Opbrengst werkgroep Vraaganalyse en beleid
20 oktober 2015 Tijd: 9:30 – 11:30 uur Locatie: Amarant: Doenradestraat 50, Breda
Dit document bestaat uit 2 onderdelen: 1. Opbrengst subwerkgroep 1: nader definiëren bouwsteen beschermde woonomgeving 2. Opbrengst subwerkgroep 2: nader definiëren bouwsteen begeleiding Aanwezigen Er waren 18 mensen aanwezig, waaronder vertegenwoordigers van zorgaanbieders, gemeente en cliënten, verdeeld in twee subwerkgroepen: Subwerkgroep 1: nader definiëren bouwsteen ‘beschermde omgeving’ (kamer Ad Vermeulen = 1.02) 1. Gespreksleider: Ellen Krijnen 2. Maurice Farla 3. Ad Vermeulen 4. Sjaron van Zon 5. Marsha van Lanen 6. Bert van Nieuwenhuizen 7. Ben Pruijn 8. Harrie van Dekken 9. Ad Suijker Subwerkgroep 2: nader definiëren bouwsteen ‘begeleiding’ (kamer 1.24) 1. Gespreksleider: Carolien Hagemeijer 2. Wim Goverde 3. Jurgen Wouters 4. Sonny de Nijs 5. Jory Lems-Elshout 6. Ank Koershuis 7. Evelien Vermeij 8. Piet de Koning 9. Michel Thijssen (ASVZ)
Opbrengst subwerkgroep 1: nader definiëren bouwsteen beschermde omgeving Bedoeling Het doel van de transformatie beschermd wonen die we in de regio Breda per 2016 inzetten, is inclusie van mensen met psychische kwetsbaarheid. Zij zijn zoveel mogelijk onderdeel van de samenleving. Dus zoveel mogelijk zelfstandig wonen in de stad, met regie over het eigen dagelijks leven en aangesloten op (informele) netwerken in de nabije omgeving (naar buiten gericht). We accepteren dat deze ambitie niet voor iedereen haalbaar is. We denken wel in dit perspectief en daarom willen we wonen en zorg zoveel mogelijk scheiden in de financiering. Bedenk daarbij dat het volledig doorvoeren van gescheiden financieren van wonen en zorg waarschijnlijk niet automatisch leidt tot kostenbesparing in het sociaal domein. Het feit dat cliënten vaker zelf zullen huren betekent dat zij een groter beroep zullen doen op uitkering, huurtoeslag e.d. Dus: de inrichting van de bouwsteen beschermde omgeving moet bijdragen aan bovengenoemde ambitie. Bouwsteen ‘beschermde omgeving’ We zoeken naar een omschrijving van de bouwsteen ‘beschermde omgeving’ die zoveel mogelijk is gericht op de stenen en verblijfskosten. In plaats van de huidige uitgebreide omschrijving zoeken we naar een omschrijving met een aantal hoofdonderdelen, die de nodige ruimte geeft aan aanbieders om hun begeleiding in onder te brengen. In regio Breda zijn er veel woonvormen die zich in ruimtelijke zin onderscheiden in: - zelfstandig of onzelfstandig wonen – eigen voordeur of niet - omvang van aantallen woningen bij elkaar - wel of geen gemeenschappelijke ruimte/kantoor in het gebouw/cluster zelf of in de nabijheid Er zijn veel verschillende manieren waarop de aanbieders begeleiding inrichten binnen de beschikbare ruimte en hoe ze bijvoorbeeld componenten van verblijf gebruiken in het proces van herstellen. Voorbeeld is activering via eten klaar maken, vervoer e.d. Na enige discussie over wat er wel/niet in verschillende componenten thuis hoort, trekken we de conclusie dat we niet een nieuw productenboek willen creëren. De volgende hoofdlijnen worden geformuleerd: 1. Verzorgd wonen en geclusterd wonen worden samengevoegd. Verzorgd wonen in de ’oude’ omschrijving hoort niet meer thuis in de visie van de regio Breda. we houden dus nog maar twee blokjes over in de bouwsteen beschermde omgeving. 2. Onderscheidende elementen in het bepalen van in inhoud van de bouwsteen beschermd omgeving zijn: zelfstandig huren ja/nee 24 uurs begeleiding in nabijheid ja/nee/anders schoonmaak/eten vergoed ja/nee inrichting kamer vergoed ja/nee
