Op weg naar selectieve inkoop intramurale langdurige ouderenzorg Een foto van het huidige intramurale zorglandschap van Drenthe
Dit rapport is een coproductie van Care (Zorginkoop) en Research Consultancy (Kenniscentrum)
Van Regio-analyses naar Regioplan
Zorgkantoor Drenthe
16 november 2015 Elise Boksebeld Marijke van der Most
Van analyses naar regioplan: samen met het zorgveld en gemeenten Doelstellingen voor het regioplan: • Het creëren van een gezamenlijke visie op de (toekomstige) ouderenzorg in Drenthe. • Het inventariseren van knelpunten in de zorg • In 2016 en volgende jaren gezamenlijk werken aan oplossingen Proces? 1
Individuele gesprekken met intramurale zorgaanbieders
2
Verzoek aan gemeenten: samen verder in gesprek over de analyses
Centrale vraag: waar sluiten zorgvraag en zorgaanbod goed aan? Waar kan het beter? Alle resultaten, conclusies en aanbevelingen (het regioplan), zullen we delen met betrokken partijen.
Leeswijzer van deze rapportage Om dit rapport goed te kunnen interpreteren en gebruiken is het belangrijk om met een aantal zaken rekening te houden: • In de rapportage wordt de regio steeds vergeleken met een peergroup en van alle zorgkantoorregio’s van Achmea (AZR Achmea). De peergroup is een groep die op basis van leeftijd, geslacht, SES, woonsituatie en herkomstgroepering vergelijkbaar is met de regio waarvoor deze rapportage is opgesteld. De peergroup is niet één gemeente/zorgkantoorregio, maar bestaat uit diverse postcodegebieden uit verschillende regio’s. • We hanteren vaste kleuren in de rapportage. De regio waarvoor je deze rapportage hebt aangevraagd wordt in grafieken altijd weergegeven met roze [ ], de peergroup met paars [ ] en het totaal van alle zorgkantoorregio’s met geel [ ]. In een enkel geval wijken we van deze kleurstelling af. • Om de resultaten beter te begrijpen, hebben we op veel plaatsen een symbool [ i ] gezet. Door hier op te klikken, kom je bij een uitgebreide toelichting over het betreffende onderwerp. • Locaties zijn ingevoerd zoals door de zorginkopers zelf zijn aangeleverd. We beginnen ieder hoofdstuk met een samenvattingspagina. In de dia’s erachter is terug te vinden waar deze cijfers (en eventuele conclusies) vandaan komen.
Inhoudsopgave
Regionale inzichten Demografische informatie over de regio
Kijk direct
Inzicht in de kwaliteit van zorg De inzichten zijn gebaseerd op onder andere klantervaringen, IGZ-inspecties en data-analyses.
Kijk direct
Inzicht in de toegankelijkheid van zorg Dit hoofdstuk geeft inzicht in zorgvraag , zorgaanbod en cliëntstromen
Kijk direct
Inzicht in de doelmatigheid van zorg Op basis van de leeftijd van intramuraal gaan, ZZP-mix en EWS geven we inzicht in de doelmatigheid
Kijk direct
Bijlagen
Kijk direct
Regionale inzichten
Leeswijzer regionale inzichten In dit hoofdstuk laten we algemene kenmerken zien van de geselecteerde regio, de peergroup en van de zorgkantoorregio’s (ZKR Achmea) van Achmea.
Deze kenmerken geven een algemene indruk en zijn belangrijk om de resultaten in de andere hoofdstukken goed te kunnen duiden. Er worden variabelen getoond waarvan is vastgesteld dat ze een relatie hebben met het zorggebruik (bijvoorbeeld een lage sociaal-economische status). Daarnaast is zichtbaar hoe de geselecteerde regio zich verhoudt tot de peergroup. De inzichten in de presentatie worden altijd gespiegeld aan de peergroup en de zorgkantoorregio’s van Achmea zodat er een referentiekader ontstaat. i
Meer weten over de peergroup? Klik dan hier
Regionale inzichten
Populatiekenmerken van zorgkantoorregio Drenthe
1. Aantal inwoners: ca. 500.000 mensen 2. Wonend in deels rurale gebieden (374 per km2 tov 485 per km2 peergroup). 3. Het aandeel van mensen met een lage SES is relatief groot tov ZKR: 28% (tov 21%), klein deel hoge SES: 6% tov 26% ZKR. 4. 91% is autochtoon 5. Aantal 65+-ers met ZZP4 en hoger: 3.321 6. Aantal 80+ -ers met ZZP4 en hoger: 2.748 7. Relatief lage zorgconsumptie tov peergroup, ondanks zelfde % inwoners per leeftijdscategorie
8. 12 intramurale aanbieders, met 84 zorglocaties.
Regionale inzichten
Wat zijn de populatiekenmerken van Drenthe ten opzichte van de peergroup en de overige zorgkantoorregio’s? Algemene aantallen Inwoners [# x 1.000, CBS, 20131] Drenthe
490
84 5.546
ZKR Achmea
Zorggebruikers ZZP4 en hoger Absolute aantallen 65+ [AZR, 2014] Drenthe
3.321
Peergroup
4.188
ZKR Achmea
2.748
Peergroup
3.253
ZKR Achmea
70 - 75 jaar
5
75- 80 jaar Aantallen per 1.000 65+’ers [AZR, 2014]
4
80 - 85 jaar
3
85 - 90 jaar 90 jaar en ouder
2 1
i t.o.v. ZKR Achmea 1
0
1
0
1
0
1
0
0
0
0
46 34.409
Drenthe
658
34
Zorggebruikers ZZP4 en hoger Absolute aantallen 80+ [AZR, 2014]
1 Zorgaanbiedersmonitor
Locaties [#, ZAM2, 2015]
Leeftijd [% inwoners per leeftijdscategorie, CBS, 2013] Drenthe t.o.v. Peergroup 65 - 70 jaar 6 1
40
Aantallen per 1.000 80+’ers [AZR, 2014] 114 135
27.695
124
Geslacht [% man, CBS, 2013]
Stedelijkheid [# inwoners per km2, CBS, 2013] Drenthe 374
Drenthe
50
Peergroup
50
Peergroup
ZKR Achmea
49
ZKR Achmea
1 Cijfers
uit 2013, omdat cijfers van 2014 niet beschikbaar zijn op postcode
2 Zorgaanbiedersmonitor
i
485 2.357
Regionale inzichten
Wat zijn de populatiekenmerken van Drenthe ten opzichte van de peergroup en de overige zorgkantoorregio’s? i
Woonsituatie [% alleenstaand, CBS, 2013]
Drenthe
Laag
31 31
Hoog
ZKR Achmea
40
Herkomstgroepering [% naar herkomst, CBS, 2013] Drenthe Autochtoon
i t.o.v. Peergroup 91
Westerse allochtoon
6
Niet-westerse allochtoon
3
Onbekend
t.o.v. ZKR Achmea
1
17
0 -1
-4 -13
t.o.v. Peergroup
28
Midden
Peergroup
i
Sociaal economische status [%, SCP, 2013] Drenthe
17 66
6
0
t.o.v. ZKR Achmea 7
-13
12
-4
-20
0
0
Inhoudsopgave
Regionale inzichten Demografische informatie over de regio
Inzicht in de kwaliteit van zorg De inzichten zijn gebaseerd op onder andere klantervaringen, IGZ-inspecties en data-analyses.
