In opdracht van:
Meer mannenhanden aan het bed Hoe zorgen we ervoor dat meer mannelijke zijinstromers voor een baan in de zorg kiezen?
In opdracht van:
Introductie Deze presentatie geeft handen en voeten aan het enthousiasmeren van mannelijke zij-instromers voor een zorgberoep in de verpleging, verzorging en thuiszorg (VVT). Het is belangrijk om de pijlen op deze doelgroep te richten omdat: – – –
de zorgsector gebaat is bij mensen die weten wat werken is; deze groep de tijd heeft gehad om te kijken welke aspecten (werktijden, salaris, met mensen werken of juist niet) zij belangrijk vinden in het werk; deze groep daardoor standvastiger gemotiveerd is om zich om te scholen dan mensen die nog aan het begin van hun loopbaan staan.
In de volgende sheets wordt eerst de doelgroep verkend, daarna wordt ingegaan op middelen om kennis over de zorgsector bij zij-instromers te vergroten en het imago van de zorg-sector op voor hun interessante aspecten te verbeteren.
In opdracht van:
Omgevingsverkenning 1: Doelgroep Dit idee richt zich op de groep potentiële zij-instromers (met of zonder baan), die willen overstappen naar de zorgsector. Deze groep heeft door eerdere werkervaring kunnen ontdekken welke aspecten zij belangrijk vinden aan een baan. De zorgsector kan zich dan op diverse punten positief onderscheiden. Het zijn mannen die privé “gesetteld” zijn en die wellicht behoefte hebben aan een stabiele sector waarvan de groei niet afhankelijk is van economische conjunctuur. In die stabiliteit is onder andere ruimte voor een goede combinatie van werk en privéleven en een salaris waar je van op aan kan. Er is geen prestatiebeloning maar in plaats daarvan meer aandacht voor het welzijn van de werknemer. De potentiële zij-instromers hebben daarnaast zelf meer ervaring opgedaan met zorg, bijvoorbeeld voor vrouw en kind(eren) of ouders die steeds afhankelijker worden van langdurige zorg. Tijd om daar een steentje aan bij te dragen, terwijl je als werknemer terecht komt “in een warm bad”.
In opdracht van:
Omgevingsverkenning 2: Imago van de zorgsector Ongeveer drie op de tien werknemers buiten de zorg hebben wel eens een baan in de zorg overwogen. Mocht hun baan nú op de tocht komen te staan, zou een derde een baan in de zorg in overweging nemen. Werken in de zorg scoort qua imago hoog op de punten contact met cliënten/patiënten
voldoening
contact met collega’s
afwisseling
Werknemers in de niet-zorg vinden daarnaast het maatschappelijk belang een sterk punt aan werken in de zorgsector. Werkdruk en salaris worden door werknemers in de niet-zorg gezien als meest negatieve aspecten, gevolgd door werktijden. Deze werktijden worden slechts door 29% van de zorgwerknemers genoemd als negatief aspect. Er valt veel te winnen op het imago van salaris, scholings- en doorgroeimogelijkheden in de zorg.
Bron voor deze hele pagina: http://www.abvakabofnv.nl/docs/bijlagen/200909/Resultaten_onderzoek_imago_zorg.pdf
In opdracht van:
Overtuigingsstrategie De (potentiële) zij-instromers kunnen we dus overtuigen met de secundaire arbeidsvoorwaarden die in de zorg beter of even goed zijn dan in het bedrijfsleven: – – – –
flexibele werktijden competentiegerichte opleidingen pensioen, goedkope ziektekostenverzekering net zo veel carrièrekansen
Dit doen we in drie stappen: – – –
via het verbeteren van het imago van de zorgsector via het vergroten van kennis over werken in de zorg via persoonlijke begeleiding van mannen die concreet geïnteresseerd zijn.
Concrete middelen hiervoor zijn op de volgende sheets omschreven.
In opdracht van:
Middelen voor imagoverbetering Uiteraard via campagnes met klassieke media als televisie, kranten en tijdschriften, door brancheverenigingen en vakbonden. Maar vooral via sociale netwerken, zowel digitaal (hyves, www.schoolbank.nl) als zeker de voetbalclub en de sportschool, vriendengroepen en de kroeg. Hiervoor kunnen mannen die al wel in de zorg werken benaderd worden, om een olievlekwerking te creëren. Zij vertellen over hun eigen positieve ervaringen in de zorgsector en verwijzen verder slechts door naar gemakkelijk benaderbare kennisbronnen.
In opdracht van:
Middelen om kennis te verhogen -
Bronnen van kennis over hoe het echt zit in de zorgsector zijn: -
Zorginstellingen Onderwijsinstellingen het CWI en de gemeente de Vakbond
-
Deze bieden inzicht in algemene cijfers over salaris, werktijden, opleidings- en doorgroeimogelijkheden en benadrukken de sociale aspecten van werken in de zorg.
-
Maar er is meer: mannen die concreet geïnteresseerd zijn wordt de mogelijkheid geboden van een intensieve begeleiding (zie volgende pagina)
In opdracht van:
Begeleiding op maat -
Begeleiding kan plaatsvinden via regionale informatiepunten, bijvoorbeeld bij het CWI of de gemeente, die kennis hebben van zorginstellingen en opleidingsmogelijkheden in de buurt.
-
Er wordt gekeken welke functie op welk niveau in welke deelsector passend zijn voor de geïnteresseerde, een soort beroepskeuzetest
-
Daarna worden mogelijkheden geboden om op proef aan de slag te gaan: -
-
-
In deeltijd zodat het nog gecombineerd kan worden met een “vorige” baan. Relatief risicoloos als met de huidige baan afspraken gemaakt worden over een mogelijke terugkeer naar de oude werktijden Tijdelijk in een traineefunctie of als een werkstage. Hierbij gelden ook alvast de secundaire arbeidsvoorwaarden, maar hier zit een risico in als de huidige baan al opgezegd wordt. Het kan natuurlijk ook in een vakantie of als onbetaald verlof. Duaal: in dienst bij de instelling, 4 dagen werken en 1 dag naar school, inclusief een salaris op niveau en een gedegen opleiding. Dit is de grootste stap maar er is genoeg informatie beschikbaar om deze keuze te maken.
In opdracht van:
Samenvatting: wat is er nodig
Regionale informatiepunten die zowel opleidingen als werkgevers kennen en die beroepskeuze-advies kunnen geven. De genoemde bronnen van kennis moeten dus “aan de bak” met minstens een intensivering van hun huidige werkzaamheden en betere samenwerking. Er moet gebruik gemaakt worden van natuurlijke sociale netwerken.
Instellingen moeten deze mogelijkheden tot proef-werken bieden.
Fondsen voor begeleiding zijn aanwezig in de samenleving bij instellingen zoals Transvorm voor Noord-Brabant (www.transvorm.net)