Op weg naar grensoverschrijdende acties! Impressieverslag Stadslab Maastricht
Inleiding Met de partnervorming tussen Maastricht, Heerlen en Sittard-Geleen wil de regio ZuidLimburg een City Deal sluiten met het Rijk. Onder meer door deel te nemen aan het landelijk programma Agenda Stad. Het hoofdthema tijdens dit stadslab in Maastricht is de kracht van grensoverschrijdende agglomeratievorming. Met dit thema willen de partnersteden laten zien dat samenwerken over de landsgrenzen heen een meerwaarde heeft voor het bedrijfsleven, instellingen, onderwijs en overheden, maar voornamelijk voor de inwoners van de Euregio. De partnersteden vormen samen een coalitie onder de naam Europa Stad 2020 en willen deelnemen aan het stadslab in nauwe samenwerking met bedrijven, instellingen, overheden, onderwijs en burgers in hun eigen Euregio MaasRijn.
De provincie Zuid-Limburg – en Maastricht in het bijzonder – neemt in Nederland een bijzondere positie in. Enerzijds ligt het gebied, vanuit de Randstad gezien, perifeer. Anderzijds ligt Zuid-Limburg, vanuit een breder Europees perspectief, juist zeer centraal. De centrale ligging in combinatie met andere kwaliteiten, zoals de aanwezige kennisinfrastructuur en een aantrekkelijk woonklimaat, maken Zuid-Limburg – en Maastricht in het bijzonder –tot een aantrekkelijke vestigingsplaats voor (hoogopgeleide) werknemers en bedrijven. Voor een deel functioneert de regio als een stedelijke agglomeratie die ‘toevallig’ grensoverschrijdend is. Bijvoorbeeld voor zaken als (recreatief) winkelen, recreatie en cultuur is er sprake van een veelvuldig en wederzijds gebruik van voorzieningen over de grenzen heen. Voor deze thema’s kan worden gesproken van een Euregionaal leefgebied (Grensoverschrijdend perspectief Zuid-Limburg, 2014). Dat ligt genuanceerder voor andere onderwerpen, zoals wonen, werken, onderwijs en export. En tussen die onderwerpen zijn er verschillen in omvang en tussen landen (Grensoverschrijdend perspectief Zuid-Limburg, 2014). Er bestaan namelijk nog steeds grensbarrières tussen Nederland, Duitsland en België. Minder dan 1 procent van de werkende Nederlanders werkt bijvoorbeeld over de grens en zelfs in de grensregio’s ligt dat percentage opvallend laag. Van de werkende Limburgers werkt bijvoorbeeld maar 2 procent in het buitenland. Ondanks de effectuering van de Verdragen van Schengen in 1995, de invoering van de euro in 2002, en het Europese beleid om de ontwikkeling van grensregio’s te stimuleren, is het aandeel werkenden in het buitenland de laatste 15 jaar nauwelijks toegenomen. Met name op de arbeidsmarkt vormen grensbarrières een belangrijke belemmering. Schoolsystemen wijken af en erkenning van diploma’s over de grens gaat vaak moeizaam. Ook maken afwijkende fiscale en administratieve regelgeving, taalbarrières en cultuurverschillen het lastig om over de grens te werken (Marlet et al, 2014). Het wegvallen van grensbarrières heeft positieve gevolgen voor het werken en wonen in grensregio’s zoals Zuid-Limburg, zo blijkt uit verschillende onderzoeken. Als er geen grenzen zouden zijn, kwamen meer banen beschikbaar voor de inwoners van grensregio’s. Het aantal banen voor de inwoners van Zuid-Limburg zou zelfs meer dan verdrievoudigen. Tegelijkertijd neemt de concurrentie om de banen toe, omdat buitenlanders ook gemakkelijker in Nederland kunnen werken. Als de kans op werk in de grensregio’s toeneemt, worden die regio’s ook een meer aantrekkelijke plek om te (blijven) wonen. Op de lange termijn zorgen de toegenomen agglomeratievoordelen in de grensregio’s er naar verwachting voor dat steeds meer mensen en bedrijven zich er gaan vestigen. Zouden de grensbarrières worden geslecht, dan maakt dat in één klap een einde aan de krimpproblematiek in de grensregio’s. In Limburg zou de bevolking weer toenemen en dit zou een einde maken aan de leegstand. Wat op zijn beurt weer leidt tot meer woongenot van mensen in de grensregio’s en tot een stijging van de huizenprijzen. Een hoop potentiële positieve gevolgen dus! (Marlet et al, 2014).