Kijk direct
Kijk direct
Inzicht in de toegankelijkheid van zorg Dit hoofdstuk geeft inzicht in zorgvraag , zorgaanbod en cliëntstromen
Kijk direct
Inzicht in de doelmatigheid van zorg Op basis van de leeftijd van intramuraal gaan, ZZP-mix en EWS geven we inzicht in de doelmatigheid
Kijk direct
Bijlagen
Kijk direct
Kwaliteit
Leeswijzer Kwaliteit van zorg
Kwaliteit van zorg is een belangrijke pijler in het zorgstelsel. In dit hoofdstuk geven we meer inzicht in de kwaliteit van zorg. Op basis van een groot aantal bronnen vergelijken we de kwaliteit in de geselecteerde regio met de peergroup en de zorgkantoorregio’s van Achmea. De informatie wordt zowel op regio- als op locatieniveau getoond. De regio-inzichten geven een algemeen beeld van de kwaliteit van zorg in de regio. Op veel plaatsen in dit hoofdstuk is een verwijzing opgenomen naar een uitgebreide toelichting over het desbetreffende figuur.
Kwaliteit
Kwaliteit van zorg in Drenthe
1. Score zorginhoudelijk over instellingen: * Score groen van 37% is hoger dan peergroup (31%) en ZKR Achmea (32%). * Score oranje van 62% is lager dan peergroup (68%) en ZKR Achmea (67%). 2. Score cliëntervaringen over instellingen: * Score groen van 16% is hoger dan peergroup (3%) en ZKR Achmea (5%) * Score oranje van 75% is hoger dan peergroup (62%) en ZKR Achmea (63%). N.B. er is nog een deel onbekend, dus dat kan vertekenend zijn 3. Er zijn geen zorgaanbieders met locatie(s) onder toezicht van de IGZ.
4. De NPS (net promotor score) is met 24% hoger dan peergroup (11%) en ZKR Achmea (19%). 5. Verplaatsingen naar ziekenhuis is veel lager dan verwacht t.o.v. peergroup voor zowel met en zonder behandeling.
Kwaliteit
Hoe is de kwaliteit van zorg in Drenthe? i
Verdeling score Zorginhoudelijk over locaties [%, CQI-index, 2012 & 2013] Groen
Oranje
Drenthe
i
Rood
37%
Onbekend 2%
62%
38%
Groen
Oranje
Drenthe
31%
68%
2%
33%
Peergroup
3%
ZKR Achmea
32%
67%
2%
34%
ZKR Achmea
5%
i
NPS-score van locaties [%, CQI-index, 2013] 100% criticasters
Drenthe
0
Drenthe
Peergroup
7
Peergroup
ZKR Achmea
7
ZKR Achmea
i 100% promoters
24 11 19
Onbekend
Rood
16%
Peergroup
Locaties onder toezicht van IGZ [#, 2015]
i
Verdeling score Cliëntervaringen over locaties [%, CQI-index, 2012 & 2013]
9%
75% 62% 63%
35%
27%
32%
26%
Verplaatsingen naar ziekenhuis [%, Afwijking ten opzichte van gemiddeld, 2013] Met behandeling Somatisch
Drenthe
42
Peergroup
ZKR Achmea
Psycho-geriatrisch
4 136
29
24%
i Zonder behandeling Psycho-geriatrisch
Somatisch
23
6
1
-2 41
16
7
-4
Inhoudsopgave
Regionale inzichten Demografische informatie over de regio
Kijk direct
Inzicht in de kwaliteit van zorg De inzichten zijn gebaseerd op onder andere klantervaringen, IGZ-inspecties en data-analyses.
Kijk direct
Inzicht in de toegankelijkheid van zorg Dit hoofdstuk geeft inzicht in zorgvraag , zorgaanbod en cliëntstromen Inzicht in de doelmatigheid van zorg Op basis van de leeftijd van intramuraal gaan, ZZP-mix en EWS geven we inzicht in de doelmatigheid Bijlagen
Kijk direct
Kijk direct
Kijk direct
Toegankelijkheid
Leeswijzer Toegankelijkheid
In het hoofdstuk toegankelijkheid kijken we naar de balans tussen de zorgvraag en het zorgaanbod. Door het combineren van zorgvraag en –aanbod wordt zichtbaar in welke gebieden er een overschot is in zorgaanbod en in welke gebieden de vraag het huidige aanbod overstijgt. Om inzichtelijk te maken welk gedeelte van de ouderen buiten hun gemeente intramuraal opgenomen worden hebben we gekeken naar de reistijd en cliëntstromen tussen de oorspronkelijke gemeente en de gemeente van de locatie waarin iemand verblijft. De zorgvraag wordt verder uitgesplitst zodat zichtbaar is (a) waar veel ouderen wonen, (b) hoe vaak ze een indicatie krijgen en (c) hoe vaak ze deze verzilveren. Het is belangrijk om hier te vermelden dat we bij het berekenen van deze cijfers uitgaan van de woonplaats van een cliënt op het moment dat deze een indicatie kreeg. Dit is dus de woonplaats voordat een cliënt intramuraal wordt opgenomen. Daarnaast wordt weergegeven hoeveel actief- en wenswachtenden er in een regio zijn.
Toegankelijkheid
Hoe sluit het zorgaanbod in Drenthe aan op de zorgvraag?
1. Er zijn iets meer steden waar het zorgaanbod groter is dan de zorgvraag (zowel 65+ als 80+). 2. Let op! Dit gaat alleen over intramurale aanbod, VPT is niet meegenomen. 3. Tov de peergroup en ZKR is de totale over-/ondercapaciteit voor Drenthe minder. 4. Voor de meeste steden geldt dat 75% van de inwoners binnen 15 minuten afstand wonen.
5. Omvang zorgvraag is kleiner dan verwacht, kijkend naar peergroup. 6. Zorgvraag in Drenthe zal gemiddeld met 12% toenemen. 7. Somatische zorgvraag zal dalen met 19%. 8. Psycho-geriatrische zorgvraag zal toenemen met 29%.
Toegankelijkheid
Vraag en aanbod
Hoe sluit het zorgaanbod aan op de zorgvraag in Drenthe (65+)? (1-10) Over-/ondercapaciteit [per 1.000 65+’ers, 2014] Drenthe ZKR Achmea
2 23 7
Assen
12
Peergroup
Hoogeveen De Blokken
22 -4
Emmen Zuid Emmen Oost Coevorden Roden
38 73 50
-2
Meppel
-1 Emmen Noord -23 De Velden -7
73 7 27
Zorgaanbod [per 1.000 65+’ers, ZI, 2014]
54 48 72 24 106 36 67 21 33 14
i
Totale zorgvraag [per 1.000 65+’ers, AZR, 2014] 36 50 43 42 50 49 29 33 29 41 22 56 21
Toegankelijkheid
Vraag en aanbod
Hoe sluit het zorgaanbod aan op de zorgvraag in Drenthe (65+)? (11-20) Over-/ondercapaciteit [per 1.000 65+’ers, 2014] Drenthe
2
50
-16
16
0 18
Beilen
Zuidlaren
64 68 66 56 48 40 49
16 15
Zuidwolde Dr
5
Eelde
24
Peize
5
Gieten
1
Hollandscheveld
-33
-10
50 43
73
7
De Monden
Overig
36
23
ZKR Achmea
i
Totale zorgvraag [per 1.000 65+’ers, AZR, 2014]
38
Peergroup
Smilde
Zorgaanbod [per 1.000 65+’ers, ZI, 2014]
11 18
46 52 51 52 24 35 48 44 28
Toegankelijkheid
Vraag en aanbod
Hoe sluit het zorgaanbod aan op de zorgvraag in Drenthe (80+)? (1-10) Over-/ondercapaciteit [per 1.000 80+’ers, 2014] Drenthe
32
ZKR Achmea
59
Assen
68
Hoogeveen
Meppel
202 182 261 108
116
De Blokken
11
Emmen Zuid
437
584
60
Emmen Oost
164 250
129
Coevorden Roden De Velden
273 195
22
11 -45 -15
86 92 64
i
Totale zorgvraag [per 1.000 80+’ers, AZR, 2014] 119 146 135
151 128
Peergroup
Emmen Noord
Zorgaanbod [per 1.000 80+’ers, ZI, 2014]
134 161 145 97 147 103 121 74 137 79
Toegankelijkheid
Vraag en aanbod
Hoe sluit het zorgaanbod aan op de zorgvraag in Drenthe (80+)? (11-20) Over-/ondercapaciteit [per 1.000 80+’ers, 2014] Drenthe
32 128
0
50
92 102 92
Beilen
Zuidlaren Zuidwolde Dr
221 248 235
37
Eelde
171 197 173 195
112
Peize
56 46
Gieten Hollandscheveld Overig
195
-50
De Monden
-106
119 146 135
273
59
ZKR Achmea
i
Totale zorgvraag [per 1.000 80+’ers, AZR, 2014]
151
Peergroup
Smilde
Zorgaanbod [per 1.000 80+’ers, ZI, 2014]
128 146 144 134 85 117 150 152
46 -25
77
102
Toegankelijkheid
Vraag en aanbod
Aanbod
Hoe toegankelijk is het zorgaanbod in Drenthe? (1-10) Over-/ondercapaciteit) [per 1.000 65+’ers, AZR, 2014] 2
Drenthe
23
Peergroup ZKR Achmea
7
Assen
12 -2
Hoogeveen
22
Meppel
-4
De Blokken
3.489
33.269
Waar vandaan?
