Op weg naar groen Energie-inkoop van gemeenten
Colofon
Op weg naar groen. Energie-inkoop van gemeenten. Redactie: Ilse Chang en Wendela de Vries campagneteam Energie en Klimaat De meeste artikelen in deze bundel zijn gebaseerd op interviews met genoemde personen, behalve de artikelen over gemeente Waddinxveen en Utrecht, die door genoemde personen zelf zijn geschreven. Milieudefensie dankt alle geïnterviewden en schrijvers hartelijk voor hun bereidwillige medewerking. Vormgeving: Mels grafische vormgeving, Hoorn Foto omslag: Martijn Beekman/Hollandse Hoogte Wilt u op de hoogte blijven van acties van het campagneteam Energie en Klimaat, geef u dan op voor onze e-maillijst via
[email protected].
Milieudefensie Postbus 19199 1000 GD Amsterdam tel: 020 6262 620
[email protected] giro 18650 Meer info: www.milieudefensie.nl/klimaat © 2003 Milieudefensie, Amsterdam Deze uitgave is mede mogelijk gemaakt door ondersteuning van het programma Duurzame Energie in Nederland, dat door Novem wordt uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Economische Zaken.
2
Inhoudsopgave
Inleiding
5
HOOFDSTUK 1
De groene stroommarkt voor gemeenten Het moet en het kan • Klimaatverandering en gemeentelijke energie-inkoop 7 • Gemeenten op de goede weg. Resultaten enquête Milieudefensie 7 • Lichtgroen, donkergroen. De milieukwaliteit van groene stroom 8 • Productinformatie en prijsontwikkeling 9 Heddeke Heijnes, manager Greenprices • Het traject van energie-inkoop op de vrije markt 10 Bert Steinbach, inkoopadviseur Nederlands Inkoop Centrum • De gemeente als groene klant 11 Arjen Visser, marketing- en verkoopmanager NRE Energie Hans Keinemans, account manager/segment coördinator publieke sector, Nuon Business
7
HOOFDSTUK 2
Al doende leert men Gemeenten pionieren op de vrije energiemarkt • Gemeente Arnhem. Baanbreker op de vrije markt 13 Harm Eetgerink, coördinator energie en milieuzorg • Gemeente Leeuwarden. Samen voor een goede prijs 14 Bouwe de Boer, energiecoördinator • Gemeente Utrecht. Garanties over herkomst van stroom 14 Inge van de Klundert, afdeling milieu en duurzaamheid • Gemeente Waddinxveen. Doorzetten met voorbeeldfunctie 16 Wim van Valen, beleidsmedewerker milieu en energie • Gemeente Delft. Puntensysteem voor milieukwaliteit 17 Rik Grashoff, wethouder gemeente Delft • Gemeente Rotterdam. Keuzes communiceren richting burger 18 Hendrik Jan Bosch, energiecoördinator
13
HOOFDSTUK 3
Gemeente, draag je steentje bij! Burgers in actie voor groene stroom • Milieudefensie Weert Hilda Helsdingen-Mulder 20 • Milieudefensie Uden Theo van den Heuvel 20
20
HOOFDSTUK 4
Het kan nog groener Duurzaam inkopen en adviesmogelijkheden • Enthousiaste ambtenaren zijn belangrijke pijler 22 Corine van As, programma-adviseur duurzaam inkopen, Novem • Meer mogelijkheden voor lokaal klimaatbeleid 22 Martien Das, adviseur lokaal klimaatbeleid, Novem
22
Meer informatie
24
3
4
Inleiding
Maar daarnaast is het natuurlijk goed mogelijk om in het kader van lokaal klimaatbeleid middelen vrij te maken. Het tegengaan van klimaatverandering is immers een milieuprioriteit van de eerste orde, en groene stroom levert daaraan een wezenlijke bijdrage. We zullen moeten investeren in maatregelen die klimaatverandering voorkomen. Doen we dat niet, dan zal dat leiden tot grote ecologische en economische schade. Milieudefensie hoopt dan ook van harte, dat gemeenten hun groene inkoopbeleid in de toekomst zullen doorzetten, ook als de financiële voordelen minder worden.
Het gaat goed met de vergroening van de gemeentelijk stroominkoop. Sinds de energieliberalisering is al een derde van de Nederlandse gemeenten helemaal overgestapt op energie uit zon, wind, waterkracht en biomassa. En meer dan de helft heeft groene stroom voor minstens vijftig procent van haar aansluitingen. Dat is goed nieuws voor het klimaat, want groene stroom draagt niet bij aan de toename van het broeikaseffect, de oorzaak van klimaatverandering. Tegelijkertijd is het verbazingwekkend, dat nog steeds dertien procent van de gemeenten in het geheel geen groene stroom inkoopt. Groene stroom is haalbaar en betaalbaar, en er is een groot maatschappelijk belang mee gemoeid. Het is wel pionieren geweest voor veel gemeenten. De vrije markt dwingt tot het maken van keuzes en het ontwikkelen van nieuw beleid. Daarvoor is kennis van de markt nodig, en die markt is niet altijd even doorzichtig. In deze bundel kunt u lezen hoe verschillende gemeenten hier mee zijn omgegaan. Ook vroegen we de mening van energiebedrijven, adviseurs en betrokken burgers. Voor veel gemeenten is groene stroom een afweging tussen milieuaspecten en kostenaspecten. Op dit moment kunnen gemeenten beide aspecten goed combineren. Veel gemeenten hebben voordelige contracten kunnen afsluiten. Soms door de aard van hun aansluitingen, soms door een samenwerking met andere gemeenten. Helaas lukt het niet altijd om financieel voordeliger uit te komen met groene stroom. Milieudefensie is van mening dat eventuele meerkosten nooit een reden mogen zijn om geen groene stroom te nemen. Vaak kan op de gemeentelijke energierekening bespaard worden door een efficiënter inkoopbeleid en door energiebesparende maatregelen. De vrijgekomen middelen kunnen worden ingezet voor eventuele meerkosten van klimaatvriendelijke inkoop.
5
6
HOOFDSTUK 1
De groene stroommarkt voor gemeenten Klimaatverandering en gemeentelijke energie-inkoop laag die het dichtst bij de burger staat. Zij kunnen hun inwoners stimuleren tot bijvoorbeeld energiezuinig gedrag en energiezuinig wonen. Daarvoor zijn veel programma’s ontwikkeld, onder meer door de Novem. Gemeenten moeten daarbij natuurlijk wel zelf het goede voorbeeld geven. Dat kan bijvoorbeeld door ruimte voor windparken aan te wijzen of door het energiegebruik van overheidsgebouwen door te lichten.
Ons klimaat verandert. Het wordt steeds warmer, waardoor gletsjers en poolijs afsmelten. Door opwarming van het zeewater stijgt de zeespiegel. De seizoenen veranderen, waardoor de natuur ontregeld raakt. En extreme weersomstandigheden, zoals droogtes en stortbuien, komen steeds vaker voor. Klimaatverandering leidt tot schade, bijvoorbeeld door de toename van overstromingen. Deze schade is veelal onverzekerbaar en zal betaald moeten worden uit publieke noodfondsen – voor zover die er zijn. Ook zullen kostbare aanpassingsmaatregelen nodig zijn, bijvoorbeeld in waterbeheer en landbouw.
Een eenvoudige vorm van gemeentelijk klimaatbeleid is overstappen op groene stroom. Dat levert een forse bijdrage aan beperking van CO2-uitstoot. De lokale overheid is immers een grote energiegebruiker. Denk alleen al aan de straatverlichting en aan sportcomplexen, rioolgemalen en de verlichting van openbare gebouwen. Door deze positieve bijdrage aan het klimaatbeleid actief naar de burger te communiceren wordt het vertrouwen gestimuleerd in groene stroom als oplossing voor het klimaatprobleem. Voor inwoners van een gemeente kan de boodschap dat haar eigen lokale overheid op groene stroom overstapt weerstanden en onwennigheid overwinnen. Ook voor bedrijven en andere private grootgebruikers kan de keuze van de gemeente een extra stimulans zijn om schone energie als een serieuze optie te zien.
De belangrijkste oorzaak van klimaatverandering is het groeiend gebruik van de fossiele brandstoffen olie, kolen en aardgas. Daardoor komt er te veel kooldioxide (CO2) in de atmosfeer. Door dit broeikasgas wordt onnatuurlijk veel zonnewarmte op aarde vastgehouden. Als de opwarming van de aarde doorzet, zal de gemiddelde wereldtemperatuur deze eeuw met 1,4 tot 5,8 graden stijgen. Dit proces is uitgebreid onderzocht en beschreven door het International Panel on Climate Change (IPCC), een onderzoeksorgaan van de Verenigde Naties. De eindconclusie van het IPCC is, dat er voor klimaatverandering geen andere verklaring kan zijn dan menselijk handelen. Deze eindconclusie is door alle landen van de wereld aanvaard. In het verdrag van Kyoto hebben vervolgens alle industrielanden, met uitzondering van de Verenigde Staten en Australië, afgesproken om het klimaatprobleem aan te pakken. Zij willen hun uitstoot van kooldioxide tussen 2008 en 2012 omlaag brengen met gemiddeld 5,2 procent ten opzichte van de uitstoot in 1990. Nederland heeft in Europese Unie-verband afgesproken om zes procent minder kooldioxide uit te gaan stoten. Daarvoor is zowel landelijk als lokaal klimaatbeleid in gang gezet.
