij een baan vindt of doorstroomt naar een andere school. Dit systeem geeft veel inzicht in de stroom van studenten en waar ze terechtkomen. Het levert belangrijke input voor het bijstellen van beleid.
3.4 De kern van onderwijskwaliteit: de docent en het team Veel mensen weten dat docenten in Finland hoog opgeleid zijn. In het bezoek aan Finland bleek het echter lastig om echt een vinger te leggen op het opleidingsniveau van de docent. Docenten in het mbo dienen minimaal drie jaar praktijkervaring te hebben, voordat ze aan de lerarenopleiding kunnen beginnen. Deze lerarenopleiding wordt verzorgd door een universiteit. In Finland zijn er twee type universiteiten: de meer wetenschappelijke variant en de meer praktische variant. De lerarenopleiding vindt plaats op de meer praktische variant. Een variant die wellicht vergelijkbaar zou kunnen zijn met het Nederlandse hbo. In Finland heeft de lerarenopleiding de luxe dat zij in staat zijn om hun studenten te selecteren. Jaarlijks melden zich veel studenten aan en een klein percentage wordt geselecteerd. Hierdoor is het mogelijk om de beste studenten binnen te halen. Er is een specifieke lerarenopleiding voor het mbo, die gebaseerd is op drie pijlers: begeleiding, kwaliteitsbewustzijn en samenwerking met het werkveld.6 In deze lerarenopleiding is aandacht voor reflectie: ‘waarom maak ik deze keuze?’. Ook is er aandacht voor het contact met het werkveld en hoe je bijvoorbeeld met hen kunt samenwerken en kunt bouwen aan een goed curriculum. Het vak van docent wordt hoog gewaardeerd. Tijdens de bezoeken aan de scholen was goed te merken dat docenten trots zijn op hun vak. Mensen stappen na een succesvolle carrière in het bedrijfsleven over naar het onderwijs om les te geven. Redenen hiervoor zijn:
Het is een waarden gedreven baan. Je werkt aan de toekomst van de student. Gericht op leren.
Een lagere werkdruk.
De vrijheid om je eigen werk vorm te geven.
Verder bleek dat de salarissen in het onderwijs niet hoog zijn. Finnen lijken niet zo materialistisch ingesteld te zijn. Ze hechten meer waarde aan de inhoudelijke invulling van hun baan. Een baan als docent brengt goede arbeidsvoorwaarden, zoals een lange zomervakantie, met zich mee. In hun werk hebben docenten veel vrijheid om hun eigen tijd in te delen. De indruk ontstond dat docenten in staat waren om hun professionele ruimte goed te benutten. Ze leken de vrijheid erg te waarderen en er is niet gesproken over een hoge werkdruk. Teams lijken minder lesuren te verzorgen dan in Nederland en ze hebben ook minder neventaken dan de teams in Nederland.
6
Vrij vertaald vanuit de volgende Engelse omschrijving: 1) Guidance and counseling, teaching and assessment competence, 2) Working life and networking competence, 3) Research-based development. Deze komen uit een folder van de beschrijving van de lerarenopleiding voor mbo-docent van Haaga-Helia, School of Teacher Education, zie link in bijlage 2. Opbrengsten studiereis Finland 2013 – Kwaliteitszorg met impact op de werkvloer in het mbo NCP EQAVET, april 2014
7
Hierdoor kunnen ze meer tijd direct besteden aan het onderwijs. Er lijkt daardoor meer ruimte te ontstaan om intrinsiek bezig te zijn met het werken aan kwaliteit. Meerdere malen is ons tijdens de studiereis verteld dat kwaliteit in mensen zit en niet in systemen. In gesprek met de mensen leek men dit ook echt zo te beleven. Leidinggevenden en docenten lijken een goed geheel te vormen en echt een wij-cultuur in plaats van een wij-zij cultuur te vormen. Ze lijken een gedeelde werkelijkheid te hebben en over hetzelfde te praten. Er heerst een echte dialoog tussen de lagen. Het team wordt gezien als de plek voor kwaliteit en goed onderwijs, de plek voor permanente reflectie en uitwisseling tussen de docenten. Het team is de centrale eenheid en wordt beschouwd als de basis voor een goede onderwijskwaliteit. Stafmedewerkers vervullen een ondersteunende rol naar de teams. Zij leveren bijvoorbeeld data aan over de prestaties van de teams. Teams gaan vervolgens zelf aan de slag met deze gegevens. Een docent gaf aan de gegevens zelf of met behulp van stafmedewerkers te vertalen naar grafieken om de data beter leesbaar te maken. Met behulp van deze grafieken analyseert het team de kwaliteit van het onderwijs en maakt men plannen voor verbeteringen.