Waar naartoe?
68 22 116 11
454
Assen (69%), Roden (8%)
Assen (95%), Rolde (1%)
307
Hoogeveen (80%), Zuidwolde Dr (9%)
Hoogeveen (94%), Coevorden (2%)
199
Meppel (70%), Havelte (7%)
Meppel (91%), Havelte (1%)
166
De Blokken (85%), De Velden (9%)
De Blokken (36%), Emmen Zuid (21%)
108
Emmen Zuid (29%), Emmen Noord (21%)
Emmen Zuid (51%), Emmen Oost (26%)
137
Emmen Oost (42%), Emmen Noord (22%)
Emmen Oost (53%), Emmen Zuid (26%)
116
Coevorden (66%), De Blokken (15%)
Coevorden (97%), Hoogeveen (1%)
123
Roden (82%), Norg (6%)
Assen (52%), Roden (15%)
215
Emmen Noord (72%), Emmen Oost (10%)
Emmen Noord (55%), Emmen Zuid (18%)
76
De Velden (55%), De Blokken (29%)
De Velden (53%), Emmen Oost (12%)
60 129 11
27
Coevorden
-1
Roden
Emmen Noord -23
-7
3.687
437
7
Emmen Oost
Cliëntstromen i [AZR, 2013-2014]
32 128 59
73
Emmen Zuid
De Velden
Reistijd naar locatie [% en # bewoners, i [per 1.000 80+’ers] AZR, 2013-2014]
-45 -15
Toelichting: gemeentes waar ouderen het meest naartoe / vandaan verhuizen wanneer ze intramurale zorg nodig hebben.
25% 50% 75% 0-15 min
15- 30 min
30- 45 min
> 45 min
Toegankelijkheid
Vraag en aanbod
Aanbod
Hoe toegankelijk is het zorgaanbod in Drenthe? (11-20) Reistijd naar locatie [% en # bewoners, i [per 1.000 80+’ers] AZR, 2013-2014]
Over-/ondercapaciteit) [per 1.000 65+’ers, AZR, 2014] 2
Drenthe
Zuidlaren Zuidwolde Dr
112
5 1
Hollandscheveld Overig
37 24
Peize
-33
56 46 -106
-10
Waar naartoe?
Waar vandaan?
69
92 102 92
5
Gieten
33.269
-50 18 16 15
Eelde
3.687
59
-16
Beilen
Smilde
128
7
ZKR Achmea
Toelichting: gemeentes waar ouderen het meest naartoe / vandaan verhuizen wanneer ze intramurale zorg nodig hebben.
3.489
23
Peergroup
De Monden
32
Cliëntstromen i [AZR, 2013-2014]
-25
Emmen Oost (43%), Emmen Zuid (26%)
122
Beilen (72%), Smilde (12%)
Beilen (80%), Assen (11%)
77
Zuidlaren (67%), Eelde (16%)
Zuidlaren (64%), Assen (21%)
53
Zuidwolde Dr (94%), Hoogeveen (6%)
Hoogeveen (60%), Zuidwolde Dr (28%)
61
Eelde (74%), Vries (8%)
Eelde (62%), Zuidlaren (19%)
33
Peize (64%), Roden (27%)
Peize (56%), Assen (20%)
76
Gieten (98%), Emmen Oost (2%)
Gieten (63%), Assen (20%)
28
Hollandscheveld (78%), Hoogeveen (11%)
Hoogeveen (63%), Hollandscheveld (26%)
31
Smilde (58%), Assen (25%)
Beilen (52%), Smilde (23%)
1.015
Nieuw-Buinen (86%), Odoorn (7%)
Nieuw-Buinen (55%), Assen (14%)
25% 50% 75% 0-15 min
15- 30 min
30- 45 min
> 45 min
Toegankelijkheid
Vraag en aanbod
i
Vraag
Klik hier voor meer informatie over deze slide
Wat is de omvang van de zorgvraag in Drenthe (65+)? (1-10) Totale zorgvraag
Verzilverde zorgvraag
Wenswachtenden
Actief wachtenden
[# per 1.000 65+’ers, AZR, 2014] [# per 1.000 65+’ers, AZR, 2014] [# per 1.000 65+’ers, AZR, 2014] [# per 1.000 65+’ers, AZR, 2014] 36
Drenthe
50 43
46 40
42 50 49
41 48 47
Peergroup ZKR Achmea Assen Hoogeveen
Meppel De Blokken Emmen Zuid Emmen Oost
29 33 29
39
22
21 56
Emmen Noord De Velden
28 30 28
41
Coevorden Roden
34
21
52 21
1 3 3
0 1 0
1 1 2 0 3 0 0 1 3 0
1 1 0 0 1 1 1 0 1 0
Toegankelijkheid
Vraag en aanbod
i
Vraag
Klik hier voor meer informatie over deze slide
Wat is de omvang van de zorgvraag in Drenthe (65+)? (11-20) Totale zorgvraag
Verzilverde zorgvraag
Wenswachtenden
Actief wachtenden
[# per 1.000 65+’ers, AZR, 2014] [# per 1.000 65+’ers, AZR, 2014] [# per 1.000 65+’ers, AZR, 2014] [# per 1.000 65+’ers, AZR, 2014] 36
Drenthe
50 43
Peergroup ZKR Achmea De Monden
16 46 52 51 52
Zuidlaren Zuidwolde Dr Eelde Gieten
24
43 48 50 49 22
35
Hollandscheveld
31
48 44
Smilde Overig
46 40 16
Beilen
Peize
34
28
48 39 27
1 3 3
0 1 0
0 2 2 1 3 2 2 0 4 1
0 1 2 0 0 0 2 0 1 0
Toegankelijkheid
Vraag en aanbod
i
Vraag
Klik hier voor meer informatie over deze slide
Hoe komt de verzilverde zorgvraag tot stand in Drenthe (65+)? (1-10) Verzilverde zorgvraag
Indicatiestelling
[# per 1.000 65+’ers, AZR, 2014]
[# per 1.000 65+’ers, AZR, 2014][% per 1.000 65+’ers, AZR, 2014] per 1.000 inwoners
Drenthe Peergroup ZKR Achmea Assen Hoogeveen Meppel De Blokken Emmen Zuid Emmen Oost Coevorden Roden Emmen Noord De Velden
34
35
46 40
49 43
41 48 47
41 50 49
28 30 28
29 32 28 41 22
39 21 52
21
55 21
Verzilvering
Aantal 65+'ers 197 184 156
97 94 93 98 96 96 98 92 97 96 97 96 100
143 174 143 154 105 182 171 225
310 146 65-75
75-85
85 eo
Toegankelijkheid
Vraag en aanbod
i
Vraag
Klik hier voor meer informatie over deze slide
Hoe komt de verzilverde zorgvraag tot stand in Drenthe (65+)? (11-20) Verzilverde zorgvraag
Indicatiestelling
[# per 1.000 65+’ers, AZR, 2014]
[# per 1.000 65+’ers, AZR, 2014] [% per 1.000 65+’ers, AZR, 2014] per 1.000 inwoners
34
Drenthe
46 40
Peergroup ZKR Achmea De Monden
16 43 48 50 49
Zuidlaren Zuidwolde Dr Eelde Gieten
22
44 51 53 50 22
31
Hollandscheveld
36
48 39
Smilde Overig
49 43 16
Beilen