Daarom wil Milieudefensie in het kader van de campagne Schakel naar Schoon zoveel mogelijk gemeenten bewegen om zo groen mogelijke energie te gaan gebruiken. Dat doet Milieudefensie samen met plaatselijke milieugroepen die hun eigen gemeente doorlichten.
Gemeenten op de goede weg Resultaten enquête Milieudefensie In het voorjaar van 2003 heeft Milieudefensie onderzoek gedaan naar de energie-inkoop van gemeenten. Op de enquête reageerden 91 gemeenten. Analyse van de respons geeft aan dat deze als redelijk representatief beschouwd kan worden voor gemeenten in het algemeen.
Klimaatverandering is een mondiaal probleem. Dat wil niet zeggen, dat er op lokaal niveau niets hoeft te gebeuren. Integendeel. Gemeenten zijn de bestuurs-
7
Uit de enquête bleek het volgende:
van de milieukwaliteit van de stroom die ze inkopen. Het onderscheid tussen grijze en groene stroom wordt nog wel gemaakt, maar binnen deze categorieën is vaak weinig bekend over de aard van het product. Veel gemeenten geven aan dat die informatie, bijvoorbeeld of ze wel of niet kernenergie gebruiken, niet eens bekend is bij hun leverancier. Milieudefensie vindt dat energieleveranciers van zowel grijze als groene energie verplicht zouden moeten worden om hun klanten hierover te informeren.
Energie-inkoop door gemeenten 73 % van de gemeenten koopt (deels) groene stroom in
14 % van de gemeenten weet niet wat zij inkoopt
13 % van de gemeenten koopt geen groene stroom in
Het volledige enquêterapport is te downloaden op www.milieudefensie.nl/klimaat
Milieudefensie concludeert op basis van deze uitkomsten dat overstappen op groene stroom haalbaar en realistisch beleid is, zowel voor grote als voor kleine gemeenten.
Lichtgroen, donkergroen De milieukwaliteit van groene stroom Zon, wind en (kleinschalige) waterkracht zijn veruit de schoonste bronnen voor groene energie. Ze worden ons in onuitputtelijke hoeveelheden gratis geleverd door de natuur. We hebben steeds betere technieken om zon, wind, en waterkracht voor energie-opwekking te gebruiken. Daarnaast wordt in toenemende mate biomassa als bron voor groene energie gebruikt. Biomassa is plantaardig materiaal, waar bij verbranding niet meer CO2 vrij komt dan tijdens de groei is vastgelegd. Het is dus een klimaatvriendelijke brandstof. Wel vindt Milieudefensie dat biomassa aan een aantal voorwaarden moet voldoen. Er moet bijvoorbeeld zo veel mogelijk gebruik worden gemaakt van duurzaam geteeld materiaal, en biomassacentrales moeten gaan voldoen aan dezelfde milieu-eisen als AVI’s.
Percentage groene energie-inkoop Energie-inkoop
Aantal gemeenten
% van de gemeenten
onbekend
13
14,3
100% groen
27
29,6
>50% groen
13
14,3
10-50% groen
20
22
0.1-10% groen
6
6,6
0% groen
12
13,2
Totaal
91
100
Uit de enquête bleek ook dat, hoewel 73 procent deels of helemaal groen stroom inkoopt, de keuze voor groene stroom slechts bij 25 procent van de gemeenten verankerd is in het milieubeleid. Dat heeft Milieudefensie verbaasd en verontrust. Energieinkoop zou een logisch onderdeel moeten zijn van het lokaal klimaatbeleid. De mate waarin gemeenten hun keuze voor groene stroom uitdragen naar hun burgers is over het algemeen teleurstellend. Milieudefensie vindt dat gemeenten zich meer bewust moeten zijn van de voorbeeldfunctie die zij hebben richting hun burgers. Gemeenten zouden zich daarom niet alleen voor groene stroom moeten uitspreken door het zelf zo veel mogelijk te gebruiken, maar ook door daarover te communiceren. Daarmee kan een gemeente zich tevens als verantwoord bestuurder profileren.
Kernenergie is geen groene energie. Ook bij kernenergie, met name bij het proces van uraniumverrijking, komt CO2 vrij. Maar kernenergie is vooral geen groene energie omdat bij de productie radioactief afval vrij komt. We weten nog steeds niet hoe we dat afval veilig kunnen opslaan of verwerken, en het blijft duizenden jaren gevaarlijk. Het vervangen van fossiele brandstof door kernenergie is dus het vervangen van het ene ernstige milieuprobleem door het andere. Ook energie uit grootschalige waterkrachtcentrales is niet groen te noemen. Waterkracht op zichzelf kan een schone energiebron zijn, maar grote stuwdammen leveren meestal veel problemen voor de omgeving. In Nederland hebben we weinig waterkracht, en deze is voornamelijk afkomstig uit kleinschalige centrales.
De transparantie van de elektriciteitsmarkt laat duidelijk nog te wensen over. Gemeenten weten weinig
8
kopen afkomstig is van windmolens of biomassa, laat staan van welke windmolen of biomassacentrale. Gemeenten die zelf willen kiezen voor een bepaald soort stroom kunnen het best voor een leverancier kiezen die bereid is deze informatie wel te leveren. In de praktijk zijn er al leveranciers die hun groene stroomproducten differentiëren door bijvoorbeeld wind en zon als premiumproduct aan te bieden.
Het is van belang, dat de totale productiecapaciteit van groene energie in Europa toeneemt. Er moeten meer schone centrales komen. Elektriciteitsbedrijven moeten investeren in groene productiecapaciteit: méér windmolens, méér zonnepanelen, méér waterkracht- en biomassacentales. Dat zal gebeuren als de consumentenvraag blijft groeien en de regering zorgt voor een betrouwbaar investeringsklimaat voor groene energie.
De landelijke overheid probeert steeds meer om de opwekking van groene stroom aan de productiekant te stimuleren in plaats van aan de vraagkant. De invoering van de MEP, een vergoeding per kWh aan producenten van groene stroom, is een belangrijke uitwerking van dit streven. De REB vrijstelling voor groene stroom wordt geleidelijk afgeschaft. Op zich hebben gemeenten niet direct met de MEP te maken hebben omdat zij gewoon de prijs betalen die met hun energieleverancier is afgesproken. De invoering van de MEP heeft echter wel gevolgen voor de transparantie van de groene stroommarkt. Door het tot nu toe ontbreken van een EUstandaard voor groene stroom is er bijvoorbeeld nauwelijks overheidscontrole op de groenheid van geïmporteerde stroom.
Productinformatie en prijsontwikkeling Heddeke Heijnes, manager Greenprices Greenprices.nl is een vergelijkingswebsite van groene stroom aanbieders. De site is vooral bedoeld om de groene stroommarkt met haar vele aanbieders en producten inzichtelijker te maken voor mensen die overwegen over te stappen. De Greenprices-site geeft informatie over prijzen, leveringsvoorwaarden en producten. Greenprices.nl is in eerste instantie begonnen met informatievoorziening voor particulieren, omdat de toenmalige REB-vrijstelling een overstap naar groen bij deze groep extra aantrekkelijk maakte. Inmiddels is de site uitgebreid met informatie voor zakelijke gebruikers, zoals gemeenten. Binnenkort zal Greenprices ook informatie over grijze stroom en gas gaan verzorgen, omdat ook daar kwaliteitsverschillen zijn, die niet altijd zichtbaar zijn.
Veel gemeenten hebben de afgelopen tijd aantrekkelijke aanbiedingen gekregen, waardoor de overstap naar groene stroom alleen al om financiële redenen een logische was. Het is nog onduidelijk of de groene stroommarkt financieel aantrekkelijk zal blijven voor gemeenten als de huidige contracten aflopen. De marges op grijs zullen uiteindelijk kleiner zijn dan bij groen. Maar of er prijsverschillen komen en zo ja, hoe groot die zullen zijn, is nog onzeker. Met de opening van de grijze markt voor kleinverbruikers is het wel te verwachten dat zich nieuwe prijsstunters op de markt zullen begeven.
Groene stroom is een ongrijpbaar product. Wat je koopt is in feite een garantie, dat er voor jou energieverbruik groene stroom wordt opgewekt. Die garantie wordt door de overheid geregeld door de afgifte van zogenaamde Groencertificaten aan de producenten van groene stroom. Een windmolenboer, bijvoorbeeld, krijgt een Groencertificaat voor het aantal kWh dat zijn windmolen produceert. De overheid controleert of het totaal verkochte kWh groene stroom overeenkomt met het totaal aan ingeleverde certificaten. Leveranciers hebben Groencertificaten nodig om bij de belastingdienst de REB-korting te declareren, die op dit moment nog voor groene stroom geldt. Ook voor geïmporteerde groene stroom moeten door Nederland erkende certificaten worden overhandigd.
Gemeenten die voor groene stroom kiezen zijn welkom op de Greenprices top 25. De top 25 biedt grote groene stroomverbruikers de mogelijkheid zich op hun groene energie-inkoop te profileren. Een aantal gemeenten behoort tot deze top 25 en er is zelfs een aparte top 25 voor gemeenten. Gemeenten kunnen zich online aanmelden voor deze ranglijsten.
