DEERNS iD CORPORATE MAGAZINE FEBRUARI 2014 EDITIE 07
10
‘Energie-efficiëntie zorgt voor meer handen aan het bed’ OZG BEREIDT ZICH VOOR OP DE TOEKOMST
12
26
28
DEERNS’ HISTORIE IN BEELD PROJECTSELECTIE 85 JAAR DEERNS
18
ONGEKENDE DUURZAAMHEID REALISATIE HOOGST GECERTIFICEERDE BREEAM-NL KANTOORGEBOUW OP HET EUROPESE CONTINENT
brengt ideeën tot leven
04
iD
VOORAF
03 INHOUDSOPGAVE iD
02
It always seems impossible until it’s done NELSON ‘MADIBA’ MANDELA (1918 – 2013)
04
THE EDGE
Deerns en OVG gaan voor het duurzaamste gebouw van de wereld.
08
‘Je kunt niet zomaar een kabeltje doorknippen met het risico dat daardoor de hele dag het spoor plat ligt. Alles staat met elkaar in verbinding.’
12 14
85 JAAR DEERNS
Toen Paul Wessel Deerns 85 jaar geleden zijn lokale ingenieursbureau startte in Den Haag, had hij vast niet verwacht dat de ontwikkeling van zijn bedrijf zo’n vlucht zou nemen.
18
85 jaar toonaangevend De rijke historie van Deerns geeft ons de overtuiging dat het bureau een bijzondere onderneming is. Niet alleen bereiken veel adviesbureaus de leeftijd van 85 jaar niet, ook hebben die jaren altijd in het teken gestaan van het realiseren van innovatieve en duurzame ideeën. Deze ideeën komen voort uit de vruchtbare samenwerking met u als opdrachtgever of partner. U daagt ons uit om de lat steeds hoger te leggen. Daar ligt onze kracht: onze expertise aangevuld met de kennis die onze medewerkers hebben van uw, vaak kritische, bedrijfsprocessen. Hier staan ook weer mooie voorbeelden van in het magazine. Twee ziekenhuizen, de Ommelander Ziekenhuis Groep en het Amphia ziekenhuis, die streven naar de
beste zorg binnen een omgeving waarin technologische en maatschappelijke ontwikkelingen razendsnel gaan. Dat complexe speelveld is ons dagelijkse werk. Maar ook de Diergaarde Blijdorp in Rotterdam die een veilige omgeving voor haar dieren, medewerkers en bezoekers wil. Deerns vond creatieve oplossingen voor aangename ruimtes voor zowel de dieren als het publiek. En met OVG Real Estate voor het gebouw the Edge op de Amsterdamse Zuidas werkte Deerns aan een ‘Outstanding’ duurzaam gebouw. Ook leest u in het magazine over de historie van ons bureau. Paul Wessel Deerns was 85 jaar geleden zijn tijd al ver vooruit. Er is ondertussen uiteraard
een hoop veranderd. Duurzaamheid is tegenwoordig geen onderscheidende factor meer maar een vanzelfsprekend heid. Ik ben er echter van overtuigd dat ons werk echt verschil maakt. Neem nu alleen al het feit dat wij hebben gewerkt aan 6 van de 10 meest duurzame gebouwen1 van Nederland.
26
Ik heb vertrouwen in de toekomst en zie ernaar uit om samen met u het komende jaar opnieuw toonaangevende nieuwe projecten te ontwikkelen. Veel leesplezier!
Erik Lousberg Algemeen directeur Deerns Nederland
AMSTERDAM CENTRAAL STATION
16
10
Een balans vinden tussen een prettig leefklimaat voor de dieren, veiligheid voor de dierenverzorgers en de beleving van bezoekers dat ze de dieren van dichtbij kunnen zien in een gebouw dat weer schittert in haar oude glorie.
OZG BEREIDT ZICH VOOR OP DE TOEKOMST
85 JAAR TOONAANGEVEND IN TECHNIEK
‘Deerns presenteert zich als een kwalitatief hoogstaand bedrijf dat ook weet hoe het een prettige avond moet organiseren!’
20 22
DEERNS’ HISTORIE IN BEELD
ZEEWATER CENTRALE VOOR KOELING
Technisch complexe uitdagingen op een tropisch eiland.
BLIJDORP
28
COLUMN MAARTEN VAN ROSSUM
21
DEERNS VARIA
AMPHIA
THE AMERICAN SCHOOL
Duurzaamheid ingezet als leermiddel voor kinderen.
30
TROTS
Donald Schotel en Klaas Boersma over de veranderende rol van de adviseur in de huidige maatschappij.
« 1 B ron: Dutch Green Building Council
COLOFON DEERNS iD is een uitgave van Deerns Nederland en verschijnt twee keer per jaar Omslagfoto OVG Real Estate, PLP Architecture Vormgeving RoboMG Drukwerk Drukkerij Opmeer bv Papier Cocoon silk, vervaardigd uit 50% recyclede FSC gecertificeerde vezels en 50% nieuwe FSC gecertificeerde vezels Oplage 4.000 Redactie Deerns, Afdeling Marketing & Communicatie, Postbus 1211, 2280 CE Rijswijk Telefoon 088 – 374 00 00 E-mail
[email protected] Internet www.deerns.nl
iD
DUURZAAMHEID
05 DUURZAAMHEID iD
04
Hoogste BREEAM-nl ‘outstanding’ score voor een kantoorgebouw op het Europese continent
THE EDGE: ONGEKENDE DUURZAAMHEID OP DE ZUIDAS Een atrium als ‘long’ van het gebouw, een betere geluidsisolatiewaarde van 5 decibel, een warmtekoudeopslaginstallatie en een reductie van de CO2uitstoot van maar liefst 42 miljoen kilogram in tien jaar. Het zijn slechts enkele van de vele wapenfeiten waarmee projectont wikkelaar OVG Real Estate en Deerns het hoogst gecertificeerde BREEAMkantoorgebouw van het Europese vaste continent realiseren.
Het iconisch ontworpen gebouw op de Amsterdamse Zuidas drukt nu al een markante stempel op de omgeving. Het ruim 40.000 m2 grote The Edge, zoals het gebouw heet, lijkt al grotendeels gereed, maar het atriumgedeelte is nog helemaal open en de loopbruggen die daar straks binnen vallen, worden nu nog gesteund door een tijdelijke constructie. Binnen het gebouw zorgen alle installatietechnische werkzaamheden voor een drukte van belang.
BEELD: OVG Real Estate, PLP Architecture
Uniforme ambitie Al van meet af aan was het de bedoeling om van The Edge een bijzonder duurzaam gebouw te maken en het te laten certificeren als BREEAM-NL ‘Excellent’. “Dat zou op zich al heel mooi zijn geweest, maar gedurende het ontwerpproces heeft OVG besloten om de lat toch nóg hoger te leggen”, vertelt projectmanager Eugène Toussaint van Deerns. “Dat komt omdat we voor het Excellent ontwerpcertificaat al een BREEAM-score van 78% bereikten”, vult Gerben Kirchhoff aan die door OVG is ingehuurd als projectmanager. “En voor ‘Outstanding’ is een score van minimaal 85% nodig. Dus we waren al een aardig eind op weg.”
“Althans, wel wat het scoringspercentage betreft”, merkt ontwikkelingsmanager Robert van Alphen van OVG op. “Want om van 78 op 85 % te komen, was nog wel een forse investering en heel wat extra werk noodzakelijk. Dus we hebben wel even achter ons oor gekrabd, maar toch besloten om voor dat hoge ambitieniveau te gaan. Dat past namelijk in de filosofie van OVG: we willen altijd het beste van het beste en we houden van uitdagingen. En beter of hoger dan Outstanding kun je niet scoren binnen BREEAM. Nu hebben we het geluk dat ook Deerns een partij is die altijd streeft naar het best haalbare resultaat en ook de toekomstige gebruikers Deloitte en AKD, die het gebouw straks gaan huren, precies diezelfde mentaliteit hebben. Daar hebben we elkaar dus uitstekend in gevonden. Deloitte en AKD nemen zelfs een deel van de extra kosten voor hun rekening.” De gemeente Amsterdam heeft alle medewerking verleend om dit ambitieuze project mogelijk te maken. “In feite is het ook wel logisch dat alle belanghebbenden op hun manier bijdragen aan het behalen van het Outstanding-certificaat”, stelt Toussaint. “Iedereen heeft daar zo zijn eigen belang of baat bij. Voor de gemeente Amsterdam, die snel en flexibel was met vergunningen, is het natuurlijk een fraai prestige-object. Deloitte en AKD houden er meer comfort tegen lagere kosten aan over en ook OVG en wij zetten graag onze naam onder dit innovatieve en duurzame project. The Edge benadrukt nogmaals dat OVG koploper is voor wat betreft het ontwikkelen en realiseren van kantoorgebouwen met een ongekende duurzaamheid. De rol van Deerns is belangrijk omdat een groot deel van de additionele duurzaamheidsmaat regelen installatietechnisch van aard zijn.”
