Wethouder van Onderwijs en Dienstverlening
Ingrid van Engelshoven
Gemeente Den Haag
De voorzitter van de Commissie Samenleving
BOW/2013.546 - RIS 265781 070 - 353 2307
8 oktober 2013 studiereis Zweden en Finland
Geachte voorzitter, Van 7 tot 13 april 2013 heb ik een studiereis gemaakt naar Stockholm en Heklsini. Op mijn uitnodiging hebben zes schoolleiders deelgenomen, uit basis- en voortgezet onderwijs, en één directeur van een welzijnsorganisatie in Den Haag. Zij hebben allen 50% van de kosten voor de reis voor eigen rekening genomen. Door omstandigheden heb ik mij later, op 10 april in Finland, bij het gezelschap aangesloten. Doel van de reis was om kennis en inspiratie op doen voor het Haags onderwijs. De focus lag hierbij op de (door) ontwikkeling van de brede buurtschool en de bevordering van de kwaliteit van onderwijs. Het programma bestond uit bezoeken aan: -
het Ministerie van Onderwijs (The National Agency for Education) voor een presentatie over het Zweedse onderwijssysteem, het Kungshomens Grundskola (leeftijd 6-10 jaar), de gemeente Stockholm voor een presentatie over het gemeentelijk onderwijsbeleid, Stockholms Transport och Fordonstekniska Gymnasium (leeftijd 16+), de Nederlandse Ambassade in Helsinki, ontvangst door ambassadeur Henk Swarttouw, de Ressu Comprehensive School (leeftijd 7-15 jaar), de Swedish Upper Secondary School Lärkan (leeftijd 16-18), de Meilahti Comprehensive School, Upper Stage (leeftijd 13-15), de Helsinki Vocational College (leeftijd 16-18), de Universiteit van Helsinki, Teacher Department.
Hans Mellema
BOW/2013.546
In Zweden bestaat een verregaande samenwerking van het onderwijs met de flankerende voorzieningen voor de voor- en naschoolse opvang, de sport en de zorg. Kinderen gaan vanaf 6 jaar naar een ‘preschool’ en van 7-16 jaar naar de çompulsory school’. De leerlingen van 6-12 jaar hebben geïntegreerde schooldagen van ongeveer 08.00 uur ’s morgens tot 18.00 uur ’s avonds. De scholen zijn verplicht om buitenschoolse opvang te organiseren voor de leeftijdsgroep van 6-12 jaar. Dit stelt de ouders in staat om beiden aan de arbeidsmarkt deel te nemen. Het personeel van de buitenschoolse opvang maakt deel uit van het team van de school en verricht werkzaamheden op school tijdens de lessen en de pauzes. Alle voorzieningen sluiten naadloos op elkaar aan inclusief eventuele verplaatsingen naar andere locaties. De Zweedse overheid streeft middels de inzet van zogenoemde agentschappen, die aan het ministerie gelieerd zijn, naar permanente kwaliteitscontrole en verbetering van het onderwijs. Desalniettemin opereren de scholen in grote zelfstandigheid. Stockholms Transport- och Fordonstekniska Gymnasium ( STFG) biedt onderwijs aan leerlingen van 16 jaar en ouder. Een technisch, beroepsgerichte opleiding, die een intensieve samenwerkingsrelatie heeft met Scania. Scania is een toonaangevende producent van onder andere zware bedrijfsauto’s en bussen. De onderneming telt wereld wijd bijna 35.000 medewerkers en is vertegenwoordigd in meer dan 100 landen. Door te sturen op dat wat de arbeidsmarkt vraagt aan kwalificaties draagt men bij aan het dichten van eventuele mismatch tussen onderwijs en bedrijfsleven. Het bedrijf levert daarvoor serieuze investeringen in het onderwijs zoals gereedschappen, proefvoertuigen, simulatieapparatuur, docenten die een paar dagen per week les geven en een paar dagen per week werken in het bedrijf, e.d. Ongeveer 60% van de leerlingen van STFG gaat bij Scania werken. In Helsinki had de Nederlandse ambassadeur, Henk Swarttouw, een ontvangst georganiseerd op de residentie. Daar troffen wij vertegenwoordigers van de te bezoeken locaties en dat gaf de gelegenheid veel informatie uit te wisselen. Het bezoek aan de drie Finse scholen gaf een goed inzicht van het Finse schoolsysteem en diens prestaties. Al jaren scoort het Finse systeem zeer hoog in de OECD-scores waarin jaarlijks een internationaal vergelijk van de schoolprestaties te zien is. Finland excelleert in hoge eindkwalificaties en dat terwijl de schooldoorlooptijd per leerling veel korter is dan de Nederlandse norm (1040 uur in Nederland per schooljaar). Een ander belangrijk verschil met Nederland is dat al het personeel (vanaf de voorschoolse opvang) een academische opleiding heeft doorlopen en dat er grote methodologische vrijheid voor het onderwijzende personeel bestaat. Centraal staat het aanzien en het vertrouwen dat aan het onderwijzend personeel wordt gegeven. De maatschappelijke status is hoog. Investeren in het personeel geldt hier als een centrale opdracht: kwaliteit voor de klas geeft kwaliteit in de klas. De scholen hebben wel belangstelling getoond voor de Nederlandse ervaringen met een veranderende leerlingen- en ouderpopulatie. Op de Universiteit van Helsinki (teacher department) heeft de delegatie twee colleges mogen meemaken van Jari Lavonen, het hoofd van het teacher department en van Kirsti Lonka, Professor of Educational Psychology. Ook hier streeft men naar permanente doorontwikkeling van het onderwijs middels universitaire programma’s, samen met het scholenveld. Het gebruik van de nieuwste ondersteunende ICT-omgeving geeft tevens ruimte voor andere dan de klassieke (schoolse) klasvorm manieren (dit lijkt op de Nederlandse variant van de Steve Jobs scholen). Samen met de deelnemers is een evaluatie van deze studiereis opgesteld. Zie hiervoor de bijlage. Deze aanbevelingen zullen met de schoolbesturen en de besturen van de flankerende partners worden doorgenomen op haalbaarheid en wenselijkheid. Ook het Haags Centrum voor Onderwijsbegeleiding (HCO)zal hierbij betrokken worden.