Groencertificaten geven ook informatie over wat voor groene stroom de leverancier heeft ingekocht bij de producent. Leveranciers zijn echter niet verplicht om gemeenten te vertellen of de groene stroom die zij
9
Het traject van energie-inkoop op de vrije markt
lijk te bundelen uit oogpunt van efficiëntie, maar vanwege gebonden contracten voor sommige objecten is het niet altijd mogelijk alle objecten mee te nemen in het totaal.
Bert Steinebach, inkoopadviseur Nederlands Inkoop Centrum
Aan de hand van deze profielen worden drie energie-inkoopscenario’s uitgewerkt:
Het Nederlands Inkoop Centrum (NIC) is een onafhankelijk inkoop- en inkoopadviesbureau en treedt op als bemiddelaar en adviseur voor inkopen in en rondom gebouwen van overheidsinstellingen, gemeenten, zorginstellingen en onderwijsinstellingen. De inkoop van energie is een van de terreinen waarop men actief is. Zowel individuele gemeenten als samenwerkingsverbanden van gemeenten worden in het energie-inkooptraject begeleid. Het NIC werkt veelal samen met inkopers en energiecoördinatoren van gemeenten.
1 Maximaal financieel voordeel 2 Honderd procent groen 3 Gewenste percentage groen NIC stuurt op basis hiervan aanvragen naar de verschillende leveranciers. Bij grote gemeenten of samenwerkingsverbanden is er meestal sprake van een overschrijding van het z.g. drempelbedrag voor EG-aanbestedingen en moet er een aanbestedingstraject gevolgd worden volgens de EU richtlijnen. Dit duurt ongeveer drie maanden.
Voordat een gemeente met energie-inkoop aan de slag gaat moet zij allereerst haar energievraag inventariseren. Met andere woorden, voor welke objecten koopt zij energie in en wat is het elektriciteitsverbruik van deze objecten? Deze informatie is terug te vinden in de vele energierekeningen die een gemeente ontvangt. Het uitzoekwerk is in veel gevallen een behoorlijke klus. Ook energieleveranciers hebben dit overzicht namelijk niet paraat. Er blijken bijna altijd discrepanties te zijn tussen de informatie van oude leveranciers, nieuwe leveranciers en netbeheerders.
Veel gemeenten blijken vanuit milieuoverwegingen belangstelling te hebben voor groene stroom. Maar weinig gemeenten hebben de financiële ruimte om een meerprijs hiervoor te bepalen. Tot nu toe zijn ze in de gelukkige omstandigheid dat het scenario honderd procent groen vaak samenvalt met het scenario zo goedkoop mogelijk. Er zijn dus veel gemeenten die voor een honderd procent groen pakket kiezen. De gunstige prijzen hebben deels te maken met de scherpe prijzen waarvoor groene energie wordt aangeboden en deels met het feit dat men voor de kleinverbruikersaansluitingen nog niet vrij de grijze leverancier mag kiezen.
Het NIC gebruikt deze gegevens om een analyserapport te maken van de energievraag die de gemeente heeft.
Als men eenmaal een nieuwe leverancier heeft gekozen, is het belangrijk om goed te letten op de facturen. Dit hebben de energieleveranciers namelijk nog niet goed geregeld en een gemeente die wel een besparing op de begroting heeft ingeboekt, kan voor onaangename verrassingen komen te staan als er pas na een half jaar of langer een eerste factuur komt die blijkt tegen te vallen. Gelukkig lijken de energiebedrijven de laatste tijd hun zaken op dit gebied steeds beter voor elkaar te krijgen.
Daarbij worden de objecten onderverdeeld in de volgende energieverbruiksprofielen: • Kantoorgebouwen (energieverbruik overdag) • Openbare verlichting (energieverbruik tussen zonsondergang en -opgang) • Verkeersregelinstallaties (energieverbruik 24 uur per dag) • Pompen en gemalen (energieverbruik onregelmatig)
Vanuit milieubeleidsoverwegingen en inkoopoverwegingen, zijn niet alle soorten groene stroom hetzelfde. Energieleveranciers onderscheiden in dat verband drie soorten groene stroom:
Kenmerkend voor gemeenten is dat ze meestal te maken hebben met een groot aantallen objecten die als kleinverbruiker kunnen worden aangemerkt volgens de definitie van de Elektriciteitswet. Dit is van belang met name bij het vergroenen i.v.m. de REB-vrijstelling en dus de uiteindelijke prijs die men betaalt voor de elektriciteit. Gemeenten proberen in dit kader hun energie-inkoop namelijk zo veel moge-
1 wind, water, zon 2 biomassa 3 kleinschalige waterkracht
10
Bijzonder aan gemeenten is dat ze te maken hebben met Europese richtlijnen voor openbare aanbestedingen. Zo'n beetje negen van de tien gemeenten heeft een dusdanige energiegebruik dat ze zo'n aanbestedingsprocedure moet volgen. Als energiebedrijf moet je dan voldoen aan een compleet bestek van eisen die een gemeente volgens de richtlijn opstelt. Die eisen beslaan het hele traject, van het product stroom tot aan de facturering. De gemeente is vervolgens dan verplicht om te kiezen voor het bedrijf dat de laagste prijs biedt.
Leveranciers bieden vaak een gemengd pakket van deze soorten groen aan, zodat maximaal gebruik kan worden gemaakt van REB-voordelen. Zo geldt er bijvoorbeeld voor kleinschalig waterkracht geen REB voordeel en wordt veelal ingezet op een jaarverbruik boven 50.000 kWh. Er is dan wel sprake van REB maar tegen een gering belastingtarief, waardoor deze categorie aantrekkelijk is voor de grootverbruikers. Het NIC heeft in haar werk gemerkt dat het kennisniveau van gemeenten op het terrein van energieinkoop beter kan. Daarom wordt veel aandacht besteed aan informatievoorziening over onderwerpen zoals inventarisatie, REB en bemeteringsvraagstukken.
De hoeveelheid en diversiteit aan aansluitingen maken gemeenten ook tot bijzondere klanten. Zo tellen belastingtechnisch alle straatlantaarns bij elkaar als één aansluiting van behoorlijke formaat, maar heeft een gemeente ook flitspalen, die weer afzonderlijk tellen. Als het overzicht van aansluitingen niet volledig is, kunnen zowel de gemeente als het energiebedrijf voor rare verrassingen komen te staan aan het eind van het jaar omdat contracten worden gesloten op basis van kWh berekeningen en niet op aansluitingen.
Veel gemeenten hebben de afgelopen tijd een contract gesloten voor één of twee jaar. Het NIC alleen al heeft 140 gemeenten hierbij begeleid. Deze contracten bevatten in de regel een optie tot verlenging waarbij alleen over de prijs nog moet worden onderhandeld. Als gemeenten besluiten deze contracten te verlengen, zal de energie-inkoop behoorlijk groen blijven. Maar de ontwikkelingen op een geliberaliseerde kleinverbruikersmarkt voor grijze stroom zijn nog onzeker.
De meeste gemeenten vragen volgens NRE expliciet naar scherp geprijsde stroom, expliciete milieuvoorwaarden worden weinig gesteld. Een uitzondering daarop is bijvoorbeeld de gemeente Waddinxveen, die 100% wind vroeg. Door de huidige systematiek van REB kan groene stroom voor een concurrerende prijs worden aangeboden ten opzichte van grijze stroom. Dan zeggen gemeenten natuurlijk geen nee. Inmiddels hebben alle gemeenten in het klantenbestand van NRE in ieder geval voor een deel groene stroom voor hun aansluitingen. In het algemeen geldt: hoe ouder het contract, hoe minder groene stroom er in zit. Momenteel worden eigenlijk alle aansluitingen tot de 50.000 kWh voordelig van groene stroom voorzien.
Ook de ontwikkelingen rond de REB zijn van belang voor gemeenten. In hoeverre bijvoorbeeld zal de belastingdienst gemeenten toe zal staan openbare verlichting als een grootverbruikersaansluiting te zien? Wat is de hoogte van de REB tarieven? Gemeenten zullen hiervoor gevoelig zijn, zeker omdat zij relatief veel kleinverbruikersaansluitingen hebben.
De gemeente als groene klant I Arjen Vissers, marketing- en verkoopmanager NRE Energie
NRE verwacht dat er veel kan gaan veranderen na 2005, als alle REB-korting voor groen verdwijnt. De kans bestaat dat groene energie dan duurder wordt. Het is maar de vraag of gemeenten dan op groen blijven. Echte gemotiveerde klanten die bewust voor groen kiezen zullen er altijd blijven. NRE blijft daarom wel groene stroom aanbieden.
NRE Energie levert groene stroom uit wind, biomassa en waterkracht. Wind vormt het grootste aandeel en komt uit windparken in Nederland. De afkomst van de zuivere biomassa verschilt van certificaat tot certificaat afhankelijk van wat op dat moment in de handel is. De meeste waterkracht is bestemd voor zakelijke klanten en gemeenten. Gemeenten zijn een klantengroep waar NRE Energie van oudsher een goede binding mee heeft. Momenteel voorziet NRE Energie 25 gemeenten uit de regio Eindhoven van stroom, maar de klantenkring reikt tot aan Almere en Waddinxveen.
Zoals de laatste jaren op het gebied van windenergie in Nederland is gebleken, vraagt investeren in duurzame energieopwekking een lange termijn commitment van energiebedrijven.
11
De gemeente als groene klant II
Enerzijds omdat gemeenten met hun vele kleine aansluitingen niet op de vrije grijze markt kunnen opereren, maar wel op de groene markt. Anderzijds omdat het Verdrag van Kyoto een bewustwordingsproces op gang heeft gebracht, en beleid in gang heeft gezet dat gemeenten dwingt iets aan klimaatbeleid te doen. Er is echter weinig geld voor de uitvoering van dit beleid.