3. Zelfstandig wonen in de wijk wordt beschermd wonen in de wijk om nog wel aan te duiden dat er begeleiding vanuit beschermd wonen bij hoort. 4. De huidige koppeling tussen financiering van zelfstandig wonen via VPT laten we vervallen. VPT heeft naar de aard van het pakket (uitgebreid!) niets te maken met zelfstandig wonen (zelf huren, regie over dagelijks leven). Aandachtspunten - Let op de impact op de eigen bijdrage regeling! - de ambitie betekent dat er voldoende goedkope woningen beschikbaar zijn. De gemeente heeft een rol in het bewaken van de balans tussen vraag en aanbod in de betaalbare woningvoorraad. Die rol pakt de gemeente ook op, bijvoorbeeld via de ingestelde Taskforce betaalbare voorraad. - zoek als aanbieders voor de vastgoedopgave ook inspiratie bij projectontwikkelaars, corporaties e.d. - aanbieders en gemeente hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid om het wensbeeld op het gebied van huisvesting handen en voeten te geven.
Opbrengst subwerkgroep 2: nader definiëren bouwsteen begeleiding 1. Wanneer komt iemand in aanmerking voor beschermd wonen? 1.1. Aanvraagprocedure oud en nieuw Oude procedure CIZ (tot 1 januari 2015) 1. Aanvraag bij en door CIZ: Cliënt & zorgaanbieder vinden elkaar & zorgaanbieder dient aanvraag voor een GGZ-C pakket in bij het CIZ. Het CIZ toetst of iemand het cliëntprofiel heeft voor beschermd wonen (ggz-C) en stelt indicatie op. Cliënt geeft hierbij voorkeur aan voor een leveringsvorm (ZIN, PGB, VPT of overbruggingszorg), die opgenomen wordt in het indicatiebesluit. 2. Zorgkantoor toetst leveringsvorm en instelling. Zorgkantoor bepaalt vervolgens of de aanbieder voldoet aan de gewenste kwaliteit, de cliënt voldoende zijn pgb kan beheren, etc. Cliënt heeft recht op de zorg die hij/zij nodig heeft, geen recht op specifieke leveringsvorm.
Nieuwe procedure gemeente (vanaf 1 januari 2016) 1. Klantmanager Wmo of BW toetst aan de hand van checklist (afgeleid van de beschrijving onder 1.2 en 1.3) of iemand de hulpvraag heeft voor beschermd wonen. - Zo ja, dan wordt er samen met de klantmanager BW (en eventueel MEE) gezocht naar een passende aanbieder die de juiste ondersteuning kan bieden (n.b.: als er sprake is van een verzoek om herindicatie is de aanbieder vaak al in beeld). 2. Samen de nodige bouwstenen beschermd wonen bepalen om cliënt te helpen met zijn zorgvraag en hersteldoelen. Cliënt, aanbieder en klantmanager BW stellen persoonlijk plan (en bij pgb: zorgovereenkomst) op waarin staat welke ondersteuning cliënt krijgt voor zijn/haar hulpvraag en er komt een indicatiebesluit met de bouwstenen die de cliënt nodig heeft. De zwaarte van de begeleiding (basis, middel, zwaar) wordt bepaald aan de hand van een aangepaste versie van de zelfredzaamheidsmatrix.