3.5 Het onderwijs, de werkvloer, het primaire proces Tijdens de bezoeken aan de scholen voerden we gesprekken met docenten. In deze gesprekken is duidelijk te proeven dat de waarde ‘het gaat om leren in plaats van onderwijzen’ onderstreept wordt door docenten. Ze redeneren vanuit talenten, vrijheid voor de student om te doen wat hem motiveert en te leren wat hij wil en nodig heeft. De focus ligt bij de student in plaats van standaardisering van de leeruitkomst. De leervraag is een belangrijk startpunt voor het onderwijs. Docenten weten de goede vragen te stellen en lijken te bezitten over goede vaardigheden voor loopbaanoriëntatie- en begeleiding. Dit vindt periodiek plaats, bijvoorbeeld elke zes weken bespreken docent en student het leerplan en stellen dit bij. In gesprek met docenten ontstond de indruk dat zij een professionele houding hebben. Ze zijn gericht op de dialoog met de student met als doel evaluatie en verbetering. De mening en input van de student wordt erg gewaardeerd om de kwaliteit van het onderwijs te kunnen verbeteren. Docenten proberen zoveel mogelijk met veranderingen aan de slag te gaan die binnen hun eigen cirkel van invloed liggen. Ze schuiven problemen niet af, maar pakken ze zelf op. Er is geen sprake van een ‘ja-maar’ cultuur, maar van een cultuur gericht op: ‘wat kan ik hier zelf aan doen?’. Men komt afspraken na, doet wat men zegt en doet wat opgedragen wordt. De aandacht voor reflectie was merkbaar bij de zittende docenten. Reflectie wordt gezien als belangrijk middel om de kwaliteit van het onderwijs continu te verhogen. Het nadenken over en het reflecteren op je eigen werk als professional leek aan de orde van de dag. De lerarenopleiding is sterk vormgegeven vanuit dit idee. Aankomende docenten starten al op de lerarenopleiding met reflecteren en nadenken over hun leerproces gericht op het verbeteren van de onderwijskwaliteit. Parallel hieraan leren de aankomende docenten reflectie te stimuleren bij hun studenten. Kortom: het blijkt mogelijk te zijn dat een team aan kwaliteit werkt en dat daarvoor een uitgebreid systeem van kwaliteitszorg niet altijd noodzakelijk hoeft te zijn. Een team kan blijvend goed aan kwaliteit werken zonder dat er een heel systeem omheen gevormd is.