Hans Keinemans, account manager/segment coördinator publieke sector, Nuon Business Van de bijna 500 gemeenten in Nederland kopen er 175 hun elektriciteit bij Nuon. Gemeenten verschillen daar niet veel van andere zakelijke klanten. Ze eisen een betrouwbare levering, willen heldere facturen en letten scherp op de prijs. Net zoals andere klanten kiezen gemeenten soms voor samenwerking binnen een inkoopcombinatie.
Bij Nuon kunnen gemeenten kiezen tussen Natuurstroom en Greenstep (al dan niet in combinatie met Greenpower). Natuurstroom bestaat uit zon, water en wind en kost iets meer dan grijze stroom. Greenstep wordt momenteel geleverd tegen dezelfde prijs als grijze stroom en bestaat uit een mengsel van kleinschalige waterkracht en biomassa uit de papierindustrie en bosbouw. Bijna de helft van Nuon’s gemeenteklanten zit op zestig tot tachtig procent groene stroom. De rest van de gemeenten neemt Natuurstroom af en zit rond de vijftien tot twintig procent waarbij Nuon in een aantal gevallen ook zonne-energiecentrales heeft gebouwd in de betreffende gemeente.
Wel verschillen gemeenten van sommige klanten in het feit dat ze graag vaste prijsafspraken maken voor een bepaalde periode, omdat ze budgetgestuurd zijn. Ook bijzonder is dat gemeenten te maken hebben met grote aantallen aansluitingen. Vroeger werd hier niet zo zwaar aan getild, omdat energiebedrijven onderdeel waren van de gemeente. Energierekeningen waren een kwestie van vestzakbroekzak. Maar tegenwoordig hebben zowel energiebedrijven als gemeenten belang bij een zo goed mogelijk overzicht van aansluitingen.
Nuon probeert gemeenten te stimuleren voor groene stroom te kiezen. Tot nu toe doet het energiebedrijf daarmee goede zaken. De aanstaande veranderingen in de vrijstelling van energiebelasting voor groene stroom zullen dit echter moeilijker maken. Tot 2005 verwacht Nuon haar groene stroom product Greenstep voor dezelfde prijs als grijs te kunnen bieden. Wat daarna gebeurt is nog niet te zeggen en hangt af van de ontwikkelingen op zowel de grijze als de groene stroom markt. Nuon heeft in ieder geval al aan haar klanten toegezegd dat ze gratis kunnen overstappen naar grijs als de belastingen te ongunstig worden.
Het kennisniveau van gemeenten die op de vrije markt inkopen is erg verschillend en duidelijk in ontwikkeling. Zowel grote als kleine gemeenten zijn hun inkoop op dit gebied steeds meer aan het centraliseren en professionaliseren.
FOTO: MARCEL MALHERBE/HH
De markt voor gemeenten in Nederland is ongeveer 1.200 miljoen kWh groot. Ter vergelijking, de markt voor huishoudens is ongeveer 21.000 miljoen kWh. Veel gemeenten kiezen al voor groene stroom.
12
HOOFDSTUK 2
Al doende leert men Gemeenten poinieren op de vrije energiemarkt inkooptraject te regelen. In dit traject nam de gemeente Arnhem de gebouwen mee die in het vorige inkooptraject niet meekonden. Veel van de gemeenten die aan dit traject meededen eindigden met een contract voor 100% groene stroom. In 2002 is met de gemeente Apeldoorn en 16 andere gemeenten een EU aanbestedingstraject ingezet voor bijna alle aansluitingen.
De gemeente Arnhem: baanbreker op de vrije markt Harm Eetgerink, coördinator energie en milieuzorg
Een van de problemen waar Arnhem nog steeds tegen aanloopt zijn de afrekeningen. Arnhem ontvangt nog regelmatig geen rekeningen, of rekeningen op basis van oude afspraken of op grond van oude prijzen. Gelukkig groeien de inzichten en kan verbeteringen op dit gebied geconstateerd Worden. Ook binnen de gemeentelijke organisatie is men bezig om het een en ander te stroomlijnen. Arnhem is een grote gemeente en ontvangt op dit moment nog voor elk van de 1200 aansluitingen een aparte afrekening. Men streeft er naar om uiteindelijk maar op een plek een rekening te ontvangen.
De gemeente Arnhem koopt momenteel 70% van haar totale stroomverbruik groen in. Die 12.000.000 kWh groene stroom komt deels uit biomassa en waterkracht en deels uit kleinschalige waterkracht. Het huidige contract loopt tot eind dit jaar en men is druk bezig om te onderhandelen over verlenging. Arnhem heeft al behoorlijk wat ervaring met energieinkoop opgedaan. Zij was zelfs de eerste gemeente in Nederland die op de vrije markt een energiecontract sloot. Hoewel de gemeente Utrecht al eerder bezig was, was het Arnhem dat uiteindelijk als eerste haar handtekening onder een contract zette. Dat was al in 1999. Op dat moment was er nog niet genoeg groene stroom op de markt en was de markt alleen nog maar vrij voor grootverbruikers van grijze stroom. Het was nog een hele klus om het energiebedrijf ervan te overtuigen dat de gemeente überhaupt een grootverbruiker was. Belangrijke vraag was, of aansluitingen zoals openbare verlichting, gemalen, fonteinen en verkeersregelinstallaties bij elkaar opgeteld mochten worden, of als individuele aansluitingen golden. De Elektriciteitswet was namelijk niet helder op dit punt. Gelukkig zei het energiebedrijf uiteindelijk ja.
De keuze voor groen is niet expliciet verankerd in het beleid, maar is een logische uitwerking van het milieubeleidsplan. Daarin onderschrijft de gemeente de doelstellingen van het Klimaatverbond voor tien procent duurzame energie, en een CO2 reductie van vijftig procent. Bovendien is het streven om groene energie in te kopen vastgelegd in het huidige collegeakkoord. Voor de verlenging van de huidige contracten heeft het gemeentebestuur zelfs opdracht gegeven om de mogelijkheid van honderd procent groen te bekijken. De huidige contracten met zeventig procent bieden de mogelijkheid om tot vijf jaar te verlengen en de onderhandelingen zijn gaande. Er wordt nu ook gekeken naar de mogelijkheden om de laatste dertig procent ook groen te krijgen.
Arnhem heeft ongeveer een jaar besteed om alle benodigde gegevens boven water te krijgen over de 1200 aansluitingen, die de gemeente bleek te hebben. De administratie van de gemeente was er namelijk alleen op ingesteld om energierekeningen te betalen, niet om te kijken naar verbruik, aansluitingen en of de rekeningen terecht waren. Zo bleek bijvoorbeeld dat men nog betaalde voor het politiebureau dat al lang niet meer de verantwoordelijkheid van de gemeente was.
Een voorspelling over de groene energie-inkoop in de nabije toekomst is een beetje koffiedik kijken, met het oog op de aankomende liberalisering en het veranderende rijksbeleid ten aanzien van steun aan groene stroom. Als de prijzen schrikbarend omhoog gaan zullen gemeenten misschien andere keuzes gaan maken. Anderzijds zijn gemeenten wel geliefde klanten gezien de grootte van hun ener-
In 2001 werd Arnhem als ervaringdeskundige gevraagd om voor het bestuurlijke samenwerkingsverband Knooppunt Arnhem Nijmegen (KAN) een
13
van Friese Gemeenten heeft voor dat doel een werkgroep opgericht en een adviesbureau ingeschakeld die voor alle 31 gemeenten heeft bemiddeld.
gieverbruik. Hun onderhandelingspositie is goed. Ondertussen heeft Arnhem zoveel kennis op het gebied van groene energie-inkoop opgebouwd, dat adviesbureau’s zelfs bij energie-coördinator Eetgerink langskomen met vragen. Eetgerink raad andere gemeenten aan, om meer gebruik te maken van de verwevenheid die zij van huis uit met energiebedrijven hebben, omdat dit de ingang bij onderhandelingen vergemakkelijkt.
Elke gemeente die meedeed in het inkoopverband kon zelf beslissen hoeveel procent groene stroom zij kocht. Uiteindelijk heeft iedereen besloten volledige over te schakelen op groene stroom, maar in Leeuwarden is daar wel stevig over gedebatteerd. De insteek was vijftig procent groen. Niet alleen omdat dat beleidsmatig was vastgelegd, maar ook omdat de helft van de aansluitingen te klein was om de vrije markt mee op te gaan. Er is toen gediscussieerd over de andere helft, de grootverbruikers. Die zijn op zich groot genoeg om ook vrij te zijn voor grijze stroom, maar besloten werd ook voor die groep, voor tenminste vijftig procent groene stroom te kiezen, ongeacht de prijs die we daarvoor zouden moeten betalen. Dan zit je al op vijfenzeventig procent. Na die beslissing heeft het adviesbureau bij verschillende stroomleveranciers offertes opgevraagd. Toen bleek dat het verschil tussen honderd procent en vijfenzeventig groen maar 30.000 gulden bedroeg. Op het totaal was dat een bescheiden bedragje. Bovendien betaalt Leeuwarden nu nog altijd minder dan bij het vorig contract.