Technische innovatie De lijst aan technische voorzieningen is dan ook indrukwekkend en te lang om volledig op te sommen. Maar een aantal zaken mag zeker niet onvermeld blijven. Zo is het gebouw volledig uitgerust met de nieuwste generatie LED-verlichting van Philips. Iets wat ongekend is voor een gebouw van deze omvang. De mogelijkheden die de meet- en regeltechniek voor de LED-verlichtings installatie en de klimaatinstallatie in zich hebben om zowel centraal als op indivi-
»
DUURZAAMHEID
07 DUURZAAMHEID iD
06
BEELD: OVG Real Estate, PLP Architecture
BEELD: Eugène Toussaint (Deerns), Gerben Kirchhoff (OVG) en Robert van Alphen (OVG)
iD
‘De gehele zuidgevel van The Edge is voorzien van circa 700 m2 zonnecellen die per jaar 60.000 kWh aan elektri sche energie opwekken’
dueel niveau licht, lucht en temperatuur te kunnen bedienen is al even uniek als de mogelijkheden om de bezetting, de hoeveelheid daglicht, het energieverbruik en de CO2- uitstoot te monitoren. De door alle maatregelen gerealiseerde verlaagde uitstoot van CO2 is overigens opmerkelijk te noemen, want een reductie van 42 miljoen kilo in tien jaar is evenveel als de uitstoot van een vliegtuig dat 65.000 keer van Amsterdam naar New York vliegt. Het innovatieve netwerk van multisensoren in The Edge levert de data die nodig is om het hele gebouw te managen; van licht- en klimaatbeheersing tot schoonmaak, klachtafhandeling en de elektra voor zaken als elektrisch rijden en het opladen van telefoons en laptops. Maar dat is nog lang niet alles. Klimaatplafonds zorgen in alle kantoor- en vergaderruimten voor een bijzonder aangenaam comfort. Voor de bediening van de verlichting en de temperatuur zijn in de armaturen sensoren opgenomen en zowel de verlichtings- als de klimaatinstallatie zijn in die ruimten heel eenvoudig individueel te bedienen via een smartphone of tablet. Om de mede werkers in het gebouw bewust te maken
op energiegebied, krijgen zij ook inzicht in hun persoonlijke verbruik. Aanwezigheidsmelders in de aangesloten armaturen registreren beweging en zorgen voor een verlichtingsniveau van 300 Lux. Dat kan via een smartphone of tablet worden aangepast door het verlichtingsniveau te dimmen of, indien nodig, te verhogen tot 500 Lux. Als er geen beweging (meer) wordt geregistreerd, worden de armaturen na enige tijd automatisch uitgeschakeld. Hetzelfde geldt voor de klimaatinstallatie. Zo wordt de temperatuur teruggeschakeld naar een vooringestelde waarde, die afhankelijk is van de buitentemperatuur en wordt de hoeveelheid ventilatielucht die in de ruimte wordt gebracht eveneens terug gebracht tot een minimum niveau. De gehele zuidgevel van The Edge is voorzien van circa 700 m2 zonnecellen die per jaar 60.000 kWh aan elektrische energie opwekken. Dit is voldoende om alle smartphones, laptops en elektrische auto’s van Deloitte en AKD te kunnen opladen. De circa 1.100 m2 PV-cellen op het dak zijn goed voor een opbrengst van ongeveer 140.000 kWh elektriciteit per
jaar. En om het allemaal nog innovatiever en duurzamer te maken, zijn de zonnecellen één-op-één gekoppeld aan de warmtekoudeopslaginstallatie (WKO) die zorgdraagt voor de verwarming en koeling van het gebouw. Die installatie heeft in combinatie met twee warmtepompen en twee open bronnen op 160 meter diepte al een zeer hoge Energy Efficiency Ratio, vroeger COP, en wordt bovendien gevoed met zelf opgewekte energie. Voor de piekuren is er een aansluiting op de stadsverwarming. Toussaint: “We hebben ons wat duurzaamheid betreft uiteraard niet beperkt tot energieverbruik, maar er zijn ook andere maatregelen getroffen. Zo wordt regen water van het dak en het dakterras opgevangen in een bassin in de kelder en benut om de toiletten (met 4-literreservoirs) door te spoelen en in droge periodes om het dakterras en de groenvoorziening rondom het gebouw te beregenen.”
Centrale rol atrium Van Alphen en Kirchhoff wijzen ook op de bouwkundige concepten en maatregelen die de duurzaamheid van The Edge
bevorderen. “Neem bijvoorbeeld de situering ten opzichte van de zon”, zegt Kirchhoff. “Het gebouw is gesloten naar het zuiden en steeds verder open naar het noorden. Door het zo te plaatsen, blijft de warmte buiten en kan het licht zoveel mogelijk naar binnen schijnen. Je profiteert dus optimaal van het zonlicht, maar hoeft minder te koelen wanneer het warm wordt.” “Het atrium levert ook een belangrijke bijdrage aan de duurzaamheid, leefbaarheid en het comfort van het gebouw”, benadrukt Van Alphen. “Het atrium fungeert als het ware als de longen van The Edge. De secundaire lucht uit de kantoren wordt in het atrium ‘geworpen’ waardoor je alleen op leefniveau verse en geconditioneerde lucht hoeft te blazen in het atrium. Die secundaire lucht wordt bovenin het atrium afgezogen en langs twee warmtewielen geleid. In de winter wordt de koude buitenlucht voorverwarmd door deze relatief warme secundaire lucht en in de zomer wordt de warme buitenlucht voorgekoeld door de relatief koude secundaire lucht. Zo wordt de lucht temperatuur steeds op de beste manier gebruikt.”
De eindsprint Kijkend naar de korte tijd die er slechts was om alles te bedenken en het BREEAMniveau op te tillen van Excellent naar Outstanding, zijn alle partijen het erover eens dat onderling vertrouwen, eendracht en harmonieuze samenwerking de sleutel woorden tot het succes waren. Er is slechts één klein minpuntje aan het hele verhaal: in Manchester, waar Deerns net een tweede vestiging in het Verenigd Koninkrijk heeft geopend, staat een kantoorgebouw met een BREEAM Outstanding score die nog nét iets hoger is. “Dat kunnen we eigenlijk niet op ons laten zitten”, vindt Toussaint. “En met een beetje geluk gebeurt dat ook niet”, glimlacht Kirchhoff. “We zijn er nog mee bezig, maar als we in onze opzet slagen, gaan we die score in Manchester voorbij. Dan creëren we hier het duurzaamste gebouw van de wereld! Zoals gezegd, we gaan voor het beste van het beste”, benadrukt Van Alphen.
‘Het atrium levert ook een belangrijke bijdrage aan de duurzaamheid en het comfort van het gebouw’
«
Eugène Toussaint
[email protected]
HOOGTEPUNT
COMPLEXE OMGEVING w
9 HOOGTEPUNT iD
8
Wie wel eens op station Amsterdam Centraal komt zal het niet zijn ontgaan. Het drukst bezochte monument van Nederland ondergaat een complete metamorfose en Deerns werkt daaraan mee. Het station is een belangrijk verkeers knooppunt dat ruimte moet bieden aan circa 300.000 OV-reizigers in 2020.
De uitbreiding en renovatie bestaat uit tientallen grote en kleine projecten in een klein gebied. Van auto- en fietstunnels tot een tweede hoofdentree met verbindingen naar het busplatform en de metro, als nieuwe passages tussen Centrum en het IJ, voorzien van winkels. Het is teveel om op te noemen. Aan alle kanten wordt gebouwd. Ook de partijen die betrokken zijn bij de renovatie zijn legio: NS, ProRail, Gemeente Amsterdam, maar ook Monumentenzorg en de huurders van winkelruimtes.
Deerns heeft een aantal opdrachten op Amsterdam Centraal. In de IJhal, de tweede hoofdentree en de twee nieuwe Poortvrije Passages, maken we het ontwerp van alle installaties (werktuigbouwkundig, elektrotechnisch en liften) en geven we advies op het gebied van bouwfysica. Daarnaast zijn wij voor het totale project verantwoordelijk voor het advies op het gebied van brandveiligheid. Alle aanslui tingen zitten tussen de tunnel en het dak van de IJzijde in, waarop het busstation is gebouwd. Een zeer complexe omgeving.
Niet alleen de gebouwen zelf, maar ook alle installatievoorzieningen moeten integraal op elkaar worden afgestemd. Dat vereist een intensieve samenwerking met alle partijen. En opperste alertheid. ‘Je kunt niet zomaar een kabeltje doorknippen met het risico dat daardoor de hele dag het treinverkeer plat ligt. Alles staat met elkaar in verbinding’, aldus Nico Vermeer, senior adviseur bij Deerns. En de uitbreiding en renovatie duurt nog wel even, want er wordt tot 2020 verbouwd.
«
BEELD: Paul Deelman
iD
iD
RENOVATIE
11 RENOVATIE iD
10 Diergaarde Blijdorp is één van de weinige dierentuinen die geheel is ontworpen door één architect: Sybolt van Ravesteyn. Zijn destijds vernieuwende concept, waarbij traliewerk en hekken werden vervangen door greppels en grachten, maakte de diergaarde uniek in de wereld. In de loop van de jaren hebben diverse aanpassingen of toevoegingen aan de imposante, centraal gelegen Rivièrahal het karakter van het oorspronkelijke ontwerp behoorlijk aangetast. Het jubileumgeschenk van de gemeente Rotterdam ter gelegenheid van het 125-jarig bestaan van Blijdorp in 2007, maakt het mogelijk om drie rijksmonumenten of onderdelen daarvan, te restaureren. De Dikhuidenvleugel was het eerste aan de beurt. De renovatie is afgelopen najaar voltooid en staat model voor de wijze waarop architectencombinatie Broekbakema / Kees Rouw (Architectuur&Onderzoek) / Siebold Nijenhuis Architect en Deerns, het erfgoed van Van Ravesteyn willen renoveren.
BEELD: Roos Aldershoff Fotografie
“Het was een ambitieus project”, vertelt Marius Voets, projectcoördinator en directievoerder bij Broekbakema. “We moesten een goede balans vinden tussen het behoud van de monumentale uitstraling en de hedendaagse regelgeving en nieuwe technieken.” Het welzijn van de dieren stond daarbij voorop, maar we moesten ook rekening houden met de verzorgers en het publiek. Dat maakte het project extra bijzonder, meent Nedim Mehmedbegovic, ontwerpleider bij Deerns. “De verschillende belangen laten zich niet altijd makkelijk verenigen. We moesten ervoor zorgen dat de dieren zich prettig voelen, de dierenverzorgers veilig met deze grote en gevaarlijke dieren kunnen werken en de bezoekers de sensatie beleven dat ze de dieren van dichtbij zien in een gebouw dat weer schittert in haar oude glorie.”
DIKHUIDENVLEUGEL IN OUDE GLORIE HERSTELD
De Rivièrahal in Diergaarde Blijdorp, waarin onder meer de Dikhuidenvleugel is gevestigd, is een rijks monument uit 1940. Dankzij een grondige restauratie met creatief maatwerk en innovatieve oplossingen hebben de dwergnijlpaar den en zwarte neushoorns het hier nog beter naar hun zin, voelen bezoekers zich er prettig en kunnen dieren verzorgers er veilig en efficiënt hun werk doen.
Deerns en de architectencombinatie zijn erin geslaagd de tegenstellingen die samenhangen met de renovatie van een rijksmonument en de hedendaagse eisen die aan dierenwelzijn worden gesteld, integraal op te lossen zonder de originele architectuur van Van Ravesteyn aan te tasten. “Deze restauratie dient als voor beeld voor de restauratie van andere monumentale gebouwen in Blijdorp”, vindt Voets. “Andere dierentuinen met verouderde gebouwen kunnen eveneens profiteren van de expertise die we hebben opgedaan. De Dikhuidenvleugel is ons visitekaartje.”