Stadslab Maastricht Tot zover de literatuur over dit onderwerp. Tijdens het stadslab in Maastricht is het hoofdthema, de kracht van grensoverschrijdende stedelijke agglomeraties, verder uitgewerkt en verdiept op de thema’s ‘Werken over de grens’, ‘Samenwerking MKB’ en ‘Innovatie, Kenniseconomie & Campussen’. Welke concrete acties breken grensbarrières af en hoe kan dit worden vormgegeven? Tot slot zijn de actieplannen gepresenteerd en vond een reflectie uit de zaal plaats. Van witte wijnfeesten en convenanten naar actie Gerdo van Grootheest, wethouder Ruimtelijke Ordening, Wonen en Milieu opende de middag. Hij benadrukte het belang van het stadslab om te komen tot concrete acties op het gebied van grensoverschrijdende agglomeratievorming. Te vaak blijft het volgens hem bij afspraken op bestuurlijk niveau. Daarnaast wordt wel eens gezegd: “De Euregio bestaat van vrijdag tot en met zondag.” Voor recreatie, winkelen en cultuur gaan de inwoners van de Euregio graag de grens over. Voor wonen, werken, kennisuitwisseling en export is dit een heel ander verhaal. Hier liggen volgens hem nog veel kansen. Vandaag is de mogelijkheid om hierin nieuwe stappen te zetten. 740.00 banen, een lonkend perspectief Simon Dona, van Dona Stedenbouw, vervolgt de middag met een presentatie over zijn onderzoek Grensoverschrijdend perspectief Zuid-Limburg (2014). Het onderzoek gaat in op de knelpunten van grensoverschrijdende kansen op het gebied van wonen, werken en krimp en is gericht op het activeren van de regio. Als voorbeeld noemt hij de Brainport Eindhoven, daar is een beweging op gang die Zuid-Limburg overstijgt. Ook signaleert hij een teruglopende trend, minder grensoverschrijdende uitwisseling tussen Nederland en België. “De belangen zijn verschillend en afstand is echt een ding. De vraag is, wie gaat hierop de kar trekken?” Dit kan volgens hem alleen door goed samen te werken en na te denken over de verschillende rollen van bestuurslagen. Ook geeft hij aan dat de schaalgrootte en hyperspecialisatie belangrijk is op grensoverschrijdende thema’s. Dit zorgt ervoor dat er een lokale economie ontstaat en dit verbetert vervolgens ook sociale aspecten van de regio. Van halen, naar brengen Volgens Simon Dona zou het ook interessant zijn om de mentaliteitsverandering in kaart te brengen: van halen, naar brengen. Langzaam begint deze mentaliteitsverandering en manier van denken al op gang te komen op de RWTA Universiteit in Aachen. Ook culturele aspecten zijn van invloed op grensoverschrijdende barrières. Het is volgens hem nog steeds lastig om als buitenstaander in Zuid-Limburg snel geaccepteerd te worden. Als voorbeeld noemt hij de dorpen rondom de campussen waarin buitenlanders moeilijk contact met de lokale bewoners maken en menukaarten die niet in het Engels verkrijgbaar zijn.
Creëer een Champions League van cross overs Volgens Dona moet worden gezocht naar combinaties van clusters, bijvoorbeeld Health en Chemie. Waar liggen top instituten en hoe kunnen zij elkaar versterken? De schoenlepel is grensoverschrijdend denken. Uitwisseling van kennis en informatie, efficiency en het verhaal over de economie adresseren is hierbij belangrijk. Als goed voorbeeld noemt hij de samenwerking Aachen-Maastricht Institute for Biobased Materials (AMIBM). “Wanneer samenwerking en communicatie binnen een Triple Helix plaatsvindt, kan het snel gaan. Kijk waar je elkaar kunt versterken, zoek elkaar op en verdeel de rollen: jullie zijn het operagebouw, wij het museum. Ook de bereikbaarheid en vindbaarheid van de clusters moet worden vergroot. Hoe weet je waar de Chemelot Campus zich bevindt als je uitstapt op station Sittard-Geleen? Daar staan nu nog geen verwijsborden. De overheid kan hierbij een mobiliserende rol spelen en samenwerking stimuleren. De vraag is: hoe krijg je experimenteerruimte bij het Rijk? In Amerika zoeken bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid (Triple Helix) elkaar van nature al sneller op en wordt