Gemeente Leeuwarden: Samen voor een goede prijs Bouwe de Boer, energiecoördinator Een jaar geleden was Leeuwarden samen met de andere 31 Friese gemeenten de grootste groene stroominkoper van Nederland. Leeuwarden verbruikt nu jaarlijks een miljoen kWh schone energie en weet hiermee zijn CO2 emissie met een procent te verminderen. Die één procent komt overeen met 5 kiloton CO2 per jaar. (Dan weet u meteen wat een middelgrote gemeente (100.000inw.) jaarlijks uitstoot.) De Friese hoofdstad doet veel als het om duurzaamheid gaat. Daarbij is het een van de gemeenten die het Klimaatverbond heeft ondertekend. Daarmee verplicht de gemeente zich de CO2 emissie in het jaar 2010 met zes procent te hebben verminderd ten opzichte van 1990. Een van de gemakkelijkste manieren om die emissie te verminderen is het overstappen op groene stroom. Tenminste vijftig procent van het gemeentelijk energieverbruik moet groen zijn, zo bedacht de gemeente Leeuwarden. Dit streven werd bekrachtigd in een aantal nota’s ten aanzien van het energie-inkoopbeleid.
Eenmaal overgeschakeld blijkt de vrije stroommarkt ook veel werk te besparen. Vroeger kwam voor ieder aansluitpunt een rekening. Dat zijn zo’n honderd rekeningen per maand. Terwijl er nu maar één te betalen is. Daarbij levert de stroomleverancier verbruiksgegevens in alle soorten en maten, in grafieken of tabellen, dagelijks, wekelijks, maandelijks. En ook aansluitingspunten kunnen naar wens worden gegroepeerd. Die gebruiksgegevens zijn weer belangrijk voor het energiebesparingsplan dat binnenkort wordt opgesteld.
Omdat er al een hechte samenwerking tussen de Friese gemeenten bestond, lag het voor de hand dat de gemeenten, ook voor de energieaanbesteding, een inkoopcombinatie zouden vormen. Dat scheelt natuurlijk enorm in de kosten. De Vereniging van Friese Gemeenten en ook de Friese Milieufederatie hebben een belangrijke rol gespeeld bij de keuze voor groene stroom. Toen de Milieufederatie vernam dat de gemeenten bezig waren met een nieuwe aanbesteding voor energie, heeft zij opgeroepen om vooral groene stroom in te kopen. De Vereniging
Gemeente Utrecht: Garanties over herkomst van stroom Inge van de Klundert, afdeling milieu en duurzaamheid De gemeente Utrecht heeft ongeveer 400 gebouwen en objecten in gebruik, zoals waterpompen en brug-
14
maatregelen aan gebouwen en installaties of mogelijkheden voor duurzame energie. Het resultaat van de energiebesparingcampagne in de gemeentelijke gebouwen is een vermindering van de emissie van het broeikasgas CO2 in Utrecht met ongeveer 610 ton. De campagne verdient zichzelf terug door de lagere energierekeningen van de gemeentelijke gebouwen.
gen. Samen met straatverlichting en verkeersregelinstallaties verbruikt Utrecht ongeveer 35 GWh elektriciteit per jaar. Daarnaast verbruikt Utrecht een flinke hoeveelheid gas en stadsverwarming voor de verwarming van de gebouwen. De gemeente Utrecht consumeert dus veel energie. De geliberaliseerde energiemarkt biedt mogelijkheden als overheid eisen te stellen aan een in te kopen product. Daarnaast hebben lokale overheden de plicht om de consequenties van het Europese en nationale klimaatbeleid op zich te nemen. De gemeente Utrecht neemt haar verantwoordelijkheid, benut de mogelijkheden van een vrije markt en stelt voorwaarden aan de herkomst van de in te kopen stroom. Niet groene stroom, maar juist de herkomst van de grijze stroom heeft de interesse van de gemeente Utrecht. Uiteindelijk wenst de gemeente Utrecht etikettering van alle soorten stroom, zodat consumenten weloverwogen voor een bepaalde soort stroom kunnen kiezen.
Bij de aanbesteding voor elektriciteit voor de grote gebouwen in 2002 vroeg de gemeente Utrecht naar de herkomst van de stroom. De voorkeur ging uit naar stroom uit bronnen die niet of in mindere mate bijdragen aan de uitstoot van het broeikasgas CO2. Duurzame bronnen of warmtekrachtkoppeling kregen de voorkeur boven elektriciteit uit olie of (bruin)kool. Daarnaast wenste de gemeente de hoeveelheid in te kopen kernenergie te beperken. Door de Europese aanbestedingsrichtlijnen is het niet mogelijk bepaalde soorten elektriciteit, zoals kernenergie, volledig uit te sluiten.
In 1996 startte de gemeente met een energiebesparingcampagne in de gemeentelijke gebouwen. Tenslotte is elke niet gebruikte kWh goedkoop en goed voor het milieu. Honderd gemeentelijke gebouwen zoals kantoren, openbare scholen en stadhuis nemen deel aan de campagne. Deze honderd gebouwen zijn verantwoordelijk voor 80% van het energieverbruik in de gemeentelijke gebouwen. In een aantal gebouwen (zoals kantoren en stadhuis) startte het project met een gedragscampagne voor ambtenaren. De campagne wees de ambtenaren op een vriendelijke, maar dwingende manier op de mogelijkheden van energiebesparend gedrag.
Utrecht koos ervoor niet voor 100% groene stroom in te kopen. Het binnenlandse aanbod van groene stroom kon in 2002 niet voldoen aan de vraag in de markt. Door de vrije markt voor groene energie sinds 2001, was de vraag naar groene stroom in huishoudens groot. Utrecht vond het niet verantwoord een beslag te leggen op een deel van die markt en wilde een lans breken voor schoon grijze stroom. Door te vragen naar de herkomst van de stroom, prikkelde de gemeente de energieleveranciers. Op deze manier hoopte de gemeente de etikettering van stroom op de agenda van energieleveranciers te zetten. Leveranciers etiketteren hun producten pas door regelgeving of als de markt ze hiertoe dwingt. De rijksoverheid liet de etikettering van stroom aan de markt over en kleine verbruikers zoals huishoudens hebben hiervoor niet de mogelijkheid. De gemeente Utrecht hoopte dat andere overheden het voorbeeld zouden volgen. Wellicht dwong de Utrechtse vraag energieleveranciers meer inzicht te geven in de herkomst van de te leveren stroom.
Daarnaast zette Utrecht een energieregistratie- en beheersysteem op. Maandelijks meet de gemeente het energieverbruik in de gebouwen. Hiermee wordt het effect van de energiebesparingcampagne zichtbaar. Zo blijkt het elektriciteitverbruik erg afhankelijk van het gedrag van de medewerkers. Het warmteverbruik is afhankelijk van de instellingen van de verwarmingsinstallaties. Als een hoog energieverbruik is gemeten, controleert de gebouwbeheerder de installaties in het betreffende gebouwen. Door de gedragscampagne, het veranderen van de instellingen of vervangen van kleine onderdelen bespaart de gemeente bijna 14% op het verwarmen van de gemeentelijke gebouwen.
Uiteindelijk leverde de aanbesteding een contract op, waarin de leverancier de herkomst van de elektriciteit aangaf. Nu koopt Utrecht voor 13% groene stroom in en weet voor het grijze deel (85%) waar de stroom vandaan komt. Echter, met uitzondering van het gedeelte groene stroom, zijn garanties over de herkomst van de stroom niet te geven. De contracten van de energieleverancier met de energieproducent zijn bedrijfsgeheim, dus de levering van een bepaal-
In de volgende fase richt de energiecampagne zich voornamelijk op het nemen van energiebesparende
15
de soort stroom is niet voor de gehele contractduur gegarandeerd. Daarnaast is een deel van de stroom afkomstig van de spotmarkt waardoor de herkomst van de stroom ook bij de leverancier onbekend is. Alleen etikettering van alle stroom door een onafhankelijke partij kan deze garantie geven. Gelukkig verplicht de Europese Unie energieleveranciers in de toekomst inzicht te geven in de herkomst van alle soorten stroom.
Gemeente Waddinxveen: Doorzetten met voorbeeldfunctie Wim van Valen, beleidsmedewerker milieu en energie
Utrecht kocht als een van de eerste gemeenten stroom op de vrije markt in. Utrecht leerde veel hiervan. Niet alleen over het stellen van milieuvoorwaarden aan de stroom, maar ook over versluierde kosten, programmaverantwoordelijkheid, gegevensbeheer et cetera. ‘Bezint eer ge begint’ is voor de inkoop van elektriciteit een sterk uitgangspunt. Zorg dat de gegevens, rekeningen, aansluitingen en energieregistratie van de gemeentelijke gebouwen in orde is. Probeer voor de inkoop het aantal in te kopen kWh’s te beperken door eerst energiebesparingen in gebouwen door te voeren. In de volgende stap kan de gemeente nadenken over welke boodschap ze uit wil dragen met de inkoop van elektriciteit. Vragen over de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor Kyoto, het gemeentelijke klimaat- en inkoopbeleid en hoeveel geld de gemeente hiervoor over heeft, zullen eerst beantwoord moeten zijn.
