Factsheet handen aan het bed in de intramurale ouderenzorg
Factsheet handen aan het bed in de intramurale ouderenzorg De vraag die via de Quick Service gesteld is door Sanneke Schepman van het ministerie van VWS is: “wie vormen de ‘handen aan het bed’ in de intramurale ouderenzorg?”. De grootste informatie behoefte is hoe de verdeling van de opleidingsniveaus binnen deze groep is en hoe oud deze mensen gemiddeld zijn. Daarbij is de voorkeur aangegeven om zicht te krijgen op de ontwikkeling daarvan over meerdere jaren. In deze factsheet leveren we een aantal figuren en tabellen op, voorzien van een korte toelichting, die antwoord geeft op bovenstaande vragen. De meest complete en betrouwbare bron voor deze informatie zijn de Werknemersenquêtes 2009, 2011 en 2013 en CBS. Op dit moment worden de resultaten van de Werknemersenquête 2015 verwerkt door de onderzoekers. Daarom zijn deze resultaten nog niet beschikbaar voor analyse en kunnen we alleen werken met de resultaten van voorgaande jaren.
De branche verpleging en verzorging Op basis van de Werknemersenquêtes die in 2009, 2011 en 2013 zijn gehouden is gekeken daar de samenstelling van functies en opleidingen werknemers binnen de branche Verpleging en verzorging (V&V). Ongeveer 15% van de respondenten was werkzaam is deze branche. Tabel 1 - Aandeel respondenten dat werkzaam was binnen de branche V&V 2009 2011 13,4%
15,5%
2013 14,6%
In de komende figuren duiken we steeds een niveau dieper in de samenstelling van de groep medewerkers waar we nu in geïnteresseerd zijn: - We beginnen met het aandeel medewerkers dat heeft aangegeven werkzaam te zijn in de V&V. - Daarna kijken we welk aandeel daarvan heeft aangegeven werkzaam te zijn in een verpleeghuis of een verzorgingshuis. - Vervolgens zoomen we in op de verdeling van medewerkers over 5 functiecategorieën binnen de verpleeg- of verzorgingshuizen. - Tot slot kijken we naar welke opleidingen de medewerkers in de functiegroep ‘verpleegkundig, verzorgend en agogisch personeel’ hebben gedaan. De branche V&V is een iets bredere categorie dan alleen de intramurale ouderenzorg. Om zo goed mogelijk zicht te krijgen op de samenstelling van het personeel in de intramurale ouderenzorg hebben we een uitsplitsing gemaakt naar de werkkring / het soort bedrijf of instelling waar iemand werkzaam was. Onze aandacht gaat nu met name uit naar de mensen die werkzaam waren in een verpleeghuis of een verzorgingshuis. In tabel 2 is te zien dat deze werkkringen wel de grootste groep binnen de branche V&V betreft. En dat daar binnen de verdeling tussen verpleeghuizen en verzorgingshuizen vrij stabiel is in de tijd en dat de verpleeghuizen een iets groter aandeel hebben. Hiernaast worden ook zelfstandige kraamzorgorganisaties bij de V&V ingedeeld.