Peize
35
27
48 40 30
Verzilvering
Aantal 65+'ers 197 184 156
97 94 93 100 97 95 95 98 100 87 100 97 90
134 188 197 201 229 178 217 138 161 173 65-75
75-85
85 eo
Toegankelijkheid
Vraag en aanbod
i
Vraag
Klik hier voor meer informatie over deze slide
Wat is de omvang van de zorgvraag in Drenthe (80+)? (1-10) Totale zorgvraag
Verzilverde zorgvraag
Wenswachtenden
Actief wachtenden
[# per 1.000 80+’ers, AZR, 2014] [# per 1.000 80+’ers, AZR, 2014] [# per 1.000 80+’ers, AZR, 2014] [# per 1.000 80+’ers, AZR, 2014] 119 146 135
Drenthe Peergroup ZKR Achmea
134 161 145
Assen Hoogeveen
Meppel
96 147
Emmen Zuid
133
103 121
Emmen Oost Coevorden
74
99 117 71
137
Emmen Noord De Velden
130 155 137
97
De Blokken
Roden
114 135 124
79
129 79
3 8 9
2 2 1
3 4 8 0 10 1 1 2 6 0
2 2 0 1 3 3 2 1 2 0
Toegankelijkheid
Vraag en aanbod
i
Vraag
Klik hier voor meer informatie over deze slide
Wat is de omvang van de zorgvraag in Drenthe (80+)? (11-20) Totale zorgvraag
Verzilverde zorgvraag
Wenswachtenden
Actief wachtenden
[# per 1.000 80+’ers, AZR, 2014] [# per 1.000 80+’ers, AZR, 2014] [# per 1.000 80+’ers, AZR, 2014] [# per 1.000 80+’ers, AZR, 2014] 119 146 135
Drenthe Peergroup ZKR Achmea De Monden
50
50
Zuidlaren Zuidwolde Dr Eelde Gieten
85
107 150 152
Hollandscheveld Smilde Overig
120 134 141 125 78
117
102
3 8 9
2 2 1
4 5 2 9 7 3 0 13 2
0 4 8 0 0 0 7 0 4 1
0
128 146 144 134
Beilen
Peize
114 135 124
150 134 99
Toegankelijkheid
Vraag en aanbod
i
Vraag
Klik hier voor meer informatie over deze slide
Hoe komt de verzilverde zorgvraag tot stand in Drenthe (80+)? (1-10) Verzilverde zorgvraag
Indicatiestelling
[# per 1.000 80+’ers, AZR, 2014]
[# per 1.000 80+’ers, AZR, 2014] [% per 1.000 80+’ers, AZR, 2014] per 1.000 inwoners
Drenthe Peergroup ZKR Achmea Assen Hoogeveen Meppel De Blokken Emmen Zuid Emmen Oost Coevorden Roden Emmen Noord De Velden
114 135 124
118 144 134
130 155 137
132 161 143
96
99 133
144
99
102 122
117 71
73 129
79
Verzilvering
135 79
Aantal 80+'ers 97 94 93 98 96 96 97 93 97 96 97 96 100
49 49 40 44 52 46 39 25 46 52 61
114 38 80-84
85-89
90 eo
Toegankelijkheid
Vraag en aanbod
i
Vraag
Klik hier voor meer informatie over deze slide
Hoe komt de verzilverde zorgvraag tot stand in Drenthe (80+)? (11-20) Verzilverde zorgvraag
Indicatiestelling
[# per 1.000 80+’ers, AZR, 2014]
[# per 1.000 80+’ers, AZR, 2014] [% per 1.000 80+’ers, AZR, 2014] per 1.000 inwoners
114 135 124
Drenthe Peergroup ZKR Achmea De Monden
50
Zuidwolde Dr Eelde
78
124 143 146 129 78
107
120
150 134
Hollandscheveld Smilde Overig
144 134
120 134 141 125
Zuidlaren
Gieten
118
50
Beilen
Peize
Verzilvering
99
150 138 110
Aantal 80+'ers 97 94 93 100 96 93 97 97 100 89 100 97 90
49 49 40 31 60 62 63 83 55 57 43 46 48 80-84
85-89
90 eo
Toegankelijkheid
Vraag en aanbod
Vraag
Hoe gaat de zorgvraag zich ontwikkelen in Drenthe? (1-10) Ontwikkeling toekomstige zorgvraag1 [Index, PRIMOS & AZR,2015-2025] i Somatisch2 Psycho-geriatrisch3 per 1.000 inwoners 80+’ers Totaal
Huidige verzilverde zorgvraag per 1.000 inwoners 65+’ers 34
Drenthe
46 40
Peergroup ZKR Achmea
41 48 47
Assen Hoogeveen Meppel De Blokken Emmen Zuid Emmen Oost
1
96
+29%
+15%
-3%
+26%
+12%
-4%
+24%
+18%
-25% -14%
+18%
+6%
-11%
+24%
52
-3%
-22%
+4%
-31% +20%
+36%
Legenda 2015 2017
2019 2021
+32% +18%
-48%
-13%
79
+50%
+5%
+12%
129
+38% +32%
+18%
71
+35%
+7%
+45%
117
De stijging van de toekomstige zorgvraag is gebaseerd op 65+’ers. de volgende ZZP’s: ZZP1, ZZP2, ZZP3, ZZP6, ZZP8 3 Betreft de volgende ZZP’s: ZZP4, ZZP5, ZZP7 2 Betreft
-19%
+22%
99
21
21
+12%
133
39
Emmen Noord
De Velden
130 155 137
28 30 28
Coevorden Roden
114 135 124
2023 2025
+38% 0% +53%
Toegankelijkheid
Vraag en aanbod
Vraag
Hoe gaat de zorgvraag zich ontwikkelen in Drenthe? (11-20) Ontwikkeling toekomstige zorgvraag1 [Index, PRIMOS & AZR,2015-2025] i Somatisch2 Psycho-geriatrisch3 per 1.000 inwoners 80+’ers Totaal
Huidige verzilverde zorgvraag per 1.000 inwoners 65+’ers 34
Drenthe
46 40
Peergroup ZKR Achmea De Monden
16
Zuidwolde Dr Eelde
22 31
107
+29%
+15%
-3%
+26%
+12%
-4%
+24%
-5%
39 27
De stijging van de toekomstige zorgvraag is gebaseerd op 65+’ers. 2 Betreft de volgende ZZP’s: ZZP1, ZZP2, ZZP3, ZZP6, ZZP8 3 Betreft de volgende ZZP’s: ZZP4, ZZP5, ZZP7
99
+5%
+17%
+25%
-23%
+7%
-12%
+25%
+7%
-2%
+19%
+9%
-35% -65% +17%
+17%
-64%
+6%
-18%
-18%
Legenda 2015 2017
+51%
+4%
-13%
150 134
48
Smilde
1
120 134 141 125 78
Hollandscheveld Overig
-19%
+39%
43 48 50 49
Zuidlaren
Gieten
+12%
50
Beilen
Peize
114 135 124
2019 2021
2023 2025
+17%
+43% +22% +30% +25%
Inhoudsopgave
Regionale inzichten Demografische informatie over de regio
Kijk direct
Inzicht in de kwaliteit van zorg De inzichten zijn gebaseerd op onder andere klantervaringen, IGZ-inspecties en data-analyses.