Opbrengsten studiereis Finland 2013 – Kwaliteitszorg met impact op de werkvloer in het mbo NCP EQAVET, april 2014
8
4 Vertaling naar leerpunten voor de Nederlandse situatie Na drie intensieve dagen en vele ervaringen rijker, reflecteerden de deelnemers van de studiereis op de opbrengsten. Het startpunt was de vraagstelling: ‘hoe kunnen instellingen en teams kwaliteitszorg zodanig vormgeven dat dit een duurzaam effect heeft op de werkvloer en wat is daarvoor nodig?’. De reflectie leidde tot een toekomstbeeld voor het Nederlandse mbo, waarin kwaliteit en professionaliteit van de docent en teams hoog in het vaandel staan. Met dit toekomstbeeld kan het mbo verder werken aan kwalitatief hoogwaardig mbo. In het toekomstbeeld hebben we suggesties opgesteld voor de drie niveaus: systeem, instelling en team/docentniveau. Iedereen kan de suggesties gebruiken voor een uitwerking binnen de eigen situatie, zodat ze ook daadwerkelijk landen en succesvol zijn. Het gewenste toekomstbeeld bestaat uit de volgende drie basisuitgangspunten: 1. Vertrouwen op alle niveaus en verantwoordelijkheid voor iedereen. 2. Kwaliteit en professionaliteit gaan hand in hand. 3. Denken vanuit groei, ontwikkeling en kans in plaats vanuit problemen, zowel wat betreft de leerwinst van de student als de ontwikkeling van de professional en organisatie. Hierna zijn per niveau de suggesties uitgewerkt. Het teamniveau met als kern professionaliteit en verantwoordelijkheid, het instellingsniveau met als kern betrokken, faciliterend en randvoorwaarden scheppend en het beleidsniveau met als kern sturend, faciliterend en evaluerend. Op elk niveau staat het team als kern voor het werken aan kwaliteit centraal. Het onderwijsteam is aan zet om de kwaliteit van het onderwijs te realiseren binnen de randvoorwaarden die daarvoor vanuit de instelling zijn gegeven. De instelling draagt er zorg voor dat onderwijsteams de ruimte en de heldere kaders krijgen waarbinnen ze kunnen opereren. Een ieder binnen en buiten de instelling dient hiervoor zijn verantwoordelijkheid te pakken. Een team heeft daarvoor de juiste samenstelling nodig en de teamleden dienen professioneel te zijn. Vanuit elk niveau zijn suggesties gegeven om teams in deze positie te brengen, zodat zij de kwaliteit van onderwijs neer kunnen zetten waar we met z’n allen naar streven.
4.1 Team: verantwoordelijk en professioneel Het team is de basis voor de kwaliteit van het onderwijs. Het voert permanent het gesprek over de kwaliteit van het onderwijs en het werk als docent. Het team is de eigenaar van de onderwijskwaliteit. Team en manager vormen een geheel met een gezamenlijk opdracht. Deze opdracht start bij het antwoord van het team op de vraag: wat is voor ons een diploma met waarde? Deze vraag is het startpunt van de dialoog in het team. Het team vertaalt de opbrengsten van het gesprek naar concrete doelen. Het team zorgt daarbij dat zij de juiste informatie van buiten naar binnen haalt en het eigen werk spiegelt aan de input van stakeholders. Dit doet zij door te zorgen voor de juiste informatie vanuit het werkveld, door bijvoorbeeld als docent af en toe stage te lopen en door goed contact met het bedrijfsleven. Voor de nodige kennis en inspiratie is het goed dat het team ook af en toe buiten het eigen werk kijkt. Bijvoorbeeld bij een ander team of tijdens een bezoek aan een instelling in het buitenland. Vervolgens zorgt het team ervoor dat doelen gerealiseerd worden. Het team voelt zich verantwoordelijk voor haar Opbrengsten studiereis Finland 2013 – Kwaliteitszorg met impact op de werkvloer in het mbo NCP EQAVET, april 2014
9
resultaten. Het team streeft daarbij naar een standvastig onderwijsprogramma dat een stabiele basis vormt voor enkele jaren met daarbinnen ruimte om het programma flexibel aan te kunnen passen bij veranderende behoeftes. Doordat het team haar eigen plan formuleert, is het gecommitteerd en is de kans op succes groot. Basisvoorwaarden voor het vervullen van deze opdracht zijn de juiste teamsamenstelling, professionele en deskundige teamleden, een gedeeld waardenpatroon met het management en het management en stafdiensten in een faciliterende rol. Het management en de docenten kennen elkaars wereld door af en toe elkaars werk over te nemen. Dit leidt tot meer begrip en een constructievere samenwerking. De teammanager vult zijn werk in vanuit de principes van onderwijskundig leiderschap. De ontwikkeling van het team start vanuit leren. Vanuit het leren door het team ontstaat onderwijsontwikkeling. Belangrijk is dat het team haar werk zo inricht, dat de waan van alledag niet leidend is. Het team heeft het werk zo ingedeeld, dat zij genoeg tijd heeft voor onderwijskwaliteit en kwaliteitszorg. Het team laat haar werk leiden door kwaliteitsontwikkeling op lange termijn in plaats van ad hoc verbeteren. Het verbeteren en kwaliteit krijgt een meer alledaags karakter vanuit een continu bottom-up proces. Omdat een docent in zijn werk uiteindelijk afhankelijk is van zijn team, is teamontwikkeling essentieel. Voorwaarde hiervoor is de juiste teamsamenstelling. Hoe ziet het ideale team eruit? Hoe kunnen de voorwaarden geschept worden dat teams vanuit hun huidige samenstelling toe kunnen groeien naar een ideale samenstelling? Met daarin een evenwichtige verdeling tussen instructeurs en het niveau van docenten. Een LD-docent kan bijvoorbeeld de rol van ‘geweten’ vervullen met betrekking tot het onderwijsprogramma. Docenten kunnen zich specialiseren door expert te worden in een taak, zoals examinering. Aan alles wat een team en de docent doet, liggen simpele vragen ten grondslag: waarom geven wij onderwijs? Waar staan we nu? Waar willen we graag naar toe? En wat moeten we daarvoor als eerste aanpakken?