Toekomstgericht Onzichtbare aanpassingen - alle installaties zijn bijvoorbeeld weggewerkt in bestaande structuren - dragen bij aan een plezierig verblijfsklimaat voor alle gebruikers van de Dikhuidenvleugel. Dat was niet altijd eenvoudig. “We moesten in een aantal gevallen out of the box denken en hebben hiervoor speciale producten ontwikkeld”, zegt Melanie Bloem, adviseur bij Deerns. “Zo hebben we onder meer nieuwe drinkbakken voor neushoorns ontworpen; niet iets waarover je dagelijks nadenkt. Daarom hebben we eerst met de dieren-
verzorgers besproken wat hierbij de specifieke eisen zijn en vervolgens met de architect naar een efficiënte oplossing gezocht. Dat resulteerde in een grote betonnen drinkbak, die vast staat op z’n plek en vanuit de dienstgang kan worden gevuld. Zoiets bestond nog niet.”
verwarmingsinstallatie. Bij een lage warmtevraag is zonne-energie voldoende om het gebouw van een aangename temperatuur te voorzien en het water van het binnenbassin op temperatuur te houden.
Met diezelfde vooruitstrevendheid is nadrukkelijk over de grenzen van het project heengekeken. “Met minimale extra kosten hebben we installaties zodanig voorbereid dat er later zonder extra kosten of onderbrekingen nieuwe delen aan kunnen worden gekoppeld”, vertelt Bloem. “Zo kan dit project eenvoudig verder worden verduurzaamd.” Ook is er rekening mee gehouden dat op enig moment wellicht andere dieren gebruik zullen maken van de vleugel. “Vloerverwarming is bijvoorbeeld een beproefd concept in dierentuinen. Maar het probleem is dat neushoorns niet van warme voeten houden, maar dwergnijlpaarden wel. Daarom zagen de dierenverzorgers aanvankelijk geen heil in vloerverwarming, maar we hebben ze ervan overtuigd het toch te doen. Per slot van rekening is de grond in de Afrikaanse savanne ook niet koud. Er ligt nu een vloerverwarming met een vrij lage temperatuur. Die kan bij een ander gebruik van de ruimte eenvoudig worden aangepast.”
De voortdurende dialoog met alle betrokkenen, met name met de dierenverzorgers, leidde geregeld tot nieuwe inzichten die aanpassingen in het Programma van Eisen noodzakelijk maakte. “Het heeft ervoor gezorgd dat we maatwerk konden leveren”, menen Bloem en Mehmedbegovic. Een goede afstemming met de architectencombinatie maakte het mogelijk om tijdig in te spelen op specifieke wensen en situaties. “We zijn echt als één team met elkaar opgetrokken. Wij kwamen soms met bouwkundige ideeën en zij droegen soms installatietechnische oplossingen aan. Zo kom je echt tot een geïntegreerde aanpak.”
Klimaattechnische buffer Dierenwelzijn stond voorop bij de renovatie van de Rivièrahal, maar soms zijn dier belangen strijdig met de wensen van het publiek. Blijdorp vindt het heel belangrijk dat publieksruimten open en transparant zijn. Bezoekers moeten zo dicht mogelijk bij de dieren kunnen komen, maar beide partijen mogen geen last van elkaar hebben. Deerns vond er een creatieve oplossing voor. Mehmedbegovic: “Neushoorns kunnen vrij goed tegen kou, dwergnijlpaarden daarentegen hebben een constant klimaat nodig en zijn gevoelig voor tocht. We hebben van het gebied van de neushoorns inclusief de publieksruimte een klimaattechnische buffer gemaakt voor de dwergnijlpaarden, die een stuk dieper in het gebouw zitten. Dat maakt die ruimte behaaglijk voor zowel de dieren als het publiek.” Met de nieuwe installatie en bouwkundige ingrepen gaat er nu minder energie verloren in de Dikhuidenvleugel. Ook dat was een belangrijke voorwaarde bij de renovatie. Goede isolatie zorgt voor een stabieler binnenklimaat waarbij het warmteverlies wordt beperkt. Bovendien zorgt een nieuw filtersysteem voor een enorme energie besparing bij de warmwaterbassins van de dwergnijlpaarden. Voorheen stroomde er continu vers warm water de bassins in. Het vieze water werd aan de andere kant afgevoerd. Nu ververst het filtersysteem het vuile water, waardoor het weer in de bassins kan terugstromen. Zonnecollec toren zorgen ervoor dat het water van het binnenbassin het hele jaar door op temperatuur blijft. De geproduceerde zonnewarmte dient ook als extra warmtebron voor de
Geïntegreerde aanpak
«
Iedereen verrast door nieuwe opzet Op zaterdag 14 september, tijdens de Open Monumentendag, vond de publiekelijke opening van de gerenoveerde Dikhuidenvleugel plaats. “Een mooiere dag hadden we niet kunnen kiezen”, vertelt René Reusen, projectmanager van de dierentuin. “De reacties van het publiek waren erg positief. Ze verbaasden zich vooral over de subtiele samensmelting van moderne technieken en het oude karakter van het gebouw. En zo denken wij er ook over. De samenwerking met Deerns verliep bovendien zeer professioneel, waardoor wij binnen de diergaarde een prettig gevoel aan het project hebben overgehouden. Installatietechnische bedrijven hebben nog weleens de neiging om een hoogdravend en complex verhaal over duurzaamheid af te steken. Maar Deerns maakte dit onderwerp heel concreet. Zij kwamen met een helder verhaal dat iedereen binnen de dierentuin begreep en ons energieverbruik uiteindelijk enorm heeft gereduceerd.”
Nedim Mehmedbegovic,
[email protected] Melanie Bloem
[email protected]
iD
NIEUWBOUW
13 NIEUWBOUW iD
12
Ommelander Ziekenhuis Groep bereidt zich voor op de toekomst:
BEELD: Leeuwenkamp Architecten
ENERGIE-EFFICIËNTIE ZORGT VOOR MEER HANDEN AAN BED Een ziekenhuis moet een bepaald referentiegebied van kwalitatief hoogwaardige zorg voorzien. Door de economische malaise, de vergrijzing maar ook de veroudering van gebouwen, vrezen sommige ziekenhuizen daar in de toekomst niet meer aan te kunnen voldoen. Dat gold ook voor de Ommelander Ziekenhuis Groep uit Noord- en Oost-Groningen.
OZG, zoals het ziekenhuis in de volksmond heet, biedt op dit moment zorg aan ongeveer 150.000 mensen vanuit twee locaties: Delfzijl en Winschoten. Het gebied dat ze bestrijken, kampt met een dubbele vergrijzing: hoogopgeleide talenten trekken weg en achterblijvers worden ouder. Dit betekent dat de zorgvraag toeneemt. Door de verouderende gebouwen en verspreiding van middelen en mensen over twee locaties, zou dat een probleem worden.
Van twee naar één
BEELD: Leeuwenkamp Architecten
Janneke Procee, projectleider Nieuwbouw OZG: “De huidige situatie is kwalitatief en bedrijfsmatig onhoudbaar. Met twee locaties is het steeds moeilijker om gespecialiseerd personeel aan te trekken, de technische staat van de gebouwen op pijl te houden en financieel efficiënt te blijven.”
‘De belangen van de patiënt staan voorop in het ontwerp’
“Nieuwbouw biedt uitkomst”, vervolgt ze. ”Door onze medisch specialisten, personeel en middelen in één nieuw complex te concentreren, kunnen we kwalitatief goede zorg blijven leveren. Een goed bereikbare locatie is hierin cruciaal, want we moeten wel hetzelfde gebied van zorg blijven voorzien. Omdat een groot deel van onze bezoekers en patiënten met de auto komt én we binnen 45 minuten acute zorg moeten kunnen leveren, hebben we naar een locatie langs de snelweg gezocht. Het dorp Scheemda, aan de A7, bleek de ideale locatie. De bouw is nog niet gestart, maar het definitieve ontwerp ligt er al.”
Expert driven De belangen van de patiënt staan voorop in het ontwerp. Daar had OZG expertise
voor nodig. “We weten hoe we goede zorg moeten leveren, maar niet hoe we een nieuw ziekenhuis moeten bouwen. Die installatietechnische vertaalslag kunnen wij niet maken. Daarom wilden we Deerns erbij hebben”, zegt Procee. “Op het gebied van installatietechniek voor ziekenhuizen behoren zij tot de absolute top.” Om daarvan optimaal gebruik te maken, wordt dit project expert driven aangepakt. Vincent Jansen, projectmanager van Deerns legt uit: “Toen wij op 15 maart 2013 bij dit project werden betrokken, was het bouwkundig voorlopig ontwerp (VO) al nagenoeg gereed. Op basis daarvan zijn wij met het installatie-ontwerp gestart. Het is onze opdracht om een ontwerp voor de gebouwgebonden installaties te maken, afsprakentekeningen te ontwikkelen én advies te geven over de complete bouw fysica. Doordat wij verantwoordelijk zijn voor zowel het installatie-ontwerp als de bouwfysica hebben we samen met architectenbureau Leeuwenkamp in een zeer kort tijdsbestek een integraal ontwerp van het gebouw kunnen ontwikkelen. Het resultaat is een energie-efficiënt gebouw met een goed geïsoleerde gevel, waarbij veel gebruik is gemaakt van natuurlijke lichttoetreding.” “De expert driven aanpak is tweeledig”, vervolgt Jansen. ”Wij hebben de gebouwgebonden installaties zodanig ontwikkeld dat ze voldoen aan de eisen voor een modern ziekenhuis. Daarbij hebben wij verschillende installatieconcepten uitgewerkt en per onderdeel een advies gegeven. OZG heeft op basis hiervan per onderdeel een keuze gemaakt. Voor de gebruiksruimten maken wij afsprakentekeningen waarop alle benodigde voorzieningen
en normeringen vanuit wettelijke kaders zijn aangeven. Met onze ziekenhuiservaring weten we waaraan die ruimtes moeten voldoen en hoe we dat binnen de kaders die de opdrachtgever schetst, zo efficiënt en slim mogelijk kunnen ontwerpen. De afsprakentekeningen worden aan de gebruikers verstrekt en vervolgens plenair besproken zodat zij hier feedback op kunnen geven. Daarna wordt de definitieve versie gemaakt.“
Geld naar handen aan bed Het splinternieuwe gebouw van 35.000 m2 gaat uit vier gescheiden delen bestaan: de hoofdingang, poli en kantoren, klinieken en een hotfloor voor radiologie, nucleaire geneeskunde, intensive care en operatiekamers. Deze scheiding schept voorwaarden voor de energie-efficiënte mogelijkheden die OZG nastreeft. “We willen ervoor zorgen dat we ons geld zoveel mogelijk aan zorg kunnen besteden en zo min mogelijk aan energierekeningen”, zegt Procee. “Het beddenhuis is 24 uur per dag open, maar de poli niet. Daar kunnen we, dankzij deze indeling, de installaties gewoon uitzetten.”