1.2 Samenvattend: wanneer heb je een hulpvraag voor beschermd wonen? Voor het bieden van beschermd wonen kan aanleiding bestaan indien iemand er niet in slaagt om zelfstandig te wonen zonder de directe nabijheid van 24 uur per dag toezicht of begeleiding. Hij/zij is zeer beperkt zelfredzaam. (Dominante) psychiatrische of psychosociale problematiek ligt hier ten grondslag aan. Een veilige en beschermde omgeving is daarom noodzakelijk met begeleiding aan hersteldoelen te werken en om escalatie te voorkomen. 1.3 Uitgebreide omschrijving hulpvraag cliënten beschermd wonen De cliënten hebben ten aanzien van hun sociale redzaamheid dagelijks intensieve begeleiding nodig. De cliënten hebben een veilige woonomgeving nodig die bescherming, stabiliteit en structuur biedt. Er is sprake van verlies van zelfregie en van verstoord dag- en nachtritme. Cliënten hebben problemen met het onderhouden van sociale relaties en het invullen van de dag. Daarnaast zijn er forse beperkingen in de besluitvormings- en oplossingsvaardigheden en bij het initiëren en uitvoeren van eenvoudige en complexe taken. De cliënten hebben in het algemeen begeleiding nodig bij het beheren van geld en het verrichten van administratieve handelingen. In de Wmo 2015 is beschermd wonen als volgt gedefinieerd: ‘Wonen in een accommodatie van een instelling met daarbij behorende toezicht en begeleiding, gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie, het psychisch en psychosociaal functioneren, stabilisatie van een psychiatrisch
ziektebeeld, het voorkomen van verwaarlozing of maatschappelijke overlast of het afwenden van gevaar voor de cliënt of anderen, bestemd voor personen met psychische of psychosociale problemen, die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving’. De cliënten die gebruikmaken van beschermd wonen zijn dus kwetsbaar en hebben 24 uur per dag zorg en ondersteuning nodig. Het is de enige vorm van intramurale ondersteuning die binnen de Wmo valt. De Wmo 2015 beoogt dat de ondersteuning zich meer richt op ‘zelfredzaamheid en participatie’ in plaats van alleen maar ‘zorg’. Perspectief zelfstandig wonen? Tot nu toe wonen veel mensen die zich vanwege psychische problemen niet zelfstandig kunnen handhaven in beschermde woonvormen. Voor het bieden van beschermd wonen kan aanleiding bestaan indien iemand er niet in slaagt om zelfstandig te wonen zonder de directe nabijheid van 24 uur per dag toezicht of ondersteuning. Een deel van de populatie zal, op termijn, in staat zijn een min of meer regulier leven op te bouwen, maar een ander deel zal levenslang afhankelijk zijn van de begeleiding en soms ook medicatie. Er is een grote diversiteit in problematiek in de doelgroep die gebruikmaakt van beschermd wonen en daarmee samenhangend loopt ook het perspectief op de mogelijkheid om zelfstandig te wonen sterk uiteen. 1.4 Wat voor woonomgeving hebben deze cliënten nodig? Een beschermde woonomgeving betekent: 24 uur dichtbij en direct toezicht of ondersteuning. Die 24uursondersteuning kan bestaan uit: • onplanbare begeleiding (hulpvraag niet uit kunnen stellen) • Hulp bij dag- en nachtstructuur • Voorkomen van escalatie Aanvullend advies werkgroep • Kenmerkend voor deze groep is de chronische kwetsbaarheid en beperkte draagkracht en het hebben van geen of een zwak netwerk. • Een beschermde omgeving kan hard nodig zijn om op tijd te signaleren dat het minder goed gaat met een cliënt. • Werkgroep deed suggestie dat ZRM wellicht ook toepasbaar kan zijn om te bepalen of iemand überhaupt een BW-klant is.