4.2 Instelling: betrokken, randvoorwaarden scheppend en faciliterend Het management van de instellingen is betrokken en faciliterend. Zij bekijkt hoe ze de organisatie zo kunnen inrichten, zodat de kaders voor teams helder zijn en zodat zij vanuit hun professionaliteit het onderwijs kunnen vormgeven. Het team is aanzet wat betreft het primaire proces. In de onderwijskundige dialoog geven zij het onderwijsproces vorm. Het management en de staf vormen daar omheen een secundaire, ondersteunende laag. Het management doet dit door heldere kwaliteitsprestatie-indicatoren voor het primaire proces voor de teams te formuleren en voor het management/staf. Het vormgeven van het onderwijsproces begint bij het benoemen van waarden die leidend zijn voor het proces. Het gaat om waarden met betrekking tot het primaire proces die door teams te beïnvloeden zijn en waar zij warm voor lopen. Een instelling laat zich leiden door eigen waarden en niet door externe factoren. Je werkt voor de student en voor jezelf. Het werk spitst zich toe op de zaken die essentieel zijn. Dit is een proces dat zowel van bovenaf als onderop vormgegeven moet
Opbrengsten studiereis Finland 2013 – Kwaliteitszorg met impact op de werkvloer in het mbo NCP EQAVET, april 2014
10
worden. Het management heeft een beslissende en sturende rol. De teams geven belangrijk input, omdat zij het geheel moeten dragen. De instelling en teams vertalen de waarden in toezeggingen naar studenten, bedrijven en het afnemende onderwijs. Deze beloftes bepalen het merk dat je als school neerzet. Deze beloftes worden door de teams zo concreet mogelijk gemaakt. De volgende stap is het gesprek met de teams. Vanuit vertrouwen krijgen de teams de juiste positie om de beloofde kwaliteit waar te maken. Een team werkt vanuit haar kracht en de kracht en bijdrage van ieder individueel teamlid. Het team geeft aan wat het nodig heeft en de instelling faciliteert hen daarin. De instelling en het team zijn voortdurend in gesprek met elkaar. Het management controleert het werk van het team tot op zekere hoogte, maar durft het team ook los te laten. Het onderwijsproces is van het team en als management heb je vertrouwen in je teams. Het management vervult een voorbeeldfunctie. In haar eigen gedrag laat zij precies zien wat zij van haar medewerkers verwacht, vanuit het principe ‘teach what you preach’. Wees hier consequent in. Daarnaast brengt het management een cyclus op gang, waarbij gekeken wordt naar wat werkt en wat niet werkt. De instelling kijkt kritisch naar welke gegevens zij verzamelt en op welke manier deze beschikbaar worden gesteld in de organisatie. De instelling leert hiervan en gebruikt deze informatie om haar werk te verbeteren.