Energiezuinig concept “De energie-efficiëntie is door het hele gebouw doorgetrokken”, vertelt Jansen. “Onder meer in de gevelkeuze. Door een goed geïsoleerde gevel te kiezen, reduceer je de hoeveelheid installatietechniek die nodig is. Dit is een belangrijke voorwaarde om een comfortabele en energiezuinige situatie te creëren. Verder hebben we de luchtbehandeling geminimaliseerd en gefocust op ventilatie. Verwarmen en koelen doen we met watergedragen
Snelste bouwaanvraag ziekenhuis ooit
systemen. Daarbij maken we gebruik van hoge temperatuurkoeling en lage temperatuurverwarming, zodat we ook met warmtepompen met koudeopslag kunnen werken. Doordat er weinig lucht wordt verpompt, wordt er ook minder energie verbruikt.” “Daarnaast hebben we een hoog rendement op warmteterugwinning uit de ventilatielucht door gebruik te maken van een warmtewiel dat tussen de afvoer en toevoerkast draait. Lucht die uit het gebouw gaat, gaat door dit warmtewiel. De lucht geeft warmte en vocht af aan het wiel, die dat weer in de toevoerlucht draait. Zo maken we dus heel efficiënt gebruik van de energiestromen in het gebouw”, aldus Jansen. “En de bezoekers zijn straks verzekerd van een comfortabel klimaat.”
Deerns begon 15 maart 2013 met het OZG-project. Op dat moment was het bouwkundig VO al nagenoeg gereed. Binnen drie maanden werd de bouwaanvraag ingediend. Dit is een unicum bij de bouw van een ziekenhuis. Projectmanager Vincent Jansen van Deerns: “Het is ons om een aantal redenen gelukt. We hebben zeer intensief samengewerkt met de opdrachtgever, architect, constructeur en de gemeente Oldambt. We zijn niet alleen in onze eigen taken blijven hangen, maar denken met elkaar mee. In oplos singen, niet in problemen. En het feit dat de gemeente intern iemand heeft aangesteld voor dit project, is cruciaal voor de voortgang ervan. We wilden gezamenlijk iets bereiken en dat lukt doordat we een team vormen.”
Nieuw gebouw, betere zorg Terwijl Deerns met energiezuinige installatieoplossingen kwam, werkte OZG hard aan de vernieuwing van hun zorgconcept. “Een nieuw gebouw biedt mogelijkheden om onze zorg te verbeteren. We willen bijvoorbeeld dat de patiënt zich welkom voelt en dat de spanning vermindert bij mensen die het ziekenhuis binnenlopen. Daarvoor is een prettige omgeving en goede bewegwijzering cruciaal. Maar wij onderzoeken ook de mogelijkheid voor zorgstraatjes en het ontwikkelen voor one-stop-shop poli’s. Dan kan een bezoeker zich in één keer en achter elkaar laten onderzoeken, bloedprikken, een arts spreken en weer naar huis met het resultaat. Zo draagt het nieuwe gebouw dus bij aan betere zorg.”
«
Vincent Jansen
[email protected]
iD
DEERNS 85 JAAR
15 DEERNS 85 JAAR iD
14
Deerns 85 jaar
INNOVATIEF ONDERNEMEN
Deerns was zijn tijd ver vooruit. Het ‘Bureau voor technische adviezen HOUTMAN & DEERNS’ dat hij in 1928 opzette was in feite een consultancybedrijf, met een specialisme in werktuigbouwkunde en elektrotechniek dat vóór die tijd niet bestond. Nadat zijn compagnon in 1930 overleed, zette Deerns het bedrijf alleen voort.
Explosieve groei De Tweede Wereldoorlog blokkeerde tijdelijk de groei van Deerns’ bedrijf; hij weigerde voor de bezetter te werken. Maar na 1945 groeide het bedrijf des te sneller, met dank aan de wederopbouw van Nederland. Deerns was toen gespecialiseerd in onder andere industrie, gezondheidszorg, woning- en kantoorbouw en energievoorziening. Vanaf de jaren ’50 kwamen ook vliegvelden in de portfolio. Tegen die tijd had Deerns 200 ingenieurs en technici in dienst en waren naast de oorspronkelijke locatie Den Haag ook vestigingen in Amsterdam, Rotterdam, Hengelo, São Paulo en Rio de Janeiro geopend. Paul Wessel Deerns werd in 1954 geridderd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau voor zijn bijdrage aan de wederopbouw van Nederland.
BEELD: De akte van oprichting (1928)
Met dezelfde drive Zelfs aan de actieve carrière van de ondernemende Deerns moest een keer een eind komen: in 1966 ging hij met pensioen. Hij liet zijn bedrijf achter in de capabele handen van een professionele Raad van Bestuur. Zijn ‘spirit’ is echter nooit ter ziele gegaan: dankzij de professionaliteit en hang naar innovatie die ons ook in de 21e eeuw nog steeds kenmerken, telt Deerns vandaag de dag bijna 600 medewerkers en hebben we 22 kantoren in 12 landen. Ook voeren we wereldwijd projecten uit in
‘Vanaf de jaren ’50 kwamen ook vliegvelden in de portfolio. Tegen die tijd had Deerns 200 ingenieurs en technici in dienst’
BEELD: Paul Wessel Deerns (1971)
Twaalf landen. Drie werelddelen. Een internationaal opererend bedrijf met een brede expertise in engineering, van datacenter tot vliegveld en van kantoor tot cleanroom. Toen Paul Wessel Deerns 85 jaar geleden zijn lokale ingenieursbureau startte in Den Haag, had hij vast niet verwacht dat de ontwikkeling van zijn bedrijf zo’n vlucht zou nemen. Toch waren zijn innovatieve, ondernemende en professionele instelling de aanjager van het succes. Tot op de dag van vandaag kenmerken zijn karakter eigenschappen ons bedrijf.
1928
landen waar we geen vestiging hebben, met de hulp van internationaal samen gestelde teams.
Klaar voor de toekomst Toch zijn er wel dingen veranderd. De opdrachten bijvoorbeeld. Die zijn in de loop der jaren steeds complexer geworden. De techniek blijft zich in een razend tempo ontwikkelen en we bevinden ons middenin het informatietijdperk. Onderwerpen als duurzaamheid en arbeidsomstandigheden zijn tegenwoordig niet meer weg te denken uit de gemiddelde bedrijfsstrategie of –filosofie. Allemaal ontwikkelingen die een grote directe invloed hebben op ons werk als ingenieurs en op de rol die we in ontwikkelingsprocessen vervullen. Die rol is sterk veranderd: onze langetermijnrelaties met opdrachtgevers werden steeds meer nauwe samenwerkingsverbanden, waarin we als partners met elkaar omgaan. We worden niet alleen meer ingeschakeld om technische expertise te delen. We spelen een veel bredere rol, namelijk die van co-makership. Onze core business? We helpen particuliere en publieke opdrachtgevers een duurzame, comfortabele en veilig gebouwde omgeving te creëren door hen te voorzien van haalbare oplossingen op basis van innovatieve ontwerpen. We zoeken daarbij steeds de grenzen van het technisch mogelijke op. We delen kennis. We leren van ervaringen uit het verleden. Door in onze projecten steeds voor innovatie te kiezen, ligt Deerns stevig op koers naar een veelbelovende toekomst. Voor Deerns én voor onze opdrachtgevers!
«
BEELD: Oude installaties ontworpen door Deerns
2014
iD
DEERNS 85 JAAR
17 DEERNS 85 JAAR iD
16
‘Deerns presenteert zich als een kwalitatief hoogstaand bedrijf dat ook weet hoe het een prettige avond moet organiseren!’
Relatie-evenement jubileum Deerns
VOL VERTROUWEN OP NAAR DE VOLGENDE 85 JAAR De ontvangst was meteen veelbelovend: het pand waarin het Haagse Louwman Museum gevestigd is, kenmerkt zich door een op zijn minst opvallend gebouw. En ook om de auto’s waar de ruim 200 gasten bij binnenkomst bijna letterlijk tegenaan liepen, kon je onmogelijk heen. De toon was gezet voor een relatie-evenement in het teken van vernieuwende kwaliteit in techniek, met een positieve blik richting de toekomst en een vleugje van het verleden.
Na een heerlijk dinerbuffet werd de bedrijfsfilm van Deerns vertoond in het theater. In enkele minuten stond Deerns op de kaart als het ingenieursbureau dat ideeën tot leven brengt, op een innovatieve, daadkrachtige manier. Ook de eerste sprekers van de avond benadrukten dat. Jan Karel Mak, CEO van de Deerns Group, zette uiteen hoe Deerns in de afgelopen jaren een heel doelbewuste internationalisering inzette, die het bedrijf extra weerbaar maakt in moeilijke tijden. Erik Lousberg, directievoorzitter van Deerns Nederland, schetste een aantal belangrijke ontwikkelingen binnen het ingenieursbureau, onder andere op het gebied van BIM, investeren in menselijk kapitaal, duurzaamheid en innovatie.
Massale vooruitgang Daarna was het podium voor Neerlands bekendste historicus en Amerikakenner: Maarten van Rossem. Hij prees Deerns’ vertrouwen in de toekomst en begon
zijn betoog met de omgekeerde vraag: “Heeft de toekomst wel vertrouwen in ú?”. Tijdens een relaas van een half uur, waarin historische mijlpalen als de VOC-tijd, de Industriële Revolutie en de beide Wereldoorlogen meermaals de revue passeerden, kwam hij tot de volgende conclusie: “Nederland is al 500 jaar een heel succesvolle natie, en er is geen enkele reden om aan te nemen dat daar een einde aan zal komen. Er is massale vooruitgang. Kijkend naar de grote structurele ontwikkelingen in de wereld komt het best goed met Deerns”, besloot Van Rossem.
mogelijkheden die de ontwikkelingen in de techniek ons de komende decennia gaan bieden. Hij drukte Deerns op het hart vooral mee te blijven gaan in die innovaties en ging daarbij dieper in op twee trends: meer energie-efficiëntie en slim werken enerzijds, en zelfvoorzienende huishoudens anderzijds. Bakas hield daarnaast een pleidooi om alfa- en bètamensen meer te laten samenwerken, zodat zij de sterkste complementaire teams kunnen vormen.