De gemeente Waddinxveen is reeds geruime tijd (sinds 1996) actief bezig met de uitvoering van energiebeleid. Deze lijn zal de komende jaren worden voortgezet. Het klimaatplan van de gemeente Waddinxveen beoogt een intensivering van de gemeentelijke activiteiten op het gebied van energiebesparing en duurzame energie. Aan de voorbeeldfunctie die de gemeente op dit terrein richting burgers, bedrijven en instellingen wordt een belangrijke rol toegekend. Naast het nemen van maatregelen om energie in de gemeentelijke gebouwen te besparen en het voeren van energiebeheer is de inkoop van groene energie een actiepunt dat is uitgevoerd om aan de voorbeeldfunctie inhoud te geven. Halverwege 2002 hebben B&W besloten om over te gaan op de inkoop van honderd procent groene stroom voor alle gemeentelijke aansluitingen. Hier is een inkooptraject aan voorafgegaan. Vooraf was door het college bepaald dat het traject zich moest richten op groene stroom. Daarmee was’ grijs’ voor ons al uitgesloten.
Het inkopen van elektriciteit op de vrije markt levert onzekerheden op. EnergyXS is zeker niet het laatste energiebedrijf dat failliet gaat en ook onduidelijkheden in de regelgeving zullen voorlopig blijven bestaan. Een gemeente die daarnaast ook milieuvoorwaarden stelt aan de te leveren stroom, maakt het aanbesteed- en inkooptraject nog spannender. Echter gemeenten die hun verantwoordelijkheid voor de klimaatverandering serieus nemen en hun rol als consument duurzaam invullen, kunnen gebruik maken van de vrije markt. En daarbij moet niet alleen safe op 100% groene stroom voor de gemeentelijke stroomvoorziening worden ingezet!
Aan bureau CLD energiemanagement B.V. uit Dordrecht is opdracht verleend om de inkoop van groene energie voor de gemeente Waddinxveen te begeleiden. In de opdrachtverlening zijn de volgende elementen opgenomen: • inventarisatie en opstellen van een overzicht van het totale electriciteitsverbruik met de bijhorende aansluitingen van de gemeente • het aanvragen van offertes voor 100% groene stroom bij diverse aanbieders uitgesplitst over diverse vormen van duurzame energie (biomassa, waterkracht en windenergie) • het opstellen van een prijsvergelijking tussen de verschillende aanbieders • het opstellen van een inkoopadvies CLD adviseerde om groene stroom te betrekken van een nieuwkomer op de electriciteitsmarkt, het bedrijf EnergyXS uit Almelo. De gunstige prijs ten opzichte
16
dient minimaal een aandeel groene energie in te kopen, bij voorkeur honderd procent.
van andere aanbieders was hierbij doorslaggevend. Vanuit de gemeentelijke politiek was naar voren gekomen dat de in te kopen groene stroom zo ‘groen’ mogelijk moest zijn: uit wind of waterkracht. Hoewel het aanbod van EnergyXS voor de verkoop van groene stroom uit biomassa het goedkoopste was, is uiteindelijk besloten om met deze aanbieder een contract af te sluiten voor de levering van stroom uit wind- en waterkacht. Eind 2002 is een tweejarig contract met EnergyXS ondertekend voor 2,5 miljoen kWh op jaarbasis. Het voordeel dat de gemeente Waddinxveen hiermee zou realiseren ten opzichte van de levering van grijze stroom was h 22.000 op jaarbasis.
Advies aan collega’s: • Stel vooraf uitgangspunten (gaan we voor een combinatie van groen en grijs of voor honderd procent groen, welke soorten groen willen we) vast en creëer hiervoor bestuurlijke dekking • Betrek andere collega’s (gebouwenbeheer, inkoop, openbare verlichting) zoveel mogelijk bij het inkooptraject • Wanneer de keuze valt op de leverancier, laat deze dan heldere en praktische afspraken met de financiële administratie, o.a. over de wijze van facturering. • Wanneer je over weinig tijd beschikt is het zinvol om de tijdrovende werkzaamheden in het inkooptraject, de inventarisatie van het electriciteitsverbruik met de bijhorende aansluitingen en het opstellen van de prijsvergelijking, uit te besteden.
De switch verliep bepaald niet vlekkeloos. Het Energy Clearing House, het ‘instituut’ waarlangs de overgang naar een andere leverancier dient te verlopen, bleek nog onvoldoende toegerust voor deze taak. Ook bleek het een bijna onmogelijk opgave om de EANcodes voor de aansluitingen boven water te krijgen. De definitieve switchdatum werd hierdoor met enkele maanden uitgesteld. De terechte frustraties die dit bij de collega’s van de financiële administratie heeft veroorzaakt zal ik u verder besparen.
Gemeente Delft: puntensysteem voor milieukwaliteit
Lang heeft de gemeente helaas niet kunnen profiteren van het contract met EnergyXS. Op 18 augustus jongstleden kwam het totaal onverwachte bericht binnen dat dit bedrijf failliet was verklaard en dat binnen een termijn van 10 werkdagen een nieuw contract moest worden afgesloten met een andere leverancier. Gedurende deze termijn zou er noodlevering plaatsvinden van electriciteit gebaseerd op de APX-prijzen (dagprijzen op de energiemarkt) en een toeslag per kWh. Snelle actie was derhalve vereist. De wethouder milieu kreeg van het college mandaat om dit zelfstandig af te handelen. Uitgangspunt bij de selectie van een nieuwe leverancier was opnieuw een contract voor de levering van honderd procent groene stroom uit wind en/of water, ook al zou dit duurder uitvallen dan de stroomtarieven van EnergyXS. Juist nu was het moment om duidelijk te maken wat de gemeentelijke voorbeeldfunctie op dit gebied waard was. Opnieuw is ondersteuning gevraagd bij CLD energiemanagement. Leverancier NRE kwam als gunstigste aanbieder uit de bus. Onlangs is met deze leverancier een 2-jarig contract afgesloten voor de levering van groene stroom uit windenergie voor alle gemeentelijke aansluitingen. De gemeente zit dus nog steeds op honderd procent groen en dat moet zo blijven. Een gemeente die het thema ‘klimaat’ serieus wil nemen
Rik Grashoff, wethouder gemeente Delft Eigenlijk vindt Delft het heel gewoon om honderd procent groene stroom te hebben. Het huidige contract van Delft loopt tot eind 2004 en is een bewuste mengsel van wind, biomassa en waterkracht. Dit beleid is naar de burgers gecommuniceerd als een logisch onderdeel van het beleid dat de gemeente voert op klimaatgebied. Vanuit het Delftse Duurzaamheidsplan is namelijk een Klimaatplan ontwikkeld waarin wordt gestreefd naar zo veel mogelijk duurzame energie. Groene energie inkopen voor eigen gebruik is een concrete invulling van dit streven. De verankering van een dergelijk streven in het beleid is echter geen garantie dat het gebeurt. Niets is immers zo veranderlijk als de politiek. Gemeenten moeten daarom uiteindelijk niet op hun mooie plannen, maar op hun daden worden afgerekend. De gemeente Delft heeft haar groene stroom leverancier gezocht via een Europese aanbestedingsprocedure. Er wordt nog veel te weinig gebruik gemaakt van de mogelijkheden die deze procedures
17
bieden om milieuvoorwaarden te stellen aan de inkoop. Om dit spel goed te spelen heeft men een combinatie van kennis nodig: kennis over aanbestedingen en kennis over milieu. Met het eerst bepaal je wat er kan en met het tweede wat je wilt.
Gemeente Rotterdam: keuzes communiceren richting burgers
Delft wilde bijvoorbeeld rekening houden met de milieukwaliteit van de groene stroom. Zo wilde men niet alle stroom uit bestaande waterkrachtcentrales in het buitenland betrekken omdat dit niet tot extra groene stroomproductie leidt. Bij de Delftse aanbesteding is daarom een bandbreedte aangegeven voor de soorten groene stroom waar de voorkeur naar uit gaat: wind, biomassa en waterkracht. Dat kon door een puntensysteem in het bestek op te nemen waarmee de milieuvriendelijkheid in relatie tot de prijs van de verschillende soorten groene stroom kon worden gewogen. Bedrijven moesten dus een mix aanbieden om mee te dingen voor het Delftse contract. Het bedrijf dat de laagste prijs van allemaal bood kon op deze manier worden afgewezen omdat niet aan de voorwaarden van een mix voldeed.
Hendrik Jan Bosch, energiecoördinator In de gemeente Rotterdam draaien alle gemeentelijke diensten en bedrijven in het jaar 2003 voor honderd procent op groene stroom. Het gaat om duizenden aansluitingen van scholen, gemalen en metro tot havenbedrijf en gemeentehuis. De groene stroom uit biomassa, kleinschalig waterkracht en wind wordt zo verdeeld over de aansluitingen dat de gemeente optimaal van de REB kortingen kan profiteren. Het huidige contract met Eneco loopt tot eind 2003. Als het goed is blijft Rotterdam voorlopig op groene stroom draaien. De gemeente heeft op initiatief van de raad in haar Milieubeleidsplan vastgelegd dat ze uiterlijk per 2005 honderd groene stroom inkoopt voor de aansluitingen waar zij voor verantwoordelijk is.
Energie inkopen op de vrije markt was praktisch gezien ingewikkelder dan in eerste instantie verwacht. Een goede centrale regie van dit proces is heel belangrijk. Het heeft maanden werk gekost op het gemeentehuis een overzicht te krijgen van het aantal aansluitingen en hun verbruik. Daarbij liep men tegen administratieve problemen op omdat de traditionele begrotingsopbouw de energiekosten bij verschillende afdelingen legt. Sommige organisatieonderdelen zagen geen belang in centraal inkopen. Maar uiteindelijk heeft de gemeente maar één portemonnee en levert de centrale aanbesteding een kostenbesparing op.