Kijk direct
Inzicht in de toegankelijkheid van zorg Dit hoofdstuk geeft inzicht in zorgvraag , zorgaanbod en cliëntstromen
Kijk direct
Inzicht in de doelmatigheid van zorg Op basis van de leeftijd van intramuraal gaan, ZZP-mix en EWS geven we inzicht in de doelmatigheid Bijlagen
Kijk direct
Kijk direct
Doelmatigheid
Leeswijzer Doelmatigheid Het zichtbaar maken van de doelmatigheid in de V&V is een lastige opgave. We hebben het opgedeeld in twee delen: Is de indicatiestelling doelmatig? We geven inzicht in de leeftijd en ZZP-mix van cliënten die intramuraal gaan om een eerste aanwijzing te krijgen van de doelmatigheid van de indicatiestelling. De gedachte hierachter is dat een lage gemiddelde leeftijd en/of een lichte ZZP-mix aanwijzingen kunnen zijn voor een ondoelmatige indicatiestelling. Op termijn kan de gemiddelde verblijfsduur van een cliënt worden toegevoegd maar momenteel ontbreekt het nog aan historische gegevens om dit te kunnen weergeven. Wordt de zorg doelmatig uitgevoerd? Doelmatige zorg komt momenteel nog niet tot uitdrukking in lagere tarieven aangezien deze landelijk worden vastgesteld. Doelmatige zorg in de V&V is daarom het aandeel van het tarief dat ten goede komt aan de individuele patiënt. Een hoge overhead kan er voor zorgen dat er een kleiner aandeel van het tarief ten goede van de patiënt komt of dat een locatie niet in staat is de zorg te leveren voor het tarief. Dit kan zich uiten in een financieel risico waarbij het EWS in de gaten wordt gehouden. De kwaliteit van zorg wordt in dit rapport in het gelijknamige hoofdstuk behandeld.
Doelmatigheid
Indicatiestelling
Wat is de leeftijd van intramuraal gaan en de ZZP-mix in Drenthe? Psycho-geriatrisch
Leeftijd bij intramuraal gaan [Gem leeftijd & %, AZR, 2014]
i
ZZP-mix [%, AZR, 2014]
i 737
Peergroup
83 83
ZKR Achmea
Assen
Leeftijd bij intramuraal gaan
Somatiek
[Gem leeftijd & %, AZR, 2014]
i
ZZP-mix [%, AZR, 2014]
i 292
798
84 84
83
7.664
83
3.160
95
47
85 82 83
41
Meppel
83 82 81
De Blokken
81
24
85
12
Emmen Zuid
20
24
85 82 79 78
9
Roden
81 83 81 83
Emmen Noord
83
51
86
19
De Velden
83
16
81
4
Drenthe
Hoogeveen
Emmen Oost Coevorden
74
27 32
Overig
436
32 16
13 17 3
327 65-75
85-95
ZZP 4
75-85
95 e.o
ZZP 5
ZZP 7
126 65-75
85-95
ZZP 3
75-85
95 e.o
ZZP 6
ZZP 8
Ontwikkelingen
Huidige zorgvraag plus verwachte ontwikkelingen 1. Onderproductie met name in voorjaar 2015: reden is onduidelijk •
Herziening langdurige zorg leidt tot onzekerheid bij klant
•
Uitstel zorgconsumptie en wens langer gebruik van Wijkverpleging (eigen risico).
•
Stijging PGB (met 19% lagere stijging dan landelijk gemiddelde van 25% en uitschieters van 29%).
2. Zorgconsumptie onevenwichtig verspreid over de regio; wens tot betere spreiding.
3. Verdere afname aantal somatische plaatsen en sterke toename aantal PG plaatsen. 4. Klantwens om in eigen kern oud te worden en voor opname niet te hoeven verhuizen. 5. Regio kent relatief veel ouderen met laag en in mindere mate gemiddeld SES: behoefte aan WLZ bestendige woningen (VPT voorzieningen) in eigen kern met lage huur.
36
Ontwikkelingen
Huidig aanbod plus verwachte ontwikkelingen 1. Intramurale capaciteit: meer dan gemiddeld in steden als Assen, Hoogeveen, Meppel. Onevenwichtige spreiding over regio.
2. Afbouw van beleid intramurale capaciteit leidt tot opzetten van enkele kleinere locaties in kleinere kernen. 3. Verschuiving van klantwens naar zorg dichtbij huis: wens tot verdergaande evenwichtige spreiding van zorgaanbod over de regio.
37
Inhoudsopgave
Regionale inzichten Demografische informatie over de regio
Kijk direct
Inzicht in de kwaliteit van zorg De inzichten zijn gebaseerd op onder andere klantervaringen, IGZ-inspecties en data-analyses.
Kijk direct
Inzicht in de toegankelijkheid van zorg Dit hoofdstuk geeft inzicht in zorgvraag , zorgaanbod en cliëntstromen
Kijk direct
Inzicht in de doelmatigheid van zorg Op basis van de leeftijd van intramuraal gaan, ZZP-mix en EWS geven we inzicht in de doelmatigheid
Kijk direct
Bijlagen
Kijk direct
Uitleg peergroup
Terug naar slide
Waarom hebben we een peergroup samengesteld? In deze rapportage zetten we de inzichten van de geselecteerde regio altijd af ten opzichte van een peergroup (en de overig zorgkantoorregio’s). Op deze manier zijn de resultaten te relateren aan vergelijkbare regio’s en kunnen ze beter worden geduid. Naarmate de peergroup meer lijkt op de geselecteerde regio neemt de zeggenschap van de vergelijking toe. Hoe is de peergroup samengesteld? De peergroup is samengesteld door aan elk viercijferig postcodegebied andere vergelijkbare postcodegebieden te koppelen. De peergroup is geen aaneengesloten regio maar bestaat uit een mix van postcode’s uit de zorgkantoorregio’s van Achmea. Om de peergroups samen te stellen zijn de volgende vijf variabelen gebruikt: • Sociaal-economische status • Herkomstgroepering van de bevolking • Aandeel 65+’ers • Bevolkingsdichtheid • Aandeel 1-persoonshuishoudens Voorbeeld Postcode
Plaats
Sociaal-economische status
Bevolkingsdichtheid [# inwoners per KM2]
1-persoonshuishoudens [% van huishoudens]
Allochtonen [% van bevolking]
65+’ers [% van bevolking]
2037
Haarlem
Laag
4370
44%
47%
21%
8232
Lelystad
Laag
3985
44%
28%
20%
Uitleg leeftijd en stedelijkheid
Terug naar slide
Leeftijd Het is interessant om zicht te hebben in de leeftijden van de geselecteerde regio omdat het aantal ouderen de grootste voorspeller is van het zorggebruik. We geven het percentage inwoners per leeftijdscategorie weer, en laten zien wat de afwijking is ten opzichte van de peergroup en de rest van Nederland. De percentages zijn berekend ten opzichte van het totale inwonersaantal. Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), 2013. Stedelijkheid We gebruiken de bevolkingsdichtheid van een gebied om iets te kunnen zeggen over de stedelijkheid van het gebied. De stedelijkheid van de geselecteerde regio is belangrijke achtergrondinformatie om de verdere resultaten van de rapportage goed te kunnen duiden. Mensen in dunbevolkte gebieden kennen een ander zorggebruik dan mensen in dichtbevolkte gebieden, daarnaast is het voor de interpretatie van de gemiddelde reistijden belangrijk om te weten of de regio dicht- of dunbevolkt is. In de rapportage geven we het aantal inwoners per km2 weer, voor de geselecteerde regio, de peergroup en de zorgkantoorregio’s van Achmea. Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), 2013. Door 2013 als bron te gebruiken, is de data licht verouderd. Helaas zijn alleen de postcodes van 2013 beschikbaar welke nodig zijn om de bijbehorende analyses uit te voeren.