Aanpassen en durf tonen Na het dessert en de koffie nam trend watcher Adjiedj Bakas het sprekersstokje over met een presentatie in een duizelingwekkend tempo. “Niet het sterkste beest overleeft, maar het beest dat zich het best kan aanpassen aan de veranderende omstandigheden om hem heen,” begon hij. Bakas benadrukte de ongekende
‘Wat een vermakelijke en informatieve break in het midden van de werkweek!’
Tot slot benadrukte hij het belang van durven: “De toekomst behoort toe aan hen die moed tonen. Dus dat is wat ik Deerns toewens voor de komende 85 jaar: heel veel lef!”, sloot hij af.
Moois onder de motorkap “De toekomst is aan hen die durven, inderdaad. Alfa en bèta samen. Daar gaan we ongelooflijk veel werk van maken”, begon Sjoerd Hora Siccama, de laatste spreker van de avond, zijn presentatie. “En nu moet u er aan geloven, want we kunnen deze avond niet afsluiten zonder een blik op onze historie,” vervolgde hij. In een half uur nam hij het publiek met ‘paardensprongen’ mee door roemrijke projecten uit de geschiedenis van Deerns, van de allereerste uitdagingen op het gebied van temperatuurbeheersing in de eerste helft van de vorige eeuw tot de meest innovatieve clean tech laboratoria van de afgelopen jaren. Daarbij maakte hij een treffende vergelijking met de prachtige
auto’s in het Louwman Museum: “Net als bij deze auto’s is er veel meer te zien aan gebouwen dan louter de indrukwekkende buitenkant. Het interessantste deel, de techniek, zit onder de motorkap. Dat geldt ook voor ons werk. U ziet het vaak niet, maar u merkt het resultaat ervan wel!” Sjoerd Hora Siccama werd tot slot ter ere van zijn 30-jarig jubileum bij Deerns verrast met een schenking aan het Willem Alexander Kinderfonds van het LUMC, mogelijk gemaakt door diverse relaties en Deerns zelf.
Toekomstvoorspelling Na afloop van de presentaties zochten veel van onze relaties elkaar nog even op om bij te praten. De sfeer was ontspannen, de live muziek bijzonder aangenaam. Er werd menig goed gesprek gevoerd en de banden werden aangehaald. De stemming was positief en vol energie voor de toekomst. Zoals ook Van Rossem en Bakas beiden voorspelden: “Deerns in de toekomst? Dat komt wel goed.”
«
‘Ik heb een nieuw Deerns gezien.’
iD
DEERNS 85 JAAR
19 DEERNS 85 JAAR iD
18
DEERNS’ HISTORIE IN BEELD 3
7
13
17
4
9
8
18
5
1
10
14
11
15
19
20
Overzicht projecten:
2
6
12
16
1 Grand Hotel Krasnapolsky 2 Thermae 2000 3 TNO 4 Erasmus MC 5 Amsterdam Airport Schiphol 6 Aegon 7 Koninklijk Paleis 8 V&D 9 Europoint 10 Gasunie 11 ISALA 12 KLM
13 Climate House 14 Kuwait Airport 15 Anne Frank museum 16 City Life Hadid 17 TNT Centre 18 Welstadtkaufhaus 19 Ministerie van Veiligheid en Justitie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 20 Danone
column
21 Deerns varia iD
20
DE ZEER LANGE TERMIJN Een historicus zou zich niet met de toekomst moeten bemoeien. Historici zijn uitstekende toekomstvoorspellers tegen de tijd dat de toekomst verleden tijd is geworden, maar zolang de toekomst nog echt toekomst is, hebben zij omtrent die toekomst even weinig zekerheden als alle anderen die dolgraag zouden weten wat die toekomst gaat brengen. Maarten van Rossum Historicus
DEERNS ITALIË
EMB-LAB
Hulp bij aanbesteding vliegveld Rome Aeroporti di Roma (ADR) heeft Deerns de opdracht gegeven hen te helpen met de aanbesteding voor het vervangen van de passagiersbruggen van 18 gates op Leonardo da Vinci International Airport in Rome. Deerns stelt het functionele en technische Programma van Eisen op, waarmee ADR de aanbeste ding kan verzorgen. Verdere begeleiding tijdens het aanbeste dingstraject en toetsing van de aanbiedingen vormt onderdeel van de opdracht. Deerns heeft ruim veertig jaar internationale ervaring en expertise opgebouwd in de wereld van luchthavens. Samen met Deerns Italië werken we aan deze adviesopdracht.
BEELD: 3NO
iD
Modulair bouwlaboratorium voor TNO Voor het onderzoeksinstituut TNO in Delft heeft Deerns een ‘bouwlaboratorium’ ontworpen, het zogenaamde EMB-lab. Dit is een laboratorium waarin TNO bouw materialen zoals beton en asfalt onderzoekt maar ook gebouwgebonden installaties zoals koelmachines of warmtepompen. Bijzonder aan het ontwerp is dat een deel van het lab modulair is opgebouwd in een unitbouw structuur met een hoge mate van standaardisatie. Deze laboratoriumunits kunnen worden opgepakt en in een ander gebouw worden neergezet en aangesloten. Daarnaast zijn er klimaatkamers in een standaardmaat en uitvoering aan de buiten- gevel gekoppeld. Deze kunnen ook op ieder moment
worden verplaatst en zijn zoveel mogelijk ‘plug and play’ uitgevoerd. De opwekking van energie is opgesteld in containers op het dak (stookruimte) of binnen verplaatsbare frames (koelmachines en luchtbehandelingskasten) zodat ook deze componenten elders hergebruikt kunnen worden. Deerns is ‘hoofdcontractant’ van dit project voor de adviseurs en werkt samen met N3O architecten en ABT constructies. Het project is als één perceel in de vorm van een design and build project aanbesteed en wordt uitgevoerd door Heembouw, van Galen en Lomans. Oplevering is medio 2014.
BEELD: Evert-Jan Daniels
DEERNS INNOVATIECOMPETITIE Toch is het mogelijk, juist op grond van een analyse van het verleden, te komen tot een educated guess over de toekomst. Voorspellingen van de toekomst op zeer korte termijn, zeg van een week tot een jaar of tien zijn eigenlijk altijd onbegonnen werk. Neem nu het afgelopen decennium: vrijwel niemand heeft in de eerste helft van dat decennium de kredietcrisis en zijn ernstige economische effecten aan zien komen. Nu ik er even over nadenk, constateer ik dat ook een decennium al een te korte termijn is. Het gaat er eigenlijk om hoe lang het duurt tot de echte lange termijnontwikkeling zichtbaar wordt. Eigenlijk begint nu pas duidelijk te worden wat voor sociaal-economische effecten de beleidswijzigingen van de late jaren zeventig en de vroege jaren tachtig hebben gehad. In die jaren triomfeerde het neoliberalisme met zijn haast religieuze overtuiging dat de markt onder alle omstandigheden de beste oplossingen genereert over de Keynesiaanse opvattingen. Vertelt ons dat echter iets van belang over de toekomst? Niet veel, maar toch wel wat. We doen er in de toekomst verstandig aan de financieel-economische toestand goed te reguleren. Willen we iets verstandigs kunnen zeggen over de perspectieven op de zeer lange termijn, dan doen we er verstandig aan ook een veel ruimer perspectief op het verleden aan te houden. De industriële samenleving werd geboren tussen 1650 en 1850. Bezien we het in mondiaal perspectief dan is het evident zo dat het industrialisatieproces nog steeds in volle gang is. Dat proces voltrekt zich met horten en stoten, met vaak onverwachte ups en downs, maar het is nu al meer dan drie eeuwen gaande. Juist in de afgelopen drie decennia is in dat proces een enorme versnelling opgetreden door de economische ontwikkeling in China, en op wat grotere afstand India. Op de korte termijn biedt dat weinig zekerheden, een tijdelijke vertraging in de stormachtige groei is altijd mogelijk. Op de zeer lange termijn is er echter geen enkele goede reden om te veronderstellen dat het industrialisatieproces in Azië tot stilstand zal komen. De groei van de wereldeconomie is ook een voordelige zaak voor de al bestaande industriële economieën. Dat de opkomst van nieuwe industriële naties ten koste zou moeten gaan van de welvaart van de oude, is zeker op de lange termijn niet juist. Op de korte termijn kunnen echter wel pijnlijke verschuivingen optreden en die leiden vaak tot allerlei disfunctionele beschermingsmaatregelen. Bij gereaffineerd macro-economisch management biedt de industriële samenleving echter uiteindelijk welvaart voor iedereen.
CO 2-PRESTATIELADDER
Niveau 5 behaald
‘Bij gereaffineerd macroeconomisch management biedt de industriële samenleving echter uiteindelijk welvaart voor iedereen.’
Sublieme innovatieve ideeën Een schat aan kennis en ervaring onder de medewerkers heeft tijdens een innovatiecompetitie geleid tot twee sublieme ideeën uit dertien inzendingen die Deerns kan toepassen bij verschillende opdrachtgevers wereldwijd. Uit vijftien inzendingen wonnen twee concepten: ‘schone energie uit schone technologie’ en ‘humidifree’. Schone energie uit schone technologie van Richard Striekwold betreft een nieuwe toepassing van een bestaande technologie. Waterstof, dat bijvoorbeeld wordt gebruikt in de processen van de nieuwste chipmachines van ASML, wordt door een brandstofcel omgezet in elektriciteit en nuttig te gebruiken warmte. Voorheen werd dit waterstof met aardgas verbrand in een zogenaamde burner. Dit leidde ertoe dat geen energetische waarde uit de waterstof werd ontleend.
De innovatieve toepassing van de brandstofcel levert zowel een grote winst voor het milieu als ook financieel voordeel op. Deze inzending heeft potentie om wereldwijd een nieuwe technologie te introduceren. Deze toepassing van een brandstofcel kan ook economisch worden ingezet omdat de investering en operationele kosten kunnen worden verlaagd. Een partnership met een produ cent van brandstofcelmodules wordt onderzocht.