Het Inkoop Service Bureau van de gemeente Rotterdam (afgekort ISBR) is momenteel druk bezig met een openbare aanbesteding voor 2004. Twee vragen staan daar in centraal: welke energieleverancier kan de stroom leveren, en welke leverancier heeft genoeg groencertificaten om de 230 miljoen kWh die de gemeente nodig heeft te vergroenen. Het is namelijk belangrijk dat de gemeente haar macht als grote energieverbruiker gebruikt om inzicht te krijgen in welke certificaten ze afneemt en om zeker te weten dat de certificaten niet opnieuw gebruikt kunnen worden. Rotterdam kiest niet expliciet voor een bepaalde soort groene stroom of groene stroom uit Nederland, maar volgt de definities uit de Elektriciteitswet. Het nu aan te besteden contract zal in principe voor een jaar zijn, maar omdat leverancierveranderingen veel administratieve lasten met zich meebrengen (voor Rotterdam is dat zelfs geschat op meerdere fte op jaarbasis) wordt er ook een optie voor verlenging van het contract onder nieuwe prijsvoorwaarden meegenomen.
De huidige contracten leverden weinig politieke discussie op omdat er geld is bespaard. Eind 2004 zal Delft opnieuw een aanbestedingsprocedure moeten volgen. Wethouder Grashoff zal zich in ieder geval opnieuw voor honderd procent groene stroom inzetten.
Ten opzichte van vorig jaar doet Rotterdam een iets grotere aanbesteding. Dit heeft niet te maken met een gebrek aan energiebesparingsactiviteiten in de stad, maar ligt het meer aan het feit dat het Inkoop Service Bureau van de gemeente steeds beter inzicht krijgt in het totaal aan aansluitingen, en door het
18
samenvoegen van twee afzonderlijke contracten die per 1 januari 2004 aflopen. Wel is het zo dat op dit moment niet alle aansluitingen het domein zijn van het gemeentelijk beleid om energie te besparen. Het verkrijgen van overzicht over alle aansluitingen is in feite een begin van een proces om hier grip op te krijgen. Rotterdam is erg trots op haar groene stroombeleid en wil graag haar voorbeeldfunctie invulling geven. Daarom organiseerde de gemeente dit najaar een campagne om haar keuze voor groen aan de burgers te communiceren. Op posters in metro en tram, een televisiespotje met de Burgemeester en een ludieke actie waarbij de fontein op het Hofplein tijdelijk groen water spoot, werden mensen opgeroepen om net als de gemeente iets tegen klimaatverandering te doen en voor groene stroom te kiezen. Energie-coördinator Bosch is door collega-gemeenten in binnen- en buitenland aangesproken over het groene stroombeleid van Rotterdam. Men wilde vooral meer informatie over de praktische zaken die bij dit beleid kwamen kijken. Opvallend was dat er geen vragen waren over waarom een gemeente voor groene stroom zou kiezen. Blijkbaar werd dit als een vanzelfsprekende maatregel gezien. Verschillende maatschappelijke organisaties reageerden ook positief op het Rotterdamse initiatief. De LTO zei zelfs wakker geschud te zijn. Er was ook een kritische reactie over het feit dat een gemeente profiteert van landelijke belastingsregelingen. Volgens Bosch is het profijt van de REB-verlaging op het totaal wat Rotterdam aan energiebelasting betaalt eigenlijk verwaarloosbaar. Bosch adviseert aan collega-gemeenten die aan de slag willen, dat ze in ieder geval vanuit een centraal punt in de organisatie te werken. Een aanbestedingsprocedure biedt gemeenten de kans om een goed overzicht te krijgen van alle aansluitingen en hun energiegebruik. Per aansluiting zijn de bedragen waar het om gaat relatief laag, maar opgeteld gaat het toch om een behoorlijke begrotingspost. Daarbij komt dat de verantwoordelijken voor individuele aansluitingen vaak niet weten dat er een politieke keuze kan zitten achter de keuze voor groene stroom.
19
HOOFDSTUK 3
Gemeente, draag je steentje bij! Burgers in actie voor groene stroom stroom wenselijk is, mits dit budgettair neutraal te realiseren is ten opzichte van 2002.
Groene stroom is een onderwerp dat veel milieubewuste burgers na aan het hart ligt. Mede dankzij de voorlichting van milieuorganisaties en de wervingscampagnes van energiebedrijven weten veel mensen dat klimaatvriendelijke energie eenvoudig te verkrijgen is en een belangrijke bijdrage levert aan bescherming van het milieu. Binnen enkele jaren zijn 2,2 miljoen huishoudens overgestapt op groene stroom. Na dit succes op consumentenniveau kan de overheid niet achterblijven. Daarom hebben enkele tientallen groepen van Milieudefensie zich het afgelopen jaar verdiept in het energiebeleid in hun gemeente. In een aantal gevallen werd actie ondernomen. Dat varieerde van het schrijven van een brief naar de energie-coördinator tot gesprekken met de verantwoordelijke wethouder. Enkele voorbeelden:
Recent is een tweejarige contract afgesloten voor alle aansluitingen, behalve de grootverbruikersaansluitingen. Weert neemt daarmee 75 procent grijze en 25 procent groene stroom af bij Eneco. Hilda is teleurgesteld over deze uitkomst. Hoewel de gemeente zegt groene stroom belangrijk te vinden heeft ze er eigenlijk niets voor over. Hilda meent dat er te veel naar de korte termijn wordt gekeken en te weinig naar duurzaamheidsargumenten. Dit blijkt ook uit het feit dat de gemeente niet hoog heeft gescoord op de landelijke duurzaamheidspiegel voor gemeenten. Ook wordt niet creatief naar oplossingen gezocht. De gemeente had bijvoorbeeld plannen kunnen maken voor energiebesparing en het geld dat dit oplevert aan groene energie kunnen besteden.
Milieudefensie Weert Hilda Helsdingen-Mulder, coördinator van de lokale Milieudefensiegroep in Weert, heeft zich het afgelopen jaar ingezet om haar gemeente op groene stroom te krijgen. Hilda heeft haar gemeente actief benaderd om ze ervan te overtuigen dat ze voor groene stroom moeten kiezen. Ze vroeg bijvoorbeeld spreektijd aan bij de Commissie Economische Zaken van de Raad, die energie-inkoop heeft in haar portefeuille. Daarbij bevreemde het Hilda zeer, dat de Commissie Milieu niet bij de besluitvorming rond energie-inkoop werd betrokken. Hilda heeft ook enkele raadsleden persoonlijk gesproken en alle leden achtergrondinformatie toegestuurd over klimaatverandering en energie-inkoop. Verder was er een gesprek met de verantwoordelijke wethouder en ambtenaar.
Milieudefensie Uden Theo van den Heuvel is vanaf de oprichting in 1987 actief bij Milieudefensie Uden. Hij coördineert een groep van vijf mensen, die op verschillende milieuonderwerpen actief is. Het werkterrein van de groep bestrijkt de gemeenten Veghel, Uden en Bernheze e.o. Er wordt veel ondernomen op het gebied van hinderwetten en bestemmingsplannen. De aanleg van de A50 en een golfterrein in Nistelrode zijn daarbij belangrijke speerpunten. Milieudefensie Uden werkt ook regelmatig mee aan de campagnes van het landelijk bureau van Milieudefensie zoals de jaarlijkse tellingen van EKO producten bij supermarkten.
De gemeente Weert heeft een milieubeleidsplan, waarin het vooral gaat over het aanspreken van burgers op hun verantwoordelijkheid ten aanzien van het milieu. In het plan komt de verantwoordelijkheid en de voorbeeldfunctie van de gemeente zelf nauwelijks ter sprake. In het kader van de vrije energiemarkt is een Plan van Aanpak Energieliberalisering geformuleerd. Het belangrijkste uitgangspunt in dit plan is het benutten van financieel voordeel dat de vrije markt kan bieden. Wel wordt aangegeven dat groene
In het kader van Agenda 21 is de gemeente Uden enkele jaren geleden begonnen met het inkopen van groene stroom voor de brandweerkazerne, de gemeentewerf en een deel van het gemeentehuis. Daarnaast had ze een kleine zonnecollector op het gemeentehuis geïnstalleerd om zelf duurzame energie op te wekken. Toen de gemeente dit voorjaar besloot een gezamenlijk energie-inkooptraject te organiseren met de stichting bedrijventerreinen Uden werd opeens niet meer over groene stroom gesproken.
20
Milieudefensie Uden is toen meteen in actie gekomen. Samen met een brede coalitie van lokale maatschappelijke organisaties stuurde men een brief aan alle fracties van de gemeenteraad en het gemeentebestuur. Naar aanleiding hiervan werden in de raad schriftelijke vragen gesteld. Vervolgens riep Milieudefensie inwoners van Uden op om e-mails naar de gemeente te sturen en is een informatieavond georganiseerd voor geïnteresseerde burgers.
FOTO: PETER HILZ/HH
Officiële antwoorden van de gemeente kreeg de groep niet op haar vele brieven. Pas bij de derde brief kwam er een ontvangstbevestiging. Uiteindelijk nam de groep zelf het initiatief en belde met het hoofd van de afdeling milieuzaken, die meldde dat de gemeente teruggekomen is van het idee om te stoppen met groene stroom. De gemeente Uden wil in ieder geval haar huidige gebruik van groene stroom handhaven. Daarnaast wordt twee mogelijkheden onderzocht om meer te gaan doen aan duurzame energie, namenlijk om meer groene stroom in te kopen en om zelf meer duurzame energie op te wekken.