2. Bouwsteen begeleiding 2.1 Uitgangspunten bepalen intensiteit begeleiding • De Wmo 2015 beoogt dat de ondersteuning zich meer richt op ‘zelfredzaamheid en participatie’. Daarom is het voorstel om te werken met de zelfredzaamheidsmatrix (ZRM). Deze zelfredzaamheidsmatrix is te vinden in de andere bijlage. • Dit instrument wordt een 'puntensysteem' waarmee je meet hoe zelfredzaam iemand is aan de hand van de hersteldoelen, aangevuld met advies zorgaanbieder en diagnose. Het maken van een puntensysteem wordt opgepakt door kwaliteitsmedewerker vóór 1 januari 2016, zodat er in de praktijk mee gewerkt kan gaan worden. • Het aantal begeleidingsuren wordt bepaald op basis van de bijdrage die de begeleiding levert aan de individuele hersteldoelen van de cliënt en dus aan zijn/haar kansen om zo zelfstandig mogelijk te participeren in de maatschappij. Hierbij speelt nadrukkelijk de eigen regie en het eigen netwerk een rol. Om te werken aan deze doelen, kan er sprake zijn van intensieve begeleiding op verschillende levensdomeinen. • Alle cliënten werken aan alle resultaten, alleen kan de hoogte per cliënt per resultaat verschillen. Dit betekent ook dat niet alle resultaten even intensief hoeven te worden gemonitord (bv. als er weinig vooruitgang verwacht wordt op een bepaald resultaatgebied, dan zijn uitgebreide rapportages op dit resultaatgebied niet nodig). • BW basis = de basis voor beschermd wonen (financieel en in uren vergelijkbaar met de huidige ggz-C3). Er zijn echter verzwarende factoren (over het algemeen: hoe minder zelfredzaam een cliënt is), die kunnen bepalen of BW middel of BW zwaar nodig is. Deze factoren staan genoemd in de zelfredzaamheidsmatrix. • Het aantal uren voor de categorieën basis, middel, zwaar, zijn vergelijkbaar met de ggz- C 3, 4 en 5 pakketten, minus het aantal uren voor verpleging (zie bijlage 1). Aanvullend advies werkgroep Werkgroep was het eens met ZRM als instrument voor bepalen hoogte van intensiteit basis, middel, zwaar begeleiding. Enkele factoren in de ZRM misten zij nog, zoals het uitvoeren van zelfstandige huishouding en zelfverzorging. Deze zijn toegevoegd aan de ZRM. Daarnaast gaven zij nog enkele adviezen: • Kijk kritisch of bepaalde onderwerpen niet samengevoegd kunnen worden • Waarom hebben jullie niet gekozen voor de valide ZRM van de GGD Amsterdam? Antwoord: niet specifiek genoeg. • Evalueer de vergelijkbare ZRM van de ambulante Wmo: welke lessen kun je daaruit leren? • Er loopt een pilot, o.a. bij Prisma en Zintri en de gemeente Oosterhout, waarbij een digitale vorm van de ZRM wordt gebruikt. Dit werkt erg prettig. Onderzoek of dit ook handig kan zijn voor BW in regio Breda.
3. Twee aanvullende bouwstenen Verzorging extra Omschrijving Met verzorging extra bedoelen we verzorging/ verpleging bij somatische problematiek. Dit kan nodig zijn als iemand matig tot zeer beperkt wordt in zijn activiteiten door een lichamelijk gezondheidsprobleem. ‘Verzorging extra’ kan nodig zijn voor het werken het hersteldoel op het gebied van symptomatisch herstel, namelijk goede kwaliteit van leven en gezondheid. ‘Verzorging extra’ houdt in: medische hulp, zoals wondverzorging en injecties, mits dit op advies van een medisch specialist (kan ook de huisarts zijn) en onder zijn of haar verantwoordelijkheid wordt geïndiceerd. Belangrijke randvoorwaarden voor toekenning zijn als volgt: • Dit type verpleging wordt alleen vanuit de Wmo gefinancierd als een cliënt echt intramuraal woont, en waarbij sprake is van somatische problematiek (met name bij de ouderen). In alle andere gevallen kan de verpleging worden gedeclareerd bij de zorgverzekeraar, op basis van de zorgverzekeringswet. Dit is dus alleen aan te vragen wanneer: cliënten hun zorg in zorg in natura afnemen. cliënten bij de bouwsteen woonomgeving het ‘geclusterd wonen: volledig verzorgd’ nodig hebben. • • • • •
Het moet gekoppeld zijn aan een hulpvraag beschermd wonen (dus: begeleiding + beschermde omgeving) Dit is met name bedoeld voor cliënten met een dubbele diagnose, dus naast de dominante psychiatrische problematiek, ook somatische problematiek. Cliënt en aanbieder moet bij de aanvraag aantoonbaar kunnen maken waarom persoonlijke verzorging onvoldoende is. Instelling moet voldoen aan de richtlijnen om verpleging te mogen leveren. Verantwoordelijkheid voor inzet van deze extra verzorging ligt bij de zorgaanbieder. De gemeente is alleen verantwoordelijk voor het verstrekken van de financiering van een totaalpakket Beschermd Wonen.