Deerns is gecertificeerd voor het hoogst haalbare niveau van de CO2-prestatieladder. Sinds 2011 was Deerns gecertificeerd voor niveau 4. De certificering laat zien dat we niet alleen duurzaamheid in onze projecten vanzelfsprekend vinden, maar dat we ook uiterst serieus kijken naar de CO2-uit stoot die veroorzaakt wordt door onze bedrijfsvoering en hoe we een positieve invloed kunnen uitoefenen op de bouwkolom en onze leveranciers. Kijk voor meer informatie op onze website.
Humidifree van Stefan Timmers gaf bij de jury een ‘aha-erlebnis’ door de eenvoud en het potentieel van het concept. De essentie van het idee is dat bevochtiging van ventilatielucht veel goedkoper te exploiteren is. In de business case zijn verschillende opties uitgewerkt met de mogelijkheid tot licenties al dan niet in samenwerking met producenten van luchtbehandelingskasten. Het toepassingsgebied van deze innovatie is groot.
Niveau 5
iD
PROJECTNIEUWS
23 PROJECTNIEUWS iD
22
Amphia Ziekenhuis bereidt zich voor op de toekomst:
NOODZAKELIJKE INGREEP IN HET HART VAN HET ZIEKENHUIS
Het bestuur van de ruim 260 medische specialisten, 4.600 medewerkers en 300 vrijwilligers is continu op zoek naar mogelijkheden om de patiëntzorg en veiligheid te verbeteren. Door het verouderende gebouw aan de Langendijk af te stoten en de nieuwbouw aan de Molengracht te verrijken, wordt de zorgverlening in twee locaties geconcentreerd en het zorgproces efficiënter gemaakt. Tot het zover is, kan het Amphia Ziekenhuis, één van de grootste topklinische ziekenhuizen van Nederland, medische topzorg blijven leveren dankzij (onder meer) de pas gerenoveerde operatiekamers in Breda en Oosterhout. Deerns was de aangewezen partij om de installatietechniek in die ruimtes te moderniseren. En omdat de installatietechniek en medische inrichting zwaar de overhand heeft in deze opdracht, kreeg Deerns bovendien de taak om het projectmanagement op zich te nemen en dus de architect en de bouwpartijen aan te sturen.
BEELD: Amphia Ziekenhuis (locatie Molengracht)
Om mee te kunnen in de razendsnelle technologische en maatschappelijke ontwikkelingen, breidt het Amphia Ziekenhuis over vijf jaar de locatie Molengracht in Breda uit met 75.000 m2 en stoot het de locatie Langendijk in dezelfde stad af. Het aantal vierkante meters van de locatie Pasteurlaan in Oosterhout blijft ongewijzigd.
Weloverwogen Directeur Huisvesting van Amphia, René Bleeker: “Met de nieuwbouw, waarin Deerns op dit moment het technisch ontwerp verzorgt, groeien we naar een situatie waarin ons vastgoed en zorgconcept naadloos op elkaar aansluiten. De ingreep in de operatiekamers is een investering om de periode naar de toekomstige situatie te overbruggen.” Dat niet meteen tot nieuwbouw is overgegaan, heeft een goede reden, vertelt directeur Alex Jansen van Deerns. “Een nieuw ziekenhuis zet je niet zomaar neer. Er is tijd nodig om zo’n complex gebouw goed te ontwerpen en optimaal aan te laten aansluiten op de huidige en nieuwe zorgprocessen. De ziekenhuisorganisatie moet de tijd hebben om beslissingen te nemen. Een efficiënt logistiek en zorgproces vormen de basis van een kosteneffectief ziekenhuis.”
‘Met de nieuw bouw groeien we naar een situatie waarin ons vastgoed en zorgconcept naadloos op elkaar aansluiten’
“De opdracht was om de huidige operatiekamers zo aan te passen dat ze nog vijf jaar mee kunnen”, vervolgt Jansen. “Tegen zo laag mogelijke kosten. Daarom hebben we eerst de bouwkundige lay-outs van de operatiekamers erbij gepakt en bepaald in hoeverre we de logistiek konden optimaliseren en de ruimtes slimmer en efficiënter konden inrichten. Zo creërden we meteen een betere en veiligere werkomgeving. Nadat we ook hadden geïnventariseerd wat de specialisten nodig hebben om hun werk optimaal uit te kunnen voeren, hebben we tot slot onderzocht welke installatiesystemen- en componenten nog lang genoeg mee konden en welke echt aan vervanging toe waren.”
Spoedoperatie Het feit dat het de operatiekamers waren die installatietechnisch gemoderniseerd moesten worden, maakte dit project uitdagend. “Want operatiekamers zijn het hart van het
ziekenhuis”, aldus Bleeker. “Die kunnen niet zomaar een paar maanden dicht. Tijdens het renoveren moesten operaties gewoon door kunnen gaan. Het liefst had ik de werkzaamheden laten plaatsvinden in de reductieperiodes, waarin het minst gebruik wordt gemaakt van de operatiekamers. Maar dat zijn hartje zomer en tijdens de kerst wanneer iedereen – ook bouwers – vakantie hebben. Daarom is het meeste handwerk in de avonduren en de weekenden verricht. Dat zijn ook iets rustiger momenten.” In slechts vijf weken tijd zijn alle operatie kamers vernieuwd en gevalideerd waarmee wordt aangetoond dat alle installaties werken en schoon zijn. Een prestatie van formaat, meent Bleeker. Jansen: “Om succesvol te zijn in een korte periode, is een goede voorbereiding cruciaal. Dat doe je met alle betrokken partijen. Bovendien was het belangrijk dat we er partijen bij betrokken die het gebouw door en door kennen. Want zo’n ziekenhuis
wordt in de loop van de tijd constant aangepast, waardoor de tekeningen die wij moeten gebruiken voor het herontwerp niet altijd meer kloppen. We hebben risico’s en onvoorziene kosten zoveel mogelijk teruggebracht door samen te werken met de huisinstallateurs. Zij weten vaak nog wel waar elke kabel vandaan komt en naartoe loopt. In dit project hebben de installateurs deze verwachting ook waar gemaakt. Dankzij de combinatie van hun kennis en de ervaring van onze projectmanagers was deze succesvolle spoedoperatie mogelijk.”
Verhoging van zorgkwaliteit De renovatie bestond uit veel kleine facetten, maar ook enkele forse ingrepen waarbij handig gebruik is gemaakt van slimme innovatieve installatietechnische oplossingen. Zo zijn de opdekplenums, de zeer schone ruimtes waarin de instrumenten voor de operatie worden klaargemaakt,
»
Overzicht van de werkzaamheden: Locatie Pasteurlaan Totale doorlooptijd 6 maanden - Voorruimten van de OK’s zijn verbouwd tot opdekruimten en voorzien van een opdekplenum; - Een algemene OK is geüpgraded tot een volwaardige orthopedische OK. Hier is een nieuw en groter recirculatieplenum ingebouwd; - HEPA-filters en het CG-doek van alle plenums zijn vervangen; - Chirurgie- en anesthesiependels zijn vervangen en omgedraaid om de logistiek van de OK te verbeteren; - OK’s zijn voorzien van gassenkasten; - Tekortkomingen aan de medisch aarding zijn verholpen; - Realisatie nieuw steriel magazijn dat voldoet aan de huidige eisen; - Realisatie nieuwe weg naar de CSA, zodat er een goede scheiding van schoon en vuil is; - Alle vloeren en plafonds zijn vervangen en alle wanden zijn aangeheeld en opnieuw geschilderd.
PROJECTNIEUWS
25 PROJECTNIEUWS iD
24
BEELD: Alex Jansen (Deerns)
BEELD: René Bleeker (Amphia ziekenhuis)
iD
“Het ‘hart van het zieken huis’ lag nu zelf op de operatietafel, terwijl er een enorme tijdsdruk op de ingreep stond”
gescheiden van de operatiekamers. “Nu kan er parallel aan een operatie in de opdekplenums worden gewerkt. Dat verhoogt de efficiëntie van ons werkproces”, vertelt Bleeker. Een andere grote uitdaging was de up grading van een algemene operatiekamer naar een orthopedische operatiekamer. “Het type operatie bepaalt aan welke reinheidsklasse de lucht moet voldoen”, legt Jansen uit. “Bij operaties tot op het bot, de orthopedische operaties, moet de luchtreinheid aan de hoogste klasse voldoen. Dit zijn de meest kritische operaties qua infecties, omdat het gebied rond het bot het minst doorbloed is. Daardoor kan het lichaam de mogelijke infectie niet zelf onschadelijk maken, wat vanzelfsprekend grote gevolgen kan hebben.”
Da Vinci-robot Door de installatietechnische ingrepen en het faciliteren van een Da Vinci-robot in de
operatiekamer zijn de mogelijkheden van het ziekenhuis vergroot. “Die hightech robot helpt de chirurg om moeilijke ingrepen via een kijkoperatie te verrichten”, vertelt Bleeker. “Verder hebben we de veiligheid van onze operatiekamers verbeterd door de toevoer van medische gassen in de operatiekamer afsluitbaar te maken. Een functionaliteit die sinds het ongeluk in Almelo, waarbij in de operatiekamer brand ontstond en een dodelijk slachtoffer te betreuren viel, in de voorschriften is opgenomen. Nog niet elk ziekenhuis in Nederland voldoet daaraan.” Qua patiëntveiligheid en wet- en regel geving is Amphia dus volledig bij de tijd, de technische installaties zijn up-to-date en extra datapunten ondersteunen de nieuwe computers voor onder meer patiëntgegevens. Alleen duurzaamheid, normaal gesproken een prominent onderdeel van de projecten waar Deerns aan werkt, heeft in dit levensduurverlengingsproject een beperkte rol gespeeld.
Overzicht van de werkzaamheden: Locatie Langendijk Totale doorlooptijd 4 maanden - OK’s zijn voorzien van gassenkasten; - Er is een gassenkast met lachgas voor een OK gerealiseerd; lachgas centraal is komen te vervallen. - Realisatie nieuwe weg van de holding naar de OK’s; - De HEPA-filters en het CG-doek van alle plenums zijn vervangen; - Extra datapunten en wandcontactdozen; - Tekortkomingen aan de medisch aarding zijn verholpen; - Alle vloeren en plafonds zijn vervangen en alle wanden zijn aangeheeld en er is opnieuw geschilderd.