Tabel 2 - Aandeel werknemers dat aangegeven heeft binnen de V&V werkzaam te zijn in een verpleeghuis of een verzorgingshuis 2009 2011 2013 93% 96% 95% Aandeel werkzaam in een verpleeghuis 53% 53% 55% Aandeel werkzaam in een verzorgingshuis 47% 47% 45%
De verdeling van functies van medewerkers binnen verpleeg- en verzorgingshuizen Binnen de verpleeghuizen en verzorgingshuizen hebben we gekeken welke functie medewerkers hadden ten tijde van de enquêtes. De functiegroepen die we onderscheiden zijn: 1. Verpleegkundig, verzorgend en agogisch personeel (VVA-personeel) a. Zorghulp b. Afdelingsassistent / verzorgingsassistent / zorgassistent c. Helpende functie d. Verzorgende functie e. Eerst Verantwoordelijk Verzorgende (EVV) f. Begeleidende / agogische functie g. Algemeen verpleegkundige functie h. Gespecialiseerde verpleegkundige functie i. Operatieassistent / anesthesiemedewerker j. Teamleider 2. Leerling verpleegkundig, verzorgend en agogisch personeel a. Leerling verpleegkundig personeel b. Leerling verzorgend personeel c. Leerling agogisch personeel 3. Overige patiënt- en bewonersgebonden functies a. Functie (medische) elektronika en revalidatietechniek b. Onderzoeksfunctie (lab, functie-onderzoek, beeldvormende technieken) c. Behandel- en behandelingsondersteunende functie (b.v. diëtist, ergotherapeut, fysiotherapeut, logopedist, oefentherapeut) d. Apotheker e. Assisterende functie (b.v. apothekers-, tandarts- en doktersassistent) f. Psychosociale behandel- en begeleidingsfunctie (b.v. activiteitenbegeleider, arbeidstherapeut, bewegingsagoog, creatief therapeut, pedagogisch medewerker, maatschappelijk werker) g. Medische functie (b.v. arts, arts-assistent, medisch specialist) h. Sociaal-wetenschappelijke functie (b.v. psycholoog, psychotherapeut, pedagoog) i. Technische dienst, tuin- en plantsoendienst 4. Hotelfuncties a. Civiele dienst b. Keuken en voeding c. Magazijn, transport, restaurant d. Onderhoud (linnenvoorziening, schoonmaak, afwas) e. Winkel, portier, receptie 5. Algemeen personeel a. Management en staf b. Administratief / secretarieel
c. d. e. f.
Automatisering Opleiding Inkoop Personeel en organisatie
Binnen verpleeghuizen en verzorgingshuizen werken niet alle medewerkers ‘aan het bed’. Om zicht te krijgen op wie de ‘handen aan het bed’ vormen in de intramurale ouderenzorg hebben we daarom gekeken naar de verdeling van medewerkers over vijf globale functiecategorieën. Dit hebben we gedaan voor de verpleeghuizen en de verzorgingshuizen apart.
Verdeling van medewerkers over functiegroepen en opleidingen in de verpleeghuizen Zoals in tabel 3 en figuur 1 te zien is, hebben de meeste medewerkers in verpleeghuizen een functie die binnen de categorie “Verpleegkundig, verzorgend en agogisch personeel” valt. Tussen 2009 en 2011 werd het aandeel van deze functiegroep in het totale personeelsbestand groter, maar tussen 2011 en 2013 is het aandeel van deze functiegroep gekrompen. Het aandeel “Overige patiënt- en bewonersgebonden functies” neemt toe tussen 2009 en 2013, evenals het aandeel “Algemeen personeel”.
Figuur 1 – Verdeling van medewerkers werkzaam in de branche V&V en daarbinnen werkzaam in een verpleeghuis over 5 functiecategorieën
Tabel 3 - Verdeling over functiecategorieën V&V - verpleeghuizen Verpleegkundig, verzorgend en agogisch personeel Overige patiënt- en bewonersgebonden functies Leerling verpleegkundige, verzorgende en agogisch personeel Hotelfunctie Algemeen personeel
2009 62% 13% 4% 9% 11%
2011 67% 12% 4% 5% 12%
2013 60% 15% 4% 7% 14%
Van de bovenstaande vijf functiecategorieën gaan we ervan uit dat de meeste mensen die de ‘handen aan het bed’ vormen binnen de categorie “Verpleegkundig, verzorgend en agogisch personeel” vallen.
Van deze groep is bekend wat hun hoogst behaalde opleiding was in de jaren dat zij de enquête hebben ingevuld. Uit tabel 4 blijkt dat het aandeel medewerkers met een verpleegkundige opleiding op niveau 4 binnen e deze selectie medewerkers toe neemt. In 2013 heeft bijna 1/5 van de medewerkers een verpleegkundige niveau 4 opleiding achter de rug. Opvallend is dat het aandeel verpleegkundigen niveau 5 tussen 2011 en 2013 niet is toegenomen maar zelfs een klein beetje is gedaald. Het aandeel medewerkers dat een opleiding als verzorgende heeft gedaan is met afstand het grootst, maar daalt wel. Ook het aandeel medewerkers met een agogische opleiding op niveau 4 of een opleiding als helpende is afgenomen. Tabel 4 – Verdeling van opleidingen binnen V&V – verpleeghuizen – VVA-personeel 2009 2011 Overige kwalificaties 8% 10% Verpleegkundige (niveau 5) 1% 4% Verpleegkundige (niveau 4) 14% 13% Verzorgende (niveau 3) 59% 58% Helpende (niveau 2) 8% 7% Zorghulp (niveau 1) 1% 1% Agogisch niveau 5 1% 1% Agogisch niveau 4 5% 4% Agogisch niveau 3 2% 2%
2013 12% 3% 18% 52% 6% 2% 1% 3% 2%
Verdeling van medewerkers over functiegroepen en opleidingen in de verzorgingshuizen Zoals in tabel 5 en figuur 2 te zien is, blijkt de groep medewerkers met een functie die valt in de categorie “Verpleegkundig, verzorgend en agogisch personeel” de grootste groep te zijn binnen de verzorgingshuizen. Anders dan in de verpleeghuizen is het aandeel medewerkers in de groep “Hotelfuncties” vrij omvangrijk, maar dit aandeel daalt wel. Het aandeel medewerkers in “Overige patiënt- en bewonersgebonden functies” is in de verzorgingshuizen juist kleiner dan in de verpleeghuizen.