Financiering Voor huidige cliënten met overgangsrecht wordt verpleging in hun huidige pakket Ggz 4 t/m 6 gefinancierd. Voor nieuwe cliënten zijn we nog aan het onderzoeken wanneer verpleging formeel onder verantwoordelijkheid gemeente valt, en wanneer onder de zorgverzekeringswet. Hiervoor hebben we experts ingeroepen. We hopen hier op de volgende overlegtafel meer uitsluitsel over te kunnen geven. Het aantal uren verpleging wordt een gemiddelde van het GGz-C 4 en 5 pakket. Dat is ongeveer 5,6 uur per week. Aanvullend advies werkgroep • Het is nog onvoldoende duidelijk wanneer verpleging formeel onder verantwoordelijkheid
•
gemeente valt, en wanneer over zorgverzekeringswet. Roep hiervoor een expert in (dit hebben we reeds gedaan, uitkomst volgt nog). Om scherp te krijgen om wat voor verpleging dit gaat, kun je uitzoeken wat er nu aan verpleging wordt geleverd.
Dagbesteding Omschrijving Dagbesteding is een structurele tijdsbesteding met een welomschreven doel waarbij de cliënt actief wordt betrokken, hem dagstructuur en zingeving verleent. Een zinvolle daginvulling richt zich op belevingsgerichte activiteiten op een eenvoudig niveau die aansluiten bij de talenten, mogelijkheden en interesses van de cliënt. Er is extra aandacht voor sfeer, geborgenheid, veiligheid, ritme en regelmaat. Doel is dat de cliënt zoveel mogelijk kan participeren in de maatschappij. Hiermee draagt het bij aan diverse doelen van de cliënten op het gebied van persoonlijk en maatschappelijk herstel. (Betaald) werk is de hoogst haalbare vorm van dagbesteding. Naast het feit dat de activiteit zinvol kan zijn voor de cliënt zelf, is de activiteit, indien haalbaar, ook zinvol voor de maatschappij (dus: dat je werk verzet, er anderen mee helpt, etc.). Doorstroom naar betaalde arbeid is bij een deel van de cliënten mogelijk door het aanbieden van een ontwikkelingsgericht traject. Onder dagbesteding wordt niet verstaan: - een reguliere dagstructurering zoals scholing of werk; - een reguliere dagstructurering die in de woon-/verblijfssituatie wordt geboden; - een welzijnsactiviteit zoals zang, bingo, uitstapjes en dergelijke. Ontwikkelopgave vanaf 2016 Ontwikkelopgave voor zorgaanbieders is dat vormen van dagbesteding in de Wmo en Participatie zoveel mogelijk aan elkaar verbonden worden. Het doel hiervan is dat de dagbesteding efficiënter wordt georganiseerd en maximaal bijdraagt aan dat cliënten deel uitmaken van de samenleving. Financiering We streven naar 1 ‘gemiddeld’ tarief voor dagbesteding voor alle beschermd wonen cliënten. We onderzoeken of dit hetzelfde tarief kan zijn als bij de maatwerkvoorziening begeleiding Wmo van de gemeente Breda. Wij stellen geen vast aantal dagdelen vast per week: het gaat om de mate van dagbesteding die nodig is om aan je hersteldoelen te werken. Eventueel vervoer naar dagbesteding moet medisch noodzakelijk zijn.