21
HOOFDSTUK 4
Het kan nog groener Duurzaam inkopen en adviesmogelijkheden Enthousiaste ambtenaren zijn belangrijke pijler
100% groene energie in te kopen, en tegelijk te investeren in duurzame energieopwekking.
Corine van As, programma-adviseur duurzaam inkopen, Novem
Het landelijk beleid voor duurzaam inkopen maakt deel uit van het programma Met Preventie naar Duurzaam Ondernemen (PreDO). Daaronder vallen ook zaken zoals bedrijfs interne milieuzorg, ketenprojecten en maatschappelijk verantwoord ondernemen. In het programma wordt gestreefd naar zo veel mogelijk duurzame inkoop. Gekwantificeerde doelstellingen zijn er (nog) niet. Het Programma Duurzaam Inkopen verplicht gemeenten niets, maar probeert ze wel op allerlei manieren te stimuleren. Op dit moment hebben 117 overheidsorganisaties (gemeenten, waterschappen, rijk, provincies) de deelnameverklaring duurzaam inkopen ondertekend, waarmee zij de intentie uitspreken om duurzaam in te kopen.
Duurzaam inkopen is een begrip dat steeds meer voet aan de grond krijgt bij gemeenten en andere overheden. Dat is maar goed ook, want Nederlandse overheden kopen per jaar voor zo'n 30 miljard euro in, van pennen en koffie tot asfalt en energie. Duurzaam inkopen van deze producten heeft direct effect op de duurzaamheid van onze economie. Duurzaam inkopen betekent systematisch milieueisen stellen aan alles wat ingekocht wordt. Daarbij tellen alle milieueffecten mee van wieg tot graf van het product. Duurzaam inkopen betekent ook dat deze milieu-eisen in de afwegingen vervolgens net zo serieus genomen worden als andere eisen zoals prijs of gebruiksgemak. Op de website www.duurzaaminkopen.novem.nl kunnen gemeenten voor 28 productgroepen milieuspecificaties vinden met uitgebreide informatie over milieu-effecten en praktische tips voor inkopers. Er is ook een milieuspecificatie over energie-inkoop. De Europese aanbestedingsregels bieden goede mogelijkheden om duurzaam in te kopen. Gemeenten hoeven zich niet te laten ontmoedigen door de regelgeving.
Volgend jaar (2004) wordt de huidige stand van zaken op het gebied van duurzaam inkopen geïnventariseerd, aan de hand van een zestal productgroepen. Ook op Europees niveau gebeurt er van alles. Zo worden de Europese aanbestedingsrichtlijnen in 2004 aangepast. En het ICLEI (International Council for Local Environmental Initiatives) gaat aan de hand van pilot projecten in twaalf lidstaten de bestaande kennis over duurzaam inkopen bundelen.
Meer mogelijkheden voor lokaal klimaatbeleid
Enthousiasme en betrokkenheid van individuele overheidsmedewerkers zijn vaak belangrijke pijlers van duurzaam inkopen. Het is daarnaast belangrijk dat overheidsorganisaties het duurzaam inkopen ook structureel verankeren in hun beleid, zodat ook op langere termijn de overheid het goede voorbeeld geeft met duurzame inkopen en aanbestedingen.
Martien Das, adviseur lokaal klimaatbeleid, Novem Gemeenten kunnen op veel manieren hun bijdrage leveren aan CO2-reductie. Veel gemeenten doen dat al, maar een deel van de gemeenten heeft nog geen compleet beeld van de mogelijkheden. Als het gaat om CO2-reductie hebben gemeenten hebben maar een beperkt aantal wettelijk verplichte taken (Wet milieubeheer, Bouwbesluit). Maar gemeenten hebben wel op veel beleidsterreinen de mogelijkheid om te werken aan klimaatbeleid. Dit kan zijn vanuit verschillende argumenten: financiële voordelen (lagere energierekening), comfort (door betere
Groene energie inkopen is een logisch onderdeel van een duurzaam inkoopbeleid. Het verdient de voorkeur om tegelijkertijd zo veel mogelijk energie te besparen en zelf duurzame energie op te wekken. De gemeente Assen kreeg onlangs de Duurzaam Inkopen Prijs 2003 uitgereikt, omdat ze het initiatief nam om met tien Drentse gemeenten vijf jaar lang
22
• In een stedenband kan de gemeente kijken of de partnergemeente geïnteresseerd is in energiebesparing of duurzame energie, en kan gezamenlijk een project worden opgezet. De gemeente zou bijvoorbeeld PV-panelen kunnen geven, of een cursus energiebesparing kunnen geven aan de ambtenaren in de partnergemeente.
isolatie) maar natuurlijk ook ‘gewoon’ vanuit een maatschappelijke verantwoordelijkheid. Klimaatverandering is zo’n groot probleem dat niemand (bedrijven, Rijk, burgers) het zich kan veroorloven om achterover te leunen en niets te doen. Naast de inkoop van groene energie hebben gemeenten veel meer mogelijkheden. Een aantal concrete voorbeelden op een rij: • In gemeentelijke gebouwen (en rioolinstallaties, openbare verlichting) kan worden onderzocht welke energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd tot 10 jaar genomen kunnen worden;
Voor een volledig overzicht van de mogelijkheden kunt u de ‘Menukaart gemeentelijk klimaatbeleid’ bekijken. Gemeente-adviseurs van Novem kunnen u kosteloos bijstaan bij het ontwikkelen van klimaatbeleid dat past bij de uitgangssituatie en de ambities van uw gemeente.
• In het inkoopbeleid van de gemeente kan worden opgenomen dat energieverbruik een belangrijk punt van aandacht is. De aanschaf is misschien iets duurder, maar de jaarlijkse kosten zijn veel lager. Een goed voorbeeld van kansen bij vervanging zijn installaties/pompen voor riolering, platte beeldschermen of zuinige personenauto’s;
Op www.klimaatbeleid.novem.nl, de website voor gemeenten, vindt u meer informatie over de Novem-ondersteuning. Maar er staan ook veel voorbeelden van projecten in van gemeenten uit het hele land. Het ministerie van VROM stimuleert gemeenten om extra inspanningen te steken in de uitvoering van klimaatbeleid. Daarvoor is een subsidieregeling beschikbaar: BANS Klimaatconvenant. Gemeenten kunnen uit deze regeling een bijdrage (50%) krijgen voor de extra uren die in de uitvoering van klimaatbeleid worden gestoken. De uiterste datum voor het aanvragen van deze subsidie is 31 juli 2004. Voor meer informatie kunt u terecht bij VROM of bij Novem.
• De gemeente kan burgers voorlichten, bijvoorbeeld als ze aan de balie komen voor een verbouwing, over energiebesparende maatregelen en duurzame energie, en de daarvoor beschikbare subsidies; • In contacten met bedrijven of een bedrijvenvereniging kan het onderwerp (duurzame) energie worden besproken. Het plaatsen van bijvoorbeeld zonnepanelen vinden bedrijven voor hun imago vaak interessant, en de gemeente kan helpen met informatie en eventueel een bescheiden financiële stimulering; • In stadsvernieuwingprojecten of geluidssaneringsprojecten is vaak al veel overleg en contact met de betrokken huiseigenaren. In een renovatie kunnen energiebesparende maatregelen direct worden meegenomen, dit maakt de woningen ook voor de toekomst aantrekkelijk en verkoopbaar vanwege lagere energielasten; • In steden met parkeerproblemen kan de gemeente kan burgers actief informeren over autodelen. Er zijn gemeenten die de deelname aan autodelen stimuleren door de ‘overstappers’ gratis buskaartjes te geven of korting op een fiets; • De gemeente kan installateurs uit de gemeente/ regio voorlichten over zonneboilers en PV-panelen en ze stimuleren om hun klanten actief te interesseren voor duurzame energiesystemen;
23
Meer informatie
Groene stroom www.pde.nl Projectbureau Duurzame Energie, algemene informatie over duurzame energie www.greenprices.nl onder meer prijsvergelijking van groene stroom aanbieders. Gemeenten en energieinkoop www.duurzaaminkopen.novem.nl Helpdesk duurzaam inkopen: 030 2393533,
[email protected] Platform Duurzaam Inkopen, met een milieuspecificatie over elektriciteit www.greenprices.nl overzicht van de top 25 gemeenten per provincie die groene stroom hebben Gemeenten en klimaatbeleid www.novem.nl Novem is de uitvoerende organisatie die gemeenten adviseert over het opstellen van hun klimaatbeleid www.klimaatbeleid.novem.nl Novem website voor gemeenten met informatie over het Klimaatconvenant en gemeentelijk energiebeleid www.iclei.org Engelstalige website van International Council of Local Environmental Initiatives met informatie over duurzaam inkoopinitiaven Klimaatverandering in het algemeen www.knmi.nl Hier staat heldere informatie over klimaatverandering en de effecten daarvan volgens de laatste wetenschappelijke stand van zaken http://climatechange.unep.net Engelstalige portal met achtergrond over klimaatverandering en internationale onderhandelingen Kijk ook op www.milieudefensie.nl/klimaat voor meer links naar energie en klimaat informatie.
24