“Je moet je altijd afvragen wat een investering gaat opleveren”, vertelt Jansen. “Deze renovatie stelt Amphia in staat om de komende vijf jaar veilig te overbruggen. Die periode is simpelweg te kort om de extra investeringen qua energiebesparingen terug te verdienen. De energiebesparende mogelijkheden worden natuurlijk wel maximaal opgenomen in het ontwerp van het nieuwe ziekenhuis.”
Goede modus vinden Tijdens het ingewikkelde en risicovolle traject was Bleeker constant op zoek naar een goede balans. Het ‘hart van het ziekenhuis’ lag nu zelf op de operatietafel, terwijl er een enorme tijdsdruk op de ingreep stond. “We konden ons geen misser veroorloven”, vertelt de huisvestings directeur. “Daarom was het prettig dat de projectmanagers van Deerns op kritische momenten tijd claimden en concreet maakten wat de risico’s waren. Dat zij dit tegenover hun opdrachtgever durfden te
doen, heeft een belangrijke rol in het succes van de renovatie gespeeld. Ook voor de projectleiders was het trouwens een zoektocht naar het goede evenwicht, want diverse betrokkenen zoals de managers van de operatiekamers, hygiëne- en infectiepreventie en brandweer hebben elk hun eisen en inspraak.” Deerns heeft gespecialiseerde project managers op het gebied van ziekenhuizen, die exact weten wat de eisen zijn en die de complexiteit van de ziekenhuisorganisatie kennen. Dit is noodzakelijk voor de samenwerking tussen alle betrokkenen. “Wij kennen de wereld van ziekenhuizen, dat voegt waarde toe in een project”, stelt Jansen. Bleeker haakt in: “Dat is ook een reden waarom Amphia al decennia lang met Deerns werkt. De unaniem positieve reacties van de gebruikers bewijzen dat we daar goed aan doen.”
«
Overzicht van de werkzaamheden: Locatie Molengracht Totale doorlooptijd 4 maanden - OK’s zijn voorzien van gassenkasten; - Opslagruimten op de OK’s zijn aangepast; - Renovatie luchtbehandelingskasten OK’s; - HEPA-filters en het CG-doek van alle plenums zijn vervangen; - Extra datapunten en wandcontactdozen; - Tekortkomingen aan de medisch aarding zijn verholpen; - De holding en verkoever zijn verbouwd. De logistiek is verbeterd en er is een centrale balie gerealiseerd waardoor er een goed overzicht is ontstaan; - Alle vloeren en plafonds zijn vervangen en alle wanden zijn aangeheeld en er is opnieuw geschilderd.
iD
ONDERZOEK
27 ONDERZOEK iD
26
FACTS & FIGURES
Koelvermogen: 35 MW koeling Lengte distributienet: 15 km Aantal aansluitingen: 28 Energiebesparing:
60.000 MWh/ jr elektriciteit
Verwacht begin realisatie: 2015
‘Deerns werkt voor de ontwikkeling van dit systeem in een consortium samen met overheden en bedrij ven uit Aruba en Curaçao’
KEEPING IT COOL!
De techniek om zeewater voor koeling te gebruiken is niet nieuw voor Deerns, het samen met andere bedrijven baanbrekend onderzoek doen in consor tiumvorm is dat wel. Paul Stoelinga en Remko van den Berg, adviseurs bij Deerns, over de business case ‘sea water air conditioning’ voor hotels en het ziekenhuis op Aruba: “Koud water uit zee halen voor de airconditioning van gebouwen is niet eenvoudig. Maar dankzij onze ervaring ligt er inmiddels een goed plan. We hebben er dan ook alle vertrouwen in dat we het tot uitvoer mogen gaan brengen. Kijk alleen maar eens naar de enorme energiebesparing die het voor het eiland oplevert!”
Het ontwerp komt hierop neer: vanaf de kust wordt een pijp van 8 km lengte op de zeebodem gelegd. Daar heeft het zeewater het hele jaar door de vereiste temperatuur van 6 graden. Via deze leiding wordt het diepzeewater naar de kust getransporteerd, waar een gebouw met een warmtewisselaar staat. De koude uit het zeewater wordt overgedragen aan een districtkoelnet, dat het water naar de hotels transporteert om er lucht mee te koelen. Het terugkerende, opgewarmde water wordt, op diepte en verspreid, weer de zee ingepompt. Uit onderzoek is gebleken dat de zee-ecologie daar niet door wordt beïnvloed.
Uniek systeem Eerder was Deerns al betrokken bij een vergelijkbaar project op Curaçao. Met koud zeewater lucht koelen voor airconditioningssystemen is dus geen noviteit voor Paul Stoelinga en Remko van den Berg. Alleen werden de eerdere projecten tot op heden nog niet tot uitvoer gebracht, vooral om financiële redenen. Het Arubaanse project is een flinke slag groter. Paul Stoelinga: “Met de ervaring die we op Curaçao hebben opgebouwd, konden we een uniek systeem ontwerpen. Dit soort projecten is behoorlijk kennisintensief. Remko en ik beschikken allebei over de visie en het fysisch inzicht om het gedrag en de prestaties van een systeem goed te kunnen bepalen. Vorig jaar is een team op Aruba geweest om de situatie ter plekke te onderzoeken. Toen bleek dat het water aan de noordkant van het eiland uit zee moet worden gehaald, daar is de kust er geschikt voor. Dat betekent dat we buizen van een meter doorsnede en 10 kilometer lang dwars over het eiland van de noordnaar de zuid- en westkant moeten leggen om het water bij de hotels te krijgen. Zoiets is installatietechnisch gezien complex en heeft de nodige technische consequenties. Maar er ligt nu een goed ontwerp voor.”
Naast de technische uitdagingen zijn er ook andere. Deerns werkt voor de ontwikkeling van dit systeem in een consortium samen met overheden en bedrijven uit Aruba en Curaçao. Paul: “We zitten in de ontwik kelende fase van deze business case. Of we straks het project gaan uitvoeren, hangt onder andere af van de bereidwilligheid van het lokale energiebedrijf om aan de plannen deel te nemen. De stroomvoor ziening van de hotelairco’s levert namelijk ongeveer de helft van hun inkomsten… We zijn met zowel het energiebedrijf als de lokale politici goed in gesprek, maar het blijft spannend of we de plannen straks in praktijk kunnen brengen. Hoe dan ook is het meewerken aan deze business case een prima gelegenheid om ons te profileren.”
eentje van. Een andere is dat schildpadden precies op de plek waar het technische gebouw met de warmtewisselaar moet komen, graag hun eieren leggen. Daar moet je dus rekening mee houden. Door met partijen te praten, al vanaf de planontwikkelingsfase, kom je tot passende oplossingen. Nu ligt er een sterk plan. We zitten in de fase van het finetunen. Zoals gezegd: de context is complex. Met onze ervaring in dergelijke projecten en duurzame oplossingen maken we een goede kans dat het er dit keer van komt. Per slot van rekening wil Aruba een veel duurzamer eiland worden. Deze oplossing levert per jaar naar verwachting een besparing van 60.000.000 kWh aan elektriciteit op!”
«
Meer dan techniek Remko: “Voor mij is het de eerste keer dat ik zo intensief betrokken ben bij een zeewaterkoelingsproject van deze enorme omvang. Ik vind het mooi om te zien hoe Paul en ik al brainstormend tot goede technische ideeën komen. Maar juist ook alles naast de technische omstandigheden vind ik boeiend. Ik zeg wel eens: “Technisch gezien is alles mogelijk.” Wat dit project nu juist zo interessant maakt, is hoe we straks ook daadwerkelijk en op een financieel acceptabele manier tot de realisatie ervan kunnen komen. Het hele proces ernaartoe, dat begint met een plan, waar steeds meer mensen bij betrokken raken en dat onderweg voors en tegens ontmoet. Dat vind ik heel interessant. Wij moeten in zo’n proces veel meer doen dan alleen goed zijn in techniek. Het draait net zo zeer om omgaan met mensen. Inmiddels hebben we op zowel de technische als de andere aspecten veel kennis opgedaan. Daarin ligt onze meerwaarde als Deerns.” Paul kan dat beamen: “Al doende kom je allerlei hindernissen tegen. Het feit dat we het water aan de andere kant van het eiland uit zee moeten pompen is er daar
Paul Stoelinga
[email protected] Remko van den Berg
[email protected]
iD
RENOVATIE & NIEUWBOUW
29 RENOVATIE & NIEUWBOUW iD
28
BEELD: Ronald Tilleman
uiteindelijk hebben we gekozen voor een dak met Phase Changing Materials, waardoor de transparantie van de zijwanden behouden bleef en het atrium tegelijkertijd een aangename, comfortabele ruimte is om in te verblijven.
Op zoek naar
OPTIMUM IN DUURZAAMHEID ÉN COMFORT Duurzaamheid als uitgangspunt, en zo toegepast dat het ook voor kinderen als leermiddel kan worden ingezet. Dat was één van de ambities van de American School bij het ontwerp, de bouw en de exploitatie van het Early Childhood Center in Wassenaar. En het was niet de enige uitdaging in dit project.
Architectenbureau Kraaijvanger, Hans Goverde en Annemiek Bleumink, maakte het ontwerp voor de American School. “Dat de 17e eeuwse boerderij Ter Weer, een rijksmonument, de basis vormde voor het ontwerp was een uitdaging op zich. Bovendien moest het complex uiteindelijk diverse functies herbergen, inclusief een sporthal die ook open is voor mensen van buiten de school en faciliteiten voor een handbalvereniging. Daarbovenop stelde de opdrachtgever een hoge mate van duurzaamheid als voorwaarde, en moest het lommerrijke landschap op de locatie tot zijn recht blijven komen.”