Uitleg woonsituatie en herkomstgroepering
Terug naar slide
Woonsituatie De woonsituatie is interessant omdat alleenstaanden eerder zorg gaan gebruiken dan mensen die samenwonen1,2. In de rapportage wordt het percentage alleenstaanden weergegeven. Iedereen die niet alleenstaand is, is op één of andere manier samenwonend. Dit kan met een partner zijn, maar ook met inwonende kinderen, etc. De percentages gaan over de totale bevolking van de geselecteerde regio (dus niet alleen 65+). Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), 2013. Herkomstgroepering Allochtonen blijken minder gebruik te maken van verpleeg- en verzorgingshuiszorg dan autochtonen (Surinamers uitgezonderd), daarom is het goed om inzicht te hebben in het percentage allochtonen in de geselecteerde regio3. We geven het percentage van de bevolking weer naar herkomstgroepering. We splitsen daarbij alleen uit naar autochtoon, westerse allochtoon en niet-westerse allochtoon. Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), 2013.
1Martikainen, P.,
H. Moustgaard, M. Murphy, E.K. Einiö, S. Koskinen, T. Martelin en A. Noro (2009). Gender, living arrangements, and social circumstances as determinants of entry into and exit from long-term institutional care at older ages: a 6-year follow-up study of older Finns. In: The Gerontologist,jg. 49, nr. 1, p. 34-45. 2Sociaal Cultureel Planbureau. Zicht op zorggebruik, 10 februari 2015/3 Lucht F van der (RIVM), Verweij A (RIVM). 3 Etniciteit en zorggebruik. In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM: http://www.nationaalkompas.nl/bevolking/etniciteit/allochtonen-en-zorggebruik/, website bezocht op 26 februari 2015.
Uitleg sociaal economische status
Terug naar slide
Wat zijn statusscores? Statusscores zijn scores die het SCP berekent en die aangeven hoe de sociale status van een wijk is in vergelijking met andere wijken in Nederland. Met de sociale status bedoelen we hier niet het aanzien of de populariteit van een wijk. De sociale status van een wijk is afgeleid van een aantal kenmerken van de mensen die er wonen: hun opleiding, inkomen en positie op de arbeidsmarkt. Sociale status is doorgaans gerelateerd aan zorggebruik: een lage status leidt over het algemeen tot meer zorggebruik. Hoe komen de statusscores tot stand? De statusscores bestaan uit vier gegevens: het gemiddelde inkomen in een wijk, het percentage mensen met een laag inkomen, het percentage laag opgeleiden en het percentage mensen dat niet werkt. Via een factoranalyse worden deze kenmerken samengevat in één samengesteld kenmerk: de sociale status. Bron: SCP Voorbeeld In het figuur hebben 47% van de inwoners een lage sociaal economische status, dit is 7% méér dan de mensen van de peergroup en 36% meer dan de mensen van Nederland. Het percentage mensen met een lage SES is dus hoger dan in de peergroup en de overige zorgkantoorregio’s van Achmea. Daarnaast zien we dat 22% van de inwoners een hoge sociaal economische status heeft, dit is 2% minder dan de peergroup en 5% minder dan de rest van Nederland.
Uitleg CQI
Terug naar slide
Wat zegt de verdeling CQI-score over locaties over de kwaliteit van zorg? De Client Quality Index (CQI) score drukt een waardering uit van cliënten voor een verblijfslocatie op basis van hun ervaringen. De informatie is waardevol omdat het inzage geeft in de ervaren kwaliteit van de geleverde zorg. Wat is de CQI score? De CQI score wordt weergegeven in sterren. Wanneer een locatie 3 sterren heeft ligt de behaalde score in lijn met het landelijke gemiddelde. Voor de CQ index geldt dat locaties die twee sterren krijgen significant verschillen van locaties die vier sterren krijgen. ‘Significant’ wil hier zeggen dat men ergens voor minimaal 95% zeker van is. Voor iedere OE met twee sterren is het dus voor minimaal 95% zeker dat deze daadwerkelijk lager scoort dan een OE met vier sterren. Hieronder geven we in een tabel en een figuur weer hoe de sterindeling tot stand komt. Het betrouwbaarheidsinterval valt geheel onder de gemiddelde ondergrens van alle betrouwbaarheidsintervallen Het betrouwbaarheidsinterval valt geheel onder het gemiddelde van alle locaties, maar niet geheel onder de gemiddelde ondergrens over alle betrouwbaarheidsintervallen Het betrouwbaarheidsinterval overlapt het gemiddelde van alle locaties Het betrouwbaarheidsinterval valt geheel boven het gemiddelde van alle OE’s maar niet geheel boven de gemiddelde bovengrens van alle betrouwbaarheidsintervallen Het betrouwbaarheidsinterval valt geheel boven de gemiddelde bovengrens van alle betrouwbaarheidsintervallen
Hoe is de verdeling CQI score over locaties tot stand gekomen? • Voor de analyse van de CQI score is gebruik gemaakt van het openbaar databestand VVT verslagjaar 2013 (bron: www.zorginstituutnederland.nl).
Uitleg scores cliëntervaringen en zorginhoudelijk Achtergrond Vanuit ZN en de zorgkantoren is het verzoek gekomen aan MediQuest om mee te denken over een uniforme normering van de indicatoren ‘Zorg voor Kwaliteit’ in de sector VV&T. Door middel van een uniforme normering krijgen OE’s bij alle zorgverzekeraars dezelfde waardering. Uniformering vindt plaats door met alle zorgkantoren gezamenlijk een normering te formuleren op het gebied van kwaliteit. Welke consequenties zorgkantoren vervolgens verbinden aan de uitkomsten van de normering is onderdeel van het inkoopbeleid en kan verschillen per zorgkantoor.
Terug naar slide
Waardering
Indicator 1.1 Ervaringen met eten en drinken (a. smaak, b. sfeer) 2.1 Omgang met elkaar 2.2 Gastvrijheid: Ervaringen met schoonmaken 2.4 Gastvrijheid: Ervaren privacy (PG) 3.1 Zinvolle dag
Cliëntervaring -VV
4.3 Respect voor mensen: Ervaren bejegening 5.1 Ervaren beschikbaarheid personeel 5.4 Ervaren kwaliteit personeel 6.1 Ervaren inspraak 6.2 Ervaren informatie
Er zijn twee waarderingen voor het intramurale deel (VV & PG): - Een waardering voor de zorginhoudelijke kwaliteit op basis van de resultaten op de zorginhoudelijke indicatoren. - Een waardering voor de cliëntervaringen op basis van de resultaten op de CQ-index.