hiertoe meer ruimte geboden. Over tot actie! Welke concrete acties breken grensbarrières af volgens de deelnemers en hoe kan dit worden vormgegeven? In het tweede deel van de middag gingen drie groepen uiteen op de thema’s ‘Werken over de grens’, ‘Samenwerking MKB’ en ‘Innovatie, Kenniseconomie & Campussen’. Op flapovers konden de groepen per thema hun prioriteiten aangeven. Wat willen ze bereiken? Wie profiteert? Wat is het verdienvermogen? Wat gaan we concreet doen, welke obstakels komen we tegen en wat vragen we aan wie? Bestuurders met ontgrenzing in de portefeuille Volgens de groep Innovatie, kenniseconomie & campussen ligt de sleutel tot succes bij (stads)bestuurders die verantwoordelijk worden voor grensoverschrijdende problematiek. Dit wordt ook in de feedbackronde door de overige aanwezigen beaamd. Op dit moment vindt iedereen het onderwerp grensoverschrijdende problematiek belangrijk en wordt verwacht dat verschillende beleidsvelden hiermee rekening houden. In de praktijk blijkt hiervoor meestal te weinig aandacht. Een gezamenlijk uitgedragen verhaal is nodig om thema’s als innovatie, kenniseconomie en campussen echt aan te kaarten. Zo’n gedragen verhaal door verschillende actoren zou ook terug moeten komen in een eventuele city deal. Daarbij zijn geïdentificeerde gedeelde belangen belangrijk. Een actie zou kunnen zijn om dit in kaart te brengen. Bespreek bijvoorbeeld met de campussen wat ze willen en wie hierbij wil aanhaken: interactie leidt tot synergie. Op de volgende punten ziet de groep graag actie ontstaan:
Kijk verder dan de Euregio, denk internationaal; Maak meer/zoek nieuwe partners; Maak een overzicht met wat je elkaar te bieden hebt; Niet praten, maar doen; Maak het concreet, begin klein, denk groot;
Maatwerk (bijv. ontgrenzer Universiteiten); Stel boegbeelden van campussen aan; Maak iemand of een organisatie verantwoordelijk; Vertel de verhalen van de campussen; Besteed aandacht aan het marketingaspect.
Houd daarbij rekening met expats die vaak in isolement leven, de niet-hogeropgeleiden en de kinderen van expats. En de verschillen in taal en cultuur, verlies van aandacht, gevoel van samenwerking Rijk-regio en (nieuwe) IC-verbindingen. Begeleid de MKB-individualisten De prioriteiten voor de groep op het gebied van samenwerking liggen vooral op de profilering van het midden- en kleinbedrijf over de grens, netwerkvorming, hospitality en juridische facilitering. Wat de groep wil bereiken is bijvoorbeeld een dependance van de Kamer van Koophandel (KvK) in Duitsland en omgekeerd een Duitse KvK in Nederland. Daarnaast denkt de groep aan een database waarin kennis en competenties staan vermeld. Op deze manier kan de bekendheid van het MKB worden vergroot in de Euregio en daarbuiten. De voertaal zou dan ook Engels moeten zijn. Cultuurworkshops (die al plaatsvinden) kunnen zorgen voor nog meer wederzijds begrip voor werken in het buitenland. Overheid, winkels, verenigingen, ondernemers, scholen en burgers profiteren van bovenstaande ideeën. Neem iemand voor 4 fte aan voor 2 jaar die deze ideeën kan uitwerken met stakeholders, op het niveau van normering, als echte verbinders op inhoud. Hier is een rol voor de provincie weggelegd samen met het Rijk. Wat volgens de groep morgen nodig is:
Een boegbeeld aanstellen die zich inzet voor ‘samenwerking MKB’; MKB een-op-een met elkaar in contact brengen; Matchmaking tussen MKB; Kennismakelaars aanstellen; Gezamenlijk belang in kaart brengen; Best practices starten in twee sectoren (klein beginnen); Afstemming competentieprofielen via (Engelstalige) database; Start met een business case door uitvoerder; Richt een informatiepunt met bekendheid onder MKB; Bedenk een thema om samenwerking te symboliseren; Inventariseer bij MKB wat een goed plan is, vraag wat ze verwachten; Leg een concrete case bij het Rijk neer.
Volgens de groep moet bij de uitwerking wel goed rekening worden gehouden met de wet- en regelgeving, cultuur- en taalverschillen.