2
BOW/2013.546
Op de Brede Buurtschool Conferentie van 5 juni is een workshop gegeven over the Finnish lessons waarin we het Haagse scholenveld een inkijk hebben geboden. De kosten voor de gemeente Den Haag voor deze reis bedroegen: € 15.848,00. De externe deelnemers hebben 50% van de totaalkosten per deelnemer zelf gedragen. Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Ingrid van Engelshoven Wethouder Onderwijs en Dienstverlening
3
BOW/2013.546
Bijlage 1: Deelnemers studiereis Stockholm en Helsinki van 07-13 april 2013
Matthieu Arnouts, Rector, Vrijzinnig Christelijk Lyceum (VCL) Simon Baars, Directeur Diamantcollege Ingrid van Engelshoven, Wethouder Onderwijs en Dienstverlening, gemeente Den Haag Maaike Honders, directeur Petrus Dondersschool Eric Lemstra, Stichting Xtra Hans Mellema, Bestuursadviseur wethouder Onderwijs en Dienstverlening, gemeente Den Haag Irene de Raad, directeur Prinses Ireneschool Rob Rosier, directeur De Vuurvlinder Karin Striekwold, Samen 10+ en voormalig directeur Het Startpunt Patricia Verzantvoort, progrmmamagener brede buurtscholen, dienst OCW, gemeente Den Haag
4
BOW/2013.546
Bijlage 2: Aanbevelingen studiereis Zweden-Finland
De studiereis Zweden-Finland heeft een lange lijst met aanbevelingen opgeleverd op het terrein van professionalisering leerkrachten, intensiveren van de samenwerking tussen onderwijs, kinder- en naschoolse opvang en welzijn, versterken van de onderwijsinhoud en bevorderen van kennisdeling tussen alle partijen betrokken bij onderwijs. Uit deze longlist is een selectie gemaakt van een aantal punten om in Den Haag op te pakken. Het betreft de volgende: -
versterken leerkrachten. Sinds 2000 wordt in een groot aantal OESO-landen een grootschalig vergelijkend onderzoek uitgevoerd onder 15-jarige scholieren. Zij worden uitgebreid getoetst op hun kennis en vaardigheden op het gebied van taal (moedertaal), wiskunde en natuurwetenschappen. Finland staat al een aantal jaren in de top-3. Een deel van het succes van het Finse onderwijs komt door goed opgeleide leerkrachten en het intensief investeringen in hun ontwikkeling tijdens hun carrière, De reisdeelnemers constateren dat op hun scholen meer evenwicht zou moeten zijn tussen de uren die besteed worden aan lesgeven en tijd voor leerkrachten om zich te ontwikkelen. Er leven allerlei ideeën voor professionalisering, Tegelijkertijd biedt Rijk ook allerlei mogelijkheden. Hoe kan de Haagse leerkracht worden versterkt? Deze vraag wordt geagendeerd in het bestuurlijk overleg tussen de gemeente den schoolbesturen.
-
Reboundvoorziening. Leerlingen op reguliere scholen die specifieke zorg behoeven zijn nu aangewezen op voorzieningen en hulpverlening buiten de school. Dit geeft afstemmings- en samenwerkingsproblemen tussen hulpverlenende instanties en de school. Meer specifiek leeft de vraagt of de reboundvoorziening, zoals die nu is georganiseerd in Den Haag, niet te veel op afstand staat van de school waar de leerlingen vandaan komen. In het bestuurlijk overleg tussen de gemeente de schoolbesturen over passend onderwijs wordt dit punt geagendeerd.
-
Pilot samenwerken welzijn- onderwijs o[p het voortgezet onderwijs. Sommige VO-scholen hebben leerlingen die ruim voor de lessen beginnen al op school zijn en na de reguliere lessen op school blijven “rondhangen”. Voor deze leerlingen en de school, is een goed georganiseerde opvang en verblijf op school zinvol. Op het Diamant College is een pilot gestart met Xtra die begeleiding en activiteiten biedt tussen 07.30-18.00 uur op de tijden dat er geen reguliere lessen of brede buurtschool activiteiten zijn.
-
Kennisdeling en netwerken. Vanaf september worden er werkbezoeken georganiseerd voor de deelnemers aan de studiereis van dit jaar en vorig jaar aan elkaars scholen. Ook ambtenaren van onderwijsbeleid worden in de gelegenheid gesteld om één keer per jaar één of meerdere dagen “stage” te lopen op een school. Bij elkaar in de keuken kijken en kennis delen geeft een stevige basis voor samenwerking en goed beleid.
-
Bevorderen samenwerking KO/SBO en onderwijs. Vooruitlopend op de doorontwikkeling van brede buurtscholen naar een bestuurlijk gefuseerde organisatie )wordt landelijk aangeduid als een Integraal Kind Centrum) de mogelijkheden onderzoeken, met het veld, naar het intensiveren van de samenwerking tussen scholen en de kinderopvang. De ervaringen opgedaan bij het convenant Ieder kind een plek worden hierin meegenomen.
5