6.3 Aanbevelingsvraag (NPS) 7.5 Ervaren veiligheid 4.1 Vrijheidsbeperkende maatregelen 4.1a Vrijheidsbeperkende maatregelen - Onbekend2 4.2 Antipsychotica 4.2a Antipsychotica – Onbekend2 4.4 Depressieve symptomen
De items waarop deze waarderingen gebaseerd zijn, zijn weergegeven in de tabel hiernaast.
4.4a Depressieve symptomen – Onbekend2 7.1a Risicosignalering – Uitvoering (per risicogebied (6))
Een uitgebreide omschrijving van de totstandkoming van deze scores is te vinden op www.zorgvoorkwaliteit.nl1.
Zorginhoud VV
7.1b Risicosignalering – Opvolging (per risicogebied(6)) 7.2 Valincidenten 7.2a Valincidenten – Onbekend2 7.3 Medicijnincidenten 7.3a Medicijnincidenten – Onbekend2 7.4 Probleemgedrag 7.4a Probleemgedrag – Onbekend2 5.2 Beschikbaarheid verpleegkundige
1http://www.zorgvoorkwaliteit.com/wp-content/uploads/Verantwoording-Normeringsvoorstel-VVT.pdf
Uitleg IGZ
Terug naar slide
Verscherpt toezicht IGZ De inspectie houdt toezicht op alle vormen van ouderenzorg door te toetsen of zorgaanbieders zich aan de (wettelijke) normen voor verantwoorde zorg houden. Wanneer blijkt dat er structurele tekortkomingen bestaan in de zorgverlening stelt de inspectie een locatie onder verscherpt toezicht. Het aantal locaties in de geselecteerde regio die onder verscherpt toezicht staan laat direct zien bij hoeveel locaties de zorgverlening niet op orde is. We geven het aantal locaties weer die onder toezicht van de inspectie voor de gezondheidszorg (IGZ) staan. Ook de locaties die in 2014 onder verscherpt toezicht hebben gestaan zijn meegenomen in deze rapportage. Het IGZ houdt op de website een overzicht bij van locaties die onder toezicht staan, dit overzicht wordt wekelijks bijgewerkt1. De versie die gebruikt is voor deze rapportage is van 11 maart 2015. Legenda locaties Locatie in 2014 onder toezicht van de inspectie. Locatie momenteel onder toezicht van de inspectie.
1http://www.igz.nl/onderwerpen/handhaving_en_toezicht/maatregelen/verscherpt-toezicht/index.aspx
Uitleg netto promotor score
Terug naar slide
Hoe komt de Net Promoter Score tot stand? Om de Net Promoter Score vast te stellen wordt de respondent gevraagd in welke mate hij/zij een bepaalde organisatie, product of dienst aan anderen (vrienden, collega’s en familie) zou aanbevelen: “Hoe waarschijnlijk is het dat u (organisatie x) zou aanbevelen aan een vriend of collega?” Respondenten antwoorden op een 0-tot-10 puntsschaal en worden als volgt gecategoriseerd: Promoters: Respondenten die een score van 9 of 10 gegeven hebben. Passives (passief tevredenen): Respondenten die een score van 7 of 8 gegeven hebben. Detractors (criticasters): Respondenten die een score van 0 tot 6 gegeven hebben.
NPS
% Promoters
% Criticasters
(9 en 10)
(0-6)
Uitkomst van de Net Promoter Score Het uiteindelijke resultaat van de NPS is geen percentage maar een absoluut getal, waarbij het resultaat kan liggen tussen de -100 en +100. Onderzoek toont aan dat Promoters trouwere klanten zijn, meer producten of diensten afnemen, hun leverancier vaker aanbevelen aan een bekende en daarmee dus autonome groei creëren. Het is vrijwel onmogelijk om verbeterpunten te vinden alleen op basis van de Net Promoter Score. Een lage NPS hoeft niet per definitie een lage klanttevredenheid te betekenen, denk bijvoorbeeld aan een low-interest product zoals energie. Het is waardevoller om een NPS binnen de eigen organisatie gedurende de tijd of binnen bedrijfsonderdelen te monitoren.
Uitleg verplaatsingen
Terug naar slide
Wat zegt het aantal verplaatsingen over de kwaliteit van zorg? Het aantal ziekenhuisopnames geeft informatie over de kwaliteit van de geleverde zorg. Het is wenselijk om ouderen zo min mogelijk naar het ziekenhuis te verplaatsen, omdat een ziekenhuisopname een ingrijpende gebeurtenis is voor ouderen. Uit onderzoek blijkt dat veel ouderen last hebben van functieverlies na ziekenhuisopname.1 Wat zijn verplaatsingsratio’s? De verplaatsingsratio’s geven weer in hoeverre meer/minder ouderen naar een ziekenhuis verplaatst worden dan je op basis van gemiddelde leeftijd en het percentage vrouwen zou verwachten. Wanneer de verplaatsingsratio hoger is dan 1 dan betekent dit dat er meer ziekenhuisopnames plaatsvinden dan we verwachten, wanneer de verplaatsingsratio lager is dan 1 dan betekent dit dat er minder ziekenhuisopnames plaatsvinden dan we verwachten. Hoe zijn de verhoudingen tot stand gekomen? Voor de analyse naar aantal ziekenhuisopnames hebben we gebruik gemaakt van gegevens over 2013. Iedereen die in 2013 zorg ontving in een intramurale zorginstelling binnen onze zorgkantoorregio, én in 2013 Zvw-verzekerd was bij Achmea is meegenomen in deze analyse. We hebben de analyse gesplitst in PG (psychogeriatrisch) en Somatiek, waarbij we mensen op basis van ZZP hebben ingedeeld. PG bestaat uit ZZP 4,5 en 7 en somatiek bestaat uit ZZP 3,6 en 8. Ouderen die in 2013 zorg ontvingen voor ZZP 1,2,9 of 10 hebben we buiten beschouwing gelaten. We hebben ziekenhuisopnames bepaald op basis van de declaraties van klinische DOT’s die bij ons binnen zijn gekomen. Voor sommige DOT-producten is niet te zeggen of ze gepaard zijn gegaan met een ziekenhuisopname, deze hebben we buiten beschouwing gelaten. Tot slot hebben we alleen locaties meegenomen waar in 2013 minimaal 10 verzekerden van ons verbleven. 1 Stichting
Effectieve Ouderenzorg,Transmurale Zorgbrug voor de oudere ziekenhuispatiënt, juli 2013. Bezocht op 18-02-2015 via: http://www.effectieveouderenzorg.nl/Portals/0/Handleiding%20TZB%202013%20digitaal.pdf
Uitleg cliëntstromen
Terug naar slide
Wat zeggen de cliëntstromen over de toegankelijkheid van zorg? Cliëntstromen geven ons inzicht in de toegankelijkheid van intramurale zorginstellingen in een bepaald gebied. Als een groot deel van de ouderen uit een bepaalde regio een eind moet reizen wanneer ze intramuraal gaan wonen, kan een verminderde toegankelijkheid in deze regio de oorzaak zijn. Daarnaast laat het ook zien waar ouderen met name naartoe gaan, en welke gemeenten een bovenregionale functie vervullen. Wat zijn cliëntstromen? In de rapportage geven we cliëntstromen op twee manieren weer: 1. Gemiddelde reistijden: we delen de reistijd van huis naar locatie in 4 categorieën in: 0-15 minuten; 15-30 minuten; 30-45 minuten en meer dan 45 minuten, en geven aan welk percentage ouderen in elke categorie valt. Daarnaast laten we het aantal ouderen waar de grafiek over gaat zien. 2. Meest voorkomende cliëntstromen: we laten zien naar welke gemeenten ouderen het meest verhuizen op het moment dat ze intramuraal gaan wonen. Hiermee krijgen we zicht in de meest voorkomende stromen. Hoe zijn de cliëntstromen tot stand gekomen? • Voor de analyse naar cliëntstromen hebben we gebruik gemaakt van data over 2013 en 2014. Iedereen die in 2013 of 2014 binnen onze zorgkantoorregio’s voor het eerst een indicatie voor intramuraal verblijf verzilverde is meegenomen in deze analyse (bron: AZR-bestand). • Zowel de postcode vóór intramuraal verblijf als de postcode van de locatie zijn uit het AZR-systeem gefilterd. • Met behulp van een reistijdentabel zijn de gemiddelde reistijden tussen de postcodes voor en tijdens opname bepaald. • Daarnaast hebben we vanuit ieder postcodegebied geanalyseerd naar welke gemeenten verhuisd werd wanneer men intramuraal ging wonen.