4.3 Beleidsniveau: sturend, faciliterend en evaluerend Het onderwijs draait om de student. Met de student en zijn leerwinst als startpunt voor het ontwikkelen en uitvoeren van beleid, is het mogelijk om het onderwijs zo dicht mogelijk bij de student te organiseren. Om beleid goed uit te kunnen voeren, is het nodig om beleid te ontwikkelen gericht op de lange termijn, waardoor het duidelijk wordt naar welk einddoel of toekomstbeeld gestreefd wordt. Vertaling van dit beleid in duidelijke kaders biedt stabiliteit, continuïteit, helderheid en eenvoud. Maak het besluitvormingsproces met betrekking tot beleid zo efficiënt mogelijk. De verschillende partijen moeten in gezamenlijkheid bepalen waar ze de lat leggen en wat ze willen bereiken. Richt de aandacht zoveel mogelijk op de verhoging van de kwaliteit van de docent als professional en het team met zijn professionele ruimte. Landelijk moet het mogelijk gemaakt worden dat een docent een leven lang leert. Startpunt hiervoor is een goede basis in de initiële lerarenopleiding. Wenselijk is een lerarenopleiding speciaal voor het mbo en meer masteropleidingen in het hoger onderwijs met specialisaties in kwaliteitszorg, studieloopbaanbegeleiding, omgaan met studenten met beperkingen enzovoort. Organiseer het opleiden en professionaliseren van docenten dichter bij elkaar. Lerarenopleidingen hebben veel expertise. Mbo-instellingen kennen de praktijk. Beide ingrediënten zijn nodig voor een goede opleiding en professionalisering. Hoe kan de lerarenopleiding ook na de initiële opleiding een rol blijven spelen in het professionaliseren van docenten? Borg de kwaliteitsontwikkeling van teams door peerreviews van teams met ondersteuning van de lerarenopleiding. Laat de lerarenopleiding eens in de zoveel tijd bij teams meekijken. Werk samen in het verder professionaliseren van bijvoorbeeld de studieloopbaanbegeleiders en docenten die verantwoordelijk zijn voor de intake. Vergeet bij het opleiden en professionaliseren de instructeur niet.
Opbrengsten studiereis Finland 2013 – Kwaliteitszorg met impact op de werkvloer in het mbo NCP EQAVET, april 2014
11
Uiteindelijk gaat het om het samenkomen van professionaliteit, kwaliteit en onderwijs. Er zijn veel ontwikkelingen wat betreft kwaliteitszorg en de professionaliteit van de docent gaande. Hoe kunnen deze zoveel mogelijk op elkaar aangesloten worden. Het gaat om ontwikkelingen zoals:
professioneel statuut;
professionaliseringsagenda;
uitstroomrichting lerarenopleiding docent mbo;
opleiden in de school: de lerarenopleiding meer samen vormgegeven met de praktijk;
kwaliteitsverbetering pedagogisch didactisch getuigschrift (PDG).
Door het bezoek aan Finland zagen we dat de lerarenopleiding meer vraaggericht kan zijn en meer gekoppeld kan worden aan de praktijk. Lerarenopleiders doen lesobservaties en begeleiden meer in plaats van onderwijzen. Belangrijke vaardigheden die goed naar voren mogen komen in de lerarenopleiding, zijn vaardigheden op het vlak van begeleiding, het ontwikkelen van curriculum en samenwerking met het bedrijfsleven. Dit alles met als basis een reflecterende houding.
Opbrengsten studiereis Finland 2013 – Kwaliteitszorg met impact op de werkvloer in het mbo NCP EQAVET, april 2014
12
5 Afsluiting leerpunten en vervolgacties Hopelijk heeft u bij het lezen van deze weergave inspiratie opgedaan om verder te werken aan een kwalitatief hoogwaardig mbo en vond u de juiste aanknopingspunten om de suggesties uit dit verslag te vertalen naar uw eigen werk. Het gaat uiteindelijk om deze vertaalslag. Om deze leerpunten te realiseren, zullen vervolgacties uitgedacht en uitgevoerd moeten worden, voor zowel de korte als lange termijn. Hierin is een bijdrage van alle stakeholders van het mbo noodzakelijk, zodat vanuit alle perspectieven de juiste acties uitgevoerd kunnen worden. De deelnemers van de studiereis gaan in hun eigen organisatie verder met dit advies om toe te werken naar realisatie van de toekomstbeelden. Hieronder noemen we enkele vervolgacties:
JOB werkt aan het beter benutten van studentenpanels in de instellingen.