Opereren op een snijvlak “In overleg met de andere partijen zijn we met de uitdaging aan de slag gegaan. De kracht van de totstandkoming van dit ontwerp zit mijns inziens vooral in het teamwerk. Uit diverse workshops haalden we in synergie met Deerns, ABT en de opdrachtgever steeds goede ideeën.” Wendy Kuiper, projectleider vanuit Deerns: “Vaak ging het over kwesties op het snijvlak van duurzaamheid, comfort en esthetiek. Het is noodzakelijk daaraan al in de beginfase veel aandacht te besteden. Doordat we bijvoorbeeld de Frisse Scholen-
aanpak wilden toepassen in het gebouw, waren ventilatiekanalen nodig. Zulke informatie is voor de architect essentieel bij het ontwerpen van de ruimtes: die kanalen krijg je namelijk niet zomaar meer weg gewerkt in een later stadium.” Uiteindelijk kwam het projectteam tot een ontwerp waarin de oude boerderij de hoofdrol speelt. De nieuwbouw is daaraan verbonden met een atrium, waarin zich de entree bevindt. In de ‘Old Farm’ bevinden zich de lunchroom, een aantal kantoorplekken, de Art Room en een kinderdagverblijf. In het atrium is behalve de entree ook een bibliotheek ingericht. In de nieuwbouw, die deels verdiept is aangelegd in een glooiend hellingvlak, zijn de leslokalen en de techniekruimte te vinden. Los van dit geheel is een aparte sporthal gebouwd.
In de ‘New Barn’ werd duurzame opwekking geïnstalleerd met een gesloten bodemwisselaar, gekoppeld aan warmtepompen. Op het dak van het atrium en het sportgebouw zijn PV-panelen geplaatst, en al het regenwater dat op de ‘New Barn’ terechtkomt wordt via een grijswatersysteem hergebruikt om de toiletten door te spoelen. In het kader van Frisse Scholen Klasse B is gezorgd voor extra ventilatie en een aangepaste lichtkleur in de leslokalen, die tot betere resultaten bij de leerlingen moeten leiden.”
Uitproberen Het resultaat mag gezien worden. Goverde: “Het is fantastisch om het gebouw dat je hebt ontworpen af te zien, en om te zien dat de kinderen, de sporters en de handbalvereniging er al met plezier gebruik van maken. We hebben de opdrachtgever verrast met een mooie, veilige omgeving voor de kinderen, die ook nog eens erg duurzaam is.”
‘De kracht van de totstandkoming van dit ontwerp zit vooral in het teamwerk’ praktijk echt zijn beslag krijgt, is vaak een kwestie van afstellen en uitproberen. De systemen die we hebben toegepast zijn behoorlijk anders dan wat men in een gemiddeld schoolgebouw gewend is. De komende periode, bijvoorbeeld als het deze winter flink koud wordt, zal dus blijken hoe dat in de praktijk voor de gebruikers werkt. Dan zullen er ongetwijfeld nog wat afstellingen aangepast worden. Over het algemeen kun je pas een goed jaar nadat een gebouw in gebruik is genomen echt zeggen hoe het bevalt. Tegen die tijd weer een artikel in iD magazine?”
«
Wendy Kuiper: “De EPC (Energie Prestatie Coëfficiënt) van 25% voor de ‘New Barn’ en van zelfs 50% op de sporthal zijn resultaten om trots op te zijn. Het was een uitdagend project, waarbij we steeds werkten in het spanningsveld tussen duurzaamheid en comfort. Hoe dat in de
Old Farm, atrium en New Barn Wendy Kuiper: “In dit project hebben we de trias energetica als uitgangspunt genomen: wat niet binnenkomt aan warmte of kou, leidt niet tot energievernietiging. Dat vergde voor het atrium wel wat creativiteit;
FACTS & FIGURES
Ontwerp: 2010 – 2013 Bruto vloeroppervlak school: 2969 m2 Bruto vloeroppervlak sportzaal: 787 m2
Wendy Kuiper
[email protected]
iD
WAT BEN JIJ AAN HET DOEN?
31 WAT BEN JIJ AAN HET DOEN? iD
30
TROTS
‘We zijn steeds meer allround consultants in plaats van louter technische specialisten’
Het enthousiasme straalt er vanaf. Stel een vraag over hun werk bij Deerns en ze zijn voorlopig niet uitgepraat. Donald Schotel: “Zelf kwam ik in 1976 bij Deerns werken, maar de wortels gaan verder terug: mijn vader werkte al bij Deerns vanaf het begin. Als jongen van 10 mocht ik regelmatig met hem mee naar projecten. Dan speelden we bijvoorbeeld in het Paleis op de Dam met de kinderen van de beheerder terwijl onze vaders vergaderden.” Donald werkte al 35 jaar voor Deerns toen Klaas Boersma in 2011 aan boord kwam. Klaas: “Hij zei tegen me: ‘Zo, dus jij bent de vreemde eend in de bijt?’ doelend op mijn architectenachtergrond tussen de ingenieurs. Sindsdien zijn we vrienden.”
Adviseurschap in ontwikkeling Ze zijn het eens over de veranderde rol van de adviseur in de huidige maatschappij. Donald: “Tot 1990 waren wij adviseurs voor een technisch deskundige opdrachtgever. Met hem gingen we de dialoog aan over technische oplossingen voor een bepaald gebouw of functioneel probleem. Na 1990 sloeg dat om. De opdrachtgever
BEELD: Klaas Boersma en Donald Schotel op Amsterdam Airport Schiphol
In ‘Trots’ vertelt een Deerns medewerker over een project dat hem of haar bijzonder heeft geraakt. In deze speciale editie van iD magazine hebben we voor een andere invulling van de rubriek gekozen. Omdat we extra trots zijn op onze eigen mensen, interviewden we een ‘oudgediende’ en een ‘youngster’. Ze werken beiden op de afdeling Luchthavens. De één zevenendertig jaar, de ander twee jaar. Donald Schotel en Klaas Boersma. “En dan maken we een foto bij de Fokker op Schiphol!”
is nu meestal technisch niet onderlegd. Vaak doet het voor hem niet eens ter zake welke oplossing we kiezen, zo lang die uitvoerbaar en goed betaalbaar is. Door die ommezwaai is er tegenwoordig een ander type adviseur nodig. Iemand die niet meer ‘zoals vroeger’ de techniek als onderwerp heeft, maar eerder de bege leiding van de ingrijpende technische installaties in de projecten en in de organisatie. De technische oplossing is de verantwoordelijkheid van de adviseur. De opdrachtgever moet daarop kunnen vertrouwen.” Klaas: “De jaren dat de adviseur alleen technisch bezig was, zijn inderdaad voorbij. Een adviseur moet de klant volledig begrijpen, ook in de niet-technische aspecten van het proces. Wat vinden de stakeholders? Is het economisch haalbaar? Heeft dit project qua branding een ‘groene’ marktwaarde voor de klant? Door over dergelijke aspecten mee te denken worden onze adviseurs steeds meer allround consultants. De enorme internationalisering van Deerns vraagt bovendien om een andere aanpak, wil je een uniforme bedrijfscultuur garanderen. Enerzijds heb
‘Deerns biedt ontzettend veel ruimte voor groei ’
je commerciële mensen nodig die de markt wereldwijd verkennen en daarin kansen ontdekken en creëren, daar ben ik vooral mee bezig. Anderzijds is expertise van groot belang. Zonder een ‘Donald’ achter me kan ik alleen maar over lucht praten. De twee kanten van het technisch adviseurschap kunnen niet zonder elkaar.”
Projecten “Als senior adviseur heb ik in de loop der jaren aan veel mooie projecten gewerkt,” aldus Donald. “Het allereerste grote zonne-energieproject staat op mijn naam. Vrij snel daarna werd me gevraagd het project Leids Universitair Medisch Centrum te leiden. Ik heb daar een heldere en flexibele installatie kunnen ontwerpen die zijn extra kosten ruim heeft terugverdiend. Direct daarna volgde het Wilhelmina Kinderziekenhuis bij het Universitair Medisch Centrum Utrecht. Het bijzondere aan die opdracht was het contact met de ernstig zieke kinderen. Zij hebben mijn visie op de inrichting en onze bijdrage aan het project grondig veranderd. We gaven ze bijvoorbeeld brede gangen om naar hartenlust in te fietsen, moderne communicatiemoge
lijkheden om het contact met thuis te behouden, en een ‘knussere’ hal met ‘schuine bomen’ erin.” “De laatste decennia mag ik projecten op Schiphol leiden. Ik geniet vooral van het contact met de mensen. Ook daar geldt overigens dat de opdrachtgever er voor het technische gedeelte tussenuit is gestapt en je als adviseur van Deerns met de vele belangen van alle stakeholders moet kunnen omgaan. Je bewaakt en realiseert de diverse belangen en doelen. Dat maakt het werk op Schiphol extra boeiend.” Donald lacht: “Bovendien zijn het professionals, die rechttoe, rechtaan zijn.”
Toekomst Voor Klaas staat zijn ontwikkeling bij Deerns vooral in het teken van internationale groei. ‘Commitment in Action’, is een nieuw opleidingsprogramma binnen de Deerns Group en heel belangrijk voor een bedrijf dat op het punt staat een internationale topspeler te worden. Het versterkt onze internationale ambitie en stelt ons in staat het ‘one firm principle’ in praktijk te brengen. En voor mij persoonlijk is het een mogelijk-
heid om mijn commerciële inslag tussen de ingenieurs uit te proberen!” “Deerns is een bedrijf met eindeloze potentie. Er is dankzij onze jarenlange ervaring en ons specialisme ontzettend veel ruimte voor groei. We hebben een fantastische basis, en dat ik er aan kan bijdragen om onze capaciteiten wereldwijd ten tonele te brengen, is iets magisch. Ik ben oprecht trots op mijn collega’s. Hun adviezen en ontwerpen hebben dagelijks een giga-impact, niet alleen technisch, maar ook op sociaal vlak. Want uiteindelijk draait het natuurlijk om de gebruiker. We maken het voor onze klanten daadwerkelijk mogelijk om ‘een comfortabele, veilige en duurzame verblijfsomgeving’ te creëren.” Donald: “In februari neem ik afscheid. Ik ben per slot van rekening eigenlijk al twee jaar met pensioen. Mijn toekomst bij Deerns is dus kort en beperkt. Toch zal ik een vraag om hulp of een bijdrage aan een beschouw end project niet afslaan. Het is gewoon erg leuk en uitdagend om hier te werken.”
«
‘Ik geniet van het contact met de mensen’
Integrale samenwerking met duurzaam resultaat
Beeld: Pieter Kers
...brengt ideeën tot leven Architectenbureau Paul de Ruiter en Deerns werkten samen voor het nieuwe hoofdkantoor van Sigmax, een gespecialiseerd ICT-bedrijf, in Enschede. Sigmax heeft in februari 2012 zijn intrek genomen in het uiterst duurzame gebouw. De intensieve samenwerking tussen Paul de Ruiter en Deerns leidde tot extra aandacht voor duurzaamheid en de mens in het kantoor.
www.deerns.nl