Uitleg leeftijd intramuraal en ZZP-mix
Terug naar slide
Leeftijd bij intramuraal gaan Op deze slide staan twee figuren die informatie geven over de leeftijd op het moment dat een cliënt intramuraal wordt opgenomen. We hebben deze informatie in de rapportage opgenomen omdat het een indicatie kan zijn van doelmatigheid. Een lage gemiddelde leeftijd kan een indicatie zijn van ondoelmatige zorg: ouderen worden te snel opgenomen. Als de gemiddelde leeftijd van intramuraal gaan in een regio juist hoog is, is het extramurale zorgaanbod in deze regio mogelijk zo goed dat ouderen langer thuis kunnen blijven wonen. ZZP-mix De ZZP-mix geeft de verhouding weer tussen de lichte en zware zorgzwaartepakketen. Bij afwijkingen in de ZZP-mix ten opzichte van andere regio’s kun je je afvragen waarom ouderen in een bepaalde regio zo snel worden opgenomen. Heeft de thuissituatie van ouderen (alleenstand, woning niet geschikt voor ouderen, etc) hier mee te maken of ligt het aan het zorgaanbod in de regio (goede extramurale zorg, veel mantelzorg, etc). Interessant is ook om de inzichten van de ZZP-mix te combineren met de leeftijd waarop mensen intramuraal gaan. Vaak zie je namelijk dat een lage gemiddelde leeftijd gepaard gaat met een lichte ZZP-mix. Het is belangrijk om in het achterhoofd te houden dat deze slide vooral inzichten geeft om over in gesprek te gaan maar geen inzicht geeft in de oorzaak van de verschillen tussen regio’s.
Uitleg zorgaanbod
Terug naar slide
Inzicht in het zorgaanbod bleek geen gemakkelijke opgave. Om toch inzicht in het aanbod te krijgen hebben we de inkopers gevraagd om per locaties aan te geven wat de fysieke capaciteit is. Voorbehoud In deze rapportage is het zorgaanbod gebaseerd op het aantal beschikbare plaatsen in een locatie. Hierbij wordt geen rekening gehouden met andere factoren die van invloed zijn op de capaciteit, zoals het personeel. Uit een rapport van IGZ blijkt dat de kwaliteit van de ouderenzorg slechts langzaam verbetert1. Een belangrijke bevinding is dat de personele inzet en deskundigheid niet voldoende is afgestemd op zorgbehoeften van cliënten. En dat terwijl de deskundigheid van het personeel de komende jaren alleen maar belangrijker zal worden. Ouderen die in de toekomst in een intramurale zorginstelling terechtkomen, zullen dan nog complexere zorg nodig hebben dan nu.
1http://www.igz.nl/actueel/nieuws/verbetering_kwaliteit_ouderenzorg_gaat_langzaam.aspx.
Website bezocht op 4 maart 2015.
Uitleg zorgvraag
Terug naar slide
Deze sheet geeft inzicht in de zorgvraag van de geselecteerde regio. De totale zorgvraag bestaat uit de verzilverde zorgvraag en de niet-verzilverde zorgvraag. De niet-verzilverde zorgvraag splitsen we verder uit naar de actief wachtenden en de wenswachtenden. Wanneer er in een bepaalde regio veel wachtenden zijn betekent dit dat de toegankelijkheid hier niet optimaal is. In de zorgvraag is de geriatrische revalidatiezorg (ZZP 9) niet meegenomen.
Uitleg voorspelling zorgvraag
Terug naar slide
Om tot een voorspelling van de zorgvraag te komen zijn twee bronnen gecombineerd: 1. AZR: In deze bron bereken we per postcode en leeftijds-/geslachtscategorie het aantal mensen dat gebruik maakt van intramurale zorg. 2. PRIMOS: Deze bron geeft de toekomstige ontwikkeling in demografie weer. Op basis van een voorspelmodel wordt per postcode het aantal inwoners in een leeftijds-/geslachtscategorie geschat. Door deze bronnen te combineren wordt per postcode inzichtelijk wat de ontwikkeling van de zorgvraag als gevolg van demografische ontwikkelingen zal zijn. We hebben hierbij rekening gehouden met de extramuralisatie van de ZZP1 -3. Om de snelheid te bepalen waarop deze ZZP’s worden geëxtramuraliseerd hebben we ons gebaseerd op het rapport “Prognose Extramuralisering” van ABF Research dat in opdracht van VWS is uitgevoerd. Door het toepassen van deze methode doen we twee aannames in de voorspelling: 1. De gemiddelde verblijfsduur binnen een ZZP blijft gelijk. 2. De indicatiestelling van het CIZ blijft ongewijzigd. Om te verduidelijken hoe we tot de voorspelling zijn gekomen is hieronder een vereenvoudigd voorbeeld weergegeven.
ZZP4 [% van inwoners, AZR]
Inwoners [#,PRIMOS] 2015 2025
Voorspelde zorgvraag [ZZP4] 2015 2025
Man
65-70
10%
1.000
1.100
100
110
Vrouw
65-70
8%
1.100
1.300
88
104
Man
95-100
15%
100
110
15
17
Vrouw
95-100
15%
120
140
18
21
221
252
Uitleg verzilverde zorgvraag
Terug naar slide
In deze sheet zoomen we verder in op de verzilverde zorgvraag. De verzilverde zorgvraag kan berekend worden door het aantal 65+’ers in de regio te vermenigvuldigen met het percentage 65+’ers dat een indicatie krijgt en dit te vermenigvuldigen met het percentage indicaties dat verzilverd wordt. Interessant op deze sheet is met name het percentage 65+’ers met een indicatiestelling. Wanneer de indicatiestelling in deze regio hoger ligt dan in de peergroup of in de zorgkantoorregio’s van Achmea kan het zijn dat de indicaties in deze regio sneller worden afgegeven dan in zorgkantoorregio’s van Achmea óf dat er veel meer ouderen zijn die om een indicatie vragen. Het verzilveringspercentage geeft daarnaast aan hoeveel ouderen wel een indicatie hebben maar geen zorg gebruiken. Een laag verzilveringspercentage kan een indicatie zijn van beperkte toegankelijkheid, maar ook voor het makkelijk afgeven van indicaties.