Het NCP EQAVET geeft in opdracht van OCW samen met de MBO Academie uitvoering aan de leergang kwaliteitsontwikkeling in teams.
Het NCP EQAVET verzorgt workshops voor het werken aan kwaliteit vanuit onderwijsteams.
De deelnemers van de studiereis denken na over een verdiepend onderzoek op basis van de ervaringen in Finland en deze aanbeveling met het doel mbo-instellingen en daarbinnen teams meer concrete handreikingen te bieden om werk te maken van kwaliteit.
Het Kwaliteitsnetwerk mbo en het NCP EQAVET voeren een serie gesprekken met belangrijke sleutelfiguren, waarbij het gaat om het blijvend verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs en het hierover publiek verantwoording afleggen.
De MBO Raad met zijn Platform Kwaliteitsborging en het Kwaliteitsnetwerk MBO geven gezamenlijk een impuls aan het versterken van de kwaliteit en de kwaliteitsborging in het mbo door de samenwerking tussen beide partijen te intensiveren en de activiteiten op elkaar af te stemmen.
MBO 15 zet volop in op ondersteuning van kwaliteitsmanagement van instellingen en onderwijsteams.
Themabijeenkomsten en kennisdeling op het thema kwaliteitsborging door de Inspectie van het Onderwijs, MBO 15 en kwaliteitsnetwerken.
Verkenning door het ministerie van OCW naar de verbinding tussen kwaliteitszorg en de ontwikkeling van de lerarenopleiding en het traject tot het pedagogisch didactisch getuigschrift.
We hopen dat dit advies u inspiratie geeft om verder te werken aan het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs. Als NCP EQAVET helpen we daar graag bij en zijn we bereid om ondersteuning te bieden. Mocht u vragen of opmerkingen hebben, mail dan naar Alie Kamphuis,
[email protected] of Marloes van Bussel,
[email protected].
Opbrengsten studiereis Finland 2013 – Kwaliteitszorg met impact op de werkvloer in het mbo NCP EQAVET, april 2014
13
Bijlage 1: Schematische weergave van het Finse onderwijssysteem
Opbrengsten studiereis Finland 2013 – Kwaliteitszorg met impact op de werkvloer in het mbo NCP EQAVET, april 2014
14
Bijlage 2: Overzicht van relevante websites Het Finse
http://www.cimo.fi/instancedata/prime_product_julkaisu/cimo/embeds/c
onderwijssysteem
imowwwstructure/18941_Finland_in_Focus_web.pdf en: www.eqavet.nl/uploads/PPT%202e%20voorbereidende%20bijeenkomst %20study%20visit%20Finland%20pptx.pdf
Beschrijving van het
http://www.eqavet.eu/gns/what-we-do/implementing-the-
Finse mbo
framework/finland.aspx
Finse onderwijs in een
http://www.minedu.fi/export/sites/default/OPM/Julkaisut/2013/liitteet/Fi
notendop
nnish_education_in_a_nuttshell.pdf
Kwaliteitszorg in
http://www.eqavet.eu/qa/gns/case-studies/all-case-studies/finland/11-
Finland
01-31/Finland_-_quality_awards_for_VET.aspx
Quality awards in
http://www.eqavet.eu/qa/gns/case-studies/all-case-studies/finland/11-
Finland
01-31/Finland_-_quality_awards_for_VET.aspx
Finse lerarenopleiding
http://www.haaga-helia.fi/en/frontpage
voor mbo-docent NRP EQAVET in Finland
http://www.eqavet.eu/gns/about-eqavet/network-members/nationalreference-points/finland.aspx
Ministry of Education
http://www.eqavet.eu/gns/about-eqavet/network-members/member-
and Culture in Finland
states/finland.aspx
Euroguidance in
http://www.cimo.fi/services/euroguidance_finland
Finland NCP EQAVET in
www.eqavet.nl
Nederland EQAVET in Europa
www.eqavet.eu
Opbrengsten studiereis Finland 2013 – Kwaliteitszorg met impact op de werkvloer in het mbo NCP EQAVET, april 2014
15