In gesprek met werkgevers bij de buren Nog te vaak wordt volgens de groep Werken over de Grens vanuit eigen perspectief gedacht. De eerste stap is het gesprek aangaan met partners, bedrijven, overheden, onderwijs over de grens: nodig ze uit in de Euregio. Om dit moment is nog niet goed in kaart wat er leeft aan de andere kant van de grens. Als voorbeeld wordt genoemd: breng de vijftig belangrijkste bedrijven bij elkaar met als doel om te komen tot een arrangement voor de Euregionale/internationale arbeidsmarkt. Dit vraagt wel om experimenteerruimte binnen Agenda Stad. Op deze manier kan bewezen worden wat werkt. Een ander idee is om een lange termijn-agenda voor Duits onderwijs op scholen te starten. Dit kan binnen Limburg worden georganiseerd met hulp van de provincie. Een laatste idee is om ook zelf als werkgever geloofwaardiger te zijn. Bijvoorbeeld door meer internationale werknemers aan te nemen en de begeleiding te verbeteren. Of meer uitwisseling tussen werknemers van organisaties. Buitenlanders brengen nieuwe gezichtspunten in de organisatie. Dit kan de innovatie ten goede komen. Bij de uitwerking moet vooral rekening worden gehouden met de verschillen op ambtelijk niveau. Verzin vooral geen nieuwe dingen. Houd bijvoorbeeld rekening met Limburg Connect (limburgcrossborders.com) en Platform Beter Benutten (beterbenutten.nl). Belangrijk is om het pleidooi te koppelen aan het belang van de vijftig belangrijkste bedrijven. Dat zorgt volgens de groep voor draagvlak en eigenaarschap. Wat nu? Het stadslab in Maastricht laat zien dat Zuid-Limburg al goed grensoverschrijdend op weg is. De voordelen en krachten zijn veelal in kaart gebracht, maar nu is het tijd om ook daadwerkelijk actie te ondernemen. Dit stadslab heeft een aantal mooie concrete ideeën in kaart gebracht die door verschillende partijen tot uitvoering kunnen komen. Een tussenstap hierin is om duidelijk in kaart te brengen, in kleine stapjes, met belanghebbende (MKB, onderwijs, campussen, clusters, kennisinstellingen) waar zij precies behoefte aan hebben. Betrek ze vervolgens bij de plannen en maak ze eigenaar van de ontstane ideeën en kansen. Een andere belangrijke succesfactor is dat bestuurders formele- en termijnoverschrijdende verantwoordelijkheid gaan krijgen op grensoverschrijdende problematiek. Als iedereen er een beetje van is, is niemand er echt van. Daarnaast is het slim om tijd en geld vrij maken voor Euregionale/internationale ontgrenzers die zich fulltime kunnen richten op de kansen die er liggen. Hierin kunnen provincie en Rijk fantastisch faciliteren. In de aanstaande city deals kunnen deze ideeën, kansen, voorwaarden en succesfactoren verder worden uitgewerkt. Platform31 kan een rol spelen in het verbinden van regionale stakeholders, kennisontwikkeling en een brug slaan tussen de regio Zuid-Limburg en landelijke partijen.
Agenda Stad Dit Stadslab is georganiseerd in het kader van Agenda Stad. Agenda stad is gericht op het versterken van groei, innovatie en leefbaarheid van Nederlandse steden. De steden zijn cruciale plekken voor innovatieve oplossingen van grote maatschappelijke opgaven. Het gaat niet alleen om de opgaven en uitdagingen voor de stad, maar ook om de kansen, de ruimtelijke kwaliteit, en sociale diversiteit van de stad. Agenda Stad is een platform, een beweging van Rijk, steden, stedelijke partners, onderzoeksinstellingen, praktijkmensen, enthousiaste stedelingen, met een verbinding naar de Europese Urban Agenda(vast te stellen in 2016). Deelnemers Stadslab Maastricht Gemeente Sittard-Geleen Gemeente Sittard-Geleen Gemeente Heerlen Gemeente Heerlen Gemeente Maastricht Gemeente Maastricht Gemeente Maastricht Gemeente Maastricht Gemeente Maastricht Cluster strategie Ministerie BuZa Ministerie BuZa Dona Stedenbouw BUITEN, Economie & Omgeving Kenniscentra/LED Ontgrenzer Euregio Maas-Rijn LWV MKB Limburg Parkstad Limburg Gemeente Maastricht Gemeente Maastricht Bureau Europa Platform31 Platform31
Denis Crompvoets Nico Herzig Dico Wilbrink Ernie Rijvers Gerdo van Grootheest Jake Wiersma Bram Loeffen Wim Meys Lincey Bastings Laury van den Ham Eric R. Samson Lin Verbruggen Simon Dona Joost Hagens Leo Burdorf Angelique Hendriks Wim Weijnen Ilmar Woldring Johan de Niet Jos Simons Cindy Muijtjens Saskia van Stein Jooske Baris Mike Molkenboer
Meer informatie Wim Oosterveld, 06-199 12 829,
[email protected]