Figuur 2 – Verdeling van medewerkers werkzaam in de branche V&V en daarbinnen werkzaam in een verzorgingshuis over 5 functiecategorieën
Tabel 5 - Verdeling over functiecategorieën V&V - verzorgingshuizen Verpleegkundig, verzorgend en agogisch personeel Overige patiënt- en bewonersgebonden functies Leerling verpleegkundige, verzorgende en agogisch personeel Hotelfunctie Algemeen personeel
2009 59% 4% 3% 25% 9%
2011 63% 5% 3% 17% 13%
2013 63% 3% 4% 16% 14%
Van de bovenstaande vijf functiecategorieën gaan we ervan uit dat de meeste mensen die de ‘handen aan het bed’ vormen binnen de categorie “Verpleegkundig, verzorgend en agogisch personeel” vallen. Van deze groep is bekend wat hun hoogst behaalde opleiding was in de jaren dat zij de enquête hebben ingevuld. Dit overzicht staat in tabel 6. Tabel 6 – Verdeling van opleidingen binnen V&V – verzorgingshuizen – VVA-personeel 2009 2011
2013
Overige kwalificaties Verpleegkundige (niveau 5) Verpleegkundige (niveau 4) Verzorgende (niveau 3) Helpende (niveau 2) Zorghulp (niveau 1) Agogisch niveau 5 Agogisch niveau 4 Agogisch niveau 3
16% 1% 8% 55% 14% 1% 2% 3% 0%
13% 1% 7% 61% 9% 2% 2% 4% 1%
12% 2% 9% 58% 11% 2% 1% 4% 1%
Ook in de verzorgingshuizen valt op dat het aandeel medewerkers binnen deze functiecategorie met een opleiding als verzorgende met afstand het grootst is, maar wel daalt. Hier stijgt het aandeel medewerkers met een opleiding als helpende, dat is anders dan in de verpleeghuizen. De stijging van het aandeel verpleegkundigen niveau 4 die we bij de verpleeghuizen wel zagen, zien we in de verzorgingshuizen niet terug.
De ontwikkeling van de gemiddelde leeftijd over tijd Naast de verdeling van functies en opleidingen binnen de intramurale ouderenzorg was het ook een wens om de gemiddelde leeftijd van de mensen die de ‘handen aan het bed’ vormen in kaart te brengen. Bij voorkeur in een tijdsreeks. Hiervoor zijn de data van CBS geraadpleegd. In tabel 7 staat de gemiddelde leeftijd van medewerkers in de branche V&V tegenover de gemiddelde leeftijd van medewerkers met een kwalificatie die hen in staat stelt te werken in het primaire proces. Tot 2009 ligt de gemiddelde leeftijd van medewerkers die werkzaam kunnen zijn in het primaire proces lager dan die in de V&V als geheel. In 2009 en 2010 is er geen verschil en daarna stijgt de gemiddelde leeftijd van de onderste groep sneller dan in de V&V als geheel. Tabel 7 - De gemiddelde leeftijd in jaren (landelijk) 2005 2006 2007 2008 V&V 40,4 40,6 41,1 41,4 Primair 40,1 40,4 40,6 41,2 proces V&V
2009 41,7 41,7
2010 42,2 42,2
2011 42,3 42,9
2012 42,4 43,3